NL8204807A - Kleurentelevisiebeeldweergeefinrichting. - Google Patents

Description

PHN 10.518 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.

Kleurentelevis iebeeldweergeefinrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een kleurentelevis iebeeldweergeef inrichting bevattende een weergeefgedeelte waarvan een ingangs-schakeling is gekoppeld roet een uitgangsschakeling van een digitaal-ana-loogomzetter, van welke digitaal-analooganzetter een ingangsschakeling 5 is gekoppeld met een uitgangsschakeling van een rastertalcmzetschakeling waarvan een ingangsschakeling is gekoppeld met een uitgangsschakeling van een analcog-digitaalcmzetter, welke analoog-digitaalanzetter een ingang heeft voor het toevoeren van tenminste een helderheidssignaal van een weer te geven kleurentelevisiesignaalcanbinatie.

10 Uit Elektronica 82/4, pagina's 27-33 is een dergelijke kleu ren televisiebeeldweergeefinrichting bekend waarbij ofwel een helderheidssignaal en twee kleurverschilsignalen ofwel een helderheidssignaal en een chraninantiesignaal aan een analoog-dlgltaalcmzetschakeling worden toegevoerd. De analoog-digitaalomzetsdiakeling bevat drie analoog-digi-15 taalcm2etters in het eerste geval respektievelijk één in het tweede geval.

De uitvinding heeft ten doel een dergelijke kleurentelevisie-beeldweergeefinrichting geschikt te maken voor het weergeven van een toe te voegen signaalcanbinatie zoals bijvoorbeeld een teletextsignaal-20 combinatie of een spelsignaalccmbinatie zonder dat daarvoor een omschakeling van de afbuigfrequentie moet plaatsvinden.

On dit te verwezenlijken zou aan de ingangen of de ingang van de analoog-digitaalcmzetschakeling via een cmschakelaar een sig-naalccmbinatie kunnen worden toegevoerd die wordt afgeleid uit de toe 25 te voegen signaalcanbinatie en die overeenkomt met de combinatie helderheidssignaal + kleurverschilsignalen of helderheidssignaal + chraninantiesignaal van het kleurentelevisiesignaal. Dit zou evenwel een slechtere beeldkwaliteit leveren dan de in het algemeen met de toe te voegen signaalcanbinatie bereikbare beeldkwaliteit.

30 Een kleurentelevisiebeeldweergeef inrichting van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding heeft daarom tot kenmerk, dat tussen een aantal ingangen van de rastertalcmzetschakeling en een aantal corresponderende uitgangen van de analoog-digitaalcmzetter een 8204807 > ¥ PHN 10.518 2 eerste door een onschakelsignaal bedienbare amschakelaar is opgenomen en tussen een aantal ingangen van het beeldweergeefgedeelte en de digi-taal-analoogonzetter een tweede anschakelaar is qpgenanen die bedienbaar is door het onschakelsignaal dat via de rastertalonzetschakeling is 5 overgedragen, waarbij aan de eerste anschakelaar een binaire signaal-conbinatie afkomstig van de analoog-digitaalonzetter en een binaire sig-naalcombinatie van een toe te voegen signaalcombinatie zoals bijvoorbeeld een teletext- of spelsignaalccmbinatie, wordt toegevoerd terwijl aan de tweede amschakelaar weer te geven analoge televisiebeeldsignalen en de 10 van een aantal uitgangen van de rastertalonzetschakeling te verkrijgen binaire signaalconbinatie van de toe te voegen signaalcombinatie worden toegevoerd.

Door deze maatregel wordt de gehele toe te voegen signaalconbinatie via een breedbandig overdrachtskanaal door de rastertalomzet-15 schakeling gevoerd zodat geen verlies aan beeldkwaliteit optreedt.

Behalve voor het onschakelsignaal dat slechts één bit per beeldelement bevat is er geen extra signaalweg in de rastertalonzetschakeling vereist, terwijl ook deze extra één-bitssignaalweg kan vervallen als volgens een verdere uitwerking van de uitvinding de uitgangs-20 combinatie van de analoog-digitaalomzetschakeling een begrenzer bevat en de toe te voegen signaalconbinatie via signaalwegen voor de minst significante bits van de rastertalonzetschakeling wordt overgedragen, terwijl met uitgangen van de uitgangsschakeling van de rastertalanzet-schakeling voor de meer significante bits een niveaudetectieschakeling 25 is gekoppeld voor het verkrijgen van het onschakelsignaal voor de tweede amschakelaar.

De uitvinding zal nu aan de hand van de tekening worden toegelicht.

In de tekening illustreert: 30 fig. 1 met een blokschema een kleurentelevisiebeeldweergeef- inrichting volgens de uitvinding en fig. 2 eveneens met een blokschema een verdere uitwerking van een deel van een kleurentelevisiebeeldweergeefinrichting volgens de uitvinding.

35 In fig. 1 wordt aan een ingang 1 van een hoogfrequent-, midden- frequent- en detectiegedeelte 3 een ontvangen kleurentelevisiesignaal toegevoerd dat gedemoduleerd aan een uitgang 5 ervan verschijnt. Het 8204807 EHN 10.518 3 gedemoduleerde kleurentelevisiesignaal bevat een helderheidssignaal, een chrxminan ties ignaal, een synchronisatiesignaal en een teletextsignaal.

Van het gedemoduleerde kleurentelevisiesignaal aan de uitgang 5 van het hoogfrequent-, middenfrequent- en detectiegedeelte 3 wordt 5 door een analoog-digitaalcmzetter 7 het helderheidssignaal angezet in een digitale helderheidssignaal combinatie, door een demodulatieschakeling 9 en een analoog-digitaalcmzetter 11 een component van het chrcminantie-signaal in een digitale kleurverschilsignaalccmbinatie, door een demodulatieschakeling 13 en een analoog-digitaalcmzetter 15 een andere ccmpcr 10 nent van het chrcminantiesignaal in een verdere digitale kleurverschilsignaalambinatie, het teletexts ignaal door een teletextdecoder 17 in een digitale teletextsignaalccmbinatie en het synchronisatiesignaal door een synchrcnisatiesignaalafschelder 19 in een synchronisatiesignaalccm-binatie met een horizontaal en een vertikaal synchronisatiesignaal.

15 Het horizontale respektievelijk vertikale synchronisatiesig naal wordt van een uitgang 21 respektievelijk 23 van de synchrcnisatiesignaalaf scheider 19 verkregen en toegevoerd aan een ingang 25 respektievelijk 27 van een impulsgenerator 29.

De impulsgenerator 29 levert via een uitgang 31 een kloksighaal 20 van bijvoorbeeld drie MHz aan de analoog-digitaalcmzetter 11, via een uitgang 33 een kloksignaal van bijvoorbeeld eveneens drie MHz aan de analoog-digitaalcmzetter 15, via een uitgang 35 een kloksignaal van bijvoorbeeld twaalf MHz aan de analoog-digitaalcmzetter 7, via een uitgang 37 een kloksignaal van bijvoorbeeld eveneens twaalf MHz aan de 25 teletextdecoder 17, aan een uitgang 39 een horizontaal synchronisatiesignaal van vrijwel de dubbele frequentie van het horizontale synchronisatiesignaal aan de ingang 25, aan een uitgang 41 een vertikaal synchronisatiesignaal van vrijwel de dubbele frequentie van het vertikale synchronisatiesignaal aan de ingang 27, en aan een uitgangsccmbinatie 43 30 een besturingssignaalccmbinatie die aan een ingangsccmbinatie 45 van een rastertalcmzetschakeling 47 wordt toegevoerd. Deze besturingssignaalccmbinatie bevat onder andere inschrijf- en uitleeskloksignalen en horizontale en vertikale synchronisatiesignalen.

Aan een ingangsccmbinatie 49 respektievelijk 51 van de raster-35 talcmzetschakeling 47 worden de digitale kleurverschilsignaalccmbinaties afkomstig van de analoog-digitaalanzetters 11 respektievelijk 15 toegevoerd.

8204807 de PHN 10.518 4

Van een verdere ingangscoribinatie van/rastertalomzetschakeling 7 liggen een vijftal ingangen 53, 55, 57, 59 en 61 rechtstreeks aan een vijftal corresponderende uitgangen 54, 56, 58, 60 en 62 en een drietal ingangen 63, 65 en 67 via een eerste anschakelaar 69 aan een drietal 5 corresponderende uitgangen 64, 66, 68 van de analoog-digitaalanzetter 7 voor het helderheidssignaal.

De eerste anschakelaar 69 kan onder invloed van een anschakel-signaal dat aan een ingang 71 ervan wordt toegevoerd de getekende of de niet-getekende stand aannemen. De ingangen 63, 65, 67 van de rastertal-10 anzetschakeling 47 worden in de getekende stand verbonden met de uitgangen 64, 66, 68 van de analoog-digitaalanzetter 7 en in de niet-getekende stand met een drietal uitgangen 73, 75, 77 van de teletextdecoder 17 die elk een binair kleur signaal leveren. Deze ccmbinatie van binaire kleursignalen wordt in het vervolg ook wel toe te voegen signaalconbi-15 natie genoemd en kan ook van een andere bron bijvoorbeeld een spelscha-keling afkanstig zijn. De bemaisteringsfrequentie ervan moet gekoppeld zijn of worden aan die van de analoog-digitaalanzetter 7.

Het anschakelsignaal aan de ingang 71 van de eerste amschake-laar 69 is afkanstig van een uitgang 79 van de teletextdecoder 17 en 20 wordt ook toegevoerd aan een ingang 81 van de rastertalanzetschakeling 47. Het anschakelsignaal kan worden gevormd door een logische of-combinatie van een blanking-of boxsignaal en een monochrane teletexts ignaal waarbij het laatste weer een of-canbinatie is van de drie signalen aan de uitgangen 73, 75 en 77 van de teletextdecoder 17. Hierdoor staat bijvoor-25 beeld bij het gebruik van een teletextsignaal voor ondertiteling de anschakelaar 69 alleen in de niet-getekende stand gedurende de tijd overeenkomend met de ondertitelruimte.

In de rastertalanzetschakeling 47 worden met behulp van de signalen aan de ingangscanbinatie 45 de signaalcanbinaties aan de 30 ingangscanbinaties 49, 51 en 53, 55, 57, 59, 61, 63, 65, 67 bijvoorbeeld bemonsterd met een klokfrequentie van bijvoorbeeld achttien MHz en sequentieel gemaakt in de volgorde Y, Y, U, Y, Y, V,.......waarin Y de helderheidssignaalmonsters en U en V de kleurverschilsignaalmonsters zijn. Met behulp van een geheugenschakeling met bijvoorbeeld twee raster-35 geheugens waarvan het ene wordt ingeschreven terwijl het andere twee keer achter elkaar wordt uitgelzen, wordt dan de ras ter frequent ie verdubbeld waarna het sequentiële signaal Y, Y, U, Y, Y , V ,.... weer wordt 8204807 PHN 10.518 5 cmgezetin een aantal siiiultane s ignaa lcambinaties waarvan de kleurver-schilsignaalcaiibinaties aan een uitgangsconbinatie 83 respektievelijk 85 verschijnen en de helderheidssignaalcanbinatie aan een uitgangsconbinatie 87, 89, 91, 93, 95, 97, 99, 101.

5 De kleurverschils ignaalconbinaties worden via een digitaal- analoogonzetter 103, 105 en de helderheidssignaalcanbinatie via een digitaal-analoogcmzetter 107 en een matrixschakeling 109 toegevoerd aan een tweede anschakelaar 111 waaraan verder via vertragingscorrectie-schakelingen 113, 115, 117 signalen afkomstig van de uitgangen 97, 99, 10 101 van de rastertalcmzetschakeling 47 worden toegevoerd.

De tweede anschakelaar 111 wordt bediend door een aan een ingang 119 ervan toegevoerd cmschakelsignaal dat via een vertragingscor-rectieschakeling 121 met een uitgang 123 van de rastertalanzetschakeling 47 is verbcnden.

15 Tussen de Ingang 81 en de uitgang 123 van de rastertalcmzet- schakeling 47 is een één-bits overdrachtskanaal opgenanen met dezelfde overdrachtseigenschappen als tussen de ingangscanbinatie 53, 55, 57, 59, 61, 63, 65, 67 en de uitgangsconbinatie 87, 89, 91, 93, 95, 97, 99, 101 ervan.

20 Van de anschakelaar 111 worden drie kleursignalen verkregen die aan een drietal ingangen 125, 127, 129 van een beeldweergeef-gedeelte 131 warden toegevoerd. De niet-getekende afbuigschakelingen van het beeldweergeefgedeelte 131 worden gesynchroniseerd door aan een tweetal ingangen 133 en 135 toegevoerde, van de uitgangen 39 en 41 van de 25 inpulsgeneratar 29 afkanstige, synchranisatiesignalen.

De kleursignalen aan de ingangen 125, 127, 129 van het beeldweergeef gedeelte 131 zijn in de getekende stand van de eerste en de tweede anschakelaar 69, 111 de kleursignalen verkregen uit het belder-heidssignaal en de kleurverschilsignalen van een ontvangen kleurentele-30 visiesignaal.

Wordt de eerste anschakelaar 69 tengevolge van het cmschakelsignaal aan zijn Ingang 71 in de niet-getékende stand gezet dan worden de uitgangen 73, 75, 77 van de teletextdecoder 17 verbonden met de ingangen 63, 65, 67 waardoor, op door de rastertalcmzetschakeling 47 be-35 paalde tijdstippen, de van de ingangen 63, 65, 67 naar de uitgangen 97, 99, 101 ervan overgedragen toe te voegen signaalccmbinatie aan de tweede anschakelaar 111 wordt toegevoerd. Deze tweede anschakelaar 111 wordt 8204807 PHN 10.518 6 door het cmschakelsignaal aan zijn ingang 119 op met de bediening van de eerste amschakelaar 69 corresponderende tijdstippen in de niet-getekende stand gezet. Het beeldweergeefgedeelte 131 ontvangt dan de kleur-signalen van de toegevoegde signaalcanbinatie, in dit geval dus van het 5 teletextbeeld. Qrdat deze signaalcanbinatie ook via de rastertalcmzet-schakeling is gevoerd kan deze ook met de dubbele rasterfrequentie worden weergegeven. Er hoeft geen omschakeling in de afbuigschakelingen van het beeldweergeefgedeelte 131 plaats te vinden.

De overdracht van de toe te voegen signaalcanbinatie en het 10 onschakelsignaal geschiedt geheel via kanalen die bemonsterd zijn met een voor het teletextsignaal voldoend hoge bemonsteringsfrequentie, in dit geval dezelfde als van het helderheidssignaal. Er treedt dan geen vermindering van beeldkwaliteit op zoals wel het geval geweest aai zijn als op een meer voor de hand liggende wijze de kleursignaalcaiponenten van 15 het teletextsignaal eerst angezet zouden zijn in helderheids- en kleur-verschilsignalen en de eerste anschakelaar vóór de analoog-digitaalan-zetters 11, 15, 7 zou zijn qpgenanen waarbij dan geen tweede anschakelaar 111 nodig zou zijn.

Er is nog wel een extra overdrachtss ignaalweg van de ingang 20 81 naar de uitgang 123 van de rastertalanzetschakeling 47 nodig die desgewenst kan vervallen als de schakeling van fig. 2 wordt toegepast.

In fig. 2 zijn voor overeenkanstige delen dezelfde verwijzings-cijfers gebruikt als in fig. 1. Voor de beschrijving ervan wordt daarnaar verwezen. Delen van de schakeling die voor het begrijpen van de wijzi-25 gingen van de schakeling van fig. 1 ten opzichte van van die van fig. 1 niet van belang zijn, zijn weggelaten.

De wijzigingen ten opzichte van fig. 1 zijn de volgende: Vóór de eerste anschakelaar 69, die een groter aantal anscha-kelcontacten heeft dan in het geval van fig. 1, is een begrenzeranscha-30 keling aangebracht met een EN-poort 201 en een derde anschakelaar 203 waarvan een bedieningssignaalingang 205 aan de uitgang van de EN-poort 201 ligt. Het cmschakelsignaal aan de ingang 119 van de tweede anschakelaar 111 wordt nu verkregen van een als niveau-detectieschakeling dienende EN-poort 207, waarvan de ingangen aan de uitgangen 87, 89, 91, 93 van 35 de rastertalanzetschakeling 47 liggen. De ingang 81 en de uitgang 123 van de rastertalanzetschakeling 47 zijn vervallen.

De ingangen van de EN-poort 201 liggen aan de uitgangen 54, 56, 58, 60, 62 van de analoog-digitaalcmzetter 7. Aan deze uitgangen 8204807

. -V

t .·* PHN 10.518 7 verschijnen de meest significante bits van de digitale helderheidssig-naalconbinatie. De uitgang van de EN-poort 201 wordt daardoor één als de digitale signaalocmbinatie aan de uitgangen 54 , 56 , 58 , 60 , 62 , 64, 66, 68 van de analoog-digitaalcmzetter 7 11111000 of groter is. De 5 derde anschakelaar 203 neemt dan de niet-getekende stand aan.

In de getekende stand van de derde anschakelaar 203 is een uitgangscombinatie 209, 211, 213, 215, 217, 219, 221, 223 ervan verbonden met de uitgangen 54, 56, 58, 60, 62, 64, 66, 68 van de analoog-digitaalcmzetter 7. In de niet-getekende stand van de derde cmschake-10 laar 203 wordt aan de uitgangen 209, 211, 213, 215, 217, 219, 221, 223 van de derde cmschakelaar een digitale signaalcanbinatie 11110111 toegevoerd afkomstig van een met een nul-ingang 225 en een êên-ingang 227 verbonden ingangsccmbinatie van de derde anschakelaar 203. Aan de uitgangen 209, 211, 213, 215, 217, 219, 221, 223 van de derde cmschakelaar 15 203 kunnen dus geen grotere digitale combinaties dan 11110111 optreden.

Dit betekent dat acht niveau's van de digitale uitgangscombinatie van de analoog-digitaalcmzetter 7 niet meer bruikbaar zijn voor een helder-heidssignaaloverdracht. Op de twee honderd en zes en vijftig mogelijke niveau's levert dit praktisch geen beperking cp.

20 De tweede anschakelaar 69 levert in de getekende stand de signaalcanbinatie afkomstig van de uitgangen 209, 211, 213, 215, 217, 219, 221, 223 van de derde cmschakelaar 203 aan de ingangen 53, 55, 57, 59, 61, 63, 65, 67 van de rastertalcm2etschakeling 47. Dit is een helder-heidssignaalccmbinatie met een grootste waarde 11110111 die dus de 25 uitgang van de met de uitgangen 87, 89, 91, 93, 95 van de rastertalcmzetschakeling 47 verbanden EN-poort 207 nooit één kan maken. Geen helderheidssignaalccmbinatie kan dus de uitgang van de EN-poort 207 beïnvloeden.

Wordt de eerste cmschakelaar 69 tengevolge van het anschakel-30 signaal aan zijn ingang 71 in de niet-getekende stand gezet, dan worden de ingangen 53, 55, 57, 59, 61 van de rastertalcmzetschakeling 47 verbonden met de êên-ingang 227 zodat ze een signaalcanbinatie 11111 krijgen toegevoerd terwijl de ingangen 63, 65, 67 de toe te voeren sig-naalccmbinatie van de uitgangen 73, 75, 77 van de teletextdecoder 17 35 krijgen toegevoerd.

Op corresponderende tijdstippen verschijnt dan aan de uitgang 87, 89, 91, 93, 95 van de rastertalcmzetschakeling 47 de digitale sig-naalcanbinatie 11111 en aan de uitgangen 97, 99, 101 de toe te voegen 8204807 PHN 10.518 8 signaal-canbinatie. De EN-poort 207 zet dan de tweede anschakelaar 111 in de niet-getekende stand zodat de toe te voegen signaalccmbinatie aan de ingangen 125/ 127, 129 van het beeldweergeefgedeelte 131 wordt toegevoerd.

5 Als de uitgangen 209/ 211, 213, 215 van de derde anschakelaar 203 worden doorverbonden met de ingangen 53, 55, 57, 59 van de raster-talanzetschakeling 47 en de uitgang 79 van de teletextdecoder 17 met een ingang van een OF-poort 229 waarvan de andere ingang aan de uitgang van de EN-poort 201 en de uitgang aan de ingang 205 van de derde cmscha-10 kelaar 203 ligt zoals in fig. 2 gestippeld is aangegeven, kunnen de bovenste vier anschakelcontacten van de eerste anschakelaar 69 vervallen.

Het is ook mogelijk het helderheidssignaal zodanig te begrenzen met de begrenzerschakeling 201, 203, dat er geen helderheidssignaal-canbinaties met een waarde kleiner dan 00001000 worden overgedragen. De 15 ingang 221 moet dan één en de ingang 227 nul worden gemaakt terwijl de EN-poorten 201 en 207 NIET-OF poorten moeten worden.

In beide gevallen moet de toe te voegen signaalccmbinatie in het minst significante deel van de digitale helderheidssignaalccmbinatie worden ingevoegd. In de schakeling van fig. 1 mag de toe te voegen sig-20 naalcanbinatie ook in andere delen van de digitale helderheidssignaal-ccmbinatie worden ingevoegd.

Als de analoog-digitaalanzetter 7 is ingericht voor het ontzetten van een combinatie van het helderheidssignaal en het chrcminantie-signaal kunnen de analoog-digitaalcmzetters 11, 15 vervallen en worden 25 de demodulatieschakelingen 9, 11 aan de uitgang van de digitaal-analoog-omzetter 107 cpgencmen. De rest van de schakeling blijft dan in hoofdzaak dezelfde.

Het hoogfrequent-, middenfrequent- en detectiegedeelte 3 kan desgewenst in een afzonderlijk toestel worden ondergebracht.

30 Hoewel de toe te voegen signaalccmbinatie in de gegeven uit- voeringsvoorbeelden een teletextsignaalccmbinatie was, kan vanzelfsprekend elke andere geschikte signaalccmbinatie worden toegevoegd zoals bijvoorbeeld afkomstig van een spelschakeling.

In de figuren zijn de cmschakelaars 69, 111, 203 op een een-35 voudige wijze aangegeven, ze worden vanzelfsprekend als electronische schakelaars uitgevoerd.

8204807

Claims (3)

9 * . ft; PHN 10.518 9

1. Kleurentelevis iebeeldweergeefinrichting bevattende een weer- geefgedeelte waarvan een ingangsschakeling is gekoppeld met een uitgangs-schakeling van een digitaal-analooganzetter, van welke digitaal-analoog-anzetter een ingangsschakeling is gekoppeld met een uitgangsschakeling 5 van een rastertalcmzetschakeling waarvan een ingangsschakeling is gekoppeld met een uitgangsschakeling van een analoog-digitaalanzetter, welke analoog-digitaalanzetter een ingang heeft voor het toevoeren van tenminste een helderheidssignaal van een weer te geven kleur en tele vis ie-signaalcanbinatie, met het kenmerk, dat tussen een aantal ingangen (63, 10 65, 67) van de rastertalcmzetschakeling (47) en een aantal correspon derende uitgangen (64, 66, 68) van de analoog-digitaalanzetter (7) een eerste door een anschakelsignaal (aan 71) bedienbare cmschakelaar (69) is opgenanen ei tussen een aantal ingangen (125, 127, 129) van het beeld-weergeefgedeelte (131) en de dlgltaa1-analoogomzetter (107) een tweede 15 cmschakelaar (111) is cpgencmen die bedienbaar is door het anschakelsig-naal (aan 119) dat via de rastertalcmzetschakeling (47) is overgedragen, waarbij aan de eerste cmschakelaar (69) een binaire signaalcombinatie afkomstig van de analoog-digitaalanzetter (7) en een binaire signaal-canbinatie (aan 73, 75, 77) van een toe te voegen signaalcombinatie zoals 20 bijvoorbeeld een teletext- of spelsignaalccmbinatie, wordt toegevoerd terwijl aan de tweede cmschakelaar (111) weer te geven analoge tele visie-beeldsignalen en de van een aantal uitgangen (97, 99, 101) van de rastertalcmzetschakeling (47) te verkrijgen binaire signaalcombinatie van de toe te voegen signaalcombinatie warden toegevoerd.

2. Kleurentelevisiebeeldweergeefinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de uitgangsccmbinatie van de analoog-digitaalcmzet-schakeling een begrenzer (201, 203) bevat en de toe te voegen signaalcom- -binatie via signaalwegen (63, 97; 65, 99; 67, 101) voor de minst significante bits van de rastertalcmzetschakeling (47) wordt overgedragen, 30 terwijl met uitgangen (87, 89, 91, 93, 95) van de uitgangsschakeling van de rastertalcmzetschakeling voor de meer significante bits een niveaude-tectieschakeling (207) is gekoppeld voor het verkrijgen van het anschakelsignaal (aan 119) voor de tweede cmschakelaar (111). (fig. 2).

3. Kleurentelevis iebeeldweergeefinrichting volgens conclusie 1 of 35 2, waarbij de toe te voegen signaalcombinatie een teletextsignaalcanbi-natie (via 17) en het anschakelsignaal (aan 97) een of-ccmbinatie van binaire teletextkleursignalen en een teletextcnderdrukkingssignaal is. 8204807