NL8200389A - Werkwijze en inrichting voor het bereiden van olie-, zoals zware olie- of lichte stookolie-water, in het bijzonder -zeewater-emulsies en van koolstof-water-, in het bijzonder -zeewater-suspensies met een voor de verbranding geschikte viscositeit voor het spuiten in de verbrandingsluchtstroom voor hoogovens, brandstofmenginstallaties, verbrandingscentrales en dergelijke. - Google Patents

Description

I .

* I

- VO 3049

Titel: Werkwijze en inrichting voor het bereiden van olie-, zoals zware olie- of lichte stookolie-water-, in het bijzonder -zeewater-emulsies en van koolstof-water-, in het bijzonder -zeewater-suspensies met een voor de verbranding geschikte viscositeit voor het spuiten in de verbrandingsluchtstroom van hoogovens, brandstofmenginstallaties, verbrandings-centrales en dergelijke.

De uitvinding betreft een werkwijze en een inrichting voor het bereiden van olie-, zoals zware olie- of lichte stookolie-water-, in het bijzonder -zeewater-emulsies en van koolstof-water-, in het bijzonder -zeewater-suspensies met een voor de verbranding geschikte viscosi-5 teit voor het spuiten in de verbrandingsluchtstroom van hoogovens, brandstofmenginstallaties, verbrandingscéntrales en dergelijke.

Onder suspensies en emulsies, zoals vallende onder het samenvattende begrip "dispersies moeten stelsels worden begrepen, waarvan de ene fase een vloeistof is, terwijl de andere fase bestaat uit 10 kleine vaste deeltjes (suspensies) of uit vloeibare deeltjes (emulsies), waarbij de in het laatste geval twee niet mengbare vloeibare fasen eerst gescheiden aanwezig zijn. Vanwege de fijne verdeling van de gedispergeerde fase bezit een dispersie in de regel een uiterst grote grensvlakenergie met als gevolg, dat een dergelijk isothermstelsel 15 zijn vrije energie tracht te verminderen, hetgeen gemakkelijk leidt tot een instabiliteit van het stelsel. Om deze redoiis het bekend ' dergelijke stelsels te stabiliseren door middel van dispergeermiddelen, die tot doel hebben om enerzijds de vaste-stofdeeltjes, die in een vloeistof moeten worden verdeeld, goed te bevochtigen en om anderzijds 20 de eenmaal gescheiden deeltjes te beschermen tegen agglomereren.

Dit is met een enkele stof niet veelvuldig optimaal te bereiken. Naast ionogene hulpstoffen zijn ook niet-ionogene hulpstoffen bekend, waarbij in het laatste geval met behulp van de HLB-waarde (hydrofiel-lipofiel-evenwicht) kan worden getaxeerd welke niet-ionogene tensiden 25 geschikt zijn voor bepaalde toepassingsgebieden. Zo komen voor bijvoorbeeld het emulgeren van water-in-olie, tensiden in aanmerking met HLB — waarden tussen 3 en 6. Wanneer daarentegen olie moet worden geëmulgeerd in water, worden tensiden gebruikt in een HLB-bereik tussen 8 en 18.

8200389 -2- 4 *

Zowel voor het suspenderen als voor het emulgeren zijn inrichtingen bekend, zoals bijvoorbeeld voor verschillende roerwerken en machines, die werken volgens het rotor-stator-beginsel, alsmede verder schud- en klopmachines, trilmachines, mengpompen, supersone toe-5 stellen en.de zogenoemde zuiger-homogeniseerinrichtingen.

Het is echter gebleken, dat de zodoende bereide emulsies en suspensies geen grote bestendigheid in de tijd vertonen en na de bereiding niet tussentijds kunnen worden opgeslagen, maar direct moeten worden gebruikt.

10 Het is derhalve de opgave van de uitvinding olie-, in het bij zonder zware olie- of lichte stookolie-water-emulsies en koolstof-water-suspensies te bereiden met een lagedrukwerkwijze, welke emulsies en suspensies ook nog een bestendigheid over een lange tijd vertonen wanneer in plaats van water, zeewater wordt toegepast als waterige 15 fase, zodat de verkregen emulsies en suspensies ook nog gedurende een tijd tussentijds kunnen worden opgeslagen, zonder dat een ontmenging optreedt. Verder is het de opgave van de uitvinding de inrichting zodanig uit te voeren, dat zonder grote stuurtechnische inspanning de mengverhouding van de uitgangsfasen instelbaar, houdbaar en verander-20 baar is, zonder dat de bestendigheid op lange tijd van de verkregen emulsies en suspensies wordt beïnvloed, waarbij te zelfder tijd een hoge doelmatigheid moet worden bereikt bij een kleine arbeidslevering.

Voor het oplossen van deze opgave wordt een werkwijze voorgesteld voor het bereiden van langdurig bestendige emulsies en suspen-25 sies, waarbij de ene fase bestaat uit water of zeewater, waarbij de twee fasen van de te bereiden emulsies respectievelijk suspensies volgens de uitvinding afzonderlijk vooraf gedoseerd door middel van een lage druk worden toegevoerd aan de tussen een stilstaand ring-orgaan en een daarin draaiend draaiorgaan gevormde, ringvormige maal-30 ruimte, en in de maalruimte onder vorming van vanaf de wand terugkaatsende wervelstromen in een ringvormige en in het midden in de maalruimte liggende, spiraalvormig en kegelvormig in de stroomrichting lopende wervelzone fijn worden verdeeld en gemengd, waarna de verkregen emulsie resp. suspensie na een plaatsgevonden hebbende 35 viscositeitsmeting zonder drukverhoging wordt toegevoerd aan een verbrandingskamer en dergelijke of tussentijds wordt opgeslagen totaan afroep.

8200389 .. _________________________ .„„...,,.,.-ί*.

-3- i μ l

Als verdere oplossing voor deze opgave wordt een inrichting volgens de in de aanhef beschreven soort voorgesteld, die volgens de uitvinding is gekenmerkt door hetsamenstel van de volgende kenmerken: a) aan een draaggestel zijn twee doseerpompen met aanzuigaansluit- 5 stompen en drukaansluitstompen aangebracht; b) de drukaansluitstompen van de twee doseerpompen zijn bijeengebracht in een toevoerleiding naar een dispergeerinrichting; c) de dispergeerinrichting bestaat uit een huis met een stilstaande, kege1vormige, van een vertanding voorziene buitenring, en met een 10 in de buitenring draaibaar, kegelvormig, van een met de vertanding van de buitenring overeenkomende vertanding voorzien draailichaam, waarbij door de kegelvorm van de buitenring en van het draailichaam een in de stromingsrichting naar de uitlaatdoorsnede kleiner wordende ringvormige maalspleet is gevormd, die door de in de tegenover 15 elkaar liggende wandvlakken van de buitenring en van het draai lichaam door de vertandingen gevormde holtevormige verdiepingen is begrensd; d) spergeerinrichting sluit aan de uitlaatzijde een viscosimeter aan met een uitlaataansluitstomp.

20 Met een dergelijke werkwijze en de hiervoor uitgevoerde inrich ting is de bereiding mogelijk van langdurig bestendige olie-, in het bijzonder zware olie- of lichte stookolie-water-emulsies en koolstof-water-suspensies, die op grond van hun langdurige bestendigheid niet direkt behoeven te worden toegevoerd aan een verbruik, maar een tussen-25 tijdse opslag over een langere tijd toelaten zonder dat zij zich daarbij ontmengen, waardoor de mogelijkheid wordt verschaft dergelijke suspensies en emulsies op elk moment voor een betreffende toepassing ter beschikking te hebben. Bijzonder voordelig is, dat met de volgens de uitvinding uitgevoerde inrichting, emulsies en suspensies kunnen 30 worden bereid, waarbij als waterige fase zeewater wordt toegepast.

Dit is bijzonder voordelig bij de toepassing van de onderhavige brand-stofmenginstallatie voor aandrijfaggregaten, die in vaartuigen zijn ingebouwd, en die zodoende in samenhang met een viscositeitsbewaking een foutloze brandstofmenging vereisen. Hierbij komt, dat voor het 35 bereiken van een hoge langdurige bestendigheid geen toevoegingen moeten worden toegevoegd aan de suspensies en de emulsies om de stabiliteit 8200389 « « -4- van de emulsies en suspensies in stand te houden. Bovendien is het niet nodig, dat met behulp van HLB-waarden moet worden getaxeerd welke niet-ionogene tensiden of ionogene hulpstoffen moeten worden toegepast om de twee. fasen met elkaar te kunnen emulgeren of suspenderen.

5 Hierbij is het volledig onbelangrijk of water-in-olie of olie-in-water moet worden geëmulgeerd. Ook emulsies, bestaande uit de fasen olie/-olie of olie/koolstof of uit vloeistoffen van verschillende viscositeit kunnen op dezelfde wijze met even goed resultaat worden bereikt.

De volgens de uitvinding uitgevoerde inrichting is met even 10 goed gevolg ook toepasbaar, wanneer de uitwendige fase olie of water is. Verrassenderwijze is nl. gebleken, dat met de inrichting volgens de uitvinding, die in de lagedrukwerkwijze werkt, stabiele emulsies en suspensies kunnen worden verkregen, hetgeen enkel en alleen is terug te voeren op het aanbrengen van de twee doseerpompen in samen-15 hang met de speciaal uitgevoerde dispergeerinrichting.

Bij het bereiden van de suspensies worden vaste fasen, zoals koolstof, met een zeer hoge fijnheidsgraad toegepast. Bijzonder voordelig is daarenboven ook nog gebleken, dat met de volgens de uitvinding uitgevoerde inrichting zwavelbevattende zware olie-20 water-emulsies worden verkregen, die over een lange tijd stabiel blijven. Bewaartijden van de emulsies en suspensies, die met een dergelijk uitgevoerde inrichting worden verkregen, bedragen een aantal dagen, ook wanneer als waterige fase zeewater wordt gebruikt voor het bereiden van de emulsies en suspensies. De verkregen fijnheidsgraad van-de 25 emulsies bedraagt maximaal 3μ en minimaal 2y bij een grotere, regelmatiger verdeling van de twee fasen.

Verrassenderwijze is gebleken, dat de vorming van een zeer ' grote en krachtige wervelkolom in het bereik van de maalspleet van de dispergeerinrichting kan worden bereikt, wanneer elke holtevormige 30 verdieping in de wandvlakken van de buitenring en van het draailichaam van de dispergeerinrichting, een elliptische of cirkelvormige doorsnede vertoont.

Verder voorziet de uitvinding in een inrichting, die is gekenmerkt door de volgende kenmerken: 35 a) aan een draaggestel is een door een draaistroommotor met gelijke toerentallen aangedreven mengpcnp aangebracht, waarvan de mengkamer 8200389 » % -Βίε verbonden met twee aanzuigaansluitstompen voor de toevoer van de te emulgeren of te suspenderen fasen, en met een drukaansluit-stomp, en die is voorzien van een via een regeldrijfwerk.en dergelijke stuurbare inrichting voor het veranderen van de doorstroomdoor-5 snede van de twee aanzuigaansluitstompen voor het veranderen van de mengverhouding, evenals b) een dispergeerinrichting, die via een toevoerleiding is verbonden met de drukaansluitstomp van de mengpomp; c) de dispergeerinrichting bestaat uit een huis met een stilstaande, 10 kegelvormige, van een vertanding voorziene buitenring, en met een in de buitenring draaibaar, kegelvormig, van een met de vertanding van de buitenring overeenkomende vertanding voorzien draailichaam, waarbij door de kegelvorm van de buitenring en van het draailichaam een in de stromingsrichting naar de uitlaatdoorsnede kleiner worden-15 de, ringvormige maalspleet is gevormd, die door de in de tegenover elkaar liggende wandvlakken van de buitenring en van het draailichaam door de vertandingen gevormde holtevormige verdiepingen is begrensd.

Door het gebruik van een enkele mengpomp, waaraan de twee te 20 emulgeren of suspenderen uitgangsfasen worden toegevoerd, is een grote doelmatigheid van de inrichting gegeven, doordat met kleinere arbeids-leveringen kan worden gewerkt. Hier komt nog bij, dat met deze mengpomp een eenvoudig veranderen mogelijk is van de mengverhouding van de uitgangsfasen. Het aanhouden van vooraf bepaalde mengverhoudingen 25 en ook een verandering van de mengverhoudingen is zonder grote regel-technische inspanning mogelijk. Hierbij komt, dat het aanhouden van een mengverhouding of een verandering daarvan nauwkeuriger kan worden uitgevoerd dan wanneer de twee uitgangsfasen afzonderlijk via pompen worden aangezogen en toegevoerd aan de dispergeerinrichting. Boven-30 dien is een met draaistroom aangedreven mengpomp ongevoeliger voor storingen dan met gelijkstroom bedreven pompen, zodat een regelmatiger bedrijf van de inrichting mogelijk is als gevolg het verkrijgen van foutloze emulsies resp. suspensies.

Volgens een verdere voordelige uitvoering volgens de uitvinding 35 zijn aan het draaggestel de mengpomp met de twee aanzuigaansluitstompen en de drukaansluitstomp, een aandrijfmotor en de dispergeerinrichting 8200389

. I

* -β- in een rij achter elkaar liggend aangebracht, waarbij de aandrijfas van de aandrijfmotor tevens de aandrijfas vormt voor de dispergeer-inrichting, en onder tussenschakeling van een drijfwerk voor een toe-rentalverandering is verbonden met de aandrijfas van de mengpomp.

5 Ben zodanig uitgevoerde inrichting heeft een compacte, ruimtebesparende bouw, omdat de belangrijke elementen, zoals de mengpomp en de disper-geerinrichting door een enkele aandrijfmotor worden aangedreven, waarbij door het achter elkaar liggend opstellen van de mengpomp, de aandrijfmotor en de dispergeerinrichting slechts een enkele aandrijfas 10 nodig wordt, waarbij tussen de aandrijfmotor en de mengpomp echter een drijfwerk moet worden voorzien om het toerental van de aandrijfas voor de mengpomp te verlagen, welke mengpomp ten opzichte van de dispergeerinrichting lagere draaisnelheden vertoont.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de teke-15 ning, waarin: fig. 1 een ruimtelijk aanzicht is van de inrichting voor het bereiden van emulsies en suspensies; fig. 2 een verticale doorsnede is van gedeelte van de stilstaande buitenring met het draailichaam van de dispergeerinrichting; 20 de fig. 3 en 4 verticale doorsneden zijn van verschillende uitvoeringvormen van de holtevormige verdiepingen in de buitenring en i het draailichaam van de dispergeerinrichting; fig. 5 een vooraanzicht is van eén andere uitvoeringsvorm van de inrichting; 25 fig. 6 een zijaanzicht is van de inrichting volgens fig. 5; fig. 7 een bovenaanzicht is van de inrichting volgens fig. 5; fig. 8 een zijaanzicht is van de mengpomp van de inrichting volgens fig. 5 met de regelinrichting voor het veranderen van de meng-verhouding van de uitgangsfasen; 30 fig. 9 een vooraanzicht, is van de mengpomp met de regelinrich ting; en fig. 10 een zijaanzicht is van een andere uitvoeringsvorm van de inrichting.

De inrichting voor het bereiden van suspensies en emulsies 35 bestaat uit een draaggestel 10, waaraan twee doseerpompen 20 en 120 8200389 r·.

-7-- zijn aangebracht, waarvan de aanzuigaansluitpompen met 21 en 121 en waarvan de drukaansluitstompen met 22 en 122 zijn aangeduid (fig. 1).

De drukaansluitstompen 22, 122 van de twee doseerpompen 20, 120 zijn bijeengebracht in een leiding 25, die uitmondt in een dis-5 pergeerinrichting 30, waarvan de uitlaataansluitstomp 32 uitmondt in een op een op zichzelf bekende wijze uitgevoerde viscosimeter 40, waarvan het huis is voorzien van een bij 42 aangeduide uitlaataansluitstomp, via welke de bereide emulsie resp. suspensie wordt afgetapt.

De dispergeerinrichting 30 bestaat uit een huis 33, in de in-10 wendige ruimte waarvan vast een buitenring 34 is aangebracht, in de inwendige ruimte waarvan op zijn beurt een draailichaam 35 draaibaar wordt aangedreven. Tussen de tegenover elkaar liggende wandvlakken 34a en 35a van de buitenring 34 en van het draailichaam 35 is een ringvormige maalspleet gevormd, die in fig. 2 bij 36 is aangeduid. De 15 buitenring 34 is kegelvormig uitgevoerd en voorzien van een binnen- vertanding. Het in de buitenring 34 draaibare draailichaam 35 is eveneens kegelvormig uitgevoerd en voorzien van een met de vertanding van de buitenring 34 overeenkomende vertanding, waarbij door de kegelvorm van de buitenring 34 en van het draailichaam 35 een in de stromings-20 richting naar de uitlaatdoorsnede kleiner wordende, ringvormige maalspleet 36 is gevormd. Door de in de tegenover elkaar liggende wandvlakken 34a, 35a van de buitenring 34 en van het draailichaam 35 voorziene vertandingen zijn holtevormige verdiepingen 134 en 135 gevormd, die, zoals de fig. 3 en 4 tonen, een bijzondere doorsnedevorm kunnen 25 vertonen. Hierbij hebben de holtevormige verdiepingen 134, 135 een elliptische of cirkelvormige doorsnede met als gevolg, dat een wervelen mengzone wordt gevormd in de ringvormige maalspleet, in welke zone een zeer krachtig wervelen en mengen plaatsvindt van de twee door de doseerpompen 20, 120 toegevoerde fasen. In het bijzonder door deze 30 bijzondere uitvoering van de holtevormige verdiepingen 134, 135 in de wandvlakken 34a, 35a van de buitenring 34 en van het draailichaam 35 van de dispergeerinrichting 30 worden sterke wervelstromen opgewekt, die leiden tot een innige menging, werveling en verkleining van de twee fasen met als gevolg, dat langdurig bestendige emulsies resp.

35 suspensie worden verkregen.

8200389

V V

-8-

De bij 42 afgetapte emulsie resp. suspensie kan direct in een daarbij behorende, op een op zichzelf bekende wijze uitgevoerde ver-brandingskamer worden geleid, zonder dat een toevoering van de emulsie resp. suspensie onder hoge druk nodig is.

5 De inrichting volgens de fig. 5-7 bestaat uit een draaggestel 10, waaraan een mengpomp 220 aanwezig is, die is voorzien van twee aanzuigaansluitstompen 221, 221a en van een drukaansluitstomp 222.

De mengpomp 220, in de mengkamer 220a waarvan de twee aanzuigaansluitstompen 221, 221a uitmonden, kan worden aangedreven door een 10 aandrijfmotor 250, die is uitgevoerd als draaistroommotor met gelijk blijvend toerental.

De mengpomp 220, in de mengkamer 220a waarvan via de aanzuigaansluitstompen 221, 221a de twee te emulgeren of te suspenderen fasen worden toegevoerd, is met een bij 230 aangeduide inrichting verbonden 15 voor het veranderen van de doorstroomdoorsnede van de twee aanzuigaansluitstompen 221, 221a. Deze inrichting 230 staat op zijn beurt in verbinding met een regeldrijfwerk en dergelijke 231, dat met de hand of elektromotorisch bestuurbaar is. Bovendien kan dit regeldrijfwerk 231 ook geprogrammeerd bestuurbaar zijn wanneer een ononderbroken ver-20 andering nodig zou zijn van de mengverhouding. Voor het veranderen van de doorstroomdoorsnede van de twee aanzuigaansluitstompen 221, 221a kan elk dezer twee aanzuigaansluitstompen zijn voorzien van een in de tekening niet afgebeelde stuurklep. Beide kleppen zijn dan via de inrichting 230 door middel van het regeldrijfwerk 231 bestuurbaar.

25 De drukaansluitstomp 222 van de mengpomp 220 staat via een leiding 25 in verbinding met de dispergeerinrichting 30, waarvan de uitlaataansluitstomp 32 in een op een op zichzelf bekende wijze uitgevoerde en in de tekening niet afgebeelde viscosimeter kan uitmonden. De uitlaataansluitstomp 32 van de dispergeerinrichting 30 kan ook 30 zijn aangesloten op een toevoerleiding naar een voorraadhouder.

Bij het in fig. 10 getoonde uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting voor het bereiden van suspensies en emulsies, zijn de mengpomp 220 met de twee aanzuigaansluitstompen 221, 221a en de drukaansluit-stomp 222, de aandrijfmotor 250 en de dispergeerinrichting 30 in een 35 rij achter elkaar liggend aangebracht aan het draaggestel 10, waarbij de aandrijfas 251 van de aandrijfmotor 250 tezelfdertijd de aandrijfas 8200389 <· * -9- vormt voor de dispergeerinrichting 30. De aandrijfas 251 van de aan-drijfmotor 250 staat via een drijfwerk 240 voor een toerentalverandering in verbinding met de aandrijfas 225 van de mengpomp 220. Omdat de dispergeerinrichting 30 een hoge draaisnelheid moet hebben, terwijl 5 de mengpomp 220 langzaam lopend is, moet het drijfwerk 240 tussen de aandrijfmotor 250 en de mengpomp 220 zijn geschakeld opdat de mengpomp 220 ten opzichte van de dispergeerinrichting met een lager toerental kan lopen. Bij voorkeur liggen de aandrijfassen voor de aandrijfmotor 250, voor de dispergeerinrichting 30 en voor de mengpomp 220 onderling 10 in lijn, zodat op grond van deze opstelling van de mengpomp van de aandrij fmotor en van de dispergeerinrichting, een inrichting met een compacte bouw wordt verkregen. De gehele inrichting kan zijn ondergebracht in een huis of in een deelhuis 200. Dit laatste is aan de voorkant voorzien, en neemt de benodigde in- en uitschakelaars, meet-15 toestellen en controle- en signaallichten, alsmede bedieningsknoppen op (fig. 1). 1 8200389

Claims (5)

1. Werkwijze voor het bereiden van olie-, zoals zware olie- of lichte stookolie-water-, in het bijzonder -zeewater-emulsies en van koolstof-water-, in het bijzonder -zeewater-suspensies met een voor de verbranding geschikte viscositeit voor het spuiten in de ver- 5 brandingsluchtstroom van hoogovens, brandstofmenginstallaties, ver-brandingscentrales en dergelijke, met het kenmerk, dat de twee fasen van de te bereiden emulsies resp. suspensies afzonderlijk vooraf gedoseerd door middel van lagedruk worden toegevoerd aan de tussen een stilstaand ringorgaan en een daarin draaibaar draaiorgaan gevormde, 10 ringvormige maalruimte, en daarin onder vorming van tegen de wanden terugkaatsende wervelstromen in een ringvormige en midden in de maalruimte liggende, spiraalvormig en kegelvormig in de stromings-richting lopende wervelzone fijn worden verdeeld en gemengd, waarna aansluitend de verkregen emulsie resp. suspensie na een plaatsgevonden 15 hebbende viscositeitsmeting zonder drukverhoging wordt toegevoerd aan een verbrandingskamer en dergelijke of tussentijds wordt opgeslagen totaan afroep.

2. · Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat twee doseerpompen (12, 120) met aan- 20 zuigaansluitstompen (21, 121) en drukaansluitstompen (22, 122) zijn aangebracht aan een draaggestel (10), waarbij de drukaansluitstompen van de twee doseerpompen zijn bijeengebracht in een toevoerleiding (25) naar een dispergeerinrichting (30), die bestaat, uit een huis (33) met een vaste, kege1vormige, van een vertanding voorziene buitenring 25 (34), en met een in de buitenring draaibaar, kegelvormig, van een met de vertanding van de buitenring overeenkomende vertanding voorzien draailichaam (35), waarbij door de kegelvorm van de buitenring en van het draailichaam een in de stromingsrichting naar de uitlaatdoorsnede kleiner wordende, ringvormige maalspleet (36) is gevormd, die door de 30 in de tegenover elkaar liggende wandvlakken (34a, 35a) van de buitenring en van het draailichaam door de vertandingen gevormde, holtevormige verdiepingen (134, 135) is begrensd, en op de doseerinrichting aan zijn uitlaatzijde (32) een viscosimeter (40) aansluit met een uitlaataansluitstomp (42). 8200389 -11-

3. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een door een draaistrooramotor (250) met gelijke toerentallen aan te drijven mengpomp (220) is aangebracht aan een draaggestel (10), van welke mengpomp de mengkamer (220a) is ver-5 bonden met twee aanzuigaansluitstompen (221, 221a) voor de toevoer van de te emulgeren of te suspenderen fasen, en met een drukaansluit-stomp (222), en die is voorzien van een via een regeldrijfwerk en dergelijke (231) bestuurbare inrichting (230) voor het veranderen van de doorstroomdoorsnede van de twee aanzuigaansluitstompen (221, 221a) 10 voor het veranderen van de mengverhouding, evenals een dispergeer-inrichting (30), die via een toevoerleiding (25) is verbonden met de drukaansluitstomp (222) van de mengpomp (220), welke dispergeerinrichting bestaat uit een huis (33) met een vaste, kegelvormige, van een vertanding voorziene buitenring (34), en met een in de buitenring (34) 15 draaibaar, kegelvormig, van een met de vertanding van de buitenring overeenkomende vertanding voorzien draailichaam (35), waarbij door de kegelvorm van de buitenring en van het draailichaam een in de stromings-richting naar de uitlaatdoorsnede kleiner wordende, ringvormige maal-spleet (36) is gevormd, die door de in de tegenover elkaar liggende 20 wandvlakken (34a, 35a) van de buitenring en van het draailichaam door de vertandingen gevormde, holtevormige verdiepingen (134, 135) is begrensd.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de mengpomp (220) met de twee aanzuigaansluitstompen (221, 221a) en de druk- 25 aansluitstomp (222), evenals de aandrijfmotor (250) en de dispergeer-inrichting (30) in een rij achter elkaar liggend zijn aangebracht aan het draaggestel (10), waarbij de aandrijfas (251) van de aandrijfmotor (250) aan een einde tevens de aandrijfas vormt voor de dispergeer inrichting, en met zijn andere einde onder tussenschakeling van 30 een drijfwerk (240) voor een toerentalverandering is verbonden met de-.· aandrijfas (225) van de mengpomp.

5. Inrichting volgens conclusie 1-4, met het kenmerk, dat elke holtevormige verdieping (134, 135) vein de dispergeerinrichting (30) in de wandvlakken (34a, 35a) van de buitenring (34) en van het draai- 35 lichaam (35), een elliptische of cirkelvormige doorsnede heeft. 8200389