NL8204382A - SOIL TILLER. - Google Patents

SOIL TILLER. Download PDF

Info

Publication number
NL8204382A
NL8204382A NL8204382A NL8204382A NL8204382A NL 8204382 A NL8204382 A NL 8204382A NL 8204382 A NL8204382 A NL 8204382A NL 8204382 A NL8204382 A NL 8204382A NL 8204382 A NL8204382 A NL 8204382A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
machine according
soil cultivation
cultivation machine
coupling
frame
Prior art date
Application number
NL8204382A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL8204382A priority Critical patent/NL8204382A/en
Priority to DE19833334785 priority patent/DE3334785A1/en
Priority to CH520683A priority patent/CH662036A5/en
Priority to AT342883A priority patent/AT391391B/en
Priority to FR8315299A priority patent/FR2533408B1/en
Priority to GB08326079A priority patent/GB2127662B/en
Publication of NL8204382A publication Critical patent/NL8204382A/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B49/00Combined machines
    • A01B49/04Combinations of soil-working tools with non-soil-working tools, e.g. planting tools
    • A01B49/06Combinations of soil-working tools with non-soil-working tools, e.g. planting tools for sowing or fertilising
    • A01B49/065Combinations of soil-working tools with non-soil-working tools, e.g. planting tools for sowing or fertilising the soil-working tools being actively driven

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Agricultural Machines (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)

Description

........................ ^ ............. . . ..... ’.......:................... ......................... ^ .............. . ..... ".......: ....................

1 é C. van dar lely N.V, Weverskade 10, Maasland "Grondba^rklaflmachine »1 é C. van dar lely N.V, Weverskade 10, Maasland "Ground-level folding machine»

De uitvinding heeft betrekking op een grondbewerkings-machine voorzien van een zich dwars op de voortbewegingsrich-ting van de machine .uitstrekkend gesteldeel dat met de driepuntshef inrichting van aan trekker koppelbaar is en waarin 5 een aantal roteerbare bewerkings organ en zijn aangebracht, terwijl aankoppelmiddelen aanwezig zijn voor de bevestiging van een met de grandbewerkingsmachine te te combineren inrichting.The invention relates to a tillage machine provided with a frame part extending transversely to the direction of travel of the machine, which coupling can be coupled to the tractor with the three-point lifting device and in which a number of rotatable working members are arranged, while coupling means are present. are for attaching a device to be combined with the grand processing machine.

Grondbewerkingsmachines van deze soort worden in toe-r 10 nemende mate in combinatie gebruikt met andere inrichtingen v zoals bijvoorbeeld zaaimachines, plantmachines of kunstmest strooiers. Hierbij vormen deze combinaties veelal een eenheid die als een geheel aan de driepuntshefinrichting van een trekker is bevestigd. Naarmate de werkbreedte van het geheel 15 toeneejnt wordt men in toenemende mate geconfronteerd met het feit dat de hef inrichting tijdens het transport van het geheel vooral indien over oneffen terrein moet worden gereden veelal te zwaar wordt belast hetgeen tot niet onaanzienlijke schade aanleiding kan geven.Soil cultivation machines of this kind are increasingly used in combination with other devices such as, for example, seeding machines, planting machines or fertilizer spreaders. These combinations often form a unit which is attached as a whole to the three-point lifting device of a tractor. As the working width of the whole increases, one is increasingly confronted with the fact that during the transport of the whole, the lifting device is often overloaded, especially when driving over uneven terrain, which can lead to not insignificant damage.

20 Met de constructie volgens de uitvinding kan dit pro bleem nu worden opgelost doordat de aankoppelmiddelen een aankoppelstuk omvatten dat door middel van een verstelinrich-Q ting naar keuze achter of boven het gesteldeel van de machine brengbaar is. Op deze wijze kan men bereiken dat in de trans-25 port stand de inrichting waarmede de machine is gecombineerd over een aanzienlijke afstand naar voren kan worden verplaatst zodat de belasting van de hef inrichting van de trekker sterk afneemt terwyl eveneens de stabiliteit van het te transporteren geheel kan worden vergroot doordat een groot deel van de 30 tijdens het transport optredende krachten direkt op het met de driepuntshef inrichting van de trekker gekoppelde gestel van de machine kunnen worden overgebracht.With the construction according to the invention, this problem can now be solved in that the coupling means comprise a coupling piece which can optionally be moved behind or above the frame part of the machine by means of an adjusting device. In this way it can be achieved that in the transport position the device with which the machine is combined can be moved forward a considerable distance so that the load on the lifting device of the tractor strongly decreases, while also the stability of the to be transported can be completely enlarged because a large part of the forces occurring during transport can be transferred directly to the frame of the machine coupled to the three-point hitch of the tractor.

Een verder aspect van de uitvinding betreft een grond-bewerkingsmachine voorzien van een achter de bewerkingsorga-35 nen gelegen rol waarbij vanaf de trekker bedienbare middelen zijn aangebracht om een druk op de rol uit te oefenen. Deze 8204382 \ -2- t » corxstructie kan van belang zijn bij het gebruik van een z.g. "pakkerrol·· waarbij een regelmatige draaiing van de rol tijdens het bedrijf een van de vereisten is voor een effectief functioneren.A further aspect of the invention relates to a soil cultivating machine provided with a roller located behind the cultivating members, wherein means that are operable from the tractor to exert a pressure on the roller. This 8204382 \ -2-t »corx construction may be important when using a so-called" packer roller "· in which regular roll rotation during operation is one of the prerequisites for effective operation.

5 Aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld zal de uit vinding hieronder nader uiteen worden gezet.The invention will be explained in more detail below on the basis of an exemplary embodiment.

Pig. 1 geeft in zijaanzicht een combinatie weer van een grondbewerkingsmachine met een andere inrichting waarbij de constructie volgens de uitvinding is toegepast.Pig. 1 is a side view of a combination of a soil tillage implement with another device using the construction according to the invention.

10 Fig. 2 geeft in zijaanzicht op grotere schaal de aankop- peling van de te combineren inrichting weer met behulp van de constructie volgens de uitvinding.FIG. 2 is a larger-scale side view of the coupling of the device to be combined using the construction according to the invention.

Q Pig. 3 geeft een aanzicht weer volgens de pijl IIIQ Pig. 3 shows a view according to the arrow III

in fig. 2.in fig. 2.

15 Pig. 4 geeft op grotere schaal een aanzicht weer volgens de pijl IV in fig. 2, terwijl Pig. 5 op grotere schaal een aanzicht weergeeft van de pijl V in fig. 2.Pig. 4 is an enlarged view taken in the direction of arrow IV in FIG. 2, while Pig. 5 is a larger-scale view of the arrow V in FIG. 2.

De in de figuren weergegeven inrichting betreft een 20 grondbewerkingsmachine die een zich dwars op de voortbewe- ♦ gingsrichting A uitstrekkend hol gesteldeel 1 omvat.The device shown in the figures relates to a soil tillage machine which comprises a hollow frame part 1 extending transversely to the direction of travel A.

In het gesteldeel 1 zijn op onderling gelijke afstand van bij voorkeur 25 cm, in opwaartse, bij voorkeur vertikale, richting uitstrekkende assen 2 van ba-werkingsorganen 3 gelegerd.In the frame part 1 are mutually equidistant of preferably 25 cm, supported in upward, preferably vertical, directionally extending shafts 2 of working members 3.

25 De bewerkingsorganen 3 omvatten elk een drager 4 die is aan-(j; gebracht aan de onderzijde van een uit het gesteldeel 1 ste kende as 2 en nabij de einden is voorzien van zich naar beneden uitstrekkende bewerkingselementen 5 in de vorm van tanden. De einden van het gesteldeel 1 zijn voorzien van zich in 30 de voortbewegingsrichting A en in vertikale richting uitstrekkende platen 6 waardoor het gesteldeel is afgesloten. Nabij de voorzijde is elk van de platen 6 in de binnenzijde voorzien van een tap 7 waarom een zich langs de platen naar achteren uitstrekkende arm 8 verzwenkbaar is aangebracht. Nabij de achter- 35 zijde van de platen 6 is voor elke arm 8 een schroefspindel 9 aanwezig, een en ander zodanig dat de arm in meerdere standen ten opzichte van het gesteldeel brengbaar en vastzetbaar is. Tussen de vrije einden van de armen 8 is een pakkerrol 10 aangebracht welke pakkerrol een aantal naast elkaar op een 8204382 ' ' : ;:'Γ ' -3- buisvormige drager 11 aangebrachte groepen tandvormige uitsteeksels 12 omvat. Tussen de groepen tandvormige uitsteeksels 12 zijn af strijkers 13 aangebracht die doormiddel van een achter de rol gelegen dwarsdrager t*3A worden ondersteund.The working members 3 each comprise a carrier 4 which is arranged on the underside of a shaft 2 projecting from the frame part 1 and is provided near the ends with downwardly extending working elements 5 in the form of teeth. ends of the frame part 1 are provided with plates 6 extending in the direction of travel A and in the vertical direction, whereby the frame part is closed off. Near the front, each of the plates 6 is provided with a tap 7 in the inner side, why one extends along the plates rearwardly extending arm 8 is pivotally mounted, a screw spindle 9 is provided near the rear side of the plates 6 for each arm 8, such that the arm can be brought and secured in several positions relative to the frame part. a packer roller 10 is arranged at the free ends of the arms 8, a packer roller 10, a number of which are arranged side-by-side on a group of toothed wheels 11204382 ''; like protrusions 12. Strings 13 are arranged between the groups of tooth-like projections 12 and are supported by means of a cross support t * 3A located behind the roller.

5 De af strijkers 13 rusten in het onderste quadrant van de buisvormige drager 11 tegen deze, een en ander zodanig dat tussen het punt waar het vrije einde van de af strijker 13 tegen de buisvormige drager rust en een horizontaal vlak door de draaiingsas van de pakkerrol een omtrekshoek van ten 10 minste 40° wordt ingesloten· Nabij het midden is het kokervormig gesteldeel 1 voorzien van een bok 14 voor aankoppeling van de machine aan de driepunt she f inrichting van een trekker. ( De onderzode van de driehoekige bok 14 is voorzien van plaat vormige Steunen 15 die zich in de voortbewegingsrichting A 15 uitstrekkfn en op de bovenzode van het ge stelde el 1 zijn bevestigd. Be steunen 15* die zoals uit fig. 5 blijkt tot de achterzijde van het gesteldeel reiken zijn vanaf het midden van het gesteldeel naar binnen af gebogen. De plaatvormige steunen omvatten aan de voorzijde een stang 16 voor aankoppe-20 ling van jde onderste 'armen van de hef inrichting. De bovenzijde van de bok 14 is VDorzien van zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkendf platen 17 waar.tussen de bovenste arm van de hefinrichting aanbrengbaar is. Juist voor het naar binnen gebogen deel is elke steun 15 voorzien van een 25 pen 18 die zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekt C. en waarom een strip 19 is aangebracht die tot de achterzijde van het kokervormig gesteldeel 1 reikt en losneembaar met de achterzijde'van het gesteldeel is verbonden. Om elke pen 18 is loaneembaar één einde van een zich in opwaartse richting 30 uitstrekkende drager 20 aangebracht en door middel van een stift 21 geborgd. Even boven het midden is elke drager 20 voorzien van vier boven elkaar gelegen gaten. Door een van de gaten j|2,jin^dit geval door het tweede van boven, is een bout 23 gestoken, met behulp waarvan een einde van een steun-35 strip 24 is vastgezet. Het andere einde van de steunstrip 24 is door middel van een bout 25 bevestigd aan een steun 26 die aan de voorzijde van de steunplaten 15 is bevestigd (fig.2) Nabij d# achterzijde van flke strip 19 is een pen 27 aangebracht die zich evenwijdig aan ie pen 18 uitstrekt en waarom vrij 8204382 * -4- verzwenkbaar een arm 28 is aangebracht. Elke arm 28 is door middel van een stift 2Qrgeborgd, een en ander zodanig dat de armen 28 gemakkelijk afneembaar zijn . Nabij de bovenzijden zijn de dragers 20 met elkaar verbonden door middel van een 5 dwarsbalk 29. Verder bevindt zich boven de balk 29 een as 30. De balk 29 is nabij het midden door middel van lippen 31 aan de platen 17 van de bok 14 vastgezet. Aan de van elkaar afgekeerde zijden van de dragers 20 is om de as 30 vrij verzwenkbaar een arm 32 aangebracht. De armen 32 zijn 10 afneembaar en worden op hun plaats gehouden door middel van een borgstift 33· Nabij het midden zijn de armen 32 met elkaar verbonden door middel van een steunbalk 33 en steunplaten 34 (' (fig.3). Elk paar armen 28, 32 maakt deel uit van een scharnierend stangenstelsel 34. De achtereinden van de armen 15 zijn door middel van pennen 35 en 36 vrij verzwenkbaar en losneembaar verbonden met een aankoppelstuk 37 en geborgd door middel van stiften 38. Zoals uit fig. 3 blijkt zijn de armen aan de binnenzijde van het aankoppelstuk 37 aangebracht en in overeenstemming daarmee gebogen. De stangenstelsels 34 vormen 20 scharnierende parallelogrammen voor het aankoppelstuk 37 * en omvatten horizontale zich dwars op de voortbewegingsrich-ting A uitstrekkende schamierassen gevormd door de langs-hartlijnen van de pennen 27, 35 en 36 en de as 30. Hierbij zijn de resp. assen zodanig opgesteld dat vlakken door de 25 voorste resp. achterste assen naar voren hellen. Het aan-C koppelstuk 37 is U-vormig en is zodanig opgesteld dat de benen 38 zich in de bedrijfsstand schuin naar beneden en naar achteren uitstrekken, zodat de door het naar voren hellende aankoppelstuk begrensde ruimte naar onderen open is. Het de 30 benen 38 verbindende deel 39 is door middel van steunplaten 40A, die naar onderen smaller worden met de benen 38 verbonden (fig. 3) en aan de einden voorzien van de pennen 35.The scrapers 13 rest in the lower quadrant of the tubular support 11 against this, such that between the point where the free end of the scraper 13 rests against the tubular support and a horizontal plane through the axis of rotation of the packer roller a circumferential angle of at least 40 ° is enclosed · Near the center, the tubular frame part 1 is provided with a trestle 14 for coupling the machine to the three-point linkage of a tractor. (The bottom of the triangular trestle 14 is provided with plate-shaped Supports 15 which extend in the direction of travel A 15 and are fixed on the top of the frame 1. Supports 15 * which, as shown in fig. 5, are to the rear of the frame part are bent inwardly from the center of the frame part. The plate-shaped supports comprise at the front a rod 16 for coupling the lower arms of the lifting device. plates 17 extending between the direction of travel A between which the upper arm of the lifting device can be fitted, just in front of the inwardly bent part each support 15 is provided with a pin 18 extending transversely of the direction of travel A and why. strip 19 is provided which extends to the rear side of the tubular frame part 1 and is detachably connected to the rear side of the frame part. of an upwardly extending carrier 20 and secured by means of a pin 21. Just above the center, each carrier 20 is provided with four holes located one above the other. A bolt 23 has been inserted through one of the holes 2, in this case through the second from the top, by means of which an end of a support strip 24 is secured. The other end of the support strip 24 is fastened by means of a bolt 25 to a support 26 which is attached to the front of the support plates 15 (fig. 2). A pin 27 is arranged near the rear of flke strip 19, which is parallel to ie pin 18 and why arm 28 is freely pivotable. Each arm 28 is secured by means of a pin 2Qr, such that the arms 28 are easily removable. Near the top sides, the carriers 20 are connected to each other by means of a cross beam 29. Furthermore, an axle 30 is located above the beam 29. The beam 29 is fastened to the plates 17 of the trestle 14 near the center by means of lips 31. . An arm 32 is freely pivotable about the axis 30 on the sides of the carriers 20 which face away from each other. The arms 32 are removable and are held in place by means of a locking pin 33 · Near the center, the arms 32 are connected to each other by means of a support beam 33 and support plates 34 ('(fig.3). Each pair of arms 28 32 is part of a hinged linkage 34. The rear ends of the arms 15 are freely pivotably connected by pins 35 and 36 and detachably connected to a coupling piece 37 and secured by pins 38. As can be seen from Fig. 3 arms arranged on the inside of the hitch 37 and bent correspondingly there. The rod assemblies 34 form hinged parallelograms for the hitch 37 * and include horizontal hinge axes extending transversely to the direction of travel A formed by the longitudinal axes of the pins 27 , 35 and 36 and the axle 30. The respective axes are arranged in such a way that surfaces slope forward through the front and rear axles, respectively. 37 is U-shaped and is arranged such that the legs 38 extend obliquely downwards and backwards in the operating position, so that the space bounded by the forwardly inclined coupling piece is open downwards. The part 39 connecting the legs 38 is connected by means of support plates 40A, which narrow downwards to the legs 38 (fig. 3) and are provided with the pins 35 at the ends.

De benen 38 van het aankoppelstuk 37 reiken tot onder de armen 28 en zijn aan de onderzijde elk voorzien van een vang-35 bek 40. In de resp. vangbekken 40 zijl de onderste aankoppel-pennen 41 van een driepuntsaankoppeling 41A van een met de grondbewerkingsmachine te combineren inrichting 42 brengbaar. De bovenzijde van de driepuntsaankoppeling van de inrichting 42, die hier als zaaimachine is uitgevoerd, doch bijvoorbeeld 1204382 _ . -5- ook een kunstmeststrooier of plantmachine kan zijn, is door mid del van een stang 43 verbindbaar met het deel 39. Hiertoe is nabij het midden^ v^ het deel 39 een paar lippen 44 aangebracht, waartussen1 het vooreinde van de in lengte verstelbare stang 43 5 door middel van een pen 45 bevestigbaar is.De vangbekken 40 zijn elk afsluitbaar door middel van een strip 46 die door middel van gaten 47 en een pen 48 in meerdere standen brengbaar is.33e pen 48 omvat een stift 49 waarmee de pen vergrendelbaar is nadat süj door een excentrisch gat 50 in een lip 51 is ge-10 stoken en daarna 180° wordt verdraaid (fig.4)The legs 38 of the coupling piece 37 extend below the arms 28 and are each provided with a catch jaw 40 at the bottom. catch jaws 40, the lower coupling pins 41 of a three-point coupling 41A of a device 42 to be combined with the soil tillage implement can be brought. The top side of the three-point coupling of the device 42, which here is designed as a seed drill, but for example 1204382. -5- can also be a fertilizer spreader or planting machine, can be connected to part 39 by means of a rod 43. For this purpose, a pair of lips 44 are arranged near the center of the part 39, between which 1 the front end of the length-adjustable rod 43 5 can be fixed by means of a pin 45. The jaws 40 can each be closed by means of a strip 46 which can be adjusted in several positions by means of holes 47 and a pin 48. 33rd pin 48 comprises a pin 49 with which the pin is lockable after being inserted through an eccentric hole 50 into a lip 51 and then rotated 180 ° (fig. 4)

Qngeveernabij het midden van elke strip 19 is- aan de bovenzijde esp. lijp 52 aangebracht, waarmede door middel van een pen 53 verzwenkbaar een einde van een hydraulisch of pneumatisch te bedienen verstelcylinder 54 is verbonden.Het andere 15 einde van de verstelcylinder 54, gevormd door de zuigerstang, is door milde! van een pen 55 scharnierend verbonden met een lip aan de onderzijde van elk van de armen 32, een en ander zodanig dat in een althans nagenoeg horizontale stand van de ar-men 28 en 32 de verstelcylindere zich althans nagenoeg in een : ' . -r'. ’ Ί· 20 vertikale stand bevinden en juist achter het midden van het ko-kervormig gesteldeel 1 zijn gelegen.3)e pen 55 is vrij beweegbaar in een sleuf 56, zodat indien de pen 55 zich nabij het midden van de sleuf bevindt een onafhankelijk opwaarts en neerwaarts bewegen van de stangenstOlsels 34 en daarmee de inrichting mo-25 gelijk is.De sleuf 56 heeft aan de bovenzijde een zijdelingse uitsparing 5βΑ die cirkelvormig is en zich over + één derde van dikte van de pen 55 uit strekt. De uitsparing 56A bevindt zich aan de voorzijde (fig.1 en 2).3hdien de inrichting 42 in een transport stand is gebracht en het geheel is geheven bevindt de 30 pen 55 zich in de uitsparing 56A.Hierdoor wordt voorkomen,dat indien men de inrichting 42 terugzwenkt, de pen 55 met kracht naar de onderzijde van de sleuf 56 schiet.Eerst als de stangen-stelsels 34 naar beneden bewegen komt de pen 55 uit de uitsparing 56A.Aan de buitenzijde van elk van de armen 32 is om de as 35 30 verzwenkbaar een grendel 57 aangebracht die aan de onderzijde is voorzien van een uitsparing 58 en aan zijn voorzijde taps toeloopt, De achterzijde van elke uitsparing 58 gaat over in een naar onderen gerichte nok 59.De uitsparing 58 in elk van de grendels 57 kan samenwerken met een tap 60 op het aankoppelsük 37 welke pen juist boven een pen 36 is gelegen.Elk van de 8204582 ♦ ^ -6- grendels 57 is door middel van een flexibel trekorgaan 61 vanaf een trekker bedienbaar. Elke grendel 57 rust op de bovenzijde van een schuin naar achteren gerichte lip 62.Aan elke lip 62 is een ketting 63 aangebracht die verder is bevestigd nabij het 5 midden van een arm 28.De lengte van de respectieve kettingen63 is instelbaar. Binnen het gesteldeel 1 is op elke as 2 van een bewerkingsorgaan 3 een tandwiel 64 met rechte vertanding aangebracht, een en ander zodanig dat de tandwielen op de assen van naast elkaar gelegen bewerkingsorganen in aandrijvende verbindig 10 staan.Nabij het midden is de as 2 van een bewerkingsorgaan 3 verlengd en reikt tot in een tandwielkast 65» die zoals uit fig.3 blijkt tussen de plaatvormige steunen 15 is gelegen.Binnen de tandwielkast 65 is op het verlengde van de as 2 een conisch tandwiel aangebracht dat in aandrijvende verbinding staat met 15 een conisch tandwiel op een zich in de voortbewegingsrichting A van de machine uitstrekkende as die via een toerenvariator 66 in aandrijvende verbinding staat met een daarboven gelegen as 67 die zowel aan de voor- als aan de achterzijde buiten de tandwiel kast respectievelijk de toerenvariator uitsteekt. De voorzijde 20 van de as 67 kan door middel van een tussenas 68 met de aftak-as van een trekker worden verbonden.Near the center of each strip 19 is at the top esp. pipe 52, with which one end of a hydraulic cylinder or pneumatically actuated adjusting cylinder 54 is connected by means of a pin 53. The other end of the adjusting cylinder 54, formed by the piston rod, is made of mild material. of a pin 55 hingedly connected to a lip on the underside of each of the arms 32, such that in an at least substantially horizontal position of the arms 28 and 32 the adjusting cylinder is at least substantially in a: '. -r '. 20 vertical position and located just behind the center of the box-shaped frame part 1. 3) pin 55 is freely movable in a slot 56, so that if the pin 55 is near the center of the slot, an independent upward and downward movement of the link rods 34 and thus the device is possible. The slot 56 has at the top a lateral recess 5β boven which is circular and extends + one third of the thickness of the pin 55. The recess 56A is located at the front (fig. 1 and 2). When the device 42 has been brought into a transport position and the whole has been lifted, the pin 55 is located in the recess 56A. This prevents that if the device 42 pivots back, pin 55 forcibly shoots to the bottom of slot 56. First when rod assemblies 34 move down, pin 55 exits recess 56A. On the outside of each of arms 32 is about the axis A pivot 57 is pivotally provided with a recess 58 at the bottom and tapering at its front side. The rear of each recess 58 merges into a downwardly facing cam 59. The recess 58 in each of the latches 57 can be cooperate with a pin 60 on the coupling piece 37 which pin is situated just above a pin 36. Each of the 8204582 latches 57 can be operated by a flexible puller 61 from a tractor. Each latch 57 rests on the top of an obliquely rearwardly facing lip 62. A chain 63 is mounted on each lip 62 and further secured near the center of an arm 28. The length of the respective chains 63 is adjustable. Within the frame part 1, a spur gear 64 with straight teeth is arranged on each shaft 2 of a working member 3, such that the gears on the shafts of adjacent working members are in driving connection 10. Near the center is the shaft 2 of a processing member 3 is extended and extends into a gearbox 65, which, as can be seen from Fig. 3, is located between the plate-shaped supports 15. Inside the gearbox 65, on the extension of the shaft 2, a bevel gear is provided which is in driving connection with 15 a bevel gear on a shaft extending in the direction of advancement A of the machine, which is in a driving connection via a speed variator 66 with an above-mentioned shaft 67 which protrudes from the gearbox and the speed variator at the front and rear respectively. The front side 20 of the shaft 67 can be connected to the PTO shaft of a tractor by means of an intermediate shaft 68.

Tijdens het bedrijf is de machine met behulp van de bok 14, de stand 16 en de platen 17 met de driepuntshefinrichting van een trekker verbonden en kan vanaf de aftakas via de tussenas 25 68 en de hierboven omschreven aandrijving aan de bewerkingsorganen 3 een roterende beweging worden gegeven waarbij naast elkaar gelegen bewerkingsorganen met behulp van hun tanden 5 elkaar tenminste aan elkaar grenzende stroken grond bewerken.Met behulp van de in hoogterichting verstelbare pakkerrol 10 kan te-30 vens de werkdiepte van de bewerkingsorganen 3 worden ingesteld. Door middel van door de stangenstelsels 34 en het aankoppelstuk 37 gevormde scharnierende draagconstructie is achter de machine een met de machine te combineren inrichting bijvoorbeeld een zaaimachine 42 aanbrengbaar.Hierbij neemt tijdens het bedrijf de 35 scharnierende draagconstructie 37 een stand in zoals in de fig.During operation, the machine is connected to the three-point linkage of a tractor by means of the headstock 14, the position 16 and the plates 17, and a rotary movement can be made from the PTO shaft via the intermediate shaft 68 and the drive described above to the working members 3 given in which adjacent working members use their teeth 5 to tillage at least adjacent strips of soil. The working depth of the working members 3 can also be adjusted with the aid of the height-adjustable packer roller 10. By means of a hinged supporting construction formed by the rod systems 34 and the coupling piece 37, a device to be combined with the machine, for instance a seeding machine 42, can be arranged behind the machine, whereby the hinged supporting construction 37 takes up a position as shown in fig.

1 en 2 is weergegeven.Ih deze stand hebben de armen 28,32 van de scharnierende stangenstelsels 34 zoals vermeld dankzij de sleuf 56 de mogelijkheid om binnen bepaalde grenzen vanaf een middenstand op en neer te bewegen, zodat de zaaimachine tijdens het bedrijf de noodzakelijke onafhankelijke beweging ten opzichte 8204332 • Λ-ν&;;”^ϊ ' » -7- van de grondbewerkingsmachine kan uitvoeren. Voor liet transport kunnen de verstelcylinders 54, die een verstelinrichting vormen vanaf de trekker via de leidingen 69 worden bekrachtigd waarbij de stangenstelsels 34 in de in fig. 1 met streeplijnen 5 aangegeven stand brengbaar zijn. In deze stand bevinden de tappen 60 zich in de openingen 58 van de grendels 57* Door de specifieke uitvoering van de grendels 57 komt deze vergrendeling automatisch tot stand. Ba de weergegeven stand bevinden het aankoppelstuk 37 en de verstelcylinders 54 zich geheel bo-10 ven het gesteldeel 1, dat daar terplaatse wordt verstevigd door de bok 14 en zijn bevestiging. De inrichting 42 komt bij het brengen in de afgeheelde transportstand voor het grootste deel boven de pakkerrol 10 te liggen. Door de voorgestelde maatregelen kan het gewicht van het geheel aanzienlijk naar voren wop-15 den geplaatst zodat bij het heffen van het geheel en het transport de hefinrichting vqpi de trekker ondanks het gewicht van de pakkerrol 10 en de aangebrachte inrichting 42 niet ongunstig wordt belast.Doordat de verstelcylinders 54 zich boven en nabij het midden van het kokervormig gesteldeel 1 bevinden waar zich 20 de bevestiging van de bok 14 bevindt kan een zeer goede krachtenverdeling worden verkregen.Toepassing van het speciaal uitgevoerde en aangebrachte aankoppelstuk 37 garandeert aan de on derzijde eegi vrije ruimte een en ander zodanig dat een eventuele aandrijvende verbinding met de inrichting 42 niet behoeft te 25 worden losgpiBaakt.1 and 2. In this position, the arms 28,32 of the articulated linkage systems 34 as mentioned, thanks to the slot 56, have the possibility to move up and down from a central position within certain limits, so that the seed drill has the necessary independent movement relative to 8204332 • Λ-ν &;; ”^ ϊ '» -7- of the tillage implement. For transport, the adjusting cylinders 54, which form an adjusting device, can be actuated from the tractor via the lines 69, the rod systems 34 being movable in the position indicated by dashed lines 5 in FIG. In this position, the studs 60 are located in the openings 58 of the latches 57 * Due to the specific design of the latches 57, this locking is effected automatically. In the position shown, the coupling piece 37 and the adjustment cylinders 54 are completely above the frame part 1, which is there reinforced on the spot by the trestle 14 and its attachment. The device 42 is placed for the most part above the packer roller 10 when it is brought into the tilted transport position. As a result of the proposed measures, the weight of the whole can be moved forward considerably, so that when the whole is lifted and transported, the lifting device vqpi the tractor is not unfavorably loaded despite the weight of the packer roller 10 and the arranged device 42. Since the adjusting cylinders 54 are located above and near the center of the tubular frame part 1, where the mounting of the trestle 14 is located, a very good distribution of forces can be obtained. Application of the specially designed and arranged coupling piece 37 ensures unobstructed underside all this in such a way that a possible driving connection with the device 42 need not be loosened.

Met behulp van de kettingen kan een begrenzing worden verkregen die voorkomt dat de armen 28 met de pakkerrol in aanraking komen tijdens het bedrijf. De lengte van de kettingen 63 is instelbaar.A limitation can be obtained by means of the chains which prevents the arms 28 from coming into contact with the packer roller during operation. The length of the chains 63 is adjustable.

30 De slag tan de verstelcylinders 54 is echter zodanig dat met behulp van deze cylinders tijdens het bedrijf de onderste armen 28 van de scharnierende stangenstelsels 34 op de buisvormige drager 11 van de pakkerrol 10 kunnen worden gedrukt, een en ander zodanig dat hier door een grotere druk door de 35 pakkerrol op de grond kan worden uitgeoefend waardoor de continue draaiing van de pakkerrol die is vereist voor de juiste werking nog beter kan worden gegarandeerd evenals haar verdichtende werking op de pas bewerkte aarde.The stroke of the adjustment cylinders 54, however, is such that with the aid of these cylinders, during operation, the lower arms 28 of the hinged rod systems 34 can be pressed onto the tubular carrier 11 of the packer roller 10, such that here through a larger pressure can be exerted on the ground by the packer roller, thus ensuring the continuous rotation of the packer roller required for proper operation, as well as its compaction effect on the newly worked soil.

Bij de beschreven constructie is het mogelijk om de schar- 8264382 • : !~v> .iiè ·· ί·;: ^ ^ Ί ’ ' '· ' · sèV'' * ψ -8- nierende draagconstructie gemakkelijk en snel ai te nemen en aan te brengen indien niet of wel in combinatie met een andere inrichting moet worden gewerkt,With the described construction it is possible to quickly and easily adjust the 8264382 •:! ~ V> .iiè ·· ί · ;: ^ ^ Ί '' '·' · sèV '' * ψ -8- to take and to apply if it is not necessary to work or in combination with another establishment,

De uitvinding is niet beperkt tot het vorenstaande doch betreft eveneens alle details van de figuren al of niet beschreven.The invention is not limited to the above, but also concerns all details of the figures, whether or not described.

-Conclusies-: % 8204382-Conclusions-:% 8204382

Claims (22)

1. Grondbewerkingsmachine voorzien van een zich dwars op de v<^r1^ew^gingsri|ihting van de machine uitstrekkend gesteldeel dat met de driepuntshefinrichting van een trekker koppelhaar is en waarin een aantal roteerbare 5 be werkings organen zijn aangebracht, terwijl aankoppel-middelen aanwezig zijn voor de bevestiging van een met de grondbewerkingsmachine te combineren inrichting, met het kenmerk, dat de aankoppelmiddelen een aankoppelstuk omvatten dat door middel van een verstelinrichting naar 10 keuze achter of boven het gestelde el van de machine brengbaar if. ^ 2. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het aankoppelstuk een naar onderen toe open ruimte omsluit.1. Soil cultivation machine provided with a frame extending transversely to the direction of rotation of the machine, which is coupling hair with the three-point lifting device of a tractor and in which a number of rotatable working elements are arranged, while coupling means are present for the attachment of a device to be combined with the soil tillage implement, characterized in that the coupling means comprise a coupling piece which, by means of an adjustment device, can be placed behind or above the specified el of the machine if desired. 2. Soil cultivation machine according to claim 1, characterized in that the connecting piece encloses a space open downwards. 3. Grondbèwerkingsmachine volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het aankoppelstuk in beide standen naar voren helt.Soil cultivation machine according to claim 1 or 2, characterized in that the coupling is inclined forward in both positions. 4. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat het aankoppelstuk U-vormig is waarbij 20 de benen zich naar benéden uitstrekken. *Soil cultivation machine according to claim 2 or 3, characterized in that the coupling piece is U-shaped, the legs extending downwards. * 5. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het aankoppelstuk deel uitmaakt van een scharnierende draagconstructie die met het gestel van de machine is verbonden. (? 25 6. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de scharnierende draagconstructie twee op afstand van elkaar gelegen scharnierende stangenstelsels omvat die elk met een zijde van het aankoppelstuk zijn verbonden.Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the coupling part forms part of a hinged supporting construction which is connected to the frame of the machine. 6. Soil cultivation machine according to claim 5, characterized in that the hinged support structure comprises two spaced-apart hinged rod systems, each of which is connected to one side of the coupling piece. 7. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 6, met het kenmèrk, dft de stangenstelsels een parallellogram vormen met zich dwars op de voortbewegingsrichting van de machine uitstrekkende assen.Soil cultivation machine according to claim 6, characterized in that the rod systems form a parallelogram with axes extending transversely to the direction of the machine's direction of movement. 8. Grondbewerkingsmachine volgens conclusies 6 of 7, 35 met het kenmerk, dat de stangenstelsels aan de bovenzijde door middel van een dwarsverbinding met elkaar zijn verbonden./·Soil cultivation machine according to claims 6 or 7, 35, characterized in that the rod systems are connected to each other at the top by means of a cross connection. 9. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 8204382 . " 'i/ · ·· :·' - ^ - -•'i V* -1.., :: ' L, .....dtt;..* -10- ’ t w 6 -8, met het kenmerk, dat de stangenstelsels elk twee boven elkaar gelegen armen omvatten die met de boven· respectievelijk onderzijde van het aankoppelstuk zijn gekoppeld.Soil cultivation machine according to any one of claims 8204382. "'i / · ··: ·' - ^ - - • 'i V * -1 .., ::' L, ..... dtt; .. * -10- 'tw 6 -8, with the characterized in that the rod assemblies each comprise two superimposed arms which are coupled to the top and bottom of the coupling piece, respectively. 10. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 5 6-9, met het kenmerk, dat de voorzijde van het stangenstelsel is verbonden met een bok op het gestel van de machine, met behulp waarvan het gestel van de machine met de driepunts-hefinrichting van een trekker koppelbaar is.Soil cultivation machine according to any one of claims 5 to 6-9, characterized in that the front of the linkage is connected to a trestle on the frame of the machine, by means of which the frame of the machine is connected to the three-point lifting device of a tractor is linkable. 11. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande 10 conclusies, met het kenmerk, dat de verstelinrichting ten minste één verstelcylinder omvat die boven het gestel van de machine is gelegen.Soil cultivation machine according to one of the preceding claims, characterized in that the adjusting device comprises at least one adjusting cylinder located above the frame of the machine. 12. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 6 - 10 en conclusie 11 , met het kenmerk, dat de verstel- 15 cylinder is verbonden met een bovenste arm van een stangenst elsel.12. Soil cultivation machine according to any one of claims 6-10 and claim 11, characterized in that the adjusting cylinder is connected to an upper arm of a rod frame. 13· Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het met de arm van een stangenstelsel ge- · koppeld einde van een verstelcylinder ten opzichte van de 20 armen begrensd beweegbaar is.Soil cultivation machine according to claim 12, characterized in that the end of an adjusting cylinder coupled to the arm of a rod system is movable with respect to the arms. 14. Grondbewerkingsmachine volgens c’onclusie 13, met het kenmerk, dat het einde van de verstelcylinder in een sleuf beweegbaar is, een en ander zodanig dat een stangenstelsel een beperkte hoogtebeweging toelaat.14. Soil cultivation machine according to claim 13, characterized in that the end of the adjusting cylinder is movable in a slot, such that a linkage allows a limited height movement. 15. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat het einde van een verstelcylinder een pen omvat die in geheven stand van de te combineren inrichting in een uitsparing is gelegen, die zich nabij de bovenzijde van de sleuf bevindt. 3016. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 6-15, met het kenmerk, dat de stangenstelsels scharnierende parallelogrammen vormen met althans nagenoeg horizontale dwarsassen, waarbij de vlakken door de voorste respectievelijk achterste assen naar voren hellen. 35 17, Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 6-16, met het kenmerk, dat tussen de onderste arm van een stangenstelsel en een vast punt op het gestel van de machine een begrenzingsmiddel is aangebracht, een en ander zodanig dat een te ver naar beneden bewegen van de betreffende arm 8204332 ;......^ :*** - -11- wordt voorkomen ·Soil cultivation machine according to claim 14, characterized in that the end of an adjustment cylinder comprises a pin which, in the raised position of the device to be combined, is located in a recess located near the top of the slot. 3016. Soil cultivation machine according to any one of claims 6-15, characterized in that the rod systems form hinged parallelograms with at least substantially horizontal transverse axes, the surfaces being inclined forward by the front and rear axles, respectively. Soil cultivation machine according to any one of claims 6-16, characterized in that a limiting means is arranged between the lower arm of a linkage and a fixed point on the frame of the machine, such that one moves too far down of the affected arm 8204332; ...... ^: *** - -11- is prevented · 18· Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusie8, met het kensjsrk, dat een vergrendeling aanwezig is voor een automatisch Vergrendelen van het aankoppel stuk in zijn hoven het gesteldeel van de machine gelegen stand.Soil cultivation machine according to any one of the preceding claim 8, with the feature that a lock is provided for an automatic locking of the coupling piece in its upper position in the frame part of the machine. 19. Grondbewerkin^machine volgens een der conclusies 6 - 17 en conclusie 18, met het kenmerk, dat de vergrendeling een grendel omvat die verzwenkbaar is om een scharnierpunt voor de bovenste armen vin een stangenstelsel en kan samenwerken met een pen nab^j het onderste scharnierpunt tussen een onderste arm van een stangenstelsel en het aankoppelstuk.19. Tillage machine according to any one of claims 6-17 and claim 18, characterized in that the locking comprises a latch which is pivotable about a pivot point for the upper arms of a linkage and can cooperate with a pin near the lower one. pivot point between a lower arm of a linkage and the hitch. 20. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het aankoppelstuk een drie-puntshefinrichting omvat voor aankoppeling van een driepunts-bevestiging van de met de machine te combineren inrichting.Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the coupling piece comprises a three-point lifting device for coupling a three-point attachment of the device to be combined with the machine. 21. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 6-20, met het kenmerk, dat de machine wordt ondersteund door een achter de bewerkingsorganen gelegen rol en met behulp van de onderste armen van ten minste één stangenstelsel een druk op de rol kan worden uit|eoefend.21. Soil cultivation machine according to any one of claims 6-20, characterized in that the machine is supported by a roller located behind the cultivating members and pressure can be exerted on the roller by means of the lower arms of at least one linkage. 22. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel waaraan een aantal bewerkingsorganen zijn aangebracht en achter de bewerkingsorganen een rol is gelegen, met het kenmerk, dat vanaf een trekker te bekrachtigen middelen aanwezig zijn met behulp waarvan een druk op de rol kan worden uitgeoefend.22. Soil cultivation machine provided with a frame on which a number of cultivating members are arranged and a roller is located behind the cultivating members, characterized in that means to be actuated from a tractor are provided by means of which a pressure can be exerted on the roller. 23. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 21 of 22, met het kenmerk, Öat de druk kan worden uitgeoefend met behulp van een verstelcylinder.Soil cultivation machine according to claim 21 or 22, characterized in that the pressure can be applied by means of an adjusting cylinder. 24. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de machine een aantal om opwaarts gerichte assen motorisch aandrijfbare bewerkingsorganen omvat en achter de bewerkingsorganen een de werkdiepte bepalende rol·'"iwnwezig is.24. Soil cultivating machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the machine comprises a number of working members which can be driven on upwardly directed axes and which have a working depth determining role behind the working members. 25. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 21-24, met het kenmerk, dat de rol is uitgevoerd als een pak-kerrol.Soil cultivation machine according to any one of claims 21-24, characterized in that the roller is designed as a packer roller. 26. Grondbewerkingsmachine zoals beschreven in het voorgaande en weergegeven in de figuren. o-o-o-o 820438226. Soil cultivation machine as described above and shown in the figures. o-o-o-o 8204382
NL8204382A 1982-09-29 1982-11-12 SOIL TILLER. NL8204382A (en)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8204382A NL8204382A (en) 1982-09-29 1982-11-12 SOIL TILLER.
DE19833334785 DE3334785A1 (en) 1982-09-29 1983-09-26 TILLAGE MACHINE
CH520683A CH662036A5 (en) 1982-09-29 1983-09-26 TILLAGE MACHINE.
AT342883A AT391391B (en) 1982-09-29 1983-09-27 TILLAGE MACHINE
FR8315299A FR2533408B1 (en) 1982-09-29 1983-09-27 MACHINE FOR WORKING THE FLOOR PROVIDED WITH ADDITIONAL COUPLING POINTS
GB08326079A GB2127662B (en) 1982-09-29 1983-09-29 A soil cultivating machine

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8203792 1982-09-29
NL8203792 1982-09-29
NL8204382A NL8204382A (en) 1982-09-29 1982-11-12 SOIL TILLER.
NL8204382 1982-11-12

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8204382A true NL8204382A (en) 1984-04-16

Family

ID=26645804

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8204382A NL8204382A (en) 1982-09-29 1982-11-12 SOIL TILLER.

Country Status (6)

Country Link
AT (1) AT391391B (en)
CH (1) CH662036A5 (en)
DE (1) DE3334785A1 (en)
FR (1) FR2533408B1 (en)
GB (1) GB2127662B (en)
NL (1) NL8204382A (en)

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2158686B (en) * 1984-05-11 1988-02-03 Eurotec Precision Ltd Ground care implements and appliances
NL8500187A (en) * 1985-01-24 1986-08-18 Lely Nv C Van Der SOIL TILLER.
DE3543691A1 (en) * 1985-09-21 1987-06-19 Amazonen Werke Dreyer H Enclosed equipment assembly
FR2687889B1 (en) * 1992-02-28 1996-04-05 Lely France COMBINED AGRICULTURAL TOOL CONSTITUTED BY THE ASSOCIATION OF A HERSE AND A SEEDER.
FI103470B (en) * 1995-11-03 1999-07-15 Tume Oy Machine with metering device
GB2350996B (en) * 1999-06-12 2003-08-20 Chris Green Agricultural machine
DE202013010042U1 (en) * 2013-10-31 2015-02-02 Alois Pöttinger Maschinenfabrik Ges.m.b.H. Tillage machine
FR3012721B1 (en) * 2013-11-05 2016-12-30 Alois Pottinger Maschf Gmbh SOIL WORKING MACHINE
FR3021183B1 (en) * 2014-05-26 2017-01-27 Kuhn Sa COMBINATION OF A PRIMARY TOOL ATTEMPTED TO HITCH THREE POINTS OF A TRACTOR AND A SECONDARY TOOL HITCHED ON THE PRIMARY TOOL AND METHOD OF ATTACHING
AU2021218238A1 (en) * 2020-08-22 2022-03-10 Bourgelat Pty Ltd Apparatus for attachment to a tractor

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1989217U (en) * 1968-02-14 1968-07-11 Rau Ohg Maschf DEVICE MOUNTING DEVICE, IN PARTICULAR FOR DEVICE COMBINATIONS FOR TILLAGE.
DE7047417U (en) * 1970-12-23 1971-04-15 Schmotzer Maschinenfabrik Gmbh SUPPORTING FRAME FOR SOIL TILLING EQUIPMENT
AT314883B (en) * 1972-06-08 1974-04-25 Prillinger Hans Fa Device for connecting a downstream device to an attachment coupled to the lifting gear of an agricultural tractor
NL7405875A (en) * 1974-05-02 1975-11-04 Lely Nv C Van Der SOIL WORKING MACHINE.
DE7442001U (en) * 1974-12-18 1977-05-05 Amazonen-Werke H. Dreyer Gmbh & Co Kg, 4507 Hasbergen MACHINE FOR SOWING GRASS SEEDS
NL7510308A (en) * 1975-09-02 1977-03-04 Lely Nv C Van Der AGRICULTURAL IMPLEMENT.
DE3033848A1 (en) * 1980-09-09 1982-03-18 Rabewerk Heinrich Clausing, 4515 Bad Essen Multiple section agricultural machine - has sections used independently also attached in series to frame with wheels lowered to ground
DE3105640A1 (en) * 1981-02-17 1982-09-02 Amazonen-Werke H. Dreyer Gmbh & Co Kg, 4507 Hasbergen Implement combination for agriculture
DE3105638A1 (en) * 1981-02-17 1982-09-02 Amazonen-Werke H. Dreyer Gmbh & Co Kg, 4507 Hasbergen Implement combination for agriculture
DE3105639C3 (en) * 1981-02-17 1993-12-02 Amazonen Werke Dreyer H Closed combination of devices for agriculture
DE3105641A1 (en) * 1981-02-17 1982-09-02 Amazonen-Werke H. Dreyer Gmbh & Co Kg, 4507 Hasbergen Seed drill
DE3105656A1 (en) * 1981-02-17 1982-09-02 Amazonen-Werke H. Dreyer Gmbh & Co Kg, 4507 Hasbergen Implement combination for agriculture
DE8212168U1 (en) * 1982-04-28 1982-08-26 Maschinenfabrik Rau Gmbh, 7315 Weilheim AGRICULTURAL DEVICE ASSOCIATION

Also Published As

Publication number Publication date
AT391391B (en) 1990-09-25
DE3334785A1 (en) 1984-04-19
FR2533408A1 (en) 1984-03-30
GB8326079D0 (en) 1983-11-02
DE3334785C2 (en) 1989-10-05
GB2127662A (en) 1984-04-18
GB2127662B (en) 1986-01-15
CH662036A5 (en) 1987-09-15
ATA342883A (en) 1990-04-15
FR2533408B1 (en) 1986-08-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8204382A (en) SOIL TILLER.
NL8204705A (en) GROUND TILLING ROLE.
NL8501109A (en) AGRICULTURAL IMPLEMENT.
NL8101017A (en) SOIL TILLER.
NL1006945C2 (en) Tool carrier.
NL193433C (en) Soil cultivation machine.
NL8800800A (en) COMBINATION OF A TRACTOR WITH AT LEAST A TILLAGE SEED UNIT.
NL8500187A (en) SOIL TILLER.
NL193084C (en) Soil cultivation machine.
NL8302688A (en) AGRICULTURAL APPARATUS, IN PARTICULAR AN APPARATUS FOR THE SPREAD OF SPREADABLE MATERIAL.
NL8400171A (en) SOIL TILLER.
NL8403460A (en) SOIL TILLER.
NL9200243A (en) Ground-working machine.
NL8203978A (en) COMBINATION OF A TILLAGE MACHINE WITH A SECOND MACHINE FOR EXAMPLE, A SEEDER.
NL9300659A (en) Soil cultivation machine.
NL192594C (en) Combination of a tillage machine and a further machine to be coupled to it.
NL1001384C2 (en) Soil cultivation machine.
NL1005026C1 (en) Agricultural machine.
NL9101330A (en) SOIL TILLER.
NL8602430A (en) SOIL TILLER.
NL9400177A (en) Ground-working machine
NL9300362A (en) Agricultural tool, in particular a ground-working machine
NL8902832A (en) AGRICULTURAL MACHINE.
CZ2014745A3 (en) Soil cultivating machine
NL8501286A (en) Seed-sowing soil cultivating machine - has rotatable soil working members between which are outlet openings of seed drill

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BN A decision not to publish the application has become irrevocable