NL8101732A - Veerdraadbladen voor een trommeltype maaimachine. - Google Patents

Veerdraadbladen voor een trommeltype maaimachine. Download PDF

Info

Publication number
NL8101732A
NL8101732A NL8101732A NL8101732A NL8101732A NL 8101732 A NL8101732 A NL 8101732A NL 8101732 A NL8101732 A NL 8101732A NL 8101732 A NL8101732 A NL 8101732A NL 8101732 A NL8101732 A NL 8101732A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
leg
disc
blade
vertical leg
horizontal
Prior art date
Application number
NL8101732A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Mathews B C
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Mathews B C filed Critical Mathews B C
Publication of NL8101732A publication Critical patent/NL8101732A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D34/00Mowers; Mowing apparatus of harvesters
    • A01D34/01Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus
    • A01D34/412Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters
    • A01D34/63Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis
    • A01D34/73Cutting apparatus
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D34/00Mowers; Mowing apparatus of harvesters
    • A01D34/01Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus
    • A01D34/412Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters
    • A01D34/416Flexible line cutters

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Harvester Elements (AREA)

Description

-1- ** * i y
Veerdraadbladen voor een trormeltype naaimachine
De uitvinding heeft betrekking op een trameltype maaimachine.
Trormeltype naaimachines, waarvan een voorbeeld te vinden is in het Amerikaanse octnxoischrift 3.391.522, vinden 5 verbreide toepassing voor het snijden van hooi, daar zij voor doeltreffend snijden en tegelijk in zwaden leggen van het gesneden hooi zorgen zonder hoofdzakelijk hulpmechanismen.
Dergelijke trannelmaaimachines worden zo aangemerkt, daar zij een verticaal opgesteld cilindrisch onderdeel aanwenden, dat 10 op een trcnmel lijkt. De onderkant van de trcnmel is uitgerust met een kraag of schijf van betrekkelijk grote diameter.
/
Het is gebruikelijk cm een aantal hooisnijbladen te hebben, die radiaal uitstéken cp boogvormig uiteengelegen posities van onder de met grote diameter uitgevoerde schijf. De bladen 15 roteren in samenloop met de als één geheel uitgevoerde trommel en schijf cm het hooioogsten uit te voeren. De tremels, of rotors zoals zij vaak genoemd worden, worden toegepast in paren, die er op ingericht zijn cm naar binnen naar elkaar toe te roteren. Als het hooi gesneden wordt valt het op de verbrede 20 schijven en wordt naar achter de maaimachine toegeleverd in de besloten ruimte tussen het samenwerkende paar tratmels.
De onderhavige uitvinding houdt zich bezig met de bladen, die toegepast worden bij trcmnelmaaimachines, en meer in het bijzonder met bladen, die meegeven kunnen bij het 25 terechtkomen tegen een beletsel zonder beschadigd te worden en die automatisch hun snijposities weer zullen innemen wanneer het beletsel gepasseerd is.
Als stand van de techniek kan worden gewezen op de Amerikaanse octrooischriften 2.707.859, 2.762.188, 3.190.064, 30 3.208.209, 3.303.637, 3.389.539, 3.391.522, 3.443.369, 3.444.674, 3.550.360, 3.708.967, 3.735.572, 4.058.959, 4.086.700, 4.112.653, 4.126.990, 4.160.356 en 4.170.099.
8101732 ♦ f £ -2-
Daarvan stellen de Amerikaanse octrooischriften 3.389.539, 3.391.522, 3.443.369, 3.550.360 en 3.735.572 en het ten name van de onderhavige Aanvrager staande Amerikaanse trommel octrooischrift 4.160.356 allevtype maaimachines met radiaal 5 uitstekende snijbladen voor.
De genoemde Amerikaanse octrooischriften 2.707.859, 2.762.188, 3.208.209, 3.303.637, 4.058.959, 4.086.700 en 4.170.099 openbaren alle de toepassing flexibele veerdraad als snijbladen voor de naaimachine.
10 Het Amerikaanse octrooischrift 4.170.099 beschrijft dat de daarin beschreven maaivlegels gemaakt zouden kunnen worden van draadkabels of Nylon haardraden. In het Amerikaanse octrooischrift 2.762.188 wordt de grassnijdraad strakgespannen gehouden aan weerseinden bij de werking. Het Amerikaanse 15 octrooischrift 3.208.209 toont een verscheidenheid van uitvoeringen van draadbladen. In het Amerikaanse octrooischrift 3.303.637 is een flexibele veerdraad toegepast als het snijblad op een roteerbare maaimachine, waarbij de draad toegepast wordt in een lusvorm met beide einden verbonden aan een roterende 20 schijf. Het Amerikaanse octrooischrift 4.058.959 toont een blad voor een maaimachine gevormd van veerdraad en aangebracht in een speciale lus met twee aanliggende einden fungerend als het radiaal uitstekende grassnijblad net een hulpdraadblad aanliggend tegen de twee einden maar verbonden aan het roterende 25 onderdeel op een uiteengelegen positie. Het Amerikaanse octrooischrift 4.086.700 toont een snijkop voor een maaimachine, waarbij flexibele draadonderdelen toegepast worden als de snijorganen.
Bij de maaimachine in het Amerikaanse octrooischrift 30 3.708.967 zijn niet-metalen lijnen toegepast als de grassnij- elementen. Het Amerikaanse octrooischrift 3.444.674 openbaart eentegreinigingsmachine, waarbij vlegels van waaierbandmateriaal toegepast worden. Het Amerikaanse octrooischrift 4.112.653 toont een maaimachine, waarbij een aantal flexibele niet-metalen 35 koorden toegepast worden^radiaal naar buiten steken uit een schijf cm het grassnijden uit te voeren. In het Amerikaanse 8101732 -3- \ octrooischrift 4.126.990 zijn Nylon pennen toegepast cm het grassnijden uit te voeren. Het Amerikaanse octrooischrift 3.190.064 toont een naaimachine met scharnierend aangebrachte vlegelsnijbladen, die niet van draad gemaakt zijn.
5 Het is uit het voorgaande korte overzicht van de octrooischriften, die de stand van de techniek op dit gebied vertegenwoordigen, duidelijk dat de toepassing van flexibele veerdraden als snijbladen voor een maai machine heel oud is.
De in de onderhavige aanvrage voorgestelde veerdraadbladen 10 zijn echter betrekkelijk stijf en zouden niet beschreven kunnen worden als flexibel op de wijze van de flexibele bladen van de in het voorgaande beschreven stand van de techniek.
Het is de hier voorgestelde toepassing van "L"-vormige veerdraadbladen, waarbij elk zodanig blad alleen een vaste verbinding 15 heeft aan het boveneinde van het verticale been van het blad aan het roterende trcromelelement, dat nieuw en effectief te achten is. Het verticale been fungeert als een torsieveer, waarcm het blad meegeven kan bij fëfc terechtkanen tegen een onbeweeglijk beletsel. Er is niets te vinden in de octrooi-20 schriften op dit gebied dat de nieuwe toepassing van een L-vormig veerdraadblad, dat in een trarmeltype maaimachine werkt zoals hier uiteengezet wordt, suggereert.
Kort cmschreven is het een voornaamste oogmerk van de onderhavige uitvinding cm te voorzien in een vernuftig 25 veerdraadblad voor een tranneltype maaimachine.
Een belangrijk oogmerk van de uitvinding is cm te voorzien in een vernuftig, blad voor een tronmeltype maaimachine, waarbij het blad meegeven en terugvallen kan uit een snij-positie naar een niet-snij dende positie wanneer het terechtkomt 30 tegen een beletsel en toch automatisch terugkeren zal naar de snijpositie daarvan wanneer het beletsel gepasseerd is.
Een ander belangrijk oogmerk van de uitvinding is cm te voorzien in een vernuftig veerdraagblad voor een trornel-type maaimachine, dat veilig tegen een beletsel terechtkcmen 35 kan zonder het blad te beschadigen.
8101732 -4- % %
Nog een ander belangrijk oogmerk van de uitvinding is om te voorzien in een vernuftig "L"-vormig veerdraadblad voor een tronmeltype maaimachine/ waarbij het horizontale been radiaal naar buiten onder de verbrede schijf aan het ondereinde 5 van de trommel opgesteld is en het verticale been zich omhoog uitstrekt en vastgemaakt is aan de trommel nabij het boveneinde daarvan, zodat het blad verend meegeven kan bij een torsie-verdraaiing cm het verticale been· wanneer het horizontale snij-been tegen een beletsel terechtkomt.
10 Een ander en nog verder belangrijk oogmerk van de uitvinding is cm 'te voorzien in een vernuftig snijmechanisme voor een trormnelt^pe maaimachine zoals uiteengezet bij het voorgaande oogmerk, waarbij het "L''-vormige blad een hoek van iets groter dan 90° heeft, waardoor het horizontale been daarvan 15 iets omlaag helt onder het zodoende verminderen van de radiale uitgestrektheid van het blad naar een positie in hoofdzaak samenvallend met de buitenomtrek van de verbrede schijf wanneer de maaimachine in rust verkeert en het mogelijk wordt dat het blad radiaal uitgestrékt wordt door centrifugaalwerking voorbij 20 de buitenomtrek van de verbrede schijf om het maaien uit te voeren wanneer de maaimachine in werking is.
Nog een ander en verder belangrijk oogmerk van de uitvinding is om te. voorzien in een vernuftig snijmechanisme - ’ "voor een trcameltype maaimachine zoals uiteengezet bij de voor-25 gaande twee oogmerken, waarbij een zich radiaal uitstrékkende langwerpige sleuf van beperkte lengte in de schijf aangebracht is, waardoor het verticale been van het blad kan gaan, en de lengte van de langwerpige sleuf fungeert cm de radiale uitstrekking van het blad door centrifugaalwerking wanneer de maaimachine in 30 werking is te beperken.
Nog een verder belangrijk oogmerk van de uitvinding is om te voorzien in een gemakkelijk vervangbaar veerdraadblad voor een trommelt^pe maaimachine.
Een ander belangrijk oogmerk van de uitvinding is 35 om te voorzien in een vernuftige trarrrneltype maaimachine, 81017 3 2 jfcfc·. __________________________________ > * -5- waarbij "I/'-vormige veerdraadbladen hun verticale benen dicht bij het buitenste cilindrische oppervlak van de trommel opgesteld hebben, en een zich radiaal uitstrekkend schoeponderdeel bevestigd is aan het buitenste cilindrische oppervlak van de tremel in 5 een verticale opstelling voor elk van de verticale benen, zodat de schoepen behulpzaam zijn bij de toelevering van hooi naar achter bij het in zwaden leggen van aangrenzende complementaire trommels en cm het wigvormig klem kanen te zitten van gesneden hooi tussen de verticale benen en het cilindrische oppervlak 10 van de trommel te voorkanen.
Ben verder belangrijk oogmerk van de uitvinding is cm te voorzien in een betrekkelijk stijf veerdraadblad van nL"-vorm voor een naaimachine, waarbij het snij gedeelte van het draadblad alleen liet buiteneinde van het horizontale 15 been van het nL"-vormige blad vormt, en het snij gedeelte cm een aangescherpt wordt' snijding uit te voeren in een horizontaal vlak.
De uitvinding wordt in het volgende nader toegelicht aan de hand van een in de tekeningen weergegeven uitvoerings-20 voorbeeld daarvan.
Fig. 1 is een bovenaanzicht van een gedeelte van een trcmmeltype naaimachine, waarin het vernuftige veerdraadblad volgens de uitvinding qpgenesmen is.
Fig. 2 is een vooraanzicht van het gedeelte van 25 de trcmmeltype naaimachine van fig. 1.
Fig. 3 is een op grotere schaal weergegeven verticale doorsnede over een van de naaitrommels volgens de uitvinding.
Fig. 4 is een doorsnede volgens 17-17 in fig. 3.
Algemeen gesteld is de onderhavige uitvinding 30 gericht op de trommel- of rotorconstructie bij een trcmmeltype naaimachine zoals voorgesteld in het ten name van de onderhavige Aanvrager staande Amerikaanse octrooischrift 4.160.356 met als titel AANDKU7IN3 VOOR MAAIMACHENE. De trommels en hun roteerbare aandrijf organen bij de onderhavige 35 uitvinding zijn in hoofdzaak dezelfde als in dit vroegere octrooischrift. 'messen van de nieuwe naaimachine zijn echter van 8101732
'i 'V
t -6- een veerdraad gemaakt in plaats van de vroeger toegepaste smeedstukken. De vorm van de nieuwe veerdraadbladen en hun betreffende montering vormen de inventieve aspecten van de onderhavige uitvinding. Ook zijn bij de onderhavige uitvinding 5 schoepen toegevoegd aan het buitenste cilindrische oppervlak van de tremel om de dubbele taak van het behulpzaam zijn bij een het naar achter toevoeren van geoogst hooi in'»zwade en ante voorkomen dat het geoogste hooi wigvormig klem kamt te zitten tussen de veerdraadbladen en de tremel te vervullen.
10 Vervolgens' worden de tekeningen nader beschouwd.
Met het verwijzingscijfer 10 is in het algemeen de gestelconstructie van de maaimachine volgens de uitvinding aangegeven. De maaimachine is van het in het ten name van de onderhavige Aanvrager staande Amerikaanse octrooischrift 15 4.160.356 weergegeven type, waarbij het gestel gedragen wordt op over het terrein bewegende grondaangri j pingsviéLen.
De maaimachine is uitgerust met een aantal trommels of rotors cm hethooioogsten en grassnijden uit te voeren.
Een horizontaal opgesteld, van een 20 luchtband voorzien wiel 11 wordt draaibaar gelegerd op het gestel 10 gedragen door een verticaal opgestelde as 12.
Een samenwerkend, horizontaal opgesteld, van een luchtband Voorzien vriëL 13 beeft het buitenste ontreksoppervlak daarvan in wrijvingsaangrijping met het buitenste ontreksoppervlak 25 van het wiel 11. Het wiel 13 is gemonteerd op een verticale as 14, die draaibaar gelegerd gemonteerd is op en afhangt van het gestel 10. Deze van een luchtband voorziene wielen 11 en 13 zijn overeenkomstig aan elke twee van de van een luchtband voorziene wielen die in het ten name van de onderhavige Aanvrager 30 staande Amerikaanse octrooischrift 4.160.356 weergegeven zijn.
Het zijn deze luchtbanden en hun wrijvingsaangrijping net elkaar en met andere wielvormige onderdelen welke aangewend worden cm een aandrijving van de maaielementen van de nieuwe naaimachine uit te voeren. Een gedeelte van een ander van een 35 luchtband voorzien wiel 15 is in wrijvingsaangrijping met het 8101732 « -7- wiel 11 weergegeven en is er op berekend cm rotatieaandri-jving daaraan te verlenen. Een pijl 16 toont de rotatierichting van het wiel 11. Op overeenkomstige wijze toont een pijl 17 de tegengestelde rotatierichting van het wiel 13.
5 Een trarmel of rotor 18, die bij voorkeur van staal vervaardigd is, vormt in het algemeen een van de maateenheden van de naaimachine volgens de uitvinding. Een samenwerkende trommel 19 functioneert met de trarmel 18 an het maaien van een hoofdzakelijke zwade hooi uit te voeren. De trommel 18 10 is gemonteerd op een verticale as 20, die qp zijn beurt draaibaar gelegerd afhangt van het gestel 10. Op overeenkomstige . wijze is de trarmel 19 gemonteerd qp een verticale as 21, die qp zijn beurt draaibaar gelegerd afhangt van het gestel 10.
De traimelrotor 18 anvat een centraal ingesteld cilindrisch 15 hulsgedeelte 22, een in het algemeen met grote diameter uitgevoerde schijf 23, die opgesteld is in een horizontaal vlak. aan de onderkant van het hulsgedeelte 22, en een betrekkelijk groot cilindrisch wielvormig gedeelte 24, dat zich bovenop het hulsgedeelte 22 bevindt. Eet horizontaal opgestelde wielgedeelte 20 24 is concentrisch, met het hulsgedeelte 22 en verkeert zoals in fig. 1 weergegeven is in wrijvingsaangrijping met het van een luchtiard voorziene wiel 11 cm de rotatieaandrijving daarvan - op te nemen. De trommel 18 wordt aangewend cm snijelementen 'in samenhang met de in het algemeen horizontaal opgestelde schijf 25 23 te dragen en kan zodoende 'gemerkt worden als een maaieenheid.
De rotatieaandrijving van het grote wielvormige onderdeel 24 van de trcnmel 18 verlocpt mcferichting van de pijl 25.
Op overeenkomstige wijze is de trarmel 19 uitgerust net een cilindrische huls 26 bij het midden van de verticale 30 opstelling daarvan. Daaronder en als één geheel daarmee bevestigd bevindt zich een verbrede horizontaal opgestelde schijf 27. Daarboven en als één geheel bevestigd aan de middenhuls 26 bevindt zich een verbreed gefabriceerd wiel 28, dat in wrijvingsaangrijping is met het van een luchtband voorziene wiel 13.
35 De aandrijving van de trarmel 19 wordt uitgevoerd in de richting 81Ó1732 -8- v s.
van de pijl 29. Zodoende bewegen in fig. 1 beschouwd de sanenwerkends maaieenheidtrcmmels 18 en 19 naar binnen naar elkaar toe voor het snijden van hooi en voor het uitvoeren van de afvoer van het gesneden hooi in een zwade zoals aangegeven 5 door de baan van de pijlen 30. De baan 30 strékt zich naar achter uit van de maaimchine als de naaimachine door een te oogsten hooiveld beweegt.
Met het oog qp een duidelijker openbaring van de uitvinding tonen fig. 3 en 4 op grotere schaal weergegeven 10 afbeeldingen van de trcmmel 19. Het moet duidelijk zijn dat 3e details van de tromnel 18 dezelfde zijn als die van de trormel 19 en niet afzonderlijk voorgesteld zullen worden in op grotere schaal weergegeven vorm. Een ondersluiting 31 van het cilindrische hulsgedeelte 26 is uitgerust met een opgebogen 15 rondgaande flens 32, die telescopisch opgencmen is binnen de huls 26. Een rondgaande las 33 verbindt de huls 26 vast aan de flens; 32 van de onderkap 31. Een over de grond bewegende convexe onderkant 34 is onder de verbrede horizontale schijf 27 opgesteld. De convexe onderkant 34 is voorzien van een 20 horizontaal opgestelde rondgaande flens 35. Het is aan deze flens; 35 dat bout en moer combinaties 36 met elkaar door de convexe onderkant gaan en deze aan de schijf 27 en aan de onderkant 31 verbinden, De bouten en moeren 36 zijn cp. .boogvormig . én gelijkelijk uiteengèlegen posities rrdde basis van de 25 trcmmel 19 opgesteld. De convexe onderkant 34 is er op berekend on op en over de grond 37 te bewegen gedurende de maaiwerking.
De convexe onderkant fungeert zodoende als een glad bewegings-oppervlak voor de maaielementen van de trommel en fungeert verder om de verbrede schijf 27 op afstand boven de grond 30 37 te houden zodat snijbladen, die met de schijf samenhangen, zich iets boven de grond bevinden kunnen.
Een L-vormig veerdraadblad 38 wordt op de troirmel 19 gedragen. Ofschoon dit blad hier in het enkelvoud beschreven wordt zLji er een aantal van dergelijke bladen, die op elke trormel 35 gedragen worden, om het maaien van hooi en grassoorten uit te 8101732
/· C
l -9- voeren. De veerstaaldraad, die aangewend wordt, is betrekkelijk stijf en kan zodoende voorgevormd worden tot een gewenste vorm. Deze heeft beperkte flexibiliteit in plaats van gemakkelijk flexibel te zijn. De verdere beschrijving van het optreden 5 van de bladen gedurende de werking moet bijdragen tot het begrip van de flexibiliteit daarvan. Het L-vormige blad 38 heeft een in hoofdzaak verticaal cpgesteld been 39. Wanneer de naaimachine in rust verkeert bevindt het verticale been zich. zoals weergegeven in zijn met stippellijnen weergegeven 10 positie in fig. 3 die werkelijk verticaal is. Hst horizontale been 40 van het L-vormige blad 38 is opgesteld onder een hoek, die iets groter is dan 9Q°, ten opzichte van het verticale been 39 en zodoende helt in de in-rust-positie van de maaimachine het horizontale Been 40 iets anlaag en radiaal naar buiten onder 15 de schijf 27. In de in-rust-positie van de naaimachine valt de radiale uitgestrektheid van het horizontale been 40 van het L-vormige blad 38 in hoofdzaak samen met de buitenomtrek 41 van de horizontale schijf 27. De schijf 27 is voorzien van radiaal opgestelde langwerpige sleuven 42 van beperkte lengte. De 20 sleuven 42 bevinden zich dicht bij het buitenoppervlak van de cilindrische huls 26 van de trormel 19 en zijn op gelijkmatige boogvormige tussenafstanden rond de schijf 27 ingesteld. De L-vormige bladen 38 gaan net hun verticale benen 39 verticaal door de gaten of sleuven 42 aan de ondereinden daarvan.
25 Wanneer de maaimachine in rust verkeert liggen de verticale benen 39 dicht tegen het buitenste cilindrische oppervlak van het hulsgedeelte 26 aan over de volle lengten daarvan.
Het horizontale been 40 bevindt zich onder de schijf 27 en strekt zich. radiaal naar buiten uit vlak onder de langwerpige sleuf 30 42 beginnende. Een haak 43 is gevormd aan het boveneinde van het verticale been 39. Moeren 44 zijn zoals weergegeven bij 45 aan het binnenoppervlak van de cilindrische huls 26 gelast. Deze moeren 44 zijn boogvormig uiteengelegen in een cirkelvormige baan en zijn opgesteld achter gaten die in het hulsgedeelte 26 35 gevormd zijn. Bouten 46 zijn er op berekend cm radiaal door de 8101732 - V ^ -10- haak 43 van het L-vormige blad 38, door een afstandsorgaan 47, en vandaar door het gat In de huls 26 en in de moer 44 voor geschroefde aangrijping daarmee te gaan. Wanneer de bouten 46 dicht aangehaald worden, worden de L-vormige bladen 38 5 stevig vastgehouden aan de trommel 19. De vasthouding van het blad aan de trommel treedt alleen aan het boveneinde van het verticale been 39 op. Het is uit deze constructie duidelijk dat de bladen 38 onderhoud krijgen of eenvoudig verwijderd kunnen worden’ door de bout 46 los te draaien en de haak 43 10 uit de boutmontering daarvan te lichten.
Wanneer de maaimachine in werking gesteld wordt, worden de samenwerkende trommels 18 en 19 geroteerd, waardoor de L-vormige bladen naar buiten zwenken door centrifugaalwerking cm de vaste haakverbindingen nabij de bovenkant van de 15 cilindrische hulsgedeelten van de trommels. Bij de voorstelling van de inrichting in fig. 1 zwenkt het verticale been 39 naar buiten over de uitgestrektheid van de langwerpige radiale sleuf 42 waardoor het been 39 onder een hoek iets naar buiten beweegt tot in de met getrokken lijnen weergegeven positie daarvan.
20 Het horizontale been 4.0 beweegt omhoog naar een meer werkelijk horizontale positie zoals weergegeven net de getrokken lijnen in fig. 3. Het buiteneinde 48 van het horizontale been 40 strekt zich. nu radiaal buiten de buitenomtrek 41 van de schijf . .27-uit. Dit buitenste eindgedeelte 48 vormt het snijgedeelte ' ·
Sn 25 van het blad'wordt aangescherpt zoals weergegeven bij 49 voor ....·. horizontaal snijden.
Zoals duidelijk in fig. 4 weergegeven is, wordt tegen esn kei, steen of ander beletsel 50 geslagen door het snijeinde 48 van een van de uitgestrekte bladen 38. Wanneer de kei 50 30 niet meegeeft, en de trommel verder roteert, zwenkt het horizontale been 40 naar achter cm het verticale been 39 als een as. Dit vormt een torsieverdraaiing van het veerdraadblad 38 binnen het verticale been 39. Als het snijeinde 48 en de mesranden 49 daarvan terugvallen trekt het onder de schijf 27 binnen de 35 beslotenheid van de buitenomtrek 41 van de schijf. Zodra het 8101732
Uhl,. ___ egt, - · · · --------------------- -11- buiteneinde van het draadblad vrijkomt van de kei 50 zal het terugzwenken zoals weergegeven met de pijl 51 naar zijn normale radiale snijpositie.
Schoepen 52 worden aangewend op de buitenoppervlakken 5 van de cilindrische hulsgedeelten 23 en 26 van de traimels 18 en 19 om behulpzaam te zijn bij de juiste beweging van het geoogste hooi bij het verlaten van de maaimachine. Elke schoep is voorzien van een eerste flens 53 die bij 54 gelast of op andere wijze bevestigd is aan de huls 26. De flens 53 strekt 10 zich. in de verticale zin van de huls 26 uit en is bij voorkeur enigszins boogvormig gebogen cm samen te gaan met het cilindrische buitenoppervlak van de huls 26 voor een betere verbinding daaraan. Elke schoep is ook voorzien van een tweede flens 55 die radiaal naar buiten steekt uit de eerste flens 15 53. De flens 55 strekt zich in een verticale positie uit en verloopt taps naar beneden en naar buiten van een betrekkelijk smalle uitgestrektheid bij 56 aan de bovenkant van de schoep naar een betrekkelijk brede uitgestrektheid 57 vlak boven de schijf 27. De smalle bovenkant 56 is van voldoende breedte — 20 cm de verbinding van de haakaanhecfiting van het draadblad aan het boveneinde van de cilindrische huls 26 af te schennen en het brede ondereinde 57 is voldoende cm het verticale been 39 af te schennen in weerwil van het feit dat deze naar buiten ' geworpen wordt over de volle uitgestrektheid .van de langwerpige 25 sleuf 42. De schoepen 52 zijn verticaal opgesteld qp de cilindrische huls 26 en er treedt één schoep voor elk van de L-vormige veer-draadbladen ter plaatse van elk van de langwerpige sleuven 42 op. De schoepen van aangrenzende samenwerkende trommels zoals 18 en 19 roteren naar binnen naar elkaar toe waardoor het 30 geoogste hooi met kracht van de oppervlakken van de schijven 23 en 27 bewogen worden voor een afvoer naar achter in de langs-gerichte met een pijl aangegeven baan 30. Ook de schoepen 52 fungeren cm de L-vormige veerdraadbladen af te schermen van direct contact met het geoogste hooi en voorkomen zodoende dat 35 hooi zich verzamelt en wigvormig klem kant te zitten tussen het cilindrische oppervlak van de traimels en de verticale benen 8101732 y -12- van de bladen. Dit zich verzamelen zoü tot een storing in het bedrijf van de naaimachine kunnen leiden en de schoepen voorkomen zodoende dat dit gebeurt.
Vervolgens wordt de werking van de maaimachine 5 beschreven.
De trommels of rotors 18 en 19 van de hier voorgestelde maaimachine worden met betrekkelijk hoge snelheden geroteerd door de wrij vingsaangri jpingen van· de van een luchtband voorziene wielen met elkaar en met de stalen gefabriceerde 10 wielen 24 en 28. De details van de aandrijving van een van een luchtband voorzien wiel zijn weergegeven in het ten name van de onderhavige Aanvrager staande Amerikaanse octrooischrift 4.160.356. Wanneer de trommels roteren hebben de veerdraad-bladen hun snijeinden 48 radiaal uitgestrekt voorbij de 15 buitenste cmtreksrand 41 van de schijf 27. Wanneer de maaimachine door een te oogsten maaiveld beweegt zorgen de veer-draadbladen van aangrenzende samenwerkende trommels 18 en 19 er voor dat het hooi nabij de grond gesneden wordt. Het gesneden hooi valt óp de bovenoppervlakken van de grote schijven 23 en 20 27. Door de rotatie van deze schijven in de richting van de pijlen 25 en 29 wordt het hooi naar achter toegeleverd in de met pijlen aangegeven baan 30 tussen de trommels 18 en 19.
• De schoepen 52 zijn behulpzaam bij deze verwijdering naar '· 7 achter van het geoogste' hooi daar zij het hooi dat op het 25 oppervlak van de schijven gevallen is aanvatten.
De veerdraadbladen kunnen gemaakt worden van draad van verschillende diameters om de werking van de maaimachine te veranderen. Indien zich in het te oogsten veld bijvoorbeeld veel keien bevinden zou het wenselijk kunnen zijn 30 cm draad van een lichter kaliber of kleinere diameter toe te passen en met een langzamer snelheid door het terrein te bewegen. Onder deze omstandigheden kan de draad van .. lichter kaliber gemakkelijker meegeven en minder schadelijk beïnvloed worden door de talrijke keien. Indien het veld daarentegen betrëkkelijk 35 vrij van keien of andere beletsels is zou het wenselijk kunnen zijn om een draad van zwaarder kaliber toe te passen en met 8101732 . i5 ® -13- hogere snelheden door het terrein te bewegen. Onder beide anstandigheden fungeren de opzet van de veerdraadbladen en hun betreffende uitvoering bij de tromeltype maaimacfaines volgens de uitvinding on de bladen tegen de schadelijke 5 uitwerkingen van keien en dergelijke te beschermen. Zoals in fig. 4 weergegeven is, kunnen de bladen naar achter meegeven en dan automatisch terugkeren tot de werk- of snijpositie na bet vrijkomen van de kei zander enige terugstelling daarvan met de hand. Ook kunnen voor het onderhoud of de vervanging van de 10 bladen deze gemakkelijk verwijderd worden door de bouten 46 los te draaien en de L~vormige bladen bij hun haakeinde 43 te lichten.
Het is de tors ieveerwerking cm de lange lengte van de verticale benen van de bladen die een uitstekend veiligheids-15 aspect voor de bladen volgens de uitvinding oplevert. Ook kunnen de bladen, daar deze van veerdraad geconstrueerd zijn, meegeven of opzij buigen zonder een vaste instelling aan te nemen en automatisch, hun oorspronkelijke vorm weer aannemen wanneer het beletsel, dat deze opzij buiging veroorzaakt, gepasseerd is.
20 Ofschoon het L-vormige veerdraadblad volgens de uitvinding aan de buitenzijde van de wand van een cilindrisch hulsgedeelte van een maaitrcmmel verbonden weergegeven is, dient wel te worden verstaan dat een dergelijk L-vormig draadblad op bevredigende wijze toegepast kan werden in andere maaiomgevingen. 25 Het boveneinde van het verticale been van het blad kan bijvoorbeeld verbonden worden aan de binnenzijde van de wand van de cilindrische huls van de trommel. Bij een dergelijke verbinding in een inwendige positie kan het horizontale been van het blad meegeven,hg hët terechtkomen tegen een beletsel, door torsiever-30 draaiing van het verticale been op dezelfde wijze als wanneer een blad aan de buitenzijde van de cilindrische huls velbanden is. Ook kan de maairotor of -trommel anders gevormd worden dan de in deze aanvrage voorgestelde trarmel en toch op doeltreffende wijze het blad volgens de uitvinding daarbij toegepast 35 warden. Het L-vormige veerdraadblad zal op identieke wijze 8101732 v 5 S- -14- \ functioneren voor wat betreft de meegevendheid daarvan indien het boveneinde van het verticale beengedeelte van dat blad aan de rotor verbonden wordt in een hoge positie daarop ongeacht of die verbinding al dan niet aan een cilindrisch flensgedeelte 5 gebeurt. De enkele verbinding van het draadblad aan het boveneinde van het verticale been maakt het mogelijk dat het horizontale been met het snijgedeelte daarvan meegeeft bij het terechtkomen tegen- een beletsel, waarbij het verticale been zodoende door torsie verdraaid wordt. Het is zodoende duidelijk dat de uit-10 vinding van het L-vormige veerdraadblad volledig verwerkt kan worden bij verscheidene uitvoeringen.
Kort samengevat zijn in het voorgaande "I/'-vormige veerdraadbladen voor toepassing op tronmeltype naaimachines beschreven. De boveneinden van de verticale beengedeelten van 15 de L-vormige onderdelen zijn aan de trommel bevestigd nabij het boveneinde daarvan en boogvormig uiteengelegen rond het cilindrische oppervlak daarvan. Het verticale gedeelte van elk blad steekt omlaag in een positie dicht bij het buitenste cilindrische oppervlak van de trommel en gaat door een opening 20 in de schijf bij de basis van de trommel waarna het horizontale gedeelte van elk blad zich radiaal naar buiten uitstrekt onder de schijf. Een hooisnijeinde van elk blad steekt radiaal naar buiten voorbij de schijf cm het snijden van hooi uit te voeren . ·..? *: .v ..-.V - v“ als- de' trommelen dé'-éèï geheel daarmee vormende schijf roteren. 5 - : ---- .-- 25 Het veerdraadblad kan naar achter meegeven cm het verticale been daarvan als een as van de torsieverdraaiing wanneer het horizontale been daarvan tegen een beletsel terechtkomt. Door het daaraai verbanden veerkarakter van het L-vormige blad zal het automatisch weer de snijstand daarvan innemen bij het vrijkomen van het 30 beletsel. Bij de naaimachine worden bij voorkeur trommels in paren toegepast, die naar binnen naar elkaar toe roteren cm doeltreffender snijden en het tegelijk in zwaden leggen van het gesneden hooi uit te voeren. Scboepelementen zijn aan het buitenste cilindrische oppervlak van de trcnmel bevestigd in 35 posities dicht voor het verticale been van elk L-vormig draadblad cm behulpzaam te zijn bij de toelevering van het 81017 3 2 -15- geoogste hooi naar achter in een zwade en cm te voorkanen dat enig hooi wigvormig klem komt te zitten tussen het draad-blad en het buitenoppervlak van de trormel.
Beseft wordt dat talrijke constructiedetails 5 over een breed bereik uitgevoerd kunnen worden zonder buiten de hier voorgestelde beginselen te treden zodat het niet de bedoeling is om de uitvinding tot hetgeen hier voorgesteld is te beperken.
8101732

Claims (13)

1. Maaimachine, voorzien van roteerbare tranrnels, waarbij elke trarrmel geconstrueerd is met een verticaal opgestelde cilindrische huls en een met grote diameter uitgevoerde horizontaal opgestelde schijf aan de onderkant van de cilindrische 5 huls, een blad, bestaande uit een L-vormige veer draad, waarbij een verticaal opgesteld been van de L-vormige draad nabij de wand van de cilindrische huls opgesteld is, en organen, die het boveneinde van het verticale been aan de cilindrische huls verbinden, waarbij de schijf een gat daardoor heeft dicht 10 bij de cilindrische huls cm de doorgang van het verticale been mogelijk te maken, met een horizontaal opgesteld been van de L-vormige draad aanliggend tegen het verticale been vlak onder de schijf, het horizontale been zich radiaal buiten de schijf uitstrekt, en het horizontale been een gedeelte daarvan 15 er op ingericht en geconstrueerd heeft om hooi te snijden, en waarbij warneer het horizontale been tegen een beletsel terechtkomt het naar achter meegeven kan door een torsiever-draaiing van het verticale been.
2. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat 20 het verticale been zich aan de buitenzijde van de cilindrische huls bevindt en het gat in de schijf van beperkte langwerpige . lengte is. en zich. radiaal naar buiten uitstrekt van het begin daarvan van het begin daarvan dicht bij de cilindrische huls.
3. Inrichting volgens conclusie 2, gekenmerkt doordat 25 het horizontale been met het verticale been samenkant onder een hoek, die iets groter is dan 90°, zodat het horizontale been iets omlaag en ook radiaal naar buiten uitsteekt wanneer het verticale been zich dicht bij de cilindrische huls bevindt over de volle uitgestrektheid daarvan wanneer de maaimachine in rust 30 verkeert en de trommel niet roteert, waarbij het gedeelte van het horizontale been, dat er op ingericht en geconstrueerd is cm hooi te snijden, zich niet radiaal voorbij de buitenomtrek van de schijf uitstrékt, en waarbij wanneer de trommel geroteerd wordt het L-vormige veerdraadblad naar buiten zwenkt door 8101732 fe-. .............. -17- centrifugariwerking waardoor het verticale been naar, buiten beweegt door het gat van beperkte langwerpige lengte in de schijf en het horizontale been tot horizontaal niveau stijgt waardoor het snijgedeelte zich voorbij de 5 buitenomtrek van de schijf uitstrekt.
4. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat het gedeelte van het horizontale been, dat er qp ingericht en geconstrueerd is om hooi te snijden, aangescherpt is voor horizontaal snijden.
5. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt door dat de organen, die het boveneinde van het verticale been aan de cilindrische huls verbinden, bestaan uit een haak, die aan het boveneinde van het verticale been gevormd is, en een bout en moer, die er op berekend zijn cm door de haak ai 15 de cilindrische huls te gaan.
6. Inrichting volgens conclusie 2, gekenmerkt doordat de cilindrische huls voorzien is van een zich radiaal uitstrékkend schoepcnderdeel, dat dicht voor elk verticaal been van het L-vormige draadblad ingesteld is.
7. Inrichting volgens conclusie 3, gekenmerkt doordat de cilindrische huls voorzien is van een zich radiaal omlaag en naar buiten uitstrékkend taps verlopend schoeponderdeel, dat dicht voor elk verticaal been van het L-vormige draadblad . · ' ingesteld is om het verticale been af te schermen tegen het 25 contact net hooi dat afgesneden is door het snijgedeelte van het horizontale been en afgezet is qp de horizontaal opgestelde schijf en cm tegelijk het gesneden hooi naar achter de trommel te bewegen.
8. Maaimachine, voorzien van een rotor, die een 30 met grote diameter uitgevoerde horizontaal opgestelde schijf aan het ondereinde daarvan heeft, een blad, bestaande uit een L-vormige veerdraad, waarbij een verticaal opgesteld been van de L-vormige draad nsbij de rotor ingesteld is, en organen,die het boveneinde van het verticale been in een hoge positie aan 35 de rotor verbinden, waarbij de schijf een gat daardoor heeft 8101732 * ·*. -18- om de doorgang van het verticale been mogelijk te maken, met een horizontaal opgesteld been van de L-vormige draad aanliggend tegen het verticale been vlak onder de schijf, het horizontale been zich radiaal buiten de schijf uitstrekt, 5 en het horizontale been een gedeelte daarvan er op ingericht en geconstrueerd heeft om hooi te snijden, en waarbij wanneer het horizontale been tegen een beletsel terechtkomt het naar achter meegeven kan door torsieverdraaiing van het verticale been.
9. Inrichting volgens conclusie 8, gekenmerkt doordat het gat in de schijf radiaal langwerpig is cm het ondereinde van het verticaal opgestelde been van het L-vormige blad radiaal naar buiten te kunnen laten zwenken door centrifugaalwerking wanneer de rotor geroteerd 15 wordt waardoor het horizontaal opgestelde been van het L-vormige blad zich met het snijgedeelte daarvan radiaal naar buiten uitstrekken kan over een grotere afstand ten opzichte van de schijf.
10. Maaimachine, voorzien van roteerbare trommels, 20 waarbij elke trorrmel geconstrueerd is met een verticaal opgestelde cilindrische huls en een met grote diameter uitgevoerde horizontaal opgestelde schijf aan de onderkant van de cilindrische huls, een blad, bestaande uit een L-vormige -' · ··'.. · ‘ veerdraad, waarbij een verticaal opgesteld been van de L-vormige 25 draad nabij de wand van de cilindrische huls opgesteld is, en organen, die het boveneinde van het verticale been aan de cilindrische huls verbinden, een horizontaal opgesteld been van de L-vormige draad aanligt tegen het verticale been vlak onder de schijf, het horizontale been zich radiaal buiten de 20 schijf uitstrekt, en het horizontale been een gedeelte daarvan er qp ingericht en geconstrueerd heeft om hooi te snijden, en waarbij wanneer het horizontale been tegen een beletsel terechtkomt het naar achter meegeven kan door een torsieverdraaiing van het verticale been.
11. Maaimachine, voorzien van een rotor, die een 8101732 -19- met grote diameter uitgevoerde horizontaal opgestelde schijf van het ondereinde daarvan heeft, een blad, bestaande uit een L-vormige veerdraad, waarbij een verticaal opgesteld been van de L-vormige veerdraad nabij de rotor ingesteld is, en 5 organen, die het boveneinde van het verticale been in een hoge positie aan de rotor verbinden, een horizontaal opgesteld been van de L-vormige draad aanligt tegen het verticale been nabij de schijf het horizontale been zich radiaal buiten de schrijf uitstrekt, en het horizontale been een gedeelte daarvan 10 er cp ingericht en geconstrueerd heeft cm hooi te snijden, waarbij wanneer het horizontale been tegen een beletsel terechtkomt het naar achter meegeven kan door torsieverdraaiing van het verticale been.
12. Blad voor een maaimachine, bestaande uit een 15 L-vormige veerdraad, met een verticaal opgesteld been van de L-vormige draad, en organen, die het boveneinde van het verticale been aan de maaimachine verbinden, en met een horizontaal opgesteld been van de L-vormige draad aanliggend tegen het verticale been nabij de onderkant daarvan, waarbij het 20 horizontale been zich radiaal naar buiten uitstrekt, het radiale been een gedeelte daarvan er pp ingericht en geconstrueerd heeft on hooi te snijden, en waarbij wanneer het horizontale been tegen een beletsel terechtkomt het naar achter meegeven kan dóór torsieverdraaiing van het verticale been.
13. Inrichting, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekeningen. 8101732
NL8101732A 1980-04-15 1981-04-08 Veerdraadbladen voor een trommeltype maaimachine. NL8101732A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US14061780 1980-04-15
US06/140,617 US4292789A (en) 1980-04-15 1980-04-15 Spring wire blades for drum type mowers

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8101732A true NL8101732A (nl) 1981-11-02

Family

ID=22492052

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8101732A NL8101732A (nl) 1980-04-15 1981-04-08 Veerdraadbladen voor een trommeltype maaimachine.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US4292789A (nl)
CA (1) CA1141553A (nl)
DE (1) DE3114676C2 (nl)
DK (1) DK128681A (nl)
FR (1) FR2481878A1 (nl)
GB (1) GB2074002B (nl)
IT (1) IT1142802B (nl)
NL (1) NL8101732A (nl)

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4395866A (en) * 1981-11-18 1983-08-02 Mathews B C Hay conditioner
US4487003A (en) * 1983-03-02 1984-12-11 Mathews B C Multiple rotor mowers
EP0121103A1 (en) * 1983-03-02 1984-10-10 Mathews, Violet O. Multiple rotor mowers
GB2129264B (en) * 1983-11-02 1986-04-09 Turner Int Mowers
US5365724A (en) * 1993-04-06 1994-11-22 Country Home Products, Inc. Anti-wrap device for rotating shaft
US6038842A (en) * 1996-02-26 2000-03-21 Quiroga; Osvaldo R. Rotary mower apparatus
US6840027B2 (en) * 2003-03-28 2005-01-11 Vermeer Manufacturing Company Forage conditioner-tedder
EP1464215B2 (de) * 2003-04-02 2012-02-29 Maschinenfabrik Kemper GmbH & Co. KG Maschine zum Mähen von stängelartigem Erntegut
US20080083206A1 (en) * 2006-10-06 2008-04-10 Miguel Gerardo Verduzco Gearless rotary vegetation cutter
ES2577154B1 (es) * 2013-06-05 2017-06-21 Solerajah Pty Ltd Acondicionador para heno y otros cultivos
US10123482B2 (en) * 2016-07-20 2018-11-13 Cnh Industrial America Llc Corn header having an air flow generating cutting blade for an agricultural harvester

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3208209A (en) * 1963-05-01 1965-09-28 Atlantic Refining Co Rotary safety blade
DE1657039B1 (de) * 1969-01-12 1970-10-29 Fella Werke Gmbh Schneidvorrichtung fuer Rotationsmaehvorrichtungen
FR2044107A5 (nl) * 1969-05-14 1971-02-19 Reber Walter
DE2032206A1 (de) * 1970-06-30 1972-01-05 Josef Baut z GmbH, 7968 Saulgau Kreiselmähwerk
IT983324B (it) * 1973-05-29 1974-10-31 Cioni P Utensile a taglienti multipli articolati flessibili agente con moto di lavoro rotatorio per mac china operatrice quale falciatrice segatrice e simili
NL7313020A (nl) * 1973-09-21 1975-03-25 Lely Nv C Van Der Maaimachine.
NL7710954A (nl) * 1977-10-06 1979-04-10 Patent Concern Nv Maaimachine.
US4160356A (en) * 1978-02-06 1979-07-10 Mathews B C Drive for mower

Also Published As

Publication number Publication date
US4292789A (en) 1981-10-06
GB2074002B (en) 1983-04-20
CA1141553A (en) 1983-02-22
DE3114676A1 (de) 1982-01-14
IT1142802B (it) 1986-10-15
IT8148258A0 (it) 1981-04-10
GB2074002A (en) 1981-10-28
DK128681A (da) 1981-10-16
FR2481878B1 (nl) 1984-06-29
FR2481878A1 (fr) 1981-11-13
DE3114676C2 (de) 1983-02-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5065566A (en) Trimmer attachment for mowing decks
US3604189A (en) Knife mounting on a rotary mower
NL8101732A (nl) Veerdraadbladen voor een trommeltype maaimachine.
JPH05500753A (ja) 回転式農業用機器
US4502267A (en) Crop engaging apparatus and methods
JPH09509823A (ja) 切断工具
US2722795A (en) Raking attachment for lawn mower
US2806339A (en) Rotary disc lawn mower
BR102013017720A2 (pt) Disposição distribuidora combinada que tem discos distribuidores independentemente posicionáveis
US3950923A (en) Rotary mower
DE2420124A1 (de) Kreiselmaehwerk
US2642711A (en) Cutter and breaker bar for lawn mowers
US4191007A (en) Reel mower shield assembly
US5369944A (en) Blueberry harvester and method of harvesting blueberries
US11259465B2 (en) Impeller with auger for an agricultural machine
US5884461A (en) Disk mower
US3851452A (en) Guarded rotary mowers
GB2081565A (en) Cutting and conditioning crop
US3596450A (en) Lawn mower attachments
US3742688A (en) Rake attachment for rotary mower
US4448014A (en) Apparatus for cutting crop
US4147018A (en) Rotary mower and blade apparatus
GB2081566A (en) Crop cutting and conditioning
US5287682A (en) Mower
NL191571C (nl) Trommelmaai-inrichting.

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed