NL8304180A

NL8304180A - Beeldbuis en beeldweergeefinrichting voorzien van een dergelijke beeldbuis.

Info

Publication number: NL8304180A
Application number: NL8304180A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1983-12-06
Filing date: 1983-12-06
Publication date: 1985-07-01
Also published as: KR850004349A; IT8423859A0; CA1218406A; JPH0531252B2; IT8423859A1; GB2151075B; JPS60124337A; DE3443498A1; ES538208A0; GB8430480D0; ES8604005A1; KR920000917B1; US4580077A; GB2151075A; FR2556130A1; IT1178680B; FR2556130B1

Description

η £ ·« I. "" - «Λ ΡΗΝ 10.876 1 N.V. Philips1 Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.

Beeldbuis en beeldweergeefinrichting voorzien van een dergelijke beeldbuis.

De uitvinding heeft betrekking cp een beeldbuis bevattende_ een entailing bestaande uit een hals, een konus en een vlak of licht gebold in hoofdzaak rechthoekig beeldvenster, dat via een sterk gekromd deel in een aan de as van de entailing in hoofdzaak evenwijdige rok g overgaat en welk beeldvenster cp de binnenzijde van een in hoofdzaak rechthoekig beeldscherm is voorzien, in welke hals middelen zijn aangebracht voor het opwekken van tenminste één elektronenbundel.

De uitvinding heeft tevens betrekking cp een beeldweergeef-inrichting voorzien van een dergelijke beeldbuis.

Een dergelijke beeldbuis kan een kleurenbeeldbuis zijn. In dat geval bevat het beeldscherm veelal een patroon van trio's van in drie verschillende kleuren luminescerende strepen of stippen uit luminescerend materiaal. Het is echter ook mogelijk dat de beeldbuis een beeldbuis is voor het weergeven van monochrome beelden, zoals 15 bijvoorbeeld een buis voor het weergeven van letters, cijfers, symbolen en figuren, een zgn. D.G.D.-buis (Data Graphic Display).

De recente ontwikkeling van beeldbuizen gaat meer en neer in de richting van vlakkere beeldvensters, zoals bijvoorbeeld is beschreven in Journal of Electronic Engineering, Augustus 1982, p. 24. Daarin 20 betreft het een kleurenbeeldbuis met een in hoofdzaak rechthoekig beeldscherm, waarbij de buitencontour van het beeldvenster echter enigszins tanvormig is. Van deze enigszins tonvormige buitenccntour wordt aangenomen, dat deze in verband met de strenge eisen ten aanzien van implosiebeveiliging voor de buis noodzakelijk is. De tonvormige contour 25 behoeft voor buizen die in een kast geplaatfcwarden en waarvan de buitenomtrek door een lijst voor de kijker wordt af gedekt, geen bezwaar te zijn, ardat de binnenrand van de lijst aan de rand van het rechthoekig beeldscherm kan aansluiten. Echter voor buizen, waarvan het beeldvenster enigszins buiten de kast uitsteekt (zgn. "push-threugh."-montage) en de 3{J lijst dus niet kan warden toegepast, leidt het nagenoeg rechthoekige beeldscherm cp de binnenwand van het veel minder rechthoekige beeldvenster tot voor de kijker storende in breedte variërende donkere gebieden boven en onder en links en rechts van het weergegeven beeld._ 8304180 ------------ EHN 10.876 2

* V

De uitvinding beoogt een beeldbuis te verschaffen welke implosie veilig en in het bijzonder geschikt is voor "push-through" -montage en de bovengenoemde storende donkere gebieden niet vertoont.

Een beeldbuis van de in de eerste alinea genoemde soort wordt g volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat het beeldvenster en de rok nabij het sterk gekromd deel en over de gehele ontrek van het beeldvenster een dikte d hebben welke bij benadering aan de volgende relatie voldoet: d = C D0'8 R0'2 10 waarin C een constante is gelegen tussen 0,015 en 0,025 D de diagonaal van het binnenoppervlak van het beeldvenster en R de kromtestraal van het binnenoppervlak van het beeldvenster is. Voor C < 0,015 wordt de buis te zwak en is niet meer implosie veilig. Voor C > 0,025 wordt de buiswand te dik en de buis te zwaar en daar-15 door moeilijk hanteerbaar.

Uit experimenten en vergelijkende berekeningen is gebleken, dat een beeldvenster met een in hoofdzaak rechthoekige buitencontour waarbij aan de genoemde relatie wordt voldaan, zowel onder statische als dynamische belasting niet aan implosieveiligheid inboet in verge-20 lijking met de bekende tuis, welke een nagenoeg vlak beeldvenster en een tonvormige contour bezit.

Door toepassing van de uitvinding wordt bovendien rond het rechthoekige beeldscherm slechts een smalle nagenoeg over even brede donkere rand verkregen, die de rechthoekigheid van het beeldscherm nog 2g benadrukt. Bovendien leidt deze smalle nagenoeg overal even brede donkere rand bij een in bedrijf zijnde buis tot een voor de kijker aantrekkelijke beeldpresentatie. Deze rand leidt met name niet tot een perceptieve vertekening van bijvoorbeeld een aantal op het beeldscherm weergegeven rechte kolanmen van cijfers. Bij een niet in bedrijf zijnde buis leidt 3Q de smalle nagenoeg overal even brede rand rond het beeldscherm tot een esthetische vormgeving.

De uitvinding wordt nu bij wijze van voorbeeld verder toegelicht aan de hand van een tekening, waarin figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een televisietoestel volgens 35 de stand van de techniek weergeeft met een lijst rond het beeldscherm, figuur 2 een toestel volgens de stand van de techniek zonder een lijst maar met push-through montage van de beeldbuis laat zien, 8304180 » * .....* l EEN 10.876 3 figuur 3 een vooraanzicht van de beeldbuis van het toestel volgens figuur 2 toont, figuur 4 een voor aanzicht van een beeldbuis volgens de uitvinding weergeeft en 5 figuur 5 een doorsnede van de rand van een beeldvenster van de buis volgens flg. 4 toont.

In figuur 1 is een perspectivisch aanzicht van een televisietoestel volgens de stand van de techniek weergegeven. Een beeldbuis met een beeldvenster 1 is in een kast 2 net behulp van hier niet getoonde 10 ophangmiddelen bevestigd. Deze buis bevat een in hoofdzaak rechthoekig beeldscherm 6 op de binnenwand van het veel minder rechthoekige beeldvenster 1, dat een enigszins tonvormige buitencontour 3 (streeplijn) heeft. Daardoor ontstaat een in breedte variërende donkere rand rond het beeldscherm 6, die door een lijst 4 wordt afgedekt. De binnenrand 5 15 van deze lijst vormt voor de kijker de visuele begrenzing van het luminescerend materiaal van het beeldscherm 6 op de binnenwand van het beeldvenster 1.

Figuur 2 toont een perspectivisch aanzicht van een televisietoestel, waarin een beeldbuis van het type, zoals gebruikt in het 20 toestel van figuur 1 is toegepast. Bij dit toestel steekt het beeldvenster 1 enigszins uit de kas 2. Dit is de zgn. "push-through"-ipontage van de beeldbuis. Bij deze wijze van buismontage is toepassing van de bij figuur 1 beschreven lijst 4 niet mogelijk. Het door de streeplijn begrensde nagenoeg rechthoekige beeldscherm 6 op de binnenwand van het 25 veel minder rechthoekige beeldvenster 1 leidt tot voor de kijker storende in breedte variërende donkere of glanzende gebieden 7, 7' boven en ander en links en rechts van het weergegeven beeld. De gebieden 7 en 7' zijn donker in het geval van een matrix-buis en gedeeltelijk glanzend (gebied 7') in het geval van een buis waarin geen matrix materiaal is 30 toegepast, zodat het buiten de begrenzing van het luminescerend materiaal aanwezige aluminium zichtbaar is. Dit is in figuur 3 duidelijker weergegeven met een voor aanzicht van de buis zoals toegepast in het toestel volgens figuur 2. In een buis net een buitendiagonaal van het in hoofdzaak rechthoekig beeldvenster van 51 cm bedroeg de afstand 35 van de begrenzing 5 van het beeldscherm 6 (streeplijn in de figuur) tot de huitenccntour 3 van het beeldvenster in de diagonaalrichting 18,3 mm (met een pijl a aangegeven) en op de middens van de lange en de korte zijden respectievelijk 25,6 irm (met een pijl b aangegeven) en 23,8 mm *· 8304180 . - · ^ PHN 10.876 4 met een pijl c aangegeven).

In figuur 4 is een vooraanzicht van een beeldbuis volgens de uitvinding getoond waarin de hiitencmtrek 8 van het beeldvenster 9 nagenoeg evenwijdig is aan de begrenzing 10 van het luminescerend 5 materiaal van het beeldscherm 11. Daardoor wordt een in breedte gelijkmatige donkere rand 12 rond het in hoofdzaak rechthoekige beeldscherm verkregen. Door het beeldvenster en de rok nabij het sterk gekromd deel en over de gehele omtrek van het beeldvenster een dikte d te geven die bij benadering aan de relatie 10 d - C D0'8 R0'2 (1) voldoet, waarin C een constante is die gelegen is tussen 0,015 en 0,025 D de diagonaal van het binnenoppervlak van het beeldvenster en R de kromtestraal van het binnenoppervlak van het 15 beeldvenster is, wordt een implosieveilige buis verkregen.

De op overeenkomstige wijze als in figuur 3 gedefinieerde waarden van a, b en c bedragen respectievelijk 19,5 en 20,9 en 20,0 mm. Bij de buis volgens de uitvinding bedraagt de variatie in de breedte van 20 de donkere rand minder dan 1,5 mm, hetgeen bijna niet zichtbaar is.

Bij de bekende buis bedraagt deze variatie ruim 8 ma hetgeen perceptief een storend effect veroorzaakt. De zijden van de buitenomtrek 8 hebben een kromtestraal van ongeveer 6,5 m._

Figuur 5 toont ter verduidelijking een doorsnede van de rand 25 van het beeldvenster van de buis. volgens figuur 4. Ter weerszijden van het sterk gekromd deel 13 is de dikte van het beeldvenster 9 en de rok 8 gelijk aan d, die volgt uit de in het voorgaande beschreven relatie (1). Voor bijvoorbeeld een buis met D = 590 irm, R = 1460 ma en een waarde van de constante C van 0,021 bedraagt deze dikte 14,8 ran.

30 Voor bijvoorbeeld een buis met D = 510 ran, R = 1350 oth en een waarde van de constante C van 0,021 bedraagt de dikte 13,5 ran.

Ter informatie wordt nog gewezen op de gelijktijdig met deze octrooiaanvrage ingediende Nederlandse octrooiaanvragen (PHN 10.874) , (EHN 10,875) en (PHN 10.877), die 35 als hierin opgenomen kunnen worden beschouwd.

8304180

Claims

1. Beeldbuis bevattende een entailing bestaande uit een hals, een konus en een vlak of licht gebold in hoofdzaak rechthoekig beeld-venster, dat via een sterk gekromd deel in een aan de as van de entailing in hoofdzaak evenwijdige rok overgaat en welk beeldvenster qp 5 de binnenzijde van een in hoofdzaak rechthoekig beeldscherm is voorzien, in welke hals middelen zijn aangebracht voor het opwekken van tenminste één elektronenbundel, met het kenmerk, dat het beeldvenster en de rok nabij het sterk gekromd deel en over de gehele omtrek van het beeldvenster een dikte d hebben welke bij benadering aan de volgende relatie 10 voldoet: a - C D0'8 R0'2 waarin C een constante is gelegen tussen 0,015 en 0,025 D de diagonaal van het binnenqppervlak van het beeldvenster en R de kromtestraal van het binnenqppervlak van het beeldvenster is. 15

2. Beeldwaergeefinrichting voorzien van een beeldbuis volgens conclusie 1. 20 25 30 35 _____i 8304180