NL8200461A - CUTTING OR CHANGE PLATE. - Google Patents

Description

ê\ 1 VO 2692ê \ 1 VO 2692

Titel: Snij- of wisselplaat.Title: Cutting or insert.

De uitvinding heeft betrekking op een snij- of wisselplaat.The invention relates to a cutting or insert plate.

Bij het bewerken van metaal is het gewenst om het materiaal zo snel mogelijk af te nemen, teneinde de vervaardigings- en werkkosten te minimaliseren. Dit vereist een snijplaat, dat bestand is tegen grote 5 belastingen en hoge temperaturen, opgewekt bij grote snelheden, aanzetten en snededieptes, nodig om het materiaal snel af te nemen.When machining metal, it is desirable to take the material off as quickly as possible in order to minimize manufacturing and work costs. This requires a cutting plate, which can withstand large loads and high temperatures, generated at high speeds, feed rates and depths of cut, required to quickly take off the material.

Het is eveneens wenselijk, dat deze snijplaten een geometrie hebben die de vereiste kracht bij deze bewerkingen minimaliseren door het regelen van de geometrie van de tijdens de bewerking ontstaande IQ spanen. Bovendien moet, daar niet alle toepassingen dezelfde snelheid,' ✓ snedediepte en aanzet vereisen, de geometrie van de snijplaat met betrekking tot de regeling van de spanen in staat zijn om de ^spaanvorm te regelen over een zo groot mogelijk gebied van genoemde parameters.It is also desirable that these inserts have a geometry that minimizes the force required in these operations by controlling the geometry of the IQ chips generated during machining. In addition, since not all applications require the same speed, depth of cut and feed rate, the geometry of the insert regarding chip control must be able to control the chip shape over the widest possible range of said parameters.

Voorbeelden van bekende ontwerpen van snijplaten ook wel wegwerp-15 platen , waarbij getracht is om genoemde problemen op te lossen, zijn beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4.087.193 en de Amerikaanse octrooiaanvrage 181.956, ingediend op 28 augustus 1980. Het genoemde octrooi heeft betrekking op een indexeerbare snijplaat met een vlakke snijrandbreedte of -fase, gevolgd door een vlakke tussenbreedte onder 20 de snijrandbreedte. Een tweede wand verloopt benedenwaarts van de tussenbreedte naar een vlakke bodem, die evenwijdig is aan het vlak door de snijranden. Volgens dit octrooi werkt de rand, gevormd door de verbinding van het tussenvlak en het tweede vlak als een breker voor het breken van de spanen, wanneer zij over deze rand glijden.Examples of known designs of cutting plates, also known as disposable plates, in which attempts have been made to solve the above-mentioned problems are described in United States Patent Specification 4,087,193 and United States Patent Application 181,956 filed August 28, 1980. The said patent relates to an indexable cutting plate with a flat cutting edge width or phase, followed by a flat intermediate width below the cutting edge width. A second wall extends downward from the intermediate width to a flat bottom, which is parallel to the plane through the cutting edges. According to this patent, the edge formed by the connection of the intermediate surface and the second surface acts as a breaker for breaking the chips when they slide over this edge.

25 De genoemde octrooiaanvrage toont een iindexeerbare snijplaat met een vlakke snijrandbreedte, gevolgd door een dalende wand, die eindigt in een bodem, welke benedenwaarts helt naar het midden van de snijplaat.Said patent application shows an indexable insert with a flat cutting edge width, followed by a falling wall, which ends in a bottom which slopes downwards towards the center of the insert.

De uitvinding beoogt een voor grote belasting geschikte snijplaat met een voor het regelen van de spanen geschikte geometrie en welke een 30 laag vermogen vereist over een groot gebied van de snijparameters.The object of the invention is a high-load cutting insert with a chip-controlling geometry and requiring low power over a wide range of cutting parameters.

De snijplaat volgens de uitvinding is hiertoe voorzien van een snijrandbreedte en een tussengelegen breedte, die zich bevindt achter en beneden de snijrand. Bovendien is achter en beneden de tussenbreedte 8200461 t - 2 - een bodem aanwezig welke benedenwaarts helt naar het midden van de snij-plaat.For this purpose, the cutting plate according to the invention is provided with a cutting edge width and an intermediate width, which is located behind and below the cutting edge. In addition, there is a bottom behind and below the intermediate width 8200461 t - 2 which slopes downwards towards the center of the cutting plate.

Bij voorkeur is de snijplaat indexeerbaar en samengesteld uit een hard en slijtagebestendig materiaal, zoals gecementeerde carbide. Bij 5 voorkeur is de snijplaat bekleed met een breekbaar oxyde, nitride- en/of carbidemateriaal.The cutting plate is preferably indexable and composed of a hard and wear-resistant material, such as cemented carbide. Preferably, the cutting plate is coated with a fragile oxide, nitride and / or carbide material.

Daarbij kan de hellende bodem symmetrisch zijn ten opzichte van een vlak door de bisectrice van de snijplaathoek. Op deze wijze kan, bij grote voedingssnelheden, waarbij de binnenrand vein de tussenbreedte of 10 -fase niet werkzaam is als spaanbreker, de hellende bodem dienen voor het vormen van een conische spaan en daardoor het verminderen van het benodigde vermogen.The inclined bottom can herein be symmetrical with respect to a plane by the bisector of the insert angle. In this way, at high feed rates, where the inner edge of the intermediate width or 10-phase does not act as a chip breaker, the sloping bottom can serve to form a conical chip and thereby reduce the power required.

De snijplaat vertoont hiertoe de kenmerken, zoals beschreven in de bijgaande conclusies.For this purpose, the cutting plate has the features as described in the appended claims.

15 Ter verduidelijking van de uitvinding zal thans, onder verwijzing naar de tekening, een uitvoeringsvoorbeeld vam de snijplaat worden beschreven.To clarify the invention, an embodiment of the cutting plate will now be described with reference to the drawing.

In de tekening toont: fig. lleen perspektivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van de 20 snijplaat volgens de uitvinding; fig. 2 een doorsnede volgens de lijn II-II in fig. 1, genomen langs de bisectrice van een van de hoeken en fig. 3 een doorsnede volgens de lijn III-III in fig. 1, genomen langs een doorsnede midden tussen aangrenzende hoeken.In the drawing: Fig. 1 shows a perspective view of an embodiment of the cutting plate according to the invention; fig. 2 is a section on line II-II in fig. 1, taken along the bisectress of one of the corners and fig. 3 is a section on line III-III in fig. 1, taken along a section midway between adjacent corners .

25 Volgens de tekening is een indexeerbare snijplaat 1 voorzien van een polygonaal lichaam met een omtrekswand 3, die een snijrand 7 vormt met het bovenoppervlak 5 t.p.v. de verbinding van de omtrekswand met een bovenoppervlak. Op de snijrand 7 sluit binnenwaarts van de snijrand een snijrandbreedte of -fase 9 aan. Op de binnenrand van de snijrand-30 breedte 9 sluit weer een afhangende wand 11 aan, die zich benedenwaarts en binnenwaarts uitstrekt naar een tweede breedte of fase 13. De tweede breedte 13 strekt zich eveneens binnenwaarts uit en sluit aan op een tweede wand 15. De tweede wand 15 is verbonden met een hellende bodem 17. De hellende bodem 17 is symmetrisch rond de bisectrice van de hoeken.According to the drawing, an indexable cutting plate 1 is provided with a polygonal body with a peripheral wall 3, which forms a cutting edge 7 with the top surface 5 at the top. the connection of the circumferential wall with an upper surface. A cutting edge width or phase 9 adjoins the cutting edge 7 inwardly of the cutting edge. On the inner edge of the cutting edge 30 width 9 again a hanging wall 11 connects, which extends downwards and inwards to a second width or phase 13. The second width 13 also extends inwards and connects to a second wall 15. The second wall 15 is connected to an inclined bottom 17. The inclined bottom 17 is symmetrical around the bisector of the corners.

35 Een bisectrice is in fig. 1 weergegeven door de lijn B-B.35 A bisectress is represented in line 1 by the line B-B.

8200461 ί - 3 -8200461 ί - 3 -

Zoals uit fig- 1 blijkt, sluit op de hellende bodem 17 een vlakke bodem 19 aan, die bij voorkeur evenwijdig is aan een vlak, gevormd door de snijranden 7. In het midden van de snijplaat is een opening 21 aangebracht voor het opnemen van een grendelpen of -schroef, 5 Zoals blijkt uit fig. 2 welke een dwarsdoorsnede weergeeft door de bisectrice B-B, vormt de benedenwaarts hellende wand 11 een hoek met het vlak, gevormd door de snijranden:;7. Deze hoek A is bij voorkeur 20-12°. Op de wand 11 sluit een tweede fase of breedte 13 aan en wel onder een hoek B van 155-170°.As can be seen from Fig. 1, a flat bottom 19, which is preferably parallel to a plane, formed by the cutting edges 7, is connected to the inclined bottom 17. In the center of the cutting plate an opening 21 is provided for receiving a locking pin or screw, As can be seen from Fig. 2, which shows a cross-section through the bisectrice BB, the downwardly inclined wall 11 forms an angle with the plane formed by the cutting edges: 7. This angle A is preferably 20-12 °. A second phase or width 13 connects to the wall 11 at an angle B of 155-170 °.

10 üit deze figuur blijkt verder, dat de hellende bodem 17 een hoek maakt met een vlak evenwijdig aan het vlak door de snijranden. Deze hoek D ligt tussen 1 en 10°, terwijl uit deze figuur tevens blijkt, dat de hellende bodem 17 het dichtst bij de tweede breedte 13 komt ter plaatse van de hoek. Deze afstand is weergegeven door het symbool X.This figure further shows that the sloping bottom 17 forms an angle with a plane parallel to the plane through the cutting edges. This angle D is between 1 and 10 °, while this figure also shows that the sloping bottom 17 comes closest to the second width 13 at the location of the angle. This distance is represented by the symbol X.

15 Zoals blijkt uit fig. 3, waarin een dwarsdoorsnede door de snij plaat tussen aangrenzende hoeken is weergegeven, strekt de hellende bodem 17 zich van de hoek af en helt benedenwaarts evenwijdig aan de zijden van de snijplaat totdat het de vlakke bodem 19 snijdt. Het maximale hoogteverschil Ξ van de hellende bodem 17 vanaf de hoek naar 20 de vlakke bodem 19 dient te liggen tussen 0,127 en 0,381 mm.As can be seen from Fig. 3, which shows a cross section through the cutting plate between adjacent corners, the inclined bottom 17 extends from the corner and slopes downwardly parallel to the sides of the cutting plate until it cuts the flat bottom 19. The maximum height difference Ξ of the inclined bottom 17 from the corner to the flat bottom 19 should be between 0.127 and 0.381 mm.

De vorm van de hellende bodem 17 tezamen met de hoek C gevormd door de tweede fase 13 en de tweede naar beneden toe verlopende wand 15 bevordert de vorming van een conische spaan bij zeer grote aanzetten, waarbij de spaan langs de wand 15 zal glijden en in contact zal komen 25 met de hellende bodem 17.The shape of the sloping bottom 17 together with the angle C formed by the second phase 13 and the second downwardly extending wall 15 promotes the formation of a conical chip at very large starts, whereby the chip will slide along the wall 15 and contact will come with the inclined bottom 17.

Gemeend wordt, dat de hoek c moet liggen tussen 140 en 160° voor het verkrijgen van optimale resultaten. De afstand X ligt bij voorkeur tussen 0,381 en 0,762 mm.It is believed that the angle c should be between 140 and 160 ° to obtain optimal results. The distance X is preferably between 0.381 and 0.762 mm.

Opgemerkt wordt, dat de uitvinding niet is beperkt tot de in de 30 tekening weergegeven uitvoeringsvorm.It is noted that the invention is not limited to the embodiment shown in the drawing.

82 0 0 4 6 1 .............82 0 0 4 6 1 .............

Claims (11)

1. Snijplaat, voorzien van een hard/ slijtagebestendig lichaam met een omtrekswand en een bovenoppervlak, een snijrand gevormd ter plaatse van de verbinding tussen genoemde omtrekswand en het bovenoppervlak, waarbij het bovenoppervlak is voorzien van een fase of breedte welke 5 zich binnenwaarts uitstrekt vanaf genoemde snijrand, een op de fase' aansluitende, zich binnenwaarts en benedenwaarts uitstrekkende wand, een tweede fase welke zich binnenwaarts van genoemde hellende wand bevindt en een op deze fase weer aansluitende tweede wand, die zich binnenwaarts en benedenwaarts uitstrekt en een benedenwaarts hellende bodem binnen-10 waarts van genoemde tweede wand, waarbij de hoogte X van de tweede fase boven de hellende bodem ongeveer 0,381 tot 0,762 mm bedraagt.1. Cutting plate having a hard / abrasion resistant body with a circumferential wall and a top surface, a cutting edge formed at the junction between said circumferential wall and the top surface, the top surface having a phase or width extending inwardly from said cutting edge, a phase-contiguous, inwardly and downwardly extending wall, a second phase which is inwardly of said inclined wall and a second wall contiguous to this phase, which extends inwardly and downwardly and a downwardly inclined bottom. 10 of said second wall, the height X of the second phase above the sloping bottom being about 0.381 to 0.762 mm. 2. Snijplaat volgens conclusie 1, waarbij het lichaam een in bovenaanzicht polygonale vorm heeft, met het kenmerk, dat de hellende bodem benedenwaarts helt vanaf de dichtstbijzijnde hoek van de snijplaat, even- 15 wijdig aan de zijden daarvan.2. Cutting plate according to claim 1, wherein the body has a polygonal top view, characterized in that the sloping bottom slopes downwards from the nearest corner of the cutting plate parallel to the sides thereof. 3. Snijplaat volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt door een vlakke bodem, welke zich binnenwaarts uitstrekt vanaf genoemde hellende bodem en een vlak begrenst, dat schuin verloopt ten opzichte van genoemde hellende bodem.The cutting plate according to claim 1 or 2, characterized by a flat bottom which extends inwardly from said sloping bottom and defines a plane that is oblique to said sloping bottom. 4. Snijplaat volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de hellende bodem schuin is ten opzichte van een vlak, gevormd door.genoemde fase.Cutting plate according to one or more of the preceding claims, characterized in that the sloping bottom is oblique with respect to a plane formed by said phase. 5. Snijplaat volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bovenoppervlak polygonaal is en de snijrand en 25 omtrekswand de zijden en hoeken van genoemd polygoon begrenzen.Cutting insert according to one or more of the preceding claims, characterized in that the top surface is polygonal and the cutting edge and circumferential wall delimit the sides and corners of said polygon. 6. Snijplaat volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de hoogte van de fase boven het buitenste einde van de hellende bodem minimaal is ter plaatse van genoemde hoeken.Cutting plate according to claim 5, characterized in that the height of the phase above the outer end of the inclined bottom is minimal at said corners. 7. Snijplaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de fase onge-30 veer vlak is en de benedenwaarts hellende wand vanaf de fase benedenwaarts helt onder een hoek van 12-20°;7. Cutting plate according to claim 1, characterized in that the phase is approximately flat and the downwardly inclined wall slopes downwards from the phase at an angle of 12-20 °; 8. Snijplaat volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de tweede fase in hoofdzaak vlak is en ongeveer evenwijdig aan de eerste fase, 8 2 0 ö 4 6 1 f - 5 - waarbij de zich benedenwaarts uitstrekkende wand en de tweede fase een hoek insluiten van ongeveer 150 tot 170°.Cutting insert according to claim 7, characterized in that the second phase is substantially flat and approximately parallel to the first phase, 8 2 0 4 4 6 1 f - 5 - wherein the downwardly extending wall and the second phase are at an angle inclusion from about 150 to 170 °. 9. Snijplaat volgens conclusie 1, 7 of 8, met het kenmerk, datvde hellende bodem een verticaal hoogteverschil heeft van 0,127 tot 0,381 ram 5 vanaf het hoogste tot het laagste punt.Cutting insert according to claim 1, 7 or 8, characterized in that the inclined bottom has a vertical height difference of 0.127 to 0.381 ram 5 from the highest to the lowest point. 10. Snijplaat volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de hellende bodem symmetrisch is ten opzichte van een vlak door de bisectrice van de hoek, gevormd door de dichtstbijzijnde hoek.Cutting insert according to claim 2, characterized in that the sloping bottom is symmetrical with respect to a plane formed by the bisector of the angle formed by the nearest angle. 11. Snijplaat volgens een of 'meer van de voorgaande conclusies, mét 10 het kenmerk, dat de hellende bodem benedenwaarts helt onder een hoek D van 1-10°. ♦ 820046111. Cutting insert according to one or more of the preceding claims, characterized in that the sloping bottom slopes downwards at an angle D of 1-10 °. ♦ 8200461