NL8303324A - Cosmetische applicator. - Google Patents

Description

1 f 't 83.3126/Ti

Korte aanduiding: Cosmetische applicator.

De uitvinding heeft betrekking op toiletgerei en meer in het bijzonder op een cosmetische applicator van het mascaraborstel type voor het behandelen van oogwimpers e.d.

De uitvinding verschaft een verbetering ten opzichte van 5 dat wat bekend is uit het Amerikaanse octrooischrift 3 694 096; dit heeft betrekking op een onder veerspanning staande cosmetische applicator van het borsteltype.

Onder veerspanning staande cosmetische inrichtingen zijn beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 3 268 939, 1 749 565 10 en Re 51 757. Voorts zijn als stand der techniek van belang het Amerikaanse octrooischrift 3 311 941 dat een cosmetische houder beschrijft voorzien van een sleuf via welke cosmetische vloeistof een afgifteholte kan bereiken en het Amerikaanse octrooischrift 3 298 054, dat betrekking heeft op een cosmetische houder met 15 lipafdichtingen die een borstel afvegen wanneer de borstel uit de vloeistofhouder wordt verwijderd.

"· ·” — ^ 7 . .· ^ ..i • 1 - 2 -

De uitvinding heeft betrekking op een cosmetische inrichting voorzien van een veer die een applicator opdrukt en een sluiting die de applicator terugbrengt in het huis. In het bovendeel van het huis zijn sleuven aangebracht waardoor het cosmetisch produkt 5 kan vloeien wanneer de buitenste flexibele houder wordt ingeknepen· De sleuven maken het ook mogelijk dat het cosmetisch produkt terugvloeit naar het applicatorhuis wanneer de sluiting de applicator terugbrengt in het huis. Een veegorgaan is aangebracht aan de uitgang van het huis zodat de applicator, bij voorkeur een 10 borstel uit kunststofschuim, wordt gereinigd telkens wanneer de applicator door de veer uit het huis wordt gedrukt.

De uitvinding verschaft een cosmetische inrichting met een buigzaam lichaam dat het de gebruiker mogelijk maakt het produkt-reservoir van buitenaf te manipuleren om een cosmetisch produkt 15 van een viscueze en eventueel niet-vloeibare aard in het applicatorhuis gedeelte te brengen en in contact met een applicatorkop, zoals een mascaraborstel.

Voorts verschaft de uitvinding een cosmetische inrichting met een vast gedeelte waardoor het flexibele verpakkingslichaam 20 aan het afgifte-eind stijf is. Hierdoor wordt voorkomen dat het cosmetisch produkt uit het lichaam wordt gedrukt wanneer de gebruiker de inrichting hanteert met de afsluitkap verwijderd.

De uitvinding verschaft een cosmetische inrichting, gekenmerkt door een indrukbare buitenhouder voor het opnemen van een cosmetisch 25 produkt, een in deze houder opgenomen binnenhuis, een stijf gedeelte tussen deze houder en het binnenhuis, een in het binnenhuis opgenomen cosmetische applicator en in het binnenhuis opgenomen veer-middelen voor het uit het binnenhuis uitdrukken van de cosmetische

* I

- 3 - * '< applicator·

Andere uitvoeringsvormen en kenmerken van de inrichting volgens de uitvinding zijn beschreven in de conclusies 2 t/m 20.

De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening.

5 Fig. 1 is een langsdoorsnede van de inrichting volgens de uitvinding in gesloten toestand;

Fig. 2 is een langsdoorsnede van deze inrichting in open toestand;

Fig. 3 is een dwarsdoorsnede en toont het inwendige van 10 het applicatorhuis.

Fig. 1 toont de cosmetische inrichting 1 met een flexibele of inknijpbare buitenhouder 2, afgesloten met stijve kunststofkap 3. Binnen de houder 2 bevindt zich een cosmetisch produkt 4, bijvoorbeeld een visceuze mascara, rond het applicatorhuis 5.

15 Ben stijf kunststofdeel 17 is aanwezig tussen enerzijds de houder 2 en anderzijds een kopvormig kunststofdeel 18. Een gedeelte 17a van het deel 17 ligt beneden het kopvormig deel 18 teneinde de flexibele houder 2 aan het afgifte-einde daarvan stevigheid te geven. Hoewel het stijve kunststofdeel 17 in de figuur 20 is afgebeeld als een apart element in de inrichting 1 kan dit deel 17 ook een integraal deel van ofwel de houder 2 ofwel het kopvormig deel 18 zijn.

Het applicatorhuis 5 bestaat uit een stijve kunststof in twee delen 5a, 5b, ter plaatse 19 met elkaar verbonden. Een veer 6 is 25 opgenomen in het onderste gedeelte 5b van het huis 5 en is samen gedrukt wanneer de inrichting 1 gesloten is, dus is in de in fig. 1 getekende toestand. De applicator 8 bestaat uit een kegelvormige kop of flexibele borstel 9 voor de mascara, aangebracht op een langwerpige steel 10 die staat onder invloed van de schroefveer 6 30 rond de steel 10. De veer 6 bevindt zich tussen het ondereind 11 van het onderste huisdeel 5b en het onderste gedeelte 7 van een - 4 - kegelvormige schouder 12 die is aangebracht aan de applicatorsteel 10. Het bovenste zijdeel 7a van de schouder 12 is bestemd samen te werken met de verger 13 wanneer de veer 6 is ontspannen. De buitendiameter van de schouder 12 is slechts weinig kleiner dan de binnen-5 diameter van het onderste deel 5b van het tweedelige applicatorhuis 5· Openingen of sleuven 15 zijn aangebracht over de lengte van het bovendeel 5a van het huis 5 om de beweging van het cosmetisch pro-dukt van de ruimte rond het applicatorhuis 5 in en uit de sleuven 15 van het bovendeel 5a mogelijk te maken.

10 Hoe de inrichting 1 wordt gebruikt blijkt uit de figuren 1 en 2. Met de afsluitkap 3 op de houder 2 knijpt de gebruiker de houder 2 in waardoor het cosmetisch produkt, zoals aangegeven met de pijlen in fig. 1, door de sleuven 15 langs het bovendeel 5a van huis 5 vloeit waar het in aanraking komt met de borstel 9 van de 15 applicator 8. De borstel 9 is poreus en zal het cosmetisch produkt absorberen en vasthouden. Wanneer de kap 3 wordt afgeschroefd komt de veer 6 vrij en drijft de applicator 8 uit het stijve binnenhuis 5 tot een vooraf bepaalde positie, bepaald door het aanliggen van de schouder 12 tegen het veegelement 13. Wanneer de applicator-20 borstel 9 de veger 13 passeert zal overmaat mascara of ander cosmetisch produkt worden verwijderd. Bij het bewegen van de schouder 12 naar het veegelement 13 dat zich bevindt aan het einde van het bovendeel 5a van het huis 5 wordt het cosmetisch produkt 4 voor de schouder uit door de sleuven 15 gedrukt, zoals aangegeven met de 25 pijlen in fig. 2. Wanneer de bovenzijde 7a van de schouder 12 aanligt tegen de onderzijde van de veger 13 zal een afdichting daartussen worden gevormd zodat tijdens gebruik van de borstel 9 het cosmetisch produkt 4 niet uit de houder 2 kan ontwijken. Tevens wordt voorkomen dat vuil of andere stoffen in de houder 2 kunnen doordringen.

30 Onbedoeld ontwijken van het cosmetisch produkt 4 wanneer de persoon het flexibele lichaam 2 als handvat gebruikt tijdens het Λ 7 ' " ~ - 5 - opbrengen van het cosmetisch produkt wordt voorkomen omdat het stijve gedeelte 17 voorkomt dat knijpkrachten worden overgebracht op het cosmetisch produkt 4 dat zich bevindt in de ruimte binnen de houder.

5 Wanneer de gebruiker opnieuw cosmetisch produkt 4 op de borstel 9 wil brengen of de borstel na gebruik wil opbergen wordt de vlakke bovenzijde van de borstel 9, gebruikmakend van het binnendeel 16 van de afsluitkap 3 omlaag gedrukt waardoor de applicator 8 geheel wordt teruggebracht in het binnenhuis 5; de veer 6 10 wordt samengedrukt en blijft in die toestand zolang de afsluitkap 3 op de houder 2 blijft.

Wanneer de schouder 12 van de applicatorsteel 10 wordt teruggedrukt door het bovendeel 5a van het huis 5 wordt cosmetisch produkt 4 dat daarin aanwezig zou kunnen zijn teruggedrukt door de 15 sleuven 15 in het bovendeel 5a van het huis 5 in de ruimte binnen de houder aanwezig rond het applicatorhuis 5.

De borstel 9 kan bestaan uit vezelachtig materiaal en wel uit natuurlijke of synthetische vezels dan wel uit zacht poreus kunststof. De vorm van de borstel is niet kritisch.

- conclusies -

Claims (18)

1. Cosmetische inrichting, gekenmerkt door een indrukbare buitenhouder voor het opnemen van een cosmetisch produkt, een in deze houder opgenomen binnenhuis, een stijf gedeelte tussen deze houder en het binnenhuis, een in het binnen-5 huis opgenomen cosmetische applicator en in het binnenhuis opgenomen veermiddelen voor het uit het binnenhuis uitdrukken van de cosmetische applicator. 2* Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt door een schouder op de cosmetische applicator voor het wegdrukken 10 van overmaat cosmetisch produkt uit het binnenhuis*

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt door een sleuf in het binnenhuis waardoor het cosmetisch produkt in en uit het binnenhuis kan vloeien.

4. Inrichting volgens conclusie 3met het kenmerk 15 dat de cosmetische applicator een kop heeft voor het aanbrengen van het cosmetisch produkt.

5. Inrichting volgens conclusie 4,gekenmerkt door een veegorgaan aangebracht bij de gemeenschappelijke opening voor de buitenhouder en het binnenhuis en bestemd voor het ver- 20 wijderen van overmaat cosmetisch produkt van de kop van de cosmetische applicator en voor het afdichten van de gemeenschappelijke opening bij het daartegen aanliggen van de schouder. ó. Inrichting volgens conclusie 4, gekenmerkt door afsluitmiddelen op de gemeenschappelijke opening voor de buiten-25 houder en het binnenhuis van het doen vrijkomen van de cosmetische applicator uit het binnenhuis wanneer deze afsluitmiddelen worden verwijderd en voor het terugbrengen van de kop in het binnenhuis bij het opzetten ervan. Λ . Ü v» · · · 'i -I - 7 - ψ'

7. Inrichting volgens conclusie 4, met het ken merk dat de kop bestaat uit een kegelvormige borstel.

8. Inrichting volgens conclusie 1,met het ken merk dat de cosmetische applicator een langwerpige steel omvat 5 voor het aan een einde daarvan dragen van het cosmetisch produkt.

9. Inrichting volgens conclusie 6, gekenmerkt door een schouder aangebracht op de steel en fungerend als aanslag voor de veer.

10. Inrichting volgens conclusie 9rmet het kenmerk, 10 dat het binnenhuis is voorzien van onder- en bovendelen waarvan het bovendeel een binnendiameter heeft groter dan de binnendiameter van het onderdeel en de kop voor het dragen van het cosmetisch produkt opneemt, en het onderdeel de schouder opneemt.

11. Inrichting volgens conclusie 10, met hetkenmerk, 15 dat het onderdeel van het binnenhuis de veer opneemt in de samengedrukte toestand daarvan en is voorzien van een opening die in verbinding staat met het cosmetisch produkt rond het binnenhuis.

12. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de kop een borstel voor het aanbrengen van het 20 cosmetisch produkt omvat, aangebracht op de langwerpige steel.

13. Inrichting volgens conclusie 12, gekenmerkt door een veegorgaan aangebracht nabij een gemeenschappelijke opening van de buitenhouder en het binnenhuis ter verwijdering van overmaat cosmetisch produkt op de borstel en steel bij het uit- 25 drijven daarvan via het bovendeel van het binnenhuis.

14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk dat de schouder bij het aanliggen tegen het veegorgaan als afdichting fungeert en voorkomt dat cosmetisch produkt uit de houder treedt wanneer de borstel van de cosmetische applicator W · »* *— ___i r Νί - 8 - buiten de houder wordt gebruikt,

15. Inrichting volgens conclusie 14, m e t het kenmerk dat het stijve gedeelte het onbedoeld indrukken van de buitenhouder en onbedoeld uit treden van cosmetisch produkt 5 uit de buitenhouder voorkomt wanneer de houder als handgreep wordt gebruikt.

16. Inrichting volgens conclusie 12, gekenmerkt door een opening in het bovendeel van het binnenhuis via welke het cosmetisch produkt in het binnenhuis en in contact met de 10 borstel kan komen.

17. Inrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk dat deze opening bestaat uit sleuven aangebracht in de langsrichting van het bovendeel van het binnenhuis.

18. Cosmetische inrichting gekenmerkt door een 15 buitenhuis ter opname van het cosmetisch produkt, een binnenhuis voor het opnemen van een aangedreven cosmetische applicator, welk binnenhuis is voorzien van een opening via welke het cosmetisch produkt kan in- en uittreden, en waarbij de cosmetische applicator beweegbaar is aangebracht binnen het binnenhuis en een aanbreng-20 kop omvat, met afsluitmiddelen voor het buitenhuis omvattende een centraal plugvormig orgaan voor het brengen van de cosmetische applicator in het binnenhuis tijdens niet-gebruik daarvan, en met middelen voor het automatisch uitdrijven van de cosmetische applicator uit het buitenhuis wanneer de afsluitmiddelen van het buiten-25 huis worden verwijderd, waarbij opnieuw hernieuwd cosmetica op de afgiftekop wordt gebracht door het doordrukken van de cosmetica tot in het binnenhuis in contact met deze afgiftekop.

19. Inrichting volgens conclusie 18, met het ken- q " λ ....... ’ ' U - 9 - -i « t merk, dat het buitenhuis bestaat uit een flexibel kunststof-materiaal, het binnenhuis bestaat uit een stijf kunststofmateriaal en de middelen voor het automatisch uitdrijven van de cosmetische applicator bestaan uit een veer*

20. Inrichting volgens conclusie 19, m e t het ken merk, dat zich in het buitenhuis vloeibare mascara bevindt. Λ T. ' _ !