NL8101584A - Elektrisch verbindingsstuk. - Google Patents

Elektrisch verbindingsstuk. Download PDF

Info

Publication number
NL8101584A
NL8101584A NL8101584A NL8101584A NL8101584A NL 8101584 A NL8101584 A NL 8101584A NL 8101584 A NL8101584 A NL 8101584A NL 8101584 A NL8101584 A NL 8101584A NL 8101584 A NL8101584 A NL 8101584A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
contact
halves
connecting piece
jacket
locking pin
Prior art date
Application number
NL8101584A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Guralux Leuchten Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Guralux Leuchten Gmbh filed Critical Guralux Leuchten Gmbh
Publication of NL8101584A publication Critical patent/NL8101584A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R25/00Coupling parts adapted for simultaneous co-operation with two or more identical counterparts, e.g. for distributing energy to two or more circuits
    • H01R25/14Rails or bus-bars constructed so that the counterparts can be connected thereto at any point along their length

Landscapes

  • Connector Housings Or Holding Contact Members (AREA)
  • Details Of Connecting Devices For Male And Female Coupling (AREA)

Description

I i
Lx 5831
Elektrisch verbindingsstuk.
De uitvinding heeft betrekking op een elektrisch verbindingsstuk voor het verbinden van een verbruikstoestel met een stroom-toevoersamenstel, welk samenstel van zijdelings in een holte aangebrachte elektrische geleiders is voorzien, die naar de holte toe 5 niet geïsoleerd zijn, en door een vanuit de holte uitgaande naar buiten toe open gleuf of dergelijke voor het verbindingsstuk toegankelijk zijn, teneinde een elektrische verbinding tot stand te kunnen brengen, waarbij voorts met deze geleiders in verbinding te stellen kontakten van het verbindingsstuk bij het insteken daarvan in 10 het toevoersamenstel binnen de mantel van het verbindingsstuk moeten zijn teruggetrokken, alvorens het verbindingsstuk in de gleuf naar binnen kan worden gestoken, terwijl pas na het in de juiste stand in de holte van dit samenstel plaatsen van het verbindingsstuk de kontakten naar buiten kunnen worden bewogen om met de desbetref-13 fende geleiders in aanraking te worden gebracht, waarbij verder bij een meerfasig stroomtoevoersamenstel het uitkiezen van de fase pas kan plaatsvinden, nadat het aardkontakt van het verbindingsstuk met de aardgeleider, en het nulkontakt ervan met de nulgeleider is verbonden.
20 Als stroomtoevoersamenstel kan gebruik worden gemaakt van de daartoe bekende U-vormige goten met insteekgleuf, terwijl als stroomverbruiker meestal lamphouders zullen dienen.
Dergelijke kokers kunnen uit metaal of kunststof zijn vervaardigd, en uit afzonderlijke delen zijn opgebouwd, terwijl het ook 25 mogelijk is deze uit een stuk te vervaardigen, bijvoorbeeld door ex-trusie.
De geleiders zijn daarbij zijdelings in de profielbenen ingebed dan wel op het dwarsstuk van het profiel aangebracht, waarbij in het geval van metalen kokers de geleiders ten opzichte van de ko-30 ker moeten zijn geïsoleerd. Deze geleiders zijn daarbij door tussenkomst van langsgleuven vanuit de holte van de koker toegankelijk voor kontakten van het verbindingsstuk.
Teneinde de kontakten van het verbindingsstuk van het gewicht van dit onderdeel en van een daaraan bevestigd verbruikstoestel 35 te ontlasten, is het verbindingsstuk van uitsteeksels voorzien,die 81 01584 * « - 2 - achter uitsteeksels van het stroomtoevoersamenstel kunnen grijpen, en voor het opnemen van de belasting dienen.
Dergelijke stroomtoevoersamenstellen kunnen daarbij voor eenfase- dan wel meerfasenstroomtoevoer zijn ingericht. De elektrische 5 verbinding van de fasengeleiders met het verbruikstoestel mag echter pas plaatsvinden, wanneer het verbindingsstuk in de juiste stand is aangebracht, en zowel de nul- als de aardgeleider ervan met de dienovereenkomstige geleiders van het samenstel in verbinding zijn gebracht. Er zijn verbindingsstukken van deze soort bekend, die aan 10 deze eis voldoen, en waarbij het uitkiezen van de fase na het insteken van het verbindingsstuk kan plaatsvinden.
De uitvinding beoogt een dergelijk verbindingsstuk te verschaffen, dat niet alleen aan de voornoemde eisen voldoet, doch bovendien zowel elektrisch als mechanisch eenvoudig van opbouw is, en 15 in het bijzonder slechts een enkel verendkontakt voor het maken van kontakt in meerfasenstelsels vereist, terwijl verder door middel van slechts één bedieningsonderdeel zowel de verbinding van kontakten van het verbindingsstuk en het stroomtoevoerstelsel als ook de fasenkeuze kan worden uitgevoerd, terwijl verder alle kontakten van het 20 verbindingsstuk en van het toevoersamenstel met elkaar in aangrijping zijn, wanneer de kontaktstand is bereikt, zodat zonodig ook de kontakten van het verbindingsstuk een dragende taak kunnen overnemen.
Hiertoe worden volgens de uitvinding de kontakten van het verbindingsstuk, die met de fasegeleiders dienen te worden verbonden, 25 alleen dan met een draaibaar binnen de mantel van het verbindingsstuk aangebracht en met het verbruikstoestel elektrisch verbonden verend kontaktonderdeel in aanraking gebracht, wanneer alle kontakten van het verbindingsstuk met de dienovereenkomstige geleiders van het toevoersamenstel in aanraking zijn, terwijl voorts het 50 intrekken van de kontakten van het verbindingsstuk voor het verwijderen ervan uit het toevoersamenstel slechts dan kan geschieden, wanneer aanraking tussen het kontaktonderdeel en deze kontakten is uitgesloten.
Daarbij zullen de kontaktveren van het verbindingsstuk 35 alle bij eéh naar het verbruikstoestel geopende stroomkring met het toevoersamenstel worden gekoppeld, waarna pas door middel van een enkel kontaktonderdeel de stroomkring tussen de kontaktveren en het verbruikstoestel wordt gesloten.
Deze opbouw vermindert het aantal verende kontakten tot een 8101584 t i - 3 - enkel kontakt, waardoor de werkingszekerheid wordt vergroot.
Bij een bijzonder gunstige uitvoeringsvorm volgens de uitvinding worden binnen de mantel van bet verbindingsstuk de kontakt-veren op twee schaalhelften ondersteund, die dwars ten opzichte van 5 het scheidingsvlak zodanig verschuifbaar zijn, dat in de ene eindstand, wanneer de helften tegen elkaar liggen, de kontaktveren zijn ingetrokken, terwijl in de andere eindstand, wanneer de helften de grootst mogelijke afstand van elkaar hebben, de kontaktveren door in overeenkomstige punten van de mantel aangebrachte openingen naar bui-10 ten steken, terwijl verder een grendelpen is aangebracht, die uitsluitend bij uit elkaar gedrukte helften voor het vergrendelen daarvan naar binnen kan worden geschoven, welke pen van het kontaktonderdeel voor de fasenkeuze is voorzien, waarbij de grendelpen alleen in een zodanige stand van het kontaktonderdeel ten opzichte van de kon-15 taktveer verschuifbaar is, dat deze kontaktveren buiten de verplaat-singsbaan van dit kontaktonderdeel zijn gelegen, welke fasenkeuze of kontaktvorming tussen het kontaktonderdeel en een kontaktveer door draaiing van de grendelpen rond de langsas daarvan kan plaatsvinden, waarbij na verdraaing van deze pen de verschuiving van de pen wordt 20 verhinderd.
Op deze schaalhelften zijn de kontaktveren op eenvoudige wijze bevestigd, bijvoorbeeld door middel van een klinkverbinding.
Voor het verschuiven van de helften kan de grendelpen worden gebruikt. Deze bezit dan aan het uiteinde twee wigoppervlakken, die alleen in 25 een zodanige stand van de pen tussen de schaalhelften kan worden geschoven, wanneer het kontaktonderdeel aan het einde van deze beweging geen verbinding met de kontaktveren kan vormen. Pas door het draaien van de grendelpen komt de kontaktveer van dit kontaktonderdeel met een van de fasekontakten in verbinding, waarbij dan de grendelpen 50 verder tegen verschuiving is geborgd, en alleen nog maar draaibaar is.
Het bedienen van de schaalhelften kan ook met behulp van een afzonderlijk bedieningsonderdeel geschieden, waarbij in het bijzonder tenminste één uit de mantel naar buiten stekende drukknop kan worden gebruikt, waarbij tussen de helften tenminste één drukveer is 35 aangebracht, die deze helften naar buiten drukt, terwijl met behulp van de drukknop deze helften tegen elkaar aan kunnen worden gedrukt.
In tegenstelling tot een oplossing, waarbij de helften door middel van een veer naar elkaar toe worden bewogen, moet bij de voornoemde oplossing een drukknop of dergelijke worden gebruikt, die de 8101584 - k - * * helften tijdelijk naar elkaar toe kan bewegen, wanneer het verbindingsstuk in de gleuf van het toevoersamenstel moet worden geschoven.
Zodra de geheel ingeschoven stand is bereikt, kan de knop worden losgelaten, zodat dan de helften weer uit elkaar bewegen. Door het in-5 steken van de grendelpen worden de helften dan in de uiteengeschoven stand vergrendeld.
Bij voorkeur worden deze schaalhelften in de langsrichting aan de uiteinden wigvormig versmallend uitgevoerd, terwijl de drukknop een dienovereenkomstig wigvormig oppervlaksgedeelte omvat.
10 Om een gelijkmatige en volledige sluiting van de schaal helften te verkrijgen, kan het gunstig zijn twee drukknoppen aan tegenovergestelde uiteinden van de mantel aan te brengen, die dan op de beide uiteinden van de schaalhelften kunnen inwerken.
Bij de laatstgenoemde oplossing is overigens evenals bij de 15 vorige alleen maar een dwarsbeweging van de helften nodig, zodat de in de mantel aanwezige doorgangsgleuven voor de kontaktveren en zonodig aanwezige uitsteeksels van de schaalhelften slechts zeer geringe maatspreidingen behoeven te hebben.
Ben zeer eenvoudige oplossing, die echter grotere mantel-20 openingen voor de kontaktveren en uitsteeksels vereist, hetgeen ech- — ter niet schadelijk is, heeft als kenmerk, dat de schaalhelften behalve in de dwarsrichting ook in de langsrichting verschuifbaar zijn, waar slechts een drukknop aanwezig is, terwijl het tegenoverliggende uiteinde van de mantel aan het naburige kegelvormige uiteinde van de 25 schaalhelften is aangepast, zodat bij het indrukken van de drukknop behalve een dwarsverplaatsing van de helften ook een langsverplaat-sing daarvan plaatsvindt.
De hellingshoek van de verschillende vigoppervlakken bedraagt bij voorkeur ongeveer 45°, waarbij een gunstige verhouding 30 tussen de vereiste verschuiving en de uit te oefenen drukkracht wordt bereikt.
Teneinde een mechanische vergrendeling van het verbindingsstuk in het stroomtoevoersamenstel te verkrijgen, kunnen de schaalhelften van uitsteeksels zijn voorzien, die in de uiteengeschoven 35 stand door gleuven van de mantel naar buiten steken, en dan in overeenkomstige uitsparingen van een geleidergoot of dergelijke passen*
Het is verder'bekend middelen te gebruiken, die het insteken van het verbindingsstuk in het stroomtoevoersamenstel alleen in een bepaalde stand toelaten. In het onderhavige geval kunnen de voor- 81015 84 I i - 5 - noemde uitsteeksels daartoe een verschillende vorm bezitten.
Bij een voorkeursuitvoeringsvorm is in het mantelgedeelte beneden het scheidingsvlak tussen de schaalhelften een tussenbodem aangebracht, waardoorheen de grendelpen kan steken, waarbij deze tus-5 senbodem een sleutelgatvormige uitsparing, en de grendelpen sleutelvormige uitsteeksels bezit, een en ander zodanig, dat de verplaat-singsweg van het op de grendelpen aangebrachte kontaktonderdeel tijdens het doorsteken van een dergelijk uitsteeksel door de uitsparing buiten het kontaktgebied van de aan de schaalhelften aangebrachte 10 kontaktveren is gelegen.
Het verdient verder de voorkeur, dat het kontaktonderdeel een kontakttong omvat, die op de naar de bodem gekeerde bovenzijde van een van de uitsteeksels van de grendelpen is aangebracht, terwijl de desbetreffende kontaktveren in een daaraan evenwijdig oppervlak 15 van de schaalhelften zijn gelegen, zodat door draaiing van de grendelpen de kontaktkeus kan plaatsvinden*
Voor een merkbare instelling van de fasenkeuze is het gunstig, dat de schaalhelften elk een halfcirkelvormig geleidingsopper-vlak voor de ronde vrije punt van de grendelpen bezitten, welke ge-20 leidingsvlakken bij uiteengeschoven helften en ingeschoven grendelpen met het vrije uiteinde van deze pen in aanraking zijn, waarbij deze geleidingsvlakken van in de asrichting verlopende gleuven zijn voorzien, en het einde van de pen in de asrichting verlopende ribben bezit, die in de verschillende kontaktstanden met elkaar in aangrij-25 plag kunnen komen.
Om de bediening te vergemakkelijken kan de grendelpen aan het uitstekende uiteinde van een handgreep zijn voorzien.
Bij een gunstige uitvoeringsvorm wordt de ene schaalhelft voorzien van de nul-, de aard- en een fasekontaktveer, terwijl de 30 andere helft de beide andere fasekontaktveren draagt, welke veren in overeenstemming met de ligging van de geleiders in het toevoersamen-stel een verschillende lengte zullen hebben, zodat de omgebogen uiteinden ervan tegenover de overeenkomstige geleiders van dit samenstel komen te liggen.
35 De mantel van het verbindingsstuk kan daarbij uit twee symmetrische helften bestaan, waarbij ook de schaalhelften symmetrisch zijn uitgevoerd, waarbij het scheidingsoppervlak in de langsrichting verloopt, welk scheidingsoppervlak tevens het symmetrie-oppervlak is.
Bij een kokervormig stroomtoevoersamenstel kunnen de opper- 8101584 - 6 - * t vlakken, die de insteekgleuf begrenzen, wigvormig zijn afgeschuind, waarbij dan de overeenkomstige oppervlakken van het verbindingsstuk eveneens wigvormig kunnen zijn uitgevoerd, een en ander zodanig, dat bij het insteken van het verbindingsstuk een centrering wordt ver-5 kregen.
De uitvinding zal in het onderstaande nader worden toegelicht aan de hand van een tekening; hierin toont: fig. 1 een bovenaanzicht van een verbindingsstuk volgens de uitvinding met ingedrukte drukknop met weggenomen bovengedeelte 10 van de mantel; fig. 2 een overeenkomstig aanzicht met ingestoken grendel- pen; fig. 3 een zijaanzicht van een helft van een dergelijk verbindingsstuk met ingedrukte drukknop; 15 fig. 4 een met fig. 3 overeenkomend aanzicht in de gren- delstand; fig. 5 een afbeelding in uiteengeschoven perspectief van dit verbindingsstuk; fig. 6 en 7 twee zijaanzichten van het verbindingsstuk; 20 fig. 8 en 9 twee dwarsdoorsneden van het verbindingsstuk in de toestand volgens fig. 3 resp. 4; en fig. 10 en 11 doorsneden door een stroomtoevoerkoker met ingestoken kontaktstuk in de ontgrendelde resp. vergrendelde toestand.
Het in de tekening afgebeelde verbindingsstuk volgens de 2$ uitvinding omvat een uit twee helften bestaande mantel 1 uit kunststof met verscheidene kamers, twee schaalhelften 2 met kontakten 3·»7» een drukknop 8, een grendelpen 9 met een kontaktonderdeel 10, alsmede een bevestigingsring 11 voor een lamphouder of dergelijke.
De mantel 1 is in hoofdzaak rechthoekig uitgevoerd, waarbij 30 de breedte ervan is aangepast aan de breedte van een stroomtoevoer-samenstel 12. Dit samenstel is, zoals uit fig. 10 en 11 blijkt, uitgevoerd als een in hoofdzaak U-vormige koker, waarvan de benen aan de binnenzijde zijn voorzien van elektrische geleiders 13·.17·
De geleiders 13» 14 en 16 zijn de fasegeleiders, terwijl 35 de geleider 17 de nulgeleider, en de geleider 15 de aardgeleider is.
De geleiders 13·»17 zijn op de gebruikelijke wijze met de koker verbonden, en ten opzichte daarvan geïsoleerd. Deze geleiders zijn door tussenkomst van evenwijdig aan het grondvlak verlopende en in de holte van de koker uitmondende langsgleuven van binnenuit 8101584 - 7 - toegankelijk.
Nabij de uiteinden van de benen van de koker zijn bijkomen* de gleuven 19 en 20 van verschillende grootte aangebracht, waarin uitsteeksels 21 en 22 van de schaalhelften 2 passen, teneinde een 5 vergrendeling van het verbindingsstuk in de koker te verkrijgen.
De buitenoppervlakken 23 van de koker zijn wigvormig uitgevoerd, en kunnen samenwerken met dienoverkomstig wigvormig uitgevoerde oppervlakken 2b aan de bovenzijde van de mantel 1, teneinde een gedwongen centrering van het verbindingsstuk ten opzichte van de 10 koker te verkrijgen.
Aan de bovenzijde van de mantel 1, waar zich ook de schuine oppervlakken 2½ bevinden, is een holle hals 25 aangevormd, waarvan het inwendige met het inwendige van de mantel 1 in verbinding staat. De breedte van de hals 25 is aangepast aan de kleinste breedte van 15 de doorgang in de koker 12, zodat de hals daarin naar binnen kan worden gestoken.
Door een gleuf in het kopvlak 26 van deze hals steekt de aardkontaktveer 3 naar buiten, terwijl de overige kontaktveren zijdelings uit de hals door gleuven 27·*30 naar buiten steken.
20 Wegens de vormgeving van de hals 25 is deze binnen de koker 12 niet draaibaar. Nabij de bovenzijde van de mantel 1 bezit de hals 25 aan beide zijden een langwerpige gleuf 31 resp. 32, waardoorheen uitsteeksels 21 resp. 22 van de schaalhelften 2 naar buiten kunnen worden bewogen. De helften 2 zijn daarbij in bovenaanzicht ongeveer 25 trapeziumvormig uitgevoerd, en omsluiten een ongeveer rechthoekige holle ruimte, die naar de bodem van de mantel toe open is.
Ter plaatse van de scheidingsvoeg bezitten deze helften elk een verlengstuk 33 resp. 3^i dat door de halsopening aan de bovenzijde van de mantel steekt, en de zijdelingse uitsteeksels 21 resp. 22 30 draagt. De gezamenlijke lengte van deze uitsteeksels 21 en 22 is iets kleiner dan de vrije opening van de hals aan de bovenzijde van de mantel in de richting van de uitsteeksels 21 en 22.
De kontaktveren 3««7 zijn als platte stroken uitgevoerd, waarvan de vrije uiteinden rechthoekig zijn omgezet, zodat zij door 35 de desbetreffende opening 27··30 naar buiten kunnen steken. Voor de aardkontaktveer 3 is een grotere uitsparing in het kopvlak 26 van de hals 25 aangebracht, die een dwarsverschuiving van deze veer toelaat. Deze kontaktveren zijn verder in de verlengstukken 33 resp. 3b ingelaten. Q 1 0 1 5 8 4 «· * - δ -
De fasekontakten 6 en 7 zijn binnen de door de schaalhelften 2 omsloten ruimte aan de bovenzijde rechthoekig naar buiten omgezet, en liggen in aldaar gevormde uitsparingen enigszins verzonken ten opzichte van het bovenzijvlak, waarbij de kontaktpunten 5 van deze kontaktveren 4, 6 en 7 op de omgezette einden op een gemeenschappelijke cirkel rond de as van de grendelpen 9 zijn gelegen.
De schaalhelften 2 liggen in een holte van de mantel 1, waarin zij zowel in de langs- als ook in de dwarsrichting verschuifbaar zijn.
10 Tussen de voorste en achterste randgedeelten van deze helf ten zijn drukveren 35 aangebracht, die door middel van bijbehorende knoppen 37 in de juiste stand worden gehouden. Uitsparingen 37 in de randen van deze schaalhelften zijn zodanig gevormd, dat de helften 2 zonder speling tegen elkaar aan kunnen worden gedrukt.
15 In de mantel 1 is in dezelfde kamer de drukknop 8 aange bracht, die in de langsrichting naar buiten uitsteekt. Deze drukknop bezit een dubbel wigvormig oppervlak 38, terwijl een overeenkomstig oppervlak 39 tegenover de drukknop in de mantel is gevormd.
De oppervlakken 38 en 39 werken bij het indrukken van de 20 drukknop 8 zodanig met de wigvormige uiteinden van de schaalhelften 2 samen, dat bij een geringe verschuiving van deze helften 2 in de richting van de drukkracht de helften 2 naar elkaar toe worden bewogen tegen de kracht van de drukveren 35 in. Daarbij worden tegelijkertijd de met de schaalhelften verbonden kontaktveren 3·*7 in de hals 25 25 ingetrokken.
In deze toestand kan de hals 25 in een koker 12 worden gestoken of daaruit worden verwijderd. Zodra de drukknop 8 wordt losgelaten, worden de helften 2_met de bijbehorende kontakten 3··7 uit elkaar gedrukt. De lengte van de gleuven 27*»30 en van de uitsparing 30 in het kopvlak 26 voor de aardkontaktveer 3 is zodanig, dat de langs-verschuiving van de helften 2 kan plaatsvinden zonder door de gleuven of de kontaktveren te worden gehinderd. De uitsteeksels 21 en 22 van de helften 2 zijn, zoals in fig. 5 is afgebeeld, eveneens afgeschuind.
35 In een tweede kamer van de mantel 1, die onder de bovenge noemde kamer ligt, is het kontaktonderdeel 10 van de grendelpen 9 draaibaar aangebracht. Het boveneinde *t0 van de pen 9 steekt daarbij door een opening in een. bodem M tussen de beide kamers in de door de helften 2 gevormde ruimte. De middellijn van het uiteinde 40 is daar- 8101584 - 9 - bij iets kleiner dan de kleinste breedte van deze bolle ruimte.
De opening in de bodem 4-1 is sleutelgatvormig uitgevoerd, zodat het sleutelvormige kontaktonderdeel 10, dat vast op de schacht van de grendelpen 9 ie aangebracht, alleen dan met de pen 9 tussen 5 de schaalhelften 2 kan worden gestoken, wanneer het de juiste stand ten opzichte van de sleutelgatvormige opening heeft, en de helften 2 uit elkaar zijn geschoven. In deze stand, waarin de grendelpen 9 met het kontaktonderdeel 10 in de asrichting verschuifbaar is, is een op het onderdeel 10 aangebrachte kontakttong 4-2 zodanig gericht, dat 10 deze niet met een van de kontaktpunten van de kontaktveren 4·, 6 en 7 in aanraking kan komen.
Door het insteken van de grendelpen 9, die in de eindstand tussen de gedeelten, die de hals 25 vormen, is gelegen, wordt ook de drukknop 8 geblokkeerd. Het is dan niet mogelijk het verbindingsstuk 15 uit de koker 12 te nemen, en evenmin een zich in deze toestand bevindend verbindingsstuk in de koker te steken.
Door het draaien van de grendelpen 9 met het bijbehorende kontaktonderdeel 10 kan een elektrische verbinding tussen een van de kontaktveren 4-, 6 en 7 en de kontakttong 4-2 tot stand worden gebracht. 20 De grendelpen 9 steekt aan de onderzijde uit de mantel 1 naar buiten, en is aldaar van een handgreep 4-3 voorzien.
Zijdelings van de grendelpen is de mantel van een uitsteeksel 44 voorzien, waarin de bevestigingsring 11 kan worden aangebracht. Deze is van een de draaiing ervan begrenzende aanslag 4-5 voorzien, 25 die met een overeenkomstige schouder in het uitsteeksel 44 overeenkomt. De ring 11 dient voor het vasthouden van een lamphouder of dergelijke, waarvan de elektrische leidingen door de opening van de ring 11 in de mantel 1 naar binnen kunnen worden gevoerd.
De aardleiding van deze lamphouder of dergelijke wordt bij 30 4-6 met de kontaktveer 3 verbonden. De nulleiding wordt bij 4-7, en de faseleiding bij 48 met de dienovereenkomstige kontaktveer verbonden.
De beide helften van de mantel worden door middel van een schroef of een klinknagel bij 4-9 met elkaar verbonden. Alle delen van de mantel 1, de schaalhelften 2, de pen 3i de bevestigingsring 11 en 35 de drukknop 8 bestaan uit elektrisch isolerend materiaal, bijvoorbeeld een kunststof. Alleen de elektrische kontaktonderdelen zijn uit geleidend materiaal vervaardigd.
Het uiteinde 40 van de grendelpen 9 is van drie in de asrichting verlopende ribben 50 voorzien, die in de ingeschoven toestand 8101584 - 10 - in overeenkomstige gleuven 41 van een ringvormige geleiding in de hals 25 kunnen grijpen, zodra een kontaktstand is bereikt.
Daar de geleiders 13 en 14- resp. 16 en 17 symmetrisch in de koker 12 zijn aangebracht, zijn de lengten van de overeenkomstige 3 kontaktveren en 5 resp. 6 en 7 ook gelijk.
Binnen het kader van de uitvinding zijn nog vele wijzigingen mogelijk.
8101584

Claims (13)

1. Elektrisch, verbindingsstuk voor het verbinden van een ver-bruikstoestel met een stroomtoevoersamenstel, dat zijdelings in een holte aangebrachte elektrische geleiders omvat, die naar de holte toe niet zijn geïsoleerd, en door middel van een van de holte uit-5 gaande en naar buiten toe open gleuf of dergelijke voor het verbindingsstuk voor het vormen van een elektrische verbinding toegankelijk zijn, waarbij verder de met de geleiders van dit samenstel te verbinden kontaktveren van het verbindingsstuk bij het insteken daarvan in dit samenstel binnen de mantel van het verbindingsstuk moeten zijn 10 teruggetrokken, alvorens het in de gleuf van het samenstel naar binnen kan worden gestoken, en pas na het in de juiste stand plaatsen van het verbindingsstuk in de holte naar buiten kunnen worden verplaatst om met de overeenkomstige geleiders in aanraking te worden gebracht, waarbij verder een fasekeus bij een meerfasig toevoersamenstel pas 15 na het tot stand komen van een elektrische verbinding tussen de aard-kontaktveer van het verbindingsstuk met de aardgeleider, en van de nulkontaktveer met de nulgeleider kan plaatsvinden, met het kenmerk, dat de kontaktveren (4, 6, 7) van het verbindingsstuk, die met fasegeleiders (13* .14 16) dienen te worden verbonden, met een 20 binnen de mantel van het verbindingsstuk (1) draaibaar aangebracht en elektrisch met het verbruikstoestel verbonden verend kontaktonder-deel (10, 4-2) naar keuze in aanraking kunnen komen, wanneer alle kontakten (3* 4, 5* 6» 7) van het verbindingsstuk met de overeenkomstige geleiders (13, 14, 15, 16, 17) van het toevoersamenstel (12) in 25 aanraking zijn gekomen, en dat het intrekken van de kontaktveren (3* 4, 5* 6» 7) van het verbindingsstuk pas dan kan plaatsvinden, wanneer de verbinding tussen het kontaktonderdeel (10, 42) en een bijbehorende kontaktveer (4, 6, 7) is uitgesloten.
2. Verbindingsstuk volgens conclusie 1, met het kenmerk, 30 dat binnen de mantel (1) van het verbindingsstuk de kontaktveren (3* 4, 5* 6, 7) op twee schaalhelften (2) zijn aangebracht, die dwars ten opzichte van hun scheidingsvlak zodanig verschuifbaar zijn, dat in de ene eindstand, wanneer deze helften tegen elkaar aan liggen, de kontakten (3, 4, 5* 6, 7) zijn ingetrokken, terwijl in de andere 35 eindstand, wanneer de helften (2) de grootst mogelijke afstand van elkaar hebben, deze kontakten door in overeenkomstige punten van de mantel (1) aangebrachte openingen (27* 28, 29* 30) naar buiten steken, 81 01 584 - 12 - dat een grendelpen (9) is aangebracht, die uitsluitend wanneer de helften (2) uit elkaar zijn gedrukt tussen deze helften (2) kan worden gestoken om deze te vergrendelen, welke pen het kontaktonderdeel (10, 42) draagt, welke pen (9) alleen in een zodanige stand van dit 5 onderdeel (10, 42) ten opzichte van de kontaktveren (4, 6, 7) verschuifbaar is, dat deze buiten de verplaatsingsweg van het .kontaktonderdeel (10, 42) liggen, en dat de fasekeus resp. het kontakt tussen het kontaktonderdeel (10, 42) en een kontaktveer (4, 6, 7) door draaiing van de grendelpen (9) rond de langsas daarvan kan plaats-10 vinden, waarbij na draaiing van deze pen (9) uit de kontaktvrije stand de verschuivingsmogelijkheid van de grendelpen (9) is opgeheven.
3· Verbindingsstuk volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de schaalhelften (2) door middel van tenminste een uit de mantel (1) naar buiten stekende drukknop (8) tegen de kracht van 13 tenminste een tussen de helften (2) aangebrachte drukveer (33) naar elkaar toe kunnen worden bewogen, totdat zij tegen elkaar aan komen te liggen.
4. Verbindingsstuk volgens conclusie 3i net het kenmerk, dat de schaalhelften (2) in de langsrichting aan de uiteinden wig-20 vormig zijn uitgevoerd, en dat de drukknop (8) dienovereenkomstige wigvormige oppervlakken (38) bezit.
5 Verbindingsstuk volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat twee drukknoppen (8) aan tegenovergestelde uiteinden van de mantel zijn aangebracht, die elk op een wigvormig uiteinde van de 23 schaalhelften (2) kunnen inwerken.
6. Verbindingsstuk volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de schaalhelften (2) behalve in de dwarsrichting ook in de langsrichting verschuifbaar zijn, waarbij slechts een drukknop (8) is aangebracht, terwijl aan de daarvan afgekeerde zijde in de 30 mantel overeenkomstige wigvormige oppervlakken zijn aangebracht, zodat bij het indrukken van de knop (8) een langsversehuiving van de schaalhelften (2) zal plaatsvinden. 7* Verbindingsstuk volgens een-van de conclusies 2. .6, met het kenmerk, dat de schaalhelften (2) van aangevorrade uitsteek-35 seis (21, 22) zijn voorzien, die in de-uiteengeschoven stand door openingen in-de mantel naar buiten steken, en in overeenkomstige uitsparingen (19, 20) van het stroomtoevoersamenstel (12) passen.
8. Verbindingsstuk volgens conclusie 7» met h e t-k e n m e r k, dat de uitsteeksels (21, 22) een verschillende vorm bezitten. 8101584 - 13 -
9· Verbindingsstuk volgens een van de conclusies 2·*8, met bet kenmerk, dat in de mantel beneden het scheidingsvlak tussen de schaalhelften (2) een tussenbodea (4l) is aangebracht, waardoorheen de grendelpen (9) kan worden gestoken, welke tussenbodem (41) 5 een sleutelgatvormige-uitsparing heeft, terwijl de grendelpen (9) sleutelvormige uitsteeksels bezit, die zodanig zijn gelegen, dat de verschuiving van het op de grendelpen (9) aangebrachte kontaktonderdeel (10) tijdens de verplaatsing van deze uitsteeksels door de uitsparing buiten het gebied van de aan de helften (2) aangebrachte 10 kontaktveren (4, 6, 7) blijft·
10. Verbindingsstuk volgens conclusie 9» met het kenmerk, dat het kontaktonderdeel (10) een kontakttong (42) omvat, die op de naar de schaalhelften (2) gekeerde bovenzijde van een uitsteeksel van de grendelpen (9) is aangebracht, terwijl de op de helften (2) 15 aangebrachte kontaktveren (4, 6, 7) in een daaraan evenwijdig oppervlak van de schaalhelften (2) verlopen, zodat door draaiing van de grendelpen (9) een kontaktkeus kan worden uitgevoerd.
11. Verbindingsstuk volgens een van de conclusies 2..10, met het kenmerk, dat de schaalhelften (2) elk een halfcirkelvormig 20 geleidingsoppervlak voor een rond uiteinde (40) van de grendelpen (9) bezitten, welke oppervlakken bij uiteengeschoven helften (2) en een ingestoken grendelpen (9) met dit uiteinde (40) van de pen (9) in aanraking komen, welke oppervlakken van in de asrichting verlopende gleuven (51) zijn voorzien, terwijl het uiteinde (40) van de pen 25 van overeenkomstige ribben (50) is voorzien, die in de verschillende kontaktstanden met overeenkomstige gleuven in aangrijping kunnen komen.
12. Verbindingsstuk volgens een van de conclusies 2..11, met het kenmerk, dat de grendelpen (9) aan het buiten de mantel (1) 30 uitstekende uiteinde van een handgreep (43) is voorzien.
13· Verbindingsstuk volgens een van de conclusies 2..12, met het kenmerk, dat de ene schaalhelft (2) een nulkontaktveer (5), een aardkontaktveer (3) en een fasekontaktveer (4) draagt, terwijl de andere helft (2) de beide andere fasekontaktveren (6, 7) draagt, wel-35 ke veren in overeenstemming met de ligging van de geleiders in het toevoersamenstel (12) een verschillende lengte hebben, een en ander zodanig, dat de rechthoekig omgezette uiteinden ervan, die door dienovereenkomstige mantelopeningen (27, 28, 29, 30) naar buiten steken, met de bijbehorende geleider van-het samenstel (12) in aanraking kun- 8101584 -1½ - nen worden gebracht· 1½. Verbindingsstuk volgens een van de conclusies 2..15, met het kenmerk, dat de mantel (1) uit twee symmetrische helften bestaat, terwijl de schaalhelften~(2) eveneens symmetrisch zijn, waar-5 bij het scheidingsvlak tussen de-symmetrische helften in de langs-richting verloopt, en tevens het symmetrievlak vormt.
15· Verbindingsstuk volgens een van de conclusies 1..1^, met het kenmerk, dat het toevoersamenstel (12) kokervormig is, en van de insteekgleuf (19) begrenzende wigvormige oppervlakken (25) is 10 voorzien, en dat de oppervlakken (2½) van de mantel (1) van het verbindingsstuk, die naar deze wigvormige oppervlakken zijn gekeerd, dienovereenkomstig wigvormig zijn uitgevoerd, teneinde bij het insteken in de gleuf (19) van dit samenstel (12) een centrering te verkrijgen. . ^ 81 01 584
NL8101584A 1980-04-03 1981-03-31 Elektrisch verbindingsstuk. NL8101584A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3013004 1980-04-03
DE19803013004 DE3013004C2 (de) 1980-04-03 1980-04-03 Elektrisches Verbindungsstück

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8101584A true NL8101584A (nl) 1981-11-02

Family

ID=6099212

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8101584A NL8101584A (nl) 1980-04-03 1981-03-31 Elektrisch verbindingsstuk.

Country Status (4)

Country Link
AT (1) AT378866B (nl)
CH (1) CH653181A5 (nl)
DE (1) DE3013004C2 (nl)
NL (1) NL8101584A (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2578109B1 (fr) * 1985-02-25 1987-04-10 Willemann Claude Canalisation electrique rigide pour l'alimentation d'appareils mobiles ou stationnaires
IT8620584V0 (it) * 1986-01-23 1986-01-23 Teknolit Srl Dispositivo per l'alimentazione elettrica di apparati utilizzatori funzionanti a bassa tensione di sicurezza.
SE452530B (sv) * 1986-12-08 1987-11-30 Harald Widell Anslutningsdon
FI84002C (fi) * 1989-11-15 1991-09-25 Neste Oy Ledningsskena.
ITUA20161482A1 (it) * 2016-03-09 2017-09-09 A A G Stucchi S R L Adattatore perfezionato di supporto e collegamento di apparecchi di illuminazione a binari elettrificati e gruppo di illuminazione impiegante lo stesso

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2104274A1 (de) * 1970-02-03 1971-08-12 Nokia Oy Ab Anschlußstecker
BE781303A (fr) * 1971-03-29 1972-07-17 Rotaflex Ltd Adaptateur pour installation d'eclairage a points de branchement mobiles des appareils.
DE2129432A1 (de) * 1971-06-14 1972-12-21 Staff & Schwarz Gmbh Adapter fuer Stromabnehmer,wie Leuchten,elektrische Geraete od.dgl.
DE2234435C2 (de) * 1971-08-03 1983-04-28 Staff GmbH & Co KG, 4920 Lemgo Überbrückungsadapter für Stromverteilerschienen
DE2210516A1 (de) * 1972-03-04 1973-09-13 Staff & Schwarz Gmbh Adapter fuer stromschienen
DE7222760U (de) * 1972-06-19 1972-10-12 Fa A Kinkeldey Adapter für Stromverteilerschienen
DE7520978U (de) * 1975-07-02 1975-10-30 Hoffmeister Leuchten Kg Adapter für eine dreipolige Stromschiene

Also Published As

Publication number Publication date
ATA113381A (de) 1985-02-15
DE3013004A1 (de) 1981-10-08
CH653181A5 (en) 1985-12-13
AT378866B (de) 1985-10-10
DE3013004C2 (de) 1983-06-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4283102A (en) Electric socket-outlet
US4332432A (en) Low insertion force connector assembly
US3539976A (en) Coaxial connector with controlled characteristic impedance
US4979913A (en) Electrical connector with hinged secondary lock
US3281756A (en) Coaxial cable connector
US3781763A (en) Plugboard system
US3754205A (en) Protected connector plug
JP2004507055A (ja) 電気プラグコネクタ
GB2064236A (en) Electrical connector for a coaxial cable
US4719789A (en) Crimping tool
US3831133A (en) Electrical connector with modular grooves
CN102570189A (zh) 用于大形状系数功率连接器的活动接地销针
US5033974A (en) Plug connector device for telecommunication and data systems
US2383909A (en) Electrical connector
US4445738A (en) Locking device for electrical plugs
US4778397A (en) Track lighting system and connecting plug with sliding lock
US8956174B2 (en) Electrical receptacle having locking elements and a divider
NL8101584A (nl) Elektrisch verbindingsstuk.
US7575472B1 (en) Connector adapted for mounting to panel
CA2095685C (en) High density cable connector assembly
US3066276A (en) Self locking receptacle and plug for electrical wiring devices
US4040698A (en) Electrical safety outlet and plug
EP2148397B1 (en) Plug connector assembly
US3061810A (en) Electrical outlet strip assembly
US4285563A (en) Cable connector and cap shoes therefor

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: KOTZOLT-LEUCHTEN L. & G. KOTZOLT GMBH & CO. KG

BA A request for search or an international-type search has been filed
BV The patent application has lapsed