NL8201895A

NL8201895A - Inrichting voor het thermoplastische kunststof ommantelen van stalen buizen.

Info

Publication number: NL8201895A
Application number: NL8201895A
Authority: NL
Original assignee: Mannesmann Ag
Priority date: 1981-05-08
Filing date: 1982-05-07
Publication date: 1982-12-01
Also published as: IT8221147A0; FR2505253A1; JPS57193339A; DD202262A5; HU183915B; IT1190814B; DE3118978A1; BE893091A

Description

V 'A

μ VO 3320

Inrichting voor het met thermoplastische kunststof ommantelen van stalen buizen.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het om-mantelen van. stalen buizen met slangvormige folies uit thermoplastische kunststof/ in het bijzonder polyetheen, waarbij de buizen eerst door een vacuümkamer en vervolgens door een hierop aansluitende, ter vorming 5 van de slangfolies dienende extrusiekop worden geleid en waarbij met behulp van de vacuümkamer in de ruimte tussen het buisoppervlak en de uit extrusiekop komende slangfolie een vacuum tussen 450 en 550 mm waterkolom wordt in stand gehouden.

Bij deze bekende ommantelingsinrichtingen heeft de aan de 10 extrusiekop aangesloten vacuümkamer ten doel tussen de uit het ring-spleetmondstuk van de kop tredende slangvormige kunststoffolie en het buisoppervlak een vacuum op te wekken, waardoor de folie onder vermijding van het insluiten van lucht nauw tegen het buisoppervlak wordt aangedrukt. De onderdruk dient daarbij ongeveer 500 mm waterkolom 15 te bedragen. Is de onderdruk groter, dan bestaat er gevaar, dat de slang scheurt. Is de onderdruk daarentegen kleiner, dan kan de onderste helft van de slang ten gevolge van haar gewicht doorhangen en niet op het buisoppervlak komen te rusten. Dit gevaar is in het bijzonder aanwezig bij buizen met grote diameter, bijvoorbeeld groter dan NW 200.

20 De te ommantelen stalen buis, die eerst de vacuümkamer en vervolgens de extrusiekop doorloopt, moet daarbij ten opzichte van de buitenatmosfeer worden afgedicht. Hiertoe wordt bij de bekende inrichtingen een aan de buisintreezijde van de vacuümkamer aangebrachte rubberen manchet toegepast, welke nauw afdichtend tegen het buisoppervlak 25 aan komt te liggen. Daar de buizen voor het ommantelen in het algemeen tot een temperatuur van ongeveer 200°C worden voorgewarmd, bestaat bij toepassing van rubberen manchetten het nadeel, dat deze een smerende rest op het buisoppervlak achterlatenf welke tot vermindering van de kleefkracht van de overtrek leidt.

30 Ter vermijding van deze nadelen is door aanvraagster voor gesteld een afdichtmanchet toe te passen, die uit verscheidene dicht tegen elkaar aan liggende ringschijven van verenstaalplaat is gevormd, waarvan de binnenomtrek uit lamellenachtige tongen bestaat, welke 8201895 ♦ * -2- zich. onder afbuigen ten opzichte van de vertikaal verend naar het buisoppervlak voegen.

Daarbij is gebleken dat de stalen tongen het buisoppervlak, dat voorafgaand aan het van een deklaag voorzien is gestaalstraald, onge-5 controleerd kunnen krassen, waardoor vermindering van de afpelweerstand van de thermoplastische ommanteling kan worden bewerkstelligd.

Voorts kan bij het ommantelen van stalen buizen, waarvan de oppervlakken . van een epoxyharsgrondlaag zijn voorzien, de grondlaag door-de stalen tongen worden afgestroopt. Een verder nadeel bij de toepassing van - 10 dergelijke afdichtmanchetten is daarin gelegen, dat bij het van een deklaag voorzien van stalen buizen met door het fabricageproces veroorzaakte maatafwijkingen de afdichtmanchet niet .voortdurend nauw tegen het buisoppervlak aanligt en ongecontroleerde luchtspleten doet ontstaan. Daardoor kan het vacuum tussen het buisoppervlak en de geëxtrudeerde 15 kunststof slang plotseling veranderen, waardoor de slang ongewenste vervormingen ondergaat of zelfs kan' scheuren.

Doel van de uitvinding is een inrichting te verschaffen, waarbij de genoemde nadelen kunnen worden vermeden. Deze doelstelling wordt bereikt door toepassing van de in de conclusies gedefinieerde bijzonderheden.

20 De uitvinding wordt aan de hand van de in de tekeningen sche matisch weergegeven uitvoeringsvoorbeelden nader verduidelijkt.

De figuren stellen het volgende voor:

Fig. 1 een langsdoorsnede van de ommantelingsinrichting; fig. 2 een frontaanzicht van de vacuümkamer en de 25 fig. 3-5 elk een uitvoeringsvorm van de buisuittreeopening van de vacuümkamer.

Zoals in fig. 1 is verduidelijkt, doorloopt de van een deklaag te voorziene buis 1 eerst de vacuümkamer 2 en vervolgens de extrusie-kop 3. Deze is ingericht voor het creëren van twee thermoplastische 30 kunststofslangen, waarvan de binnenste als hechtmiddel voor de buitenste ommanteling dient. Hiertoe is de extrusiekop 3 voorzien van het ring-kanaal 4 voor de buitenste ommantelingsslang, welke in de ringspleet 5 wordt gecreëerd. Het binnenste ringkanaal 6 en de ringspleet 7 dienen voor het extruderen van het slangvormige hechtmiddel. Beide slangen 35 verenigen zich met elkaar bij de extrusiemond tot de dubbele slangommante-ling 8. Met de op een pomp aangesloten vacuümkamer 2 wordt in de ruimte 8201895 * *' « ί~ —" TT-. Μ —“ —- “·" — . -3- 9 tussen het buisoppervlak en de ommanteling 8 tijdens de ommante-lingsbewerking een vacuum van 500 mm waterkolom in stand gehouden.

De buitenste afsluitwand 10 van de vacuümkamer 2 bezit een buisintree-opening 11, waarvan de diameter 0,5 - 1,5% groter is dan de diameter 5 van de ommantelde stalen buis en zo is bemeten, dat ook bij het doorlopen van buizen met. uit het fabricageproces voortvloeiende maatafwijkingen het oppervlak van de buizen de binnenrand, van de buisintreeopening 11 niet kan aanraken. Zulke afwijkingen kunnen bijvoorbeeld lichte krommingen of plaatselijke verdikkingen zijn.

IQ. In het eenvoudigste geval is de buisintreeopening 11, zoals in fig. 2 is weergegeven cirkelvormig uitgevoerd.Er .staat ten opzichte van de te ommantelen buis^een luchtspleet 12 aanwezig. In vele gevallen is het aan te bevelen de buisintreeopening op te bouwen uit cirkelboogvormig met elkaar verbonden stalen tongen, die zijn gevormd 15 door het maken van radiale insnijdingen in iingschijven uit verenstaalplaat. Zoals is weergegeven in fig. 3 liggen telkens twee tongen 13 en 14 dicht tegen elkaar en overlappen elkaar. Hun binnenkanten 15 . zijn rechtlijnig gesneden en vormen met elkaar de luchtspleet 12.

Ze zijn telkens over 30° versprongen opgesteld. Hun breedten a 20 en b zijn afhankelijk van de diameter van de te ommantelen buis. De binnenranden kunnen ook cirkelboogvormige uitsnijdingen 16 bezitten (figuren 4 en 5}.

De capaciteit van de met de vacuumkamèr 2 verbonden pomp dient zodanig te zijn bemeten, dat niettegenstaande de aanwezigheid 25 van de luchtspleet 12 het vereiste vacuum van 500 mm waterkolom in de ruimte 9 tussen het buisoppervlak en de ommanteling 8 tijdens de ammantelingsbewerking in stand blijft.

8201895

Claims

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de buisintreeopening (111 wordt gevormd door twee of meer dicht tegen elkaar aanliggende ringschijven uit verenstaalplaat, waarvan de binnenomtrek bestaat uit door radiale insnijdingen gevormde tongen (13, 15 141 welke onder vorming van een ringvormige tussenruimte (121 ten opzichte van het buisoppervlak (11 telkens over ongeveer 30° ten opzichte van elkaar versprongen zijn en elkaar gedeeltelijk overlappen.
3. Inrichting\olgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de naar het buisoppervlak toegekeerde randen (15) van de tongen (13,14) 20 rechtlijnig zijn uitgevoerd.
4. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de naar het buisoppervlak toegekeerde randen (15) van de tongen (13,14) cirkelboogvormige uitsnijdingen (161 bezitten. 8201895