NL8205041A - Peristaltische pomp. - Google Patents

Description

: 1 Λ

PERISTALTISCHE POMP

Het werkingsprincipe van een peristaltische pomp berust op het samendrukken van een elastisch deformeerbare buis op tenminste één punt, zodanig dat het inwendige volume daarvan verdeeld wordt in twee ten opzichte van elkaar af-5 gedichte kamers en op het langs de buis verplaatsen van dit samendrukkingspunt zodanig dat het in de buis voor het samendrukkingspunt aanwezige produkt wordt voortgestuwd en dat -door het zuigingseffect dat de buis bij zijn neiging om elastisch zijn oorspronkelijke vorm weer in te nemen - het pro-10 dukt achter het samendrukkingspunt wordt aangezogen. Men vormt aldus in de pomp een hoge-druk-kamer en een lage-druk— kamer welke kamers gescheiden worden door een beweegbaar af-dichtingsgebied waarvan de kwaliteit bepalend is voor de werking van de pomp.

15 De kwaliteit van de afdichting hangt af van de indruk- king van de buis welke zelf een functie is van de aard van het gebruikte materiaal en de mate van slijtage daarvan. Vanwege dit feit is het noodzakelijk om te kunnen zorgen voor een bepaalde regeling van de mate van indrukking van de buis 20 teneinde rekening te houden met deze parameters.

De uitvinding heeft tot doel een peristaltische pomp die inrichtingen omvat waarmee het samendrukken en het sterk samendrukken van de buis gemakkelijk kan worden geregeld teneinde, ofwel deze waarde in te stellen als functie van de 25 vereiste aanzuig- en persdrukken, ofwel de slijtage van de buis die de oorzaak is van het verlies aan rendement of de vermindering van de prestatie van de pomp te compenseren, of de optimale mate van samendrukking te kiezen waarmee de maximale levensduur van de buis als functie van het uit te voe-30 ren werk of de uit te voeren werken. Deze regeling maakt het eveneens mogelijk om de mate van samendrukking zodanig aan te passen dat een voor met lage snelheden werkende pompen geregeld debiet wordt verkregen en aldus het mogelijk te maken dat met dergelijke pompen doseringswerkzaamheden kunnen wor-35 den uitgevoerd.

8205041 * 2

Een dergelijke pomp omvat een stator, een elastisch de-formeerbare buis die langs één steunoppervlak van de stator is aangebracht en een rotor die voorzien is van een aantal organen voor het tegen het steunoppervlak samendrukken 5 van de buis, welke organen regelmatig verdeeld aangebracht zijn over de rotor en met de rotor zijn verbonden door middel van een element voor het regelen van de radiale afstand tussen dit samendrukkingsorgaan en de rotatie-as van de rotor.

10 De rotor omvat tenminste één referentievlak evenwij dig aan de rotatie-as van de rotor en het genoemde regelelement wordt gevormd door een steun voor de rotatie-as van het samendrukkingsorgaan ofwel de samendrukkingsrol, die voorzien is van een referentieoppervlak dat in contact gehouden 15 wordt met het referentieoppervlak van de rotor, terwijl tenminste een aantal openingen in de rotor en tenminste één opening in de steun is aangebracht, welke opening in de steun op een lijn gebracht kan worden met een van de openingen in de rotor door verplaatsing van de steun ten opzich-20 te van de rotor langs deze referentieoppervlakken, in een radiaal vlak van de rotor, en een daardoorheen stekend verbin-dingsorgaan op kan nemen.

In het geval dat de pomp twee diametraal tegenover elkaar liggende samendrukkingsrollen omvat, omvat de rotor 25 bovendien twee onderling evenwijdige referentievlakken, die elk samenwerken met een overeenkomstige steun.

De uitvinding zal beter worden begrepen uit de hierna uitsluitend als voorbeeld en niet beperkend bedoeld gegeven beschrijving, waaruit de verdere kenmerken en voordelen van 30 de uitvinding blijken.

Fig. 1 en 2 tonen een pomp volaens de uitvinding in doorsnede respectievelijk volgens de lijnen I-I in fig. 2 en II-II in fig. 1.

Fig. 3 is een aanzicht van de rotor van de pomp van 35 fig, 1 en 2.

Fig. 3A toont een uitvoeringsvorm van een regelelement volgens de uitvinding.

8205041 3 .................. ** '

Uit fig. 1 en 2 blijkt de algemene vorm van een peristaltische pomp. In een stator 1 die een vast oppervlak la (hier half-cilindrisch) omvat is een elastisch deformeerbare buis 2 aangebracht, die met zijn uiteinde door de stator 1 5 wordt vastgehouden en langs het oppervlak la is aangebracht.

Een rotor 3 draait in de stator 1 om een as 4 die zich bevindt op de hartlijn van het cilindrische oppervlak la. De rotor omvat twee diametraal tegenover elkaar geplaatste sa-mendrukkingsorganen 5 (hier roteerbaar om assen 6 aan de ro-10 tor gemonteerde rollen) die de buis 2 tegen het oppervlak la platdrukken en daarbij een gesloten afgedicht gebied 7 vormen dat het inwendige volume van de buis in twee kamers verdeelt, een voorste perskamer en een achterste zuigkamer. Het zal duidelijk zijn dat andere soorten pompen volgens het-15 zelfde principe kunnen bestaan welke een aantal rollen voor het samendrukken van de buis kunnen omvatten. In dit geval zijn de rollen regelmatig verdeeld over de rotor en is het oppervlak la beperkt tot een gedeelte van een cilinder waarvan de middelpuntshoek gelijk is aan de hoekafstand tussen 20 twee opeenvolgende rollen.

Een van de belangrijke parameters die bepaald moet worden voor het verkrijgen van een goede werking van de pomp is de mate van de samendrukking van de buis, welke bepaald wordt door de afstand D die de bewegende beschrijvende lijn 25 van de rol 5 scheidt van het steunvlak la. Het is gunstig om deze afstand te kunnen regelen teneinde een optimaal samen-drukkingseffect te verkrijgen dat een goede afdichting in het gebied 7 verzekert zonder de buis te sterk samen te hoeven drukken (hetgeen aanleiding geeft tot vermoeidheid en 30 een overmatige slijtage van de buis). Deze regeling hangt in hoofdzaak af van de aard van de buis, van de aard van het voort te stuwen produkt en van de gebruiksomstandigheden van de pomp.

Het is eveneens noodzakelijk om, na een eerste afrege-35 ling van de waarde van deze afstand D, deze aan te kunnen passen om rekening te houden met variaties in de tijd van de mechanische eigenschappen van de buis en van zijn slijtage.

8205041 4

Hiertoe heeft men een regelinrichting voor de radiale stand van de rollen 5 ten opzichte van de as 4 van de rotor 3 aangebracht. In de fig. 1, 2, 3 en 3A bestaat deze inrichting uit een losneembaar aan de rotor 3 bevestigde steun 8 5 voor de as 6 van de rollen. De steun wordt gevormd door twee platen 8a en 8b, die aan een van hun einden voorzien zijn van een lager 8c voor de as 6 en die, loodrecht op de as van dit lager, een referentieoppervlak 9 omvatten. De rotor 3 is eveneens voorzien van een referentieoppervlak 10, loodrecht 10 op zijn rotatie-as 4, voor het opnemen van het oppervlak 9. Bovendien hebben de steun 8 en de rotor 3 overeenkomstige richtmiddelen 11 voor de positie van de steun op de rotor, welke middelen gevormd worden door tenminste één in elk van de platen 8a en 8b gevormde opening 12 en een aantal ope-15 ningen 13 in de rotor. Wanneer de opening 12 ten opzichte van een van de openingen 13 is gepositioneerd, kan een borg-bout 14 aangebracht worden voor het aan de rotor vastzetten van de steun. Het zal duidelijk zijn dat het ook mogelijk is om in de steun een aantal openingen aan te brengen en in de 20 rotor één enkele opening. Zoals uit de figuren blijkt, omvat de steun 8 bovendien een aantal openingen 12a, 12b, 12c (meer exact een aantal paren openingen, voor het vastzetten met twee bouten 14) die elk een overeenkomstige opening in het aantal openingen 13a, 13b, 13c van de rotor hebben.

25 Fig. 3 toont dat bij het samen laten vallen van de openingen 12a met de openingen 13a, men een positie 8' van de steun verkrijgt. De posities 8'' en 8'11 worden verkregen door de openingen 12b en 13b, respectievelijk 12c en 13c met elkaar samen te laten vallen. De beweging van de ene naar de 30 andere stand wordt geleid door de samenwerking van de refe-rentievlakken 9 en 10 die met elkaar in contact blijven. Men ziet dus dat wanneer de stand 8' een afstand A bepaalt tussen het lager 6 van de rol en de rotatie-as 4 van de rotor 3 (welke afstand minimaal kan zijn) de posities 81' en 8''’ af-35 standen B en C bepalen die ten opzichte van elkaar en van de afstand A verschillen en groter zijn dan A wanneer deze laatste minimaal is (dat wil zeggen wanneer de, in de positie 81, de as 4 met het lager 6 verbindende rechte loodrecht 8205041 ' ' τ:·;.;'Γτ·ι· ..Ιντ;.

5 staat op het oppervlak 10). Men heeft aldus een regelmogelijkheid voor de radiale afstand van de rollen tot de rotor-as en dus een regelmogelijkheid van de genoemde afstand D.

Opdat de rollen dezelfde hoekafstand behouden (hier 5 180"), zijn de instelmiddelen voor de steun 8 van de andere rol symmetrisch met de hierboven beschrevene ten opzichte van de as 4 van de rotor.

8205041

Claims (1)

1. 2. Peristaltische pomp volgens conclusie 1, met het 25 kenmerk, dat deze twee diametraal tegenover elkaar liggende samendrukkingsrollen (5) omvat en dat de rotor (3) twee onderling evenwijdige referentievlakken (10) omvat, die elk samenwerken met een overeenkomstige steun (8). 8205041