NL8400022A - Doseerinrichting voorzien van een kantelbare breekplaat en een breekplaat voor de doseerinrichting. - Google Patents

Description

t P HP/EA/NidO- DOSEERINRICfiTING VOORZIEN VAN EEN KANTELBARE BREEKPLAAT EN EEN BREEKPLAAT VOOR DE DOSEERINRICHTING.

De uitvinding heeft betrekking op een doseerinrich-ting voor poeder- of korrelvormig materiaal, omvattende een voorraadhouder voor het te doseren materiaal, en een aan een afvoerzijde daaraan aansluitend, aandrijfbaar transportor-5 gaan, dat met een wand van de voorraadhouder een doorlaatope-ning begrenst.

Een dergelijke doseerinrichting is bekend en kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor het doseren van strooizout. Teneinde te voorkomen, dat in het strooizout aanwezige grote 10 brokken zout of stenen de doorlaatopening geheel of gedeeltelijk versperren - en daarbij een juiste dosering in de weg staan - zijn bijvoorbeeld middelen beschreven, waarmee regelmatig de doorlaatopening kan worden vergroot teneinde dergelijke brokken of stenen door te laten. Een dergelijke bekende 15 doseerinrichting is vanwege deze additionele middelen relatief duur en moet regelmatig worden onderworpen aan onder-houds- en/of réparatiewerkzaamheden.

Het voorafgaand aan het beladen van de voorraadhouder verwijderen van de brokken en/of stenen is ongewenst, 20 omdat op momenten dat de doseerinrichting gebruikt moet worden voor het doseren van strooizout een snel beladen van de voorraadhouder noodzakelijk en gewenst is.

De uitvinding beoogt de doseerinrichting van de in de aanhef genoemde soort in die zin te verbeteren, dat de 25 hiervoorgenoemde nadelen in verregaande mate worden vermeden, en met relatief eenvoudige middelen, ondanks de aanwezigheid van grote brokken en/of stenen een gelijkmatige doseersnelheid van het poeder- of korrelvormig materiaal zoveel mogelijk wordt gewaarborgd. Dit wordt overeenkomstig de uitvin-30 ding bereikt door kantelmiddelen en via de kantelmiddelen met de wand verbonden, zich ten minste vanaf de doorlaatopening naar het inwendige van de voorraadhouder toe uitstrekkende, en daarbij ten opzichte van het transportorgaan divergerende breekplaat.

8400022 - 2 - 3 K,

Zodoende wordt bereikt, dat tijdens het doseren van het materiaal tussen het transportorgaan en de breekplaat geklemde brokken door een. kantelbeweging van de breekplaat en als verpulverd materiaal uit de voorraadhouder worden afge-5 voerd, terwijl deze grotere brokken of afstand worden gehouden van de doorlaatopening, zodat ten alle tijde wordt voorkomen, dat de doorlaatopening verstopt.

In een eerste uitvoeringsvoorbeeld omvatten de kan-telmiddelen een een weinig buigzame, elastische strook kunst-10 stof, waarbij bij voorkeur de de kunststof uit poly-urethaan bestaat, welk materiaal bijzonder duurzaam is en bijvoorbeeld een gebruiksduur heeft van meer dan 10 jaar.

In een tweede uitvoeringsvorm omvatten de kante1-middelen scharniermiddelen en met de scharniermiddelen samen-15 werkende, tussen de voorraadhouder en de breekplaat aangebrachte terugstelmiddelen.

Indien de breekplaat zich door de doorlaatopening heen uitstrekt, en meer bij voorkeur is opgebouwd uit ten minste twee plaatdelen, waarbij in de divergentierichting een 20 tussen elk der plaatdelen en het transportorgaan ingesloten hoek divergeert, wordt de kantelbeweging voor het verpulveren van grotere brokken versterkt en versneld.

Doordat de kantelmiddelen aan de buitenzijde van de voorraadhouder daaraan zijn bevestigd, wordt in geval als 25 poeder- of korrelvormig materiaal strooizout wordt gebruikt een kontakt met het corrosieve strooizout voorkomen, hetgeen de duurzaamheid van de kantelmiddelen ten goede komt.

Indien de kantelmiddelen zijn bevestigd aan een instelbare doseerschuif, ontstaat een doseerinrichting waar-30 van de doseersnelheid instelbaar is.

Indien het transportorgaan is voorzien van een profiel, wordt het tegen de breekplaat aandrukken en vasthouden van de te verpulveren brokken tijdens de breekbeweging van de breekplaat verbeterd.

35 Indien op een van het transportorgaan afgekeerde zijde van de breekplaat een losorgaan is aangebracht, wordt te doseren materiaal dat op de breekplaat is gekomen, gelost op het transportorgaan.

8400022 - 3 -

Tevens heeft de uitvinding betrekking op een breek-plaat voor een doseerinrichting.

Genoemde en andere kenmerken zullen aan de hand van een aantal, bij wijze van voorbeeld gegeven, niet-limitatieve 5 uitvoeringsvoorbeelden van een doseerinrichting overeenkomstig de uitvinding worden beschreven aan de hand van de bijgevoegde tekening.

In de tekening stellen voor; fig. 1 een doorsnede van een doseerinrichting oveΓΙΟ eenkomstig de uitvinding aangesloten op een strooi-orgaan en opgesteld op een verrijdbaar voertuig; fig. 2 op grotere schaal een perspektivisch aanzicht van detail II uit fig. 1; fig. 3 op een andere schaal een doorsnede over de 15 lijn III-III; fig. 4 een variant van fig. 3? fig. 5 een perspektivisch aanzicht van een breek-plaat uit fig. 2; en fig. 6 een variant van de in fig. 3 getoonde kan-20 telmiddelen.

Pig. 1 toont een doseerinrichting 1 volgens de uitvinding voor poeder- of korrelvormig materiaal 2, omvattende een trechtervormige voorraadhouder 3 voor het te doseren materiaal 2 en een aan een afvoerzijde 4 daaraan aansluitend 25 aandrijfbaar transportorgaan 5 dat met een wand 6 van de voorraadhouder 3 een doorlaatopening 7 begrenst.

Het transportorgaan 5 wordt gevormd door een rond omkeerrollen 8, 9 geleide eindloze band 10 die voorzien is van profielen 11 met in hoofdzaak een V-vorm, waarbij in een 30 transportrichting 12 van de eindloze band 10 eerst de benen van de V-vorm door de doorlaatopening 7 heen worden geleid.

Een bovenpart 13 van het transportorgaan 5 is ondersteund door een draaglaag 14. Een afvoerend einde 15 van het transportorgaan 5 lost het materiaal 2 in een goot 16 die het ma-35 teriaal brengt op een met een motor 17 roterend aangedreven schijf 18, van waaraf het materiaal wordt weggeslingerd.

De doseerinrichting 1 overeenkomstig de uitvinding wordt gekenmerkt door een breekplaat 19 die via kantelmid- 0 8400022 & τ - 4 - delen 20 is bevestigd aan een wand 21 van de voorraadhouder 3, in dit geval een doseerschuif 21 die naar en van het transportorgaan 5 af beweegbaar is met behulp van een handgreep 22. Met deze handgreep 22 is de doorlaatopening 7 in-5 stelbaar en daarmee de doseersnelheid van het materiaal 2. Zoals duidelijk is te zien uit fig. 1 strekt de breekplaat 19 zich door de doorlaatopening 7 heen uit naar het inwendige 23 van de voorraadhouder 3, waarbij de breekplaat 19 ten opzichte van het transportorgaan 5 en met name het bovenpart 13, 10 divergeert. Zodoende wordt het met het transportorgaan 5 naar de doorlaatopening 7 aangevoerde materiaal 2 tegen de breekplaat 19 aangestuwd.

Fig. 2 toont meer in detail de bevestiging van de breekplaat 19 via de kantelmiddelen 20 aan de doseerschuif 15 21. De doseerschuif 21 is voorzien van twee hoekprofielen 24, 25 en verschuifbaar geleid langs twee aan een wand 28 bevestigde hoekprofielen 26, 27. Via een gaffel 29, een tandheugel 30 en een rondsel 31 is de doseerschuif 21 verbonden met de handgreep 22. In fig. 2 is eveneens duidelijk de ori-20 ëntatie van de profielen 11 ten opzichte van de transport-richting 12 te zien.

Fig. 3 toont meer in detail de werking van de kantelmiddelen 20 en de breekplaat 19 tijdens het door de doorlaatopening 7 heen afvoeren van materiaal 2. In dit geval 25 omvatten de kantelmiddelen 20 een tussen de breekplaat 19 en de schuif 21 aangebrachte strook 32 van een weinig buigzaam, elastische kunststof, bij voorkeur poly-urethaan (Vulcolan). Bovendien strekt de breekplaat 19 zich door de doorlaatopening 7 heen uit en is hij opgebouwd uit twee plaatdelen 33 en 30 34, waarbij in de divergentierichting, dat wil zeggen in een aan de transportrichting 12 tegengestelde richting een tussen een plaatdeel en het transportorgaan 5 ingesloten hoek <x divergeert. Het plaatdeel 33 strekt zich vanaf de doorlaatopening 7 naar buiten de voorraadhouder toe uit. Het materiaal 2 35 dat door het transportorgaan 5 naar de doorlaatopening 7 wordt toegevoerd, wordt door een onderrand 35 afgestreken tot een met behulp van de handgreep 22 instelbare hoogte. Brokken materiaal 2a worden tegen de breekplaat 19 aangestuwd, en wel 8400022 - 5 - op een zodanige afstand van de doorlaatopening 7, dat deze brokken 2a de doorlaatopening 7 niet kunnen versperren. Kleinere brokken en fijn materiaal 2 hopen zich onder het plaat-deel 33 op, hetgeen resulteert in een kantelbeweging naar de 5 met stippellijnen aangegeven stand van de breekplaat 19, waarbij de brokken 2a worden verpulverd tot afmetingen die uiteindelijk onder de onderrand 35 door kunnen gaan. Zodoende wordt een dosering verkregen, waarbij het doseerorgaan over zijn gehele breedte in hoofdzaak tot de ingestelde hoogte is 10 voorzien van materiaal, hetgeen een nagenoeg constante doseersnelheid oplevert. Niet te verpulveren, harde brokken 2b kunnen de voorraadhouder 3 verlaten, doordat de breekplaat 19 tot in de gestippelde stand kan wegzwenken, waarbij een voldoend grote opening wordt vrijggegeven voor het laten pas-15 seren van het materiaal 2b. Dit levert slechts een bijzonder kortstondige onderbreking van de ingestelde doseersnelheid op, omdat na het passeren van het materiaal 2b de breekplaat 19 terugzwenkt naar zijn oorspronkelijke stand, waarbij de breekplaat afstrijkt over het materiaal 2b en het daarachter 20 gelegen materiaal terugstuwt tot in de voorraadhouder 3, zodat direkt na het materiaal 2b de vooraf ingestelde doseersnelheid wederom wordt bereikt.

Doordat de breekplaat 19 ten opzichte van het transportorgaan 5 naar het inwendige van de voorraadhouder 3 25 toe divergeert, worden zeer grote brokken van al dan niet te verpulveren materiaal op grote afstand van de doorlaatopening 7 gehouden, zodat de doorlaatopening 7 tijdens het doseren niet verstopt, en eventueel na het ledigen van de voorraadhouder 3 deze bijzonder grote brokken uit de voorraadhouder 3 30 kunnen worden verwijderd.

Pig. 4 toont een met fig. 3 overeenkomende variant, waarbij de strook poly-urethaan 32 aan de binnenzijde 36 van de schuif 21 is aangebracht. Daardoor is een kantelpunt voor de kantelbeweging van de breekplaat 37 ten opzichte van de 35 schuif 21 ten opzichte van de doorlaatopening 7 binnen de voorraadhouder 3 gelegen, zodat in dit geval de breekplaat 37 zich slechts vanaf de doorlaatopening 7 naar het inwendige van de voorraadhouder 3 toe kan uitstrekken, waarbij deze 8400022 & «c - 6 - evenwel divergeert ten opzichte van het transportorgaan 5.

Fig. 5 toont in een perspektivisch aanzicht de breekplaat 19 uit fig. 3, welke is voorzien van in een plaat 38 aangebrachte bevestigingsmiddelen 39 voor bevestiging aan 5 de strook 32 van kunststof materiaal. Op een van het transportorgaan 5 afgekeerde zijde 40 van de breekplaat 19 is een losorgaan 41 aangebracht, dat bestaat uit twee naar randen 42, 43 toe hellende driehoekige platen 44, 45.

Fig. 6 toont een andere uitvoeringsvorm van de kan-10 talmiddelen 20, die in dit geval bestaan uit tussen de breekplaat 46 en de doseerschuif 47 aangebrachte scharniermiddelen 48 en met de scharniermiddelen 48 samenwerkende, aan de voor-raadhouder 3 bevestigde, in dit geval aan de schuif 47 bevestigde, terugstelmiddelen 49, in dit geval een veer 50, waar-15 mee de breekplaat 46 vanuit een in fig. 3 met streeplijnen aangegeven stand kan worden teruggesteld tot in een met volle lijnen aangegeven stand.

Ofschoon beschreven voor het doseren van strooi-zout, zal het duidelijk zijn, dat de inrichting overeenkom-20 stig de uitvinding evenzeer voor het doseren van ander poeder- of korrelvormig materiaal toepassing kan vinden, al dan niet met een gewenste instelbare doseersnelheid, die kan worden verkregen indien de kantelmiddelen worden bevestigd aan een instelbare doseerschuif.

25 Indien de kantelmiddelen 20 kunststof materiaal omvatten, wordt een bijzonder voordelige doseerinrichting verkregen, omdat in dit geval een mechanische draaiing tussen verschillende materiaaldelen wordt voorkomen, zodat bij gebruik van strooizout in het geheel geen reparatie- of onder-30 houdswerkzaamheden nodig zijn met betrekking tot corrosiever-schijnselen voor wat betreft de kantelmiddelen.

Een de voorraadhouder 3 verlatende, op het transportorgaan 5 gelegen materiaalstroom moet een zo gering mogelijke dikte hebben, opdat deze materiaalstroom eventueel voor 35 afgifte op de roterende schijf 18 in hoofdzaak door en door kan worden ingevocht met een CaCl2-oplossing.

Doordat onder een onderrand van de breekplaat door een in hoofdzaak constante dikte van materiaal 2 doorgelaten 8400022 - 7 - wordt, is een bijzonder nauwkeurig in te stellen doseersnelheid realiseerbaar, waarbij bijzonder kleine doseersnelheden 2 mogelijk zijn, tot bijvoorbeeld 5 gram strooizout per m wegoppervlak.

................

8400022

Claims (13)

1. Doseerinrichting voor poeder- of korrelvormig materiaal, omvattende een voorraadhouder voor het te doseren materiaal, en een aan een afvoerzijde daaraan’ aansluitend, aandrijfbaar transportorgaan, dat met een wand van de voor-5 raadhouder een doorlaatopening begrenst, gekenmerkt door kantelmiddelen en via de kantelmiddelen met de wand verbonden, zich ten minste vanaf de doorlaatopening naar het inwendige van de voorraadhouder toe uitstrekkende, en daarbij ten opzichte van het transportorgaan divergerende breekplaat. 10

2. Doseerinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kantelmiddelen een een weinig buigzame, elastische strook kunststof omvatten.

3. Doseerinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de kunststof uit poly-urethaan bestaat.

4. Doseerinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kantelmiddelen scharniermiddelen en met de scharniermiddelen samenwerkende, tussen de voorraadhouder en de breekplaat aangebrachte terugstelmiddelen omvatten.

5. Doseerinrichting volgens één van de voorgaande 20 conclusies, met het k e n m e r k, dat de breekplaat zich door de doorlaatopening heen uitstrekt.

6« Doseerinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de breekplaat is opgebouwd uit ten minste twee plaatdelen, waarbij in de divergen-25 tierichting een tussen elk der plaatdelen en het transportorgaan ingesloten hoek divergeert.

7. Doseerinrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het eerste plaatdeel zich vanaf de doorlaatopening naar buiten de voorraadhouder toe uitstrekt.

8. Doseerinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kantelmiddelen zijn bevestigd aan een instelbare doseerschuif.

9. Doseerinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kantelmiddelen aan 35 de buitenzijde van de voorraadhouder daaraan zijn bevestigd.

10. Doseerinrichting volgens één van de voorgaande 8400022 c ' -7. —- - 9 - conclusies, met het kenmerk, dat het transportorgaan is voorzien van een profiel.

11. Doseerinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat op een van het trans- 5 portorgaan afgekeerde zijde van de breekplaat een losorgaan is aangebracht.

12. Breekplaat voor een doseerinrichting volgens conclusie 1-11, voorzien van bevestigingsmiddelen voor bevestiging daarvan aan kantelmiddelen volgens conclusie 1-11.

13. Breekplaat voor een doseerinrichting volgens conclusie 1-11, voorzien van kantelmiddelen volgens conclusie 1-11. ______:___ 8400022