NL8402259A - Snij- en vouwmachine met hoge snelheid van het type met plaatvormige matrijzen. - Google Patents

Snij- en vouwmachine met hoge snelheid van het type met plaatvormige matrijzen. Download PDF

Info

Publication number
NL8402259A
NL8402259A NL8402259A NL8402259A NL8402259A NL 8402259 A NL8402259 A NL 8402259A NL 8402259 A NL8402259 A NL 8402259A NL 8402259 A NL8402259 A NL 8402259A NL 8402259 A NL8402259 A NL 8402259A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sheet
cutting
press according
folding press
station
Prior art date
Application number
NL8402259A
Other languages
English (en)
Original Assignee
S & S Corrugated Paper Mach
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by S & S Corrugated Paper Mach filed Critical S & S Corrugated Paper Mach
Publication of NL8402259A publication Critical patent/NL8402259A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B31MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31FMECHANICAL WORKING OR DEFORMATION OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31F1/00Mechanical deformation without removing material, e.g. in combination with laminating
    • B31F1/08Creasing
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B26HAND CUTTING TOOLS; CUTTING; SEVERING
    • B26DCUTTING; DETAILS COMMON TO MACHINES FOR PERFORATING, PUNCHING, CUTTING-OUT, STAMPING-OUT OR SEVERING
    • B26D1/00Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor
    • B26D1/01Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor involving a cutting member which does not travel with the work
    • B26D1/12Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor involving a cutting member which does not travel with the work having a cutting member moving about an axis
    • B26D1/25Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor involving a cutting member which does not travel with the work having a cutting member moving about an axis with a non-circular cutting member
    • B26D1/26Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor involving a cutting member which does not travel with the work having a cutting member moving about an axis with a non-circular cutting member moving about an axis substantially perpendicular to the line of cut
    • B26D1/30Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor involving a cutting member which does not travel with the work having a cutting member moving about an axis with a non-circular cutting member moving about an axis substantially perpendicular to the line of cut with limited pivotal movement to effect cut
    • B26D1/305Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor involving a cutting member which does not travel with the work having a cutting member moving about an axis with a non-circular cutting member moving about an axis substantially perpendicular to the line of cut with limited pivotal movement to effect cut for thin material, e.g. for sheets, strips or the like
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B26HAND CUTTING TOOLS; CUTTING; SEVERING
    • B26FPERFORATING; PUNCHING; CUTTING-OUT; STAMPING-OUT; SEVERING BY MEANS OTHER THAN CUTTING
    • B26F1/00Perforating; Punching; Cutting-out; Stamping-out; Apparatus therefor
    • B26F1/38Cutting-out; Stamping-out
    • B26F1/40Cutting-out; Stamping-out using a press, e.g. of the ram type
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B31MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31BMAKING CONTAINERS OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31B50/00Making rigid or semi-rigid containers, e.g. boxes or cartons
    • B31B50/14Cutting, e.g. perforating, punching, slitting or trimming
    • B31B50/20Cutting sheets or blanks
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B31MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31BMAKING CONTAINERS OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31B50/00Making rigid or semi-rigid containers, e.g. boxes or cartons
    • B31B50/14Cutting, e.g. perforating, punching, slitting or trimming
    • B31B50/20Cutting sheets or blanks
    • B31B50/22Notching; Trimming edges of flaps
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B31MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31BMAKING CONTAINERS OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31B50/00Making rigid or semi-rigid containers, e.g. boxes or cartons
    • B31B50/25Surface scoring
    • B31B50/252Surface scoring using presses or dies

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Forests & Forestry (AREA)
  • Folding Of Thin Sheet-Like Materials, Special Discharging Devices, And Others (AREA)
  • Perforating, Stamping-Out Or Severing By Means Other Than Cutting (AREA)
  • Making Paper Articles (AREA)

Description

* ί .
ν
843085/Rey/HvZ
Korte aanduiding: Snij- en vouwmachine met hoge snelheid van het type met plaat^vormige matrijzen-,
De onderhavige uitvinding heeft in hoofdzaak betrekking op snijmachines met hoge snelheid,en heeft meer in het bijzonder betrekking op een snijmachine van het type met plaatvormige matrijzen, waarin vellen zich continu met gelijkmatige snel-5 heid verplaatsen.
Het met hoge snelheid snijden van golfkarton en dergelijke wordt gewoonlijk uitgevoerd door machines met roterende of plaatvormige matrijzen. In een machine met roterende matrijzen, verplaatsen de vellen zich continu tussen een paar 10 roterende cilinders, waarvan de ene gebogen snij- en vouw-matrijzen draagt en tevens afstroopelementen die afval uitstoten als het snijden plaatsvindt. Voor het grootste gedeelte, zijn de machines met plaatvormige matrijzen zodanig geconstrueerd dat de vellen achtereenvolgens door snij-, 15 stroop- en afleverstations worden gevoerd, waarbij de vellen worden gedragen door intermitterend voortbewegende door een ketting gedragen grijpstaven. Machines met roterende matrijzen werken met veel hogere productiesnelheden dan met plaatvormige matrijzen daar het bij de eerste niet nodig is de vel-20 len te starten en te stoppen als deze door de machine bewegen. Machines met plaatvormige matrijzen zijn echter noodzakelijk voor nauwkeurig werk en .zijn gewenst doordat de gebogen matrijzen veel duurder zijn dan de vlakke plaatvormige matrijzen. Bovendien zijn sneden met vlakke matrijzen mooier 25 en niet zaagtandvormig omdat het snijden wordt uitgevoerd tegen staal in plaats van tegen een zacht roterend aambeeld.
In machines met plaatvormige matrijzen is het afstropen vollediger doordat er een afzonderlijk afstroopstation aanwezig kan zijn dat mannelijke en vrouwlijke matrijzen heeft.
30 In het verleden heeft men getracht de werking van machines met plaatvormige matrijzen te versnellen door de door de ketting gedragen grijpstaven continu te verplaatsen, zodat het snijden en vouwen plaatsvindt terwijl het vel door de machine beweegt. In dit type bekende machine be-35 schreven in het Amerikaanse octrooinummer 3.203,288 van 31 augustus, 1965 met de titel "Machine voor het snijden 8402259 ’ ί r Ϋ -2- en/of vouwen van vellen van dunne materialen zoals papier, karton, metaal of plastic foelies”, werd alhoewel het vel niet tot een volledige stilstand werd gebracht bij de snij-, af stroop-, afleverstations, het vel op deze plaatsen 5 in hoofdzaak vertraagd. Een verplaatsing met hoge snelheid van de vellen vond alleen plaats tussen de stations.
Dit vertragen van de ve.llen verlaagt de productiesnelheid. Bovendien werden de vellen snel van lage tot hoge snelheid gebracht, waardoor grote machinale krachten worden 10 opgewekt die de slijtage vergroten. Vlugge versnelling bracht extra spanning op de verbindingspunten of "inkepingen” tussen de voorste rand van de strook die wordt vastgehouden door de grijpers en de bruikbare delen van het gesneden en gevouwen vel, evenals tussen inkepingen die meerdere delen 15 op een vel verbinden. Hierdoor moesten de verbindingspunten zo sterk worden dat ze niet zichtbaar werden en het moeilijk is de strook van het restant van het gesneden vel te scheiden, of de gesneden gedeelten van elkaar te scheiden.
Andere voorbeelden van bekende snijmachines met plaat-20 vormige matrijzen met hoge snelheid zijn weergegeven in de Britse octrooiaanvragen GB 2 078 593A en GB 2 085 791 A. Bij deze bekende snijmachines is het aambeeld gebogen om een zich voortbewegende snede te verkrijgen in plaats van recht te zijn om een gelijktijdige snede te verkrijgen. Het gebruik van 25 een bewegende snede vereist een toename van de snijtijd vergeleken met het in ee'n keer snijden. Een voortbewegende snede vereist het gebruik van gecompliceerdere, minder duurzaam kruk- en leibaan-mechanismen om de aandrijving van de snijplaten en aanbeeld te synchroniseren.
30 Ten einde een hoge productie te verkrijgen met het be houd van de voordelen van de snij- en vouwpers met plaatvormige matrijzen boven een machine met roterende matrijzen, verschaft de onderhavige uitvinding een constructie met plaatvormige matrijzen waarin vellen continu met gelijkmatige 35 snelheid door de machine bewegen en excentrieken worden gebruikt om de matrijs- en aanbeeldplaten aan te drijven om een gelijktijdig snijden te verkrijgen.
8402259 * * -3-
Een eerste oogmerk van de onderhavige uitvinding is derhalve het verschaffen van een verbeterde snij- en vouwpers met plaatvormige matrijzen die hoge productiesnelheden bereikt door het toepassen van een beweging met constante snel-5 heid van zowel de machinedelen als de hierdoor gesneden vellen.
Een volgend oogmerk is het verschaffen van een snij- en vouwpers met plaatvormige matri^en. die zodanig is uitgevoerd dat het gebruik van relatief smalle "verbindingsdelen” kan 10 worden toegelaten voor het verbinden van de voorste rand van de strook met het restant van het gesneden en gevouwen vel, en het met elkaar verbinden van de door de matrijs gesneden delen.
Een volgend oogmerk is het verschaffen van een snij- en 15 vouwpers met plaatvormige matrijzen, waarin de vellen met een gelijkmatige snelheid door de machine lopen.
Een volgend oogmerk is het verschaffen van een snij- en vouwpers met plaatvormige matrijzen waarin de voedingslatten of grijpstaven niet worden stilgezet of vertraagd bij het 20 opneemstation van de vellen.
Weer een volgend oogmerk is het verschaffen van een snij- en vouwpers met hoge snelheid met in een keer snijdende plaatvormige matrijzen waarbij de matrijzen slechts door excentrische assen worden aangedreven.
25 Deze oogmerken alsmede andere oogmerken van de uitvin ding zullen duidelijk worden in de hiervolgende beschrijving van de bijgaande tekening waarin:
Fig. 1 een zijaanzicht is van een. snij- en vouwpers met plaatvormige matrijzen uitgevoerd overeenkomstig de lering 30 van de onderhavige uitvinding .
Fig. 2 een dwarsdoorsnede is volgens de lijn II-II in Fig. 1.
Fig. 3 een vergroot eindaanzicht is van een van de voe-^ dingslatten.
35 Fig. 4 een gedeeltelijk aanzicht is van de voedingslat van Fig 3, gezien in de richting van de pijlen IV-IV in Fig. 3.
Verwijzende naar de tekening, waarin een snij- en vouw- 8402259 k \ » -4- pers uitgevoerd volgens de uitvinding, die in Fig. 1 in het algemeen is weergegeven door het verwijzingscijfer 10, golf-vellen 19 opneemt die stuk voor stuk naar voren worden gevoerd (in Fig. 1 naar links) vanaf de onderkant van de stapel 5 11 in de houder 21 van de vellentoevoer 20 die een conventionele (niet weergegeven) heen en weer gaande voedingslat heeft. Direct na het verlaten van de houder 21 komt elk vel 19 in verbinding met en wordt voortbewogen door tegenover elkaar staande paren voedingsroliën 12-13, 1.4-15, 16-17, 10 18-19, 22-23 die elk vei afgeven aan een aantal grijpers 25 die op een afstand van elkaar staan over de lengte van de dwars gerichte voedingslat 26. Zoals hierna zal worden toegelicht, is de voedingslat 26 bevestigd aan een eindloze ket-ting30. In werkelijkheid bestaat de ketting 30 uit twee even-15 wijdige kettingen die zijn bevestigd aan de tegenover elkaar liggende uiteinden van de voedingslatten 26. Op een op dit gebied bekende wijze, draagt de ketting 30 een aantal voedingslatten 26 die op gelijke afstanden liggen over de lengte van de ketting 30 en dwars staan o.p het verticale vlak 20 waarin de ketting 30 beweegt. De baan van de ketting 30 wordt bepaald door vier kettingwielen 31-34.
Hetonderste of horizontale hoofdgebied van de ketting 30 ligt tussen de kettingwielen 31 en 32, waardoor de voedingslat 36 een vel 19 kan dragen tussen snijplaten 35,36 25 als matrijs en aambeeld, vervolgens tussen afwerpplaten 37,38 naar een afgiftestand boven de opnemer 39 waarin de vellen worden verzameld in stapels 41. Een direct stroomopwaarts van het kettingwiel 32 geplaatst roterend trommelorgaan 40 is voorzien van vooraf instelbare pennen of vingers 42 of 30 van een gelijksoortige (niet weergegeven) matrijsstrook, die in aanraking komt met de gesneden en gevouwen doos, bak, of dergelijke, om de laatste te scheidarvan de door de grijpers 25 vastgehouden voorste rand van de strook. Op een plaats nabij het kettingwiel 33 openen- de grijpers 25 en de voorste 35 rand van de strook, wordt op een in dit gebied bekende wijze verwijderd. Het kettingwiel 31 is met spieën verbonden met de as 43 die wordt aangedreven door de as 44 door middel 8402259 * » -5- van tandwielen 46-49 en een (niet weergegeven ) met spieën aan de as 43 bevestigd tandwiel. De as 44 is met spieën bevestigd aan het tandwiel 51 dat wordt aangedreven door riemen 52 via de riemschijf 53 die met spieën is bevestigd aan de 5 uitgaande as 54 van een motor 55. De laatste drijft tevens de platenvoeding 20 aan via een tandwieloverbrenging die bestaat uit het tandwiel 49, tandwiel 56 en een met spieën aan de as van de voedingsrol 18 bevestigd tandwiel.
De motor 55 drijft tevens de platen 35,36 aan naar en van 10 de- horizontale hoofdvoedingsbaan ' van de veilen tussen de kettingwielen 31, 32. Meer in het bijzonder, drijft het tandwiel 46 het met spieën aan de as 58 bevestigde tandwiel 57 aan. De laatste is met spieën bevestigd aan een klein tandwiel dat in verbinding staat met een groot tandwiel 62 dat 15 met spieën is bevestigd aan de draaibaar bevestigde as. 64 die een van de steunen vormt voor de onderste plaat 36. De andere ondersteunende draaibare vaste as 65 voor de onderste plaat 36 is met spieën bevestigd aan het tandwiel 63 dat dezelfde afmeting heeft als het tandwiel 62. Op dezelfde 20 wijze wordt de bovenplaat 35 ondersteund door draaibaar bevestigde assen 66,67 die met spieën zijn bevestigd aan de respectievelijke tandwielen 68,69 die dezelfde afmeting hebben als de tandwielen 62,63. De aandrijvende verbindingen tussen deze vier tandwielen 62,63,67,68 geschiedt door hier-25 mee in ingrijping staande tandwielen 71,72. De eerste 71 staat direct in verbinding met de tandwielen 62,63 en de laatste 72 staat in directe verbinding met de tandwielen 68, 69.
Een schijf 73 is geplaatst tussen de as 64 en de onder-30 ste plaat 36 welke schijf excentrisch is bevestigd aan de as 64 en met zijn omtrek is gelegen in een leger 75 (Fig. 2) dat is bevestigd in een naar beneden gericht uitsteeksel 76 van de onderste plaat 36. Teneinde de krachtenmomenten te verkleinen die trachten de as 64 te buigen, is de plaat 36 35 voorzien van twee dwars op een afstand van elkaar gelegen naar beneden gerichte uitsteeksels 76 waardoor de as 64 loopt.
De uitsteeksels 76 zijn aanzienlijk binnen de zijranden van 8402252 -6- , * % « de onderste plaat 36 gelegen. Op dezelfde wijze is een ander paar excentrische schijven 80 bevestigd aan de andere onder -ste as 65 en loopt in legers die zijn gemonteerd aan de naar beneden gerichte uitsteeksels 76. Als de assen 64,65 roteren, 5 beweegt de onderste plaat 36 in een rondgaande baan, terwijl de vlakke aanslagbovenkant van de plaat 36 horizontaal blijft-!· Het monteren van de bovenste plaat 35 aan de bovenassen 66,67 geschiedt in hoofdzaak op dezelfde wijze als het monteren van de onderste plaat 36 aan de onderste assen 64,65.
10 Dat wil zeggen de. bovenste plaat 36 is voorzien van een paar evenwijdige op een afstand van elkaar staande naar boven gerichte uitsteeksels 79 die vier legers 81 hebben die draaibaar de omtrekken ondersteunen van twee paren schijven 82,83 die excentrische zijn gemonteerd op de respectievelijke as-15 sen 66,.67· Daar de assen 66,67 roteren, zal de bovenste plaat 35 een rondgaande beweging krijgen in een baan die het onderste, de matrijzen dragende oppervlak van de plaa’t 35 in éen horizontaal vlak houdt.
Legers 84 die zijn gemonteerd aan o.p een afstand van 20 elkaar staande evenwijdige stationaire framedelen 8-5,86 ondersteunen draaibaar de assen 64-67. Met spieën aan elk van deze assen 64-67 zijn sector- vormige gewichten 99 bevestigd als tegengewicht voor de verticale componenten van de op de platen 35,36 overgebrachte beweging, alsmede de 25 roterende radiale centrifugale krachten van de platen 35,36 en hun ondersteuningen. De gewichten 99 op de assen 66, 67 zijn gelegen tussen naar boven gerichte uitsteeksels 79, 79 en gewichten 99 op de assen 64,65 zijn gelegen tussen naar beneden gerichte uitsteeksels 76,76.
30 Zoals duidelijk blijkt uit Fig. 2, bestaat de dwars- staande as 67 uit drie. axiaal op een lijn liggende gedeelten, waarbij het middengedeelte 98 een contragewicht 99 draagt en de buitenste gedeelten draaibaar zijn ondersteund in legers 84 die zijn gemonteerd in zijframes 85,86. Een afzonderlijke 35 schijf 83 is excentrisch gemonteerd aan elk uiteinde van het gedeelte 98 en aan het naar binnen gelegen uiteinde van een buitengedeelte van de as 67. De uit meerdere delen bestaande 8402259 -7-
•V
* -% constructie van de as 67 en de hierop gemonteerde elementen geldt tevens voor de assen 64-66. Deze uit meerdere delen bestaande constructie vergemakkelijkt de fabricage van deze onderdelen en het bevestigen hiervan aan de platen 35,36.
5 Zodoende blijkt dat de roterende beweging van de boven ste plaat 35 zoals zichtbaar in Fig. 1 in de richting van de klok loopt, terwijl de roterende beweging van de onderste plaat 36 tegen de richting van de klok in is. Vervolgens zullen de platen 35,36 tegelijkertijd naar de voedingsbaan 10 van het vel bewegen en zullen tegelijkertijd van de voedings-baan van het. vel afbewegen. Bij het naar de voedingsbaan van het vel toebewegen , bewegen de platen 35,36 van rechts naar links in Fig. 1 of in de voedingsrichting van het vel. De ketting 30 zal elk vel 19 zo plaatsen dat als de voedingslat 15 36 aan de linkerkant van de platen 35,36 is gelegen, de laatste in Fig. 1 naar links zullen bewegen met in hoofdzaak dezelfde snelheid als het vel 19. Als deze beweging zich voortzet, bewegen de platen 35,36 naar de voedingsbaan van het vel waarbij de onderste plaat 36 die het vel 19 draagt vanaf de 20 onderkant en de vlakke snij- en vouwmatrijs 87 die wordt gedragen door de bovenste plaat 35 in werkzame verbindng komt met het vel 19 om het bedoelde snij- en vouwproces uit te voeren. Als de platen 35,36 scheiden, bewegen zij in Fig. 1 naar links en vervolgens naar rechts.
25 Afstroopplaten 37,38 zijn bevestigd aan de snijplaten 35, 36 en lopen hiervanaf naar beneden, welke afstroopplaten dezelfde rondgaande beweging hebben als de platen 35,36. Nadat een vel 19 is gesneden en gevouwen door de vlakke snij-en vouwmatrijs 87 op het onderste oppervlak van de bovenplaat 30 35, scheiden de platen 35,36 zich en het gesneden vel 19 beweegt zich naar beneden tussen de afstroopplaten 37,38 die samenwerkende mannelijke en vrouwlijke afstripmatrijzen dragen van een op dit gebied bekend type. Tijdens de tussenpozen van de rotatiecyclus voor de platen 37,38 tijdens welke 35 de laatste bij de voedingvaan van het vel liggen en een in hoofdzaak horizontale bewegingscomponent hebben in de stroomafwaartse richting, wordt het verwijderen van afval in naar 8402259 ’ * I * -8- beneden gaande richting uitgevoerd door de samenwerking van de mannelijke en vrouwlijke afstroopmatri jzen, die worden gedragen door de platen 37,38. Eventueel kan het afstropen worden uitgevoerd door een (niet weergegeven) semi-rondgaand 5 onderste afstroopmatrijs met een stroom afwaarts uiteinde dat heen en weer gaat op papierniveau en een stroomopwaarts uiteinde dat roteert met de snijplaat 36.
Nadat opvolgend op het afstropen de platen 37,38 zich scheiden, gaat het vel 19 verder stroomafwaarts totdat het 10 in aanraking komt met vingers 42 van een roterende afscheider 40 die het bruikbare gedeelte van het gesneden en gevouwen vel scheidt van de voorste rand van de strook die wordt vastgehouden door de grijpers 25. Indien dit geschiedt, wordt het gesneden en gevouwen vel geplaatst boven het magazijn 39 en 15 valt bovenop de stapel 41. In die situaties waar de voorste rand niet aanwezig is, openen de'grijpvingers 25 in de nabijheid van de scheider 40 en de vingers 42 van de laatste voeren het totale vel op de stapel 41.
Lichtgewicht horizontale heen en weergaande latten 200 20 (waarvan er slechts een is weergegeven) geplaatst juist onder het vlak van de horizontale voedingsbaan voor de vellen liggen in niet werkzame standen aan de zijkanten van de voedingsbaan indien de platen 35, 36 met elkaar in aanraking komen en worden naar werkzame standen gedraaid juist onder de voe-25 dingsbaan als de platen 35,36 scheiden. In hun werkzame standen dragen de latten 200 vellen 19 daar zij zich verplaatsen tussen stations van de pers 10.
Zoals het best te zien is in de Fig. 3 en 4; bestaat elk van de grijpers 25 uit een beweegbare klauw 101 en een statio-30 naire aanslag 102. Het stroomafwaartse uiteinde van de klauw 101 is bevestigd aan de as 105 die evenwijdig loop aan de holle rechthoekige voedinglat 26, en het vrije stroomopwaart-se uiteinde van de klauw 101 is voorzien van tanden 103 die lopen naar het been 104 van de aanslag 102. Het andere been 35 van de aanslag 102 is vast bevestigd aan de voedingslat 26 waarvan elk uiteinde is bevestigd aan een afzonderlijke eind-plaat 107 die direct is gemonteerd op de gedeelten van de 8402259 <* » -9- transportketting 30. De eindplaten 107 dragen draaibaar de as 105. Buiten tenminste een eindplaat 107 en radiaal op de as 105 is een arm 108 geplaatst. Een nokvolgral 109 , die draaibaar aan het van de as 105 afgelegen uiteinde van de arm 5 108 is gemonteerd, wordt gedrukt naar het stationaire nokop- 3 pervlak 111 door een. U-vormige veer 112. In Fig./verschaft de veer 112 tevens de klemkracht die de voorste rand van het vel 19 vasthoudt tussen'de tanden 103 van de klauw 101 en het been 104 van de aanslag 102.
10 Het stationaire nokopperviak 111 is zodanig gevormd en geplaatst dat als de voedingslat 26 de vooraf bepaalde standen bereikt, de verbinding tussen de volger 109 en het nokopperviak 111 de as 105 dwingt om in Fig. 3 in de richting van de klok te draaien, waarbij de tanden 103 van de aanslag 15 102 afbewegen. Deze toestand overheerst als de voedingslat 26 naar beneden beweegt in de ketting tussen de kettingwie-len 31 en 34 zodat de klauw 101 volledig is geopend als de voorste rand van het vel 19 aangedreven door de rollen 22,23 de ketting 30 nadert. De vorm van het stationaire nokopperviak 20 ni is zodanig dat de klauw 101 volledig open blijft als de voedingslat 26 een korte afstand stroomafwaarts van het kettingwiel 31 aflegt. Zodoende zal de beweegbare klauw 101 het invoeren van de vellen 19 niet hinderen. Vooraf gaand aan de tijd wanneer de achterste rand van het vel 19 stroomaf-25 waarts beweegt van de voedingsrollen 22,23 heeft de volger 109 een punt langs de nok 111 bereikt waar de grijper 25 in de in Fig. 3 weergegeven gesloten stand staat. De grijper 25 blijft gesloten totdat de volger 109 in aanraking komt met een volgend(niet weergegeven) stationair nokgedeelte in de 30 nabijheid van het kettingwiel 33 waar de voorste rand van de strook wordt vrijgegeven. In afwezigheid van de voorste rand zal de grijper 25 worden geopend wanneer het gesneden en gerede vel boven de stapel 41 is.
Zodoende blijkt dat de transportketting 30 continu met 35 gelijkmatige snelheid beweegt, de snijplaten 35,36 en afstroop-platen 37,38 een continu rondgaande beweging hebben en er geen noodzaak is om de transportketting 30 te vertragen voor het afgeven van vellen 19 aan grijpers 25 of om snijplaten 8402259
! * I
-10- 35,36 of afstroopplaten 37,38 te vertragen terwijl de vellen 19 tussen deze platen bewegen of in werkzame verbinding staan met ' op deze platen aangebrachte bewerkingselementen. Zelfs wanneer er een zeer gering snelheidsversch.il is tussen de 5 horizontale beweging van de voedingsketting 30 en de stroomafwaartse horizontale component van de beweging van de platen, behoeft voor de meeste velmaterialen en matrijssnijvormen dit snelheidsverschil niet te worden gecompenseerd. In feite neemt het horizontale snelheidsverschil af tot 0 aan het ein-10 de van het snijden indien de platen 35,36 in hun respectievelijk laagste en hoogste standen staan. Indien compensatie van het snelheidsverschil is gewenst, kan een verloren bewegings-verbinding met drukveren zijn aangebracht tussen de montage-platen 107 voor de voedingslat en de voedingsketting 30.
15 Een geschikt type van verloren bewegingsverbindng is beschre- -1 ven in het Britse octrooischrift nummer 1.038.890. In een practische uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding heeft de excentriciteit van de platen ongeveer een straal van nagenoeg 20 cm. en de matrijsmiddelen komen in aanraking 20 met het vel over ongeveer 10° aan weerszijden van de verticaal, of de laagste stand voor de bovenste plaat.
Terwijl de onderhavige uitvinding is beschreven in verband met een roterende beweging die wordt overgedragen op zowel de bovenste als onderste plaat, wordt opgemerkt dat 25 de platen die het vlakke aambeeld dragen, gewoonlijk de onderste plaatf in een horizontaal vlak kan worden heen en weer bewogen, terwijl de andere plaat die de snij- en vouw:-messen draagt de hiervoor beschreven rondgaande beweging uitvoert. Dit soort constructie is weergegeven in het Ameri-30 kaanse octrooi 3.653.304, uitgegeven op 4 april 1972 aan F. Lenoir met de titel "Inrichting voor het snijden en vouwen van vellen".
Vervolgens zal het voor de vakman duidelijk zijn dat bodemsteunlatten 200 voor vellen die tussen de stations lo-35 pen kunnen zijn aangebracht door (niet weergegeven) continu roterende schijven of staven. Als alternatief voor latten 200, kunnen pneumatische steunen worden toegepast.
8402259

Claims (20)

1. Snij- en vouwpers voor velvormig materiaal omvattende een frame, plaatvormige matrijzen, excentrische assen die draaibaar aan het frame en aan de matrijzen zijn gemonteerd, een gesloten baan uitvoerende transportmiddelen, vastgrijpmid-5 delen voor het vel die door de transportmiddelen worden gedragen en op gelijke afstand van elkaar over de bewegingsbaan van de transportmiddelen gelegen gedeelten bevat, welke transportmiddelen een in hoofdzaak horizontaal gedeelte hebben voor het dragen van de vastgrijpmiddelen in een voedings- 10 richting langs een in hoofdzaak horizontale voedingsbaan die loopt door een laadstation voor een vel, een losstation voor een vel en een snijstation dat is geplaatst tussen het laad- en hét losstation, voedingsmiddelen voor het afzonderlijk afleveren van vellen aan de vastgrijpmiddelen terwijl 15 deze laatste door het laadstation lopen; welke snij- en vouwpers wordt gekenmerkt doordat het tevens aandrijfcid-delen bevat voor het roteren van de genoemde excentrische assen met gelijkmatige cyclische snelheid om de matrijzen aan te drijven over een rondgaande baan die zodanig is geplaatst met een yel 20 dat de matrijzen werkzaam in aanraking komen/en dit hierbij volledig snijden dat langs de voedingsbaan loopt door het snijstation, welke aandrijfmiddelen tevens het transportorgaan continu in werking stellen met een gelijkmatige snelheid die in hoofzaak gelijk is aan de horizontale 25 bewegingscomponent van de matrijzen, terwijl de laatste in verbinding staan met een door de voedingsbaan bewegend vel.
2. Snij- en vouwpers volgens- conclusie Igeken merkt doordat deze bij het snijstation steunmiddelen voor het vel 30 bevat om een vel van onderen te ondersteunen terwijl dit niet wordt gesneden.
3. Snij- en vouwpers volgens conclusie "[gekenmerkt doordat deze bij het snijstation steunmiddelen voor het vel 35 bevat, welke steunmiddelen beweegbaar zijn naar een werkzame stand waarin een vel van onderen wordt ondersteunt ter- 8402259 J l -12- wijl dit vel niet in verbinding staat met de matrijs; welke steunmiddelen uit de werkzame stand worden weggetrokken als een vel in werkzame verbinding staat met deze matrijs.
4. Snij- en vouwpers volgens conclusie Igekenmerkt doordat deze extra organen omvat die worden aangedreven door de excentrische assen om dynamische krachten op te wekken die een tegenwicht vormen voor het variabel cyclisch laden van de matrijs. DO
5. Snij- en vouwpers volgens conclusie 1ge kenmerkt doordat deze een velgrijporgaan heeft dat naar een gesloten een vel vastgrijpende stand wordt gedrukt; stationaire nokken die stroomopwaarts van het vallaadstation· liggen, volgorganen 15 die werkzaam zijn verbonden met het velgrijporgaan en in verbinding kunnen worden gebracht met de nokken om het vel-grijporgaan open te houden als de velvoedingsmiddelen vellen aan deze vastgrijpmiddelen afgeven.
6. Snij- en vouwpers volgens conclusie 1,gekenmerkt daardat deze een voorste randafscheider die in werkzame stand is geplaatst bij het losstation voor de vellen om in aanraking te komen met gesneden vellen en de door de velvastgrijp~ middelen vastgehouden voorste randstrook af te scheiden van 25resterende gedeelten van de genoemde gesneden vellen.
7. Snij- en vouwpers volgens conclusie 6 m e t het kenmerk dat de voorste randafscheider is uitgevoerd als een draaiend orgaan. 30
8. Snij- en vouwpers volgens conclusie Igekenmerkt dordat deze een bij het losstation voor de vellen in werkzame stand geplaatste afscheider heeft om in aanraking te komen met gesneden vellen en deze los te maken van de velvastgrijp- 35 middelen.
9. Snij- en vouwpers volgens conclusie Igekenmerkt 8402259 t -13- doordat de voedingsbaan tevens loopt door een afstroopstation dat is gelegen tussen het snijstation en het losstation, waarbij afstroopniiddelen bij het afstroopstation zijn geplaatst en werkzaam in verbinding staan met matrijzen voor 5 een gecoördineerde werking hiermee zodat als een stroomopwaarts vel wordt gesneden door de matrijs een stroomafwaarts vel door deze afstroopmiddelen wordt ontdaan van afvaldelen.
10. Snij- en vouwpers volgens conclusie 1, m e t het lOkenmerk, dat de matrijzen tegenover elkaar gelegen bovenste en onderste platen bevatten die boven en onder de voedingsbaan zijn gelegen, waarbij de excentrische assen dwars op deze richting staan en evenwijdige eerste, tweede, derde en vierde assen bevatten die door de aandrijving, met 15 gelijke snelheden worden geroteerd, welke eerste en tweede assen met de bovenste plaat zijn verbonden waarbij de eerste as stroomopwaarts van de tweede as ligt, welke derde en vierde assen zijn verbonden met de onderste plaat waarbij de derde as stroomopwaarts van de vierde as ligt, welke excen-20 trische assen tevens eerste,tweede, derde en vierde excentrische organen bevatten die worden aangedreven door de respectievelijke eerste, tweede, derde en vierde assen, waarbij de bovenste plaat naar boven gerichte uitsteeksels heeft die in hoofdzaak binnen de zijranden van de bovenplaat 25 liggen, en de onderste plaat naar beneden gerichte uitsteeksels heeft die in hoofdzaak binnen de zijranden van de onderste plaat liggen, welke eerste en tweede excentrische middelen draaibaar zijn ondersteund door de naar boven gerichte uitsteeksel en de derde en vierde excentrische middelen 30 draaibaar zijn ondersteund door de naar beneden gerichte· uitsteeksels.
11. Snij- en vouwpers volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat door middel van spieën aan elk van de 35 genoemde assen een afzonderlijk contragewicht is bevestigd.
12. Snij- en vouwpers volgens conclusie 11,met het kenmerk, dat het contragewicht op de eerste en tweede assen is geplaatst tussen dwars op een afstand van elkaar ge- 840225S -14- legen gedeelten, van de naar boven gerichte uitsteeksels, en het contragewicht op de derde en vierde assen is geplaatst tussen de dwars op een afstand van elkaar staande gedeelten van de naar beneden gerichte uitsteeksels. 5
13. Snij- en vouwpers volgens conclusie 12 g e kenmerkt door een velsteunorgaan bij het snijstation, welk steunorgaan verplaatsbaar is naar een werkzame stand waarin een vel van onderen wordt ondersteund terwijl de laatste niet in verbin- 10 ding staat met de matrijs, welk steunorgaan uit deze werkzame stand wordt teruggetrokken als een vel werkzaam in verbinding komt met deze matrijs.
14. Snij- en vouwpers volgens conclusie 12 g e k e n m e r k t. 15 door een extra door de excentrische assen aangedreven orgaan om dynamische krachten op te wekken die het variabele cyclische laden van de matrijzen compenseren.
15. Snij- en vouwpers volgens conclusie 12 gekenmerkt 20 door een velvastgrijporgaan dat wordt gedrukt naareen gesloten een velvastgrijpende stand, stationaire nokken die stroomopwaarts van het laadstation voor vellen ligt, volgers die werkzaam zijn verbonden met het velgrijporgaan en in verbinding kunnen worden gebracht met deze nokken om het velgrijp-25 orgaan in een open stand te houden als het voedingsorgaan voor de vellen vellen aan het vastgrijporgaan afgeeft.
16. Snij- en vouwpers volgens conclusie 12 g e kenmerkt doordat deze een roterende voorste randafscheider bevat die 30 is gelegen bij het losstation voor de vellen om in werkzame stand in verbinding te komen met gesneden vellen en de voorste randstrook die door het velvastgrijporgaan wordt vastgehouden af te scheiden van de resterende gedeelten van de gesneden vellen. 35
17. Snij- en vouwpers volgens conclusie 2gekenmerkt doordat deze extra organen omvat die worden aangedreven door de genoemde excentrische assen om dynamische krachten op te 8402259 -15- wekken die het variabele cyclische laden van de matrijzen compenseren.
18. Snij- en vouwpers volgens conclusie 2gekenmerkt 5 door een velvastgrijporgaan dat naar een gesloten een vel vastgrijpende stand wordt gedrukt, stationaire nokken die stroomopwaarts van het laadstation voor de vellen liggen, volgers die werkzaam zijn verbonden met het velvastgrijporgaan en in verbinding kunnen werden gebracht met dè nokken om het 10 velgrijporgaan in een open stand te houden als de voedingsmiddelen voor de vellen vellen afleveren aan het vastgrijp-orgaan.
19. Snij- en vouwpers volgens conclusie 2gekenmerkt 15 door een scheider die is geplaatst bij het losstation voor de vellen om in werkzame stand in verbinding te komen met gesneden vellen en deze positief los te maken van het vel-vastgri jporgaan .
.20 20. Snij- en vouwpers volgens conclusie 3, g e k e n m e r k t door een roterende voorste rand afscheider die is geplaatst bij het losstation voor de vellen om in werkzame stand in verbinding te komen met gesneden vellen en de door het velvastgrijporgaan vastgehouden voorste rand af te scheiden 25 van de resterende gedeelten van de gesneden vellen. '? ^ 0 2 2 5
NL8402259A 1983-07-22 1984-07-17 Snij- en vouwmachine met hoge snelheid van het type met plaatvormige matrijzen. NL8402259A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US51628983A 1983-07-22 1983-07-22
US51628983 1983-07-22

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8402259A true NL8402259A (nl) 1985-02-18

Family

ID=24054923

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8402259A NL8402259A (nl) 1983-07-22 1984-07-17 Snij- en vouwmachine met hoge snelheid van het type met plaatvormige matrijzen.

Country Status (7)

Country Link
JP (1) JPS6085933A (nl)
CA (1) CA1226811A (nl)
DE (1) DE3425193A1 (nl)
FR (1) FR2549410B1 (nl)
GB (1) GB2144067B (nl)
IT (1) IT1176394B (nl)
NL (1) NL8402259A (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102004043583B4 (de) * 2004-09-09 2006-10-19 Sorst Streckmetall Gmbh Streckgittermaschine und Verfahren zum Herstellen eines Streckgitters
DE102005002017B4 (de) 2005-01-15 2010-06-02 Sorst Streckmetall Gmbh Streckgittermaschine
DE102007012640A1 (de) * 2007-03-16 2008-09-18 Heidelberger Druckmaschinen Ag Bogenstanz- und -prägemaschine

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1400416A (fr) * 1964-03-09 1965-05-28 Delattre Levivier Cisaille volante pour produits métallurgiques laminés
US3653304A (en) * 1970-10-23 1972-04-04 Miller Printing Machinery Co Apparatus for cutting and creasing sheets
JPS53145183A (en) * 1977-05-24 1978-12-18 Rengo Co Ltd Punching device
IT1113980B (it) * 1979-05-14 1986-01-27 Bartesaghi Angelo Apparecchiatura fustellatrice piana
GB2078591A (en) * 1980-06-28 1982-01-13 Simon Container Mach Ltd A Platen Press
JPS6017701B2 (ja) * 1981-05-29 1985-05-04 レンゴ−株式会社 シ−トの打抜き方法及び装置

Also Published As

Publication number Publication date
GB8416598D0 (en) 1984-08-01
FR2549410A1 (fr) 1985-01-25
GB2144067B (en) 1987-10-14
IT8421911A1 (it) 1986-01-17
GB2144067A (en) 1985-02-27
IT8421911A0 (it) 1984-07-17
JPS6085933A (ja) 1985-05-15
FR2549410B1 (fr) 1988-10-28
CA1226811A (en) 1987-09-15
DE3425193A1 (de) 1985-01-31
IT1176394B (it) 1987-08-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4767393A (en) High speed platen-type die cutter
US3653304A (en) Apparatus for cutting and creasing sheets
CN105246675B (zh) 用于加工连续的卷材基片的加工单元和配备此加工单元的包装生产机
US4329830A (en) Method and apparatus for packaging powdery or particle-size material
JP2809388B2 (ja) スタック形成及び送出し装置
EP0402324B1 (en) Apparatus for the production of paper napkins and similar products
FR2518073A1 (fr) Appareil pour entrainer des feuilles successivement a partir d&#39;une pile
GB2063224A (en) Apparatus for stacking a product
US20160214827A1 (en) Stacking device
US20030234156A1 (en) Retractable transfer device metering and product arranging apparatus and methods
EP0891938B1 (en) Stacking machine and method
NL8402259A (nl) Snij- en vouwmachine met hoge snelheid van het type met plaatvormige matrijzen.
US1882531A (en) Creasing and folding machine
US9630795B2 (en) Apparatus for feeding folded paper tissues or the like to a packaging system
US6090032A (en) Apparatus for folding paper
US2826127A (en) Machines for making paper boxes
JP6999492B2 (ja) シート積重体のスプリッタ
US1978057A (en) Machine for making box trays
US4981223A (en) Apparatus for feeding boards from the base of the stack
EP3707089B1 (en) Device for folding a sheet of paper or similar materials, in particular an information sheet
JP3695018B2 (ja) 頁物印刷物の生産機械
CN217397811U (zh) 一种清废机的取纸机构
US1393415A (en) Machine for producing interfolded paper-packages
RU70181U1 (ru) Машина для высечки изделий из картона
JP2018193229A (ja) 集積装置

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed