NL8102686A - Werkwijze en stelsel voor het centreren van een edel- steen. - Google Patents

Description

* » N/30.301-dV/vD. - 1 -

Werkwijze en stelsel voor het centreren van een edelsteen.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en stelsel voor het centreren van een edelsteen, waarbij een beeld van de edelsteen wordt vergeleken met de parameters van een referentievorm, welke overeenkomt met de vorm van een ge-5 sneden steen. Hierdoor kan bijv. een ruwe steen worden bewerkt tijdens een proces, waarbij de steen om een as wordt geroteerd.

De in hoofdzaak beschouwde bewerking is het rondslijpen van een steen, waarbij een rondist op de ruwe steen wordt ge-10 sneden of geslepen, nadat de steen is gezaagd (na het zagen wordt de ruwe steen wel aangeduid met "zaaghelft"). De bewerking kan echter b.v,ook conisch slijpen zijn, waarbij een kegelvorm aan de collet- of tafelzijde van de ruwe steen wordt gevormd .

15 In het bijzonder bij het rondslijpen wordt volgens de bekende methode gewoonlijk geslepen, waarbij wordt gestopt bij een halve collethoek, die iets groter is dan de gewenste hoek, teneinde de positie van de colletpunt te bepalen, waarna opnieuw geslepen wordt en tenslotte bij de gewenste halve 20 collethoek wordt gestopt. Voor een standaard diamantvorm zou de eerste stop plaatsvinden bij een halve hoek van 43° en de tweede stop bij een halve hoek van 41°'.

Het is gebruikelijk om de drager, welke wordt gebruikt voor het dragen van een edelsteen tijdens de bewerking, aan 25 te duiden als ’'dop”. De drager kan elke geschikte afmeting of vorm bezitten.

De uitvinding verschaft een werkwijze van de in de aanhef genoemde soort, met het kenmerk, dat respectieve beelden van de steen, althans nagenoeg loodrecht gezien op de as, 30 waarop de steen moet worden gecentreerd, worden gevormd in een aantal verschillende, relatieve hoekstanden van de steen ten opzichte van de as, welke respectieve beelden worden vergeleken met de parameters, waarbij de relatieve grootten van het respectieve beeld en de referentievorm worden gewij-35 zigd, totdat de parameters van de referentievorm overeenkomen met de steen, die kan worden gesneden uit of overeenkomt met de steen, die wordt gecentreerd.

8102686 f· * - 2 -

De uitvinding verschaft tevens een stelsel voor het centreren van een edelsteen, voorzien van een vasthoudorgaan voor een drager van de steen, en van middelen voor het vormen van een beeld van de steen en het vergelijken van dit beeld 5 met de parameters van een referentievorm, welke overeenkomt met de vorm van een gesneden steen, welk stelsel volgens de uitvinding daardoor wordt gekenmerkt, dat de genoemde middelen respectieve beelden van de op de drager aangebrachte steen, althans nagenoeg loodrecht gezien op de as, waarop de steen 10 moet worden gecentreerd, vormen in een aantal verschillende relatieve hoekstanden van de steen ten opzichte van de as en de respectieve beelden van de steen Vergelijken met de parameters, waarbij een instelorgaan is aangebracht, waarmee de relatieve grootten van het respectieve beeld en de referen-15 tievorm kunnen worden gewijzigd, totdat de parameters overeenkomen met de steen, die uit de ruwe steen kan worden gesneden, zodat de grootte van de gesneden steen kan worden bepaald en de steen op de juiste wijze kan worden gecentreerd.

De uitvinding is in hoofdzaak bestemd voor toepassing 20 bij ruwe stenen, bijv. bij zaaghelften voordat het rondslijpen plaatsvindt, of zelfs bij niet gezaagde stenen, voordat het zagen en rondslijpen plaatsvindt. De uitvinding kan als alternatief echter ook worden toegepast als kwaliteitscontröle voor het onderzoeken van stenen, die zijn bewerkt, bijv. zijn rond-25 geslepen. In het geval van rondslijpen kan de uitvinding worden benut om de geslepen steen opnieuw te meten, zodat bijv. verder moet worden geslepen of de juiste hoeken voor het polijsten kunnen worden bepaald. In het geval van een ruwe steen of een zaaghelft kan de uitvinding de grootst mogelijke ge-30 slepen of gepolijste, d.w.z. als brilliant gesneden steen van bepaalde afmetingen aangeven, welke binnen de referentievorm past (dit kan plaatsvinden bij het centreren voor een volgende slijpbewerking). Hierbij kan ook rekening worden gehouden met korrels en ongewenste gebieden, zoals piqués (een onzui-35 verheid in een steen). De uitvinding kan tevens een geschikte aanpassing (swindling) aangeven, in het bijzonder indien in-springingen of andere fouten aanwezig zijn - "swindling" is een term, waarmee bijv. het niet centraal plaatsen van het collet, het onrond maken van de rondist of het schuin plaatsen 40 van de rondist worden aangeduid.

8102686 ♦ * - 3 -

De juiste meting van de parameters hangt in vele gevallen af van de niet-aanwezigheid van een inspringing in de steen, welke aanwezigheid met de hand kan worden vastgesteld of automatisch kan worden gesignaleerd in bepaalde gevallen, 5 hoewel in andere gevallen (zoals de aanwezigheid van knikken in de kroon) het stelsel de inspringingen niet volledig automatisch kan detecteren. Wanneer echter een inspringing, bijv. een gat, bijvoorbeeld door visueel onderzoek is gedetecteerd, kan de bodem worden bepaald met behulp van bijv. een naald of 10 een scherpsteleenheid, waarbij de aldus verkregen informatie kan worden toegevoegd aan de overige door het stelsel geleverde gegevens. Als andere mogelijkheid kan worden genoemd, dat de inspringing wordt vermeden door het omgevende materiaal te verwijderen, voordat de steen wordt onderzocht.

15 De steen dient tenminste over een hoek van 180° te wor den geroteerd. De rotatie kan discontinu zijn, bijv. een stapsgewijze rotatie, of continu (bijv. met een knipper-ver-lichting). Hoewel bij voorkeur de camera stationair wordt gehouden en de steen wordt geroteerd, zou het mogelijk zijn om 20 de steen stationair te houden en de camera rond de steen te roteren - de rotatie van de steen wordt dan ook als "relatief" aangeduid.

Volgens een eenvoudige uitvoeringsvorm wordt de steen radiaal verplaatst, d.w.z. zijn positie wordt gewijzigd, tot-25 dat het beeld op de juiste wijze past op de referentievorm.

Dit is echter niet wezenlijk. Er kunnen bijv. gegevens worden geleverd, die de excentriciteit van de steen aangeven, waarbij de steen later kan worden gecentreerd, bijv. door het radiaal instellen van de klauwplaat van een slijpmachine. Een 30 andere mogelijkheid is het bepalen van de juiste as en vervolgens de dop automatisch in de houder te verplaatsen met gebruikmaking van deze gegevens.

Met behulp van de werkwijze volgens de uitvinding kan de positie van de colletpunt en de positie van de rondist op 35 de ruwe steen worden bepaald, waarbij het belangrijke voordeel wordt bereikt, dat het in vele gevallen mogelijk is om de bovengenoemde eerste stop achterwege te laten.

Bij de referentievorm kan de verhouding van de afmetingen hetzelfde blijven als de relatieve afmetingen zich wijzigen, 8102686 » Μ - 4 - of kunnen één of meer van de verhoudingen worden gewijzigd, bijv. om verschillende referentievormen voor hoge of lage gepolijste stenen te verkrijgen, indien geschikte machines beschikbaar zijn voor het bewerken van de steen, kunnen tevens 5 de parameters worden verkregen voor het bewerken van een onronde rondist. Met behulp van de uitvinding kan derhalve de grootste gepolijste steen met bepaalde afmetingen worden bepaald, welke past in een onderzochte ruwe steen.

In theorie zou het mogelijk zijn om de verhoudingen van 10 het beeld van de steen te wijzigen, doch in de praktijk is het meer aanvaardbaar gebleken om de verhoudingen van de referen-tievorm te wijzigen.

Het zou mogelijk zijn om de werkwijze volgens de uitvinding uit te voeren zonder een werkelijk beeld of referentie-15 vorm te verschaffen, waarbij de gehele bewerking elektronisch plaatsvindt zonder het gebruik van een afbeeldingsscherm en de steen automatisch met behulp van een computertechniek wordt gecentreerd (of de vereiste gegevens worden geleverd). Volgens een eenvoudige uitvoeringsvorm worden het beeld van de steen 20 en de referentievorm echter op elkaar gesuperponeerd en de gebruikte term "parameters van de referentievorm" omvat de afbeelding van de vorm,bijv. op een scherm.

De referentievorm zelf kan worden bepaald door lijnen, die hier met roosterlijnen worden aangeduid, hoewel deze lij-25 nen elke gewenste al dan niet eenvoudige vorm kunnen bezitten. De eenvoudigste roostervorm, die in de praktijk bruikbaar wordt geacht, is een vorm met slechts verticale en horizontale lijnen, bijv. horizontale lijnen ter plaatse van het colletpunt, de rondist en de tafel en verticale lijnen ter plaatse van de 30 rondistranden en eventueel op de centrale lijn (de centrale lijn is eerder bruikbaar voor contr51edoeleinden,d.w.z. kwaliteitscontrole, dan voor de eerste instelling). Als alternatief kunnen echter diagonale lijnen worden geïntroduceerd, die delen van de uiteindelijke vorm aangeven, bijv. twee diagonale lij-35 nen, die de driehoekige uitwendige colletvorm aangeven met twee verticale lijnen en een horizontale lijn voor de tafel. Opgemerkt wordt, dat de termen verticaal en horizontaal slechts voor de eenvoud worden gebruikt, alsof de stenen liggen met de colletpunt aan de bovenzijde.

8102686 *- * - 5 -

De referentievorm kan op elke geschikte wijze worden opgewekt; volgens een eenvoudige uitvoeringsvorm wordt gebruik gemaakt van een halfverzilverde spiegel en een beeld; als alternatief kunnen twee televisiecamera's worden gebruikt, 5 waarbij de ene camera een referentievorm waarneemt; bij voorkeur wordt de referentievorm elektronisch opgewekt.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld is weergegeven .

10 Fig. 1 geeft schematisch een eenvoudige uitvoeringsvorm van het stelsel volgens de uitvinding weer.

Fig. 2 toont een televisiescherm, dat bij een stelsel volgens de uitvinding kan worden toegepast.

In fig. 1 is een ruwe diamant 1 weergegeven, welke op 15 een dop 2 is geplaatst en wordt waargenomen door een televisiecamera 3 via een lensstelsel 4. Voorts zijn een gedeeltelijk verzilverde spiegel 5, een rooster 6 en een flitser 7 weergegeven, welke hierna nog ter sprake zullen komen. De waarnemingsas snijdt volgens fig. 1 het midden van de diamant 20 1/ hetgeen echter niet bijzonder kritisch is en de waarnemingsas kan bijv. ook de verwachte rondist of de tafel (bovenzijde van de dop 2) snijden. De waarnemingsas maakt een hoek van precies 90° met de as 2" van de dop 2, doch behoeft niet op deze wijze te verlopen, mits deze ongeveer zo verloopt, zodat 25 het beeld binnen de camera 3 of op het scherm zodanig is, als loodrecht op de as van de dop 2 wordt waargenomen. De waarnemingsas behoeft de as 2” van de dop 2 niet te snijden. Aan de televisiecamera is een scherm toegevoegd, waarop een beeld van de diamant 1, gezien loodrecht op de as, wordt afgeheeld, 30 waarbij tevens een referentievorm of rooster hierop wordt ge-superponeerd, welk rooster overeenkomt met de vorm van een gesneden steen en in werkelijkheid wordt gecentreerd op de denkbeeldige bewerkingsas (in werkelijkheid verschaft de referentievorm zijn eigen parameters). Het beeld van de dia-35 mant 1 op het scherm kan optisch of elektronisch worden vergroot, teneinde een goed gedefinieerde rand te verkrijgen. Het beeld kan bijv. door een videobewerking in stukken worden verdeeld, waarbij alleen de randen worden gedetecteerd. De beste onderscheiding wordt verkregen door de steen 1 donker af te 81 0 2 6 8 6 V if - 6 - beelden tegen een lichte achtergrond (een silhouet), waarbij naar de stijgtijd van de rand van het beeld wordt gekeken en wordt gestart op het juiste punt, bijv. op het punt waar de intensiteit 75% van die van de achtergrond bedraagt. Er kun-5 nen regelvoorzieningen zijn voor het bepalen van het deel van het scherm, dat door het beeld van de diamant 1 in beslag wordt genomen.

Volgens een geschikte methode voor het centreren van' de diamant 1, wordt de dophouder 2' volgens het Britse octrooi-10 schrift 2.009.642 gebruikt voor het vasthouden van de dop 2 en het in radiale richting wijzigen van de positie hiervan, waarbij de as van de houder nominaal samenvalt met de denkbeeldige bewerkingsas en de as van de dop parallel blijft aan de houderas.

15 Het is mogelijk gebleken om voor de bedieningsman een eenvoudige hefboom- of knop-regeling te verschaffen, waarmee de afmeting van het rooster wordt gewijzigd. Een eenvoudige methode is bijvoorbeeld als volgt: a) ruw corrigeren van de roosterafmeting; 20 b) centreren van de diamant 1; c) definitieve correctie van de afmeting van het rooster; d) roteren van de diamant over 90°; e) centreren van de diamant 1? f) corrigeren van de afmeting van het rooster, indien 25 het te groot is; g) diamant 1 continu roteren over 180°, om te waarborgen, dat geen delen aan de omtrek van het beeld binnen de vorm van de gepolijste diamant, die door het rooster wordt aangegeven, zouden vallen.

30 Een en ander is in fig. 2 weergegeven, waarin het beeld 8 van de diamant 1 zichtbaar is, alsmede een rooster 9, dat de driehoekvorm van het collet en de rechthoekvorm van de tafel aangeeft, waarbij de bovenlijn van de rechthoek en de beide verticale lijnen aangeven, waar de geslepen rondist 35 zich zal bevinden.

Van de in fig. 2 weergegeven afmetingen, kunnen de T:D-verhouding of de T:D en H:D-verhoudingen worden gevarieerd.

De variatie kan worden bestuurd door de bedieningsman en kan continu zijn, hoewel een stapsgewijze variatie eenvoudiger is 8102686 - 7 - (bijvoorbeeld zes tot acht stappen over het mogelijke instel-bereik). In de eenvoudigste uitvoeringsvorm kan' een geprogrammeerde geheugenbouwsteen (geïntegreerde schakeling) worden verwisseld. Deze variatie verschaft de mogelijkheid om de 5 maximale opbrengst, dat wil zeggen de zwaarst mogelijke steen, uit een ruwe steen te verkrijgen.

De toepassing van de diagonale lijnen uit fig.

2 heeft het grote voordeel, dat door het roteren van de diamant 1 kan worden vastgesteld of de gehele diamant 1 10 zich buiten de aangegeveh uiteindelijke vorm bevindt, waarbij de definitieve vorm kan worden vergroot of verkleind.

Door het aftasten van het televisiebeeld en het leveren van informatie, waarbij het beeld en het rooster worden vergeleken, kan het stelsel zodanig worden uitgevoerd, 15 dat eventuele randen van het diamantbeeld worden gesignaleerd, die uitsteken buiten of vallen binnen het rooster.

Hoewel dit in fig. 2 niet is weergegeven, kan een centrale verticale lijn in het rooster aanwezig zijn, waarbij een schakelaar voor de bedieningsman aanwezig 20 is om deze lijn zichtbaar te maken.

Als de positie van de diamant 1 eenmaal op de juiste wijze is bepaald, wordt deze vergrendeld. Het is dan mogelijk om een code van de houder af te lezen en de informatie vast te leggen, die door de rondslijpmachine wordt 25 opgevraagd, als de houder in de machine wordt geplaatst om het serienummer van de houder aan te geven. Voorts kunnen automatisch gegevens van het scherm worden afgelezen of elektronisch worden vastgesteld, voordat de diamant 1 wordt verwijderd. Het houder-serienummer en de roosterafmeting 30 fclus een eventuele verhoudingswijziging) worden in een geheugen « vastgelegd, waarbij meer informatie in het geheugen kan worden opgenomen, zoals de maximale straal van de diamant 1, die werd gemeten tijdens het roteren van de diamant 1 (overeenkomende met het punt, waar het rondslijpen dient 35 te beginnen) en de hoogte van de diamant 1 bij verschillende stralen, zodat de rondslijpmachine zijn slaglengte kan instellen op de minimaal voor het rondslijpen van de steen benodigde grootte, waardoor de slijpsnelheid maximaal wordt gemaakt.

40 Wanneer de houder in de rondslijpmachine is 8102686

V <C

- 8 - geplaatst, vraagt de machine de vastgelegde informatie op.

De machine kan een sneltransport toepassen, totdat de steen het slijpgereedschap juist raakt (dit kan bijvoorbeeld een andere steen zijn, waarvan de straal reeds in de 5 machine is vastgelegd), de slaglengte kan worden ingesteld, alsmede de toestand, waarbij de machine automatisch zal stoppen als de definitieve diamantafmeting is bereikt. De machine kan zodanig zijn uitgevoerd, dat de voedingssnel-heid automatisch wordt verlaagd, voordat de definitieve af-10 meting is bereikt, waardoor een gladde of gepolijste rondist kan worden verkregen.

De straal van de in de slijpmachine aanwezige steen kan worden gemeten met behulp van een optisch systeem met lineaire fotodiode-reeksen, een televisiesysteem of een 15 mechanisch servo-volgsysteem. In de Nederlandse octrooiaanvrage 8101965 en 8101966 worden geschikte systemen beschreven. De meting kan plaatsvinden als de stenen met elkaar in aanraking zijn of als zij niet met elkaar in aanraking zijn, zodat beweging in de dop, houder en lagers 20 enz. mogelijk is. De buiging van de dop kan desgewenst worden benut als een maat voor de slijpkracht waarbij de voedings-snelheid van de machine zodanig kan worden geregeld, dat deze kracht constant wordt gehouden of de voeding wordt verkleind als de maximaal toelaatbare kracht is bereikt.

25 De diamanten of stenen kunnen op de dop worden geplaatst met hun tafelzijde omlaag, hoewel als alternatief het collet zich aan de onderzijde kan bevinden.

Voor stenen met een regelmatige vorm, d.w.z. ongeveer overeenkomstig de gebruikelijke vorm voor die 30 steen, zou het centreerstelsel de steen automatisch kunnen centreren door middel van het bewerken van de signalen van het videostelsel, waarbij de steen zodanig wordt geplaatst, dat de afstanden van het centrum van de steen tot elk van de hoeken zo gelijk mogelijk worden gemaakt.

35 Er zou een subroutine kunnen worden toegevoegd, zodat wanneer de verhouding tussen de maximum en minimum afmeting een voorafbepaalde waarde overschrijdt, als de steen automatisch is gecentreerd, de steen zal worden verworpen, waarna een met de hand centreren kan plaatsvinden.

40 Als een alternatief zou het centreerstelsel 8102686 - 9 - gebruik kunnen maken van een optische lichtprojector met bijvoorbeeld één of meer diodereeksen voor het detecteren van de positie van de steen, bijvoorbeeld op het televisiescherm.

5 Als andere uitvoeringsvorm is het mogelijk om een zoomlens, een rooster met vaste afmeting en een tweede televisiecamera voor het verschaffen van het rooster-beeld toe te passen.

Volgens een in fig. 1 afgebeelde uitvoeringsvorm 10 verschaft de spiegel 5 de mogelijkheid het beeld van het rooster 6 op de televisiecamera 3 te projecteren gedurende een periode tussen het onderzoeken van de stenen, d.w.z. als de stenen worden verwisseld. De flitser 7 verlicht het rooster 6 en het televisiestelsel leest dan de positie 15 van de roosterlijnen en benut deze voor het opwekken en vastleggen van correctiesignalen in het geheugen van een processor, zodat de voor het vastleggen waargenomen afmetingen absoluut zijn en niet worden beïnvloed doorde.niet-lineariteit van het televisiestelselen fouten van het lens-20 stelsel. Opgemerkt wordt, dat het bij televisiestelsels bijzonder kostbaar is om een lineariteit te verkrijgen, die beter is dan 1%.

Als een alternatief voor het gebruik van een door een machine leesbaar nummer op de houder, zou een 25 klein (streepjescode) label kunnen worden gedrukt na afloop van het centreren, welk label vervolgens met de hand of automatisch om de steen, dop of houder wordt bevestigd.

De labelcode zou machinaal leesbaar zijn, waarbij een nieuw label zou kunnen worden gebruikt telkens wanneer een nieuwe 30 steen in de houder wordt geplaatst.

De televisiecamera 3 kan op elk geschikt apparaat, dat op zichzelf bekend is, worden aangesloten. Volgens het in fig. 1 weergegeven schema is de televisiecamera 3 verbonden met een elektronische eenheid 10, die het beeld 35 verwerkt en vergroot, waarna het scherm 11 volgt waarop het beeld van de diamant 1 en het beeld van het rooster 6 worden geprojecteerd. Voorts zijn een generator 12 voor het opwekken van de referentievorm of rooster 9, een met de hand bedienbare knop 13 voor het wijzigen van de afmeting 40 van het rooster 9 en een geheugen 14 aanwezig voor het vast- 8102686 7 s' - 10 - leggen van de maximale straal en hoogten van de diamant 1 op verschillende plaatsen/ welk geheugen vervolgens als invoerorgaan dient, dat de gegevens toevoert aan een rondslijp-machine 15, zoals bijvoorbeeld beschreven in het Britse octrooi-5 schrift 2.018.173. Het geheugen 14 kan volledig elektronisch zijn uitgevoerd of zou kunnen bestaan uit een door een machine leesbaar nummer of label, zoals hierboven werd beschreven. Als de diamant 1 op de machine 15 dient te worden gecentreerd, zou het geheugen 14 tevens gegevens vasthouden, 10 die overeenkomen met de excentriciteit van de diamant 1, waarbij het centreren met de hand zou worden uitgevoerd door middel van een knop 16, gevolgd door een automatische instelling, als de diamant 1 is gemonteerd in de machine 15. De grootte of diameter van de diamant tijdens het rondslijpen 15 wordt gedetecteerd door een inrichting 17, welke de machine 15 automatisch stopt en de bewerking beëindigt, als de grootte of diameter van de diamant overeenkomt met de op de zojuist beschreven wijze bepaalde grootte; de inrichting 17 kan overeenkomen met de inrichting volgens de Neder-20 landse octrooiaanvrage 8101965.

Als de vergelijking elektronisch wordt uitgevoerd, zijn het scherm 11 en de knoppen 13, 16 niet nodig, doch de generator 12 zou dan een geschikte rekencapaciteit moeten hebben. De computer 12 kan op elke geschikte wijze 25 worden geprogrammeerd. Een geschikt algoritme is echter: a) lees de omtreksgegevens van het beeld, gezien vanuit één hoek, door het detecteren van de rand bij elke lijnaftasting - dit kunnen bijvoorbeeld 300-1000 lijnen zijn, afhankelijk van de benodigde resolutie; 30 b) kies een plaats voor de verticale as door het collet van de diamant 1 door het opgeven van de coördinaten van het snijpunt van de as met het vlak van de tafel van de diamant 1; c) bepaal de positie van deze as in het onder- zochte beeld; d) bepaal de afmeting van de grootste referen-tievorm (contour) 9, die is gecentreerd rond de as volgens (b) en past binnen het weergegeven beeld; onthoud deze afmeting; 40 e) zijn alle mogelijke colletposities onder- 8102686 - 11 - zocht voor dit beeld? - indien nee, keer terug naar (b) -indien ja, ga door naar (f) ; f) lees de omtreksgegevens van het beeld, gezien vanuit een volgende hoek, herhaal (a) tot (e) 5 voor dit nieuwe beeld; g) onderzoek opnieuw de positie van de collet-as en, indien nodig, verklein de reeds bepaalde referentie-vorm 9, totdat het binnen het nieuwe beeld past; onthoud deze afmeting; 10 h) zijn de beelden, gezien vanuit alle hoeken, onderzocht? - indien nee, keer terug naar (f) - indien ja, ga door naar (i); i) dit bepaalt welke colletpositie de grootste referentievorm 9 toelaat, die binnen alle beelden past; 15 onthoud deze afmeting en de coördinaten van de bijbehorende as.

Een gesneden steen kan worden onderzocht met behulp van de boven omschreven handprocedure, waarbij een louter visueel onderzoek wordt verricht van het beeld 20 op het scherm 11,zodra de steen is gecentreerd en de afmeting van het rooster 9 op de juiste wijze is bepaald.

8102688

Claims (4)

1. Werkwijze voor het centreren van een edelsteen, waarbij een beeld van de edelsteen wordt vergeleken met de parameters van een referentievorm, welke overeenkomt met de vorm van een gesneden steen, met het ken- 5 merk, dat de respectieve beelden (8) van de steen (1), althans nagenoeg loodrecht gezien op de as, waarop de steen moet worden gecentreerd, worden gevormd in een aantal verschillende, relatieve hoekstanden van de steen ten opzichte van de as, welke respectieve beelden worden verge- 10 leken met de parameters (9), waarbij de relatieve grootten van het respectieve beeld en de referentievorm worden gewijzigd, totdat de parameters van de referentievorm overeenkomen met de steen, die kan worden gesneden uit of overeenkomt met de steen, die wordt gecentreerd.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de positie van de steen in radiale richting wordt gewijzigd, totdat het beeld (8) op de juiste wijze samenvalt met de referentievorm (9).

3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het 20 kenmerk, dat gegevens worden verschaft, die overeenkomen met de excentriciteit van de steen (1), waarbij de steen met behulp van deze gegevens wordt gecentreerd.

4. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het beeld (8) 25 van de steen en de referentievorm (9) op elkaar gesuperpo-neerd op een scherm (11) worden'afgebeeld.

5. Werkwijze volgens één der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat geen zichtbaar beeld van de steen en/of geen zichtbare referentievorm worden 30 verschaft, en dat de steenvorm elektronisch met een referentievorm wordt vergeleken.

6. Werkwij ze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat gegevens automatisch worden gevormd, die de grootte van de steen aan- 35 geven, zoals deze is bepaald door het wijzigen van de grootte van het beeld (8) van de steen ten opzichte van de referentievorm (9).

7. Werkwijze voor het bewerken van een ruwe 8102686 * V - 13 - edelsteen, waarbij de steen om een as wordt geroteerd, onder-toepassing van de werkwijze volgens één der voorgaande conclusies voor het centreren van de steen, waarbij de steen in een machine wordt gemonteerd voor het bewerken van de 5 steen door middel van een proces, waarbij de steen om een as wordt geroteerd, met het kenmerk, dat gegevens aan de bewerkingsmachine (15) worden toegevoerd, die de grootte van de steen (1) aangeven, zoals deze is bepaald door het vaststellen van de grootte van het beeld (8) van 10 de steen ten opzichte van de referentievorm (9), waarbij de grootte van de steen tijdens het bewerken wordt gedetecteerd en de bewerking wordt beëindigd als de grootte van de steen overeenkomt met de eerder bepaalde grootte.

8. Werkwijze volgens ëën der voorgaande con- 15 clusies, met het kenmerk, dat de verhouding van ten minste één afmeting van de referentievorm (9) ten opzichte van een andere afmeting wordt gewijzigd ter verkrijging van een hogere of lagere steen.

9. Stelsel voor het centreren van een edel-20 steen, voorzien van een vasthoudorgaan voor een drager van de steen en van middelen voor het vormen van een beeld van de steen en het vergelijken van dit beeld met de parameters van een referentievorm, welke overeenkomt met de vorm van een gesneden steen, met het kenmerk, dat de 25 genoemde middelen (3, 10, 11, 12) respectieve beelden van de op de drager (2) aangebrachte steen (1), althans ongeveer loodrecht gezien op de as (211), waarop de steen moet ‘worden gecentreerd, vormen in een aantal verschillende relatieve hoekstanden van de steen ten opzichte van de 30 as en de respectieve beelden (8) van de steen vergelijken met de parameters (9), waarbij een instelorgaan (13) is aangebracht, waarmee de relatieve grootten van het respectieve beeld en de referentievorm kunnen worden gewijzigd, totdat de parameters overeenkomen met de steen, die uit de 35 ruwe steen kan worden gesneden, zodat de grootte van de gesneden steen kan worden bepaald en de steen op de juiste wijze kan worden gecentreerd.

10. Stelsel volgens conclusie 9, met een machine voor het bewerken van de steen door middel 40 van een proces, waarbij de steen om een as wordt geroteerd, 8102686

4 N- - 14 - met het kenmerk, dat een invoerorgaan (14) gegevens aan de machine (15) levert, die de grootte van de steen (1) aangeven, zoals deze is bepaald door het vaststellen van de grootte van het beeld (8) van de steen ten opzichte van 5 de referentievorm (9), waarbij een detectie-orgaan (17) is aangebracht, dat de grootte van de steen, tijdens het bewerken detecteert en dat de bewerking beëindigt, als de grootte van de steen overeenkomt met de eerder bepaalde grootte. 8102686