NL8120019A - Beschermingsinrichting tegen aanvallen. - Google Patents

Beschermingsinrichting tegen aanvallen. Download PDF

Info

Publication number
NL8120019A
NL8120019A NL8120019A NL8120019A NL8120019A NL 8120019 A NL8120019 A NL 8120019A NL 8120019 A NL8120019 A NL 8120019A NL 8120019 A NL8120019 A NL 8120019A NL 8120019 A NL8120019 A NL 8120019A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
blade
movably connected
movable
plates
counter
Prior art date
Application number
NL8120019A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Morel Jacques
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Morel Jacques filed Critical Morel Jacques
Publication of NL8120019A publication Critical patent/NL8120019A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05GSAFES OR STRONG-ROOMS FOR VALUABLES; BANK PROTECTION DEVICES; SAFETY TRANSACTION PARTITIONS
    • E05G7/00Safety transaction partitions, e.g. movable pay-plates; Bank drive-up windows
    • E05G7/002Security barriers for bank teller windows
    • E05G7/004Security barriers for bank teller windows movable

Landscapes

  • Operating, Guiding And Securing Of Roll- Type Closing Members (AREA)
  • Blinds (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)
  • Catching Or Destruction (AREA)
  • Fencing (AREA)
  • Aiming, Guidance, Guns With A Light Source, Armor, Camouflage, And Targets (AREA)
  • Tables And Desks Characterized By Structural Shape (AREA)

Description

s.
8 ί ί u u *j 9
Beschermingsinrichting tegen aanvallen.
De uitvinding heeft betrekking op een bescher-mingsinrichting tegen aanvallen, van het type dat zich voordoet in de vorm. van een toonbank of loket.
Men heeft reeds een zeker aantal soorten be-5 schermingsinrichtingen tegen aanvallen voorgesteld teneinde de bescherming van kassa’s, toonbanken en loketten te verzekeren en roof en overvallen te verhinderen. Deze inrichtingen zijn in twee categorieën verdeeld.
De eerste voorziet in het tussenvoegen, 10 tussen het publiek en de beambten, van een al dan niet door zichtige wand, die blijvend geïnstalleerd is, en alleen de doorgang toelaat door openingen van geringe afmeting, die in bepaalde gevallen snel gesloten kunnen worden. In bepaalde gevallen is de wand vervangen door een traliewerk, waarachter zich 15 een tegen kogels bestand platenstelsel bevindt, dat snel omhoog gebracht kan worden, waarbij het traliewerk van zijn kant het over de toonbank springen verhindert. Deze inrichtingen hebben het bezwaar een aanzienlijke verwijdering tussen het publiek en de beambten te creëren, hetgeen tegen de moderne handels-20 methodes in gaat.
Om dit bezwaar te ondervangen behelst de tweede categorie de inrichtingen die zich min of meer in de vorm van klassieke loketten of toonbanken voordoen, dat wil zeggen waarbij boven het blad van de toonbank of het loket een aanzien-25 lijke vrije ruimte optreedt, die snel gesloten kan worden door een schuifplaat, die bij voorkeur een verticale beweging omhoog uitvoert. In feite zou een plaat die, zoals reeds voorgesteld is, een verticale beweging omlaag zou uitvoeren, bijzonder gevaarlijk zijn en deze oplossing is in het algemeen terzijde 30 gesteld.
Bij de momenteel bekende inrichtingen is de beschermingsplaat in de toonbank of het loket verborgen en wordt deze ingeval van agressie omhoog gedreven door geschikte be- 8120019
j*. V
* - 2 - weegmiddelen om de zich hoven de toonbank bevindende ruimte te sluiten.
Een van deze inrichtingen, die in het Franse octrooischrift 2.2^2.735 beschreven is, heeft een groot commer-5 cieel succes gevonden door de bijzondere hoedanigheden daarvan, met name door het verminderde gevaar voor ongelukken en moeilijkheden om de -werking te verhinderen.
De inrichtingen van deze soort hebben echter het bezwaar vrij kostbaar te zijn en bijzondere eisen voor 10 hun installatie te stellen. In feite is de noodzaak om de plaat binnen het loket over de toonbank weg te moffelen in een groot aantal gevallen lastig en in het algemeen onverenigbaar met de handhaving van vroegere loketten of toonbanken. Bovendien vereisen deze inrichtingen aanzienlijke beweegmiddelen die in het 15 algemeen ook ter plaatse van het binnenste deel van de toonbank of het loket geïnstalleerd moeten worden.
De onderhavige uitvinding beoogt deze bezwaren te ondervangen en een beschermingsinrichting tegen aanvallen te verschaffen die het mogelijk maakt om desgewenst de 20 bestaande loketten of toonbanken te handhaven en die bovendien aan zeer verschillende hoogten aangepast kan worden door middel van minieme wijzigingen, waarbij deze verschillende hoedanigheden het mogelijk maken dat de inrichting volgens de uitvinding bijzonder lage aanschaf- en installatiekosten heeft.
25 De uitvinding beoogt een beschermingsinrichting tegen aanvallen van het type bestaande uit, ter plaatse van het onderste deel, een blad of loket waarboven zich een vrije ruimte bevindt zonder beletsel tegen het daarover springen, en middelen die het snel sluiten veroorloven, van beneden naar 30 boven, van deze ruimte die zich boven het blad bevindt, geken merkt doordat de genoemde sluitmiddelen tenminste een deel van het tegen kogels bestand zijnde blad omvatten, waarbij dit deel zich van een neergelaten positie, waarin het zich in hoofdzaak horizontaal bevindt, verplaatsen kan naar een omhoog gebrachte 35 positie, waarin het de genoemde ruimte sluit en het daarover 8120019 / ίτ - 3 - \ springen verhindert en onder het tegen kogels beschermen daarvan.
Bij voorkeur is het blad, of het genoemde deel van het blad, uit verscheidene bestanddelen gevormd, die 5 opeenvolgend of afzonderlijk beweegbaar verbonden zijn, volgens horizontale assen, waarbij de verschillende bestanddelen opeenvolgend aangebracht worden bij het in een verticale of schuine verheven positie brengen daarvan voor het sluiten van de zich boven de toonbank of het loket bevindende ruimte.
10 Op geschikte wijze kunnen het genoemde blad of het genoemde deel van het blad in hun neergelaten positie eenvoudig op het bovenste deel van het loket of de toonbank aangebracht worden, waarbij het op dit bovenste deel rust of op een geringe afstand daarvan opgehouden wordt.
15 De beweegmiddelen, die het genoemde beweeg bare blad of het genoemde beweegbare deel van het blad bedienen kunnen, kunnen onder het blad in het loket of de toonbank opgenomen worden. Bij een bijzonder verkieslijke uitvoeringsvorm van de uitvinding kunnen deze middelen echter boven het blad of 20 zelfs op een afstand verwijderd aangebracht worden om zodoende het beweegbare blad of het genoemde deel van het blad omhoog te trekken.
Deze middelen kunnen van elke soort zijn, met name pneumatische of hydraulische vijzels, veren, contrage-25 wichten, electromotoren of andere middelen omvatten, waarmee men geschikt een contragewicht kan laten samenhangen om de vereiste beweegkracht te verminderen. Op een bijzonder verkieslijke wijze kunnen de beweegmiddelen op het beweegbare blad of het deel van het blad inwerken door middel van kettingen of kabels 30 die zijdelings aangebracht zijn en een trekkracht omhoog kunnen uitoefenen. Deze kettingen of kabels kunnen al naar het geval zich voordoet teruggevoerd worden ter hoogte van het plafond, dat zich boven het loket bevindt, naar de optredende beweegmiddelen of kunnen eenvoudig gevormd worden door een plotseling 35 vrijgegeven contragewicht. Op deze wijze kan een^zelfde beweeg- 3120019 ff ~ - Λ - middel door een geschikt stel kettingen of kabels ook een aantal inrichtingen volgens de uitvinding bedienen.
Bij een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding kan het loketblad samengesteld zijn uit vier bestandje delen die twee aan twee op symmetrische wijze met betrekking tot het middenvlak van de inrichting aangebracht zijn, waarbij elk bestanddeel de vorm van een vlakke plaat aanneemt, te weten, aan elke zijde van de inrichting, een onderste plaat die beweegbaar verbonden is met een vaste as op zijn rand nabij het cen-10 trale deel van de inrichting en beweegbaar verbonden is door zijn tegenovergestelde rand aan de plaat die het bovenste bestanddeel vormt, en die zelf beweegbaar verbonden is in het middenvlak met het overeenkomstige bestanddeel aan de andere zijde van het middenvlak. Deze bestanddelen in de vorm van platen 15 vormen zodoende een soort beweegbaar verbonden vierhoek die, in de neergelaten positie, een plaatoppervlak gevormd door de twee bovenste bestanddelen opleveren kan en bij het omhoog duwen of trekken een in hoofdzaak verticale dubbele wand vormen kan die zich van ter hoogte van het blad tot aan het "bovenste deel 20 van de inrichting uitstrekt.
Al naar het geval zich voordoet kan een be-schermingsovertrek aangebracht worden ter hoogte van de buitenste beweegbare verbindingen en de bovenste beweegbare verbindingen.
25 Als variant zou het bij een overeenkomstige vormgeving mogelijk zijn dat het blad slechts twee bestanddelen heeft, te weten een onderste bestanddeel en een bovenste bestanddeel, die bijvoorbeeld aan de zijde van de beambte aangebracht zijn, waarbij het deel van het blad, dat aan de zijde 30 van de klant aangebracht is, vast is. Men zou echter een geheel beweegbaar blad kunnen bedenken dat alleen door twee bestanddelen van grotere lengte gevormd wordt, waarbij het bovenste bestanddeel bijvoorbeeld naar boven meegevoerd wordt, bij voorkeur ter hoogte van de centrale delen van de uiterste randen 35 daarvan.
8 1 20 0 1 9 · Λ - 5 -
Bij een andere bijzondere uitvoeringsvorm, kunnen het beweegbare blad, of het beweegbare deel, samengesteld zijn uit een groot aantal beweegbaar verbonden platen en bijvoorbeeld in de lage positie van het blad gebracht worden op 5 de wijze van een harmonika of een uitzetbare pantograaf. Bij voorkeur kan het beweegbare deel alleen het centrale deel van het blad innemen, waarvan de randen dan vast zijn.
In de verheven sluitpositie kunnen de een of meer bestanddelen, die het beweegbare deel van het blad vormen, 10 of het beweegbare blad zich volgens een in hoofdzaak verticale richting uitstrekken, bij voorkeur in het centrale deel van het loket, dat wil zeggen in het middenvlak daarvan, of daarentegen, als variant, op schuine wijze. In dat geval kan men er bijvoorbeeld voor zorgen dat het blad voor het vormen van het boven-15 oppervlak daarvan twee vlakke bestanddelen omvat die symme trisch zijn met betrekking tot het middenvlak daarvan en beweegbaar verbonden zijn op een vaste basis met een rand, waarbij enerzijds het publiek, en anderzijds de beambte, op de wijze van een deur met twee vleugels, waarbij deze twee bestanddelen 20 in de neergelaten positie een aantal andere bestanddelen behel zen, bijvoorbeeld ten getale van twee, die onderling beweegbaar verbonden zijn door hun aangrenzende randen in het middenvlak, om zodoende onder inwerking van een duw- of een trekkracht omhoog een tweevlak^stelsel te vormen, bijvoorbeeld onder inwer-25 king van hun eigeru-gewicht, waarbij elke vleugel van het twee vLakstelsel bij het weer omhoog gaan daarvan een van de bovenste bestanddelen opheft, terwijl het tweevlakstelsel omhoog rijst onder het in zekere zin openen van deze deur met twee vleugels, waarbij de bestanddelen zodoende opeenvolgend aan-30 gebracht worden voor het aan weerszijden van het middenvlak vor men van twee schuine oppervlakken.
Op geschikte wijze zijn middelen voorzien voor het verhinderen van een openingsbeweging van de bovenste bestanddelen aan gene zijde van de uiteindelijke hellende positie 35 om zodoende de handhaving van het open tweevlak stelsel te ver- 8120019 % ·> - β - zekeren.
Bij een andere Bijzondere uitvoeringsvorm kan het Blad samengesteld zijn uit twee of meer Bestanddelen die opeenvolgend van de horizontale positie naar een verticale of 5 schuine positie kunnen overgaan, waarbij elk Bestanddeel mee gevoerd wordt, zonder BeweegBaar verBonden te zijn aan de volgende, door de Beweging van een aangrenzend Bestanddeel of door Beweegmiddelen die daartoe geëigend zijn, met een geschikte synchronisatie tussen de Beweging van de verschillende Bestand-10 delen.
Bij een verkieslijke uitvoeringsvorm kan elke inrichting volgens de uitvinding aan weerszijden van het Blad en aan de twee uiterste randen daarvan twee zijposten heB-Ben, die BijvoorBeeld een trekorgaan zoals BijvoorBeeld een 15 ketting of een kaBel Bevatten en maskeren kunnen. Deze Bestand delen kunnen zonodig ook leischuiven dragen, met dien verstande dat het, althans Bij Bepaalde uitvoeringsvormen van de uitvinding, door de eenvoudige kinematica van de BeweegBare verbin-dingen mogelijk is om een instelling te verzekeren zonder het 20 optreden van zijdelingse geleidingsBestanddelen.
Bij een zodoende Bijzonder verkieslijke uitvoeringsvorm heeft de inrichting volgens de uitvinding een constructie gevormd door twee zijposten die aan het plafond opgehouden worden, eventueel en Bij voorkeur een Bovenste Be-25 standdeel dat zich tussen de twee Bladen uitstrekt BijvoorBeeld in de vorm van een vast Bovendeel, waarBij de genoemde posten, die Bij voorkeur telescopisch kunnen zijn voor een aanpassing aan de gewenste hoogte van het Blad, Beweegmiddelen of een deel daarvan, zoals BijvoorBeeld kabels, Bevatten en die van de 30 BeweegBare verBindingsassen dragen, welke vast zijn.
Zodoende is het opgehouden deel, met het BeweegBare Blad daarvan, geheel onafhankelijk van de toonbank of het loket zelf en kan het eenvoudig neergelaten worden vanaf het Blad daarboven of daarop rusten. Men Begrijpt dat het 35 op deze wijze mogelijk is om zich dankzij de uitvinding, zonder 8120019 - 7 - * 4 wijzigingen, aan te passen aan een willekeurige hoogte van het hlad of het loket en zelfs reeds bestaande loketten te gebruiken, waarbij de inrichtingen volgens de uitvinding eenvoudig daarboven aangebracht worden.
5 Vanzelfsprekend kan men ook, ofschoon dit minder voordelig is, beveegmiddelen onder het blad aanbrengen teneinde daarop of een trekkracht omhoog door een omkeermiddel dat bij het bovenste deel van de inrichting, met name van de posten, aangebracht is of een duwkraeht omlaag uit te oefenen.
10 Andere voordelen en kenmerken van de uit vinding zullen nog nader blijken uit de volgende beschrijving aan de hand van de tekeningen, die echter louter bij wijze van voorbeeld bedoeld zijn en waaraan geen beperkende betekenis gehecht moet worden.
15 Figuur 1 is een dwarsdoorsnede over een in richting volgens éên uitvoeringsvorm van de uitvinding, met zijn blad in neergelaten positie.
Figuur 2 is een doorsnede over deze inrichting met zijn blad omhoog gebracht.
20 Figuur 3 is een verticaal aanzicht van deze inrichting met zijn blad omhoog gebracht.
Figuur ^ is een.schematisch verticaal aanzicht van een stelsel van inrichtingen volgens de uitvinding.
Figuur 5 toont verscheidene schema's van be- 25 weegmiddelen veerde inrichting volgens de uitvinding.
Figuur 6 is een afbeelding van een inrichting die bediend wordt door veren.
Figuur 7 is een afbeelding in perspectief van een inrichting volgens een variant van figuur 6.
30 Figuur 8 toont schema's van een deel van het bladstelsel van een inrichting volgens een andere variant van de uitvinding.
Figuur 9 toont schema's van een bladstelsel van een inrichting volgens een andere variant van de uitvinding 35 tijdens de verschillende bewegingsfasen daarvan.
8120019 - 8 - » w
Figuur 10 en 11 tonen schema's van een andere variant van de uitvinding.
Figuur 12 toont schema's van een tladstelsel volgens een andere variant, in neergelaten en omhoog gebrachte 5 posities.
Eerst worden figuur 1 tot en met 3 beschouwd.
De inrichting volgens de uitvinding omvat, boven een toonbank 1 die op schematische wijze weergegeven is, twee metalen profielen, bijvoorbeeld buizen van rechthoekige 10 doorsnede 2, die zich verticaal omlaag uitstrekken vanaf een metalen dwarsprofiel 3 dat aan het plafond bevestigd is. De ondereinden van de profielen 2 worden ter hoogte van het bovenvlak ^ van de eigenlijke toonbank 1 aangebracht. Deze einden kunnen op een willekeurige wijze tegen deze toonbank bevestigd 15 worden, bijvoorbeeld door vastschroeven door middel van (niet weergegeven) T-vormige bevestigingsorganen, zodat de profielen 2 stevig opgehouden worden in hun verticale positie. Deze stevigheid kan ook verzekerd worden door .een zwakker profiel van vierkante doorsnede 55 dat in figuur 1 en 2 weergegeven is, 20 en zich tussen de posten 2 ter plaatse van het onderste deel daarvan uitstrekt.
Het werkblad van de toonbank wordt gevormd door twee gepantserde metalen platen 6 die beweegbaar verbonden zijn om een gemeenschappelijke horizontale as 7> die zich in 25 het middenvlak van het loket uitstrekt, waarbij deze as geleid wordt bij zijn twee einden, die iets voorbij de platen 6 steken, in twee leisleuven 8 die in de posten 2 aangebracht zijn.
Te dien einde kunnen de twee einden van de as 7 eventueel elk een klein geleidingsonderdeel dragen, van bijvoorbeeld kunststof, 30 dat in de sleuf 8 schuiven kan. Vanaf de gemeenschappelijke as 7 strekken de twee platen 6 zich op enigszins schuine wijze naar beneden uit, aan weerszijden van het middenvlak, zoals in figuur 1 gezien wordt. Bij hun uiterste randen, die zich aan de zijde van het publiek bevinden, terwijl de andere zich aan de zijde 35 . van de beambte bevindt, zijn de platen 6 beweegbaar verbonden 8120019 ΐί» Λ.
- 9 - door horizontale evenwijdige assen 9 op de onderste gepantserde platen 10 die in de neergelaten positie, welke in figuur 1 weergegeven is, op het hovenvlak ^ van de toonbank rusten, terwijl deze elk beweegbaar verbonden zijn om een vaste horizon-5 tale as 11 waarvan de einden gedragen worden door het onderste deel van de profielposten 2. In de tekening ziet men twee assen 11 die zich op geringe afstand van elkaar en nabij het middenvlak van de inrichting bevinden; het zou ook mogelijk zijn om een enkele as aan te brengen, die gemeenschappelijk zou zijn 10 voor de twee aangrenzende platen 10.
Gezien wordt voorts dat de beweegbare verbindingen T en 9 overtrokken zijn met stootkussens van kunst-schuim 12, 13 die tegelijk bestemd zijn om de beweegbare verbindingen te maskeren en een bescherming tegen de schokken te 15 verzekeren. Bovendien kunnen de stootkussens 13, die door de be weegbare verbindingen 9 gedragen worden, een aanslag vormen, die het afschuiven van documenten welke op de bovenste gepantserde platen 6 neergelegd zouden worden verhinderen. Deze laatste kunnen op geschikte wijze met een sierbekleding van bijvoorbeeld 20 imitatieleer overtrokken worden.
Zoals in figuur 3 gezien wordt, kunnen twee evenwijdige kabels 1U in de posten 2 lopen, waarbij de einden van deze kabels ik bevestigd zijn aan de twee einden van de be- de weegbare verbindingsas 7 die na door'sleuven 8 gegaan te zijn 25 in de profielposten doordringt. Deze kabels 1^ worden ter hoogte van het bovenste profiel 3 gekeerd door katrollen 15 om uit te komen op een gemeenschappelijke of enkele kabel 16 die in het verlengde van de balk 3 voortloopt. De kabel 16 komt zelf uit op een beweegmiddel dat een sterke en snelle trekkracht uit-30 oefenen kan in de zin van de pijl F.
De werking is als volgt:
In de neergelaten toestand neemt de inrichting de in figuur 1 en in figuur 3 weergegeven positie in, in welke positie de twee platen 6 het werkblad van het loket vormen, het 35 ene aan de zijde van de klant, en het andere aan de zijde van 8120019 - 10 - de "beambte, waarbij dit werkblad het bovenvlak 4 van de eigenlijke toonbank geheel maskeert omdat bij de weergegeven uitvoeringsvorm de beweegbare verbindingen 9 een goed eind buiten de zijvlakken van de toonbank aangebracht zijn. Bij voorkeur 5 bedraagt de afstand tussen de twee beweegbare verbindingen 9 in de orde van 1 meter, waarbij de hoogte van de beweegbare verbindingen 9 boven de grond 110 tot 130 cm is.
Ingeval van bedreiging of agressie bedient de beambte met de hand of met de voet een gebruikelijke bestu-10 ringsinrichting die dan onmiddellijk de beweegmiddelen in wer king stelt. Deze oefenen een sterke en snelle trekkracht op de kabel 16 uit, hetgeen de onmiddellijke omhoogbeweging van de beweegbare verbindingsas J teweeg brengt, die in de sleuven geleid wordt wat de vervorming van het parallellogram of de vier-15 hoek gevormd door de vier platen 6 en 10 teweeg brengt, die dan snel de in figuur 2 weergegeven in hoofdzaak verticale positie innemen waarin deze platen de ruimte die zich boven het loket 1 en onder een tussen de posten 2 ter plaatse van het bovenste deel daarvan aangebracht vast bovendeel 17 sluiten en geheel 20 maskeren.
Op geschikte wijze kan het stootkussen van schuim 12 aan het einde van deze beweging opgenomen worden in een . Ίδ omgekeerd U-vormig profiel/dat zich onder het vaste bovendeel 1J bevindt. Dit profiel kan inwendig bekleed worden met schok-25 dempingsmiddelen of ook kan het stootkussen 12 zelf als schok- dempingsorgaan dienen als het tegen de bodem van het profiel 18 terecht komt.
Bij het vervolgens beschouwen van figuur k wordt gezien hoe men een zeker aantal inrichtingen volgens de 30 uitvinding naast elkaar als verlenging aanbrengen kan. In dit geval omvat de verkregen meervoudige inrichting een balk of profiel 3 dat aan het binnenvlak van het plafond bevestigd is en vanaf deze balk 3 een aantal evenwijdige posten die zich omlaag uitstrekken boven de toonbanken 1. De verschillende kabels 35 1U komen alle uit op een gemeenschappelijke kabel 16 * die in 8120019 -11- de balk 3 loopt en de werking van de beweegmiddelen opnemen kan.
Bij het beschouwen van de verschillende schema's in figuur 5 worden verschillende beweegmiddelen gezien, die 5 op schematische wijze weergegeven zijn.
Zo kan om een voorbeeld te geven het einde van de kabel 16 geleid worden om een katrol 17', die gedragen wordt door de stang van een vijzel 18', om teruggevoerd te worden naar een vast punt 19· De bediening van deze vijzel, die 10 van de met getrokken lijnen weergegeven rustpositie naar de met streepstippellijnen weergegeven werkzame positie voert, brengt een verplaatsing van de kabel 16 in de richting van de pijl F met zich mee. Men kan bovendien met deze vijzel een tegenwerkende veer 20 laten samenhangen, die ertoe strekt om de kabel 16 15 spontaan aan te trekken in de zin van de pijl F, maar waarvan de kracht evenwel onvoldoende blijft om op zichzelf het blad van de neergelaten positie naar de verheven sluitpositie te laten gaan. Echter maakt het optreden van deze veer het mogelijk om de omhoogbrengsnelheid van het beweegbaar verbonden blad gedu-20 rende de meest kritieke beginfase te verhogen.
Het volgende schema toont de samenwerking van een vijzel 18' overeenkomstig aan de voorgaande vijzel met een contragewicht 19 dat er ccV. toe strekt om de kabel 16 spontaan te laten voortbewegen in de zin van de pijl F, welk contragewicht, 25 evenals de veer 20, echter onvoldoende is om op zichzelf de opheffing van het blad teweeg te brengen.
Het volgende schema toont dat de kabel 16 met zijn einde bevestigd is aan een geleide plaat 22 die omlaag schuiven kan onder inwerking van een gespannen veer 23 van grote 30 sterkte die zich ontspannen kan voor het bereiken van de met streepstippellijnen weergegeven positie, waarbij een sterke trekkracht teweeg gebracht wordt in de zin van de pijl F op de tafel 16.
Het volgende schema toont de kabel 16 aan 35 zijn einde voorzien van een eenvoudig contragewicht 2k9 waarbij 8 1 2 0 0 1 9 - 12 - blokkeermiddelen 25 aangebracht zijn. Wanneer men deze blokkeer- . middelen vrijgeeft, valt het contragewicht 2k onder inwerking van de zwaartekracht, hetgeen de voortbeweging van de kabel 16 in de zin van de pijl F teweeg brengt.
5 Natuurlijk kunnen andere beweegmiddelen aan gewend worden, die op een voor de terzake deskundige geschikte wijze aangebracht worden, zoals elektromotoren of combinaties van de verschillende beweegmiddelen die beschreven zijn.
. het
Bovendien zou7, als variant, m plaats van op 10 een gemeenschappelijke kabel 16 in te werken, mogelijk zijn op een willekeurige andere wijze op het blad in te werken om de opheffing daarvan teweeg te brengen. In het bijzonder zou het ook denkbaar zijn, zelfs indien dit bezwaren oplevert, om de beweegmiddelen niet apart van de eigenlijke inrichtingen maar bij-15 voorbeeld binnen de toonbank 1 aan te brengen.
Zo wordt in figuur 6 een inrichting gezien, die een toonbank 26 overeenkomstig aan de toonbank 1, maar van grote lengte, omvat. Boven deze toonbank 26 bevinden zich vier verticale posten 27, overeenkomstig aan de posten 2, die in feite 20 twee loketten vormen, waarboven zich vaste bovendelen 28 be vinden. Binnen elke post 27 bevinden zich veren van grote lengte 29 samengedrukt, die door keringen, kabels of stangen 30 inwerken kunnen op een beweegbaar verbonden blad 31 overeenkomstig aan hetgeen in de voorgaande figuren weergegeven is. Dankzij 25 geëigende besturingsmiddelen, bijvoorbeeld van het electromagne- tische type of eenvoudig pallen, is het mogelijk om de veren vrij te geven die van de op het linker loket van de figuur weergegeven samengedrukte positie dan snel overgaan in de op het rechter loket weergegeven ontspannen positie, in welke positie 30 deze de bladplaten 31 in de sluitstand meegevoerd hebben.
In figuur 7 is een inrichting volgens een andere variant weergegeven, die ditmaal voorzien is van buisvormige, bijvoorbeeld cirkelronde posten 27’, overeenkomstig aan de posten 27, waarbij deze posten zich ditmaal tot aan de vloer 35 uitstrekken. Binnen deze posten zijn veren overeenkomstig aan de 8120019 - 13 - veren 29 aangebracht, die het blad 31 snel vanuit zijn in figuur 7 weergegeven neergelaten positie meevoeren kunnen naar een positie waarin het de daarboven gelegen ruimte sluit. Bij een dergelijke uitvoering is het niet nodig om voor een bevestiging 5 aan het plafond in de vorm van een horizontale post zoals de post 3 te zorgen. Opgemerkt kan worden dat deze inrichting het ook mogelijk maakt, met name indien middelen voor het regelen van de positie in hoogte van het blad 31 voorzien zijn, om bestaande toonbanken te gebruiken, die onder de plaat 31 tussen de posten 10 27' aangebracht worden.
Teneinde de veren weer samen te drukken na de werking kan men willekeurige met de hand bedienbare, mechanische of electrische middelen aanbrengen.
Vervolgens wordt figuur 8 beschouwd.
15 In deze figuur is op uiterst schematische wijze een toonbank 32 weergegeven, waarvan het bovenvlak, bij voorkeur aan de zijde van de klanten, een vast bladgedeelte 33 heeft gevolgd, aan de zijde van de beambten, door een naar beneden afgehaakt deel 3^· Op dit af gehaakte deel bevindt zich een 20 onderste plaat 35, overeenkomstig aan de plaat 10, die beweeg baar verbonden is met zijn rand nabij het centrale deel met een horizontale as 36, overeenkomstig aan de as 11, en een bovenste plaat 37j overeenkomstig aan de plaat 6, maar die in een horizontale positie in ononderbroken verband met het oppervlak 33 25 komt te rusten, waarbij de platen 35 en 37 beweegbaar verbonden zijn bij bun gemeenschappelijke uiterste randen bij 38. In het onderste schema is de neergelaten positie weergegeven en in het bovenste schema de omhoog gebrachte positie waarin de twee bladen 35 en 37 zich verticaal in eikaars verlengde bevinden.
30 Evenals in het geval van de voorgaande inrichting wordt de andere rand 39 van de plaat 37 op geschikte wijze, bijvoorbeeld in een overeenkomstige sleuf 8, geleid en het is bij voorkeur deze rand die bij zijn geleide einden de duwkracht of de trekkracht van de beweegmiddelen opneemt.
35 Bij deze inrichting wordt het blad gevormd 8120019 -Indoor het oppervlak 33 en het oppervlak van de plaat 37, zodat alleen een deel van het blad, dat zich hij voorkeur aan de zijde van de beambten bevindt, beweegbaar is.
Bij het beschouwen van de verschillende 5 schema's van figuur 9 worden de verschillende ontwikkelings stadia gezien bij het weer omhoog brengen van een blad, bestaande uit een onderste horizontale basis 1+0 die vastzit aan de twee uiterste randen, aan de zijde van de klanten en aan de zijde van de beambten, waaraan twee platen 1+1 beweegbaar verbon-10 den zijn, dankzij beweegbare verbindingen 1+2 die door de plaat 1+0 gedragen worden. De platen 1+1, die zich openen kunnen op de wijze van de vleugels van een dubbele deur, rusten door eenvoudige zwaartekracht op twee platen die beweegbaar· verbonden zijn bij hun gemeenschappelijke middenranden 1+1+ om een as over-15 eenkomstig aan de beweegbare verbindingsas 7· De twee einden van de as 1+1+ bevinden zich zodoende geleid in posten, bijvoorbeeld dankzij sleuven zoals de sleuven 8. In de rusttoestand rusten de platen 1+3 door de zwaartekracht op de bodemplaat 1+0. Wanneer een trekkracht op de beweegbare verbinding 1+1+ naar 20 boven uitgeoefend wordt, wordt de door de platen 1+3 gevormde platte hoek geleidelijk omgevormd tot een tweevlak>-stelsel waarvan de onderste limietwaarde bepaald kan worden door aanslag-middelen die schematisch met 1+5 weergegeven zijn en een verdere toenadering van de platen 1+3 tot elkaar verhindert. Dit twee-25 vlakstelsel vormt zich onder het opheffen van de beweegbaar ver bonden platen 1+1 en de verkregen uiteindelijke positie laat zien dat het blad vervormd is tot een tweevlakstelsel waarvan de twee zijden gevormd zijn door de platen 1+3, die naar beneden verlengd zijn door de platen 1+1 welke zich in uitgericht verband 30 daarmee bevinden. Aanslagmiddelen 1+6 kunnen aangebracht worden om een verdere opening van de platen 1+1 te verhinderen.
Natuurlijk kunnen verschillende middelen zoals kleine leirollen door de platen gedragen worden om zodoende de glij ding van de platen over elkaar te vergemakkelijken.
35 Bij het beschouwen van figuur 10 en 11 wordt g120019 - 15 - een variant van de uitvinding gezien waarbij het bovenste deel van een toonbank bj een uitholling b8 bezit waarin in de neergelaten toestand drie stél platen b9, 50, 51 aangebracht zijn.
De twee platen van elk stel, die zich over een afstand kleiner 5 dan de helft van de breedte van de toonbank uitstrekken, zijn beweegbaar verbonden om een centrale horizontale as, hetzij 52, 53, 5b, waarvan de twee uitstekende einden geleid zijn in verticale sleuven die in de posten 55 aangebracht zijn op de wijze van de sleuven 8. Met geschikte middelen, kabels of ste-10 vige trekstangen die in de posten 55 schuiven, trekt men eerst de as 5l omhoog, vervolgens de as 53 en tenslotte de as 52 zodat bij de omhoogbeweging de drie stei.platen drie tweevlak-stelsels met naar beneden afnemende hoek vormen, zoals in figuur 10 gezien wordt. Aan het einde van de omhoogbeweging verkeren 15 de hoeken van de drie tweevlakstelsels op hun minimum en bevin den de platen 1+9, 50, 51 zich nabij de verticaal.
De inrichting kan nog twee blinden 56 omvatten, die beweegbaar verbonden zijn op de randen 57 van de toonbank 1+7 en waarvan de breedte zodanig is dat als functie van 20 de ingebogen baan van de platen bij hun afdaling de blinden 56 zich maar weinig van de horizontaal verwijderen, hetgeen het gevaar voor afglijding of afwerping van op de toonbank voor de sluiting neergelegde papieren of voorwerpen beperkt.
Op geschikte wijze kunnen de posten 55 een 25 ingebogen vorm hebben die zich naar beneden verwijdt, zoals figuur 11 laat zien, opdat op elk moment de uiterste randen van de platen zich steeds tegen de vlakken tegenover 58 van de posten bevinden, hetgeen zodoende de toegang tot deze uiterste randen belet.
30 (Niet weergegeven) vergrendelingsmiddelen kunnen in de posten aangebracht worden opdat het in de verheven positie niet mogelijk is de drie tweevlakstelsels b9, 50, 51 van buiten te openen.
Natuurlijk kan men ook elk tweevlakstelsel 35 vervangen door een enkele plaat, hetgeen neerkomt op het in de 8120019 - 16 - tekening weglaten van de rechter plaat k-9, 50 en 51, "bij voorkeur aan de zijde van de "beambte.
In figuur 12 wordt een toonbank 59 gezien waarvan het bovenste deel 60 een centrale uitholling 61 bezit, waar-5 in in de neergelaten toestand een beweegbaar deel van het blad uitwijken kan, bestaande uit van beneden gerekend twee gepantserde platen 62 die beweegbaar verbonden zijn bij een onderste vast middenpunt 63 en elk ongeveer een breedte gelijk aan de helft van de breedte van de uitholling 61 hebben,aan welke platen τεεί 0 pectievelijk door de beweegbare verbindingen 6U twee platen 65 beweegbaar verbonden zijn, die onderling beweegbaar verbonden zijn op hun bovenranden bij 66, en gevolgd, uitgaande van deze beweegbare verbinding 66, door twee overeenkomstige platen 6Ts die beweegbaar verbonden zijn bij 68 met twee platen 69, 15 die beweegbaar verbonden zijn bij een gemeenschappelijke as 70 overeenkomstig aan de as 10 en evenals deze geleid worden onder het onderwerpen daarvan aan omhoogtrekmiddelen. Men verkrijgt zodoende twee opeenvolgende beweegbaar verbonden parallellogrammen op de wijze van een pantograaf die in de gevouwen positie 20 in de uitholling 61 aangebracht wordt in ononderbroken verband met het oppervlak 60 voor het vormen van een deel van het blad en die daarentegen in de verheven positie een gepantserde wand vormt die de doorgang boven de toonbank sluit.
De meeneeramiddelen kunnen willekeurig zijn, 25 bijvoorbeeld overeenkomstig aan die welke voor het meenemen van het in figuur 1 en 2 weergegeven blad aangewend worden.
Bij voorkeur zijn de verticale posten, zoals de posten 2, 27 of de niet weergegeven posten die bestemd zijn voor het geleiden van de bestanddelen van de andere beweegbare 30 platen, aan het plafond of op een constructie nabij het plafond bevestigd, om zich naar beneden uit te strekken, en komen deze aan te liggen ter hoogte van het bovenvlak van de toonbank. Bij voorkeur zijn deze posten in verscheidene telescopische delen uitgevoerd, om zodoende een ogenblikkelijke regeling in hoogte 35 mogelijk te maken hetgeen de inrichting aanpasbaar maakt aan 8120919 - 17 - al de bijzondere situaties.
Aan de andere kant zou het bovendeel, wanneer dit optreedt, in plaats van op vaste wijze uitgevoerd te zijn, zoals het vaste bovendeel 17 van figuur 1, op beweegbare wijze 5 uitgevoerd kunnen worden om naar beneden af te dalen, om het beweegbare blad of het beweegbare deel te ontmoeten, wat het desgewenst mogelijk maakt om de verticale afstand, die door het blad gesloten moet worden, te verminderen. In figuur 12 bijvoorbeeld zou het blad alleen de platen 62, 65 kunnen omvatten, die 10 beweegbaar verbonden zijn als parallellogram., waarbij het door de platen 67, 69 gevormde parallellogram dan achterwege gelaten en vervangen wordt door een overeenkomstig parallellogram waarvan de bovenste as, die de as J0 vervangt, aan het plafond bevestigd zou worden. De twee onafhankelijke parallellogrammen gaan 15 dan naar elkaar toe bij de sluitbeweging.
De eigenlijke toonbank kan reeds voor de installatie van de inrichting volgens de uitvinding bestaan. Deze moet dan voorzien worden van een verticale pantserplaat.
Indien daarentegen de toonbank op zijn plaats gebracht wordt met 20 de inrichting, kan deze geschikt uitgevoerd worden van gebogen plaatijzer of gelast worden hetgeen geen speciale pantsering vereist.
Men kan ook onder het blad in de neergelaten positie, in plaats van een min of meer klassieke of reeds be-25 staande toonbank, de onder het blad gelegen ruimte op een wille keurige wijze sluiten met een vaste gepantserde plaat, waarbij de verbinding tussen dit vaste onderste deel en de leiposten van het blad op een willekeurige voor de terzake deskundige toegankelijke wijze tot stand komt.
30 Bij voorkeur bedraagt de breedte over het gehele blad van de toonbank in de orde van 1 meter, waarbij het beweegbare deel dat de ruimte sluit zich in hoofdzaak in het midden bevindt.
Bij het merendeel van de weergegeven uitvoe-35 ringsvormen wordt gezien dat elk gedeelte van de boven de toon- 8120019 - 18 - bank gelegen ruimte zich gesloten bevindt door twee platen, bij-de , .
voorbeeld<twee platen 6, 41, 50, 62. Dit maakt het mogelijk om de dikte van elke plaat te verminderen, onder het niettemin verhogen van de doeltreffendheid daarvan. Bovendien maken be~ 5 paalde van de uitvoeringsvormen het mogelijk om de sluiting met een of meer schuine platen te verzekeren, hetgeen de doeltreffendheid van de blindering of pantsering nog verhoogt.
Ofschoon de uitvinding hier aan de hand van bepaalde uitvoeringsvormen beschreven is dient wel te worden 10 verstaan dat verschillende wijzigingen daarin uitgevoerd kunnen worden zonder buiten het kader daarvan te treden, zodat aan het hier voorgestelde geen beperkende betekenis gehecht moet worden.
8120019

Claims (19)

1. Beschermingsinrichting tegen aanvallen van het type "bestaande uit in het onderste deel een "blad of loket waarboven zich een vrije ruimte zonder beletsel tegen het 5 daarover springen bevindt, en middelen die het snel sluiten veroorloven van beneden naar boven van deze zich boven het blad bevindende ruimte, gekenmerkt doordat de genoemde sluitmiddelen tenminste een tegen kogels bestanddeel van het blad (6, 10; 31; U1, 1*3; 1*9, 50, 51; 62, 65, 67, 69), waarbij dit deel zich 10 van een neergelaten stand, waarin het zich in hoofdzaak hori zontaal bevindt, verplaatsen kan naar een verheven positie, waarin het de genoemde ruimte sluit, waarbij het daarover springen verhinderd wordt en onder het tegen kogels beschermen daarvan.
2. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt 15 doordat het geheel of het grootste deel van het genoemde blad (6, 10; 31; 1*1; 1*9, 50, 51; 62, 65, 67, 69) zich van de genoemde neergelaten positie naar de genoemde verheven positie verplaatsen kan.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, 20 gekenmerkt doordat deze aan weerszijden van het blad en aan de twee uiterste randen daarvan twee zijposten (2; 27; 27f; 55) heeft, die de bedieningsorganen bevatten en maskeren kunnen. 1*. Inrichting volgens een der conclusies 1 tot en met 3, gekenmerkt doordat deze aan weerszijden van het 25 blad en aan de twee uiterste randen daarvan twee zijposten (2; 27; 27'; 55) heeft, die geleidingsmiddelen voor bepaalde bladdelen (7; 39; 1*1*ï 52; 53; 5I*; 66, 70) omvat.
5. Inrichting volgens conclusie 3 of U, gekenmerkt doordat de genoemde zijposten (2; 27; 55) opgehouden 30 worden aan het plafond en zich naar beneden uitstrekken en het genoemde blad ophouden.
6. Inrichting volgens een der conclusies 3 tot en met 5, gekenmerkt doordat de genoemde zijposten (2; 27; 55. gevormd zijn van telescopische bestanddelen die hun rege-35 ling in hoogte mogelijk maken. 8120019 - 20 - J. Inrichting volgens een der conclusies 1 tot en met 6, gekenmerkt doordat deze voorzien is van middelen (2, 18, 27, 27', ^+5, *+6, 55, 58) voor het verzekeren van de instandhouding en de stevigheid van het "blad of van het deel van 5 het blad in de verheven positie.
8. Inrichting volgens een der conclusies 1 tot en met 7, gekenmerkt doordat het blad of het genoemde deel van het beweegbare blad gevormd is uit verscheidene bestanddelen (6, 10; 31; 62, 65, 67, 69) die opeenvolgens onderling verbonden 10 zijn volgens horizontale assen, waarbij de verschillende bestand delen opeenvolgend aangebracht worden bij het in de verticale of schuine verheven positie brengen daarvan voor het sluiten van de genoemde ruimte.
9. Inrichting volgens een der conclusies 1 15 tot en met 7, gekenmerkt doordat het blad of het genoemde beweeg bare deel van het blad gevormd is uit verscheidene bestanddelen (1+1, 1+3; 1+9, 50, 51) die afzonderlijk beweegbaar verbonden zijn om horizontale assen, waarbij de verschillende bestanddelen opeenvolgend aangebracht worden bij het in de verticale of schuine 20 verheven positie brengen daarvan voor het sluiten van de ge noemde ruimte.
10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, gekenmerkt doordat het blad of het genoemde deel van het beweegbare blad op symmetrische wijze met betrekking tot een langs- 25 middenvlak van de inrichting gevormd is.
11. Inrichting volgens een van de conclusies 1 tot en met 10, gekenmerkt doordat het beweegbare blad of het genoemde beweegbare deel in de neergelaten positie op het bovenste deel van het loket of de toonbank aangebracht wordt, waar-30 bij het daarop rust of op een geringe afstand daarvan opgehouden wordt.
12. Inrichting volgens een der conclusies 1 tot en met 11, gekenmerkt doordat de beweegmiddelen zich verwijderd bevinden van de inrichting en op het beweegbare blad 35 of het beweegbare deel van het blad inwerken door kettingen of 8 1 2 0 0 1 9 - 21 - kabels (1^, 16) die teruggevoerd -worden van het plafond.
13. Inrichting volgens conclusie 12, gekenmerkt doordat een aantal afzonderlijke inrichtingen uitgaande van een--zelfde beweegmiddel bediend worden. 5 1¾. Inrichting volgens een der conclusies 1 tot en met 13, gekenmerkt doordat het blad samengesteld is uit vier bestanddelen (6, 10) die twee aan twee op symmetrische wijze met betrekking tot het middenvlak van de inrichting aangebracht zijn en gevormd worden door vlakke platen, te weten 10 aan elke zijde van de inrichting een onderste plaat (10) die beweegbaar verbonden is met een vaste as (11) op zijn rand nabij het middengedeelte van de inrichting en beweegbaar verbonden is met zijn rand tegenovergesteld aan de plaat (16) die het bovenste bestanddeel vormt, en die zelf beweegbaar verbonden is in 15 het middenvlak aan de overeenkomstige plaat aan de andere zijde van het middenvlak, onder het zodoende vormen van een beweegbaar verbonden vierhoek.
15· Inrichting volgens een der conclusies 1 tot en met 13s gekenmerkt doordat het beweegbaar verbonden 20 bladdeel twee bestanddelen omvat, te weten een onderste bestand deel (35) en een bovenste bestanddeel (37) s gevormd uit twee platen, waarbij de onderste plaat beweegbaar verbonden is met een rand met een onderste vaste as (36) en met zijn tegenovergestelde rand die zich aan een zijde bevindt met een bovenste 25 plaat, waarbij het bovenste bestanddeel naar boven meegevoerd wordt.
16. Inrichting volgens een der conclusies 1 tot en met 13, gekenmerkt doordat het beweegbare blad of het beweegbare deel van het blad samengesteld zijn uit een zeker 30 aantal beweegbaar verbonden platen (62, 65, 67, 69) die in de neergelaten positie van het blad op de wijze van een uitzetbare pantograaf aangebracht worden.
17· Inrichting volgens een der conclusies 1 tot en met 13, gekenmerkt doordat het blad, of het beweegbare 35 deel van het blad, samengesteld is uit twee of meer bestanddelen 8120010 -it * - 22 - (1*1, 1*3; 1+9, 50, 51) die opeenvolgend van de horizontale positie overgaan kunnen in een verticale of schuine positie, waarbij elk bestanddeel meegevoerd wordt, zonder beweegbaar verbonden te zijn aan het volgende.
18. Inrichting volgens conclusie 17, gekenmerkt doordat de opheffing van een bestanddeel (U3) de opheffing van het volgende bestanddeel (I*1) teweeg brengt.
19. Inrichting volgens conclusie 18, gekenmerkt doordat deze voor het vormen van het blad of het 10 beweegbaar verbonden deel van het blad voorzien is van een basis plaat (1*0) op de twee randen waarvan op de wijze van vleugels twee bovenste platen (1*1) beweegbaar verbonden zijn, waaronder twee vrije platen (1*3) aangebracht zijn, die bij hun aangrenzende middenranden beweegbaar verbonden zijn om zodoende onder in-15 werking van een trekkracht naar boven een tweevlakstelsel te vormen waarvan de velden de genoemde platen (1*1) die vleugels vormen opheffen.
20. Inrichting volgens conclusie 17, gekenmerkt doordat deze verscheidene stellen van twee platen 20 (1*9, 50, 51) omvat, die onafhankelijk beweegbaar verbonden zijn op de wijze van verscheidene tweevlakstelsels, waarbij deze tweevlakstelsels opeenvolgend vlak opeengestapeld zijn in de neergelaten positie en met hun assen (52, 53, 5^·) verbonden zijn aan meeneemmiddelen om opeenvolgend omhoog gebracht 25 te worden in de onder een hoek staande gesloten positie.
21. Inrichting volgens een der conclusies 1 tot en met 20, gekenmerkt doordat deze posten (55) omvat, die naar beneden verwijd zijn voor het verhinderen van de toegang tot de uiterste randen van het beweegbare blad of van het beweeg-30 bare deel van het blad ongeacht de positie daarvan.
22. Inrichting, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekeningen. 8120018
NL8120019A 1980-01-25 1981-01-23 Beschermingsinrichting tegen aanvallen. NL8120019A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FR8001648A FR2474576B1 (fr) 1980-01-25 1980-01-25 Dispositif de protection contre les agressions
FR8001648 1980-01-25

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8120019A true NL8120019A (nl) 1981-12-01

Family

ID=9237885

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8120019A NL8120019A (nl) 1980-01-25 1981-01-23 Beschermingsinrichting tegen aanvallen.

Country Status (16)

Country Link
US (1) US4463685A (nl)
JP (1) JPS57500075A (nl)
AR (1) AR226445A1 (nl)
AU (1) AU542154B2 (nl)
BE (1) BE887218A (nl)
BR (1) BR8106220A (nl)
CH (1) CH649124A5 (nl)
ES (1) ES498760A0 (nl)
FR (1) FR2474576B1 (nl)
GB (1) GB2081808B (nl)
IE (1) IE50952B1 (nl)
IT (1) IT1135155B (nl)
NL (1) NL8120019A (nl)
PT (1) PT72396B (nl)
WO (1) WO1981002180A1 (nl)
ZA (1) ZA81499B (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB9815355D0 (en) * 1998-07-16 1998-09-16 Integrated Design Limited Security or containment device
US20100316949A1 (en) * 2009-06-10 2010-12-16 Rahman M Dalil Spin On Organic Antireflective Coating Composition Comprising Polymer with Fused Aromatic Rings
AT519756B1 (de) * 2017-05-15 2018-10-15 Tako Attila Mobile Schutzwand und Schutzwandsystem mit mindestens zwei solcher Schutzwände
CN109308779A (zh) * 2018-04-10 2019-02-05 吴俊� 一种驱动防弹玻璃封闭板的控制平台

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US547702A (en) * 1895-10-08 Safety device foe banes
US1675166A (en) * 1928-06-26 Burglar net
US602741A (en) * 1898-04-19 Cashier-protector
US1482961A (en) * 1922-05-23 1924-02-05 John N Banitt Bank-teller's window guard
US1572091A (en) * 1925-01-28 1926-02-09 Seybert J Smith Counter guard
US1585151A (en) * 1925-10-17 1926-05-18 John W Johnston Bank-protecting device
US1666773A (en) * 1927-06-30 1928-04-17 I D Lawrence Window shield
US1863680A (en) * 1931-01-06 1932-06-21 Young Andrew Bank protective apparatus
US1891554A (en) * 1931-06-08 1932-12-20 Thomas F Robinson Holdup protection device
FR1358330A (fr) * 1963-06-12 1964-04-10 Articles Metalliques Perfectionnements aux fermetures à lames, et, en particulier, aux stores de ce type
DE1708459A1 (de) * 1965-12-02 1970-01-22 Kinon Glas Spiegel Beschussfeste Durchgabevorrichtung fuer den Wertverkehr
DE2544978A1 (de) * 1975-10-08 1977-04-14 Edak Ag Metall Abschlussvorrichtung fuer wandoeffnungen mit schwenklamellen
FR2449773A1 (fr) * 1979-02-26 1980-09-19 Diemert Jean Marc Dispositif de securite, notamment pour guichet de banque, ou analogue

Also Published As

Publication number Publication date
WO1981002180A1 (fr) 1981-08-06
GB2081808B (en) 1985-01-30
BR8106220A (pt) 1981-11-17
FR2474576A1 (fr) 1981-07-31
BE887218A (fr) 1981-07-23
AR226445A1 (es) 1982-07-15
PT72396A (fr) 1981-02-01
GB2081808A (en) 1982-02-24
FR2474576B1 (fr) 1986-04-18
ZA81499B (en) 1982-02-24
CH649124A5 (fr) 1985-04-30
AU6773381A (en) 1981-08-17
IE50952B1 (en) 1986-08-20
IE810129L (en) 1981-07-25
IT8119294A0 (it) 1981-01-23
PT72396B (fr) 1982-02-10
ES8200740A1 (es) 1981-11-01
IT1135155B (it) 1986-08-20
US4463685A (en) 1984-08-07
AU542154B2 (en) 1985-02-07
ES498760A0 (es) 1981-11-01
JPS57500075A (nl) 1982-01-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
DE2704346A1 (de) Rolladen
NL8120019A (nl) Beschermingsinrichting tegen aanvallen.
DE2444459A1 (de) Einrichtung zum schutz gegen raubueberfaelle
US10662708B2 (en) Window well egress apparatus
EP1686032B1 (en) Vehicle Access with a Folding Ramp
US3446264A (en) Folding wall safety device
DE102016110529A1 (de) Schublade mit absenkbarem Boden und hiermit ausgestattetes Möbelstück, insbesondere Schrank
US9822538B2 (en) Platform system
US1766564A (en) Gate
US1096446A (en) Gravity fire-door.
US2153708A (en) Pedestrian barrier
US2232372A (en) Folding garage door
US1250992A (en) Aeroplane-hangar door.
US1253832A (en) Automatic guard and circuit-breaker.
EP2663723B1 (en) Door system for an escape route
US1498907A (en) Burglarproof shield
EP3848524B1 (en) Telescoping wall
US57928A (en) Improved dumb-waiter
US1891554A (en) Holdup protection device
JP2010095928A (ja) スクリーン装置
US796448A (en) Fire-curtain for theaters.
US1482961A (en) Bank-teller&#39;s window guard
EP0449855A1 (en) Improvements in or relating to roll-up and other retractable doors, shutters, blinds and the like
US368432A (en) Device for operating hatchway-doors
EP0305634A1 (de) Schiebetürelement

Legal Events

Date Code Title Description
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: TBJ TRADING APS.

A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed