NL8105796A

NL8105796A - Werkwijze voor het opbouwen van voertuigopbouwdelen op voertuigchassis van verschillende breedte.

Info

Publication number: NL8105796A
Application number: NL8105796A
Authority: NL
Original assignee: Elba Maschinenfabrik Kaiser Gm
Priority date: 1981-01-22
Filing date: 1981-12-22
Publication date: 1982-08-16
Also published as: IT8247604A0; FR2498149B1; DE3101893A1; IT1149304B; FR2498149A1

Description

» > VO 2633

Werkwijze voor het ophouwen van voertuigopbouwdelen op voertuigchassis van verschillende breedte.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het opbouwen van op tenminste twee lagerstoelen steunende voertuigopbouwdelen, zoals bijv. mengtrommels voor transportbetonmengers, op een voertuigchassis, waarbij de lagerstoelen telkens zijn verbonden 5 met een montageraam ter breedte van het voertuigchassis.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een montageraam, dat de genoemde werkwijze mogelijk maakt.

Principieel dient er hier nog op gewezen te worden, dat de werkwijze volgens de uitvinding niet slechts voornet genoemde voorbeeld 10 van het vervaardigen van transportbetonmengers geschikt is, doch eveneens voor alle toepassingen met vergelijkbare opbouweenheden voor weg— en/of railgebonden voertuigen.

Uitgangspunt van de onderhavige uitvinding is het feit, dat enerzijds de fabrikanten van bedrijfsauto's in hun richtlijnen voor 15 voertuigopbouwen weliswaar voorschrijven, dat de zogenaamde hulpramen van deze opbouwen dezelfde buitenbreedte dienen te hebben als het voertuigchassis zelf, dat evenwel anderzijds deze voertuigfabrikanten chassis van verschillende breedte fabriceren. Het laatste betekent, dat op grond van de verschillende op de markt beschikbare voertuigchassis 20 en de aankoopvrijheid van de planten, de genoemde hulpramen altijd pas dan kunnen worden aangemaakt als het voertuigtype bekend is. Het gevolg daarvan is, dat het vooraf vervaardigen van opbouweenheden slechts mogelijk is voorzover gebonden aan een bepaald voertuigtype, met het risico, dat bij een bepaalde opdracht juist de niet gewenste opbouween-25 heid in voorraad is.

De doelstelling van de onderhavige uitvinding is een werkwijze en een bijbehorend montageraam aan te geven, op basis waarvan het vooraf vervaardigen van opbouweenheden geheel onafhankelijk van het voertuigtype mogelijk is.

30 Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat de op bouw wordt verbonden met een de lagerstoelen permanent verbindend montageraam met vaste creedtemaat, het montageraam wordt vastgelast aan een hulpraam, waarvan de maten overeenkomen met die van het voertuig, waarop de ophouw moet worden geplaatst en deze uit opbouw, lagerstoelen 35 sn montage- met hulpraam bestaande opbouweenheid als geheel op het des- 8 1 0 5 7 9 6 --------------------- ___________—m 4 » _ ______________ _____ ______ ___________ ______________—-1 ........ .ιιι·ι··ι·ι.ι···ι·ι·ι·· ».ι·····ιι· ...... -" ' ' - , · · [ Γ ΓΓ ι( !

-3- I

" I

welke het onderstel als zodanig en de opbouveenheid "mengtrommel" scheidbaar met elkaar zijn verbonden. Het chassis 2 met bestuurders-cabine 1 en wielen 3 vormen in zekere zin de basiseenheid - die afkomstig is van de voertuigfabrikant - terwijl het boven de snijlijn A-B 5 liggende gedeelte van het geheel de opbouweenheid is. Deze opbouween-heid is op een montageraam 1^ gebouwd, dat aan de langszij den via lasplaten 15 aan het chassis 2 is vastgeschroefd.

Overeenkomstig de stand van de techniek - vergelijk de be-schrijvingsinleiding - is het nu zo, dat het montageraam (hülpraam) 10 pas dan aan de lagerstoelen 5, 6 wordt vastgelast als het voertuigtype -overeenkomstig de opdracht - vaststaat.

Hier vindt nu de uitvinding toepassing, welke eerst naar aanleiding van de principiële opbouw van het montageraam 1U aan de hand van figuur 2 wordt verduidelijkt.

15 Eerst moet - uit een oogpunt van overzichtelijkheid - nogmaals op de aan de hand van figuur 1 besproken details worden gewezen. Deze zijn: het chassis 2, de wielen 3, de mengtrommel k, de achterste lager-stöel 6, de vulopening 8 en de mengtrommeluit laat 9 ·

In deze afbeelding is nu ook reeds de grondgedachte van de 20 onderhavige uitvinding weergegeven. Het volgens de uitvinding ontworpen · montageraam ik bestaat, zoals te zien is, uit twee tegen - resp. op elkaar sbeunende bij voorkeur gelijkbenige hoekprofielen 1U1, ik2.

Deze hoekprofielen 1U1, 11+2 zijn zodanig ten opzichte van elkaar geplaatst, dat telkens een beenrand op de binnenzijde van het tweede hoek-25 profiel steunt. Aldus vormen de telkens op elkaar steunende hoekprofielen 1U.1,1U2 een rechthoekige holle tussenruimte 1^3.

Volgens de tekening van figuur 2 is de specifieke plaatsing van het hoekprofiel 1 b2 ten opzichte van het uit U-profielèn bestaande voertuigchassis 2 zodanig, dat een been plat op het chassis 2 rust en 30 dat het tweede been samenvalt met het vlak van de buitenste begrenzing van het chassis 2 en naar boven toe is gericht. Het steunvlak tussen het hoekprofiel 112 en het voertuigchassis 2 komt zo ongeveer overeen met de scheidingslijn A-B tussen het voertuig als zodanig en- de opbouweenheid. Door middel van lasplaten 15 zijn het chassis 2 en het hoekprofiel 35 1^2, d.w.z. voertuig en opbouweenheid, aan elkaar vastgeschroefd.

Aan de hand van figuur 3 wordt thans het wezen van de onderhavige uitvinding in detail toegelicht.

8 1 0 5 7 9 6 ........................:

«f * V

-2- t betreffende voertuigchassis wordt geplaatst en daarmede op op zichzelf bekende wijze verbonden.

Montageraam en hulpraam zijn daardoor gekenmerkt,dat beide als gelijkbenige hoekprofielen zijn uitgevoerd en wel zodanig, dat bet 5 tweede hoekprofiel van bet hulpraam met bet ene been naar de voertuigas en met bet andere been naar boven wijst, dat bet eerste hoekprofiel van bet montageraam met bet ene been van de voertuigas af en met bet tweede naar beneden wijst, en dat beide hoekprofielen beurtelings met een rand op een been van het andere hoekprofiel steunen en een holle 10 tussenruimte vormen.

De uitvinding wordt hierna aan de band van de tekeningen nader verduidelijkt. Daarbij is een mengtrommel als opbouweenheid voor een transportbetonmenger weergegeven.

Figuur 1 toont een complete transportbetonmenger van opzij 15 gezien; figuur 2 toont de transportbetonmenger van figuur 1 van achteraf gezien; figuur .3 toont aan de band van drie afbeeldingen details van bet opbouwbeginsei van het montageraam volgens de uitvinding.

20 Figuur 1 toont een complete transportbetonmenger, waarvan de belangrijkste onderdelen zijn: de chauffeurscabine 1, het voertuigchassis 2 met wielen 3 en mengtrommel k. De mengrommel b is draaibaar gelagerd op een voorste en een achterste lagerstoel 55 6 en is globaal gezien peervormig. Bij schuine stand van de rotatieas J, gezien van 25 achter naar voren, is de mengtrommel U aan het het hoogst gelegen achtereinde open. Het vullen van de mengtrommel h geschiedt via de vulopening 8. Voor het door omkering van de draairichting plaatsvindende legen, is een mengtrcmmelafvoer 9 aanwezig. Volledigheidshalve wordt er nog op gewezen, dat de mengtrommel 4 via een ter plaatse van de voorste 30 lagerstoel 5 met de mengtrommel b gekoppelde centrale aandrijving 10 in draaiing wordt gebracht en dat zij ter plaatse van de achterste lagerstoel 6 via een loopring 11 op trommellooprollen 12 is gelagerd. Fen watertank 13 bevindt zich tussen de mengtrommel k en de bestuurdersca-bine 1.

35 Met het oog op de onderhavige uitvinding dient aan de hand van figuur 1 op het volgende te worden gewezen.

Volgens deze figuur is er praktisch een snijlijn A-B, langs 8105796 --------------- * * * " t -fc- j

Figuur 3a toont de kern van- de uitvinding in zoverre, dat de onderzijde van een opbouweenheid is weergegeven, welke op een in wezen uit in'de langsrielating verlopende hoekprofielen 1U1 bestaand montage-raam is bevestigd. De beide hoekprofielen 1U1 liggen met een beenvlak 5 evenwijdig aan het grondvlak van de opbouweenheid en zijn voor wat betreft het tweede been zo geplaatst, dat zij van de opbouweenheid 8 en telkens met het beenoppervlak naar het midden zijn gericht. Deze laatstgenoemde beenoppervlakken zijn nu overeenkomstig de uitvinding op een vaste onderlinge afstand a aan de opbouweenheid vastgelast.

10 Deze in figuur 3a weergegeven eenheid is representatief voor de van het voertuigtype onafhankelijke vooraf vervaardigde opbouweenheid overeenkomstig de uitvinding. Deze omvat de complete mengtrommel en de bijbehorende lagerstoelen, waarop de op een vaste onderlinge afstand a tot een montageraam aan elkaar bevestigde hoekprofielen zijn 15 bevestigd.

Het· uit het eerste hoekprofiel 1^1 bestaande montageraam bezit dus gelijkblijvende maten. Aan de hand van de figuren 3b en 3c wordt nu het opbouwontwerp volgens de uitvinding in detail toegelicht.

In figuur 3b is een voertuigchassis 2 van relatief geringe . 20 breedte b aangeduid, dat als ondersteuning voor de opbouweenheid dient. Deze opbouweenheid komt overeen met de in figuur 3a weergegeven eenheid, waarbij nu de tweede hoekprofielen 1^2 zodanig aan de eerste zijn vastgelast, dat het buitenste beenvlak van het tweede hoekprofiel 1b2 volledig in het begrenzingsvlak van het chassis 2 ligt. Te zien is, dat de 25 holle binnenruimte 1^3 tussen de hoekprofielen 1U1, 1 b2 heel klein is, daar bij de vaste onderlinge afstand a van de eerste hoekprofielen 1U1 en slechts weinig grotere chassisbreedte b de tweede hoekprofielen 1U2 met hun vrije beenvlakken dicht bij de overeenkomstige beenvlakken van de eerste hoekprofielen 1U1 komen te liggen.

30 Figuur 3c toont een relatief breed voertuigchassis (breedte c).

Dienovereenkomstig komen het eerste en het tweede hoekprofiel llj-1, 1 h2 ver uit elkaar te liggen en is de holle ruimte 1U3 relatief groot.

Bij vergelijking van de figuren 3b en 3c is op te merken, dat de opbouweenheid - volgens figuur 3a - op voorraad wordt gehouden en 35 dat vervolgens, als het voertuigtype van een feitelijke orde bekend, de tweede hoekprofielen op de met het voertuigtype overeenkomende onderlinge afstand op de eerste hoekprofielen worden vastgèlast. Deze thans 8 1 0 5 79 6-------------------'-- -5- * ψ type-afhankelijke conplete opbouveènheid wordt vervolgens op een chassis geplaatst en door middel van de - in figuur 3 niet weergegeven - lesplaten vastgeschroefd.

Alles bijeen genomen verschaft de uitvinding een eenvoudige 5 en goede mogelijkheid opbouveenheden nagenoeg gereed in voorraad te hebben en de laatste aanpassing pas uit te voeren als de volgende order, resp. het volgende voertuigtype bekend is.

Verwijzingseij fêrs I Bestuurderscabine 10 2 Voertuigehassis 3 Wielen k Mengt rommel 5 Voorste lagerstoel 6 Achterste lagerstoel 15 T Rotatieas 8 Vulopening 9 Mengfcrommelafvoer , 10. Centrale aandrijving II Loopring 20 12 Trommellooprollen 13 Watertank 1h Montage/hulpraam ihl Eerste hoekprofiel (montageraam) lh2 Tweede hoekprofiel (hulpraam) 25 1 h-3 Holle tussenruimte 15 Lesplaten.

8105796

Claims

2. Montage- en hulpraam volgens conclusie 1, . met het kenmerk, dat beide als gelijkbenige hoekprofielen (1 Ui,' ite). zijn uitgevoerd en' wel zodanig,, dat het tweede hoekprofiel' (1^2] van het hulpraam met het ene been naar de voertuigas en met. het andere been naar boven wijst, 20 dat het eerste hoekprofiel C1U1.) - van het montageraam met het ene been van' de voertuigas af 'en met' het tweede naar benéden wijst, en' dat beide hoekprofielen beurtelings met een rand op een' been' van hetr.andere hoek-' profiel steunen en een. holle tussenruimte. (.1^-3) vormen. 25 i > 8 1 0 5 7 9 6. ____________________