NL8104589A - Optische aftasteenheid. - Google Patents

Description

v I * *

Mi EHN 10.145 t ' N.V. Philips' Gloeilampenfafarieken te Eindhoven ____"Optische aftasteenheid".

_____ De uitvinding heeft betrekking op een optische aftasteenheid voor het affasten van registratiesporen van een reflecterende optische registratiedrager en cinvattende: een hulsvormig deel met een eerste uiteinde en een tweede uiteinde en voorzien van een zij-opening? een, 5 nabij het eerste uiteinde van het hulsvormige deel aangetarachte, stra-lingshron voor het warpen van een ongemoduleerde primaire stralingsbun-del volgens een bundelas naar het tweede uiteinde; een lenssysteem nabij het tweede uiteinde van het hulsvormige deel voor het concentreren van de stralingsbundel tot een stralingsvlek en met een optische as; een 10 uit eerste en tweede tegen elkaar bevestigde prisma’s bestaand dubbel-prisraa met een deelvlak onder een hoek van 45° met de bundelas voor het opzij reflecteren van een door de registratiedrager gereflecteerde en door de registratiesporen gemoduleerde secundaire stralingsbundel door de zijopening van het hulsvormige deel; alsmede een electronische uit-15 koppeleenheid aan de buitenzijde van het hulsvormige deel en voorzien van stralingsgevoelige middelen, gelegen op de weg van de secundaire stralingsbundel, voor het omzetten van de stralingsbundel-modulatie in een electrische modulatie.

Een dergelijke aftasteenheid, bedoeld voor een zogenaamde op-2o tische audioplatenspeler, wordt beschreven in het artikel "PCM-Schallplat-te fur die achtziger Jahre", Radio Mentor, Jahrgang 45, (1979), Nr. 4, biz. 138 en 139. De stralingsbron bestaat uit een halfgeleiderlaser die zich qp de optische as van het lenssysteem bevindt, zodat de bundelas van de primaire, ongemoduleerde, stralingsbundel samenvalt met de optische 25 as van het lenssysteem. De door de informatie, aanwezig in de informatie-sporen van de optische audioplaat, gemoduleerde teruggekaatste lichtbun-del wordt door het deelvlak van het dubbelprisma voor een deel via de zijopening in het hulsvormige deel van het huis gereflecteerd op de electronische uitkcppeleenheid die de stralingsbundelmodulatie omzet in 30 een electrische modulatie die toegevoerd wordt aan de nodige electronische circuits.

De plaats en de orientatie van het dubbelprisma in de optische aftasteenheid is van het allergrootste belang. De ongemoduleerde primaire 8 1 0 4 5 8 9 PHN 10.145 2 f * t stralingsbundel moet met goede kwaliteit op het registratievlak van de audioplaat kunnen warden geconcentreerd tot een zo goed mogelijk ronde uitleesvlek met een zo goed mogelijk gelijkmatige stralingsintensiteits-verdeling. Het dubbelprisma moet zich daarom voor de heengaande primaire g stralingsbundel zoveel mogelijk gedragen als een-zuiver planparallel optisch lichaam, dat dus zo min mogelijk vervorming van de primaire stralingsbundel veroorzaakt. Een goede afbeelding van de registratie-sporen op de electroniscbe uitkqppeleenheid is mogelijk, wanneer de op-tische weg voor de primaire stralingsbundel met een hoge mate van pre-10 cisie net zo groot is als de optische weg voor de secundaire, gereflec-teerde, stralingsbundel. Dit betekent dat het dubbelprisma en de elec-tronische uitkoppeleenheid zuiver ten qpzichte van elkaar gepositioneerd moeten zijn en dat de afstand die de primaire stralingsbundel aflegt, vanaf het moment dat deze het dubbelprisma binnentreedt tot aan het ge-15 noemde deelvlak, zuiver gelijk moet zijn aan de afstand die de gereflec-teerde secundaire stralingsbundel aflegt, vanaf het moment dat deze het deeJ.vlak treft tot aan de plants waar deze het dubbelprisma verlaat. Voorts moet de afstand van de halfgeleider diodelaser tot aan het deel-vlak van het dubbelprisma binnen nauwe toleranties gelijk zijn aan de 20 af stand van de stralingsgevoelige middelen van de electroniscbe uitkoppeleenheid tot het deelvlak. Gezien het beoogde doel van de bekende optische aftasteenheid, namelijk toepassing in een optische audiqplaten-speler geschikt voor massaproductie en voor huiselijke toepassing op grote schaal, is het noodzakelijk dat de optische aftasteenheid voor een 25 lage kostprijs vervaardigd kan warden. Bovendien moeten onderhouds- en vervangingswerkzaamheden snel en efficient plaats kunnen vinden.

De uitvinding beoogt een optische aftasteenheid van de in de aanhef vermelde soort te: verschaffen die eenvoudig is opgebouwl,' uit weinig onderdelen bestaat en met betrekkelijk geringe kosten met de 30 gewenste precisie vervaardigd kan warden, zodat de aftasteenheid bij uitstek geschikt is voor toepassing in een consumentenapparaat. De uitvinding wordt daardoor gekenmerkt: dat in het eerste uiteinde van het hulsvormige deel een prismaeenheid is aangebracht, cmvattende een meta-len drager waarop het genoemde dubbelprisma alsroede de stralingsbron in 35 een onderling in radiale en axiale richting binnen de vereiste toleranties uitgericht relatie zijn gemonteerd; dat de prismaeenheid, binnen een instelgebied, ten opzichte van het hulsvormige deel met geringe speling axiaal verschuifbaar en tevens, althans beperkt, roteerbaar is; 8104589 & EHN 10.145 . 3 * * en dat de prismaeenheid ten opzichte van het hulsvormige deel binnen bet genoemde instelgebied is gefixeerd in een positie waarin de gereflec-teerde secundaire stralingsbundel, via de zij-opening in het hulsvormige deel, binnen een gegeven tolerantiegebied qp de stralingsgevoelige ndd-5 delen van de uitkqppeleenheid valt.

De metalen drager van de prismaeenheid van de optische aftasteenheid volgens de uitvinding vervult een meervoodige functie. In de eersteplaats fungeert de drager als een zogenaamde "heat-sink" voor de diodelaser, dat wil zeggen een goed warmtegeleidend onderdeel dat de door de halfgeleider-10 laser ontwikkelde warmte snel en met een kleine tenperatuurgradient af kan voeren. In de tweede plaats fungeert de drager als een stabiel en ro-buust bevestigingsdeel waarop het deelprisma stevig kan warden bevestigd.

De drager kan, met de gebruikelijke verspanende bewerkingen, met de ver-eiste nauwkeurigheid bewerkt warden, waarbij het uitrichten en plaatsen 15 van het deelprisma qp de drager kan gebeuren met behulp van een geschikt instelgereedschap dat met de vereiste nausvkeurigheid het deelprisma ten opzichte van de drager uitricht en positioneert. In de derde plaats varmt de drager een onderdeel dat tijdens het samenbouwsn van de optische aftasteenheid kan warden aangevat am de prismaeenheid ten opzichte van het 20 hulsvormige deel van het huis met de hand zodanig te manipuleren dat het gereflecteerde deel van de secundaire stralingsbundel nauwkeurig qp de gewenste plaats op de stralingsgevoelige middelen van de electronische uit-kqppeleenheid valt. Hiertoe wardt de uitkqppeleenheid van te voren aan de buitenzijde van het hulsvormige deel gemonteerd enwordt de prismaeenheid 2g ten opzichte van het hulsvormige deel van het huis zolang axiaal verscho-ven en geroteerd, totdat met behulp van meetapparatuur kan worden waarge-nonen dat de prismaeenheid in de juiste positie is. In deze positie wordt vervolgens de drager ten opzichte van het hulsvormige huis gefixeerd. In het kart kan gezegd warden dat de problemen van het juist uitrichten en 30 positioner en van de optische stralingsgevoelige delen van de optische aftasteenheid volgens de uitvinding zijn teruggebracht tot het nauwkeurig vervaardigen van een metalen drager, het vervolgens met behulp van geschik-te instelgereedschappen daarqp in de juiste positie en orientatie aanhreng-en van het dubfcelprisma, het daama aanbrengen en proefondervindelijk vast-35 stellen van de juiste positie van de prismaeenheid ten opzichte van de uit-koppeleenheid en het vervolgens fixer en van de prismaeenheid ten opzichte van het hulsvormige deel van het huis in de gevonden juiste positie.

Een, voor wat het aanbrengen van het dubbelprisma op de drager 8104589 t » * PHN 10.145 4 van de prismaeenheid betreft, gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft tot kenmerk: dat de drager van de prismaeenheid aan een tegenover de stralingsbron gelegen vrij uiteinde is afgeschuind onder een hoek van 45° ten opzichte van de bundelas van de stralingsbron? dat. het af-5 geschuinde gedeelte is voorzien van een gleuf, evenwijdig aan een denk-beeldig vlak dat wordt bepaald door de bundelas en een de bundelas snij-dende normaal op de afschuining, zodat aan elke zijde van de gleuf een schuin zijvlak aanwezig is? dat het eerste prisma van het dubbelprisma de gleuf overspant en op de beide schuine zijvlakken is bevestigd? en 10 dat het tweede prisma in de gleuf past en tegen het eerste prisma is bevestigd. Deze uitvoeringsvorm biedt een aantal belangrijke voordelen.

Het aanbrengen van een vlak op de drager dat met grote zuiverheid een hoek van 45° insluit met de hartlijn van de drager is met verspanende bewerkingen vrij eenvoudig binnen de vereiste holeranties te realiseren.

16 Dit vlak nu wordt gebruikt als referentievlak bij het monteren van het· dubbelprisma. Ieder der prisma's kan onafhankelijk van het andere prisma met behulp van een instelgereedschap op de gewenste plaats worden ge-bracht. Alleen het eerste prisma wordt met de drager verbonden. Het tweede prisma is met het eerste prisma verbonden, maar niet met de drager.

20 Deze wijze van bevestiging heeft het bijkonende voordeel dat het reflec-terende vlak van het dubbelprisma niet is onderworpen aan tijdens het gebruik optredende spanningen, voomamelijk thermische spanningen die kunnen optreden als gevolg van de verwarming van de drager door de halfgeleiderdiodelaser.

25 Bij een volgende uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft de drager nog een extra functie. Deze uitvoeringsvorm wordt daardoor geken-merkt, dat het hulsvormige deel inwendig is voorzien van een instelnok die met speling past in de genoemde gleuf van de prismaeenheid ten be-hoeve van een grove instelling in rotatierichting van de prismaeenheid 30 ten opzichte van het hulsvormige deel. Het voordeel van deze uitvoeringsvorm is er vooral in gelegen dat, alvorens de drager ten opzichte van het huis wordt ingesteld, deze niettemin al in practisch de goede stand kan worden gemonteerd, hetgeen een belangrijke tijdwinst kan betekenen tijdens de reeds eerder beschreven instelwerkzaamheden voor de instelling 35 van. de prismaeenheid ten opzichte van het huis.

Voor het bevestigen van de beide prisma's op de drager kan een uitvoeringsvorm net voordeel worden toegepast die tot kenmerk heeft, dat het eerste prisma zowel met de beide schuine zijvlakken van de drager B 1 0 4 5 8 9 «» t 5HN 10.145 5 » als met het tweede prisma is verbonden door middel van een over de gehele breedte van het eerste prisma aangebrachte laag van een transparante kit. Slechts een van de beide prisma's behoeft van een kitlaag te worden voorzien, hetgeen de eventuele problemen die kunnen optreden bij het 5 toepassen van kit in een massaproduktie voor een belangrijk deel kan verminderen. Voor de uitvinding geschikte kitsoorten worden bijvoorbeeld gevoond door de bekende ultraviolet-uithardende kitten/ die in de handel verkrijgbaar zijn voor het met elkaar verhonden van optische carponenten. Deze kitsoorten zijn glashelder en harden onder ultraviolette belichting 10 2eer snel uit.

Bij de uit het eerdergenoemde tijdschriftartikel bekende optische aftasteenheid wordt de gereflecteerde secundaire stralingsbundel door een bundelsplitsend optische lichaam gesplitst in twee deelbundels, die ieder samenwerken met een tweetal stralingsgevoelige dioden van de 15 uitkoppeleenheid. Het bundelsplitsend lichaam is aangebracht qp dat zij-vlak van het dubbelprisma waar de gereflecteerde secundaire stralingsbundel het dubbelprisma verlaat. Een uitvoeringsvorm van de uitvinding waarbij een bundelsplitsend cptisch lichaam qp de aangegeven plaats aan-wezig is heeft tot kenmerk, dat het genoemde optische lichaam in zijn 20 geheel bestaat uit gestolde transparante kit. Deze uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft een aantal belangrijke voordelen. In vergelijklng met de eerdergenoemde bekende optische aftasteenheid, waarbij het bun-delsplitsende lichaam een geheel vorrnt met het eerste prisma van. het dubbelprisma, kan een eerste prisma van eenvoudiger vorm warden toege-25 past. Een van te voren apart vervaardigd bundelsplitsend optisch lichaam zou zeer kleine afmetingen moeten bezitten en erg teer zijn. Zowel de vervaardiging, de manipulatie als de vereiste nauwkeurige instelling ten opzichte van het eerste prisma zouden grote problemen opleveren.

A1 deze problemen worden ondervangen door toepassing van de uitvinding.

30 Het optische lichaam wordt gevormd door een druppel kit qp het zijvlak van de prismaeenheid aan te brengen en vervolgens een sterrpel van geschikte vorm, en in de geschikte positie ten opzichte van de prismaeenheid, in de druppel kit te drukken en vervolgens de kit uit te laten stollen. Met voordeel kan hierbij weer gebruik gemaakt worden van ultra-35 violet uithardende kit. Afgezien van de eerder genoemde voordelen heeft deze uitvoeringsvorm nog een belangrijk voordeel: door de nauwkeurige uitlijning en positionering van het stempel, hetgeen mogelijk is in een instelwerktuig, zijn de juiste richting en de juiste stand van de bre- 8104589 ♦ * « EHN 10.145 6 .. kende ribbe van het bundelsplitsende optische lichaam ten opzichte . van de hartlijn van de prismadrager en dus van de optische as steeds zuiver bepaald, onafhankelijk van de orientatie van het zijvlak van het eerste prisma waartegen het bundelsplitsende lichaam wordt. aangebracht. δ De ruimte tussen het genoemde zijvlak en het stempel wordt inners geheel opgevuld met transparante kit.

De uitvinding zal nu nader warden besproken aan de hand van de tekening die een uitvoeringsvorm toont van een optische aftasteenheid volgens de uitvinding en waarin: 10 Figuur 1 een langsdoorsnede is, op ruim drie maal ware grootte, van een aftasteenheid en een deel van een optische plaat,

Figuur 2 een bovenaanzicht is, op ongeveer twee maal ware grootte, van de optische aftasteenheid van figuur 1,

Figuur 3 een explosieaanzicht is van de prismaeenheid en enkele 15 andere delen van de optische aftasteenheid, qp ongeveer dezelfde schaal als in figuur 1,

Figuur 4 een perspectivisch aanzicht op een sterk vergrootte schaal van het eerste prisma toont voorzien van een bundelsplitsend optisch lichaam en 20 Figuur 5 een bovenaanzicht toont van het prisma van figuur 4 bij de vervaardiging van het bundelsplitsende optische lichaam.

De getekende optische aftasteenheid bezit een hulsvormig deel 1 met een eerste uiteinde 2 en met een tweede uiteinde 3 en voorzien van een zijopening 4. Nabij het eerste uiteinde 2 is een stralingsbron 25 5 aanwezig in de vorm van een halfgeleiderlaser van een in de handel verkrijgbare type halfgeleiderlasereenheid 6. Deze eenheid cmvat een metalen omhulling 7, een glazen venster 8, een koperen drager 9, een aantal verbindingspennen 10, een lichtgevoelige diode 11 voor de inten-siteitregeling, alsmede een isolerende doorvoer 12. De laser 5 werpt een 30 ongemoduleerde primaire stralingsbundel 13 langs een bundelas 14 die samenvalt met de hartlijn van het hulsvormige deel 1. Nabij het tweede uiteinde. 3 van het hulsvormige deel is een lenssysteem aanwezig dat bestaat uit een tweetal lenzen 15 en 16 alsmede enkele, in de tekening niet zichtbare, lenzen van een objectief 17. De lenzen 15 en 16 zijn aan-35 gebracht in een lensvatting 18 die in het hulsvormige deel 1 is geperst. Tesamen maken ze van de divergerende stralingsbundel, afkcrastig van de laser 5, een evenwijdige bundel. Het objectief 17 concentreert 'de stralingsbundel tot een stralingsvlek 19 op het registratievlak 20 van een 8104589 H3N 10.145 7 W τ optische plaat 21. De registratielaag 20 is afgedekt net een transparante afdeklaag 22 waardoorheen de stralingsbundel 13 wordt gefocuseerd. Ten-einde eventuele afwijkingen in de positie van de registratielaag 20 met het stralingsvlekje 19 te kunnen volgen/ is het objectief 17 in de richting 5 van de optische as, die samenvalt met de bundelas 14, beperkt beweegbaar. Hiertoe is het objectief 17 met behulp van een tweetal parallelle blad-veren 23 en 24 beweegbaar opgehangen in een obj ectiefeenheid 25 die met een cylindrische bus 26 (¾) het hulsvorroige deel 1 schuifbaar is. Qm het objectief 17 is een buisvormig permanent magnetisch lichaam 27 aan-10 gehracht dat axiaal is gemagnetiseerd en gebieden met magnetische polari-teit van de in de tokening aangegeven soort bezit. Rondom dit nagnetische lichaam is een ringvormige spoel 28 gemonteerd waaraan een stuurstrocm kan warden toegevoerd voor het besturen van de focusseerpositie van het objectief.

15 Tussen de laser 5 en het lenssysteem bevindt zich een dubbel- prisma 29. Het bestaat uit een eerste prisma 29A en een tweede prisma 29B die met een deelvlak 30, onder een hoek van 45° met de bundelas 14, tegen elkaar zijn bevestigd. Dit deelvlak dient voor. het reflecteren van een door de optische plaat 21 gereflecteerde en door de registratie-20 sporen in het registratievlak 19 gemoduleerde secundaire stralingsbundel 31 door de zijopening 4 van het hulsvorroige deel 1. De secundaire stralingsbundel wordt geconeentreerd op stralingsgevoelige middelen 32 be-horende tot een electronische uitkoppeleenheid 33 aan de buitenzijde van het hulsvormige deel. De stralingsgevoelige middelen 32 zetten de 25 stralingsbundelmodulatie om in een electrische modulatie.

In het eerste uiteinde 2 van het hulsvormige deel is een prismaeenheid 34 aangebracht. Deze cmvat een aluminium drager 35 waarop zowel het dubbelprisma 29 als de lasereenheid 6 zijn aangebracht, in een order ling in radiale en axiale richting binnen de vereiste toleran-30 ties uitgerichte relatie. De drager 35 bezit een buiten het hulsvormige deel 1 uitstekend gedeelte 36 van enigszins grotere diameter waarin de lasereenheid 6 is gemonteerd. Tussen het gedeelte 36 van de drager en het tweede uiteinde 2 van het hulsvormige deel is een spleet "a" aan-wezig. De prismaeenheid 34 is binnen een bepaald instelgebied ten op-35 zichte van het hulsvormige deel 1 axiaal verschuifbaar, zodat de afmeting van de spleet "a" afhankelijk is van de verschuiving van de prismaeenheid ten opzichte van het hulsvormige deel. De prismaeenheid is tevens, althans in beperkte mate, roteerbaar ten opzichte van de huls. Door de 8104589 I · PHN 10.145 8 prismaeenheid 34 en de huls 1 tijdens de montage ten opzichte van elkaar te verschuiven en te roteren kan een ins telling plaatsvinden van het punt waar de gereflecteerde stralingsbundel 31 de stralingsgevoelige middelen 32 treft. Is eenmaal de instelling gevonden waarin de gereflec-5 teerde secundaire stralingsbundel 31 via de zijopening 4 binnen een ge-geven tolerantiegebied op de stralingsgevoelige middelen 32 van de uit-koppeleenheid 33 valt, dan wordt de prismaeenheid ten cpzichte van het hulsvormige deel gefixeerd. Bij de instelwerkzaamheden kan in een spe-ciale meetopstelling een meetinrichting met de stralingsgevoelige midde-10 len 32 warden verbonden, waama een directe uitlezing mogelijk is van het door een secundaire stralingsbundel opgewekte electrische signaal.

De drager 35 van de prismaeenheid 34 is aan het tegenover de diodelaser 5 gelegen vrije uiteinde afgeschuind onder een hoek van 45° ten opzichte van het bundelas 14. Het zodoende ontstane afgeschuinde 15 gedeelte 37 is voorzien van een gleuf 38 die evenwijdig is aan een denkbeeldig vlak dat wordt bepaald door de bundelas 14 en een de bundelas snijdende normaal op de afschuining. Aan iedere zijde van de gleuf 38 bevindt zich een schuin zijvlak 37A, respectievelijk 37B. Het eerste prisma 29A van het dubbelprisma overspant de gleuf 38 en is op de schuine 20 zij vlakken 37A en 37B bevestigd. Het tweede prisma 29B past in de gleuf 38 en is tegen het eerste prisma 29A bevestigd. Ten behoeve van de bevestiging wordt het eerste prisma 29A over de gehele breedte van het deelvlak 30A voorzien van een ultraviolet uithardende transparante kit. Deze laag is in de figuur niet getekend. De laag kit verbindt het eerste 25 prisma 29A met de beide schuine vlakken 37A en 3733 en verbindt boven-dien de deelvlakken 30A en 30B, van, respectievelijk, het eerste prisma 29A en het tweede prisma 29B met elkaar.

Het eerste prisma 29A heeft een zijvlak 39 waardoor de gereflecteerde secundaire stralingsbundel 31 het dubbelprisma 29 verlaat.

30 Op dit zijvlak is een bundelsplitsend optisch llchaam 40 aangebracht.

Het bezit een tweetal vlakken 41A en 41B die elkaar snijden volgens een rechte lijn 42. Deze lijn vormt de brekende ribbe van het bundelsplitsend lichaam en moet zuiver evenwijdig lopen met de optische as 14 van het lenssysteem. Het optische lichaam 40 is in zijn geheel uit gestolde 35 transparante kit vervaardigd.

De drager 9 van de lasereenheid 6 bestaat uit koper en bezit een ringvormig gedeelte 43. Tijdens de fabricage van de lasereenheid is er zorg voor gedragen dat de halfgeleiderlaser 5 zodanig op de drager is - 8104589 s « EHN 10.145 9 aangebracht dat de bundelas 14 nauwkeurig samenvalt met de hartlijn van bat ringvormige gedeelte 43 van de drager 9. Dit ringvormige gedeel-te wordt met een perspassing In de prismaeenheid geperst en wal tegen een ringvcrmige aanslag 44. Hierdoor is een nauwkeurige centrering van 5 de laser 5 ten opzichte van de prismaeenheid verzekerd. Een belangrijke maat van de drager 35 van de prismaeenheid 34 is de af stand tussen de ringvormige aanslag 44 en het punt Q waar de bundelas 14 het afschuinings-vlak van het afgeschuinde gedeelte 37 snijdt. Dit is de enige zeer nauwkeurige neat van de drager 35, waarbij een tolerantie van 30 micron geldt. 10 Op de diameter van het in het hulsvormige deel 1 te schuiven, cilindrische gedeelte van de drager geldt een gewone ISO h7-schuifpassing. De drager 35 wordt op het buitenoppervlak van het cilindrische gedeelte van de drager in een montagemal geplaatst tegen aanslagen die de positie nauwkeurig bepalen. Het eerste prisma 29A is, zoals reeds eerder ward be-15 sproken, aan de zijde van het deelvlak 30A voorzien van een laag trans-parante ultraviolet uithardende kit. Het wordt op de afgeschuinde vlakken 37A en 37B gelegd en vervolges met nauwkeurige instelnokken belast vol-gens de pijlen P1, P2 en P3. De pijl P3 is als dubbele pijl getekend cm te symboliseren dat het voorvlak 39 ter plaatse van de pijl P3 tegen een 20 vaste referentienok drukt. Volgens de pijlen P1 en P2 wordt met veren een aandrukkracht uitgeoefend. Hierdoor kcmt het eerste prisma 29A in nauwkeurig de juiste positie qp de vlakken 37A en 37B te rusten, waarbij tevens een nauwkeurige uitlijning plaatsvindt volgens de lijn 45 die de uiteinden «an de pijlen P1 en P2 met elkaar verbindt. Het tweede prisma 25 29B wordt in de gleuf 38 cnder het eerste prisma 29A gebrachtensteunt volgens de dubbele pijlen P4 en P5 op twee vaste aanslagpunten van het instelgereedschap, daarbij belast zijnde met een kracht van een beweeg-bare instelnok volgens de pijl P6. Hierdoor wordt het tweede prisma 29B met zijn reflecterend vlak 30B tegen de laag kit op het reflecterende 30 vlak 30A van het prisma 29A gedrukt. Een uitlijning vindt daarbij tevens plaats ten opzichte van de as 46 die de uiteinden van de pijlen P4 en P5 met elkaar verbindt. Het eerste prisma 29A wordt met het afgeschuind gedeelte 37 van de drager 35 verbonden en het tweede prisma 29B wordt tegelijkertijd met het eerste prisma verbonden door ultraviolette belich-35 ting van de beide prisma's in de besproken ingestelde stand.

Voor het vorrnen van het bundelsplitsende lichaam 40 wordt op het zijvlak 39 van het eerste prisma 29A een druppel ultraviolet uithardende transparante kit aangebracht. Een glazen stenpel 47 van het ins tel- 8104589 ·· »· »· • ’ EHN 10.145 10 ---------gereedschap, zie Figuur 5, wordt met de vereiste grate- nauwkeurig in positie gebracht en de druppel transparante kit wordt gestold met behulp van door het glazen stempel toegevoerde ultraviolette stealing. Na aan-brengen van een tweetal vulringen 47 en 48 bij de lasereenheid 6 is de 5 prismaeenheid gereed on te warden gemonteerd in het hulsvormige deel 1.

Cm. het hulsvormige deel 1 is door spuitgieten een. kunststof houder 49 aangehracht voor de uitkoppeleenheid 33. Tegenover de zijope-ning 4 bezit het hulsvormige deel 1 een doorspuitopening waardoor een . hoeveelheid materiaal van de houder 49 tot binnen het hulsvormige deel 10 kan treden. Dit materiaal is gevormd tot een instelnok 50 die met spe-ling past in de gleuf 38 van de prismaeenheid, ten behoeve van een grove instelling van de prismaeenheid in rotatierichting

Na vervaardiging van de prismaeenheid wordt deze zodanig in het hulsvormige deel gestoken dat de nok 50 zich in de gleuf 38 15 bevindt. De uitkoppeleenheid 33 wordt verbonden met electrische ireet-apparatuur en de prismaeenheid 34 wordt, in een meetopstelling, in axiale richting en in rotatierichting binnen het instelgebied zolang-met de hand bewogen totdat de gereflecteerde secundaire stralingsbundellop de juiste wijze de stralingsgevoelige middelen 32 treft. Hiema wordt, ter plaatse 20 van een versmald gedeelte 51 aan het tweede uiteinde 2 van het hulsvormige deel, met behulp van laserlassen het hulsvormige deel 1 verbonden met de drager 34, zodat deze binnen het instelgebied wordt gefixeerd in een positie waarin de gereflecteerde stralingsbundel 31 via de zijope-ning 4 binnen een gegeven tolerantie-gebied op de stralingsgevoelige 25 middelen valt.

30 35 8104589

Claims (5)

1. Optische af tasteenheid voor het aftasten van registratie-sporen van een reflecterende optische registratiedrager (21) en cnroat-tende: - een hulsvormig deel (1) met een eerste uiteinde (2) en een tweede 5 uiteinde (3) en voorzien van een zijopening (4), - een nabij. het eerste uiteinde (2) van het hulsvormige deel aange-hrachte stralingsbron (5) voor het werpen van een ongemoduleerde primaire stralingsbundel (13) volgens een bundelas (14) naar het tweede uiteinde (3), 10. een lenssysteen (15, 16, 17) nabij het tweede uiteinde (3) van het hulsvormige deel voor het concentreren van de stralingsbundel (13) tot een stralingsvlek (19) en met een optische as (14), - een uit eerste en tweede tegen elkaar bevestigde prisma's (29A, B) bestaand dubbelprisma (29), met een deelvlak (30) onder een hoek 15 van 45° met de bundelas, voor het opzij refleeteren van een door de registratiedrager (21) gereflecteerde en door de registratiesporen gemoduleerde secundaire stralingsbundel (31) door de zijopening van het hulsvormige deel, alsmede - een electronische uitkqppeleenheid (33) aan de buitenzijde van het 20 hulsvormige deel en voorzien van stralingsgevoelige middelen (32), gelegen qp de weg van de secundaire stralingsbundel (31), voor het cmzetten van de stralingsbundelmodulatie in een electrische modulatie, met het kenmsrk, - dat in het eerste uiteinde (2) van het hulsvormige deel (1) een pris-25 maeenheid (34) is aangebracht, cmvattende een metalen drager (35) waarqp het genoemde dubbelprisma (29) alsmede de stralingsbron (5) in een onderling in radiale en axiale richting binnen. de vereiste toleranties uitgerichte relatie zijn gemonteerd, - dat de prismaeenheid (34), binnen een instelgebied, ten opzichte van 30 het hulsvormige deel (1) net geringe speling axiaal verschuifbaar en tevens, althans beperkt, roteerbaar is en - dat de prismaeenheid (34) ten opzichte van het hulsvormige deel (1) binnen het genoemde instelgebied is gefixeerd in een positie waar-in de gereflecteerde secundaire stralingsbundel (31), via de zijope- 35 ning (4) in het hulsvormige deel, binnen een gegeven tolerantiege-bied op de stralingsgevoelige middelen (32) van de uitkqppeleenheid (33) valt.

2. Optische af tasteenheid volgens conclusie 1, met het kenmerk, 8104580 EHN 10.145 12 *> * - dat de drager (35) van de prismaeenheid (34) aan een tegenover de stralingsbron (5) gelegen vrij uiteinde is afgeschuind onder een hoek van 45° ten opzichte van de bundelas (14) van de stralingsbron, - dat het afgeschuinde gedeelte (37) is voorzien van een gleuf (38), 5 evenwijdig aan een denkbeeldig vlak dat vordt bepaald door de bundel-as (14) en een de bundelas snijdende normaal op de afschuining, zo-dat aan elke zijde van de gleuf een schuin zijvlak (37A, B) aanwe-zig is, - dat het eerste prisma (29A) van het duhbelprisma de gleuf -(38) over-10 spant en op de schuine zijvlakken (37A, B) is bevestigd en - dat het tweede prisma (29B) in de gleuf (38) past en tegen het eerste prisma (29A) is bevestigd.

3. Optische aftasteenheid volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het hulsvormige deel inwendig is voorzien van een instelnok (50) die met 15 speling past in de genoemde gleuf (38) van de prisma-eenheid (34), ten behoeve van een grove instelling in rotatierichting van. de prismaeenheid ten opzichte van het hulsvormige deel.

4. Optische aftasteenheid volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het eerste prisma (29A) zowel met de beide schuine zijvlakken (37A,B) 20 van de drager (34) als met het tweede prisma (29B) is verbonden door middel van een over de gehele breedte van het eerste prisma aangebracht laag van een transparante kit.

5. Optische aftasteenheid volgens conclusie 1, waarbij het dubbelprisma (29), op het zijvlak (39) waar de gereflecteerde secundaire 25 stralingsbundel (31) het dubbelprisma verlaat, een bundelsplitsend op-tisch lichaam (40) draagt voor het splitsen van de secundaire stralingsbundel in twee deelbundels, met het kenmerk, dat het genoemde optische lichaam in zijn geheel bestaat uit gestolde transparante kit. 30 35 810^589