NL8301723A - Werkwijze voor het zodanig uitvoeren van een constructie dat geen passingroest optreedt. - Google Patents

Description

% ί'ν - .-¾ NO 31,665 «*

Werkwijze voor het zodanig uitvoeren van een constructie dat geen passingroest optreedt.

De uitvinding betreft een werkwijze voor het zodanig uitvoeren van een constructie met tenminste twee metalen delen die in passende aanraking met elkaar zijn en die bij een wisselende belasting minimale bewegingen ten opzichte van elkaar kunnen maken, in het bij-5 zonder een wentellagerconstructie, dat geen passingroest optreedt bij de contactvlakken, waarbij tussen deze. delen een laag van een elastisch materiaal wordt aangebracht,

Passingroest is per definitie een slijtage-verschijnsel dat optreedt tussen twee oppervlakken die aan een relatieve trillings-10 beweging met een betrekkelijk kleine amplitude worden onderworpen. Bij een wentellager-constructie treden zulke bewegingen op tussen de binnenring en de as en de buitenring en het huis als gevolg van de wisselende belastingen in de ringloopbaan bij de passage van de rolelementen, waardoor elastische vervormingen in deze ringen ontstaan.

15 Tot nu toe worden, om passingroest te voorkomen, hoge perspassingen toegepast om de elastische vervormingen te verkleinen. In de eerste plaats kan daardoor het optreden van passingroest niet volledig worden voorkomen onder hoge dynamische belastingen van een wentellagerconstructie, en in de tweede plaats kan een perspassing niet altijd wor-20 den toegepast; bijvoorbeeld bij de montage van een wentellager in de aspot of het huis van een lager bij rollend spoorwegmateriaal, of in een dubbel gelagerde as waarbij een los lager wordt toegepast, teneinde spelingen van de as te compenseren, zal een perspassing grote problemen geven.

25 Het doel van de uitvinding is de werkwijze als in de aanhef omschreyen zodanig te verbeteren, dat bij de daardoor verkregen constructie ook onder extreem hoge dynamische belastingen geen passingroest ontstaat en geen perspassing nodig is.

Dit doel wordt bereikt doordat bij de werkwijze volgens de 30 uitvinding de laag uit een homogeen elastisch materiaal bestaat en op een van de contactvlakken in vaste verbinding daarmee wordt aangebracht, waarbij het andere oppervlak van deze laag nagenoeg volkomen dicht en glad is zodat het in volledige dichte aanligging met het andere contact-vlak komt, met een zodanige grote wrijvingscoëfficient dat geen rela-35 tieve glijdende oscillerende bewegingen tussen deze vlakken kunnen op- 6301723 * ί\ -2- treden.

Bij voorkeur bestaat de laag uit een kunststof die op het genoemde oppervlak wordt gesinterd, waarbij als kunststof polyamid 11 zeer goed voldoet. Opgemerkt wordt dat door sinteren een zeer goede 5 dichtheid wordt verkregen.

Op deze wijze worden de door de dynamische belastingen van de constructie opgewekte elastische vervormingen van de ringen opgenomen door de laag van een homogeen elastisch materiaal, zodat geen relatieve glijdende oscillerende bewegingen kunnen optreden. Het is daarbij van 10 bijzonder groot belang dat het oppervlak van de laag nagenoeg volkomen dicht en glad is aangezien anders toch relatieve glijdende bewegingen tussen dit oppervlak en het daartegen aanliggende metaaloppervlak zouden kunnen optreden, met als gevolg passingroest, zoals aan de hand van de tekening nader wordt uiteengezet. Opgemerkt wordt dat het vereiste 15 dichte en gladde metaaloppervlak door middel van fijn-slijp bewerkingen kan worden verkregen.

In figuur 1 is een deel van een buitenring 1 en slechts éên rollichaam 2 van een wentellager getoond, waarbij tussen deze buitenring en een niet getoond huis een laag 3 aanwezig is van een uit korrels op-20 gebouwd homogeen elastisch materiaal, waarbij echter in het oppervlak van deze materiaallaag korrels ontbreken, zodat aldaar open holtes 4 aanwezig zijn. Door de met de pijl A aangegeven belasting van het wentellager en de in de richting B voortrollende rollichamen ontstaan wisselende belastingen op de ring 1 waardoor deze ring elastische vervormingen onder-25 gaat die bij de randen van de open holtes aanleiding geven tot relatieve glijdende bewegingen, zodat aldaar passingroest ontstaat en wel het meest bij die kant van een holte 4 die in de richting B gezien de voorkant vormt, zoals getoond door het deel 5 in figuur 2 die een bovenaanzicht weergeeft van het tegen de ring 1 aanliggende oppervlak van de 30 materiaallaag 4.

Volgens het Duitse Offenlegungsschrift 2 336 947 wordt een werkwijze voorgesteld voor het beschermen van een metaaldeel tegen corrosie in het bijzonder voor het vermijden van passingroest, waarbij op tenminste een deel van het oppervlak van het metaaldeel een door 35 wrijving met dit deel verbonden, een positieve contactpotentiaal opwekkende materiaallaag wordt aangebracht.

Hierbij moet dus juist een relatieve beweging tussen metaaloppervlak en materiaallaag toegelaten worden, zodat door de wrijving een positieve oppervlakte-lading op de materiaallaag en een negatieve opper-40 vlakte-lading op het metaaldeel worden opgewekt, door welke negatieve 3301723 -3- potentiaal wordt verhinderd dat reacties van anionen met het metaal optreden. In wezen wordt dus geen passingroest bestreden doch een chemische corrosie die het gevolg is van een in de passing aanwezige waterige electrolytfilm die bijvoorbeeld door condensatie wordt gevormd.

5 De materiaallaag bestaat daarbij bij voorkeur uit een in een kunststof ingebedde glasvezelmat, zodat de bekende laag dus niet uit een homogeen elastisch materiaal bestaat, terwijl doordat daarbij de glasvezels door het oppervlak heen steken, het oppervlak van deze laag ook niet volkomen dicht en glad is.

8301723

Claims (3)

1. Werkwijze voor het zodanig uitvoeren van een constructie met tenminste twee metalen delen die in passende aanraking met elkaar zijn en die bij een wisselende belasting minimale bewegingen ten opzichte van elkaar kunnen maken, in het bijzonder een wentellagerconstructie, 5 dat geen passingroest optreedt bij de contactvlakken, waarbij tussen deze delen een laag van een elastisch materiaal wordt aangebracht, met het kenmerk, dat de laag uit een homogeen elastisch materiaal bestaat en op één van de contactvlakken in vaste verbinding daarmee wordt aangebracht waarbij het andere oppervlak van deze laag 10 nagenoeg volkomen dicht en glad is, zodat het in volledige dichte aanligging met het andere contactvlak komt met een zodanige grote wrij-vingscoëfficient dat geen relatieve glijdende oscillerende bewegingen tussen deze vlakken kunnen optreden.

2. Werkwijze volgens conclusie l,met het ken-15 m e r k, dat de laag uit een kunststof bestaat die op het genoemde oppervlak wordt gesinterd.

3. Werkwijze volgens conclusie 2,met het kenmerk, dat de kunststof uit polyamid 11 bestaat. 8301723