NL8302626A - PNEUMATIC WEAVING MACHINE WITH A TUNNEL CLOSED ALL THE WAY FOR THE IMPOSITION PHASE FOR IMPOSITION TRANSPORT. - Google Patents

PNEUMATIC WEAVING MACHINE WITH A TUNNEL CLOSED ALL THE WAY FOR THE IMPOSITION PHASE FOR IMPOSITION TRANSPORT. Download PDF

Info

Publication number
NL8302626A
NL8302626A NL8302626A NL8302626A NL8302626A NL 8302626 A NL8302626 A NL 8302626A NL 8302626 A NL8302626 A NL 8302626A NL 8302626 A NL8302626 A NL 8302626A NL 8302626 A NL8302626 A NL 8302626A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
reed
phase
transport
comb
tunnel
Prior art date
Application number
NL8302626A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Rueti Te Strake Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Rueti Te Strake Bv filed Critical Rueti Te Strake Bv
Priority to NL8302626A priority Critical patent/NL8302626A/en
Priority to EP84810248A priority patent/EP0133415A3/en
Publication of NL8302626A publication Critical patent/NL8302626A/en

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D49/00Details or constructional features not specially adapted for looms of a particular type
    • D03D49/60Construction or operation of slay
    • D03D49/62Reeds mounted on slay
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/27Drive or guide mechanisms for weft inserting
    • D03D47/277Guide mechanisms
    • D03D47/278Guide mechanisms for pneumatic looms
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/28Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed
    • D03D47/30Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed by gas jet
    • D03D47/3006Construction of the nozzles
    • D03D47/302Auxiliary nozzles

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)

Description

rsc l* ** W 947--297 Ned.B/nbrsc l * ** W 947--297 Eng.B / nb

Korte aanduiding: Pneumatische weefmachine met een tijdens de inslagfase vrijwel rondom gesloten tunnel voor het inslagtransport.Short indication: Pneumatic weaving machine with a tunnel that is almost completely closed during the weft phase for weft transport.

De uitvinding heeft betrekking op een pneumatische weefmachine van het type, waarbij de lamellen van het in de kettingrichting heen en weer gaande riet tezamen met een aan de aanslagzijde daarvan aangebrachte uit in hun vlak geprofileerde lamellen bestaande hulpkam een tunnel voor 5 het pneumatische transport van de inslagdraden begrenzen, en waarbij de hulpkam t.o.v. het riet beweegbaar is tussen een tijdens de inslagfase ingenomen gesloten stand, waarin de transporttunnel vrijwel rondom gesloten is, en een tijdens de rietaanslagfase ingenomen geopende stand, waarin de inslagdraden zijdelings uit de tunnel kunnen treden.The invention relates to a pneumatic weaving machine of the type, wherein the slats of the reed going back and forth in the chain direction, together with an auxiliary comb arranged in their plane profiled slats on their stop side, provide a tunnel for the pneumatic transport of the bounding weft threads, and wherein the auxiliary comb is movable relative to the reed between a closed position occupied during the weft phase, in which the transport tunnel is closed almost all around, and an open position occupied during the reed stopping phase, in which the weft threads can exit laterally.

10 Een dergelijke weefmachine is bekend uit de Europese octrooiaan vrage 0.060.237. Bij deze bekende weefmachine is het riet samengesteld uit lamellen met uitsparingen, die tezamen een zijdelings naar de aanslaglijn toe open tunnel voor het geleiden van de het inslagtransport verzorgende luchtstroom begrenzen. De naar het riet toegekeerde randen van de lamellen 15 van de hulpkam vormen daarbij tezamen een licht gebogen sluitwand, waarmede de zijdelingse opening van de door het riet begrensde geleidingstunnel tijdens de inslagfase wordt afgesloten.Such a weaving machine is known from European patent application 0.060.237. In this known weaving machine, the reed is composed of slats with recesses, which together delimit a tunnel open laterally to the stop line for guiding the air flow providing the weft transport. The edges of the slats 15 of the auxiliary comb which face the reed together form a slightly curved closing wall with which the lateral opening of the guide tunnel bounded by the reed is closed during the impact phase.

De uitvinding beoogt nu deze bekende weefmachine en daarbij in het bijzonder de uitvoering van de geleidingstunnel voor het pneumatische in-20 slagtransport, verder te verbeteren. Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt, doordat het riet uit rechte rietstaven is samengesteld.The object of the invention is now to further improve this known weaving machine, and in particular the design of the guide tunnel for the pneumatic impact transport. According to the invention, this object is achieved in that the reed is composed of straight reed rods.

Het toepassen van rechte rietstaven en dus van een zogenaamd "recht" of "normaal" riet heeft in de eerste plaats het voordeel, dat het belangrijk goedkoper is dan een geprofileerd riet, hetgeen vooral spreekt in die geval-25 len, waarin op een universele weefmachine rieten met onderscheiden delingen en lameldikten moeten kunnen worden gemonteerd om verschillende soorten kettinggarens te kunnen verwerken. Een recht riet heeft voorts het voordeel, dat de breedhouder dichter bij de aanslaglijn kan liggen en daardoor beter zijn breedhoudfunktie kan uitoefenen dan in het geval van een geprofileerd 30 riet. Het toepassen van rechte rietstaven impliceert uiteraard, dat het tunnelprofiel dan in de naar het riet toegekeerde randen van de lamellen van de hulpkam aanwezig moet zijn.The use of straight reed bars and thus of a so-called "straight" or "normal" reed has in the first place the advantage that it is considerably cheaper than a profiled reed, which speaks especially in those cases, in which a universal Wicker weaving machine with different cuts and slat thicknesses must be able to be used to process different types of warp yarns. A straight reed also has the advantage that the wide holder can lie closer to the stop line and, therefore, can better exert its width keeping function than in the case of a profiled reed. The use of straight reed bars naturally implies that the tunnel profile must then be present in the edges of the blades of the auxiliary comb facing the reed.

Opgemerkt wordt, dat pneumatische weefmachines, waarbij een recht riet in kombinatie met een hulpkam wordt toegepast, op zichzelf algemeen 35 bekend zijn. In deze bekende gevallen gaat het dan echter om een kam waarbij het riet niet bijdraagt tot het vormen van een inslagtunnel, doordat de hulpkam daarbij is samengesteld uit ringvormige lamellen met een ontsnap- 8302626 .«* * - 2 - pingsspleet voor de inslagdraden.It is noted that pneumatic weaving machines, in which a straight reed is used in combination with an auxiliary comb, are generally known per se. In these known cases, however, this is a comb in which the reed does not contribute to the formation of a weft tunnel, because the auxiliary comb is thereby composed of annular slats with an escape slot for the weft threads.

T.o.v. deze bekende uitvoeringen heeft de uitvoering volgens de uitvinding het voordeel, kompakter te zijn. Door de omstandigheid, dat het riet en de hulpkam tijdens de rietaanslagbeweging uit elkaar bewegen, 5 wordt de ruimte gekregen, die nodig is om de lamellen van de hulpkam bij het in en uit het weefvak bewegen goed. tussen de aangrenzende (groepen) kettingdraden te geleiden.Vs. in these known embodiments, the embodiment according to the invention has the advantage of being compact. Due to the fact that the reed and the auxiliary comb move apart during the reed stop movement, the space required to move the blades of the auxiliary comb in and out of the weaving compartment is obtained. guide between the adjacent (groups of) warp threads.

De uitvinding wordt hieronder aan de hand van de tekening met een uitvoeringsvoorbeeld nader toegelicht.The invention is explained in more detail below with reference to the drawing with an exemplary embodiment.

10 Fig. 1 is een schematische doorsnede door het weefvak van een pneumatische weefmachine met het riet in de teruggetrokken stand en de hulpkam in nog gesloten positie en fig. 2 is een zijaanzicht van het mechanisme voor het bewerkstelligen van de open- en sluitbewegingen van de hulpkam t.o.v. het riet.FIG. 1 is a schematic sectional view through the weaving compartment of a pneumatic weaving machine with the reed in the retracted position and the auxiliary comb in the still closed position, and FIG. 2 is a side view of the mechanism for effecting the opening and closing movements of the auxiliary comb relative to the reed.

15 In de tekening is met 1 het door de bovenste en onderste ketting draden 2 begrensde weefvak weergegeven. Het uit rechte rietstaven samengestelde riet 3 werkt samen met een uit geprofileerde lamellen samengestelde hulpkam 4.The drawing shows 1 the weaving box bounded by the upper and lower chain wires 2. The reed 3 composed of straight reed bars interacts with an auxiliary comb 4 composed of profiled slats.

In de in fig. 1 met volgetrokken lijnen aangegeven teruggetrokken 20 stand van het riet 3 vormen de rechte rietstaven tezamen met de lamellen van de hulpkam 4 een rondom gesloten geleidingstunnel 5 voor de luchtstroom, waarmede de inslagdraden in het weefvak worden gebracht. Deze luchtstroom wordt op bekende wijze geleverd door een in de tekening niet nader weergegeven, evenals het riet aan., de om de as 6 heen en weer beweegbare lade 7 25 (zie fig. 2) gemonteerd blaasmondstuk. Het inslagproces, dat reeds op gang is gebracht tijdens de voorafgaande beweging van het riet 3 vanuit de aanslagstand naar de getekende teruggetrokken stand, zal zijn beëindigd kort nadat het riet weer volgens de pijl I in de richting van de aanslag-lijn 8 is gaan bewegen. Vanaf dat moment vindt de rietaanslagfase plaats.In the retracted position of the reed 3 shown in solid lines in Fig. 1, the straight reed rods, together with the slats of the auxiliary comb 4, form an all-round guide tunnel 5 for the air flow, with which the weft threads are introduced into the weaving compartment. This airflow is supplied in a known manner by a blowing nozzle (shown in the drawing, not shown in more detail, as well as the reed on the drawer 7, which can be reciprocated about the shaft 6 (see fig. 2). The weft process, which has already been started during the previous movement of the reed 3 from the stop position to the drawn retracted position, will have ended shortly after the reed has moved again in the direction of the stop line 8 according to the arrow I . From that moment on, the reed stop phase takes place.

30 Tijdens deze fase dient de in het weefvak gebrachte inslagdraad uit de tunnel 5 te worden vrijgemaakt. Hiertoe is de hulpkam 4 t.o.v. het riet 3 beweegbaar volgens de pijl II, waardoor er ruimte tussen het riet en de hulpkam 4 ontstaat, via welke de ingebrachte inslagdraad uit de tunnel kan treden. In de laatste fase van de rietaanslagbeweging treedt de hulp-35 kam 4 met zijn lamellen tussen de kettingdraden door uit het weefvak, zodat het aanslaan van de ingebrachte inslagdraad in het doek daarna onbelemmerd kan plaatsvinden.During this phase, the weft thread brought into the weaving section must be released from the tunnel 5. For this purpose, the auxiliary comb 4 is movable with respect to the reed 3 according to the arrow II, whereby space is created between the reed and the auxiliary comb 4, through which the inserted weft thread can exit the tunnel. In the last phase of the reed stop movement, the auxiliary comb 4 exits from the weaving compartment with its slats between the warp threads, so that the insertion of the weft thread introduced into the cloth can then take place unimpeded.

Na de rietaanslag, bij beweging van het riet in de richting tegengesteld aan die van de pijl If wordt de hulpkam met zijn lamellen tussen de 8302626 - 3 - ¥ m onderste kettingdraden door weer in het weefvak gebracht wordt en wel op een zodanige wijze, dat zo snel mogelijk opnieuw tezamen met het riet een rondom gesloten tunnel voor het transport van de volgende inslagdraad wordt verkregen.After the reed stop, with movement of the reed in the direction opposite to that of the arrow If, the auxiliary comb with its slats between the 8302626 - 3 - ¥ m lower warp threads is brought back into the weaving compartment in such a way that as soon as possible, together with the reed, an all-round closed tunnel for the transport of the next weft thread is obtained.

5 Het is duidelijk, dat de transporttunnel tijdens de inslagfase zo lang mogelijk gesloten dient te blijven. Dit houdt in, dat de beweging van de hulpkam t.o.v. het (heen en weer bewegende) riet bij voorkeur in het gebied nabij de aanslaglijn 8 plaatsvindt.It is clear that the transport tunnel should remain closed for as long as possible during the impact phase. This means that the movement of the auxiliary comb relative to the (reciprocating) reed preferably takes place in the area near the stop line 8.

Het hiertoe dienende mechanisme wordt thans aan de hand van fig. 2 10 nader beschreven. Met volgetrokken lijnen is dit mechanisme aangegeven in de stand, die korrespondeert met de aanslagstand van het riet. De hulpkam 4 is bevestigd op het vrije einde van een draagarm 9, die met zijn andere einde om een as 10 schommelbaar is gemonteerd op een vast, doch verstelbaar deel 11 van het machineframe. Aan de lade is d.m.v. van een console 15 12 een scharnierpunt 13 geformeerd, dat met een tussenliggend scharnierpunt 14 van de draagarm 9 is verbonden d.m.v. een verbindingsstang 15.The mechanism for this purpose is now described in more detail with reference to FIG. This mechanism is indicated by solid lines in the position corresponding to the stop position of the reed. The auxiliary comb 4 is mounted on the free end of a carrying arm 9, which with its other end is swingably mounted about an axis 10 on a fixed, but adjustable part 11 of the machine frame. The drawer is dm.v. a pivot point 13 is formed from a console 15 12, which is connected to an intermediate pivot point 14 of the support arm 9 by means of a connecting rod 15.

De scharnierpunten 10, 13 en 14 zijn zodanig t.o.v. de draaiings-as 6 van de lade 7 gesitueerd, dat in de eerste fase van de teruggaande beweging van de lade met het riet vanuit de aanslagstand een snelle be-20 weging van de hulpkam 4 t.o.v. het riet 3 in de richting van een gesloten inslagtransporttunnel plaatsvindt, terwijl in de volgende fase van de teruggaande beweging van het riet, tot aan het bereiken van de teruggetrokken stand, slechts een geringe beweging van de hulpkam t.o.v. het riet plaatsvindt. Een en ander blijkt bij vergelijking van de meest linkse, terug-25 getrokken stand en de tussenstand in fig. 2. Zoals is te zien, is de transporttunnel 5 in de getekende tussenstand reeds praktisch gesloten, zodat de inslagfase bij deze tussenstand van het riet reeds kan beginnen.The pivot points 10, 13 and 14 are positioned relative to the axis of rotation 6 of the drawer 7, so that in the first phase of the return movement of the drawer with the reed from the stop position, a rapid movement of the auxiliary comb 4 relative to the reed 3 takes place in the direction of a closed weft transport tunnel, while in the next phase of the return movement of the reed, until reaching the retracted position, only a small movement of the auxiliary comb relative to the reed takes place. All this appears when comparing the left-most, retracted position and the intermediate position in Fig. 2. As can be seen, the transport tunnel 5 is already practically closed in the intermediate position drawn, so that the impact phase at this intermediate position of the reed can already begin.

In het bovenstaande werden slechts de aan één zijde van de weef-machine voorkomende onderdelen van het bewegingsmechanisme voor de hulpkam 30 4 beschreven, het is duidelijk dat aan de tegenoverliggende zijde van de weefmachine dezelfde onderdelen voorkomen, zodat de zich over de gehele weefbreedte uitstrekkende hulpkam 4 in werkelijkheid wordt gedragen door twee draagarmen respectievelijk draagarmstellen 9.In the above only the parts of the movement mechanism for the auxiliary comb 30 4 occurring on one side of the weaving machine have been described, it is clear that on the opposite side of the weaving machine the same parts occur, so that the auxiliary comb extending over the entire weaving width 4 is in reality carried by two suspension arms or suspension arm sets 9.

Opgemerkt wordt nog, dat het inslagtransport evenals bij bekende 35 pneumatische weefmachines kan zijn ondersteund door een aantal over de weefbreedte verspreid opgestelde hulpblaasmondstukken. Deze hulpblaasmond-stukken, die in de tekening niet nader zijn weergegeven, kunnen daarbij deel uitmaken van de hulpkam 4 op een wijze die op zichzelf bekend is en bijv. is beschreven in de bovengenoemde Europese octrooiaanvrage.It should also be noted that the weft transport, as with known pneumatic weaving machines, can be supported by a number of auxiliary blowing nozzles arranged over the weaving width. These auxiliary blowing nozzles, which are not shown in more detail in the drawing, can thereby form part of the auxiliary comb 4 in a manner known per se and, for example, described in the above-mentioned European patent application.

83026288302628

Claims (2)

1. Pneumatische weefmachine van het type, waarbij de lamellen van het in de kettingrichting heen en weer gaande riet tezamen met een aan de aan-slagzijde daarvan aangebrachte, uit in hun vlak geprofileerde lamellen bestaande hulpkam een tunnel voor het pneumatische transport van de inslag-5 draden begrenzen en waarbij de hulpkam t.o.v. het riet beweegbaar is tussen een tijdens de inslagfase ingenomen gesloten stand, waarin de transport-tunnel rondom gesloten is, en een tijdens de rietaanslagfase ingenomen geopende stand, waarin de inslagdraden zijdelings uit de tunnel kunnen treden, met het kenmerk, dat het riet uit rechte rietstaven is samengesteld. 101. Pneumatic weaving machine of the type, in which the slats of the reed going back and forth in the warp direction together with an auxiliary comb arranged in their plane profiled slats profiled in their plane, provide a tunnel for the pneumatic transport of the wefts. Limit 5 threads and wherein the auxiliary comb is movable relative to the reed between a closed position occupied during the impact phase, in which the transport tunnel is closed all around, and an open position occupied during the reed impact phase, in which the weft threads can exit laterally, with characterized in that the reed is composed of straight reed rods. 10 2. Weefmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de rietkam is bevestigd op het vrije einde van een om een vast punt schommelbare draag-arm, waarvan een tussenliggend punt door een verbindingsstang is gekoppeld met een vast punt van de het riet dragende heen en weer gaande lade, waarbij de genoemde punten zodanig t.o.v. de as van de lade zijn gesitueerd, dat 15 de kam in de beginfase van de beweging van het riet vanuit de aanslagstand naar. dg teruggetrokken rietstand een snelle beweging t.o.v. het riet uitvoert onder het sluiten van de transporttunnel, terwijl in de daarop volgende fase tot aan het bereiken van de teruggetrokken stand slechts een geringe relatieve beweging tussen hulpkam en riet plaatsvindt. 8302626Weaving machine according to claim 1, characterized in that the reed comb is mounted on the free end of a suspension arm that can be tilted about a fixed point, an intermediate point of which is coupled by a connecting rod to a fixed point of the reed carrying and a drawer again, said points being positioned relative to the drawer axis, such that the comb is in the initial phase of the movement of the reed from the stop position to. The retracted reed position performs a rapid movement relative to the reed while closing the transport tunnel, while in the subsequent phase until the retracted position is reached only a slight relative movement takes place between auxiliary comb and reed. 8302626
NL8302626A 1983-07-22 1983-07-22 PNEUMATIC WEAVING MACHINE WITH A TUNNEL CLOSED ALL THE WAY FOR THE IMPOSITION PHASE FOR IMPOSITION TRANSPORT. NL8302626A (en)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8302626A NL8302626A (en) 1983-07-22 1983-07-22 PNEUMATIC WEAVING MACHINE WITH A TUNNEL CLOSED ALL THE WAY FOR THE IMPOSITION PHASE FOR IMPOSITION TRANSPORT.
EP84810248A EP0133415A3 (en) 1983-07-22 1984-05-22 Pneumatic loom

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8302626A NL8302626A (en) 1983-07-22 1983-07-22 PNEUMATIC WEAVING MACHINE WITH A TUNNEL CLOSED ALL THE WAY FOR THE IMPOSITION PHASE FOR IMPOSITION TRANSPORT.
NL8302626 1983-07-22

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8302626A true NL8302626A (en) 1985-02-18

Family

ID=19842193

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8302626A NL8302626A (en) 1983-07-22 1983-07-22 PNEUMATIC WEAVING MACHINE WITH A TUNNEL CLOSED ALL THE WAY FOR THE IMPOSITION PHASE FOR IMPOSITION TRANSPORT.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP0133415A3 (en)
NL (1) NL8302626A (en)

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CS180260B1 (en) * 1975-07-17 1977-12-30 Vladimir Svaty Weft inserting device for shuttleless weaving machines
CS205624B1 (en) * 1978-12-15 1981-05-29 Vladimir Svaty Method of and apparatus for producting an auxiliary air flow in confusers
CH645418A5 (en) * 1980-03-27 1984-09-28 Rueti Ag Maschf DEVICE FOR GUIDING A MEANS OF A FLOWING FLUID DRIVEN IN THE WEAVING COMPARTMENT OF A WEAVING MACHINE.
EP0039741A1 (en) * 1980-05-08 1981-11-18 Walter Scheffel Loom with weft insertion by fluid means
JPS6113568Y2 (en) * 1981-03-11 1986-04-26

Also Published As

Publication number Publication date
EP0133415A3 (en) 1985-03-20
EP0133415A2 (en) 1985-02-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7903273A (en) DEVICE FOR LAUNCHING SEQUENCE WIDE LENGTHS ON A SPOOLLESS WEAVING MACHINE.
SU1255061A3 (en) Loom with jet laying of shoot wire
JPH0226961A (en) Weft yarn passing device of compressed pressure type loom
US4031926A (en) Loom with means for introducing the filling threads by means of a fluid
NL8302626A (en) PNEUMATIC WEAVING MACHINE WITH A TUNNEL CLOSED ALL THE WAY FOR THE IMPOSITION PHASE FOR IMPOSITION TRANSPORT.
CA2234464C (en) Weaving machine with pneumatic weft thread insertion
EP0582763B1 (en) Device for retaining weftyarns in linear shed multiphase looms
NL7907050A (en) PNEUMATIC WEAVING MACHINE.
US4669514A (en) Air jet weaving machine and weft insertion nozzle arrangement in such air jet weaving machine
BE1013428A3 (en) EDGE DEVICE FOR WEAVING MACHINES.
NL8302456A (en) Device for attaching an auxiliary member to the reed of a rinse-less weaving machine.
US4478259A (en) Reed for jet weaving machines
US6401762B1 (en) Reed and reed dent for weaving machines
US3399701A (en) Reed for a loom
GB2147322A (en) Rapier looms
US2839090A (en) Wire cloth loom
CZ280788B6 (en) Heald shaft
CH623872A5 (en) Shuttleless weaving machine.
IE44332B1 (en) Weaving loom comprising a pneumatically operated storage device for the weft yarn.
US3580293A (en) Weaving machine
EP0557723B1 (en) Inserting tapes or rods guiding device for looms
JP7037342B2 (en) Control lever mechanism of the tuck-in device of a loom with a mobile processing head
BE1000989A3 (en) Device for stretching weft thread on weaving machines - has U=shaped reed section with device at one side contg. S=shaped duct with blower pipe producing air current
EP1042547A2 (en) Pneumatic weaving machine with a control mechanism for auxiliary nozzles
BE1003986A3 (en) Before winding device for looms and method for wiring of such before winding device.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed