NL8104583A - Inrichting voor het met korrel- en/of poedervormig materiaal bedekken van voedingswaren. - Google Patents

Inrichting voor het met korrel- en/of poedervormig materiaal bedekken van voedingswaren. Download PDF

Info

Publication number
NL8104583A
NL8104583A NL8104583A NL8104583A NL8104583A NL 8104583 A NL8104583 A NL 8104583A NL 8104583 A NL8104583 A NL 8104583A NL 8104583 A NL8104583 A NL 8104583A NL 8104583 A NL8104583 A NL 8104583A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
belt
bunker
plate
foodstuffs
items
Prior art date
Application number
NL8104583A
Other languages
English (en)
Other versions
NL181969C (nl
NL181969B (nl
Original Assignee
Koppens Maschf Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Koppens Maschf Bv filed Critical Koppens Maschf Bv
Priority to NLAANVRAGE8104583,A priority Critical patent/NL181969C/nl
Publication of NL8104583A publication Critical patent/NL8104583A/nl
Publication of NL181969B publication Critical patent/NL181969B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL181969C publication Critical patent/NL181969C/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A21BAKING; EDIBLE DOUGHS
    • A21CMACHINES OR EQUIPMENT FOR MAKING OR PROCESSING DOUGHS; HANDLING BAKED ARTICLES MADE FROM DOUGH
    • A21C9/00Other apparatus for handling dough or dough pieces
    • A21C9/04Apparatus for spreading granular material on, or sweeping or coating the surfaces of, pieces or sheets of dough
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23PSHAPING OR WORKING OF FOODSTUFFS, NOT FULLY COVERED BY A SINGLE OTHER SUBCLASS
    • A23P20/00Coating of foodstuffs; Coatings therefor; Making laminated, multi-layered, stuffed or hollow foodstuffs
    • A23P20/10Coating with edible coatings, e.g. with oils or fats
    • A23P20/12Apparatus or processes for applying powders or particles to foodstuffs, e.g. for breading; Such apparatus combined with means for pre-moistening or battering

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Oil, Petroleum & Natural Gas (AREA)
  • Polymers & Plastics (AREA)
  • Filling Or Emptying Of Bunkers, Hoppers, And Tanks (AREA)

Description

' Ί -1- 22183/CV/tl
Korte Aanduiding: Inrichting voor het met korrel-en/of poeiervorrig materiaal bedekken van voedingswaren.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het met 5 korrel-en/of poedervormig materiaal bedekken van voedingswaren voor-zien van een gestel,van een door het gestel ondersteunde bunker voor het opnemen van een voorraad korrel-en/of poedervormig materiaal en van middelen voor het verplaatsen van de voedingswaren langs een zich onder een afvoeropening van de bunker uitstrekkende baan.
10 Voedingswaren,zoals bijvoorbeeld kroketten ,kippepoten en derge- lijke dienen in het algemeen met zogenaamd paneermeel te worden bedekt, waarbij men ander paneermeel vele verschillende soorten korrel- en/ of poedervormig materiaal verstaat. Dit paneermeel wordt over de voedingswaren verstraid,nadat deze zijn voorzien van een kleverigeoppervlakte 15 laag,veelal gevormd door eiwit. In vele gevallen wordt het zogenaamde paneermeel althans grotendeels gevormd door grof korrelig materiaal, dat verhoudingsgewijs bros is. Veelal is echter nie.t te vermijden,dat dit materiaal ook een zekere hoeveelheid fijne bestanddelen bevat en bij de tot nu toe gebruikelijke inrichtingen komen deze fijne bestandde-20 len veelal eerst met de voedingswaren in aanraking,waarbij deze voedingswaren door de fijne bestanddelen worden afgedekt en geen hechting meer van de grovere bestaddelen op de voedingswaren tot stand wordt gebracht.
Een eerste oogmerk van de uitvinding is te bewerkstdligen,dat een goede hechting van de grovere bestanddelen aan de voedingswaren kan 25 worden gewaarborgd.
Volgens de uitvinding lan dit worden bereikt doordat onder de afvoeropening een meerdere openingen omvattende zeefplaat is aangebracht en de inrichting middelen omvat om het uit de bunker stromende materiaal te verplaatsen in een richting tegengesteld aan de verplaatsings-30 richting van de voedingswaren tijdens bedriif.
Door toepassing van de constructie volgens de uitvinding zullen de fijnere bestanddelen geneigd zijn om door de openingen in de zeefplaat te bewegen,terwijl de grovere bestanddelen over de zeefplaat ipile richting van de te bedekken toegevoerde voedingswaren zullen bewegen en daar het 35 eerst met de voedingswaren in contact kunnen worden gebracht,zodat de voedingswaren althans grotendeels zullen zijn bedekt met de grovere be- 8104583
K‘ V
-2- 22183/CV/tl standdelen,die zich goed aan de kleverige buitenlaag van de voedings-waren kunnen hechten3terwijl vervolgens de eventuele open tussenruimtes tussen de grovere bestanddelen kunnen worden opgevuld met het door de openingen van de zeefplaat. stromende fijnere materiaal.
5 Verder is het gewenst,dat het bedekkingsmateriaal in de inrichting zo voorzichtig mogelijk wordt behandeld om een breuk van de grovere bestanddelen van dit materiaal zo veel mogelijk. te voorkomen.
Volgens een verder aspect van de uitvinding is hiertoe een eind-loze doorlaatbare band aangebraeht voor het verplaatsen van de voedings-10 waren met behulp van het bovenpart van de band,waarbij het bovenpart over althans een deel van zijn lengte over een g^sloten plaat beweegt evenals het daaronder liggende deel van het onderste part,terwijl nabij het einde van de eindloze band waar/le voedingswaren op de band· worden toegevoerd onder de band een kamer is aangebraeht waarin een van schoepen 15 voorziene rotor is opgesteld.
Door toepassing van een dergelijke constructie zal bij het einde van de onder het bovenpart gelegen plaat het materiaal door de band naar beneden kunnen vallen en althans gedeeltelijk met behulp van het onderste part van de band kunnen worden meegenomen om in de kamer te 20 worden afgegeven. Uit de kamer kan het materiaal dan weer met behulp van de schoepen van de rotor op het bovenpart van de band worden geworpen.
In de praktijk is gebleken,dat door toepassing van een dergelijke constructie breuk van het grof korrelvormige materiaal in aanzienlijke mate wordt vermeden.
25 Volgens een verder aspect van de uitvinding kan breuk van Het grof korrelvormige materiaal verder op effectieve wijze worden tegenge-gaan indien de bunker is verdeeld in een tweetal compartimenten,die nabij de onderzijde van de bunker van elkaar zijn gescheiden door een verzwenkbare klep.
30 Hierbij Ian in het ene compartiment een bepaalde voorraad van het materiaal worden opgeslagen,terwijl in het andere compartiment een door-stroming van het tijdens bedrijf henutte materiaal plaatsvindt. Indien daarbij de voorraad in het compartiment waarin de doorstroming plaatsvindt beneden een bepaalde waarde daalt zal de verzwenkbare klep zich onder 35 invloed van het gewicht van het materiaal in het andere compartiment automatisch openen,zodat een automatische aanvulling van het tijdens be- 8104583
ΐ V
-3- 22183/CV/tl drijf rorrfetromende materiaal wordt verkregen.
De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in faijgaande figuur scheraatisch gedeeltelijk in dwarsdoorsnede weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding.
5 De in de figuur weergegeven inrichting omvat een gestel l,dat dient ter ondersteuning van een bunker 2 en een eindloze transportband 3. De doorlatend uitgevoerde transportband 3 is bij voorkeur opgebouwd uit scharnierend met elkaar gekoppelde ,zich in lengterichting en dwarsrichting van de band uitstrekkende staven. Nabij een einde is de transportband 10 ondersteund door een aandrijfbare as 4 en nabij het andere einde door een geleidingsrol 5. Daarbij strekt een vanaf de aandrijfas 4 lopend gedeel-te van het bovenpart van de transportband 3 zich uit over een gesloten plaat33,welke vanaf de as 4 eerst een weinig hellend omhoog verloopt en vervolgens overgaat in een horizontaal deel. Het op de rol 5 aan-15 sluitende gedeelte van Irt bovenpart van de band wordt nog ondersteund door een roostervormig orgaan 6. Het onderpart van de transportband 3 wordt ondersteund door een horizontaal opgestelde plaat 7.3p enige af-stand van de as 4 gaat deze plaat 7 Over in een zich schuin omlaag lit-strekkende plaat 8,welke een verbinding vormt tussen de plaat 7 en een 20 gekromd omhoog verlopende plaat 9 waarvan de bovenrand op enige afstand boven de as 4 is gelegen. Verder is het zich schuin omhoog uitstrekkende deel van het bovenpart van de transportband 3 gedeeltelijk afgedekt door een op enige afstand boven dit bovenpart gelegen zich horizontaal uitstrekkende plaat 10.
25 In de kamer 11, welke wordt begrensd door de platen 8 en 9 en die onder het op de as 4 aansluitende gedeelte van het onderpart van de band 3 is gelegen is een rotor aangebracht opgebouwd uit een zich evenwijdig aan de as 4 uitstrekkende as 12 en aan deze as bevestigde uit enigszins elastisch materiaal vervaardigde schoepen 13. De as 12 kan met behulp 30 van niet nader weergegeven aandrijfmiddelen in een richting volgens de wijzers van de klok in draaiing worden gebracht. Verder kan de as 4 zodanig in draaiing worden gebracht,dat het bovenpart van de band 3 tijdens bedrijf te verplaatsen is in een richting volgens pijl A.
Gezien in deze verplaatsingsrichting volgens pijl A is nabij het 35 achtereinde van de plaat 33 onder het bovenpart van de ketting 3 een klep 14 aangebracht,weIke instelbaar is om een nabij de onderrand van de klep 8104583 1 V v -4- 22183/CV/tl aangebraehte as 15,welke zich dwars op de beoogde verplaatsingsrichting van de transportband uitstrekt.
tr
Het gezien in de richting volgens A achter de as 15 gelegen ge-deelte van de bodemplaat 7 is voorzien van een doorlaatopening I6,welke 5 toegang geeft tot een onder de plaat 7 opgestelde goot 17 waarin een zich dwars op de lengterichting van de goot uitstrekkende vijzel 18 is gelegen,welke vijzel 18 met behulp van niet nader weergegeven aandrijf-middelen in draaiing is te brengen.
Zoals verder uit de figuur blijkt is de bodem van de bunker 2 enigs-10 zins trechtervormig uitgevoerd en begrenzen de randen van een tweetal zich schuin naar beneden en naar elkaar toe uitstrekkende bodemplaten 19 en 20 van de bunker een afvoeropening 21. De grootte van de doortocht van deze afvoeropening is in te stellen met behulp van een langs de bodemplaat 19 verschuifbare en in meerdere standen instelbare schuif 21a. 15 Onder de afvoeropening 21 is een zeefplaat 23 opgesteld,welke zich vanaf zijn nabij de afvoeropening gelegen uiteinde schuin omlaag in een richting tegengesteld aan de verplaatsingsrichting van het boven-part van de band 3 volgens pij1 A uitstrekt. De zeefplaat is voorzien van enkele zich althans nagenoeg evenwijdig en dwars op de verplaatsings-20 richting van de band 3 uitstrekkende langgestrekte sleufgaten 23. Gezien in de richting volgens pijl A sluiten op de voorranden van deze sleu.fgaten onder de plaat 22 gelegen en zich schuin naar beneden en naar achteren uitstrekkende geleidingsstrippen 24 aan,die een gheel met de plaat 22 vorraen. De zeefplaat kan echter ook een geperforeerde plaat zijn.
25 De zeefplaat 22 wordt ondersteund door een trilinrichting 25,welke met behulp van elastische ophangorganen 26 met het gestel is gekoppeld.
Zoals verder nog uit de figuur blijkt is de bunker 2 met behulp van een scheidingswand 27 verdeeld in een tweetal compartimenten 28 en 29 zodanig,dat de inhoud van het compartiment 28 aanzienlijk groter 30 is dan die van het compartiment 29.
Aan de onderrand van de scheidingswand 27 hangt een uit enigszins veerkrachtig materiaal bestaande klep 30,welke vrij afhangt van de onderrand van de scheidingswand 27,zodanig,dat in de normale stand ,waarin de klep 30 zich verticaal uitstrekt,de onderrand van de klep 30 gezien in 35 de figuur ter hoogte van de linker begrenzingsrand van de opening 21 is gelegen,zodat de klep 30 het compartiment 28 als het ware scheidt van 8104583 4- i -5- 22183/CV/tl de afvoeropening 21.
De goot 17 is met behulp van een niet nader weergegeven leiding, waarin transportorganen zijn opgenomen,aangesloten op het bovenste ge-deelte van het compartiment 29 van de bunker 2.
5 Tijdens bedrijf wordt de eindlozen transportband 3 zodanig in beweging gebracht,dat het bovenpart van de band beweegt in de richting , volgens pijl A,terwijl verder de as 12 in draaiing wordt gebracht in de richting van de wijzers van de klok en de zeefplaat 22 met behulp van de trilinrichting 25 in een trillende beweging wordt gebracht. De te 10 verwerken voedingsmiddelen,zoals bijvoorbeeld kroketten,kippepoten of dergelijke ,die zijn voorzien van een enigszins klevende bedekking, bijvoorbeeld een laag eiwit, worden met behulp van niet nader weergegeven transportmiddelen in de nabijheid van het punt 31 geplaatst op een op het bovenpart van de transportband 3 liggende laag paneermeel 32 ,zodat 15 deze voedingsmiddelen tesamen met de op de transportband rustende laag paneermeel in de richting volgens pijl A worden verplaatst.Tegelijker-tijd stroomt paneermeel uit het compartiment 29 via de afvoeropening 21 op de in trilling gebrachte zeefplaat 22. Indien de paneermeel over de zeefplaat 22 beweegt in een richting welke althans in hoofdzaak tegenge-20 steld is aan de verplaatsingsrichting van de voedingsmiddelen volgens pijl A hebben de fijnere bestanddelen van het paneermeel de neiging om weg te stromen via de in de zeefplaat aangebracht doortochten 23,terwijl de grovere bestanddelen tot voorbij het einde van de zeefplaat bewegen en dan naar beneden vallen. Het zal duidelijk zijn,dat zodoende de met 25 behulp van de transportband 3 in de richting volgens pijl A verplaatste voedingsmiddelen het eerst zullen worden getroffen door de grovere bestanddelen van het paneermeel en eerst daarna via de doorlaatopeningen 23 van de zeefplaat22 stromend fijner materiaal op de met paneermeel te be-dekken voorwerpen terecht zal komen. Doordat de grovere bestandde-30 len het eerst met de te bedekken voorwerpen in aanraking worden gebracht zullen deze bestanddelen zich op effectieve wijze aan de voorwerpen kunnen hechten, terwijl de e^mtueel nog tussen deze grovere aan de voedingsmiddelen gehechte bestanddelen vanhet paneermeel aanwezige vrije ruimte met de" later toegevoerde fijnere bestanddelen van het paneermeel 35 kunnen wordem opgevuld.
De zo met paneermeel bedekte voorwerpen worden verder in de richting 8104583 I ^ -6- 22183/CV/tl volgens pijl A verplaatst tesamen met het paneermeel. Bij het bareiken van het achtereinde van de plaat 33 zal dit paneermeel echter door de doorlaatbare band 3 naar. beneden zakken,zodat alleen de met paneermeel bedekte voorwerpen met behulp van de band 3 verder worden afgevoerd in 5 de richting van de rol 5 om daar bijvoorbeeld aan een verpakkingsmachine of verder transportorgaan of dergelijke te worden afgegeven.
Het bij het achtereinde van de plaat 33 door de band 3 zakkende paneermeel wordt,zoals in de figuur is aangeduid,onderverdeeld in twee stromen,namelijk een eerste stroom,die door de opening 16 in de 10 goot 17 terecht komt en een een tweede stroom,weIke gezien in de richting volgens pijl A op het voor de klep 14 gelegen gedeelte van de bodem-plaat^/terecht komt. De verdeling tussen deze twee stromen kan naar wens worden ingesteld door het regelen van de stand van de klep 14.
Het in de goot 17 stromende materiaal zal met behulp van de vijzel 15 18 worden toegevoerd naar het einde van de goot,dat via de niet nader weergegeven transportleiding in verbinding staat met het boveneinde van het compartiment 29 van de bunker ijtfat dit materiaal weer aan het compar-timent 29 van de bunker 2 wordt toegevoerd.
Het op de plaat 7 vallende paneermeel wordt met behulp van het over 20 deze plaat bewegende onderpart van de band 3 meegenomen in de richting van de onder het vooreinde van het onderpart van de band 3 gelegen kamer 11. Vanuit deze kamer 11 wordt het materiaal met behulp van de ronddraai-ende schoepen 13 langs de geleidingswand 9 omhoog geslingerd om terecht te komen op het vooreinde van het bovenpart van de transportband 3 voor 25 het vormen van een laag paneermeel ,welke door dit bovenpart van de band 3 weer wordt meegenomen.'· Doordat men hier het paneermeel op enige afstand voor het punt,waar het onderpart om de as 4 wordt omgeleid in het bovenpart in de kamer 11 afvoert en verVolgens met behulp van de schoepen 13 omhoog werpt wordt een geleidelijke verplaatsing van het paneermeel ver-30 kregen,waardoor breuk van de grovere bestanddelen van het paneermeel zoveel mogelijk wordt voorkomen.
Het vanuit de goot 17 aan het compartiment 29 toegevoerde materiaal zal weer opnieuw via de afvoeropening 21 kunnen wegstromen. Indien het niveau van het materiaal in het compartiment 29 te ver omlaag beweegt 35 zal onder invloed van het gewicht van het zich in het voorraadiompar-timent 28 bevindende materiaal de klep 30 enigszins verzwenken,zodat 8104583 t > w -7- 22183/CV/tl xnateriaal vanuit het compartiment 28 naar de afvoeropening kan stromen. Indien hierbij weer een stijging van het materiaal niveau in het com-partiment 29 optreedt zal de klep 30 weer worden teruggedrukt. Zodoende kan men bewerkstelligen,dat steeds een verhoudingsgewijs kleine hoeveel-5 heid van het zich in de bunker bevindende materiaal in omloop is,het-geen mede een ongewenste verkleining van het rondlopende materiaal tegen-gaat.
i 8104583

Claims (11)

1. Inrichting voor het met korrel- en/ of poedervormig .materiaal bedekken van voedingswaren voorzien van een gestel,van een door het ge-stel ondersteunde bunker voor het opnemen van een voorraad'korrel- en/of poedervormig materiaal en van middelen v<?or het verplaatsen van de voe- 5 dingswaren langs een zich onder een afvoeropening van de bunker uitstrek-kende baan,met het kenmerk,dat onder de afvoeropening een meerdere ope-ingen omvatt-ende zeefplaat is aan gebracht en de inrichting middelen omvat om het uit de bunker stromende materiaal te verplaatsen in een richting tegengesteld aan de verplaatsingsrichting van de voedingswaren 10 tijdens bedrijf.
2. Inrichting volgens conclusie l,met het kenmerk,dat middelen zijn aangebracht om de zeefplaat in trilling te brengen.
3. Inrichting volgens conclusies 1 of 2, met het kenmerk,dat de zeefplaat zich van een nabij de afvoeropening van de bunker gelegen punt 15 schuin oralaag uitstrekt in een richting tegengesteld aan de beoogde verplaatsingsrichting van de voedingswaren.
4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de zeefplaat is voorzien van meerdere achter elkaar gelegen langge-strekte openingen ,welke zich dwars op de beoogde verplaatsingsrichting 20 van de voedingswaren uitstrekken.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk,dat op de gezien in de beoogde verplaatsingsrichting van de voedingswaren voorste randen van de openingen onder de zeefplaat gelegen zich schuin naar achteren en naar beneden toe. uitstrekkende stripvormige delen van de zeefplaat · 25 aansluiten.
6. Inrichting in het bijzonder volgens een der voorgaande conclusies, met let kenmerk,dat een eindloze doorlaatbare band is aangebracht voor het verplaatsen van de voedingswaren met behulp van het bovenpart van de band, waarbij het bovenpart over althans een deel van zijn lengte over een ge- 30 sloten plaat beweegt evenals het daaronder liggende deel van het onderste part,terwijl nabij het einde van de eindloze band waar de voedingswaren aan de band worden toegevoerd onder de band een kamer is aangebracht waar-in een van schoepen-voorziene rotor is opgesteld.
7. Inrichting volgens conclusie β", met het kenmerk,dat de gekromd uit-35 gevoerde voorwand van de de rotor opnemende kamer zich nabij het voor- einde van de eindloze band tot boveh het bovenpart van de band uitstrekt. 8104583 -9- 22183/CV/tl
8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7,met het kenmerk,dat nabij het achtereinde van de het bovenpart ondersteunende plaat onder het bovenpart van de band een regelklep is aangebracht met behulp waarvan de door het bovenpart bewegende materiaalstroom kan worden verdeeld in twee delen 5 zodanig dat een deel op de het onderpart van de band ondersteunende plaat terecht komt en het andere deel in een onder de het onderpart steunende plaat opgestelde goot terecht komt.
9. Inrichting in het bijzonder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk,dat de bunker is verdeeld in een tweetal compartimenten, 10 die nabij de onderzijde van de bunker van elkaar zijn gescheiden door een verzwenkbare klep.
10. Inrichting volgens cnnclusie 9 ,raet het kenmerk,dat de klep wordt gevormd door een flexibele plaat,welke afhangt van de onderrand van een de bunker in twee compartimenten verdelende scheidingswand, terwijl het 15 vrije ondereinde van de plaat nabij de afvoeropening van de bunker is gelegen,een en ander zodanig,dat het de kleinste inhoud tezittende com-partiment in open verbinding staat met de afvoeropening en het andere compartiment door de klep van de afvoeropening is gescheiden.
11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, 20 dat de onder de het onderste part van de transportband ondersteunende plaat gelegen goot is aangesloten op het kleinste compartiment van de bunker met behulp van transportmiddelen voor let maieriaal opnemende or-ganen. 25 8104583
NLAANVRAGE8104583,A 1981-10-08 1981-10-08 Inrichting voor het met korrel- en/of poedervormig materiaal, zoals paneermeel, bedekken van voedingswaren. NL181969C (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NLAANVRAGE8104583,A NL181969C (nl) 1981-10-08 1981-10-08 Inrichting voor het met korrel- en/of poedervormig materiaal, zoals paneermeel, bedekken van voedingswaren.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8104583 1981-10-08
NLAANVRAGE8104583,A NL181969C (nl) 1981-10-08 1981-10-08 Inrichting voor het met korrel- en/of poedervormig materiaal, zoals paneermeel, bedekken van voedingswaren.

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8104583A true NL8104583A (nl) 1983-05-02
NL181969B NL181969B (nl) 1987-07-16
NL181969C NL181969C (nl) 1987-12-16

Family

ID=19838190

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE8104583,A NL181969C (nl) 1981-10-08 1981-10-08 Inrichting voor het met korrel- en/of poedervormig materiaal, zoals paneermeel, bedekken van voedingswaren.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL181969C (nl)

Also Published As

Publication number Publication date
NL181969C (nl) 1987-12-16
NL181969B (nl) 1987-07-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4497244A (en) Device for covering foodstuff with granular and/or powdery material
CA2573327C (en) Seasoning recovery and recycle
DK1308099T3 (en) Method and device for preparing a layer of coating material, and coating device
CA2021432C (en) Control device
US5238493A (en) Coating and breading apparatus
JP4619524B2 (ja) 製品に微粉材料を被覆する装置
IE59502B1 (en) Coating of foodstuffs
NL1007032C2 (nl) Paneerinrichting.
EP0113927B1 (en) Device for covering foodstuff with granular and/or powdery material
CN111479475A (zh) 用微粒涂覆材料涂覆食品制品
EP1591023B1 (en) Method and device for coating food products with an upper layer of coating material
NL8104583A (nl) Inrichting voor het met korrel- en/of poedervormig materiaal bedekken van voedingswaren.
US4016299A (en) Process of coating food with particulate material
JPS59143557A (ja) 食品に粒状ないし粉状材料を被覆するための装置
EP1226763B1 (en) Method and device for coating food products with particulate coating material
NL1020511C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het vormen van een laag van bekledingsmateriaal en bekledingsinrichting.
FI76680C (fi) Anordning foer oeverdragning av livsmedel med ett kornigt och/eller pulverformigt material.
CA1190738A (en) Device for covering foodstuff with granular and/or powdery material
NL7810080A (nl) Inrichting voor het alzijdig bedekken van etenswaren en dergelijke met een poeder- of korrelvormige sub- stantie.
DK160345B (da) Apparat til at belaegge medvarer med kornet eller pulverformet materiale

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
V4 Lapsed because of reaching the maximum lifetime of a patent

Free format text: 20011008