NL8101386A - ROTARY MOWER WITH CRUSHING DEVICE. - Google Patents

Description

* * .* τ • ' 70 IÊ19* *. * τ • '70 IÊ19

Betr.: Hotormaaimaehine met kneusinrichting.Reg .: Hotormaaimaehine with conditioner.

Dë uitvinding heeft betrekking op een rotormaaimachine met kneusinrichting, in het bijzonder voor grote werkbreedtes, voor het oogsten van veldgewas en gras.The invention relates to a rotary mower with a conditioner, especially for large working widths, for harvesting field crops and grass.

Er zijn vele rotormaaimachines bekend, welke veelal met middelen 5 voor het kneuzen van de oogst uitgerust zijn.Many rotor mowers are known, which are often equipped with means 5 for crushing the harvest.

Uit het Duitse Offenlegungsschrift 2b 21 101 is een rotormaai- machine met van boven via een aandrijving aangedreven snijrotoren bekend, waarbij de aandrijvingen onderling door aandrijfassen verbonden zijn en een kneusinrichting achter de snijrotoren nagenoeg over de % 10 gehele verkbreedte is aangebracht. De snijrotoren zijn vast aan het frame van de rotormaaimachine bevestigd. De kneusinrichting is via een extra raam op het frame aangesloten en wordt vanaf het einde van de aandrijving van de snijrotoren via een riemaandrijving aangedreven.German Offenlegungsschrift 2b 21 101 discloses a rotor mower with cutting rotors driven from above by a drive, wherein the drives are mutually connected by drive shafts and a conditioner behind the cutting rotors is arranged substantially over the entire width. The cutting rotors are fixed to the frame of the rotor mower. The conditioner is connected to the frame via an additional frame and is driven by a belt drive from the end of the cutting rotor drive.

Boven de kneusinrichting is een kap met scheurgereedschap aangebracht, 15 welke voor het verbeteren van het kneuseffect van de inrichting dient.Above the crushing device, a cap with tearing tool is provided, which serves to improve the crushing effect of the device.

In het Duitse Offenlegungsschrift 26 00 082 is een rotormaaimachine met kneusinrichting beschreven, waarbij de kneusinrichting boven de van onder af via een meertrapsaandrijving aangedreven snijrotoren over hun gehele werkbreedte vast is aangebracht. Een verdeeldrijfwerk 20 drijft bij deze oplossing enerzijds de kneusinrichting en anderzijds het drijfwerk voor de snijrotoren aan. Het gereedschap van de kneusinrichting is op assen, welke evenwijdig aan die van de kneusinrichting lopen, vrij draaiend bevestigd.:· _tGerman Offenlegungsschrift 26 00 082 describes a rotary mower with a conditioner, wherein the conditioner is fixed over the entire working width above the cutting rotors driven by a multistage drive. In this solution, a distribution gear 20 drives the conditioner on the one hand and the gear for the cutting rotors on the other hand. The tool of the conditioner is mounted on rotating shafts parallel to those of the conditioner and rotates freely.

Hadelig bij de genoemde oplossingen is de grote behoefte aan 25 plaats voor de kneusinrichting en de grote massa van de rotormaaimachine. Door het aanbrengen van de kneusinrichting over de gehele werkbreedte ontstaat een grote behoefte aan vermogen en door de aandrijving van de kneusinrichting door middel van een extra drijfwerk hebben deze oplossingen een slechter rendement. Nadelig bij deze oplossingen werkt ook 30 bij grote werkbreedte de stijve opstelling van de snijrotoren in het frame. Daardoor is een voldoend volgen van oneffenheden in de bodem onmogelijk. Uit het Duitse Offenlegungsschrift 17 82 238 zijn echter rotormaaimachines bekend, waarbij dit nadeel door afzonderlijke in hoogterichting verstelbaar aangebrachte snijrotoren ondervangen 35 is.A disadvantage of the said solutions is the great need for space for the conditioner and the large mass of the rotor mower. The application of the conditioner across the entire working width creates a great need for power and the drive of the conditioner by means of an additional gearbox gives these solutions a poorer efficiency. A disadvantage of these solutions is the rigid arrangement of the cutting rotors in the frame, even with a large working width. This makes it impossible to follow irregularities in the soil sufficiently. However, rotor mowers are known from German Offenlegungsschrift 17 82 238, this drawback being obviated by separate cutting rotors arranged in height direction.

8101386 * Tj -2-8101386 * Tj -2-

De uitvinding heeft tot doel de ophouv van een rotormaaimachine met kneusinrichting te vereenvoudigen en plaatsbesparend uit te voeren, alsmede het rendement te verbeteren waardoor het opgenomen vermogen lager wordt.The object of the invention is to simplify the maintenance of a rotor mower with a conditioner and to make it space-saving, as well as to improve the efficiency, thereby reducing the power consumption.

5 Aan de uitvinding ligt het probleem ten grondslag een rotormaai machine met kneusinrichting te verschaffen, welke geen extra aandrijf-organen voor de kneusinrichting benodigt en waarbij de snijrotoren en de kneusinrichting tot een bouwgroep verenigd zijn.The invention is based on the problem of providing a rotor mowing machine with a conditioner, which does not require additional drive means for the conditioner and in which the cutting rotors and the conditioner are united to form a construction group.

Volgens de uitvinding wordt dit bereikt, doordat tussen de aan-10 drijvingen, welke op bekende wijze de snijrotoren van boven af aandrijven en onderling door aandrijfassen verbonden zijn, boven het invoerbe-reik van de snijrotoren kneusinrichtingen aanwezig zijn, welke centrisch om de de aandrijving verbindende drijfassen aangebracht zijn. De kneusinrichtingen bestaan uit flenzen, welke met de einden van de aan-15 drijfassen van de aandrijving vast verbonden zijn en uit de gereedschap dragende assen. De assen zijn daarbij buiten het midden en op dezelfde radiale afstand, t.o.v. de einden van de aandrijfassen van het drijfwerk in de flenzen gelegerd.According to the invention this is achieved in that, between the drives, which drive the cutting rotors from above in a known manner and are mutually connected by drive shafts, there are crushing devices above the input range of the cutting rotors, which centers centrally around the drive connecting drive shafts are fitted. The conditioners consist of flanges, which are fixedly connected to the ends of the drive shafts of the drive and from the tool-carrying shafts. The shafts are mounted in the flanges off-center and at the same radial distance from the ends of the drive shafts.

Bij de rotormaaimachine werken twee naburige snijrotoren in 20 tegengestelde zin samen, zodat de oogst tussen de beide snijrotoren getrokken en naar achteren getransporteerd wordt. Boven dit invoer-bereik roteert een kneusinrichting. De aandrijving van de kneusinrichting geschiedt daarbij via de vaste verbinding van de flenzen met de einden van de aandrijfassen van het drijfwerk.In the rotary mower, two neighboring cutting rotors work together in opposite directions, so that the harvest is drawn between the two cutting rotors and transported backwards. A conditioner rotates above this input range. The crushing device is then driven via the fixed connection of the flanges to the ends of the drive shafts.

25 In het bijzonder bij afzonderlijk in hoogterichting verstelbaar aangebrachte snijrotoren, waarvan de aandrijving via scharnierassen met elkaar verbonden zijn, zijn de assen in de flenzen draaibaar en begrensd verschuifbaar gelegerd. Daardoor kunnen de bij het volgen van de bodem optredende stand- en afstandsverandérirrgen tussen de 30 snijrotoren, respectievelijk de daarbij behorende flenzen vereffend worden. Doelmatig zijn de flenzen aan de zijde van de aandrijving en aan hun omtrek door een vast staande mantel omgeven. Daardoor kan de oogst niet tussen het drijfwerk en de flens getrokken worden. Voorts is het voordelig, aan de bovenzijde van het drijfwerk geleidingsplaten 35 aan te brengen, welke in de rijrichting gezien naar achteren buiten het 8101386 * -3- drijfwerk verlengd zijn en dus afzettingen van de oogst op de drijfwerken en ophangingen daarvan verhinderen.The shafts in the flanges are pivotable and limitedly displaceably mounted, in particular with cutting rotors arranged separately in height direction, the drive of which are connected to one another via pivot shafts. As a result, the position and distance change rings occurring between the cutting rotors and the associated flanges occurring when the bottom is followed. The flanges on the drive side and on their circumference are expediently surrounded by a fixed jacket. As a result, the harvest cannot be drawn between the gear and the flange. Furthermore, it is advantageous to provide guide plates 35 on the top of the gear, which are extended in the direction of travel rearwardly outside the gear and thus prevent deposits from harvesting on the gears and suspensions thereof.

Door de door de uitvinding gegeven oplossing is een plaatsbesparende opstelling van de kneusinrichting in de rotormaaimachine door 5 het verenigen van de kneusinrichting met de snijrotoren en de aandrijving tot een bouvgroep mogelijk.The solution provided by the invention enables a space-saving arrangement of the crushing device in the rotary mower by combining the crushing device with the cutting rotors and the drive to form a bouv group.

Voorts wordt een extra aandrijving voor de kneus inrichting'."bespaard. Daardoor wordt het rendement, in het bijzonder bij rotormaai-machines met een grote werkbreedte, verbeterd. Met de opstelling van 10 de kneusinrichting volgens de uitvinding in de bouwgroep van de snijrotoren wordt een aanzienlijke vermindering van de massa en gelijktijdig een vermindering van het opgenomen vermogen van de rotormaai-machine bereikt.Furthermore, an additional drive for the crushing device is saved. This improves the efficiency, in particular with rotary mowing machines with a large working width. With the arrangement of the crushing device according to the invention in the assembly group of the cutting rotors, a significant reduction in mass and at the same time a reduction in the power consumption of the rotary mower.

De uitvinding wordt onder verwijzing naar de tekening nader toe-15 gelicht. Daarin toont: fig. 1 een vereenvoudigd bovenaanzicht van de rotormaaimaehine volgens de uitvinding bij verwijderde kap; fig. 2 een zijaanzicht van een doorsnede volgens fig. 1; en fig. 3 een detail X volgens fig. 1.The invention is further elucidated with reference to the drawing. In the drawing: Fig. 1 shows a simplified top view of the rotor mowing machine according to the invention with the cover removed; fig. 2 shows a side view of a section according to fig. 1; and Fig. 3 shows a detail X according to Fig. 1.

20 Aan een frame 1 is door middel van een pen 2 een schommel 3, welke vast met een aandrijving U, in het bijzonder een kegelwielaandrijving, verbonden is, verticaal zwenkbaar bevestigd. Aan de uitgang van het drijfwerk h aan de bodemzijde is een snijrotor 5 aangebracht. Yoor het ontlasten van de snijrotor 5 is een trekveer 6 tussen een lip 7 25 van de schommel 3 en een tegenligger 8 in bat frame 1 gespannen. Aan het frame 1 zijn op de beschreven wijze een aantal snijrotoren 5» doelmatig steeds in een even aantal, aangebracht. De aandrijving van de snijrotoren 5 wordt tussen de drijfwerken door aandrijfassen 9 overgedragen.A swing 3, which is fixedly connected to a drive U, in particular a bevel gear drive, is pivotally mounted vertically on a frame 1 by means of a pin 2. A cutting rotor 5 is arranged at the output of the gearbox h on the bottom side. For relieving the cutting rotor 5, a tension spring 6 is tensioned between a lip 7 of the swing 3 and an oncoming member 8 in bat frame 1. In the manner described, a number of cutting rotors 5 are expediently arranged in an even number on the frame 1. The drive of the cutting rotors 5 is transferred between the gears by drive shafts 9.

30 Boven het invoerbereik van de snijrotoren 5 zijn met de einden 10 van de aandrijfassen van de aandrijving U flenzen 11 vast verbonden en in de flenzen 11 zijn buiten het midden en centrisch, t.o.v. de einden 10 van de aandrijfassen assen 12 draaibaar en beperkt verschuifbaar gelegerd. Door deze legering van de assen 12 worden afstandsver-35 anderingen tussen de flenzen 11 bij het lichten van de snijrotor 5 als 8101386 -1+..Above the input range of the cutting rotors 5, flanges 11 are fixedly connected to the ends 10 of the drive shafts of the drive U, and in the flanges 11, shafts 12 are pivotable and centered relative to the ends 10 of the drive shafts. . Due to this alloy of the shafts 12, distance changes between the flanges 11 when the cutting rotor 5 is lifted become 8101386-1 +.

m- — gevolg van oneffenheden in de grond, -vereffend. De assen 12 dragen gereedschap 13. De flenzen 11 met de assen 12 en het gereedschap 13 vormen de kneusinrichting lU. Voor het opvoeren van het kneuseffect is "boven de rotatiecirkel van het gereedschap 13 een kap 15 aangehracht. De 5 voorste afsluiting van de kap 15 wordt gevormd door een stootplaat l6. Aan het drijfwerk k zijn mantels 17 als bescherming bevestigd, welke de flenzen 11 aan hun omtrek en t.o.v. het drijfwerk ij- afdekken. Aan de bovenzijde van het drijfwerk ^ zijn geleidingsplaten in de rijrichting gezien naar achteren tot buiten het drijfwerk U uitstekend 10 en de schommels3 met de trekveren afdekkend vastgeschroefd. De aandrijving van -de snijrotoren 5 en de kneusinrichting lU geschiedt vanaf de zijkant door een riemaandrijving 19· 8101386 -5-m - - due to unevenness in the ground, - equalized. The shafts 12 carry tool 13. The flanges 11 with the shafts 12 and the tool 13 form the crushing device 1U. To increase the crushing effect, "a cap 15 is fitted above the rotation circle of the tool 13. The front closure of the cap 15 is formed by a baffle plate 16. Casings 17 are attached to the gear unit k, protecting the flanges 11 cover the circumference and relative to the gearbox. the conditioner lU is operated from the side by a belt drive 19 · 8101386 -5-

Samenvatting van de gebruikte verwijzingscijfers 1, Frame 2, pen 3 schommel h drijfwerk 5 snijrotor 6 trekveer T lip 8 tegenlager 9 aandrijfassen 10 einden van de aandrijfassen 11 flens 12 as 13 gereedschap lii kneusinrichting 15 kap 16 stootplaat 17 mantel 18 geleidingsplaat 19 riemaandrijving 8101386Summary of reference numbers used 1, Frame 2, pin 3 swing h gear 5 cutting rotor 6 tension spring T lip 8 counter bearing 9 drive shafts 10 ends of the drive shafts 11 flange 12 shaft 13 tools lii conditioner 15 hood 16 baffle plate 17 casing 18 guide plate 19 belt drive 8101386

Claims (3)

1. Rotormaaimachine met kneusinrichting en van boven via drijfwerken aangedreven snijrotoren, waarbij de aandrijvingen met aandrijfassen verbonden zijn, met het kenmerk, dat boven het invoer bereik van de snijrotoren (5) tussen de drijfwerken (k) centrisch om de aandrijfassen (9) 5 kneusinrichtingen (1*0 aangebracht zijn, welke uit flenzen (ll), welke met de einden (10) van de aandrijfassen van het drijfwerk (U) vast verbonden zijn, en uit in de flenzen (ll) buiten het midden en op dezelfde radiale afstand t.o.v. de einden (lO) van de aandrijfassen van het drijfwerk (U) gelegerde assen (12), waarop gereedschap (13) 10 is aangebracht, bestaan.1. Rotary mower with conditioner and cutting rotors driven from above by gears, the drives being connected to drive shafts, characterized in that above the input range of the cutting rotors (5) between the gears (k) centrically around the driving shafts (9) 5 crushing devices (1 * 0), which consist of flanges (II), which are fixedly connected to the ends (10) of the drive shafts of the gear (U), and out into the flanges (II) off-center and on the same radial distance from the ends (10) of the drive shafts of the gear (U) alloy shafts (12) on which tool (13) 10 is mounted. 2. Rotormaaimachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat bij afzonderlijke, in hoogterichting veranderlijke snijrotoren (5) de assen (12) in de flenzen (ll) draaibaar en beperkt verschuifbaar gelegerd zijn. 15Rotor mower according to claim 1, characterized in that with separate cutting rotors (5) which can change in height, the shafts (12) in the flanges (11) are rotatably mounted and limited displaceable. 15 3. Rotormaaimachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de flenzen (ll) aan de zijde van.het drijfwerk (*0 en aan hun ontrek door een vaststaande mantel (17) omgevsuzijn. ' k. Rotormaaimachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat aan de bovenzijde van het drijfwerk' (*0 geleidingsplaten (l8), welke 20 in de rijrichting naar achteren tot buiten het drijfwerk (*0 verlengd zijn, vast zijn aangebracht. 81 01 385Rotor mower according to claim 1, characterized in that the flanges (11) on the side of the gear (0) and on their extraction are surrounded by a fixed jacket (17). The rotor mower according to claim 1, having the characterized in that the top of the gearbox (* 0 guide plates (18), which are extended in the direction of travel to the rear beyond the gearbox (* 0), are fixed. 81 01 385