NL8302818A - Werkwijze en inrichting voor het oogsten van champignons. - Google Patents

Description

-1- ' 23330/CV/tl * V#

A

m *

Korte Aanduiding: Werkwijze en inrichting voor het oogsten van champignons.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het oogsten van op het bovenoppervlak van teeltmateriaal staande champignons.

5 * Het oogsten van champignons gebeurt veelal nog met de hand,hetgeen een tijdrovende en dientengevolge dure manier van oogsten is.

Er zijn reeds voorstellen gedaan om de champignons te oogsten onder gebruikmaking van een ten opzichte van het bovenoppervlak van het teeltmateriaal bevattende houder of dergelijke verrijdbare inrichting,welke is 10 voorzien van een aangedreven heen en weer bewegend snijorgaan met behulp waarvan tijdens de langzame vooruitbeweging van de inrichting de steeltjes van de champignons geleidelijk worden doorgesneden. Een dergelijke werkwijze voldoet echter in de praktijk niet,daar zowel een sterke vervuiling van de champignons met teeltmateriaal als een nadelige beschadi-15 ging van de af gesneden uiteinden van de steeltjes van de champignons optreedt.

Met de uitvinding wordt beoogd een werkwijze van bovengenoemde soort te verkrijgen,waarbij aan de aan de tot nu toe toegepaste werkwijze klevende nadelen kunnen worden vermeden.

20 Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat een snijorgaan met zodanige snelheid ten opzichte van de champignons werdt verplaatst,dat deze champignons met vrije snedei worden afgemaaid.

Verrassenderwijs is in de praktijk gebleken,dat indien men een snijorgaan met voldoend grote snelheid langs het bovenoppervlak van het 25 teeltmateriaal beweegt de steeltjes van de champignons slagsgewijs worden doorgesneden,terwijl daarbij,mede gezien het feit, dat de champignons in het algemeen vrij dicht bij elkaar staan,de champignons althans nagenoeg op rechtop/de doorgesneden steeltjes blijven staan. Dientengevolge wordt een snelle doorsnijding van de champignons verkregen,waarbij een gladde snede 30 wordt verkregen,terwijl vervuiling van de champignons praktisch niet zal optreden.

Een bijzonder doelmatige inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding wordt verkregen indien de inrichting is voorzien van een langs geleidingen verschuifbaar snijorgaan en een evenwijdig 35 aan de geleidingen verplaatsbaar slagorgaan met behulp waarvan het snijorgaan stapsgewijs verplaatsbaar is.

8302818 *; * -2- · 23330/CV/tl • ·

Bij toepassing van een dergelijke inrichting kan het snijorgaan op eenvoudige wijze' mèt de benodigde hoge snelheid worden verplaatst.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van bijgaande figuren.

5 * Fig. 1 toont schematisch een aanzicht op ëen deel van een houder voor het kweken van champignons en een bij. deze houder opgesteld snijorgaan.

Fig. 2 toont schematisch een zijaanzicht op een uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding.

Fig. 3 toont schematisch een zijaanzicht op fig.2,waarbij een ver-10 plaatsbaar slagorgaan is weggelaten.

In fig.1 is in perspectief een bak of houder 1 weergegeven,welke is gevuld met teeltmateriaal waarop champignons 2 groeien. Van deze champignons zijn er in de fig.1 slechts enkele schematisch aangegeven,maar gebruikelijk • is het gehele bovenoppervlak van het zich in de bak 1 bevindende teeltma-15 teriaal bedekt met champignons.

De uit de teeltruimte verwijderde bak 1 is opgesteld tussen een tweetal zich evenwijdig aan de lengterichting van de bak uitstrekkende geleidings-staven 3 en 4.

Over deze geleidingsstaven ligt een zich dwars op de lengterichting , 20 van de bak uitstrekkend snijorgaan 5,dat in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld wordt gevormd door een dunne metalen of kunststof draad.Aan de uiteinden van de draad 5,welke uiteinden gezien vanaf de bak 1 voorbij de geleidingsstaven 3 en 4 uitsteken zijn haiivaten 6 bevestigd. Voor het oogsten van de champignons, dat wil zeggen voor het doorsnijden van de steeltjes van de champignons juist 25 boven het bovenoppervlak van het zich in de bak bevindende teeltmateriaal kan ieder handvat worden beetgepakt door een zich naast de bak 1 opstellend persoon. Daarbij moeten beide personen zodanig met elkaar samenwerken,dat zij de draad 5 goed strak houden. Vervolgens moeten beide personen gelijktijdig een ruk uitoefenen op de hatigreep,zodanig,dat het snijorgaan 5 30 over de geleidingsstaven 3 en 4 ovenfeen zekere afstand in de richting volgens pijl A wordt verplaatst met een verhoudingsgewijs grote snelheid, zodanig,dat de steeltjes van de champignons uitsluitend door het bewegende snijorgaan zonder gebruikmaking van een daarmee samenwerkend verder snijorgaan worden doorgesneden. In de praktijk is gebleken,dat bij het verplaat-35 sen van het snijorgaan 5 met een voldoend grote snelheid de steeltjes van de champignons met een vlakke snede worden doorgesneden en daarbij de cham- 8302818 '4 v* -3- - 23330/CV/tl

« I

pignons ten gevolge van hun traagheid op hun plaats blijven staan.Dientengevolge is een 'vervuiling van het product mebteeltmateriaal ook praktisch uitgesloten.

In plaats van met de hand kan boven beschreven werkwijze ook mecha-5 nisch worden uitgevoerd,waarbij bijvoorbeeld gebruik kan worden gemaakt van-een inrichting zoals schematisch in de fig.2 en 3 is weergegeven.

De inrichting is voorzien van een tafel 7 waarop een bak' ,1 kan worden verplaatst. De tafel 7 wordt ondersteund door enige hefcilinders 8, zodat de tafel 7 met de bak 1 in hoogterichting instelbaar is.

10 Aan weerszijden van de tafel 7 zijn zich evenwijdig aan de lengte richting van de tafel uitstrekkende geleidingsstangen9 opgesteld. De uiteinden van de geleidingsstangen 9 zijn bevestigd aan vast opgestelde steunen 10. Langs ieder van de geleidingsstangen is een bus 11 verschuifbaar en tussen de beide bussen 11 is een snijorgaan 5- gespannen. Dit snij-15 orgaan kan evenals bij het in fig.1 afgebeelde uitvoeringsvoorbeeld gevormd worden door een dunne draad,maar het zal duidelijk zijn,dat als snijorgaan in beide gevallen bijvoorbeeld ook een smal mes of dergelijke kan worden benut.

Aan de bussén 11 zijn uitstekende oren 12 bevestigd, 20 Verder zijn aan weerszijden van de tafel zich evenwijdig aan de lengterichting van de tafel uitstrekkende rails 13 of dergelijke geleidings-organen aangebracht. Langs ieder van deze rails 13 is een door loopwielen 14 ondersteuü wagentje of slede 15 verplaatsbaar. In fig.3 is slechts een wagentje op de linker rail 13 afgeheeld,maar het zal duidelijk zijn,dat 25 een soortgelijk wagentje over de rechter rail 13 verrijdbaar is.

De beide wagentjes kunnen gezamelijk in de lengterichting van de rails verplaatst worden,bijvoorbeeld onder gebruikmaking van een lier 16, welke met behulp van kabels 17 met de wagentjes is verbonden. Uiteraard zijn ook andere aandrijfmechanismes voor het verplaatsen van de wagentjes 30 of sleden 15 langs de rails 13 denkbaar.

Ieder wagentje is voorzien van een slagorgaan,dat wordt gevormd door een arm 18,welke met behulp van een horizontaal gelegen en zich loodrecht op de lengterichting van de rails 13 uitstrekkende as 19 is verbonden met een in het wagentje of slede 15 opgenomen niet nader weer-35 gegeven aandrijforgaan,zodanig,dat de arm 18 in de richting volgens pijl A in draaiing kan worden gebracht.

8302818 -4- ’ 23330/CV/tl I .· « '

Zoals uit fig.2 duidelijk zal zijn zullen daarbij de beide armen 18 op een gegeven 'tijdstip' aanslaan tegen de aan de bussen 11 bevestigde uitstekende oren 12 ,waardoor de bussen 11 met het tussen deze tussen gespannen snijorgaan 5 slagsgewijs zullen worden verplaatst,waardoor een 5 soortgelijke werking optreed als hierboven isJ'omschreven aan de hand van figil.Nadat zo de bussen 11 over een 2écere afstand zijn verplaatst zullen ook de wagentjes of sleden 15 over een bepaalde afstand worden verplaatst, zodat de armen 18 weer de bovengenoemde slagwerking op de aan de bussen 11 bevestigde uitstekende 'oren 12 kunnen uitoefenen. Zo kan het snijorgaan 10 stapsgewijs in de lengterichting van de bak 1 worden verplaatst terwijl bij iedere stap het snijorgaan met grote snelheid over het boven oppervlak van het zich in de bak 1 bevindende teeltmateriaal wordt verplaatst _____ voor het'afsnijderTvan de champignons. De verplaatsingssnelheid zal minimaal 1 - 2 m/sec. bedragen.

15 Uiteraard zijn binnen de geest en beschermingsomvang van de uitvin ding aanvullingen en/of wijzigingen van boven omschreven uitvoeringsvoor-beelden mogelijk.

Zo kunnen bijvoorbeeld bij de uitvoering volgens fig.1, ook middelen zijn aangebracht met behulp waarvan de bak 1 relatief ten opzichte 20 van de geleidingsstaven 3 en 4 in hoogterichting instelbaar is. 1 8302818

Claims (6)

1. Werkwijze voor het oogsten van op het bovenoppervlak van teeltmateriaal staande champignons,met het kenmerk,dat een snijorgaan met zodanige snelheid ten opzichte van de champignons wordt verplaatst,dat deze champignons met vrije snede worden afgemaaid.

2. Werkwijze volgens conclusie 1,met het kehmerk,dat het snijorgaan stapsgewijs over het bovenoppervlak van het teeltmateriaal wordt verplaatst.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk,dat het, snijorgaan wordt geleid langs aan weerszijden van het te bewerken bovenoppervlak gelegen geleidingsorganen.

4. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat de inrichting is voorziên van een langs geleidingen verschuifbaar snijorgaan en een evenwijdig aan de geleidingen verplaatsbaar slagorgaan met behulp waarvan het snijorgaan stapsgewijs verplaatstbaar is.

5. Inrichting volgens conclusie 4,met het kenmerk,dat het snijorgaan is aangebracht tussen een tweetal langs geleidingen verschuifbare steunen, I terwijl evenwijdig aan de geleidingen verplaatsbare sleden zijn aangebracht, welke ieder een in draaiing, te brengen slagorgaan ondersteunen.

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat I 2Ö middelen zijn aangebracht met behulp waarvan een relatieve verplaatsing I in hoogterichting is te bewerkstelligen tussen de geleidingen voor het I snijorgaan en het bovenoppervlak van het teeltmateriaal. I 1 8302818