NL8403420A - Lichtstraatkonstruktie. - Google Patents

Description

* ., .- * V i LICHT STRAATKONSTRUKTIE - 1 -

De onderhavige uitvinding en haar genoemde varianten hebben betrekking op de techniek van de zogenaamde op maat afgewerkte daklichten en lichtstraten, dat wil zeggen dat deze daklichten onder gebruikmaking van eenvoudige delen en standaardelementen waarvan de toe-5 passing gemakkelijk, snel en voordelig is en waarbij de eenvoud van de montage één der kenmerken van de uitvinding is, snel op elke gewenste lengte kunnen worden afgewerkt.

De daklichten en lichtstraten kunnen zich over grote dakgedeelten uitstrekken en in bepaalde gevallen, volgens één der kenmerken van 10 de uitvinding, de gehele dakbedekking vormen.

De daklichten en lichtstraten kunnen horizontaal, vertikaal en onder een hellingshoek voorkomen, als deel van een cirkel of ellips waarvan de richtingscoëfficiënt van de raaklijn aan de onderrand in het algemeen kan variëren van + oneindig tot bijna nul.

15 Zonder wijziging van de daaraan ten grondslag liggende techniek kan genoemde richtingscoëfficiënt ook kleiner worden dan nul.

Voorts strekt de uitvinding zich uit tot die verschijningsvormen die opgebouwd zijn uit een kombinatie van rechten en krommen, waarbij het bevestigen van de platen of bladen door middel van een spe-20 ciaal gevormd kunststof profiel, een kenmerk is van de uitvinding.

De in het algemeen doorzichtige of doorschijnende bekledingselemen-ten, die voor de opbouw van het daklicht of de lichtstraat gebruikt worden, bestaan uit enkelvoudige, in het algemeen uit thermoharden-de en thermoplastische kunstharsen, vervaardigde platen of bladen.

25 Dit kunnen vlakke platen zijn in welk geval zij tijdens het aanbrengen rondgebogen worden. Ook kunnen deze platen overeenkomstig de uiteindelijk vereiste kromtestraal van te voren rondgebogen zijn.

Ook zou men voorafgebogen platen of panelen kunnen toepassen die tijdens het monteren op het werk hun uiteindelijke kromming krij-30 gen. De beginvorm waarvan men uitgaat -hangt wezenlijk af van de technologische eigenschappen van de genoemde platen, bijgevolg ook van het toegepaste materiaal.

Het daklicht en de lichtraat volgens de uitvinding wordt hierdoor gekenmerkt dat ze in hoofdzaak bestaat uit de kombinatie van een 35 koker of soortgelijke ondersteuning, horizontaal of vertikaal, 3403420 - 2 - «' i waarop aan alle zijden een onderrandprofiel met naar buiten uitstekende meervoudig omgezette lijst, alsmede aan deze lijst, in het algemeen op onderling gelijke afstanden, door middel van de speciaal ontwikkelde spanplaat vastgemaakte bogen of samenstel van rechten 5 en krommen, die bestaan uit een buitentraverse, nul of meerdere tussentraversen en een binnentraverse, waar, tussen elk paar, gebogen platen of bladen met hun gebogen randgedeelten, met of zonder hulp van een speciaal gevormd kunststof H-profiel, geklemd zijn. Een kenmerk van de uitvinding is dat het door middel van de speciaal 10 ontwikkelde opspanplaat mogelijk is de traversen afzonderlijk van te kunnen plaatsen waardoor de montage eenvoudiger, sneller en veiliger wordt.

Een ander kenmerk van de uitvinding is dat het door middel van het kunststof H-profiel mogelijk geworden is tussen niet gebogen traver-15 sen, platen of panelen te klemmen.

Een kenmerk van de uitvinding is voorts dat elke traverse, gezien zijn gootvorm ook nog fungeert als afvoer van mogelijk aanwezig vocht zoals regen- en kondenswater, etc., hetgeen de noodzakelijkheid van ruberen of kunststof afdichtingsprofielen overbodig maakt. 20 Voorts wordt het daklicht en de lichtstraat volgens de uitvinding hierdoor gekenmerkt dat tussen de gebogen dwarsspanten of -bogen of het samenstel van rechten en krommen, glas- of klemlijsten aangebracht worden, die, afhankelijk van de plaats in de konstruktie, enerzijds tegen een profiel en anderzijds tegen genoemde bladen of 25 panelen rusten, dan wel die aan beide zijden tegen genoemde platen of panelen en in onderhavig geval ook op de onderliggende konstruktie rusten.

Ter afsluiting van het daklicht of de lichtstraat zijn eindwanden voorzien die tussen het geëigende boven- en onderrandprofiel beves-30 tigd zijn.

Aldus wordt het verbindingselement tussen twee opeenvolgende gebogen bladen of panelen in hoofdzaak gevormd door bogen of samenstellen van rechten en krommen, bestaande uit twee of meerdere traversen die de naburige randen van de beide opeenvolgende bladen of panelen met 35 of zonder hulp van een speciaal gevormd H-profiel, rffc f ' ·.'» Μ «Λ Ι i f :: i * - 3 - als kaken omklemmen en aldus vastleggen.

Het bevestigingselement, in hoofdzaak gevormd door een samenstel van speciaal gevormde profielen, wordt op de koker of soortgelijke ondersteuning bevestigd.

5 Dit samenstel van profielen is zodanig gevormd, dat het de rechtlijnige buitenranden van de genoemde rondgebogen bladen of panelen kan opnemen en voorts de gelegenheid biedt voor het aanbrengen van de bevestigingsmiddelen die de bogen van elk paar op elkaar bevestigen. Het geheel wordt afgedicht met een speciaal gevormd afdich-10 tprofiel.

Voorts strekt de uitvinding zich uit tot het daklicht of de licht-straat met een speciaal gevormd klemprofiel, als variant op het genoemde afdichtprofiel, met een inbraakpreventieve werking, in die zin dat het de opbouwende delen van de konstruktie in z’n geheel 15 aan het oog onttrekt.

De uitvinding strekt zich voorts uit tot een speciaal U-vormig klemprofiel, waarin een afdichtingsband en een speciaal gevormd kunststof profiel zijn opgenomen ten behoeve van een vertikale aansluiting alsmede tot de variant waar de vertikale aansluiting bewerk-20 stelligd wordt door twee hoekprofielen, aan elkaar bevestigd door middel van een bout en een moer, waar door middel van een slobgat een stelmogelijkheid geboden wordt in de zin van de hoekverdraaiing.

Een speciaal gevormd bovenrandprofiel wordt aan het hoekprofiel bevestigd. Het geheel wordt afgedekt door een speciaal gevormde 25 waterdorpel welke enerzijds aan de gevel en anderzijds door middel van een open buisvormige vorm waarin een elastisch blijvende pasta, over een doorlopende nok aan het genoemde bovenwandprofiel aangebracht wordt.

De daklichten en lichtstraten kunnen natuurlijk van alle bijkomende 30 inrichtingen, in het bijzonder van elementen zoals glas- of klemlat-ten, vlakke of niet vlakke eindwanden, openslaande gedeelten, etc., voorzien worden.

Als voorbeelden ter illustratie, zonder enige beperking van de omvang van de uitvinding zullen enkele uitvoeringsvormen in het 35 hiernavolgende meer in bijzonderheden aan de hand van de 3 ƒ- Π r Λ } Λ $ r -- V -- i 1 ? - 4 - bijgevoegde tekeningen beschreven worden.

Hierin tonen:

Fig. 1 een lichtstraat volgens de uitvinding in perspek-tief welke enkel- of meervoudig uitgevoerd kan zijn, met 5 gebogen traversen;

Fig. 2 een lichtstraat volgens de uitvinding, in perspektief, enkel- of meerwandig uitgevoerd, met traversen die opgebouwd zijn uit krommen rechten;

Fig. 3 een schematische perspektiefweergave van een koker; 10 Fig. 4 de kunststof spieën;

Fig. 5 de in de figuren 1 en 2 aangegeven doorsnede A;

Fig. 6 de in de figuren 1 en 2 aangegeven doorsnede B;

Fig. 7 de in de figuren 1 en 2 aangegeven doorsnede C;

Fig. 8 de in de figuren 1 en 2 aangegeven doorsnede D; 15 Fig. 9 dezelfde doorsnede D, met variant op het profiel(55);

Fig. 10 de opspanplaat;

Fig. 11 de schroefdraad aan het einde van een traverse;

Fig. 12 de in de figuren 1 en 2 aangegeven doorsnede E;

Fig. 13 dezelfde doorsnede E met de variant op het profiel(55); 20 Fig. 14 een kombinatie van onderrandprofiel en klemprofiel onder een hoek < 90° met het horizontale vlak;

Fig, 15 een aansluiting aan een vertikaal konstruktiedeel volgens doorsnede F;

Fig. 16 een aansluiting aan een vertikaal konstruktiedeel 25 volgens doorsnede G;

Fig. 17 de in de figuren 1 en 2 aangegeven doorsnede D in geval van enkele beglazing;

Fig. 18 dezelfde doorsnede met de variant op hetprofiel(127);

Fig. 19 een doorsnede over een binnentraverse met kokerpro- 30 fiel.

In de uitvoering zoals weergegeven in de figuren 1 tot en met 19 wordt het daklicht of de lichtstraat hoofdzakelijk gevormd door de kombinatie van de koker of de basisondersteuning(l), een daarop als fundatieraam in langs- en dwarsrichting aangebracht onderrandpro-35 fiel(2,3), bogen(4,5) of samenstellen van rechten en krommen(6,7) 8403420 i « - 5 - die bestaan uit twee of meerdere traversen(26,27,28), de platen of panelen(8) én de eindwanden(9).

De koker of soortgelijke ondersteuning(l) kan naar gelang de aard van het daklicht of de lichtstraat op elke geschikte wijze afge-5 vlakt en waterpas gemaakt worden. Tevens is het mogelijk door middel van het aanbrengen van de kunststofspieën(lO) onder de doorlopende nokken (15,16,17,18-) van het onderrandprofiel(2,3) dit profiel(2,3) op hoogte te stellen. In het gekozen voorbeeld is de koker(1) weergegeven in de vorm van een betonnen raam met langs- en dwars-10 liggers(11,12).

Het onderrandprofiel(3) van het kopschot wordt gekenmerkt door een plat gedeelte(13) waarvan één langsrand gevormd wordt door een open buisgedeelte(14) welke als funktie heeft plaatselijk een profiel te herbergen waardoor een koppeling ontstaat tussen twee onderrand-15 profielen(3), en daarnaast extra stijfheid aan het profiel(3) te geven. Voorts zijn er onder genoemd plat gedeelte(13) vier doorlopende steunnokken(15,16,17,18) aangebracht, waartussen elastisch blijvende pasta(19) aangebracht kan worden, teneinde eventueel vocht te keren. Onder de nokken(15,16,17,18) kunnen spieën(10) 20 aangebracht worden.

De andere langsrand van het profiel(3) wordt gekenmerkt door het omgezet gedeelte(20) welke tevens één poot vormt van de dubbele U-vormige doorsnede(21). Het omgezette deel(20) eindigt in een opstaande rand(22) welke een waterkerende funktie heeft.

25 De ruimte tussen het omgezette gedeelte(20,22) en de koker(12j fungeert als waterhol.

In de dubbele U-vormige doorsnede(21) kunnen één of twee eindpanelen (9) gemonteerd worden in elastisch blijvende pasta(23). Genoemde eindpanelen(9) of platen(9) worden van boven gevat in het boven-30 randprofiel(5,7) van het kopschot in elastisch blijvende pasta(23).

Genoemd profiel(5,7) wordt gekenmerkt door een dubbele U-vormige doorsnede(24) en een doorsnede in I-vorm(25).

Door deze I-vormige doorsnede(25) wordt genoemd prof iel(5,7) vast aan de boog(4) of aan het samenstel van rechten en krommen(6) 35 geklemd, meer in het bijzonder tussen de buitentraverse(26) en de 3 ·.·· : ί i Ö 9 ' ï -6- tussentraverse(27) of in geval van enkele beglazing tussen de buitentraverse (26) en de binnentraverse(28).

Voorts kompenseert dit deel(25) de gevolgen van het ontbreken van de plaat(8) of paneel(8) en is dientengevolge even dik of nagenoeg 5 even dik.

De boog(4) of het samenstel van rechten en krommen(5) bestaan uit de buitentraverse(26), nul of meerdere tussentraversen(27) en de binnentraverse(28), tussen elk paar traversen kan een paneel(8) of een plaat(8) geklemd worden. Voorts komt er bij een eindtravee 10 tussen de binnentraverse(28) en de tussentraverse(27) een I-vormig profiel(29) van kunststof voor, dat de gevolgen van het ontbreken de plaat(8) kompenseert.

De buitentraverse(26), de tussentraverse(27) en de binnentraverse (28) worden gekenmerkt door een gootvormig profiel, met op gelijke 15 afstanden uit het midden aangebrachte doorlopende lipjes(30-31,32-33 34-35,36-37).'In kombinatie met het speciaal ontwikkelde kunststof H-profiel(41), dat achter de lipjes(30...37) gehaakt kan worden, wordt een hevig samenklemmen van de afzonderlijke traversen(26,27, 28) op elkaar bewerkstelligd, hoewel het op elkaar klemmen van tra-20 versen(26,27,28) mogelijk is door gebogen vormen spanning op elkaar te laten uitoefenen, is het een kenmerk van de uitvinding dat nu ook traversen van niet gebogen vormen op elkaar geklemd kunnen worden. Voorts is het mogelijk om, naast het H-profiel(41) over de gehele lengte van een boog(4) of samenstel van rechten en krommen(6) toe 25 te passen, hiervan delen als afstandhouder te gebruiken.

Het H-profiel(41) heeft aan de uiteinden van de flenzen. lipjes(42) waarmee achter de lipjes(30...37) gehaakt kan worden.

Voorts worden de buitentraverse(26), de tussentraverse(27) en de binnentraverse(28) gekenmerkt door een aan beide zijden over de 30 gehele lengte voorkomende sparing(38) die bestaat uit een plat(39) en een rond(40) gedeelte. Aan de uiteinden van de traversen(26,27, 28) is in het ronde gedeelte(40) aan beide zijden schroefdraad voorzien(43).

Het onderrandprofiel(2) van de langszijde wordt gekenmerkt door het, 35 overeenkomstig met het onderrandprofiel(3) van het kopschot, 8403420 « · it - 7 - vlakke deel(13) met enerzijds een langsrand gevormd door een open buisgedeeite(14) en de steunnokken(15,16,17,18) met dezelfde funkties als bij genoemd profiel(3)omschreven en anderzijds door een omgezet deel(44). Dit omgezet deel(44) bestaat uit een vertikaal 5 deel(45) met daarin een inkeping(46) ten behoeve van de bevestiging van de glas- of klemlijst(83), een horizontaal deel(47) en een korter vertikaal deel(48). In het horizontale deel(47) zijn twee openingen(49) aangebracht waarvan de assen na de montage samenvallen met de assen van de ronde delen(40) van de sparingen(38) in 10 de binnentraverse(28).

Eén van de kenmerken van de uitvinding betreft de opspanplaat(50).

Deze opspanplaat(50) wordt gekenmerkt door twee vlakken(51,52).

De verlengden van de twee vlakken(51,52) maken een hoek met elkaar die kleiner is dan 90°, in het algemeen ongeveer 85°. Deze twee 15 vlakken zijn met elkaar verbonden door het dwarsplaatje(53) dat dientengevolge een hoek maakt met beide voornoemde vlakken(51,52) van nagenoeg 45°. In één vlak(52) zijn twee gaten(54) voorzien waarvan de assen na montage samenvallen met de assen van de ronde delen (40) van de sparingen(38) van de binnentraverse(28) of de tussen-20 traverse(n)(27).

Het 5-voudig omgezette afdichtprofiel(55) bestaat uit een omgezet nokje(56) waarvan de as een hoek maakt, in het algemeen nagenoeg overeenkomend met de hoek die het afwateringsvlak(95) van de glasof klemlijst(94) maakt met de platen(8) of panelen(8),waarachter 25 de glas- of klemlijst(94) middels het lipje(99) geklikt wordt.

Voorts bestaat genoemd profiel(55) uit een vertikaal deel(57) gevolgd door een horizontaal deel(58),een vertikaal deel(59), een horizontaal deel(60) en een vertikaal deel(61). Het profiel(55) beschermd de achterliggende delen tegen het binnendringen van vocht 30 en heeft voorts een esthetische funktie.

In het hrizontale deel(58) zijn ter plaatse van de boog(4,5) of het samenstel van rechten en krommen(6,7) twee sparingen(62) opgenomen waar door middel van een bout, moer en de buitentraverse(26) de bevestiging van het profiel(55) plaats vindt. Voorts zijn in het 35 horizontale deel(60) op regelmatige afstanden sparingen(63) <uo3 420

» - ^ t «* V

- 8 - opgenomen waardoor eventueel aanwezig vocht geloosd kan worden.

Als variant op het genoemde profiel(55) wordt het klemprofiel(64) gekenmerkt door een omgezet nokje(65) identiek met het omschreven nokje(56) van profiel(55), een vertikaal deel(66), een horizon-5 taal deel(67) met daarop een nok(68) met aan de bovenzijde een schuin lipje(69) en een vertikaal deel(70), eveneens aan de bovenzijde voorzien van een schuin lipjé(71).

Kenmerk van de uitvinding betreffende dit profiel(64) is, dat het door middel van de omschreven lipjes(69,71) op z'n plaats aange-10 bracht kan worden, waarbij naast de esthetische funktie, het profiel (64) ook een inbraakpreventieve funktie heeft, zoals eerder omschreven op pagina 3 regel lle.v.

Voorts zijn er in het horizontale deel(67) op regelmatige afstanden sparingen(72) voorzien, waardoor het door -de gootvormige tra-15 versen(26,27,28) eventueel aangevoerde vocht geloosd kan worden. In kombinatie met genoemd profiel(64) bestaat het onderrandprofiel(2) in aangepaste vorm voor wat betreft het omgezette gedeelte(73).

Dit omgezette gedeelte(73) bestaat uit een vertikaal deel(74) met nagenoeg bovenaan een inkeping(75) ten behoeve van de bevestiging 20 van de glas of klemlijst(83) en nagenoeg onderaan een nokje(76) met helemaal onderaan dit vertikale deel(73) een afgeschuind lipje (77). Tussen genoemd nokje(76) en het afgeschuind lipje(77) past nagenoeg precies het lipje(71) van het klemprofiel(64).

Voorts wordt dit omgezette gedeelte(73) gekenmerkt door een hori-25 zontaai deel(78) en een korter vertikaal deel(79) met nagenoeg aan het einde een nokje(80) ipet helemaal aan het einde een afgeschuind lipje(81).

Tussen genoemd nokje(80) en afgeschuind lipje(81) past nagenoeg precies het lipje(69) van het klemprofiel(64).

30 Voorts zijn er in het horizontale deel(78) steeds ter plaatse van een boog(4,5) of een samenstel van rechten en krommen(6,7) twee sparingen(82) voorzien waarvan de assen na montage samenvallen met de assen van de ronde delen(40) van de sparingen(38) in de binnen-traverse(28).

35 Het omgezette profiel(44,73) kan een hoek maken met het 8/ A -fï; λ 7? f ) *? A | |

U v “? L· VS

- 9 - horizontale deel(13) van het onderrandprofiel(2), Deze hoek hangt slechts af van de gewenste verschijningsvorm van het daklicht of de lichtstraat. De aan de binnenzijde voorkomende glas- of klemlijst (83) heeft een schuin aflopend deel(84) met enerzijds een vertikaal 5 pootje(85) dat tegen het onderrandprofiel(2) rust met aan het uiteinde van dit pootje(85) een lipje(S6) dat achter de inkeping (46,75) van het omgezette deel(44,73) van het onderrandprofiel(2) haakt en anderzijds een overwegend vertikaal deel(87) aanvankelijk haaks op genoemd schuin aflopend deel(84), wat tegen de plaat(8) 10 of het paneel(8) rust. Het schuin aflopend deel(84) wordt aan de plaat- of paneelzijde beëindigd met een nokje(88) dat tegen de plaat (8) of het paneel(8) rust en een waterkerende funktie heeft.

De tussen de twee platen(8) of panelen(8) voorkomende glas- of klemlijst(89) heeft bovenaan een horizontaal deel(90) met enerzijds 15 een kort vertikaal pootje(91) dat tegen het paneel(8) of de plaat(8) rust en anderzijds een vertikale poot(92) die tegen het paneel(8) of plaat(8) rust en zolang is dat zijn horizontale uiteinde(93) op het klemplaatje(50) rust.

De aan de buitenzijde voorkomende glas- of klemlijst(94) heeft een 20 schuin aflopend deel(95) met enerzijds een overwegend vertikaal deel(96) aanvankelijk haaks op genoemd schuin aflopend deel(95), dat tegen de plaat(8) of het paneel(8) rust en aan het uiteinde van genoemd schuin aflopend deel(95) een vertikaal nokje(97) dat tegen de plaat(8) of het paneel(8) rust en een waterkerende funktie 25 heeft. Anderzijds heeft het profiel(94) op nagenoeg het einde een vertikaal pootje(98) met een lipje(99) dat achter het nokje (56,65) van het profiel (55,64) haakt.

Het U-vormige klemprofiel(lOO) kenmerkt zich door een vlak deel(101) met twee ondersteuningsribben(102,103) en een ribbe(104) waarachter 30 de basis(105) van een kunststofprofiel(106) geklemd zit. Tussen de twee steunribben(102,103) is het mogelijk elastisch blijvende pasta aan te brengen.

Het speciaal gevormde kunststofprofiel(106) valt aan de andere zijde middels een tong(107) over de buitentraverse(26) en bewerkstelligt 35 zodoende een waterdichte aansluiting.

3403420 - 10 -

Voorts wordt dit profiel gekenmerkt door een vertikaal deel(108) dat uitloopt in een I-vormig dwarsstuk(109) dat tussen de buitentraverse (26) en de volgende traverse(27 of 28) geklemd wordt.

Dit I-vormig dwarsstuk(109j kompenseert de gevolgen van het ontbre-5 ken van de plaat(8) of het paneel(8) en is dientengevolge nagenoeg even dik.

Het bovenrandprofiel(109) kenmerkt zich door een U-vormig profiel waarvan de ene poot(llO) nagenoeg bovenaan een inkeping(lll) heeft waarachter het lipje(86) van de glas- of klemlijst(83) grijpt en 10 aan de andere zijde een poot(112j heeft die uitloopt in een nokje (113) dat onder een hoek staat die even groot of nagenoeg even groot is als de hoek die de schuine zijde(95) van de glas- of klem-lijst(94) maakt met de plaat(8) of het paneel(8).

De onderzijde(llA) van de U-vorm loopt aan de buitenzijde uit in een 13 nok(115) met aan het uiteinde een buisvormig deel(116). Voorts zijn er in de onderzijde(114) van dit profiel(109) ter plaatse van het samenstel van rechten enkrommen(6,7) 6 gaten voorzien waarvan de assen na montage samenvallen met de assen van de ronde delen(40) van de sparingen(38). Middels bouten kan het bovenrandprofiel(109) 20 tussen de traversen(26,27,28) en het hoekprofièl(120) bevestigd worden. De beide hoekprofielen(120,121) zijn door middel van een bout en een moer in een slobgat zowel wat betreft de hoekverdraiing als de onderlinge afstand verstelbaar. Bij dit bovenrandprofiel(109) wordt in geval van meer dan enkele beglazing gebruik gemaakt van een 25 glas- of klemlijst(122) die zich kenmerkt door een T-vormige door-snede(123) op een omgekeerde U-vormige doorsnede(124). Deze T-vor-mige doorsnede heeft aan beide uiteinden een nok(125) die tegen de plaat(8) of het paneel(8) rust. De U-vdrmige doorsnede heeft twee nokjes(126) waarmee het profiel(122) achter de plaat(8) of het 30 paneel(8) pakt. De bij dit bovenrandprofiel(109) gebruikte glasof klemlijsten(83,94) zijn reeds beschreven.

Het waterkerende profiel(118) kenmerkt zich door enerzijds een omgezette langsrand(119) die aan de hoofdkonstruktie bevestigd wordt en anderzijds een holle, nagenoeg buisvormige, langsrand(117)*die 35 het buisvormige deel(116) van het bovenrandprofieK109)valt.

'5 hr v v t $» v w c - 11 -

In deze holle langsrand(117) kan een elastisch blijvende pasta aangebracht worden.

Een kenmerk van de uitvinding is dat het door de toepassing van de holle buisvormige langsrand(117) over de buisvormige langsrand 5 (116) van het bovenrandprofiel(109), door middel van de horizontale stelmogelijkheid van het slobgat mogelijk is eenzelfde waterkerend profiel(118) te gebruiken in de zin van de hoek die dit profiel(118) maakt met de hoofdkonstruktie.

10 Voornoemd afdichtprofiel(55) en klemprofiel(64) van de onderrand hebben een variant die toegepast wordt bij enkele beglazing.

Het afdichtprofiel(127) komt in grote mate overeen met voornoemd profiel(55). Het onderscheidt zich hiervan in het onderste horizontale vlak(128), dat korter is dan overeenkomstig vlak(60) bij 15 voornoemd profiel(55). In dit horizontale vlak(128) zijn, op regelmatige afstanden van elkaar, gaten(129) aangebracht waardoor eventueel aanwezig vocht afgevoerd kan worden.

Zo ook komt het klemprofiel(64) in grote mate overeen met het klem-profiel(I30) dat in geval van enkele beglazing voorkomt. Het profiel 20 (130) onderscheidt zich hiervan in het ondervlak(131) dat korter is dan overeenkomend vlak(67) in voornoemd profiel(64). Ook hier komen in het ondervlak(131) op regelmatige afstanden van elkaar gaten(132) voor, waardoor het eventueel aanwezige vocht afgevoerd kan worden.

25 Als variant op de binnentraverse(28) is er een binnentraverse(133) die zich onderscheidt van de binnentraverse(28) door een kokervormige uitbreiding aan de binnenzijde. Door deze kokervormige uitbreiding krijgt dit profiel(133) hogere statische waarden.

30 Het installeren van de lichtstraat volgens de uitvinding, geschiedt door het plaatsen van het onderrandprofiel op de in één vlak liggende bovenkanten van van de koker, teneinde een fundament voor de lichtstraat te vormen. Vervolgens worden op geschikte onderlinge afstanden de binnentraversen én een opspanplaat aangebracht. Dit 35 kan voor de hele lichtstraat.

f5 f, (1¾ ·'·> O fr - 12 -

De volgende handeling bestaat uit het in één keer plaatsen van een plaat of paneel én de volgende traverse. Zonder verdere bevestiging staat deze traverse montage-vast door hem over de klemplaat te schuiven. Dit montage-vast staan wordt onder andere veroorzaakt 5 doordat de opspanplaat een hoek maakt met het horizontale vlak die kleiner is dan 90°. Vervolgens worden de bout,moer en de volgende opspanplaat aangebracht. De bout wordt enkele slagen in de traverse-gedraaid, waarna de moer aangedraaid wordt. Hierdoor zit de tweede traverse vast en.weer kan in één handeling een plaat en een traverse 10 geplaatst worden. Wanneer het gewenste aantal lagen bereikt is, kan men het geheel afmonteren door de bouten verder in de traverse te draaien. De traversen staan zo op hun uiteindelijke plaats.

Door de bout verder te draaien wordt de boutsteel tegen de onderzijde van opspanplaat gedrukt en veroorzaakt een kanteling van het 15 bovenste deel van deze opspanplaat. Door deze kanteling wordt de spanplaat in de traverse geklemd en vormt hiermee een onverbrekelijk geheel.

8403420

Claims (10)

1. Lichtstraatkonstruktie van het type dat ondersteund is door een opstaande rand rond een sparing in één vlak, waarop aan alle zijden een onderrandprofiel bevestigd is met aan dit profiel 5 door middel van de opspanplaat bevestigde bogen of samenstellen van rechten en krommen, opgebouwd uit twee of meer traversen waar, tussen elk paar, gebogen platen of panelen met hun gebogen rand-gedeelten geklemd zijn door middel van deze zelfde opspanplaat doordat die in de aan beide zijden van de volgende traverse voorkomen- 10 de sparing grijpt en hierin vastgeklemd wordt door zijn relatief schuine stand ten opzichte van deze traverse. Deze schuine stand wordt veroorzaakt door de in de onderzijde van de sparingen van deze traverse gedraaide bouten die tegen het deel van de opspanplaat in de sparing drukken en zodoende een scheefstand forceren.

15 De gehele onderrandkonstruktie wordt middels een afdicht- of klemprofiel afgedekt.

2. Lichtstraatkonstruktie volgens konklusie 1 met het kenmerk dat door het toepassen van de opspanplaten het mogelijk is, na eerst de binnentraverse over een heel trajekt geplaatst te hebben, de 20 plaat en de volgende traverse over een heel trajekt te plaatsen en deze handeling zo vaak als gewenst te herhalen.

3. Lichtstraatkonstruktie volgens de konklusies 1 en 2, met het kenmerk dat alle op deze wijze geplaatste onderdelen vanaf het moment van de aanvang van de uitvoering stoot- en stormvast 25 staan, waardoor het monteren sneller kan gaan.

4. Lichtstraatkonstruktie volgens de konklusies 1 en 2, met het kenmerk dat over een sparing snel over het gehele trajekt het eerste traversepaar met ertussen de kunststofplaat gemonteerd kan worden, waardoor de sparing snel afgedekt is, wat de veilig- 30 heid zeer ten goede komt.

5. Lichtstraatkonstruktie volgens de konklusies 1,2,3 en 4, met het kenmerk dat in rechten een klemmogelijkheid geboden wordt middels een kunststof h-profiel hetgeen tot gevolg heeft dat er geen koudebrug gekreëerd wordt. 35 ' 6. Lichtstraatkonstruktie volgens konklusies 1,2,3 en 4, $ » 0 ¥ - - 14 - met het kenmerk dat in rechten een klemmogelijkheid geboden wordt middels een kunststof h-profiel hetgeen tot gevolg heeft dat er geen bouwkundige voorzieningen getroffen behoeven te worden ter plaatse van de overgang van een horizontaal in een vertikaal vlak.

7. Lichtstraatkonstruktie volgens konklusie 1 met het kenmerk dat bij toepassing van de klemlijst een inbraakvrije konstruktie gekreëerd wordt doordat deze lijst middels lipjes en nokjes gemonteerd wordt hetgeen een glad afgewerkte onderrand tot gevolg heeft die de samenstellende onderdelen van de komplete onderrandkonstruk- 10 tie aan het oog onttrekt.

8. Lichtstraatkonstruktie volgens konklusie 1 met het kenmerk dat in het toegepaste afdichtprofiel of klemlijst spuigaten voorzien zijn waardoor het eventueel gevormde kondenswater op de onderliggende konstruktie kan afgevoerd worden.

9. Lichtstraatkonstruktie volgens konklusie 1 met het kenmerk dat het door de gootvorm van de traversen mogelijk is hierdoor eventueel aanwezig vocht naar het onderrandprofiel af te voeren waar het door de spuigaten op de onderliggende konstruktie geloosd kan worden.

10. Lichtstraatkonstruktie volgen de konklusies 1,2 en 3, met het kenmerk dat een lichtstraat in een later stadium uitgebreid kan worden met één of meerdere lagen, hetgeen allen een aanpassing wat betreft de vorm van het afdicht- of klemprofiel tot gevolg heeft. 8403420