NL8300454A - Trekker of dergelijk voertuig. - Google Patents

Trekker of dergelijk voertuig. Download PDF

Info

Publication number
NL8300454A
NL8300454A NL8300454A NL8300454A NL8300454A NL 8300454 A NL8300454 A NL 8300454A NL 8300454 A NL8300454 A NL 8300454A NL 8300454 A NL8300454 A NL 8300454A NL 8300454 A NL8300454 A NL 8300454A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tractor
tractor according
frame
wheels
shaft
Prior art date
Application number
NL8300454A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL8300454A priority Critical patent/NL8300454A/nl
Priority to GB08402630A priority patent/GB2134862B/en
Priority to DE19843403932 priority patent/DE3403932A1/de
Priority to FR8401820A priority patent/FR2540452A1/fr
Publication of NL8300454A publication Critical patent/NL8300454A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D21/00Understructures, i.e. chassis frame on which a vehicle body may be mounted
    • B62D21/18Understructures, i.e. chassis frame on which a vehicle body may be mounted characterised by the vehicle type and not provided for in groups B62D21/02 - B62D21/17
    • B62D21/186Understructures, i.e. chassis frame on which a vehicle body may be mounted characterised by the vehicle type and not provided for in groups B62D21/02 - B62D21/17 for building site vehicles or multi-purpose tractors
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D49/00Tractors
    • B62D49/02Tractors modified to take lifting devices
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D49/00Tractors
    • B62D49/06Tractors adapted for multi-purpose use
    • B62D49/0621Tractors adapted for multi-purpose use comprising traction increasing arrangements, e.g. all-wheel traction devices, multiple-axle traction arrangements, auxiliary traction increasing devices

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Arrangement And Driving Of Transmission Devices (AREA)
  • Agricultural Machines (AREA)

Description

> < % * » ï * 2556/lied/Br:
Gm van der Lely N.V., Weverskade 10, Maasland.
"Trekker of dergelijk voertuig”
De uitvinding heeft betrekking op een.trekker of dergelijk voertuig, in het bijzonder een trekker voor landbouwdoeleinden, met een aandrijf motor, een gestel en ten minste één hefinrichting en ten minste één aftakas.
5 Bekende trekkers zijn aan ten minste één einde voorzien van een aftakas die met twee verschillende omwente-lingssnelheden aandrijfbaar zijn. Dit betekent dat één aangekoppelde machine, al naar gelang de aard van deze machine, tijdens bedrijf aandrijfbaar is met één bepaald 10 toerental. Hierdoor worden de mogelijkheden van de trekker ten zeerste beperkt. Het is een doel van de uitvinding om de bruikbaarheid van de trekker te verruimen.
Volgens de uitvinding omvat de trekker nabij een einde ten minste twee aftakassen waarvan er ten minste 15 één met verschillende omwentelingssnelheden aandrijfbaar is.
Hierdoor is het mogelijk om een aan de trekker gekoppelde combinatie van machines (bijvoorbeeld een roterende eg met een zaaimachine, een balenpers en een laad-20 wagen, een maaimachine met een gewaskneuzer) naar omstandigheden en afhankelijk van de aard van de machine aan te drijven. Zo kan één der machines met een bepaalde omwente~ lingssnelheid worden aangedreven en de andere machine, bijvoorbeeld afhankelijk van de aard van de grond of het 25 gewas, tegelijkertijd met naar keuze één van meerdere omwentelingssnelheden worden aangedreven, zodat een der machines van de combinatie niet afhankelijk is van de omwentelingssnelheid waarvoor de andere machine is geconstrueerd.
30 De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren: 8300454 i ί - 2 - *
Figuur 1 is een zijaanzicht van een trekker volgens de uitvinding.
Figuur 2 is een "bovenaanzicht van de trekker volgens figuur 1, waarbij duidelijkheidshalve de cabine is 5 weggelaten.
Figuur 3 is een vooraanzicht van de trekker volgens de fig. 1 en 2.
Figuur 4 is een schematische aanduiding van de constructie volgens de lijnen IV - IV in fig. 2.
10 Figuur 5 is een schematische aanduiding van een wielaandrijving van de trekker.
Figuur 6 is een alternatief van de voorasbevestiging volgens fig. 3.
Zoals uit de figuren 1 en 2 blijkt, bezit de trekker 15 een gestel 1 dat een tweetal op afstand naast elkaar gelegen holle kokervormige gestelbalken 2 omvat, die aan weerszijden van een verticaal langssymmetrievlak 3 van de trekker zijn gelegen. Gerekend ten opzichte van de rijrichting A zijn elk der beide gestelbalken 2 voorzien van een verlenging in de 20 vorm van een hol kokerprofiel 4 dat star aan de voorzijde van de betreffende gestelbalk 2 is bevestigd en zich vanaf deze bevestiging schuin opwaarts en voorwaarts uitstrekt.
Elke verlenging 4 ligt, gezien in bovenaanzicht, in het verlengde van de gestelbalk 2. De beide kokerprofielen 4, 25 waarvan de lengte ongeveer 25 & 30$ van die van een gestelbalk 2 bedraagt en die, gezien in zijaanzicht,met de bijbehorende gestelbalk 2 een hoek van ongeveer 45° insluiten, zijn aan hun bovenste uiteinden onderling star gekoppeld door middel van een horizontaal gelegen, loodrecht op het 30 symmetrievlak 3 opgestelde verbindingsbalk 5. Op korte afstand vóór hun achterste einden zijn de gestelbalken 2 eveneens onderling gekoppeld door middel van een loodrecht op het symmetrievlak 3 gelegen kokervormige balk 6, die aan elk van zijn uiteinden star verbonden is met een gestelbalk 2. 35 Op de bovenzijde van de balk 5 zijn twee in door snede U-vormige dragers 7 star bevestigd, die zich vanaf de balk 5 en gerekend ten opzichte van de rijrichting A in voorwaartse richting uitstrekken. De beide U-vormige dragers 7 8300454
f I
- 3 - zijn mei hun open zijden naar elkaar toe gekeerd opgesteld en zijn aan weerszijden van en op gelijke afstanden van het symmetrievlak 3 gelegen. De afstand tussen de aan de buitenzijden van de dragers 7 gelegen lijfplaten bedraagt onge-5 veer de helft van de loodrecht op het symmetrievlak 3 gemeten lengte van de verbindingsbalk 5· Aan hun voorste einden zijn de dragers 7 onderling star verbonden door middel van een loodrecht op het symmetrievlak gelegen, verticaal opgestelde verbindingsplaat 8.
10 Gezien in bovenaanzicht bedraagt de in de rijrich ting A gemeten lengte van de verlengingen 4 en de dragers 7 tezamen ongeveer de helft van de lengte van de gestel-balken 2,
In de vrije ruimte die - gezien in zijaanzicht 15 volgens fig. 1 - aanwezig is aan de voorzijde van de verlengingen 4 en onder de dragers 7 zijn een stel voorwielen 9 van de trekker opgesteld, die zijn voorzien van luchtbanden, die zijn uitgevoerd als lagedrukbanden.
Gezien in bovenaanzicht (fig. 2) is een deel van elk der 20 beiden banden 9 onder een drager 7 gelegen. De twee voorwielen 9 zijn dicht bij elkaar opgesteld; de tussenruimte tussen de twee banden is kleiner dan een vierde van de diameter van een band. De beide voorwielen 9 zijn op nader aan te duiden wijze tezamen verzwenkbaar om een opwaarts 25 gerichte zwenkas 10, die in het symmetrievlak 3 is gelegen.
De trekker is voorzien van twee achterwielen 11, die aan weerszijden van het symmetrievlak 3 zijn opgesteld en draaibaar zijn om een wielas 12 die - gezien in zijaanzicht volgens fig. 1 - nabij het achterste uiteinde van de 30 gestelbalken 2 is gelegen en loodrecht op het symmetrievlak 3 is gericht.
De diameters van de beide achterwielen 11 en die van de beide voorwielen 9 zijn gelijk en bedragen ongeveer 135 cm. D^ breedte van de luchtbanden die bij alle wielen 35 als lagedrukbanden zijn uitgevoerd, bedraaagt ongeveer 60 cm.
De achterwielen 11 die aan de buitenzijden van het gestel 1 zijn opgesteld, hebben een zodanige onderlinge afstand dat - gezien in de rijrichting A - de beide voorwielen 9 8300454 4\ - 4 - tussen de achterwielen 11 zijn gelegen (zie fig. 3) zodat de totale breedte waarover de trekker op de grond rust, ten minste ongeveer 240 cm bedraagt; de lagedrukbanden zullen nabij de grond tengevolge van de gronddruk aanmerke-5 lijk uitpuilen. Hierdoor ontstaat een groot aanrakingsoppervlak met de grond en een relatief lage gronddruk; mede tengevolge van het feit dat elk wiel een wielspoor heeft dat niet samenvalt met een wielspoor van een ander wiel, kan worden bereikt dat bederf van de grondstructuur in 10 verband met de plantengroei kan worden voorkomen.
Op de gestelbalken 2 zijn voorste steunen 13 en achterste steunen 14 (die onderling zijn verbonden door een horizontale, loodrecht op het symmetrievlak 3 gelegen draagbalk 15) aangebracht, waarop een cabine 15 rust. Gezien 15 in zijaanzicht strekt de cabine 16 zich vanaf een gebied boven de verlengingen 4 uit tot boven de voorste helft van de achterwielen 11, en gezien in bovenaanzicht of vooraanzicht (fig. 3) tot buiten de buibenvlakken van de voorwielen 9· Vanuit de cabine kan de bestuurder niet alleen de 20 voorwielen 9 besturen, en de aandrijving van de trekker regelen, maar eveneens alle andere functies van de trekker instellen, zoals de nader te bespreken aftakassen. De cabinevloer is lager gelegen dan de onderzijden van de dragers 7.
25 In het gebied tussen de voorwielen 9 en de achter wielen 11 is een verbrandingsmotor 17 aangebracht, die rust op de voorste delen van de gestelbalk 2 en tevens afgesteund is tegen de verlengingen 4 van deze gestelbalken. De motor 17 ligt ten delen binnen de cabine 16. De motor 17 is nabij 30 de achterzijden van de voorwielen 9 gelegen. De aandrijf-motor 17 is zodanig opgesteld dat de krukas van deze lucht-gekoelde dieselmotor dwars op het symmetrievlak 3 is gericht, zodat een uitgaande as 18 van de aandrijfmotor 17 aan een zijkant van de machine is gelegen. De as 1δ is voorzien van 35 een conisch tandwiel 19 dat - gezien in de rijrichting A -ongeveer evenwijdig aan het vlak 3 is gelegen en tevens ongeveer ligt in een vlak dat het buitenste begrenzingsvlak van het aan de betreffende zijde van de trekker gelegen 8300454 • % - 5 - voorwiel 9 omvat. Het tandwiel 19 is in aangrijping met een conisch tandwiel 20 dat op een as 21 is aangebracht, die zich horizontaal en evenwijdig aan het symmetrievlak 3 uitstrekt. De as 21 ligt coaxiaal om een hartlijn .22 die nabij 5 het laatstgenoemde begrenzingsvlak van het voorwiel ligt.
De tandwielen 19 en 20 zijn gelegen binnen een huis 23 dat ten opzichte van de motor 17 star is bevestigd. Aan de voorzijde van het huis 23 is een huis 24 gelegen, dat dient ter legering van een tweetal met elkaar in aangrijping zijnde 10 rechte tandwielen 25 en 26. Het tandtwiel 25 is op de as 21 bevestigd. In de getekende stand (fig. 2) is het tandwiel 26, dat op een as 27 is bevestigd, gerekend ten opzichte van het symmetrievlak 3» aan de buitenzijde van het tandwiel 25 gelegen. Ier plaatse van het tandwiel 26 en zijn as 27 15 is tegen de voorzijde van het huis 24 een koppelingshuis 28 star bevestigd. Ket huis 28 omsluit een vanuit de cabine 16 bedienbare koppeling (bijvoorbeeld een hydralusch bedienbare platehkoppeling) waarvan de ingaande as wordt gevormd door de as 27. De uitgaande as van de koppeling 29 is aangeduid 20 met het verwijzingscijfer 30 en vormt een aftakas van de trekker. De overbrengingsverhoudingen van de genoemde tandwielen zijn zodanig dat bij een toerental van de motor 17 van ongeveer 2000 - 2200 omw/min de aftakas 30 aandrijfbaar is met een omwentelingssnelheid van ongeveer 1000 omw/min.
25 De afstand tussen de aftakas 30 en het symmetrievlak 3 bedraagt in de getekende stand ongeveer 100 cm. Gezien in vooraanzicht bevindt de aftakas 30 zich buiten het buitenvlak van het nabijgelegen voorwiel 9 en is - gezien in zijaanzicht-boven de onderzijde van het gestel 1 en boven een horizontaal 30 vlak door de wielassen van de wielen 9 en 11 gelegen. Vanaf de aftakas 30 is het mogelijk om aan de trekker gekoppelde en - gezien in de rijrichting A - met hun werkbreedte buiten de trekker werkende machines of werktuigen aan te drijven zonder dat een aan de aftakas 30 koppelbare tussenas grote 35 hoeken met de as 30 insluit. Gezien in zijaanzicht is de aftakas 30 in het gebied tussen de voorwielen 9 en de achterwielen 11 opgesteld en steekt buiten een zijkant van de trekker uit. In het uitvoeringsvoorbeeld is de aftakas 30 8300454 * * - 6 - naar voren gericht maar het is uiteraard ook mogelijk om de aftakas 30 achterwaarts te richten en nabij de achterzijde van de trekker op te stellen. In het laatste geval is het in verband met de relatief grote afstand tussen de achter-5 wielen 12 gewenst om de huizen 23, 24 en 28 verder buiten de motor 17 te laten uitsteken, zodanig dat het verlengde van de aftakas 30 buiten een vlak ligt dat evenwijdig aan het symmetrievlak 3 is gericht en een zijvlak van het dichtstbijgelegen achterwiel 11 omvat. In dit verband is 10 het mogelijk de hiervoor aangeduide aandrijfconstructie van de aftakas 30 zodanig uit te voeren, dat de huizen 24 en 25 met de daarin opgenomen tandwielen resp. koppeling en tevens de aftakas 30 als eenheid verzwenkbaar uit te voeren ten opzichte van het huis 23 waarbij deze eenheid verzwenk-15 baar is om de hartlijn 22 van de as 21. Door deze eenheid 24 - 30 ten opzichte van het huis 23 om de hartlijn 22 verzwenkbaar en in meerdere standen vastzetbaar uit te voeren, is het mogelijk een aanzienlijk deel van de aandrijving van de aftakas in het geval dat deze eenheid bij-20 voorbeeld tijdens transport hinderlijk zou blijken te zijn, om de hartlijn 22 zodanig te verzwenken dat de in eikaars verlengde liggende hartlijnen van de assen 27 en 30 recht onder (of boven) de hartlijn 22, of, in bovenaanzicht, tussen de hartlijn 22 en het symmetrievlak 3 komt te liggen. In 25 deze alternatieve standen kan de aftakas 30 echter eveneens als aftakas worden gebruikt indien in één van de verzwenkte standen van de eenheid 24 - 30 een gunstige opstelling ten opzichte van een aangekoppelde machine wordt verkregen.
Deze beweeglijkheid van de genoemde eenheid 24 - 30 in de 30 richting van het symmetrievlak 3 of in omgekeerde richting wordt mogelijk gemaakt doordat het huis 24 vanaf de hartlijn 22 aan één zijde aanzienlijk buiten het huis 23 uitsteekt. Deze verzwenkbare aftakas 30 is in principe niet gebonden aan het gebied tussen de voorwielen 9 en de achterwielen 11, 35 maar kan eveneens worden toegepast aan de voorzijde van de trekker en/of aan de achterzijde van de trekker.
Volgens fig. 2 is de as 21 die in het huis 23 is gelegerd, in achterwaartse richting verlengd en omsloten 8300454 w. < » - 7 - door een pijpvormig steunstuk 31· Het steunstuk 31 is aan zijn voorzijde tegen de achterzijde van het huis 23 bevestigd en met zijn achterzijde tegen de voorzijde van een tandwielkast 32 die zich aan één zijde van het .symmetrievlak 5 3 uitstrekt en, gezien in zijaanzicht, direct achter de achterzijde van de motor 17 is gelegen. In de tandwielkast 32 (fig. 4) bevinden zich een aantal met elkaar in aangrij-ping zijnde tandwielen, die evenwijdig aan de loodrecht op het symmetrievlak 3 gelegen vlak zijn opgesteld. Nabij 10 de buitenzijde van de tandwielkast 32 is een tandwiel 33 gelegen dat bevestigd is op de as 21. Het tandwiel 33 is in aangrijping met een groter tandwiel 34 dat op een ongeveer horizontale, evenwijdig aan het symmetrievlak 3 gelegen as 35 is bevestigd, terwijl het tandwiel 34 in aangrijping is 15 met een even groot tandwiel 35A, dat bevestigd is op een evenwijdig aan de as 35 gelegen as 38; het tandwiel 35A is nabij het binnenste einde van de tandwielkast 32 gelegen. Behalve de genoemde tandwielen zijn tandwielen 37 en 38, waarvan de diameter kleiner dan die van het tandwiel 33 is, 20 met het tandwiel 33 in aangrijping. De assen 21, 35 en 36 zijn in een horizontaal vlak gelegen, terwijl de tandwielen 37 en 38 resp. hun assen boven respectievelijk onder dit vlak zijn opgesteld (fig. 4). De tandwielen 37 en 38 zijn bevestigd op assen 39 resp. 40 die in achterwaartse richting 25 buiten de tandwielkast 32 uitsteken en ingaande assen vormen van pompen 41 resp. 42 voor hydraulische vloeistof, die tegen de achterzijde van de tandwielkast 32 zijn bevestigd. De overbrengingsverhouding vanaf de uitgaande as 18 van de motor 17 is zodanig dat de assen 39 en 40 worden aangedreven 30 met een omwentelingssnelheid van ongeveer 3200 omw/min. Bij een omwentelingssnelheid van ongeveer 2000 omw/min van het tandwiel 33» bezitten de tandwielen 34 en 35A beide een omwentelingssnelheid van 1000 omw/min. De assen 35 en 38 draaien in tegengestelde richting. De assen 35 en 38 van 35 de tandwielen 34 en 35A worden aan de achterzijde van de tandwielkast 32 uitgevoerd· en vormen ingaande assen van vanuit de cabine 16 bedienbare koppelingen 43 resp. 44 (fig. 2), die analoog aan de koppeling 29 zijn uitgevoerd.
8300454 f k - 8 -
De koppelingen 43 en 44 bezitten uitgaande assen 45 resp.
46, die in achterwaartse richting uitsteken. De uitgaande as 45 is door middel van een van twee universele koppelingen voorziene tussenas 47 gekoppeld met een ingaande as van een 5 tandwielkast 48 die voorzien is van een achterwaarts uitstekende uitgaande as 49 die als aftakas dient. De tandwielkast 48 is vanuit de cabine 16 trapsgewijs schakelbaar en kan uitgevoerd zijn als bijvoorbeeld een handgeschakelde versnellingsbak van een automobiel. De instelbare over-10 brengingsverhoudingen van de tandwielkast 48 zijn zodanig dat bij een uitgaand toerental van de as 45 van 1000 omw/min, de af takas 49 aandri jfb--'-“ is met naar keuze 1000, 600, 450 of 350 omw/min, zodat de door de aftakas 49 aangedreven machine aangedreven kan worden met omwentelingssnelheden 15 die aanpasbaar zijn aan de omstandigheden, zoals - bijvoorbeeld bij roterende eggen - de bodemstructuur in combinatie met de rijsnelheid van de machine. De tandwielkast 48 en de aftakas 49 zijn aan een zijde van het symmetrievlak 3 op afstand van dit vlak opgesteld en wel - gezien in boven-20 aanzicht - ongeveer ter plaatse van de zijdelingse begrenzing van het gestel 1. De tandwielkast 48 is bevestigd op de bovenzijden van een der gestelbalken 2 en de dwarsbalk 6, die ongeveer ter hoogte van de wielassen van de wielen 9, 11 zijn gelegen.
25 De uitgaande as 46 van de tandwielkast 32 is door middel van een van twee universele koppelingen voorziene tussenas 50 direct gekoppeld met een aftakas 51, die eveneens in achterwaartse richting uitsteekt. De aftakas 51 is gelegerd in een leger dat op de bovenzijde van de balk 6 is 30 bevestigd. De hartlijn van de aftakas 51 ligt in het symmetrievlak 3 en is aandrijfbaar met 1000 omw/min.
Aan weerszijden van de aftakas 51 zijn aan de verbindingsbalk 6 zwenkassen 52 bevestigd, die in eikaars verlengde liggen en loodrecht op het symmetrievlak 3 zijn 35 gericht. Om elk der zwenkassen 52 is een onderste hefarm 53 van een driepuntshefinrichting 54 verzwenkbaar. Een bovenste hefarm 55 van de hefinrichting 54 is verzwenkbaar bevestigd om een loodrecht op het symmetrievlak 3 gelegen 8300454 f % - 9 - zwenkas 56, die in een tweetal op de dwarsbalk 6 aangebrachte steunen is gelegerd* De befinrichting 54 is op de op zichzelf bekende wijze vanuit de cabine 16 hydraulisch bedienbaar. De hefarmen 53 en 55 zijn aan hun vrij einden 5 voorzien van koppelingspunten voor het aankoppelen van een of meer machines of werktuigen waarbij de koppelingspunten zijn uitgevoerd als naar boven resp. naar beneden geopende haken. Aangezien de hefinrichting 54 symmetrisch is opgesteld ten opzichte van het symmetrievlak 3, ligt 10 de aftakas 51 - die met een omwentelingssnelheid van 1000 omw/min aandrijfbaar is vanaf de koppeling 44 - in bovenaanzicht tussen de hefarmen 53» terwijl de aftakas 49 buiten de nabijgelegen hefarm 53 is gelegen.
Aan de voorzijde van de trekker is tegen de verbin-15 dingsplaat δ een hefinrichting 57 op losneembare wijze bevestigd. Zoals uit fig. 2 blijkt, is door middel van een boutverbinding een symmetrisch ten opzichte van het vlak 3 opgestelde ïï-vormige drager 58 tegen de verbindingsplaat 8 geschroefd. Om een nabij de voorzijden van de beide benen 20 van de drager 55 gelegen, loodrecht op het symmetrievlak 3 gerichte zwenkas 59 is een houder 60 verzwehkbaar door middel van een hydraulische cylinder 61, die vanuit de cabine 16 bedienbaar is. De houder 60 draagt aan zijn voorzijde een tweetal geleidingsbalken 62 die aan weerszijden var. het 25 symmetrievlak 3 en op afstand van dit vlak zijn opgesteld, en een ïï-vormige doorsnede bezitten. De beide balken 62 zijn met de benen van deze doorsnede naar elkaar toe opgesteld.
Sen tweetal rollen 63 zijn in elk der beide geleidingsbalken 62 verplaatsbaar, overeenkomstig de neerwaartse richting 30 van de balken 62. De rollen 63 zijn aan hun naar elkaar toe gerichte zijden gelegerd in een raamwerk 64, dat door middel van de rollen 63 binnen de beide geleidingsbalken 62 op en neer beweegbaar is door middel van een hydraulische cylinder 65 die met zijn onderzijde ten opzichte van de houder 60 * 35 af steunt en wa-arvan het einde van zijn zuigerstang verbonden is met de bovenzijde van het raamwerk 64. De hydraulische cylinder 65 is eveneens vanuit de cabine 16 bedienbaar.
Het raamwerk 64 draagt aan zijn onderste hoeken naar boven geopende haken die als aankoopelingspunten voor aan te 8300454 % - 10 - t.% • .
koppelen machines öf werktuigen dienen en tevens een hoger gelegen, in het symmetrievlak 3 opgestelde, naar hoven geopende haak die als bovenste bevestigingspunt van deze hefinrichting 57 dient.
5 Nabij de voorzijden van de dragers 7 is een stuuras 66 opgesteld, die zich grotendeels onder de dragers 7 uitstrekt en vertikaal of - gerekend in neerwaartse richting -enigszins schuin voorwaarts is gericht. De stuuras 66 omvat hoofdzakelijk een cylindervormige holle pijp waarvan de • 10 hartlijn samenvalt met de reeds genoemde zwenkas 10. De stuuras 66 wordt nabij zijn bovenzijde omvat door een leger 67 dat afsteunt tegen de onderzijden van beide dragers 7. De hartlijn 10 van de stuuras 66 ligt in het symmetrievlak 3.
Het leger 67 omvat een aantal boven elkaar aange-15 brachte, door middel van bouten op elkaar klembare, plaatvormige delen 68 die horizontaal zijn opgesteld en op elkaar zijn gestapeld en waarvan het bovenste deel losneembaar aan de onderzijden van de dragers 7 is bevestigd. Deze plaatvormige delen 68, die zelf de stuuras 66 althans in hoofd-20 zaak legeren, kunnen uit slijtvast materiaal zijn vervaardigd. Ondanks het feit dat slijtvast materiaal in het algemeen moeilijk lasbaar is, kan door het samenstel van een leger uit opgestapelde plaatvormige delen worden bereikt dat het leger toch gemakkelijk uitwisselbaar is.
25 De stuuras 66 is aan zijn onderzijde, eveneens op losneembare wijze, star verbonden met een buisvormige ondersteuning 69 waarvan de hartlijn de hartlijn 10 snijdt en loodrecht op deze hartlijn 10 is gericht. De buisvormige ondersteuning 69 is in de getekende stand van de voorwielen 30 9 symmetrisch opgesteld ten opzichte van het symmetrievlak 3. Tegen beide uiteinde van de buisvormige ondersteuning 69 is een hydraulische wielmotor 70 star bevestigd. De uitgaande assen van deze wielmotoren 70 vallen samen met de draaiings-assen van 4de op deze uitgaande assen bevestigde voorwielen 9. 35 De stuuras 66 steekt door het leger 67 heen tot in de ruimte tussen de beide -dragers 7 en is aldaar voorzien van hefboom 71 (fig. 2), die in de middenstand van de voorwielen 9 zijdelings uitsteekt. Het vrije uiteinde van de hefboom 71 is 8300454 - 11 - verbonden met het einde van de zuigerstang van een hydraulische cylinder 72, die verzwenkbaar is om een ongeveer verticale zwenkas 73, welke zwenkas gelegerd is binnen een der U-vormige dragers 7· Door bediening van de hydraulische 5 cylinder 72 vanuit de cabine 16 kan de hefboom 71 en daarmee de stuuras 66, de buisvormige ondersteuning 69 samen met de wielmotoren 70 en de voorwielen 90 om de hartlijn 10 vanuit de middenstand over een hoek van ongeveer 75° naar de ene zijde en ongeveer 75° naar de andere zijde worden verzwenkt, 10 totaal ongeveer 150°. Deze aanzienlijke verzwenking wordt niet gehinderd door het gestel in verband met de in het zijaanzicht volgens fig. 1 zichtbare voim van het gestel 1 dat over de voorwielen heen gebogen is.
Sen in fig. 6 getekende alternatieve uitvoerings-15 vorm van de bevestiging van de voorwielen 9 aan de stuuras 66 omvat een verzwenkbare verbinding tussen de ondersteuning 69 en de stuuras 66 door middel van een horizontale, in het vlak 3 gelegen zwenkas 69A. Deze verbinding heeft het voordeel dat tijdens bedrijf steeds alle wielen 9, 11 op de grond 20 rusten zodat de gronddruk van alle wielen behouden blijft.
Dit is van belang voor de bestuurbaarheid van de voorwielen S; ook de nabij de voorzijde gelegen motor 17 veroorzaakt een gunstige belasting van de beide voorwielen.
Tegen de zijkanten van de achterste uiteinde van de 25 beide gestelbalken 2 zijn buisvormige ondersteuningen 74 bevestigd, die vanaf de nabijgelegen gestelbalk 2 buitenwaarts zijn gericht en waarvan de hartlijnen samenvallen met de wlelas 12 van de achterwielen 11. Sik der buisvormige ondersteuningen 74 is door middel van een zijdelingse schoorstaaf 30 75j die vanaf de bijbehorende ondersteuning schuin voorwaarts en binnenwaarts is gericht, op starre wijze afgesteund tegen de zijkant van de nabijgelegen gestelbalk 2. De schoorstaven 75 en de zijdelingse ondersteuningen 74 brengen de reactie-kracht van het aandrijfkoppel dat tijdens bedrijf op de 35 achterwielen 11 wordt uitgeoefend, op op afstand van elkaar gelegen punten op de zijkanten van de gestelbalk 2 over, waarbij de opstelling zodanig is dat elke schoorstaaf 75 op een plaats van de gestelbalk 2 is bevestigd, waar eveneens de kokervormige balk 6 aan deze gestelbalk vastgelast is.
8300454 V . - -% - 12 -
Tegen het buitenste eindvlak van elke buisvormige ondersteuning 74 is een wielmotor 76 op starre wijze bevestigd. Elke wielmotor 16 steekt vanaf de bijbehorende ondersteuning 74 in buitenwaartse richting uit .terwijl de 5 hartlijn van de uitgaande as van de wielmotor, die aan de van de bijbehorende ondersteuning 74 afgekeerde einden ligt, samenvalt met de wielas 12 van de achterwielen 11. De dimen-sioneringen van het gestel 1, de ondersteuningen 74 en de wielmotoren 16 alsmede die van de achterwielen 11 is zodanig 10 dat" de binnenste begrenzingsvlakken van de achterwielen 11, gezien in de rijrichting A, op korte afstand buiten de buitenste vlakken van de voorwielen 9 zijn opgesteld; deze afstand is maximaal onge'.'o: :: eer. vierde van de diameter van de wielen. Gezien in dezelfde richting ligt de aftakas 15 30, althans in de getekende stand, vóór één der achterwielen 11, Eén der beide hydraulische pompen 41, 42 voedt de beide hydraulische wielmotoren 16 van de achterwielen 11, terwijl de andere hydraulische pomp gekoppeld is met de 20 hydraulische wielmotoren 10 van de voorwielen 9* De beide hydraulische pompen 41 en 42 hebben een door de bestuurder te bepalen variabele vloeistofopbrengst, welke opbrengst kan worden ingesteld door middel van bijvoorbeeld een vanuit de cabine verzwenkbare, op zichzelf bekende kantelschijf.
25 Het schema volgens fig. 5 toont op schematische wijze de hydraulische schakeling tussen bijvoorbeeld de pomp 41 met de wielmotoren 10 van de voorwielen 9. Een dergelijke schakeling is eveneens voor de hydraulische pomp 42 en de wielmotoren 16 voor de achterwielen 11 aanv/ezig, zodat deze 30 hydraulische opstelli .wee maal in de trekker voorkomt.
De pomp 41 voedt via een in de cabine 16 onder handbereik van de bestuurder opgestelde schuif 77, via de leiding 78 de wielmotor 70, waarvan de uitgangsleiding 79 via de schuif 77 verbonden is met de leiding 80 die de andere wiel-35 motor 70 voedt. De uitgangsleiding 81 van de laatstgenoemde pomp 70 is via de schuif 77 en een leiding 82 verbonden met een vloeistofreservoir 83. In deze stand van de schuif 77 zijn de wielmotoren 70 in serie geschakeld. Wordt de schuif 3300454 - 13 - 77 door de bestuurder in de andere stand geplaatst dan wordt de onder druk gebrachte vloeistof vanaf de pomp 41 via de leidingen 78 en 80 naar beide wielmotoren 70 gevoerd en via de leidingen 79 en 81 verbonden met de leiding 82, en het 3 reservoir 83. In dit geval staan de beide motoren 70 in parallelschakeling. Dezelfde schakeling wordt toegepast voor de pomp 42 en de wielmotoren 76.
De leiding 78 is in alle gevallen een hogedruk-leiding. De "leiding 78 wordt af getakt via de leiding 84 naar 10 een instelbare electrische schakelaar 85, die in de handel verkrijgbaar is en die bij relatief lage hydraulische druk in de leiding 73 en 84 geopend is, maar bij het bereiken van een grenswaarde van de hydraulische druk sluit. Deze grenswaarde is door middel van de schakelaar 85 instelbaar.
15 De schakelaar 85 is enerzijds verbonden met de massa van de trekker en anderzijds via een signaalgever 86 (bijvoorbeeld een hoorn of een lichtsignaal), een schakelaar 87 (bijv. het contactslot van de trekker) met de positieve pool van de accu 88 van de trekker.
20 De hiervoor uiteengezette mogelijkheid om vanuit de cabine de beide wielmotoren van de achterwielen 11 resp. de beide wielmotoren van de voorwielen 9 in serie cf parallel te schakelen, is van betekenis bij ongunstige bodem-omstandigheden waarbij één der beide beschouwde wielen 25 slipt of dreigt te slippen en waarbij het wenselijk is dat het andere wiel in staat blijft om een aandrijfkracht op de grond uit te oefenen. Ir. dit geval worden de wielmotoren 70 en/of 76 in serie geschakeld. Tijdens nomaal bedrijf zijn de wielmotoren 70 en 76 parallel geschakeld in verband 30 met onder meer het rijden van Dochten.
Naast de hiervoor beschreven opstelling is het ook mogelijk om het schema volgens fig. 5 uit te voeren voor de wielen aan één zijde van de trekker en een zelfde opstelling voor de wielen aan de andere zijde van de trekker en daar-35 naast eer/omschakelmogelijkheid voor de eerst beschreven schakeling naar de laatstbedoelde schakeling en omgekeerd.
De schakelaar 85 kan ook als veiligheidsventiel wo'nde^ u-5 ~g°voerd, eveneens in como-^natie msu een signaalgever 86. In dir geval kan de druk in de leidingen 78, 84’ 8300454 I 4 V '* - 14 - niet boven de ingestelde grenswaarde uitstijgen.
Het is tijdens bedrijf gewenst om onder alle omstandigheden een bepaald deel van het vermogen, resp. het aandrijfkoppel van de aandrijfmotor 17 ter beschikking te 5 hebben voor het aandrijven van machines of werktuigen vanaf de voorste aftakas 30 en/of de achterste aftakas 51 (beide 1000 omw/min) en/of de achterste aftakas 49 (1000, 600, 450 en 350 omw/min). Dit betekent dat het voor de voortstuwing van de trekker en de daaraan gekoppelde machine(s) benodigde 10 vermogen resp. koppel niet boven een bepaald deel van het maximale vermogen resp. koppel van de motor 17 mag uitstijgen. Het vermogen van de aandrijfmotor 17 is in dit uit-voeringsvoorbeeld ongeveer 100 kW. De hydraulische druk in de leiding 78 (fig. 5) is een maat voor het vermogen 15 resp. koppel, dat voor de voortstuwing van de trekker en aangekoppelde machine(s) of werktuig(en) wordt gebruikt. Indien deze hydraulische druk in de leiding 78 en in de leiding 84 een bepaalde grenswaarde bereikt (overeenkomende met bijv. 50 kW) dan sluit de electrische schakelaar 85 20 en geeft de signaalgever 86, die in de cabine is opgesteld, een signaal af zodat de bestuurder op de hoogte is van het feit dat de minimumwaarde van het onder alle omstandigheden voor het aandrijven van de aangekoppelde machine(s) beschikbaar gestelde deel van het vermogen is bereikt en de moge-25 lijkheid aanwezig is dat dit deel (100 - 50 = 50 kW in het genoemde voorbeeld) onder de te voren gekozen minimumwaarde dreigt te geraken. De bestuurder kan dan maatregelen nemen om het voor de voortstuwing vereiste vermogen te verminderen door bijv. de rijsnelheid te verminderen door instelling 30 van de pompen 41 en 42 en/of,indien bijvoorbeeld een grond-bewerkingsmachine is aangekoppeld, de voorste en/of achterste hefinrichting enigszins te heffen zodat de grondweer-stand van de machine vermindert. Sodra het voor de voortstuwing gebruikte vermogen of koppel weer onder de grens-35 waarde komt, stopt de signaalgever 86 doordat de druk in de leidingen 78 en 84 is verminderd. Hierdoor kan op eenvoudige wijze worden bereikt dat steeds een bepaald deel van het vermogen van de motor ter beschikking staat voor de aandrij- 0300454 - 15 - ving van aangekoppelde machines. Aan de aftakassen staat derhalve in prindne practisch het gehele motorvermogen resp. koppel ter beschikking (indien het voortstuwingsvermogen zeer gering of nul is) en de aftakasaandrijvingen zijn voor dit 5 vermogen of koppel geconstrueerd.
In de ruimte tussen de achterzijde van de motor 17 en een der achterwielen 11 is een brandstoftank 89 aan een zijkant van de trekker bevestigd, terwijl tussen de aan de tandv/ielkast 32 bevestigde pompen 41 en 42 en het nabij-10 gelegen achterwiel een reservoir 83 voor hydraulische vloeistof is opgesteld aan de zijde tegenover de brandstoftank 89. De reservoirs 83 en 89 zijn grotendeels onder de cabine 16 opgesteld.
De totale lengte van de trekker bedraagt ten minste 15 ongeveer 5 meter, de totale breedte van de trekker bedraagt ongeveer 3 meter. Ket gewicht van de trekker bedraagt ongeveer 3000 kg.
De uitvinding is niet beperkt tot datgene wat inde beschrijving en/of in de conclusies is vermeld, maar heeft 20 ook betrekking op de details van de figuren al dan niet beschreven.
-Conclusies- 3300454

Claims (36)

  1. 2. Trekker volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een aftakas met ten minste vier verschillende omwentelingssnelheden aandrijfbaar is. 10 3· Trekker volgens conclusie 1 of 2, met het ken merk, dat de aftakas met, naar keuze, 1000, 600, 450 en 350 omw/min aandrijfbaar is.
  2. 4. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de met verschillende omwentelingssnel- 15 heden aandrijfbare aftakas aan de achterzijde van de trekker is aangebracht.
  3. 5. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de trekker ten minste één aftakas bezit die vanaf de motor via een koppeling aandrijfbaar is. · 20 6· Trekker volgens conclusie 5> met het kenmerk, dat de koppeling vanaf de bestuurderszitplaats in- en uit-schakelbaar is.
  4. 7. Trekker volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de koppeling door een uitgaande as van een tandwielkast 25 aandrijfbaar is, die een tandwielstelsel omvat door middel waarvan tevens hydraulische pompen voor de wielaandrijving van de trekker aandrijfbaar zijn.
  5. 8. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de motor een maximaal vermogen van 30 ongeveer 100 kW bezit.
  6. 9. Trekker volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de hydraulische pompen een vanaf de bestuurderszitplaats variabele opbrengst bezitten. 10. * Trekker volgens een der-voorgaande conclusies, 35 met het kenmerk, dat de trekker vier door middel van hydraulische motoren aandrijfbare wielen bezit.
  7. 11. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de trekker twee hydraulische pompen 8300454 - 17 - bezit, waarvan er één de motoren van de achterwielaandrij-ving en de-andere de motoren van de voorwielaandrijving voedt.
  8. 12. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, 5 met het kenmerk, dat de trekker ten minste twee door wiel- ♦ motoren aandrijfbare wielen omvat, welke motoren in parallelschakeling of in serieschakeling door een hydraulische pomp aandrijfbaar zijn.
  9. 13. Trekker of dergelijk voertuig, in het bijzonder 10 een trekker voor landbouwdoeleinden met een aandrijfmotor, Λ een gestel, ten minste één hefinrichting en ten minste één aftakas, met het kenmerk, dat de trekker ten minste twee door wielmotoren aandrijfbare wielen omvat, welke motoren in parallelschakeling of in serieschakeling door een hydrau-15 lische pomp aandrijfbaar zijn.
  10. 14. Trekker volgens conclusie 12 of 13, niet het kenmerk, dat naar keuze de wielmotoren van de achterwielen en/of die van de voorwielen in serie resp. parallel schakel-baar zijn.
  11. 15. Trekker volgens een der voorgaande conclusies 10 - 14, met het kenmerk, dat de hydraulische motoren door middel van een buisvormige ondersteuning met het gestel zijn verbonde XI ·
  12. 16. Trekker volgens conclusie 15, met het kenmerk, 25 dat de buisvormige ondersteuning door middel van een zijdelingse schoorstang tegen het gestel afsteunt.
  13. 17. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aandrijfmotor nabij een einde van de trekker zodanig is aangebracht, dat de motoras zich onge-30 veer dwars op de rijrichting uitstrekt.
  14. 18. Trekker of dergelijk voertuig, in het bijzonder een trekker voor landbouwdoeleinden met een aandrijfmotor, een gestel, ten minste één hefinrichting en ten minste één aftakas, met het kenmerk, dat de aandrijfmotor nabij een 35 einde van de trekker zodanig is aangebracht, dat de motoras zich ongeveer dwars op de rijrichting uitstrekt.
  15. 19. Trekker volgens conclusie 17 of 18, met het kenmerk, dat de aandrijfmotor nabij de voorwielen is opgesteld.
  16. 20. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, 8300454 - 18 - met het kenmerk, dat de aandrijfmotor een luchtgekoelde dieselmotor is.
  17. 21. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aandrijfmotor ten dele in een be- 5 stuurderscabine is opgesteld.
  18. 22. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een aftakas nabij een einde van de aandrijfmotor en zijdelings van de trekker is opgesteld.
  19. 23. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, 10 met het kenmerk, dat een stuuras voor bestuurbare wielen bezit, die een legering heeft welke legering een aantal boven elkaar aangebrachte plaatvormige delen omvat, waarbij het bovenste deel losneembaar aan het gestel is bevestigd.
  20. 24. Trekker of dergelijk voertuig, in het bijzonder 15 een trekker voor landbouwdoeleinden met een aandri jfmotor, een gestel, ten minste één hefinrichting en ten minste één aftakas, met het kenmerk, dat een stuuras voor bestuurbare wielen bezit, die een legering heeft welke legering een aantal boven elkaar aangebrachte plaatvormige delen omvat, 20 waarbij het bovenste deel losneembaar aan het gestel is bevestigd.
  21. 25. Trekker volgens conclusie 23 of 24, met het kenmerk, dat de plaatvormige delen uit slijtvast materiaal zijn vervaardigd.
  22. 26. Trekker volgens een der conclusies 23 - 25, met het kenmerk, dat aan de stuuras twee voorwielen zijn bevestigd, die aan weerszijden van de stuuras zijn opgesteld.
  23. 27. Trekker volgens conclusie 26, met het kenmerk, dat de voorwielen ten opzichte van de stuuras gezamenlijk 30 om een ongeveer horizontale in de rijrichting gelegen zwenk-as verzwenkbaar zijn.
  24. 28. Trekker volgens een der conclusies 23 - 27, met het kenmerk, dat de opwaarts gerichte stuuras ten opzichte van het gestel om zijn hartlijn op hydraulische wijze ver- 35 zwenkbaar«is.
  25. 29. Trekker volgens een der conclusies 23 - 28, met het kenmerk, dat de stuuras over ongeveer 150° verzwenkbaar is.
  26. 30. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, 83 0 0 4 5 4. - 19 - met het kenmerk, dat het gestel van de trekker nabij zijn voorzijde boven de voorwielen eindigt en bevestigingsmiddelen omvat om een hefinrichting aan de trekker te bevestigen. 31· (Trekker of dergelijk voertuig, in het bijzonder 5 een trekker voor landbouwdoeleinden met een aandrijfmotor, een gestel, ten minste één hefinrichting en ten minste één aftakas, met het kenmerk, dat het gestel van de trekker nabij zijn voorzijde boven de voorwielen eindigt en bevestigingsmiddelen omvat om een hefinrichting aan de trekker te 10 bevestigen.
  27. 32. Trekker volgens conclusie 30 of 31, met het kenmerk, dat het gestel ten minste één balk ongeveer ter hoogte van de wielassen omvat alsmede ten minste één andere balk boven de wielen omvat. 15 33· Trekker volgens conclusie 32, met het kenmerk, dat de balk en de andere balk door een schuin opwaarts gerichte balk star zijn verbonden.
  28. 34· Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het gestel van de trekker aan zijn 20 achterzijde een dwarsbalk omvat die, gerekend in de rijrichting, vóór de denkbeeldige wielas van de achterwielen is gelegen.
  29. 35. Trekker volgens conclusie 34, met het kenmerk, dat aan de dwarsbalk een hefinrichting is bevestigd.
  30. 36. Trekker volgens conclusie 34 of 35, met het kenmerk, dat aan de dwarsbalk ten minste één aftakas is bevestigd.
  31. 37. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het gestel van de trekker nabij zijn 30 achterzijde twee lang&alken bezit die onderling op grotere afstand zijn gelegen dan twee nabij de voorzijde opgestelde langsbalken.
  32. 38. Trekker volgens een der conclusies 30 - 37, met het kenmerk, dat de trekker een bestuurderscabine omvat 35 waarvan de vloer lager is gelegen dan het boven de voorwielen gelegen gesfaldeel.
  33. 39. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de trekker een bestuurderscabine bezit waarvan de voorzijde zich, gezien in bovenaanzicht, ongeveer 3300454 V , - 20 - tot de voorzijde van de aandrijfmotor uitstrekt en de achterzijde in zijaanzicht hoven de voorste helft van de achterwielen is gelegen. 4*0. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, 5 met het kenmerk, dat de lengte van de trekker ten minste 5 meter bedraagt.
  34. 41. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de breedte van de trekker ongeveer 3 meter bedraagt. 10 42. , Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het gewicht van de trekker ongeveer 3000 kg. bedraagt.
  35. 43. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de trekker ten minste drie aftakassen 15 bezit, waarvan ten minste één aan een zijkant van de trekker is opgesteld.
  36. 44. Trekker zoals beschreven en in de tekeningen is afgebeeld. -o-o-o-o-o-
NL8300454A 1983-02-07 1983-02-07 Trekker of dergelijk voertuig. NL8300454A (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8300454A NL8300454A (nl) 1983-02-07 1983-02-07 Trekker of dergelijk voertuig.
GB08402630A GB2134862B (en) 1983-02-07 1984-02-01 A motor vehicle such as a tractor
DE19843403932 DE3403932A1 (de) 1983-02-07 1984-02-04 Schlepper oder aehnliches nutzfahrzeug
FR8401820A FR2540452A1 (fr) 1983-02-07 1984-02-07 Tracteur ou vehicule analogue a manoeuvrabilite amelioree

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8300454A NL8300454A (nl) 1983-02-07 1983-02-07 Trekker of dergelijk voertuig.
NL8300454 1983-02-07

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8300454A true NL8300454A (nl) 1984-09-03

Family

ID=19841371

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8300454A NL8300454A (nl) 1983-02-07 1983-02-07 Trekker of dergelijk voertuig.

Country Status (4)

Country Link
DE (1) DE3403932A1 (nl)
FR (1) FR2540452A1 (nl)
GB (1) GB2134862B (nl)
NL (1) NL8300454A (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3740605A1 (de) * 1987-12-01 1989-06-15 Boeck Xaver Abnehmbare kupplungseinrichtung fuer ackerschlepper
DE102005000936A1 (de) * 2005-01-07 2006-07-20 Rebo Landmaschine Gmbh Ackerschlepper mit einem Fahrgestell
FR2998522B1 (fr) * 2012-11-26 2014-12-19 Naturagriff Sarl Chassis intermediaire avec centrale hydraulique incorporee et transmission multifonctionnelle

Family Cites Families (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB582352A (en) * 1944-05-30 1946-11-13 Arthur William Bean A power driven vehicle for horticultural or similar purposes
BE487730A (nl) * 1948-03-08
GB660055A (en) * 1949-02-15 1951-10-31 Louis Henri Denis Marie Ballu Improvements in or relating to light tractors
CH399041A (de) * 1960-02-08 1966-03-31 Lely Nv C Van Der Landwirtschaftsschlepper mit austauschbar damit verbundenen Arbeitsgeräten
GB916749A (en) * 1960-10-13 1963-01-30 Agrostrog Protejov An improved frame for a tractor
NL258916A (nl) * 1960-12-09
CH504342A (de) * 1969-11-25 1971-03-15 Schilter & Co Maschf Motorgetriebenes Fahrzeug
NL7015918A (nl) * 1970-10-30 1972-05-03
SE363717B (nl) * 1972-05-17 1974-02-04 Svenska Sockerfabriks Ab
DE2240415A1 (de) * 1972-08-17 1974-02-21 Kloeckner Humboldt Deutz Ag Fahrzeug, insbesondere landwirtschaftlich nutzbares motorfahrzeug
GB1600960A (en) * 1977-07-15 1981-10-21 Kubota Ltd Offset type tractors
JPS5467914A (en) * 1977-11-10 1979-05-31 Kubota Ltd A symmetric tractor
GB2029784B (en) * 1978-09-02 1982-08-11 Carruthers & Co Ltd J Tractive vehicles
NL8203382A (nl) * 1982-08-31 1984-03-16 Lely Nv C Van Der Trekker.

Also Published As

Publication number Publication date
GB8402630D0 (en) 1984-03-07
GB2134862B (en) 1986-11-12
FR2540452A1 (fr) 1984-08-10
DE3403932A1 (de) 1984-08-09
GB2134862A (en) 1984-08-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8300453A (nl) Trekker of dergelijk voertuig.
US3690395A (en) Motor vehicle with two driving units especially for agricultural purposes
US4363374A (en) Tractor
US5562166A (en) Garden tiller
US2524083A (en) Tractor and means for detachably mounting agricultural implements thereon
US4662162A (en) Tomato harvester
US4585084A (en) Agricultural tractor
US4791996A (en) Agricultural tractor with lightweight frame and front and rear wheels forming substantially continuous wheel path
NL8200663A (nl) Trekker voor landbouwdoeleinden of dergelijke.
NL8300732A (nl) Trekker, in het bijzonder een trekker voor landbouwdoeleinden.
NL8300454A (nl) Trekker of dergelijk voertuig.
NL8500758A (nl) Trekker.
US4172356A (en) Yard rake
US4688375A (en) Mower attachment for farm tractors
US3672459A (en) Single wheel, self-propelling attachment
US20210212263A1 (en) Self-propelled vehicles with extendable devices
US4018294A (en) Draft attachment for wheeled implements
US2067158A (en) Power gang lawn mower
US5964078A (en) Multiple implement tow bar assembly
US3576227A (en) Attachment device for an agricultural machine
NL8203381A (nl) Trekker.
NL8303181A (nl) Trekker voorzien van een hefinrichting.
NL8204359A (nl) Trekker, in het bijzonder voor landbouwdoeleinden.
GB2128147A (en) Agricultural tractor
NL8403484A (nl) Trekker.

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed