NL8204691A - Pers voor stortgoed, meer in het bijzonder huisvuil. - Google Patents

Description

"I, : :>V-'V ^ * it·!:·...................... * ; X Sch/JS/0cean71

Pers voor stortgoed, meer in het bijzonder huisvuil.

De uitvinding betreft een inrichting vooc het in een zak vergaren en samenpersen van stortgoed, meer in het bijzonder huisvuil, voorzien van een zakdrager en een in de opengehou-den zak verticaal beweegbaar persstempel.

5 Een dergelijke inrichting is bekend. De bekende inrich ting vertoont het nadeel, dat bij het in een zak vergaren en samenpersen van vochtig stortgoed, bijvoorbeeld schillen, etensresten, katheterzakken en dergelijke de hoeveelheid vocht in de zak zodanig groot wordt, dat de effectieve ruimte 10 voor het opnemen van droog stortgoed ontoelaatbaar klein wordt, terwijl bovendien het totale gewicht van de gevulde zak zo groot wordt, dat kans op scheuren bij transport of hanteren bestaat. Voor het afvoeren van vocht is wel voorgesteld, de zak voor het plaatsen in de inrichting aan de on-15 derkant te perforeren. Bij een daarvoor bestemde inrichting is de draagbodem voor de zak voorzien van middelen voor het afvoeren van uitlekkend water. Het zal duidelijk zijn dat een aldus geperforeerde zak een sterk verminderde sterkte vertoont en dat ook tijdens later hanteren of transport lekken 20 niet verhinderd kan worden.

De uitvinding beoogt, bovengenoemde nadelen van de bekende techniek te ondervangen en verschaft daartoe een inrichting van het in de aanhef vermelde type, die is voorzien van een in de zak neerlaatbare zuigleiding voor het afzuigen 25 van uit het stortgoed geperste vloeistof.

In een voorkeursuitvoeringsvoorbeeld is de inrichting volgens de uitvinding voorzien van een als perscilinder werkende huls, waar de zak omheen geplaatst kan worden; hierbij strekt de zuigleiding zich tot aan de onderrand van de huls 30 uit, staat tenminste aan zijn ondereinde met de ruimte binnen de huls in open verbinding, en strekt zich met zijn boveneinde tot aan of boven de bovenrand van de huls uit en is roet dat einde met een zuig/persinstallaties verbindbaar.

f204691

* I

-2-

Bij voorkeur is de zuigleiding een aan of nabij de onderrand van de huls buiten om deze huls aangebrachte, geperforeerde ringleiding, waarvan althans één einde met de zuig-installatie verbindbaar is. Het voordeel van een dergelijke 5 configuratie is, dat met grote betrouwbaarheid alle, ook in hoeken opgehoopt, vocht kan worden verwijderd, terwijl bovendien de zak op afstand van de huls wordt gehouden.

Teneinde te voorkomen dat de perforaties verstopt raken, doordat de zak ertegenaan gezogen wordt, bevinden de perfora-10 ties van de ringleiding zich bij voorkeur in het naar de huls gekeerde wanddeel van die leiding.

In een variant kan de zuigleiding aan het persstempel zijn bevestigd. Het zal duidelijk zijn dat ook een combinatie van de genoemde, verschillend gepositioneerde zuigleidingen 15 mogelijk is.

Teneinde een goede toegankelijkheid van de geopende zak te verzekeren, kan met voordeel de inrichting het kenmerk vertonen dat zowel de huls als de persstempel voor de verticale verplaatsing zijn gekoppeld met een eigen hydraulische 20 of pneumatische cilinder met zuiger en dat de persstempel en zijn cilinder ten opzichte van de huls horizontaal verplaatsbaar zijn, nadat de persstempel uit de huls verwijderd is.

In een verdere variant vertoont de inrichting volgens de uitvinding de bijzonderheid dat de persstempel in zijn hoog-25 ste stand is opgenomen in een op de huls passend deksel met een half-cirkelvormige afhangende rand, die te zamen met een op de huls aanwezige half-cirkelvormige ópstaande rand, een cirkelvormige rand vormt. Met een dergelijke opbouw wordt bereikt, dat de verticale eindranden van de half-cirkelvor-30 mige randen als aanslag dienen ter verkrijging van een nauwkeurige positionering van de persstempel boven de huls, terwijl bovendien het risico wordt uitgesloten, dat een gebruiker van de inrichting zich verwondt bij het dalen van de persstempel.

35 Voorkomen dient te worden, dat bij het uit de gevulde .

zak trekken van de huls, de zak mee omhoog beweegt. Daartoe kan de inrichting volgens de uitvinding zodanig zijn uitgevoerd dat de aandrijfmechanismen voor de huls en de pers- 8204691 , t .................................ιϋι|;!«" -3- stempel zijn voorzien van samenwerkende vergrendelorganen die het uit de zak met samengeperst stukgoed trekken van de huls mogelijk maakt, terwijl de persstempel de zak met stortgoed tegenhoudt.

5 Bij voorkeur is in de zuigleiding van de zuig/pers- installatie een vloeistofverzamelkamer opgenomen, die via een leiding met een naar die kamer toe sluitende terugslagklep met een afvoerleiding is verbonden en de kamer is verbonden met de zuig/persinstallatie via een door een vlotter sluit-10 bare leiding.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen.

Hierin toont: figuur 1 een perspektivisch aanzicht van een inrichting 15 volgens de uitvinding? figuur 2 een schematische doorsnede door de inrichting volgens figuur 1 in bedrijfsstand; figuur 3 een met figuur 2 corresponderend aanzicht in een vrije stand; 20 figuur 4 een huls met deksel; figuur 5 een detail van de inrichting volgens figuur 1; figuur 6 een verder detail van de inrichting volgens figuur 1; . figuur 7 een schematische dwarsdoorsnede door een af-25 zuiginrichting; figuur 8 een gedeeltelijk weggebroken perspektivisch aanzicht van een variant; en figuur 9 een sterk vereenvoudigd hydraulisch schema, behorende bij de inrichting volgens de uitvinding.

30 Figuur 1 toont een inrichting 1 voor het in een zak 2 vergaren en samenpersen van stortgoed. De inrichting 1 omvat in dit uitvoeringsvoorbeeld tevens een inrichting 3 voor het samenpersen en tot balen verwerken van droog stortgoed. Aan de inrichting 3 is een inrichting 4 bevestigd, die de uitvin-35 ding belichaamt. Deze inrichting 4 omvat een gestel 5 dat over een met de inrichting 3 gekoppelde stijl 6 verticaal schuifbaar is onder besturing door een hydraulische cilinder 7. Het gestel 5 draagt verder een scharnier 8, dat een hulp- 8204691 -4- gestel 9 steunt waaraan een twee hydraulische cilinder 10 is bevestigd. Het hulpgestel 9 draagt een later te beschrijven deksel 11, waarin zich in de in figuur 1 getoonde positie een persstempel bevindt, dat kan worden aangedrukt door bekrach-5 tiging van de tweede hydraulische cilinder 10. Een trekveer 12 trekt het hulpgestel in een uitgezwenkte rustpositie, waarin de geopende zak toegankelijk is. Voor het uitoefenen van de perskracht op het stortgoed in de zak wordt met de hand het hulpgestel 9 naar de in figuur 1 getoonde positie 10 gebracht, waarna de persstempel omlaag kan bewegen. Het zal duidelijk zijn, dat een en ander plaatsvindt in de onderste positie van het hulpgestel 9.

De stijl 5 draagt een huls 13, die een geringere omtrek bezit dan de geopende zak 2. Daardoor kan de zak 2 gemakke— 15 lijk in de richting van de pijl 14 naar boven over de huls 13 worden geschoven. De huls 13 draagt aan zijn onderrand, en wel de buitenzijde, een geperforeerde zuigleiding 15, die via verticale leidingdelen 16,17 in verbinding staat met een spruitstuk 18 dat op zijn beurt via een slang 19 met een af-20 zuiginrichting 20 is verbonden.

Figuur 2 toont een en ander schematisch in de situatie, waarin de huls 13 is neergelaten in de zak 2 en de hydraulische cilinder 10 is bekrachtigd, waardoor een persstempel 21 omlaag is bewogen voor het aandrukken en uitpersen van 25 afval 22. Tijdens de bekrachtiging in deze zin van de hydraulische cilinder 10 vindt tevens bekrachtiging van de afzuiginrichting 20.plaats, waardoor uitgeperst vocht via de zuigleiding 15 uit de zak 2 wordt afgezogen.

De hydraulische cilinder 10 kan slechts worden bekrach-30 tigd wanneer het gestel 9 in de getekende positie staat.

Daartoe is aan de bovenzijde van het scharnier 8 een schakelaar 23 aangebracht, die een betreffende stroomkring pas sluit bij het bereiken van deze positie.

Figuur 4 toont de roestvrijstalen huls 13, aan de onder-35 rand waarvan zich de zuigleiding 5 bevindt, en waaromheen de zak 2 is geplaatst. Deze zak 2 wordt gedragen door de bodemplaat 24 van de inrichting 4. De huls vertoont een halfcirkelvormige opstaande rand 25 die samen met een afhangende rand 26 van het deksel 11 in de gesloten toestand (zie de 8204691 -5- figuren 1,2 en 3) een cirkelvormige rand vormt.

Figuur 5 toont de plaats van perforaties 27 in de zuig-leiding 15. De positie van de perforaties 27 is zodanig, dat de zak 2 de perforaties nooit kan blokkeren. Daartoe bevinden 5 ze zich in het naar de huls 13 gekeerde wanddeel van de leiding 15.

Figuur 6 toont het spruitstuk 18 met de leidingdelen 16,17. Pijlen 28 duiden aan, hoe bij het aandrukken van het stortgoed en het afzuigen van uitgeperst vocht lucht kan toe-10 treden, waardoor in de zak 2 geen onderdruk ontstaat. De in figuur 6 getoonde oplossing vertoont een analogie met de positie van de perforaties 27 volgens figuur 5. In beide gevallen wordt een baan vrijgehouden, waarlangs respectievelijk vloeistof en lucht zich kan verplaatsen.

15 Figuur 7 toont de afzuiginrichting 20. Deze omvat een zuig/persinrichting 29 met een motor 30, alsmede een vloei-stofverzamelkamer 31, die via een leiding 32 met een naar de kamer 31 toe sluitende terugslagklep 33 met een afvoerleiding 34 is verbonden. De kamer 31 is met de zuig/persinrichting 29 20 verbonden via een leiding 35, die door een vlotter 36 kan worden gesloten. Om te voorkomen, dat vloeistof door de zuig/persinrichting 29 wordt afgezogen. De inrichting 29 creëert een onderdruk door het naar buiten persen via perforaties 37 van in de kamer 31 aanwezige lucht.

25 De terugslagklep 33 is uitgevoerd als een buis 38 met twee ringen 39,40, die respectievelijk als klepzitting voor een kogel 41 en opsluiting dienstdoen. Na het opheffen van de bekrachtiging van de motor 30 vereffent zich de onderdruk in de kamer 31, waardoor de kogel 41 komt te rusten op de ring 30 40 en in de kamer 31 aanwezige vloeistof naar de leiding 34 kan stromen via in de buis 38 tussen de ringen 39 en 40 aangebrachte perforaties 42.

Figuur 8 toont een detail van een variant, waarin, behalve de huls 13, ook de persstempel 21 is voorzien van een 35 zuigleiding 43. Deze zuigleiding 43 is ringvormig uitgevoerd en voorzien van een aantal op regelmatig onderlinge afstand gelegen perforaties. Aan de zuigleiding 43 sluiten twee leidingdelen 44,45 aan, die op niet getekende wijze in verbin- 8204691 ♦* » -6- ding staan met een afzuiginrichting, geheel analoog aan het aan de hand van figuur 1 beschrevene voor de zuigleiding 15. Opgemerkt wordt, dat een deksel 46 met dezelfde algemene vorm als de reeds beschreven deksel 11 twee doorlaatopeningen 5 47,48 voor de leidingdelen 44,45 vertoont, aangezien deze, zoals duidelijk zal zijn, met de persstempel 21 mee op en neer verplaatsbaar dienen te zijn. De leidingdelen 44,45 sluiten aan op een spruitstuk 49, analoog aan het reeds beschreven spruitstuk 18. De spruitstukken 18 en 49 zijn met 10 elkaar verbonden door een slang 50.

Figuur 9 toont een sterk vereenvoudig hydraulisch schema van de inrichting 1. De aandrijfmechanismen voor de huls 13 en de persstempel 21 zijn voorzien van samenwerkende vergren-delorganen, die het uit de zak 2 met samengeperst stortgoed *5 trekken van de huls 13 mogelijk maken, terwijl de persstempel 21 de zak 2 met stortgoed tegenhoudt.

De cilinders 10 en 7 worden via een klep respectievelijk 51, 52 bediend. Een door een op 30 ato. aansprekende drukop-nemer 53 bediende driewegkraan 54 kan de retourleiding 55 van 20 de cilinder 10 verbinden met een wisselklep 56, waardoor de retourvloeistof van de cilinder 10 wordt toegevoerd aan de hydraulische cilinder 7. Een tweede drukopnemer 57, die aanspreekt op een druk van 100 ato. Na aanspreken wordt de bekrachtiging van de cilinder 10, en daarmee de neerwaartse 25 verplaatsing van de persstempel 21, gestopt. De opnemer 53 bedient tevens de wisselklep 56, zodanig dat bij aanspreken van de opnemer 53 de retourleiding 55 van de cilinder 10 met de toevoerleiding 58 van de cilinder 7 wordt verbonden. Daardoor gaan de plunjers van de cilinders 10,7 met elkaar bewe-30 gen, zodanig, dat de persstempel 21 in zijn aangedrukte stand op het stortgoed blijft staan, terwijl de huls 13 uit de zak 2 wordt getrokken.

De schakelaar 23 is opgenomen in de elektrische leiding voor het bekrachtigen van de klep 51. Niet getekend is een 35 met de schakelaar 23 gekoppelde schakelaar, die de afzuigin-richting 20 bedient. Hierdoor wordt bereikt, dat onmiddellijk bij het in gesloten toestand plaatsen van het deksel 11 de afzuiginrichting in werking treedt.

82Q4691 “ ' 7 ' ƒ'· ·;'.· ,’i, · 4 .. · * - ...................................;·;,,!||* t -7-

De schakelaar 23 dient als veiligheid. Hij voorkomt, dat de persstempel 21 omlaag kan bewegen, voordat de deksel 11 in zijn gesloten positie is gebracht.

Een kiesschakelaar 59 dient voor het selecteren van de 5 bekrachtiging van de cilinder 10 respectievelijk de cilinder 7. Zoals boven reeds is beschreven, kan de bekrachtiging van de cilinders 10 en 7 gelijktijdig plaatsvinden. Doordat de cilinders onder die omstandigheden met elkaar in serie zijn geschakeld, kan worden volstaan met een betrekkelijk krap 10 bemeten pomp 60.

Een drukknop 61 dient te worden bediend met de hand, terwijl de gebruiker met zijn andere hand het hulpgestel 9 naar de bedrijfspositie zwenkt, zodanig dat de stroomkring voor bekrachtiging van de cilinder 51 kan worden gesloten.

15 Bij het in een tweede positie plaatsen van de kiesscha kelaar 59 beweegt na het indrukken van de drukknop 61 de stempel 21 zich weer omlaag. Bij het afzetten op het stortgoed zal de druk oplopen. Bij overschrijding van de aan-. spreekwaarde van de drukopnemer 53 vindt op de beschreven 20 wijze tevens bekrachtiging van de cilinder 7 plaats. Daardoor wordt het gestel 5 langs de stijl 6 omhoog bewogen. De huls 13 komt omhoog, terwijl de stempel 21 de zak in positie houdt. Wanneer de onderrand van de huls 13 op dezelfde hoogte is gekomen als de persstempel 21 heeft de cilinder 10 zijn 25 eindstand bereikt, waarna de druk wegvalt en de cilinder 7 met de volle druk wordt bekrachtigd, totdat hij in zijn eindstand komt. In die toestand (zie figuur 1) kan rond de huls 13 in de richting van de pijl 14 een nieuwe zak worden aangestoken. Een voetschakelaar 62 dient voor het omlaag bewegen 30 van de huls 13 met de daaromheen gebrachte zak door bekrachtiging van de cilinder 7 in de juiste richting.

8204691

Claims (9)

1. Inrichting voor het in een zak vergaren en samenper-sen van stortgoed, meer in het bijzonder huisvuil, voorzien van een zakdrager en een in de opengehouden zak verticaal beweegbaar persstempel, gekenmerkt door een in de zak neer- 5 laatbare zuigleiding voor het afzuigen vanuit het stortgoed geperste vloeistof.

2. Inrichting volgens conclusie 1 voorzien van een als perscilinder werkende huls, waaromheen de zak geplaatst kan worden, met het kenmerk, dat de zuigleiding zich totaan de 10 onderrand van de huls uitstrekt, tenminste aan zijn ondereinde met de ruimte binnen de huls in open verbinding staat, en met zijn boveneinde zich totaan of boven de bovenrand van de huls uitstrekt en met dat einde met een zuig/persinstallatie verbindbaar is.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de zuigleiding een aan of nabij de onderrand van de huls buiten om deze huls aangebrachte, geperforeerde ringleiding is, waarvan althans één einde met de zuiginstallatie verbindbaar is.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de perforaties van de ringleiding zich in het naar de huls gekeerde wanddeel van die leiding bevinden.

5. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zuigleiding aan het persstempel is be- 25 vestigd.

6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat zowel de huls als de persstempel voor de verticale verplaatsing zijn gekoppeld met een eigen hydraulische of pneumatische cilinder met zuiger en dat de pers- 30 stempel en zijn cilinder ten opzichte van de huls horizontaal verplaatsbaar zijn, nadat de persstempel uit de huls verwijderd is. 8204691 ” .-:ï _ "-*$$ * ·.-# ν~· -9-

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de persstempel in zijn hoogste stand is opgenomen in een op de huls passend deksel met een halve-cirkelvormige afhangende rand, die te zamen met een op de huls aanwezige half-cirkel- 5 vormige opstaande rand, een cirkelvormige rand vormt.

8. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aandrijfmechanismen voor de huls en de persstempel zijn voorzien van samenwerkende vergrendelorganen die het uit de zak met samengeperst stukgoed trekken van de 10 huls mogelijk maakt, terwijl de persstempel de zak met stortgoed tegenhoudt.

9. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in de zuigleiding van de zuig/pers-installatie een vloeistofverzamelkamer is opgenomen, die via 15 een leiding met een naar die kamer toe sluitende terugslagklep met een afvoerleiding is verbonden en dat de kamer is verbonden met de zuig/persinstallatie via een door een vlotter sluitbare leiding. 20 8204691