NL8102586A - Gasregelmechanisme met verschilmembraan voor badgeisers en mengboilers met variabel vermogen. - Google Patents

Description

-1-

i * * 813111/Rey/EB

Korte aanduiding: Gasregelmechanisme met verschilmembraan voor badgeisers en mengboiiers met variabel vermogen.

De uitvinding heeft betrekking op een regelmechanisme met een verschilmembraan dat wordt aangedreven door de watercir-culatie, welk mechanisme wordt 'gebruikt voor het besturen van de gastoevoer naar de branders van apparaten zoals badgeisers en gas-5 gestookte mengboiiers, en in het bijzonder van dergelijke apparaten met een variabel vermogen.

Het is bekend dat het verschil van de waterdruk op het verschilmembraan alleen wordt verkregen door middel van de waterstroom door een afsluitorgaan, waarvan de bewegingen voor het openen 10 en sluiten zijn verbonden met de stijg- en daalbewegingen van het membraan, en waarbij de doorsnede van de waterdoorlaat door het afsluitorgaan lineair varieert tussen enerzijds een gekalibreerde minimumwaarde die de minimale doorstroming van het water bepaalt die nodig is voor het ontsteken van de brander en anderzijds een 15 maximale waarde die de bovenste gewenste grens van de waterstroom bepaalt, zodanig dat de omhooggaande beweging van het verschilmembraan in hoofdzaak een lineaire funktie is van de waterstroom die door het apparaat loopt.

Het afsluitorgaan bestaat uit een scharnierende tong 20 die direkt aan de bodem van het huis van het regelmechanisme is bevestigd, en is voorzien van een gekalibreerde opening voor de minimum doorstroming, en waarvan het uiteinde zich uitgaande van een bepaalde drempel met het verschilmembraan verplaatst om de opening van de waterdoorlaat progressief vrij te laten totaan de 25 bovenste grens van het debiet.

Opgemerkt wordt echter dat om door de opening in het » afsluitorgaan een voldoende doorstroming van water te verkrijgen, ^ bijvoorbeeld tijdens het afnemen van een groot debiet, de openings graad van de scharnierende tong te gering is om de doorlaatopening 3q op voldoende wijze vrij te laten.

Volgens de uitvinding is de tong zodanig aangebracht dat deze een eerste scharnierende beweging kan uitvoeren tijdens welke de tong de doorlaatopening van het water gedeeltelijk vrijlaat, alsmede een tweede verplaatsende beweging die van het huis 81 02 5 8 6 -2- af is gericht en de beweging van het membraan volgt teneinde de doorlaatopening geheel vrij te laten.

Volgens een bijzonder kenmerk van de uitvinding is het eerste uiteinde van de tong verbonden met het huis door middel van 5 een bevestigingas waarover de tong glijdt, terwijl de baan van het hiertegenover gelegen uiteinde tegen het membraan waarvan de tong de verplaatsing volgt, aan komt te liggen.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening die een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van 10 uitvinding toont.

Fig. 1 toont een vertikale doorsnede van het mechanisme in zijn niet werkende stand;

Fig. 2 toont op vergrote schaal een gedeeltelijke doorsnede die de tong in een gedeeltelijk geopende stand toont; 15 Fig. 3 toont op vergrote schaal een gedeeltelijke door snede die de tong in zijn totaal geopende stand weergeeft.

Het in fig. 1 weergegeven huis van het mechanisme bestaat uit een bovenste gietstuk 17 en een onderste gietstuk 18 waartussen een verschilmembraan 1 is gespannen dat twee water-2o kamers 2 en 3 begrenst, welk membraan in het midden is voorzien van een verstijvingsplaat 29. Een watertoevoerkanaal 4 mondt in een kleine centrale kamer 19 uit die via een ringvormige opening 5 in verbinding staat met de kamer 3. Een regelzuiger 8 voor de waterstroom, die verschuifbaar is in een buitenhuis 11 wordt 25 door een terugstelveer 9 in de richting van de sluitzitting 10 gedrukt die om de ringvormige opening 5 is gelegen. De huls 11 is vastgeschroefd in het inwendige van een verlaging van de kamer 19, en kan van onderen hieruit worden gedemonteerd. De regelzuiger 8 gaat in het verlengde over in een staaf 13 die door de ringvormige' 30 opening 5 loopt en is bevestigd aan de stijve centrale plaat die met het membraan 1 is verbonden. De zuiger 8 draagt een verbindingsstuk 12 waarvan de diameter een weinig kleiner is dan van de opening 5.

De inwendige kamer 3 staat in verbinding met het water-35 afvoerkanaal 6 door middel van een gekalibreerde opening 16 die in de bodem van het huis 18 is aangebracht. Een klein kanaal 7 egaliseert de druk tussen de bovenste kamer 2 en het kanaal 6. Het membraan 1 is door een staaf 22 verbonden met een klep 23 voor de 81 02 5 8 6 -3- toevoer van gas naar de niet weergegeven branders. De staaf 22 is zodoende verbonden met de stang 13. De klep 23 wordt goed tegen zijn zitting gesloten gehouden door middel van een veer 24 en sluit het gastoevoerkanaal 25 af.

5 Een scharnierende tong 14 is met een van zijn uit einden verbonden met een bevestigingsas 26 waarover de tong kan glijden tussen de bodem van het huis 18 en de kop 27 van de as 26 die een aanslag vormt. De in de tong aangebrachte opening waardoor de as 26 steekt, is bovendien met een bepaalde speling gedimensio-10 neerd zodat de tong zonder moeilijkheden kan scharnieren zoals weergegeven in de figuren 2 en 3.

Het andere uiteinde van de tong eindigt in een vork 21 die zonder wrijving de staaf 13 van de zuiger omvat; de ruimte tussen de twee armen van de vork is bovendien kleinercbh de breedte van het 15 verbindingsstuk 12 van de zuiger. De flexibele tong 14 draagt zelf een geprofileerde klep 28 die is voorzien van een kleine opening 15 die boven de gekalibreerde opening 16 ligt, zodat in de in fig. 1 weergegeven stand de kamer 3 slechts met het uitlaatkanaal 6 in verbinding staat via de doorsnede van de kleine opening 15.

20 Het mechanisme werkt op de volgende wijze:

Uitgaande van de in fig. 1 weergegeven ruststand, veroorzaakt het openen van een aftapkraan een geringe waterstroom in het kanaal 6 door de enkele kleine opening 15. De welbekende onderdruk die in de kamer 2 ontstaat doet het membraan 1 omhoog bewegen waardoor 25 de klep 23 gedeeltelijk tegen de werking van de veer 24 in wordt geopend hetgeen wil zeggen dat een geringe gasstroom naar de branders wordt gevoerd. Tijdens de in fig. 2 weergegeven eerste opengaande beweging, veroorzaakt het verbindingsstuk 12 van de regelzuiger 8 die de bewegingen van het membraan heeft gevolgd en die dus op de vork 30 van de tong 14 werkt het scharnieren van deze tong om de bevestigingsas 26. De geprofileerde klep 28 laat zodoende gedeeltelijk de opening 16 vrij waardoor de minimale waterdoorlaat van de kleine opening 15 wordt vergroot. Het uiteinde 21 van de tong rust tegen de schijf 29 van het membraan. Uitgaande van dit gedeelte van de 35 totale omhooggaande baan van de regelzuiger 8, doet het vecgroten van het aftapdebiet de zuiger 8 omhoog ibewegen, waarbij het verbindingsstuk 12 tegen de tong rust waarvan het uiteinde 21 zelf weer tegen de schijf 29 *van het membraan rust. De zuiger 8 drijft de 81 0 2 5 8 6 f* % - -4- fc tong 14 aan in zijn omhooggaande beweging, zijnde een verplaatsing tengevolge van de vrije ruimte tussen de opening en de bevestigings-as 26; welke verplaatsing wordt begrensd door de kop 27 en overeenkomt met de maximale hefhoogte van het membraan 1 in het huis.

De geprofileerde klep 28 heeft zodoende de gehele opening 16 vrijgelaten, en het stromingsverlies van het water wordt bepaald door de doorsnede van deze opening 16, 81 02 5 8 6

Claims (1)

1. -5- * V z, Gasregelmechanisme met een verschilmembraan voor badgeisers, en gasgestookte mengboilers met een variabel vermogen, omvattende een afsluittong die voorzien is van een gekalibreerde opening die zich boven een doorlaatopening voor water bevindt g tussen de kamer met hoge druk en het afvoerkanaal, met het kenmerk, dat de afsluittong (14) met speling is bevestigd aan het huis van het mechanisme door tussenkomst van een beves-tigingsas (26) die een eerste scharnierende beweging om de genoemde as toelaat tijdens welke beweging de tong de opening (16) van de IQ waterdoorlaat gedeeltelijk vrijlaat, en vervolgens een verplaatsing van de tong toelaat waarbij deze langs de as .schuift, tijdens welke verplaatsing de doorlaatopening voor water geheel wordt geopend, welke scharnierende beweging en vervolgens de verplaatsing is gekoppeld met de beweging van het membraan. 81 025 8 6