NL8401383A - Magneetkop en werkwijze voor zijn vervaardiging. - Google Patents

Magneetkop en werkwijze voor zijn vervaardiging. Download PDF

Info

Publication number
NL8401383A
NL8401383A NL8401383A NL8401383A NL8401383A NL 8401383 A NL8401383 A NL 8401383A NL 8401383 A NL8401383 A NL 8401383A NL 8401383 A NL8401383 A NL 8401383A NL 8401383 A NL8401383 A NL 8401383A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
slit
synthetic resin
pole shoe
magnetic head
limiting
Prior art date
Application number
NL8401383A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL8401383A priority Critical patent/NL8401383A/nl
Priority to EP84200944A priority patent/EP0130652B1/en
Priority to DE8484200944T priority patent/DE3469968D1/de
Priority to AT84200944T priority patent/ATE33077T1/de
Priority to KR1019840003840A priority patent/KR920004997B1/ko
Publication of NL8401383A publication Critical patent/NL8401383A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B5/00Recording by magnetisation or demagnetisation of a record carrier; Reproducing by magnetic means; Record carriers therefor
    • G11B5/127Structure or manufacture of heads, e.g. inductive
    • G11B5/187Structure or manufacture of the surface of the head in physical contact with, or immediately adjacent to the recording medium; Pole pieces; Gap features
    • G11B5/23Gap features
    • G11B5/232Manufacture of gap
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B5/00Recording by magnetisation or demagnetisation of a record carrier; Reproducing by magnetic means; Record carriers therefor
    • G11B5/127Structure or manufacture of heads, e.g. inductive
    • G11B5/187Structure or manufacture of the surface of the head in physical contact with, or immediately adjacent to the recording medium; Pole pieces; Gap features
    • G11B5/23Gap features
    • G11B5/235Selection of material for gap filler

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Magnetic Heads (AREA)

Description

tv i
HiN Π.026 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven "Magneetkop en werkwijze voor zijn vervaardiging"
De uitvinding heeft betrekking op een magneetkop met een ' " magneetkem voorzien van poolschoenen die een spleet begrenzen, welke spleet een geringe lengte heeft en gevuld is met niet-magnetis eerbaar materiaal dat die poolschoenen aan elkaar hecht, en voorts qp een 5 werkwijze voor de vervaardiging van een dergelijke magneetkop.
Een dergelijke magneetkop is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 3.656.229 en kan worden gebruikt voor het optékenen, weergeven en/of wissen van magnetische informatie in een spoor van een magnetische-informatiedrager.
M Voor de kwaliteit van een magneetkop is de spleet in de magneetkem van wezenlijke betekenis; de lengte van de spleet dient, afhankelijk van de beoogde toepassing van de magneetkop, gering tot zeer gering te zijn, terwijl ook de toegestane spreiding op de spleetlengte zeer klein is. Bij magneetkoppen voor videorecording, waarbij informatie-15 dragers van het Icngitadinale-magnetisatietype worden toegepast, wordt een spleetlengte van circa 0,25^um nagestreefd; in het geval van een informatiedrager van het loodrechte-magnetisatietype een spleetlengte van circa 0,lyUm. Voorts zijn voor de duurzaamheid van de magneetkop het materiaal waarmee de spleet gevuld is en de hechting van 20 dat materiaal aan de spleetbegrenzende vlakken van de poolschoenen van belang.
Onder "spleetlengte" wordt hierin de afmeting van de spleet verstaan, die overeenkomt met de afstand tussen de spleetbegrenzende vlakken van de poolschoenen.
25 Volgens het genoemde Amerikaanse octrooischrift worden magneetkoppen verkregen door op een magneetkemdeel een laag niet-magnetisch metaaloxide of metaaloxidemengsel als spleetvullend en spleetlengte-bepalend materiaal aan te brengen. Het kerndeel wordt daartoe op relatief hoge temperatuur (400-800°C) gebracht, in kontakt 30 met de damp van een of meer organcmetaalverbindingen. Een tweede kerndeel, al dan niet voorzien van een dergelijke laag metaaloxide, wordt net een hechtmiddel aan het eerste bevestigd. Als hechtmiddelen worden 8401383 ΕΗΝ 11.026 2 ( ί1, Ρ glas en kunstharsen genoemd, maar aan glas wordt de voorkeur gegeven omdat kunstharsen in ongewenste mate zouden zwellen. Qm de kerndelen te verenigen worden ze daarom tegenover elkaar geplaatst en laat men gesmolten glas in de kier tussen die kern lopen. De verkregen magneet-5 koppen hebben een spleetlengte van 0,8 - 1,2^um.
Voor veel toepassingen is die spleetlengte te groot. Andere bezwaren van deze bekende magneetkoppen zijn, dat, de metaaloxidelaag uit de gasfase bij hoge temperatuur wordt aangebracht. In de vervaardiging is dit een tijdrovende en dure stap, terwijl het vullen van de 10 kier tussen twee kerndelen met gesmolten glas slecht kontroleerbaar is. Voorts is het wenselijk om de kerndelen allebei van een metaaloxidelaag te voorzien, teneinde interaktie tussen het glas en een niet met metaal-oxide bedekt kerndeel te voorkomen. De spleet heeft bij deze magneet-kop dus een uit twee of drie lagen bestaande vulling. De nauwkeurigheid 15 waarmee de spleetlengte wordt ingesteld, hangt bij deze bekende mag-neetkop dus af van de nauwkeurigheid waarmee de gewenste dikte van elk der twee of, in het voorkeursgeval, drie lagen wordt verkregen.
De uitvinding heeft ten doel een magneetkop te verschaffen waarvan de spleetlengte zeer gering is en welke magneetkop gemakkelijk 20 vervaardigbaar is en een grote mechanische sterkte heeft.
Dit oogmerk is bij een magneetkop van de in de openings-paragraaf genoemde soort daardoor gerealiseerd, dat het materiaal dat de spleet vult en de poolschoenen aan elkaar hecht, kunsthars is, gekozen uit de groep bestaande uit epoxyhars, acrylaathars en polyester-25 hars, en dat de spleetlengte maximaal 0,5^um bedraagt.
Proefondervindelijk werd vastgesteld dat de magneetkop volgens de uitvinding een grote duurzaamheid heeft: bestand is tegen wisselende klimatologische invloeden, mechanisch sterk is (er zijn grote tot zeer grote krachten nodig cm de hechting van de poolschoenen aan elkaar te 30 verbreken) en een grote slijtvastheid heeft.Zo werd gevonden, dat nadat het loopvlak van de magneetkop behandeld was met een slijpband, de poolschoenen op het loopvlak en het materiaal in de spleet gelijkmatig waren afgesleten. Daarbij was van de spleetbegrenzende vlakken van de poolschoenen geen materiaal weggehroken.
35 Overeenkomstig de bedoeling en de voorziene toepassing werd de magneetkop volgens de uitvinding vervaardigd met een spleetlengte van 0,5, 0,25 respektievelijk 0,1 ^uin.
Bij het tot stand komen van de uitvinding werd het vooroor- 8401383
EfiN 11.026 3 % % deel overwonnen dat in liet geciteerde Amerikaanse octrooischrift tot uitdrukking kant: synthetische harsen zouden minder geschikt zijn voor toepassing in magneetkoppen omdat ze in ongewenste mate zwellen.
Daarbij doelt dit octrcoischrift op de toepassing van synthetische har-5 sen enkel en alleen als hechtmiddel. Synthetische harsen zouden des te meer ongeschikt moeten zijn on als hechtmiddel en tevens als spacer - dat wil zeggen als spleetlengte bepalend materiaal - in magneet-kappen te warden toegepast.
Dit vooroordeel was al veel eerder tot uitdrukking gebracht 10 in het Duitse octrcoischrift 1.171.467. Daarin wordt gezegd dat bij toepassing van ethoxylinhars en polyesterhars als spleetvullend materiaal/ mechanische middelen toegepast moeten worden cm de magneetkemdelen aaneengedrukt te houden. Voorts wordt daarin opgemerkt, dat de kunststof snel wordt weggeslepen, waardoor de spleetranden niet meer onder-15 steund warden en dus gaan afbrokkelen. Tenslotte is vermeld, dat spleten van geringe lengte, waarmee in dat octrcoischrift een lengte van enkele ^um wordt bedoeld, zeer moeilijk gerealiseerd kunnen warden en dat de spleetlengte niet gemakkelijk nauwkeurig kan worden ingesteld.
Het is niet verwonderlijk, dat voor het realiseren van 20 spleten met steeds kleinere lengte (tot beneden 0,5yum) niet teruggegrepen is naar kunstharsen als spleetvullend materiaal, gezien het feit dat spleten van enkele ^um lengte reeds beschreven werden als zeer moeilijk en met geringe nauwkeurigheid realiseerbaar. Msn heeft zich daarentegen gewend tot het toepassen van dunne folies als spacer, die 25 bevestigd werden met glasachtig materiaal. Naarmate de geëiste spleetlengte kleiner werd en de spacer-folies onhanteerbaar dunner werden, werd meer en meer gekozen voor het opdampen en opsputteren van het spleetvullende materiaal. Daarbij warden veelal spleten verkregen die gevuld zijn met uit verscheidene lagen opgetouwi materiaal. Door de 30 tijdrovende vervaardiging zijn dergeiijke magneetkoppen duur.
Gezien de negatieve beoordeling van kunststoffen als spleetvullend en de paalschoenen hechtend-verbindend materiaal en ook gezien de gékcmpliceerde spleetvullingen en fabricagetechnieken die recentelijk zijn toegepast, is het zeer opmerkelijk dat het met de genoemde kunst-35 harsen mogelijk is gebleken een magneetkop van hoge kwaliteit te realiseren, die zeer eenvoudig vervaardigbaar is. In tegenstelling tot de spleetvulling van de gangbare magneetkoppen, bestaat de spleetvulling van de magneetkop volgens de uitvinding in wezen uit een enkelvoudige 8401383 4 , · EHN 11.026 4 i laag. Behalve met de reeds genoemde eigenschappen, zoals bestendigheid tegen klimatologische invloeden, mechanische sterkte en bestendigheid tegen de werking van slijpband, wordt de kwaliteit van de magneetkop ook nog geïllustreerd door het feit dat de magneetkem met een laser 5 bewerkt kan worden, bijvoorbeeld om een ruimte voor de magneetspoel te vormen of om de breedte van de spleet aan het loopvlak te verkleinen, zonder dat de spleet: zijn vulling en de hechting van de vulling aan de poolschoenen, daarvan waarneembaar schade ondervindt^' Zeer goede resultaten werden verkregen bij toepassing van^ aerylaathars als spleet-10 vullend en de poolschoenen hechtend - verbindend materiaal.
In een gunstige uitvoeringsvorm is op de grensvlakken pool-schoen/kunsthars een modifikator toegepast om de treksterkte nog hoger te maken. Daarbij wordt onder "modifikator'' een bifunktionele verbinding verstaan, die enerzijds met het materiaal van de magneetkem, ander-15 zijds met de kunsthars een chemische binding kan aangaan. Zodra de modifikator met de kunsthars gereageerd heeft, kan het reaktieprodukt worden beschouwd als een kunsthars met substituenten die met het magneetkernmateriaal een chemische binding zijn aangegaan of kunnen aangaan. Als modifikator kan bij een epoxyhars bijvoorbeeld een tri-20 alkoxyalkylsilaan zijn toegepast, waarin de alkylgroep een met de epoxyhars reaktieve substituent heeft, zoals een amino- of een epoxy-groep. De alkoxygroepen kunnen met het magneetkernmateriaal zuurstof-bruggen vormen. Door gebruik te maken van 3-glycidoxyprppyltrimethoxy-silaan i (CH^O) ^Si (CT^) ' werc^ treksterkte van een 0 overigens ongewijzigde mgneetkop met een spleetvulling van epoxyhars 2 verhoogd van 136 tot meer dan 256 kg/cm . Met dezelfde modifikator werd bij toepassing van polyesterhars een treksterkte gemeten van 240 kg/cm^.
30
Aerylaathars kan. gemodificeerd worden met bijvoorbeeld methacryloxypropyltrimethoxysilaan. Gezien de funktie van de modifikator, het zekerstellen van een chemische binding tussen magneetkem en kunsthars, is een monamolekulaire huid van de modifikator op de grensvlakken poolschoen/kunsthars voldoende. De aanwezigheid van modifikator 35 behoeft echter niet tot de grensvlakken beperkt te zijn, de modifikator mag ook in de kunsthars verdeeld voorkomen.
Andere spleten van de magneetkop, zoals, een achterspleet, kunnen met eenzelfde kunsthars zijn gevuld.
8 4 0 1 3 8 3 EEN 11.026 5 * *
De uitvinding heeft mede betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een magneetkop met een magneetkem voorzien van poolschoenen die een spleet van geringe lengte begrenzen, waarbij een eerste vormstuk van magnetiseerbaar materiaal dat een eerste 5 spleet-begrenzend poolschoenvlak heeft, op dat poolschoenvlak wordt voorzien van een laag niet-magnetiseerbaar materiaal, waarbij voorts een twee<3e vormstuk van magnetiseerbaar materiaal dat een tweede spleetbegrenzend poolschoenvlak heeft, met zijn poolschoenvlak tegenover het eerste spleethegrenzende poolschoenvlak wordt geplaatst en waarbij de beide vormstukken bij verhoogde temperatuur aan elkaar worden gehecht met de laag niet-magnetiseerbaar materiaal er tussen in.
Een dergelijke werkwijze is bekend uit het reeds genoemde
Amerikaanse octrooischrift 3,656.229. Die werkwijze heeft het bezwaar dat de laag niet-magnetiseerbaar materiaal bij hoge temperaturen moet 15 worden aangebracht, bij voorkeur op beide vormstukken, en voorts dat de beide vormstukken na te zijn bedekt op een slecht kontroleerbare wijze met een hechtmiddel aan elkaar worden bevestigd.
De uitvinding beoogt een werkwijze voor de vervaardiging van een magneetkop te verschaffen, die gemakkelijk uitvoerbaar is en 20 een magneetkop met een spleet van geringe lengte en grot® sterkte geeft.
Dit oogmerk is gerealiseerd bij een werkwijze voor het vervaardigen van een magneetkop met een magneetkem voorzien van poolschoenen die een spleet van geringe lengte begrenzen, waarbij een eerste vormstuk van magnetiseerbaar materiaal dat een eerste spleetbegrenzend 25 poolschoenvlak heeft, op dat poolschoenvlak wordt voorzien van een laag niet-magnetiseerbaar materiaal, waarbij voorts een tweede vormstuk van magnetiseerbaar materiaal dat een tweede spleetbegrenzend poolschoenvlak heeft, met zijn poolschoenvlak tegenover het eerste spleetbe-grenzende poolschoenvlak wordt geplaatst en waarbij de beide vormstukken 30 bij verhoogde tenperatuur aan elkaar worden gehecht met de laag niet- magnetiseerbaar materiaal er tussen in, die daardoor gekenmerkt is, dat een oplossing van een kunsthars gekozen uit de groep bestaande uit epoxyhars, acrylaathars en polyesterhars cp het eerste spleethegrenzende poolschoenvlak wordt aangebracht en<ht het eerste vormstuk om een as 35 dwars Op dat eerste poolschoenvlak gewenteld wordt, waarbij het oplosmiddel verdwijnt en dat vervolgens de kunsthars wordt doorgehard terwijl het tweede vormstuk met zijn tweede spleethegrenzende poolschoenvlak tot op een afstand van maximaal 0,5,um van het eerste spleet- 8401383 ', * PHN 11.026 6 begrenzende vlak tegen de kunstharslaag wordt aangedrukt, gehouden.
In een variant op deze werkwijze wordt ook op het spleet-begrenzende poolschoenvlak van het tweede vormstuk een oplossing van de kunsthars aangebracht en wordt dat vormstuk om een as dwars qp 5 dat poolschoenvlak gewenteld.
De werkwijze volgens de uitvinding heeft de grote voordelen van nauwkeurigheid, eenvoud en snelheid. De werkwijze is uitstekend reproduceerbaar bij het aanhouden van eenzelfde concentratie van de hars in het oplosmiddel, eenzelfde omwentelingssnelheid van het te 10 bekleden vormstuk en eenzelfde druk bij het doorharden. Het opbrengen van de hars en het doorharden daarvan gaan snel, terwijl voor het doorharden met een temperatuur van tot circa 250°C kan worden volstaan.
Door die lage temperatuur ontstaan bij het vervaardigen van de magneet-kop geen of nagenoeg geen spanningen in het magneetmateriaal. Door de 15 eenvoud van de werkwijze en de gemakkelijk te handhaven procescmstandig-heden, is de variant van de werkwijze waarbij beide spleetbegrenzende poolschoenvlakken met kunsthars warden bedekt, niet nadelig en kunnen met die variant op reproduceerbare wijze raagneetkoppen worden vervaardigd.
20
Zoals verwacht moest worden, kunnen laagdikteverschillen in de kunstharsbekleding ontstaan, zoals een verhoging langs de rand van het eerste spleetbegrenzende poolschoenvlak. Verrassenderwijs is echter gebleken dat dergelijke verschillen geen invloed hebben op de kwaliteit van dê magneetkop. Bij het aandrukken van het tweede vormstuk blijkt 25 namelijk een plastische vervorming van de kunsthars laag op te treden, waardoor verschillen worden geëlimineerd en de gewenste lengte van de te vormen spleet wordt ingesteld.
Ten opzichte van veel andere methoden voor het vervaardigen van magneetkoppen, heeft de werkwijze volgens de uitvinding het voor-30 deel dat slechts één enkele laag spleetvullend materiaal behoeft te worden aangebracht. In geval het wenselijk is de hechting van de kunsthars aan de spleetbegrenzende vlakken te vergroten, kan een modifikator aan de kunsthars-oplossing worden toegevoegd.
Het is. evenwel ook zeer gemakkelijk uitvoerbaar om een 35 modifikatorhuid. op te spleetbegrenzende poolschoenvlakken aan te brengen. Daartoe kan men de vormstukken met. die vlakken dompelen in een oplossing van de modifikator. Zeer aantrekkelijk en gemakkelijk is evenwel die vlakken bloot te stellen aan de damp van de modifikator, 8401383 ΡΗΝ 11.026 7 » Ψ i bijvoorbeeld in een geëvakueerde container. Gezien de funktie van de nodifikator is een mononoleculaire huid toereikend.
Indien een modifikatorhuid wordt toegepast betekent dat niet een kcnoplikatie voor het verkrijgen van de gewenste spleetlengte.
5 Enerzijds neg de huid een monanoleculaire laag zijn en is die huid derhalve uiterst dun, anderzijds wordt de spleetlengte bepaald door de dikte van de laag kunsthars en de bij het doorharden uitgeoefende druk.
Het produkt van de werkwijze kan desgewenst bewerkt worden bijvoorbeeld om er door te zagen, een aantal magneetkoppen uit te verkrijgen. Het is evenzeer mogelijk de breedte van de spleet (dat is de afmeting van de spleet in het loopvlak van de magneetkqp en evenwijdig aan de spleetbegrenzende poolschoenvlakken) te verkleinen door pool-schoenmateriaal en daarmee daaraan gehechte kunsthars te verwijderen.
15 Ook kan een spoelkamer (een ruimte waar draadwindingen doorheen lopen) worden gevormd of vergroot, bijvoorbeeld met behulp van een laser. De in de spleet aanwezige kunsthars staat deze bewerkingen namelijk toe.
Uitvoeringsvormen van de magneetkop en de werkwijze worden in de tekening en de voorbeelden getoond respektievelijk beschreven.
20 In de tekening is
Fig. 1 een schematische, perspektivische tekening van een magneetkop;
Fig. 2 een schematische, perspektivische tekening van een sartenstel van twee vormstukken van magnetiseerbaar materiaal door een 25 laag kunsthars aan elkaar gehecht;
Fig. 3 een schematische weergave van de stappen van de werkwijze.
De magneetkop van figuur 1 heeft een uit twee delen bestaande magneetkem 1,2 elk met een respektieve poolschoen 3,4. De 30 poolschoenen 3,4 begrezen een spleet 5 met een spleetlengte van maximaal 0,5yUm. De relatieve bewegingsrichting van een magnetische informatiedrager die met de magneetkop samenwerkt, is met de pijl V aangeduid. "Spleetlengte" is de afmeting van de spleet 5 in de richting van de pijl V.
35 De spleet 5 is gevuld met kunsthars als niet-magnetiseer- baar materiaal, De kunsthars hecht de poolschoenen 3,4 aan elkaar. De naar elkaar toegerichte vlakken van de poolschoenen 3,4 waaraan de kunsthars hecht, zijn in de beschrijving met spleetbegrenzende vlakken 84 0 1 3 8 3 PHN 11.026 8 aangeduid.
In magneetkemdeel 1 is een spoelkamer 8 uitgespaard, waar draadwindingen 9 doorheen lopen. Het loopvlak 10 is het vlak van de magneetkop, waarlangs de informatiedrager loopt bij het opnemen, weer-5 geven of wissen van magnetische informatie.
In het samenstel van f iguur 2 hebben overeenkomstige delen een verwij z ingscij fer 10 hoger dan in figuur 1. Gestippeld is aangegeven dat daaruit·, bijvoorbeeld door te zagen, magneetkoppen verkregen kunnen worden.
10 Figuur 3a toont een eerste vormstuk 11 van magnetiseerbaar materiaal, overeenkomstig het in figuur 2 getoonde. Het vormstuk heeft een deel 13 waaruit later een poolschoen ontstaan. Met 16 is een eerste spleetbegrenzend poolschoenvlak aangeduid.
Uit het vormstuk van figuur 3a ontstaat het vormstuk van 15 figuur 3b door op het eerste spleetbegrenzende poolschoenvlak 16 (figuur 3a) een modifikatorhuid 21 aan te brengen. (Om deze huid zichtbaar te maken is deze hier en elders, evenals kunstharslagen buiten verhouding dik getekend). De huid 21 is verkregen door het vlak 16 in kontakt te brengen met de damp van de modifikator.
20 Figuur 3e toont een tweede vormstuk 12 van magnetiseerbaar materiaal als getoond in figuur 2. Uit het met 14 aangeduide deel ontstaat een tweede poolschoen, terwijl met 17 het tweede spleetbegrenzende poolschoenvlak (namelijk het spleetbegrenzende vlak van die tweede poolschoen) is aangeduid.
25 Als in figuur 3b duidt, in figuur 3f 21 een modifikatorhuid aan.
In figuur 3c is op het vormstuk van figuur 3b een kunstharslaag 22 als niet-magnetiseerbaar materiaal aangebracht door een oplossing van een kunsthars op het van een modifikatorhuid 21 voorziene, 30 eerste spleetbegrenzende poolschoenvlak 16 aan te brengen en het vormstuk cm een as dwars op dat vlak 16 te wentelen, waarbij het oplosmiddel weggeslingerd werd en verdampte.
Het produkt getoond in figuur 3c en dat getoond in figuur 3f zijn in figuur 3g samengevoegd met het eerste 16 en het tweede spleet-35 begrenzende poolschoenvlak 17 naar elkaar toegericht en de kunstharslaag 22 er tussen in. Terwijl het tweede vormstuk 12 tegen de kunstharslaag 22 aangedrukt wordt gehouden met het tweede spleetbegrenzende poolschoenvlak 17 tot op maximaal 0,5^um afstand van het eerste spleetbegrenzende 8401383 • ' EHN 11.026 9 poolschoenvlak 16, hardt de kunsthars door, zich hechtend aan genoemde spleetbegrenzende vlakken 16 en 17, zo de spleet 15' ventend.
In figuur 3d is het eerste vormstuk 16 voorzien van een kunstharslaag 22, aangehracht zoals bij figuur 3c ontschreven. De laag 5 bevat geen modifikator. Op identieke wijze wordt evenwel een vormstuk 11 voorzien van in de kunstharslaag 22 verdeelde modifikator verkregen door in de kunstharsoplossing tevens een modifikator op te lossen.
Het vormstuk van figuur 3d werd samengevoegd met het vormstuk van figuur 3e (zie figuur 3h) op een wijze als beschreven bij figuur 10 3g. Bij verhoogde temperatuur en onder druk (P) werd de kunstharslaag 22 doorgehard bij een maximale laagdikte van 0,5^um, zo de spleet 15 vormend.
Pig. 3j is in een variant van de werkwijze,verkregen door twee produkten volgens figuur 3d samen te voegen, evenzo figuur 3k 15 door twee produkten volgens figuur 3c samen te voegen. In de produkten van figuur 3j respektievelijk figuur 3k kan bijvoorbeeld met behulp van een laser een spoelkamer worden gemaakt.
Voorbeelden 1) Vormstukken van ferriet als magnetiseerbaar materiaal werden 20 gereinigd met behulp van een plasma-ontlading in zuurstof of met ozon, bijvoorbeeld in situ gegenereerd in lucht met behulp van een UV-bron.
De vormstukken werden bij 0,01 bar in kontakt gebracht met de damp van 3-glycidoxypropyltr iirethoxysilaan als modifikator.
Op een eerste vormstuk werd een 3 gew.% oplossing in 25 methylethylketon van de diglycidylether van bisfenol A en als harder dicyaandiamide aangebracht. Het vormstuk waarvan het bedekte oppervlak 0,8 x 1,6 on mat, werd gewenteld met 1500 toeren/min. Het tweede vormstuk werd ten opzichte van het eerste gepositioneerd en aangedrukt met 27 bar. De epoxyhars werd onder druk bij 200°C doorgehard. De 30 lengte van de verkregen spleet bedroeg 0,2^um.
Van dezelfde stof werd een 15%-ige oplossing in mono-ethyl-glycol aangebcacht op een dergelijk vormstuk. Het vormstuk werd gewenteld met 3500 toeren/min. Na positionering van een tweede vormstuk werd onder gelijke omstandigheden een spleet van 0,1 ,um verkregen.
oc · 2) In een vergelijkende proef werden vormstukken van ferriet (0,3 x 0,8 x 1,6 cm) paarsgewijze bedekt met kunststof .De bedekte oppervlakken (0,8 x 1,6 cm) van elk paar vormstukken werden onder druk tegen elkaar gebracht. De kunststof werd doorgehard. Aan de lange 8401383 EHN 11.026 10 zijvlakken werd op de kunststofnaad een groef aangebracht, waarin de klauwen van een apparaat voor het neten van de scheurweerstand kunnen worden gepositioneerd. De scheurweerstand van de naad werd bepaald volgens de methode van S.M. Wiederhom en L.H. Bolz, J.Am.Ceram.Soc., 5 53 (1970) 543.
a) Ferriet vormstukken werden paarsgewijze bedekt met een oplossing van 50 gew.delen van de acrylzure ester van de bis-hydroxyethylether van bisfenol A in 1,1,1-trichloorethaan, waaraan 1 gew.deel methacryloxy-propyltrimethoxysilaan als modifikator en als initiator 0,5 gew.deel 10 dimethoxyfenylbenzoy Imethaan was toegevoegd. De vormstukken werden ge wenteld met 3500 toeren/min. De bedekte oppervlakken werden met een druk van 10 bar tegen elkaar gedrukt en de kunststof in 30 minuten bij 150°C doorgehard. De. kunststofnaad (overeenkomende met de spleet van een magneetkop) was daarbij 0,15^um breed (lang).
15 b) Evenzo werden ferrietvormstukken bedekt met een oplossing van 6 gew.delen onverzadigde polyester, 2 gew.delen peroxyde en als modifikator 1 gew.deel 3-glycidoxypropyl-trimethoxysilaan in 110 gew.delen 1,1,1-trichloorethaan. De vormstukken werden gewenteld met 4500 toeren/ min. De bedekte oppervlakken werden tegen elkaar gebracht met een druk 20 van 15 bar en de kunststof werd gedurende 2 uur bij 100°C doorgehard.
De dikte van de polyester laag tussen de vormstukken bedroeg 0,2^um.
c) Gelijksoortige vormstukken werden bedekt met een oplossing van 1 gew.deel 3-glycidoxypropyl-trimethoxysilaan en 15 gew.delen bisfenol A-diglycidylether met dicyaandiamide als harder in 100 gew.delen 25 ethylglycolacetaat. De vormstukken werden gewenteld met 3500 toeren/min. en onder een druk van 40 bar met hun bedekte oppervlakken tegen elkaar gedrukt. De kunststof werd gedurende 30 minuten bij 200°C gehard. De dikte van de epoxy laag bedroeg 0,1^um.
De verkregen produkten werden deels direkt op hun scheurweerstand 30 getest, deels na aan een cyclische vochtproef onderworpen te zijn geweest. In deze proef worden de produkten gedurende 1,5 uur onderworpen aan 25°C, in 2 uur verhit tot 65°C, twee uur bewaard bij 65°C en in 2 uur afgekoeld tot 25°C. De relatieve vochtigheid wordt gedurende deze cyclus op 93% gehouden. De test wordt gedurende 10 dagen volgens 35 dit schema voortgezet. Deze test is voor menige toepassing van magneet-koppen zwaarder dan omstandigheden in de praktijk.
De resultaten van de metingen zijn in de navolgende tabel weergegeven.
8401383 «f s.
PHN 11.026 11
Tabel voorbeeld scheurweerstand voor vochtproef na vochtproef 5 2a 0,9-1,1 0,9-1,1 2b 0,67 0,4 2c 0,9 0,3 ggg 0,8-1,0 0,8-1,0 10 ----
In de tabel is ter vergelijking de scheursterkte van een massief ferriet vormstuk aangegeven.
Uit de tabel blijkt dat de produkten die onder toepassing van acrylaathars verkregen zijn niet onder de vochtproef lijden en op de 15 naad minstens zo scheurbestendig zijn als ferriet zelf -
Voorts blijkt dat met epoxyhars en met polyesterhars zeer korte spleten verkregen kunnen worden met een hoge scheurkracht-bes tendigheid. Als norm voor praktische bruikbaarheid wordt een scheurweerstand van 0,6 gehanteerd.
20 ' Ook blijkt, dat de omstandigheden van de vochtproef voor de produkten van voorbeeld 2b) en 2c), gezien de norm, te zwaar zijn geroest en dat magneetkoppen die in. analogie met deze voorbeelden zijn verkregen niet aan die extreme condities mogen worden blootgesteld.
Tenslottte blijkt uit voorbeeld 2b) dat polyester hars beter bestand 25 is tegen die extreme condities dan epoxyhars.
30 1 8401383

Claims (10)

1. Magneetkop met een magneetkem voorzien van poolschoenen die een spleet begrenzen, welke spleet een geringe lengte heeft en gevuld is met niet-magnetiseerbaar materiaal dat die poolschoenen aan p'i Vggr hecht, met het kenmerk, dat het materiaal dat de spleet vult en de 5 poolschoenen aan elkaar hecht kunsthars is, gekozen uit de groep bestaande uit epoxyhars, acrylaathars en polyesterhars, en dat de spleet-lengte maximaal 0,5^um bedraagt.
2. Magneetkop volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat qp de grensvlakken poolschoen/kunsthars een modifikator is toegepast.
3. Magneetkop volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de modifi kator ook in de kunsthars verdeeld voorkomt.
4. Magneetkop volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de kunsthars acrylaathars is.
5. Werkwijze voor het vervaardigen van een magneetkop net een 15 magneetkem voorzien van poolschoenen die een spleet van geringe lengte begrenzen, waarbij een eerste vormstuk van magnetiseer baar matp-ri aai dat een eerste spleetbegrenzend poolschoenvlak heeft, op dat poolschoenvlak wordt voorzien van een laag niet-magnetiseerbaar materiaal, waarbij voorts een tweede vormstuk van magnetiseerbaar materiaal dat een tweede 20 spleetbegrenzend poolschoenvlak heeft, met zijn poolschoenvlak tegenover het eerste spleetbegrenzende poolschoenvlak wordt geplaatst en waarbij de beide vormstukken bij verhoogde temperatuur aan elkaar warden gehecht met de laag niet-magnetiseerbaar materiaal er tussen in, met het kenmerk, dat een oplossing van een kunsthars gekozen uit de groep 25 bestaande uit epoxyhars, acrylaathars en polyesterhars op het eerste spleetbegrenzende poolschoenvlak wordt aangebracht en dat het eerste vormstuk dm een as dwars op dat eerste poolschoenvlak gewenteld wordt, waarbij het oplosmiddel verdwijnt en dat vervolgens de kunsthars wordt doorgehard terwijl het tweede vormstuk met zijn tweede spleetbegrenzende 30 poolschoenvlak tot op een afstand van maximaal 0,5^um van het eerste spleetbegrenzende vlak tegen de kunstharslaag wordt aangedrukt gehouden.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat ook op het spleetbegrenzende poolschoenvlak van het tweede vormstuk een oplossing van de kunsthars wordt aangebracht en dat vormstuk om een as dwars op 35 dat poolschoenvlak wordt gewenteld.
7. Werkwijze volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat een kunsthars oplossing wordt toegepast, die een modifikauor bevat.
8. Werkwijze volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat het 8401383 Y « λ EHN 11.026 13 eerste en het tweede spleetbegrenzende poolschoenvlak van een nodifi-katorhuid warden voorzien, voordat zij met de kunsthars in aanraking warden gebracht.
9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de modifi-5 katorhuid wordt aangebracht door de spleetbegrenzende poolschoenvlakken aan de damp van de modifikator bloot te stellen.
10. Werkwijze volgens conclusie 5, 6, 7, 8 of 9, met het kenmerk, dat acrylaathars wordt toegepast. 10 15 20 25 30 35 8401383
NL8401383A 1983-07-04 1984-05-02 Magneetkop en werkwijze voor zijn vervaardiging. NL8401383A (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8401383A NL8401383A (nl) 1983-07-04 1984-05-02 Magneetkop en werkwijze voor zijn vervaardiging.
EP84200944A EP0130652B1 (en) 1983-07-04 1984-06-29 Magnetic head and method of manufacturing same
DE8484200944T DE3469968D1 (en) 1983-07-04 1984-06-29 Magnetic head and method of manufacturing same
AT84200944T ATE33077T1 (de) 1983-07-04 1984-06-29 Magnetkopf und herstellungsverfahren.
KR1019840003840A KR920004997B1 (ko) 1983-07-04 1984-07-03 자기헤드 및 그 제조방법

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8302364 1983-07-04
NL8302364 1983-07-04
NL8401383 1984-05-02
NL8401383A NL8401383A (nl) 1983-07-04 1984-05-02 Magneetkop en werkwijze voor zijn vervaardiging.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8401383A true NL8401383A (nl) 1985-02-01

Family

ID=26645872

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8401383A NL8401383A (nl) 1983-07-04 1984-05-02 Magneetkop en werkwijze voor zijn vervaardiging.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP0130652B1 (nl)
KR (1) KR920004997B1 (nl)
DE (1) DE3469968D1 (nl)
NL (1) NL8401383A (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS61110317A (ja) * 1984-11-01 1986-05-28 Sanyo Electric Co Ltd 磁気ヘツド
NL8501491A (nl) * 1985-05-24 1986-12-16 Philips Nv Magneetkern.

Family Cites Families (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE961662C (de) * 1953-09-10 1957-04-11 Telefunken Gmbh Spaltfuellung fuer Magnetisierungskopf
GB917824A (en) * 1958-05-12 1963-02-06 Thermionic Products Electronic Improvements in or relating to magnetic transducing heads
DE1184979B (de) * 1958-06-04 1965-01-07 Loewe Opta Ag Verfahren zur Herstellung eines Aufnahme- und/oder Wiedergabemagnetkopfes
US3188400A (en) * 1961-01-09 1965-06-08 Ampex Ferrite coating
US3229355A (en) * 1962-01-02 1966-01-18 Ibm Method of making a magnetic transducer head
US3494026A (en) * 1962-08-13 1970-02-10 Matsushita Electric Ind Co Ltd Methods for manufacturing magnetic heads
FR1506202A (fr) * 1966-01-11 1967-12-15 Clevite Corp Tête transductrice magnétique
BE754795A (fr) * 1969-08-14 1971-01-18 Bull General Electric Unite de tetes magnetiques multivoie et son procede de fabrication
AU416635B2 (en) * 1969-09-29 1971-08-27 The Australian National University A method of bonding metal to metal or other materials
AT332508B (de) * 1974-12-06 1976-10-11 Teich Ag Folienwalzwerk Verfahren zum aufbringen eines haftvermittlers
AT340158B (de) * 1976-05-17 1977-11-25 Eumig Verfahren zur herstellung eines magnetkopfes und nach diesem verfahren hergestellter magnetkopf
JPS53123913A (en) * 1977-04-05 1978-10-28 Olympus Optical Co Ltd Magnetic head and production of the same
US4172318A (en) * 1977-08-17 1979-10-30 Huntt Robert L Method of joining manganese zinc ferrite pole pieces
US4247354A (en) * 1978-10-02 1981-01-27 Union Carbide Corporation Bonding thermoplastic or thermosetting resins
NL8101515A (nl) * 1981-03-27 1982-10-18 Philips Nv Optisch uitleesbare informatieschijf en werkwijze voor de vervaardiging ervan.

Also Published As

Publication number Publication date
DE3469968D1 (en) 1988-04-21
EP0130652A1 (en) 1985-01-09
EP0130652B1 (en) 1988-03-16
KR920004997B1 (ko) 1992-06-22
KR850001596A (ko) 1985-03-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3458926A (en) Method of forming a glass filled gap
US20070114129A1 (en) Sputtering target and manufacturing method therefor, and optical recording medium and manufacturing method therefor
CN104884251B (zh) 在玻璃填料高性能非晶聚合物组合物上的金属化和表面涂覆方法
NL8401383A (nl) Magneetkop en werkwijze voor zijn vervaardiging.
JPH0358320A (ja) 磁気記録媒体に対する保護層
US4745505A (en) Magnetic head with a modified gap filler
JPS5778123A (en) Manufacture of anisotropic thin magnetic film
JPH0349053A (ja) 光記録媒体
JPH03252921A (ja) 磁気記録媒体
JPH03290808A (ja) 磁気ヘッド
JP2741533B2 (ja) 光ディスク
JP2000331811A (ja) 磁石粉末成形体の塗装方法および塗装した磁石
SU594157A1 (ru) Способ склеивани ферромагнитных пластин
JPS6314406B2 (nl)
JPS56169238A (en) Magnetooptical storage disk
JP2996826B2 (ja) 磁気ヘッドの製造方法および磁気ヘッド
JPH076351A (ja) 磁気記録媒体
JPS63291205A (ja) 磁気ヘツド
JP2816208B2 (ja) 情報記録媒体、情報記録媒体収納用ケース、およびそれらの製造方法
JPS5922213A (ja) 磁気ヘツド
JPS59157828A (ja) 磁気記録媒体
JP2001059081A (ja) 光記録媒体
JPS61208621A (ja) 磁気デイスク
JPS6095778A (ja) デイスクカ−トリツジ
JPS6383701A (ja) 光デイスク記録媒体

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed