NL8302091A

NL8302091A - Afstandsbedieningssysteem bevattende een bedieningsorgaan voorzien van een afbeeldingsscherm en daarmee gekoppelde positiebepalingsmiddelen.

Info

Publication number: NL8302091A
Application number: NL8302091A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1983-06-13
Filing date: 1983-06-13
Publication date: 1985-01-02
Also published as: AU574685B2; ATE29635T1; AU2929584A; EP0129286B1; EP0129286A1; JPS609293A; JPH0435117B2; DE3466152D1; CA1224527A

Description

1 .te « * w * FHN 10.709 1 N.V. Philips* Gloeilampenfabrieken te Eindhoven

Mstandsbedieningssysteem bevattende een bedieningsargaan voorzien van een afbeeldingsscherm en daarmee gekoppelde positiebepalingsnuddelen.

De uitvinding heeft betrekking op een afstandsbedieningssysteem voor het selectief bedienen van een verzameling van gebruikers apparaten, welk afstandsbedieningssysteem een bedieningsargaan en een stuurinrichting die onderling samenverken bevat, welk bedieningsargaan drager is voor be-5 dieningstoetsen, welke bedieningstoetsen volgens ten minste twse stelsels te rangschikken zijn, een eerste stelsel bevattende bedieningstoetsen voer het selecteren van een apparaat uit genoemde verzameling en een tweede stelsel, walk tweede stelsel groepen van bedieningstoetsen bevat, waarbij elke groep telkens de bedieningstoetsen voor het bedienen van een bepaald 10 apparaat bevat, welk afstandsbedieningssysteem verder voorzien is van een draadloze zendinrichting voor het zenden naar de apparaten uit genoemde verzameling van instructies gegenereerd bij het bedienen van de bedieningstoetsen.

Een dergelijk afstandsbedieningssysteem is bekend uit het Duitse 15 octrooischrift no. 2 346 262. Het daarin beschreven afstandsbedienings-systeem is geschikt voor het bedienen van hetzij een televisietoestel, hetzij een radio. Het bedieningsargaan is drager voer bedieningstoetsen welke fysiek cp het bedieningsargaan aangetrachte druktoetsen zijn. Het eerste stelsel van bedieningstoetsen bevat een keuzeschakelaar die hetzij 20 in de stand Televisie hetzij in de stand Radio te schakelen is. Het tweede stelsel van bedieningstoetsen bevat een eerste groep van bedieningstoetsen voor bet bedienen van de radio en een tweede groep van bedieningstoetsen voor het bedienen van het televisietoestel. Bij het bedienen van het afstandsbedieningssysteem kiest een gebruiker eerst welk van beide apparaten 25 hij wenst te bedienen alvorens de gewenste functie op het gekozen apparaat te selecteren. De stuurinrichting vertaalt de informatie van de gekozen bedieningstoets cm ze aan de zendinrichting aan te bieden die ze cp haar beurt naar het gekozen apparaat stuurt cm aldaar de gewenste functie uit te voeren.

30 Een afstandsbedieningssysteem. volgens de uitvinding wordt bij voorkeur gebruikt in een omgeving waarin zich meerdere apjparaten bevinden die zich voer draadloze afstandsbediening lenen. In het bijzonder wordt hierbij gedacht aan huishoudelijk gebruik voor het van cp afstand 8302091 EHN 10.709 2 * 4 • , * bedienen door middel van één en hetzelfde bedieningsorgaan dat bovendien klein van anvang 1¾ van de in een huis aanwezige gehruikersapparatuur zoals bijvoorbeeld de videoapparatuur (televisie, videorecorder enzovoorts) de audio apparatuur (radio-cntvanger, audio-opname apparaten etcetera) 5 alsook eventueel andere gehruikersapparatuur zoals bijvoorbeeld een elektrische (microgolf)oven, de verwarming of de garagepoart.

Een nadeel van de bekende afstandsbedieningssystemen voor meerdere apparaten is dat wanneer enerzijds het te bedienen apparaat veel keuzemogelijkheden heeft (bijvoorbeeld een stereotelevisie met teletext 10 etcetera) of anderzijds men meerdere apparaten met hetzelfde afstands bedieningsorgaan wenst te bedienen, bij gebruik van fysiek op het bedie-ningsorgaan aanwezige druktoetsen, het aantal bedieningstoetsen dat op het bedieningsapparaat moet worden aangebracht aanzienlijk groot wordt, zodat zo'n bedieningsorgaan onoverzichtelijk wordt voor de gebruiker, en 15 het gebruiksgemak nadelig beïnvloedt.

De uitvinding beoogt een af stands bedieningssysteem te realiseren waarbij aan dit nadeel wordt tegemoetgekomen.

Een af stands bedieningssysteem volgens de uitvinding heeeft daartoe het kenmerk, dat het bedieningsorgaan een afbeeldingsscherm bevat 20 met daarmee gekoppelde positiebepalingsmiddelen voor het bepalen van een op het afbeeldingsscherm aangeduide positie, welke positiebepalingsmiddelen samenwerken net de stuurinrichting, welke stuurinrichting een data processor eenheid bevat, welk bedieningsorgaan verder een afbeeldingsscherm - besturingsmiddel bevat dat een uitgang heeft aangesloten met 25 een ingang van het afbeeldingsscherm en een ingang heeft voor het ontvangen van door de data processor eenheid gegenereerde stuursignalen, welk afbeeldingsschermbesturingsmiddel voorzien is cm onder besturing van een van de data processor eenheid ontvangen eerste stuursignaal bedieningstoetsen van het eerste stelsel op het afbeeldingsscherm af te 30 beelden en onder besturing van een van de data processor eenheid ontvangen tweede stuursignaal bedieningstoetsen van een groep van het tweede stelsel op het afbeeldingsscherm af te beelden, welk eerste stuursignaal een stuursignaal is gegenereerd bij het activeren van het afstandsbe-dieningssysteem door een gebruiker en welk tweede stuursignaal een stuur-35 signaal is gegenereerd op basis van een door de positiebepalingsmiddelen gegenereerd posities ignaal, welk pos itiesignaal de positie aanduidt van de door de gebruiker aangewezen bedieningstoets uit het eerste stelsel. Doordat nu de bedieningstoetsen niet meer fysiek aanwezig zijn maar op 8302091 * · » * l PHN 10.709 3 het afbeeldingsscherm warden af geheeld is het mogelijk slechts die bedien ingstoetsen aan een gebruiker te presenteren die nodig zijn voor de bedieningsqperatie die hij wenst uit te voeren. Door eerst op aanvraag van de gebruiker een menu af te beelden met alle mogelijke te bedienen 5 apparaten, wat gerealiseerd is door het afbeelden van de bedieningstoet-sen van het eerste stelsel, wordt de gebruiker in staat gesteld het apparaat te kiezen dat hij wenst te bedienen. Wanneer de gebruiker het apparaat dat hij waist te bedienen heeft gekozen, warden alleen de bedien ingstoetsen van dat gekozen apparaat afgebeeld, namelijk die bepaalde groep 10 uit het tweede stelsel. Hiermee blijft het aantal bedieningstoetsen op het bedieningsargaan altijd overzichtelijk. Door verder gebruik te maken van pos it iebepalingsmiddelen die gekoppeld zijn met het afbeeldingsscherm, hoeft de gebruiker alleen maar de door hem gekozen bedieningstoets op het afbeeldingsscherm aan de duiden, cm zijn bedieningsinstructie aan te 15 geven, de positiebepalingsmiddelen bepalen dan de aangeduide positie en zodoende wordt de aangeduide bedieningstoets herkend. De stuurinrichting verzorgt dan verder dat de bij de aangeduide bedieningstoets behorende functie wordt uitgevoerd.

volgens5611 eerste V'^ksursuitvoering van een afstandsbedieningssys-20 teem uitvinding heeft het kenmerk, dat het bedien ingsargaan en de stuurinrichting aan een gemeenschappelijke bus voer het transport van signalen zijn aangesloten, en waarbij de data processor eenheid verbonden is met een geheugen waarin bedieningstoets informatie voer het genereren van de bedieningstoetsen van liet eerste en het tweede stelsel is 25 opgeslagen. Doordat het bedieningsorgaan en de stuurinrichting aan een gemeenschappelijke bus zijn aangesloten is alle intelligentie lokaal in een afstandsbedieningstoestel aanwezig. Het afbeelden van de bedien ingstoetsen geschiedt doordat de data processor eenheid bedieningstoestinfer-rntie uit het geheugen ophaalt en deze aan het afbeeldingsscherm - be-30 sturingsmiddel aanbiedt.

Sen andere voarkeursuitvoering van een afstandsbedieningssysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat in het bedieningsar-gaan een entvangstinrachting is aangetracht, waarbij een uitgang van de positiebepalingsmiddelen aangesloten is op een ingang van de zendinrich-35 ting en een uitgang van de entvangstinrichting verbonden is met een ingang van het afbeeldingsschermbesturingsmiddel, waarbij de stuurinrichting een interne bus voor het transport van signalen bevat, aan welke interne bus de data processor eenheid, en een verdere draadloze zend- 8302091 * * * .

% PHN 10.709 4 cntvangstinrichting is aangesloten, welke data processor eenheid verbonden is met een geheugen voor het opslaan van bedieningstoetsinformatie en voor het genereren van de bedieningstoetsen van het eerste en het tweede stelsel, waarbij de zendinrichting en de antvangstinrichting enerzijds 5 en de verdere zend-ontvangstinrichting anderzijds met elkaar wisselwerken. Hierdoor vermen de stuurinrichting en het bedieningsorgaan elk een zelfstandige eenheid. Het uitwisselen van informatie tussen de stuurinrichting en het bedieningsorgaan geschiedt door middel van hun respektievelij k zend-ontvangstinrichting. Het afstandsbedieningsorgaan bevat nu slechts 10 weinig componenten daar de intelligentie in de stuurinrichting aanwezig is. Het afbeelden van de bedieningstoetsen geschiedt doordat de data processor eenheid in samenwerking met het geheugen bedieningstoets informatie genereert en deze via de verdere zend-ontvangstinrichting naar het af-beeldingsscherrabesturingsmiddel stuurt.

15 Bij een af stands bedieningssysteem waarbij de stuurinrichting en het bedieningsorgaan een zelfstandige eenheid vormen is het gunstig dat de stuurinrichting is aangesloten aan een externe bus aan dewelke elk apparaat van genoemde verzameling van apparaten is aangesloten. De stuurinrichting heeft aldus een rechtstreekse aansluiting met alle appa-20 raten.

Bij een afstandsbedieningssysteem waarbij de stuurinrichting en het bedieningsorgaan een zelfstandige eenheid vormen is het gunstig dat onder besturing van genoemd activeren van het afstandsbedieningssysteem de data processor eenheid een presentiesignaal genereerd voor het 25 nagaan van de presentie van de aan de externe bus aangesloten apparatuur. Zodoende warden alleen die bedieningstoetsen van het eerste stelsel af-gebeeld van de apparaten die ook in werkelijkheid aanwezig zijn en niet van die apparaten die niet of tijdelijk niet aanwezig zijn.

Een verdere voorkeursuitvoering van een afstandsbedieningssys-30 teem volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat het afbeeldingsscherm-besturingsmiddel voorzien is cm onder besturing van een van de data processor eenheid ontvangen derde stuursignaal een modificatie met behoud van identiteit aan ten minste één bedieningstoets uit genoemde groep van het tweede stelsel aan te brengen, welk derde stuursignaal een stuursig-35 naai is gegenereerd op basis van een door de positietepalingsmiddelen gegenereerd verder positiesignaal, welk verder pos it ies ignaal de positie aanduidt van de door de gebruiker aangewezen bedieningstoets van de uit het tweede stelsel afgebeelde groep. Hierdoor is het mogelijk cm aan de 8302091 ‘ ' , & FHN 10.709 5 gebruiker te laten zien welke bedieningstoets hij geactiveerd heeft, en bovendien wanneer het een bedieningstoets betreft die meerdere instelpo-sities bevat of een bedieningstoets met continue regeling, welke verandering van positie werd aangebracht.

5 De uitvinding zal nader weerden toegelicht aan de hand van de tekening waarin figuur 1 een voorbeeld geeft van een uiterlijke gestalte van een afstandsbedieningsargaan volgens de uitvinding; figuur 2 een voorbeeld geeft van een eerste af te beelden menu 10 van bedieningstoetsen op het afbeeldingsscherm van het afstandsbedieningsargaan; figuur 3 een voorbeeld geeft van een tweede af te beelden menu van bedieningstoetsen qp het afbeeldingsscherm van het afstandsbedieningsargaan; 15 figuur 4 een voorbeeld laat zien van een realisatie van een af standsbediening van het eerste type; figuur 5 de werking laat zien, aan de hand van een stroomdiagram, van een afstandsbediening van het eerste type; figuur 6 de positiebepalingsmiddelen en het afbeeldingsscherm-20 besturingsmiddel laat zien; figuur 7 een voorbeeld laat zien van een realisatie van een bedien ingsorgaan van het tweede type; figuur 8 de gemeenschappelijke bus met daaraan aangesloten de te bedienen apparatuur laat zien; 25 figuur 9 een uitvoeringsvoorbeeld laat zien van een stuurinrich ting; figuur 10 de werking aan de hand van een stroomdiagram laat zien van een afstandsbediening van het tweede type.

De bedieningstoetsen van het hieronder te beschrijven af stands-30 bedieningssysteem warden gevormd door zachte toetsen ("soft keys"), dat zijn toetsen die warden gevormd door middel van een tijdelijke afbeelding qp een afbeeldingsscherm waarmede het bedieningsargaan is uitgerust.

Figuur 1 geeft een voorbeeld van een uiterlijke gestalte van een bedien ingsargaan voor het toepassen van de uitvinding. Het bedie-35 ningsorgaan 11 heeft het formaat van een kleine doos en is licht van gewicht. De ergonomie van het bedieningsargaan is zodanig gerealiseerd dat het bedien ingsargaan gemakkelijk past in de handpalm van een gebruiker.

Het bedieningsargaan is verder aan de bovenzijde voorzien van een afbeel- 8302091 PHN 10.709 6 t k dingsscherm 12 waarop tijdens een bedieningsoperatie symbolen, tekst en in het bijzonder bedieningstoetsen worden afgebeeld. Het afbeeldingsscherm is bijvoorbeeld gevormd door een punt matrix LCD (liquid cristal display). Het afbeeldingsscherm is gekoppeld met pos it iebepalingsmiddelen voor het 5 bepalen van een qp het afbeeldingsscherm aangeduide positie. Deze positie-bepalingsmiddelen bevatten bijvoorbeeld een gevoelige laag, bijvoorbeeld een capacitief gevoelige laag of een weerstandslaag. Deze gevoelige laag is doorzichtig en is in figuur 1 geïllustreerd door middel van het raster 13. De positiebepalingsmiddelen en het afbeeldingsscherm vormen tezamen 10 een datatablet. Zo'n datatablet is bijvoorbeeld beschreven in het artikel van E.L. Walker getiteld "Unified read/write panel" en gepubliceerd in IBM TDB vol. 23, NO. 1, June 80, p. 278-281.

Het af stands bedieningssysteem bevat verder een zendinrichting 14 voor het zenden van instructies voor een te bedienen toestel. Deze 15 zendinrichting bevat bijvoorbeeld een bekende infra-rood of een ultra soon zender.

Op het afbeeldingsscherm van het bedieningsorgaan werden toetsen (soft keys) of regelaars, al dan niet van een benaming voorzien, afgebeeld en de bediening van zo'n toets of regelaar geschiedt door aanraking van 20 het datatablet op de plaats waar de betreffende toets of regelaar is afgebeeld. De aanraking geschiedt hetzij met een pen hetzij doordat de gebruiker de betreffende plaats met de vinger aanwijst zoals bijvoorbeeld beschreven in het Amerikaanse octrooischrift no. 4,293,734.

Het afstandsbedieningssysteem volgens de uitvinding is geschikt 25 voor het van op een afstand bedienen van meerdere apparaten welke bij voorkeur apparaten voor particuliere consumenten zijn. Wanneer een gebruiker nu een in het huis aanwezige, voor afstandsbediening geschikt apparaat, wil gaan bedienen door middel van een afstandsbediening volgens de uitvinding dan wordt aan het begin van de bedieningsoperatie een 30 eerste menu van de verschillende door de afstandsbediening te bieden apparatuur op het afbeeldingsscherm van de afstandsbediening gepresenteerd.

Figuur 2 geeft een voorbeeld van zo'n eerste menu, welk eerste menu een eerste stelsel van bedieningstoetsen bevat voor het selecteren van één van de apparaten. In deze figuur 2 stellen de verschillende vier-35 kanten de toetsen voor de verschillende op afstand te bedienen apparaten voor. Zo is er bijvoorbeeld een toets voor het televisietoestel (T.V.) een toets voor de radio-ontvanger (T) en een toets voor de videorecorder (VR). Uit dat eerste menu kiest de gebruiker het apparaat dat hij wenst 8302091 PHN 10.709 7 .

te bedienen en raakt hiervoor de bij het gekozen apparaat behorende toets aan. Na het aanraken van die toets wordt het eerste menu van het afbeel-dingsscherm gewist, en wordt er vervolgens op het afbeeldingsscherm een fcwwede menu afgeteeld welk tweede menu een groep bedien ingstoetsen met 5 de verschillende bedieningsmogelijkheden van het door de gebruiker gekozen apparaat weergeeft.

Figuur 3 laat een voorbeeld zien van zo'n tweede menu waarbij als gekozen apparaat bijvoorbeeld een televisietoestel is gekozen. In de figuur 3 stellen de driehoeken bedieningsknopen met meerdere instelposi-10 ties of continue regeling voor, zoals bijvoorbeeld toonhoogte, volume, kontrast- en helderheid regelaars. De toets TXT is bijvoorbeeld bestemd voor teletext, de toets-/— voor tweecijferige kanaalnummers, de toets R voer een vooraf ingestelde positie, de toets S voor stereo, de toets gevormd door twee aaneengesloten driehoeken voer de balans tussen de linkse 15 en de rechtse luidspreker en de balk met cijfers is bestand voor het selecteren van de verschillende stations. Voor elk te bedienen apparaat is er zo'n groep van bedieningstoetsen, en al die groepen vormen de elementen van een tweede stelsel van bedieningstoetsen. De toets 10 is een terug-steltoets die bestemd is voor het uitwissel van de informatie afgebeeld 20 op het afbeeldingsscherm van het bedieningsargaan en voer het vervolgens opnieuw presenteren van het eerste menu.

Bij de verdere beschrijving zal een onderscheid worden genaakt tussen: een afstandsbedieningssysteen van het eerste type die alleen als zend-25 inrichting fungeert; een afstandsbedieningssysteen van het tweede type die zowel als zend- als cntvangstinrichting fungeert.

Figuur 4 laat een voorbeeld zien van een realisatie van een afstandsbedieningssysteen van het eerste type. Een afstandsbedieningssys-30 teem van het eerste type bevat een stuurinrichting 29 en een bedienings-orgaan 19 welke beide aan een bus 26 zijn aangesloten. De bus 26 is bestemd voor onderlinge canrunicatie van signalen (data + adressen + instructies) tussen het bedieningsorgaan, de stuurinrichting alsook de zend-inrichting 25 die aan de bus is aangesloten.

35 De stuureenheid 29 bevat een data processor eenheid 20, bijvoorbeeld een microprocessor, een eerste geheugen 21, bijvoorbeeld een ROM, voer het opslaan van af te beelden informatie en van gegevens noodzakelijk voor de werking van de afstandsbediening en een tweede geheugen 22, bijvoorbeeld 8302091 EHN 10.709 8 ' * > een RAM, dat als werkgeheugen voor de data processor eenheid fungeert.

De data processor eenheid, het eerste en het tweede geheugen zijn allen aangesloten aan de bus 26. Het bedieningscrgaan 19 bevat het afbeeldings-scherm 24 met de (niet weergegeven) gevoelige laag alsook de bedienings-5 inrichting 23 die het afbeeldingsschermbesturingsmiddel en een stuur schakeling van de positiebepalingsmiddelen bevat. De elementen 23 en 24 vormen tezamen het datatablet. De zendinrichting 25 is voorzien voor het zenden van de via het datatablet aangeduide informatie. De zender is bij voorkeur een infra-rood zender in verband met de hoge informatie dichtheid 10 die hierdoor kan warden bereikt. Andere uitvoeringen zoals bijvoorbeeld een ultrasoon zender zijn ook mogelijk. In het geval dat de positiebepa-lingsmiddelen een pen 28 bevatten is er aan de bus 26 een analoog-digitaal omzetter 27 aangesloten die op zijn beurt verbonden is met een pen 28. De werking van het in figuur 4 afgebeelde afstandsbedieningssysteem van het 15 eerste type zal nu worden toegelicht aan de hand van het in figuur 5 afgebeelde stroomdiagram. Wanneer nu een gebruiker een voer afstandsbediening geschikt apparaat wil bedienen door gebruik te maken van een bedien ingsorgaan volgens de uitvinding, dan zal hij beginnen met dit bedien ingsorgaan te activeren (30). Dit geschiedt bijvoorbeeld door gebruik 20 te maken van een terugstel toets 10 welke deel uitmaakt van dit bedien ingsorgaan of door het in de hand nemen van het bedien ingsorgaan (gebruik van tipcontacten aangebracht in het huis van het bedieningscrgaan). Het activeren van het afstandsbedieningssysteem heeft to gevolg dat wanneer er qp het afbeeldingsscherm informatie was afgebeeld, deze wordt uitgeveegd (31). 25 Vervolgens wordt onder besturing van de data processor eenheid een eerste stuursignaal gegenereerd waardoor de programma pointer (32) op een eerste adres van het eerste geheugen (geheugen 21 figuur 4) gezet wordt. Cp dat eerste adres staat een instructie geschreven voor het afbeelden van een eerste menu met als inhoud het eerste stelsel van bedien ingstoetsen dat 30 wil zeggen een lijst met de door de afstandsbediening te bedienen apparaten. Deze lijst maakt deel uit van de in het eerste geheugen opgeslagen informatie. Vervolgens wordt (33) onder besturing van de data processor eenheid het eerste menu (figuur 2) op het afbeeldingsscherm van het be-dieningsorgaan afgebeeld.

35 De gebruiker kan nu uit het afgebeelde eerste menu kiezen welk apparaat hij wenst te bedienen. Gedurende de tijd die de gebruiker nodig heeft voor het maken van zijn keuze wacht (34) de data processor eenheid. Zodra de gebruiker het door hem gekozen apparaat in het eerste menu aan 8302091 * « ΓΗΝ 10.709 9 wijst, bepalen (35) de positiebepalingsmiddelen op welke plaats het af-beeldingsscherm wordt aangeraakt. Dit bepalen geschiedt op de voer een L.C.D. datatablet bekende manier, namelijk door het bepalen van de betreffende plaatscoardinaten ei deze in het tweede geheugen (22 figuur 4) 5 op te slaan. Cp basis van deze plaatscoardinaten herkent (36) de data processor eenheid welk apparaat door de gebruiker gekozen werd. Qn dit herkennen te realiseren gaat de data processor eenheid na binnen welk gebied van het afbeeldingsscherm genoemde plaatscoardinaten liggen, en onderzoekt welk apparaat binnen dat gebied af geheeld is.

10 Wanneer nu de data processor eenheid het door de gebruiker gekozen apparaat herkend heeft, zal hij voer het gekozen apparaat een tweede adres bepalen (37). Dit bepalen van het tweede adres geschiedt bijvoorbeeld door hiervoor gebruik te maken van de onder stap 35 bepaalde plaatscoardinaten die dan zullen fungeren als tweede adres voor het eerste geheugen 15 (21 figuur 4). Vervolgens wordt onder besturing van de data processor eenheid een tweede stuursignaal gegenereerd waardoor de programma pointer op dat tweede adres gezet (38) wordt. Op dat tweede adres staat een instructie geschreven voor het afbeelden van een tweede menu met als inhoud een groep bedieningstoetsen van het door de gebruiker gekozen apparaat.

20 Deze laatst genoemde inhoud maakt op zijn beurt ook weer deel uit van de in het eerste geheugen opgeslagen informatie. Vervolgens wordt onder besturing van de data processor eenheid de op het afbeeldingsscherm aanwezige informatie gewist (39) en de op het tweede adres opgeslagen instructie gelezen. Wanneer deze handelingen beëindigd zijn voert (40) de data 25 processor eenheid de op het tweede adres opgeslagen instructie uit waardoor dan de bedieningstoetsen van het door de gebruiker gekozen apparaat op het afbeeldingsscherm van het bedieningsergaan werden afgebeeld. Vervolgens wacht v41) de data processor eenheid wser cp instructies van de gebruiker. Zodra de gebruiker deze instructies gefanruleerd heeft (aan-30 raking afteeldingsscberm) bepalen (42) de pos itiebepalingsmiddelen opnieuw de coördinaten van de plaats waar het afbeeldingsscherm wordt aangeraakt. Vervolgens herkent (43) de data processor eenheid de door de gebruiker aangewezen bedieningstoets. Dat herkennen geschiedt op een analoge manier als beschreven bij stap 36.

35 Wanneer nu de data processor eenheid de door de gebruiker gekozen bedieningstoets herkend heeft, zal hij voer deze gekozen bedieningstoets een derde adres bepalen (44) en dat derde adres in het tweede geheugen opslaan. Dit derde adres wordt bijvoorbeeld bepaald cp grond van een opera- 8302091 V * PHN 10.709 10 tie uitgevoerd op de tijdens stap 42 bepaalde coördinaten. Vervolgens wordt onder besturing van de data processor eenheid een derde stuursignaal gegenereerd waardoor de programma pointer op dat derde adres gezet (45) wordt. Op dat derde adres staat dan een instructie voor het uitvoeren van > 5 de functie van de door de gebruiker gekozen bedieningstoets. Zo'n functie is bijvoorbeeld het overschakelen naar een andere zender, op dat derde staat dan een instructie voor het overschakelen naar door de gebruiker gekozen zender te sturen. Onder besturing van de data processor eenheid wordt deze instructie gelezen en uitgevoerd (46) waarbij de zender 25 10 wordt geactiveerd cm de instructie naar het gekozen apparaat over te zenden. De data processor eenheid onderzoekt (47) nu of de gekozen bedie-ningstoets een bedien ingstoets met continue regeling is, zoals bijvoor-beel een volumeregelaar, of een bedieningstoets, met een schakelfunctie is, zoals bijvoorbeeld de schakelaar voor het in/uitschakelen van een 15 ruisfilter bij een audio-versterker. Dit onderzoek is bijvoorbeeld gerealiseerd op basis van genoemde derde adres, hetzij op basis van alle adresbits, hetzij van enkele adresbits van dat derde adres. Voor het geval dat de door de gebruiker gekozen bedieningstoets een bedieningstoets met schakelfunctie is (S) wordt vervolgens door de data processor eenheid 20 nagegaan (48) of er bij die gekozen bedieningstoets nog iets bijzonders te verrichten is met betrekking tot het afbeelden op het afbeeldingsscherm van het bedieningsorgaan, zoals bijvoorbeeld voor het geval dat de ruis-filterschakelaar van de audio-versterker werd ingeschakeld, dan wordt dit op het afbeeldingsscherm aangegeven door middel van een sterretje cm het 25 ankaderen van de toets, wat wordt uitgevoerd in stap 49. Was er daarentegen geen bijzondere informatie af te beelden (N bij stap 48) dan wordt onder besturing van de data processor eenheid naar stap 50 overgestapt.

Voor het geval dat de door de gebruiker gekozen bedieningstoets een bedieningstoets met continue regeling was (c) dan wordt onder besturing van 30 de data processor eenheid overgestapt naar stap 49. Hierbij wordt dan de nieuwe positie van de bedieningstoets met continue regeling op het afbeeldingsscherm van het bedieningsorgaan af geteeld. Het afbeelden van posities op een bedieningstoets met continue regeling zoals af geheelde in figuur 3 (driehoeken) geschiedt bijvoorbeeld door het oppervlak van de 35 driehoek van een aantal equidistante strepen te voorzien en de betreffende positie aan te geven door het dikker maken van een streep op de betreffende positie. Het voordeel hiervan is dat de gebruiker zodoende qp het bedieningsorgaan kan zien op welke positie zijn continue regeling is inge- 8302091 EHN 10.709 11 steld. Het gebruik van strepen biedt verder het voordeel dat hierdoor een eenvoudige koppeling naar de data processor eenheid ontstaat. Elke streep stelt dan namelijk een coördinaat voor en het veranderen van een positie is dan in feite niets anders dan het bepalen van andere coördinaten, het-5 zij absoluut, hetzij relatief ten opzichte van de coördinaten van de vorige positie welke in het tweede geheugen zijn opgeslagen (stap 44). Wanneer stap 49 is beëindigd wacht (50) de data processor eenheid op verdere instructies van de gebruiker. Deze instructies kunnen zijn hetzij het aan-brengen (T) van een wijziging van de instelling van het apparaat gekozen 10 bij stap 34, in welk geval er naar stap 42 wordt overgestapt, hetzij het kiezen van een ander te bedienen apparaat door het bedienen van de terug-stelkncp in welk geval (R) er naar stap 30 wordt overgestapt.

Het afbeelden zoals beschreven onder stap 49 en de daaraan voorafgaande handelingen zullen nu nader werden toegelicht aan de hand van 15 figuur 6, waarin de voornaamste elementen van de bedieningsinrichting 23 uit figuur 4 zijn afgebeeld. Die bedieningsinrichting 23 is verbonden met de bus 26 aan dewelke ook de data processor eenheid, het eerste en tweede geheugen zijn verbonden. De bedieningsinrichting 23 is verder verbonden met het afbeeldingsscherm 24. Een op het afbeeldingsscherm af te beelden 20 informatie wordt onder besturing van de data processor eenheid, uit het eerste of het tweede geheugen in de vorm van een data woerd (of woerden) qpgehaald en via de bus 26 aan het afbeeldïngsschermbesturingsmiddel 53 aangeboden. Het data woord wordt door middel van het afbeeldingsschenrr besturingsmiddel cp het afbeeldingsscherm 24 afgebeeld. De data processor 25 eenheid "onthoudt" de inhoud en de lokatie van de op het afbeeldingsscherm afgebeelde informatie, bijvoorbeeld door middel van het opslaan in het tweede geheugen van een kopie van deze informatie. Wanneer nu een gebruiker een op het afbeeldingsscherm afgebeelde informatie aanwijst, dan worden de x-y coördinaten van de plaats waar deze aangewzen informatie is a£-30 geheeld, door middel van de gevoelige laag 13 en de stuurschakeling 52 van de positiebepalingsmiddelen bepaald. Zo'n stuurschakeling 52 is bijvoorbeeld beschreven in het Amerikaanse cctrooischrift no. 4 293 734. Deze stuurschakeling levert een analoog coördinaten signaal af dat door middel van een analoog-digitaal omzetter 51 in een digitaal, coardinaten-signaal 35 wordt omgezet. Dit digitaal, coördinaten signaal wordt via de bus 26 en onder besturing van de data processor in het twsede geheugen opgeslagen. Door dit digitaal coördinaten*signaal te vergelijken met de in het tweede geheugen opgeslagen inhoud en lokatie van de op het afbeeldingsscherm af- 8302091 PHN 10.709 12 geheelde informatie, bepaalt de data processor eenheid welke informatie, in dit geval een te bedienen apparaat, of een bedieningstoets van een gekozen apparaat, door de gebruiker wordt aangewezen. Betreft de aangewezen informatie een positie van een bedien ingstoets net continue regeling 5 (vastgesteld bij stap 47 uit figuur 6), dan wordt er ander besturing van de data processor eenheid een infarmatiewocrd dat de gewijzigde positie weergeeft, gegenereerd wat vervolgens op het afbeeldingsscherm wordt af-gebeeld. De inhoud van dit informatiewoord wordt bijvoorbeeld samengesteld op basis van het genoemde digitaal coördinaten signaal.

10 Het is ook mogelijk dat het tweede menu in verschillende sub menu's is opgedeeld. Bijvoorbeeld wanneer uit het eerste menu een cassette deck als te bedienen apparaat werd gekozen, dan is het mogelijk dat het tweede menu een bedieningstoets "tape select" bevat. Het aanduiden van . die bedieningstoets "tape select" heeft dan tot gevolg dat op het afbeel-15 dingsscherm een sub-menu met de verschillende soorten van opname band (Fe, Cr. Oz, Metal) worden af geheeld, waardoor de gebruiker dan de bij de gebruikte cassette beherende bandsoart kan kiezen. Het afbeelden van zo'n sub-menu verloopt verder analoog van het afbeelden van een tweede menu. Sub-menu's kunnen in hoofdzaak gebruikt worden voor bedieningstoetsen 20 waarbij de ingestelde positie slechts zelden gevarieerd wordt.

We beschreven nu een af stands bedieningssysteem van het tweede type (zend- en ontvangstinrichting). Bij deze afstandsbedieningen zijn twee klassen te onderscheiden: a) een eerste klasse waarbij het afstandsbedieningstoestel geen lokale 25 intelligentie heeft; b) een tweede klasse waarbij het afstandsbedieningstoestel wel lokale intelligentie heeft.

Figuur 7 laat een uitvoeringsvoorbeeld zien van een bedienings-ergaan van de eerste klasse. Zo'n bedieningsorgaan van de eerste klasse 30 bevat een zend-ontvangstelement 64, bijvoorbeeld een infra-rood zend-ontvangstelement. Het zend- ontvangstelement is verbonden met een digi-taal-analoog omzetter 61 en met een analoog-digitaal omzetter 63. De digitaal-analoog omzetter 61 vertaalt de ontvangen digitale informatie in analoge informatie en biedt deze aan het afbeeldingsschermbesturings-35 middel 60 aan, dat er op zijn beurt voor zorgt dat de ontvangen informatie op het afbeeldingsscherm 24 wordt af geheeld. Ook dit bedieningsargaan is voorzien van een gevoelige laag 13 zoals beschreven bij een afstandsbediening van het eerste type. Deze gevoelige laag is verbonden met een 8302091 I « __ EHN 10.709 13 stuur schakeling 62 van de positiebepalingsmiddelen die dan ver benden is met de analoog-digitaal anzetter 63. De besturing van zo'n in figuur 7 afgeheeld bedieningsargaan geschiedt vanuit een stuurinrichting die via de zend- antvangs inrichting 64 met het bedien ingsargaan in verbinding 5 staat. De stuurinrichting bevat een interface voor alle door middel van het bedieningsargaan te bedienen apparatuur. In het uitvoeringsvoarbeeld van figuur 8 zijn alle te bedienen apparaten aangesloten op een D^B-bus (domestic digital bus). Zo'n D^-bus is bijvoorbeeld beschreven in het artikel "Two buses organize the electronic home" gepubliceerd in Elec-10 tronies van 22 september 1981 (PHN 9737).

In figuur 8 zijn aan de D^-bus 70 (externe bus) meerdere apparaten aangesloten zoals bijvoorbeeld een video- respektievelij k audio-recorder (VR respektievelijk REC), een radio-entvanger (TNR), een microgolfoven (MOV), een televisiecntvanger (TV), een afbeeldingsmcnitcr (A) 15 en de stuurinrichting 71 voorzien van een zend- en cntvangstinrichting die informatie uitwisselt met het bedieningsargaan zoals afgebeeld in figuur 7.

Figuur 9 laat een uitvoeringsvocrbeeld zien van zo'n stuurinrichting 71. De stuurinrichting 71 bevat een interne bus 76 aan dewelke 20 een data processor eenheid 72 een eerste 73 (bijvoorbeeld een RDM) en een tweede 74 (bijvoorbeeld een RAM) geheugen ver bondon zijn. Verder is aan de interne bus een zond- en cntvangstinrichting 75 aangesloten. De werking van het bedieningsargaan uit figuur 7 en van de stuurinrichting volgens figuur 9 zal aan de hand van het in figuur 10 afgebeelde stroem-25 diagram, hierna als afbeeldingssubroutine aan te duiden, werden beschreven.

Veronderstel nu dat een gebruiker het afstandsbedieningssysteem zoals afgebeeld in figuur 7 activeert (bijvoorbeeld door middel van de terug-stelknqp 10). De zend- cntvangstinrichting 64 van het bedieningsargaan 30 zendt een startsignaal naar de stuurinrichting 71 alwaar het door de zend- cntvangstinrichting 75 wordt ontvangen. Nadat de zend- cntvangstinrichting 75 het starts ignaal heeft ontvangen, wordt dit startsignaal aan de data processor eenheid 72 aangeboden, die dan op zijn beurt de afbeeldingssubroutine start (80). De data processor eenheid gaat nu na 35 welke apparaten er allemaal aan de D^-bus aangesloten zijn. De data processor eenheid realiseert dit nagaan door bijvoorbeeld een presentie-signaal te sturen (81) naar een eerste uit de verzameling van alle aan de D^-bus aangesloten apparaten en te wachten (82) op een antwoord van 8302091

> , I

♦ PHN 10.709 14 dat eerste apparaat. Is het eerste apparaat present, dat wil zeggen aan de D^-bus aangesloten en in bedrijfstoestand dan zendt het een present informatie (Y) naar de data processor eenheid, die dit memoriseerd (83), bijvoorbeeld door het zetten van een vlag voor dat eerste apparaat in het 5 tweede geheugen 74. Nadat de present informatie van het eerste apparaat is gememoriseerd of wanneer na een vooraf bepaalde tijd het eerste apparaat geen present informatie aan de data processor eenheid heeft teruggestuurd (N) (de flag wordt dan niet gezet) Λ kiest (84) de data processor eenheid een tweede apparaat uit de verzameling van alle aan de D^-bus 10 aangesloten apparaten. Dit is bijvoorbeeld gerealiseerd doordat in het eerste geheugen deze verzameling van alle aan de D^-bus aangesloten apparaten is opgeslagen, en de data processor eenheid deze verzameling doorloopt. De data processor eenheid gaat vervolgens na (85) of aan elke apparaat uit genoemde verzameling reeds een presentiesignaal is gestuurd. Is 15 elk apparaat nog niet aan de beurt geweest (N) dan wordt naar het tweede apparaat een presentiesignaal gestuurd (81) en herhalen zich de stappen 82, 83, 84 en 85. Is daarentegen wel elk apparaat aan de beurt geweest (Y) dan wordt ander besturing van de data processor eenheid een eerste menu samengesteld (86) van aan D^-bus aangesloten apparaten die zich present 20 hebben gemeld. Dat eerste menu bevat een eerste stelsel van bedienings-toetsen voor het selecteren van een apparaat uit die apparaten die present zijn. Vervolgens wordt onder besturing van een eerste door de data processor eenheid gegenereerd stuursignaal dat eerste menu via de zend-cnt-vangstinrichting 75 naar het bedieningscrgaan gezonden (87) om aldaar door 25 de zend-cntvangstinrichting 64 te worden ontvangen. Het ontvangen eerste menu wordt dan door middel van dat afbeeldingsschermbesturingsmiddel 60 cp het af beeldingsscherm 24 afgebeeld, en de gebruiker kan nu een keuze maken welk apparaat hij wenst te bedienen. De data processor eenheid wacht (88) totdat hij de keuze van de gebruiker heeft ontvangen. (De 30 keuze van de gebruiker wordt via de zend-onvangstinrichting 64 naar de stuurinrichting gestuurd.) Vervolgens gaat de data processor eenheid na (89) (bijvoorbeeld uit de coördinaten van de aangeduide positie zoals beschreven bij een afstandsbediening van het eerste type) welk apparaat de gebruiker heeft gekozen. Vervolgens vraagt de data processor eenheid (90) 35 de bedieningsmogelij kheden van Het gekozen apparaat cp (bijvoorbeeld door uitlezen van een lokaal geheugen van het gekozen apparaat) en stelt (91) hiermee een tweede menu tezamen. Dat tweede menu bevat dan een groep bedieningstoetsen voor het bedienen van het gekozen apparaat. Vervolgens 8302091 • * ; ' τ ΕΗΝ 10.709 15 wordt dat tweede menu door middel van de zend-cntvangstinrichting 75 naar het bedieningsargaan gestuurd (92) en wacht (93) de data processor een-hied cpnieuw de keuze van de gebruiker af. Heeft de gebruiker zijn keuze bepaald, dan gaat (94) de data processor eenheid na welke bedieningstoets 5 werd gekozen en voert (95) vervolgens de gewenste handeling uit.

Analoog aan de uitvoering van een afstandsbediening van het eerste type onderzoekt (96) de data processor eenheid of de gekozen bedieningstoets een bedieningstoets met continue regeling is of een bedieningstoets mat een schakelfunctie. Is de gekozen bedieningstoets een toets met continue 10 regeling (C) dan neemt (98) de data processor eenheid de nieuwe stand (¾) van deze bedieningstoets en beeldt deze af (99) op het afbeeldingsscherra van het bedieningsargaan. Dit biedt het voordeel dat de gebruiker nu kan controleren of zijn opdracht correct is uitgevoerd. Is de gekozen bedieningstoets een toets met een schakelfunctie (S) dan gaat de data pro-15 cessar eenheid na (97) (analoog aan stap 48 uit figuur 5) of er bij de gekozen bedieningstoets nog een informatie is af te beelden. Is dit laatste wel het geval (Y) dan wordt deze informatie afgebeeld (99). Wanneer geen informatie is af te beelden (98 N) of na afbeeldingsstap 99 wacht de data processor eenheid totdat er een nieu&e instructie door de gebrui-20 ker is geformuleerd. Deze instructie kan zijn het aanbrengen (T) van een wijziging van de instelling van het bij stap 88 gekozen apparaat, in welk geval er naar stap 94 wordt overgestapt. Hetzij het kiezen van een ander -te bieden apparaat door het bedienen van de terugstelkncp in welk geval (R) er naar stap 80 wordt overgestapt.

25 We beschouwen nog een afstandsbedieningssysteem van het tweede type, tweede klasse (met lokaal intelligentie). Dit afstandsbedieningssysteem van de tweede klasse onderscheidt zich van die van de eerste klasse doordat nu de stuur eenheid en het bedieningsargaan aan een gemeenschappelijke bus zijn aangesloten. Hun werking is verder analocg aan 30 die van de eerste klasse.

Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de in de beschrijving gegeven uitvoeringsvormen. De uitvinding heeft ook betrekking op elke variatie van deze uitvoeringsvormen waarin verschillende elementen van deze uitvoeringsvorm gecombineerd zijn.

35 8302091

Claims

1. Af stands bedieningssysteem vocar het selectief bedienen van een verzameling van gebruikers apparaten, welk afstandsbedieningssysteem een bedieningsorgaan en een stuurinrichting die onderling samenwerken bevat, welk bedieningsorgaan drager is voor bedieningstoetsen, welke bedienings-5 toetsen volgens ten minste twee stelsels te rangschikken zijn, een eerste stelsel bevattende bedieningstoetsen voor het selecteren van een apparaat uit genoemde verzameling en een tweede stelsel, welk tweede stelsel groepen van bedieningstoetsen bevat, waarbij elke groep telkens de bedieningstoetsen voor het bedienen van een bepaald apparaat bevat, welk afstands-10 bedieningssysteem verder voorzien is van een draadloze zendinrichting voor het zenden naar de apparaten uit genoemde verzameling van instructies gegenereerd bij het bedienen van de bedieningstoetsen, met het kenmerk, dat het bedieningsorgaan een afbeeldingsscherm bevat met daarmee gekoppelde positiebepalingsmiddelen voor het bepalen van een op het afbeeldings-15 scherm aangeduide positie, welke positiebepalingsmiddelen samenwerken met de stuurinrichting, welke stuurinrichting een data processor eenheid bevat, welk bedieningsorgaan verder een afbeeldingsschermbesturingsmiddel bevat dat een uitgang heeft aangesloten met een ingang van het afbeeldingsscherm en een ingang heeft voor het ontvangen van door de data pro-20 cessor eenheid gegenereerde stuursignalen, welk afbeeldingsschermbestu-ringsmiddel voorzien is cm onder besturing van een van de data processor eenheid ontvangen eerste stuursignaal bedieningstoetsen van het eerste stelsel pp het afbeeldingsscherm af te beelden en onder besturing van een van de data processor eenheid ontvangen tweede stuursignaal bedie-25 ningstoetsen van een groep van het tweede stelsel op het afbeeldingsscherm af te beelden, welk eerste stuursignaal een stuursignaal is gegenereerd bij het activeren van het afstandsbedieningssysteem door een gebruiker en welk tweede stuursignaal een stuursignaal is gegenereerd op basis van een door de positiebepalingsmiddelen gegenereerd positiesignaal, welk 30 positiesignaal de positie aanduidt van de door de gebruiker aangewezen bedieningstoets uit het eerste stelsel.

2. Afstandsbedieningssysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het bedieningsorgaan en de stuurinrichting aan een gemeenschappelijke bus voor het transport van signalen zijn aangesloten, en waarbij de data 35 processor eenheid verbanden is met een geheugen waarin bedieningstoets-informatie voor het genereren van de bedieningstoetsen van het eerste en het tweede stelsel is qpgeslagen. 8 3 0 2*0 9 1 * * « -PKN 10.709 17

3. Afstandsbedienlngssystean volgens conclusie 1 net het kenmerk/ dat in het bedieningsargaan een antvangstinrachting is aangebracht, waarbij een uitgang van de pos itiebepalingsmiddelen aangesloten is op een ingang· van de zendinrichting en een uitgang ven de cntvangstinrichting 5 verbonden is met een ingang van het afbeeldingsschermbesturingsmiddel, waarbij de stuurinrichting een interne bus voor het transport van signalen bevat, aan welke interne bus de data processor eenheid, en een verdere draadloze zend-cntvangstinrichting is aangesloten, welke data processor eenheid verbonden is met een geheugen voer het opslaan van be-10 dieningstoetsinformatie ai voor het genereren van de bedieningstoetsen van het eerste en het tweede stelsel, waarbij de zendinrichting en de cntvangstinrichting enerzijds en de verdere zend-entvangsinrichting anderzijds met elkaar wisselwerken.

4. Mstandsbedieningssysteem volgens conclusie 3, met het kenmerk, 15 dat de stuurinrichting is aangesloten aan een externe bus aan dewelke elk apparaat van genoemde verzameling van apparaten is aangesloten.

5. Mstandsbedieningssysteem volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat onder besturing van genoemd activeren van het afstandsbe-dieningssysteem de data processor eenheid een presentiesignaal genereerd 20 voer het nagaan van de presentie van de aan de externe bus aangesloten apparatuur.

6. Mstandsbedieningssysteem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het afbeeldingsschermbestur ingsmiddel voorzien is cm onder besturing van een van de data processor eenheid entvang- 25 en derde stuursignaal een modificatie met behoud van identiteit aan ten minste één bedieningstoets uit genoemde groep van het tweede stelsel aan te brengen, welk derde stuursignaal een stuursignaal is gegenereerd cp basis van een door de positiebepalingsmiddelen gegenereerd verder posi-tiesignaal, welk verder positiesignaal de positie aanduidt van de door 30 de gebruiker aangewezen bedieningstoets van de uit het tweede stelsel af geheelde groep.

7. Mstandsbedieningscrgaan te gebruiken in een af stands bedieningssysteem volgens één der voorgaande conclusies. 35 8302091