NL8103685A - Gieter. - Google Patents

Description

N/30.316-tM/f. * »

Gieter.

De uitvinding heeft betrekking op houders en meer in het bijzonder op die, welke nuttig zijn bij de verzorging van verschillende planten. Deze bijzondere houder is in principe bedoeld voor gebruik als gieter en is speciaal 5 zodanig ontworpen en geconstrueerd, dat op gemakkelijke en doelmatige wijze kan worden voldaan aan de behoeften van de kweker met betrekking tot de toediening van vloeistof aan verschillende planten.

Het zal duidelijk zijn, dat de verschillende 10 soorten planten en bloemen vragen om op verschillende manieren te worden bewaterd en verzorgd. Het is dus in het voordeel van de kweker om meerdere verschillende manieren te hebben om benodigde vloeistof toe te dienen aan deze planten. In het verleden hadden gieters typisch een betrekkelijk 15 uniform karakter, waarbij elk een houder vertoonde, die in staat was de af te leveren vloeistof te bevatten en die verder een handgreep had om deze houder gemakkelijk te grijpen en een schenktuit of sproeikop waardoor de vloeistof kon worden afgeleverd aan de heester of bloem. Aldus werd 20 slechts een enkel middel van toediening van water of dergelijke aan de plant beschikbaar gesteld voor de gebruiker.

Een doel van de onderhavige uitvinding is de gebruiker te voorzien van meerdere middelen voor toediening van vloeistof aan zijn planten. Om de gebruiker deze 25 mogelijkheden te bieden omvat het toestel naast de normale houder meerdere afleverelementen, die in karakter in zodanige mate verschillen dat toediening van de vloeistof aan de plant vlugger en gemakkelijker geregeld kan worden.

Een ander doel van het onderhavige toestel is het verschaf-30 fen van een houder, die de gebruiker gemakkelijk in een' eindstand voor gebruik kan manipuleren en die bij zijn toediening of aflevering van vloeistof deze gelijkmatig en doelmatig zal uitdrijven. Een ander doel is alle elementen van het toestel op een eenvormige wijze stevig vast te hou-35 den, zodat tijdens gebruik geen enkele de andere zal hinderen.

Aanvullende voordelen en doelen zullen duidelijker worden bij voortgezette verwijzing naar de aangehechte 8103685 r *· -2- beschrijving, conclusies en tekeningen, waarin fig. 1 is een perspectivisch bovenaanzicht van de gieter volgens de uitvinding en de verschillende elementen daarvan in hun onderling verband toont.

5 Fig. 2 is een bovenaanzicht van de gieter, waar bij de buigzame vloeistofleiding daarvan losgenomen is.

Fig. 3 is een zijaanzicht van de houder en verschillende andere elementen, die de gieter vórmen en toont weer de buigzame vloeistofleiding en klep daarvoor, die 10 zijn verwijderd van de houder en zijn deksel in afwachting van het gebruik.

Fig. 4 toont een gedeeltelijk perspectivisch bovenaanzicht van het gietdeksel, waarbij de buigzame vloei-stofleiding en zijn bijbehorende klep bevestigd op dit deksel 15 zijn afgeheeld.

Fig. 5 is een uiteengenomen dwarsdoorsnede op grotere schaal van de gieter en toont de buigzame vloeistof-leiding en het deksel volgens de lijn 5-5 van fig. 2.

Fig. 6 is een gedeeltelijk vooraanzicht, dwars-20 doorsnede van de gieter en toont de montage van het hengsel op het houderdeel daarvan.

Fig. 7 is een gedeeltelijk voorzijaanzicht en toont het bovenste eind van de schenktuitconstructie van de gieter.

25 Fig. 8 is een dwarsdoorsnede op grotere schaal . volgens de lijn 8 in fig. 3 en toont de verbindingsmiddelen tussen het deksel en de houder van de gieter.

Thans verwijzend naar de tekeningen en meer in het bijzonder naar fig. 3. zal het duidelijk worden, dat de 30 gieter 10 is opgebouwd uit een aantal elementen, namelijk een vat JL2, een deksel 14, een hengsel 16 ën een buigzame yloeistofleiding 18. Het vat 12 is natuurlijk het voornaamste houderelement voor de vloeistof, die de kweker zal afleveren uit het onderhavige toestel. Dit vat omvat een in één geheel 35 gevormde hodemwand 20 en zijwand 22. De zijwand 22 heeft verschillende afzonderlijke segmenten en ëën daarvan, 24, · vormt de voorkant van het vatlichaam. Een tweede en tegenoverliggend segment 26 vormt het achterste deel van de zijwand en aanvullende tegenovergestelde segmenten 28, 3Q vol-40 tooien de wandconstructie. Als deel van het voorste zijwand- 8103685

V J

-3- segment 24 is een in ëên geheel gevormd kanaalvormig deel 32 aangebracht, dat zich uitstrekt van een punt naast de bodemwand 20 tot de bovenrandopening van het vat 12 en volgens een hoek naar buiten daarvan uitsteekt als V-vormig 5 element, dat de voornaamste schenktuit of opening 34 vormt.

Zoals is aangegeven vertonen het vat 12 en het kanaalvormige deel 32 beide een opwaarts gerichte opening of boveneind 36, dat is begrensd door een uitstekende lip 38A (fig. 5-81.

10 Het tweede segment 26 van de zijwand 22 omvat een uitstekende handgreep 38, die volgens fig. 1, 2, 3 en 5 sleufvormig is bij 40 langs de rand, die het verst afligt van de zijwand 22. Het doel van de sleuf 40 2al hierna meer in detail worden besproken.

15 In de bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van de uitvinding vindt men ook een tweede opening 42 naar het inwendige van het vat 12. Deze opening 42 ligt in het ideale geval bij de vatbodemwand 20 in een punt direct onder het ondereind van de handgreep 38 (fig. 11. Het vat heeft.

20 dus in het ideale geval de twee genoemde openingen 34 en 42 waarheen de in het vat 12 opgenomen vloeistof naar de wens van de gebruiker—kweker afhankelijk van zijn bijzondere behoefte kan worden afgeleverd. De opening 42 is natuurlijk op doelmatige wijze afgesloten door de buigzame vloeistof-25 leiding 18, die daarop bevestigd is.

Het vat 12 is ook in het ideale geval bedoeld om het genoemde hengsel 16 te omvatten, welk hengsel zoals het best in fig. 6 te zien is, is bevestigd aan de aanvullende segmenten 28, 30 van de zijwand 22. Zoals te zien is zijn 30 op deze zijwandsegmenten 28, 30 korte asstompen 44 geplaatst, waarover de naafdelen 46 aan elk eind van het hengsel 16 kunnen worden geplaatst. Het samenstel wordt daarna stevig maar roteerbaar op zijn plaats bevestigd door de bevestigings-stoppen 48, die passeren door de hengselnaven 46 en met een 35 snapwerking passen in het inwendige van de asstompen 44.

Het deksel 14 heeft, zoals te verwachten is, een opening in het bovenvlak ervan, zodat vloeistof gemakkelijk in het vat 12 kan worden gevoerd en bezit rondom zijn buitenste amtreksrand ook een arreteerflens 52 (fig. 82, die 40 in ingrijping kan komen met de uitstekende lip 38A, die uit- 8103685 — -4- steekt aan het boveneind van de zijwand 22. De genoemde in-grijping levert een aanligging op tussen het boveneind 36 van de zijwand 22 en het deksel 14,. waardoor dit stevig maar losneembaar op het vat 12 wordt gehouden. Het genoemde deksel 5 14 omvat ook langs zijn bovenvlak de uitsparingen 52, 54, die de juiste vorm hebben om het klep-en mondstukdeel 56 op te nemen, dat is bevestigd aan het afgelegen eind van de buigzame vloeistofleiding 18. Dit deksel 14 laat ook aan zijn bovenvlak een vasthoudorgaan 58 vrij, dat bestaat uit twee 10 klemmen, die uitsteken aan dat bovenvlak. Wanneer het gewenst is de gieter op te bergen of deze te gebruiken door vloeistof door de opening 34 te schenken, kunnen de buigzame leiding 18 en het daarmede verbonden klep- en mondstuk 56 stevig worden vastgezet in een uit de weg liggende stand, zoals het 15 best te zien is in fig. 4. In deze stand is te zien, dat de buigzame slang wordt vastgehouden door het vasthoudorgaan 58 tussen zijn klemmen. Tengevolge van de geschikte uitsparingen 52, 54, 60 in het deksel 14 worden verder de kiepen mondstuk 56 en de buigzame leiding 18 daarin genesteld.

20 In deze stand wordt evenzo de buigzame leiding 18 nauw in de sleuf 40 in de handgreep 38 getrokken. De hand van de gebruiker bij het grijpen van de handgreep 38 omringt dus ook de buigzame leiding 18 en verzekert verder, dat deze tijdens dit gebruik in zijn stand uit de weg wordt vastgehouden.

25 Ingeval dat de kweker-gebruiker selectiever in zijn bewateringstechniek wenst te zijn, kan hij de buigzame leiding 18 gebruiken door deze en de klep-en mondstuk 56 te verwijderen uit hun vasthoudstand, het vat 12 op te heffen en de klep 56 te bedienen en de vloeistof te laten 30 afleveren uit de lager gehouden klep 56 en vloeistofleiding 18 aan de juiste plaats binnen de beplante zone. Op deze manier kunnen afzonderlijke hoeveelheden vloeistof afzonderlijk in verschillende pünten worden afgeleverd zonder een bepaald plantdeelof bijbehorende planten te hinderen.

35 Het is de bedoeling, dat de gieter volgens de uitvinding kan worden vervaardigd uit allerlei materialen jnaar de bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm daarvan zal in het ideale geval worden geproduceerd uit geschikte kunststoffen, waaronder polypropyleen of ABS. Uit het voorgaande 40 zal het duidelijk zijn, dat de beschreven gieter verschillende 8103685 * *s o -5- niet eerder bekende kenmerken omvat, die het vermogen van de gebruiker bevorderen om doelmatiger vloeistof toe te dienen.aan bepaalde planten zoals gewenst kan zijn. Het zal derhalve zonder beperking duidelijk zijn, dat een plastic 5 gieter met dubbele aflevermogelijkheden is beschreven, waarmee overvloedige hoeveelheden vloeistof ktïnnen worden afgeleverd door een gieteropening en waarmee bescheiden hoeveelheid vloeistof op geschikte en regelbare wijze kunnen worden afgeleverd door een aparte opening, die is aangebracht bin-10 nen het gietervat. Voor het afleveren van bescheiden hoeveelheden vloeistof voorziet de uitvinding verder dè toepassing van een buigzame leiding en klepmechanisme, die buiten gebruik gemakkelijk kunnen worden vastgehouden naast de gieter en voor gebruik gemakkelijk daarvan kunnen worden 15 verwijderd.

8103685

Claims (11)

1. Vloeistofvat, dat bijzonder geschikt is voor de geregelde aflevering van de vloeistof daaruit en waarbij het vat is voorzien van een bodem en omringende zijwand, met het kenmerk, dat uit één segment van 5 de zijwand een kanaalvormig deel uitsteekt, dat eindigt als een opening in dit segment - bij het boveneind van de zijwand, terwijl een tweede segment van de zijwand met een handgreep daaruit uitsteekt, waarbij dit tweede segment , verder een tweede opening heeft.

2. Vat volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat een deksel aanligt en in ingrijping is met het boveneind van de zijwand, waarbij het deksel is voorzien van een opening en van een daarop geplaatst vast-houdmiddel.

3. Vat volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat een buigzame vloeistofleiding in verbinding staat met de tweede opening.

4. Vat volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de handgreep is voorzien van een sleuf 20 voor het losneembaar opnemen van een buigzame vloeistofleiding, die is verbonden met de tweede opening.

5. Vat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het tweede segment ongeveer tegenover het éne segment ligt.

6. Vat volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat de sleuf in de handgreep zich uitstrekt langs de omtreksrand ervan, die het verste afligt van het tweede segment.

7. Vat volgens conclusie 2 en 6, m e t 30 het kenmerk, dat de buigzame vloeistofleiding op losneembare wijze in het vasthoudorgaan is geplaatst, dat deze naast, de handgreep in de sleuf houdt.

8. Vat volgens conclusie 7, ure t het k e n .m e f k, dat het deksel is voorzien van uitsparingen 35 voor hét opnemen van de buigzame leiding.

9. Vat volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het kanaalvormige deel zich uitstrekt vanaf een punt naast de onderwand tot de opening en in het algemeen V-vormig is. 8103585 tf c> -7-

10. Vat volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de tweede opening naast de bodem ligt.

11. Vat volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat op aanvullende zijwandsegmenten een draai- 5 baar hengsel is gemonteerd. 8103685