NL8100896A - FIELD CHOPPER. - Google Patents

Description

-1- 21753/CV/tl-1- 21753 / CV / tl

Aanvrager: John Deere S.A. te Fleury-Les-Aubrais, Frankrijk.Applicant: John Deere S.A. at Fleury-Les-Aubrais, France.

Korte Aanduiding: Veldhakselaar.Short Designation: Forage harvester.

5 De uitvinding heeft betrekking op een veldhakselaar voor mais of dergelijke met een een schoepenrad omvattende blaastransporteur, waarvan de schoepen aan hun het materiaal belastende zijde met uitsteek” seis zijn uitgerust.The invention relates to a forage harvester for maize or the like with a blower conveyor comprising a blade wheel, the blades of which are equipped with protrusion on their material-loading side.

Bij een dergelijke uit het Amerikaanse octrooischrift 4.049.204 10 bekende veldhakselaar is de blaastransporteur gelijktijdig uitgevoerd als messentrommel en zijn op de oppervlakken van de schoepen verklei-ningsmessen aangebracht. De verkleiningsmessen dienen om het materiaal zoals hooi in kleine delen te snijden.In such a forage harvester known from United States Patent Specification 4,049,204, the blower conveyor is simultaneously designed as a knife drum and on the surfaces of the blades are cut blades. The shredding knives serve to cut the material such as hay into small parts.

Met de uitvinding wordt beoogd de oppervlakken van de schoepen 15 zodanig uit te voeren,dat daarop botsende maïskorrels worden gebroken en verder een knikeffect voor het beter toebereiden optreedt.The object of the invention is to design the surfaces of the blades 15 in such a way that maize kernels colliding with them are broken and further a kinking effect for better preparation occurs.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat de uitsteeksels zijn uitgevoerd als slagelementen met stomphoekig oppervlak. Op deze wijze kunnen tegen de slagelementen botsende maïskorrels worden ge-20 broken ,zodat zij bij het opnemen van voer beter verteerbaar zijn. Gelijktijdig treedt bij het maismateriaal een knikeffect op,zodat het beter toe te bereiden is.According to the invention, this can be achieved in that the protrusions are designed as impact elements with an obtuse-angled surface. In this way, corn kernels that collide with the impact elements can be broken so that they are more digestible when the feed is taken up. At the same time, a kinking effect occurs with the corn material, so that it is easier to prepare.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van enige in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeelden van de 25 constructie volgens de uitvinding.The invention will be explained in more detail below with reference to some exemplary embodiments of the construction according to the invention shown in the accompanying figures.

Fig. 1 toont een zelfrijdende veldhakselaar voor mais, gedeeltelijk in aanzicht en gedeeltelijk in doorsnede.Fig. 1 shows a self-propelled forage harvester for corn, partly in elevation and partly in section.

Fig. 2 toont in perspectief een deel van een blaastransporteur.Fig. 2 shows in perspective a part of a blow conveyor.

Fig. 3-6 tonen uitvoeringsmogelijkheden voor de opstelling van 30 de slagelementen.Fig. 3-6 show options for arranging the striking elements.

De in fig.1 afgebeelde veldhakselaar voor mais omvat een hoofdgestel 10 en een tweetal rechts en links van het gestel aangebrachte aan-drijfwielen,waarvan slechts het linker aandrijfwiel 2 is afgeheeld.The maize forage harvester shown in fig. 1 comprises a main frame 10 and two driving wheels arranged on the right and left of the frame, of which only the left driving wheel 2 is tilted.

De aandrijfwielen zijn draaibaar op de uiteinden van een ter wille van de 35 eenvoud in de figuur iiet nader weergegeven as aangesloten. Deze as strekt zich dwars in het voorste gedeelte van het hoofdgestel 10 uit. Het achter- 81 0089 6 2- 21753/CV/tl ste deel van het gestel is afgesteund op een tweetal stuurbare wielen, waarvan in de figuur slechts het rechter wiel 14 is afgebeeld. Een verbrandingsmotor 16 is op het achterste gedeelte van het hoofdgestel 10 aangebracht en dient voor de aandrijving van de aangedreven wielen en eveneens voor de aandrijving van de verschillende onderdelen van de oogstmachine. Een bestuurdersplaats 18 is tussen de aangedreven wielen 12 en de bestuurbare wielen 14 aangebracht en alle functeis van de machine kunnen vanuit deze bestuurdersplaats 18 gestuurd worden.The drive wheels are rotatably connected to the ends of a shaft which is not shown in more detail in the figure for the sake of simplicity. This shaft extends transversely in the front portion of the main frame 10. The rear part of the frame is supported on two steerable wheels, of which only the right wheel 14 is shown in the figure. A combustion engine 16 is mounted on the rear portion of the main frame 10 and serves to drive the driven wheels and also drive the various parts of the harvester. A driver's seat 18 is arranged between the driven wheels 12 and the steerable wheels 14 and all functions of the machine can be controlled from this driver's seat 18.

De oogstmachine is uitgerust met een zich dwars op de langsas van de machine uitstrekkende messentrommel 20,welke voor aan het hoofdgestel 10 is aangebracht en is afgedekt door een huis 22. De messentrommel is van gebruikelijke opbouw en omvat een aantal messen 24,die zijn aangebracht op een dwarsas 26 en met deze as mee ronddraaien tijdens bedrijf.The harvester is equipped with a knife drum 20 extending transversely to the longitudinal axis of the machine, which is mounted at the front of the main frame 10 and is covered by a housing 22. The knife drum is of conventional construction and comprises a number of knives 24, which are arranged on a transverse axis 26 and rotate with this axis during operation.

De einden van de dwarsas 26 strekken zich uit door zijwanden,waarvan slechts een wand 28 is weergegeven,en zijn daarbij in deze wanden gelegerd. De zijwanden vormen tesamen met een bovenzijde 30 en een onderzijde 32 het huis 22. Het huis 22 is naar voren toe open uitgevöerd om daar het halmvormige materiaal op te kunnen nemen.The ends of the transverse axis 26 extend through side walls, only one wall 28 of which is shown, and are thereby mounted in these walls. The side walls together with an upper side 30 and a lower side 32 form the housing 22. The housing 22 is open to the front in order to receive the culm-like material there.

Een gebruikelijk maisgebit,dat ter wille van de eenvoud in de figuren niet is weergegeven,kan met de voorzijde van het huis worden verbonden en dient daarbij om bijvoorbeeld staand mais van de grond af te snijden en naar achteren in de opening van het huis te transporteren.A conventional corn bite, not shown in the figures for the sake of simplicity, can be connected to the front of the housing and serves, for example, to cut standing corn from the ground and to transport it back into the opening of the housing .

Tussen het maisgebit en de messentrommel 20 is een transportinrichting aangebracht,welke bestaat uit een paar boven elkaar gelegen toevoer-walsen 34 en 36 en uit een paar meer naar achteren en boven elkaar gelegen toevoerwalsen 38 en 40. Deze toevoerwalsen werken met elkaar samen en nemen het halmvormige materiaal op, persen dit materiaal en geleiden dit materiaal verder naar de messentrommel 20.A conveyor is provided between the corn bite and the knife drum 20, which consists of a pair of superposed feed rollers 34 and 36 and a few more rear and superposed feed rollers 38 and 40. These feed rollers interact and take the blade-shaped material, press this material and guide this material further to the knife drum 20.

De messen 24 van de messentrommel 20 werken samen met een tegenmes 42,zodat een deel van het halmvormige materiaal telkens bij het achterste einde wordt afgesneden en naar achteren door een opening 44 verder wordt getransporteerd. Nabij de opening is het vooreinde geleger^an een transportinrichting ,welke is voorzien van een tweetal zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende transportvijzels waarvan in de figuur slechts een vijzel 46 is ajgebeeld. Deze vijzels 46 zijn in een huis 48 aangebracht. Tijdens bedrijf nemen de transportvijzels het afgesneden halmvormige 8 1 0 0 89 8 -3- 21753/CV/tl materiaal vanuit het huis 22 van de messentrommel 20 op en transporteren dit naar achteren en een weinig naar boven,waarop dit materiaal ten slotte in een aan de zijkant aangebrachte blaastransporteur 50 wordt afgegeven.The knives 24 of the knife drum 20 cooperate with a counterknife 42, so that a portion of the blade-like material is cut off at the rear end each time and transported further back through an opening 44. Near the opening, the front end is mounted on a conveying device, which is provided with two conveying jacks extending parallel to each other, of which only one screw 46 is shown in the figure. These jacks 46 are mounted in a housing 48. During operation, the conveying jacks take up the cut, culm-shaped 8 1 0 0 89 8-3 21753 / CV / tl material from the housing 22 of the knife drum 20 and transport it backwards and a little upwards, whereupon this material is finally placed in a blow conveyor 50 disposed on the side is dispensed.

5 De blaastransporteur 50 omvat een schoepenwiel 52 met zich radiaal uitstrekkende schoepen. Het schoepenweiel 52 is aangebracht in een huis 54 en - zoals verder uit fig.1 blijkt,verloopt de as van het schoepenwiel evenwijdig aan de as van de messentrommel 20. Het huis 54 is verder voorzien van een althans in hoofdzaak cirkelvormige binnenwand 56 en een bui-10 tenwand 57,waarbij in de binnenwand 56 een opening 58 is aangebracht,zodat het inwendige van het huis 48 met het inwendige van het huis 54 is verbonden. De achtereinden van de vijzels zijn voorzien van zich radiaal uitstrekkende geleidingen 60, die ertoe dienen het halmvormige materiaal, dat het einde van het huis 48 bereikt,dwars door opening 58 in het 15 huis 54 te transporteren.The blower conveyor 50 includes a blade wheel 52 with radially extending blades. The impeller wheel 52 is arranged in a housing 54 and - as further shown in Fig. 1, the shaft of the impeller wheel runs parallel to the axis of the knife drum 20. The housing 54 is further provided with an at least substantially circular inner wall 56 and a outer wall 57, an opening 58 being provided in the inner wall 56 so that the interior of the housing 48 is connected to the interior of the housing 54. The rear ends of the jacks are provided with radially extending guides 60 which serve to transport the culm material reaching the end of the housing 48 transversely through opening 58 in the housing 54.

In het huis 54 wordt het halmvormige materiaal gegrepen door het schoepenwiel 52 en naar boven door een kanaal 62 en verder in een gekromd verlopende afvoergoot 64 getransporteerd. Via de afvoergoot 64 kan het halmvormige materiaal geraken in een verzamelhouder,zoals bijvoorbeeld 20 een gebruikelijke meegetrokken verzamelwagen.In the housing 54, the blade-shaped material is gripped by the impeller wheel 52 and transported upwards through a channel 62 and further into a curved drainage channel 64. Via the discharge trough 64 the culm-shaped material can get into a collection container, such as for instance a conventional pulled collection truck.

Ter wille van de duidelijkheid van de figuren zijn de riemaandrij-vingen voor de aandrijving van de messentrommel 20 en van de blaastransporteur 50 niet afgebeeld.For the sake of clarity of the figures, the belt drives for driving the knife drum 20 and the blow conveyor 50 are not shown.

Uit fig. 2 en 3 zal het duidelijk zijn,dat het schoepenwiel 52 is •25 voorzien van radiale armen 66 en schoepen 68,welke aan de radiaal buiten liggende delen van de armen zijn aangebracht en welke,gezien in fig.1, tijdens bedrijf in de richting van de wijzers van de klok worden aangedreven en wel via een aandrijfas 70 waarop de armen 66 zijn aangebracht. De schoepen 68 zijn uitgevoerd als rechthoekige platen met een aangrijpdeel 30 72,dat,gezien in fig.3 ,uit het bovenste linker einde is uitgesneden.It will be apparent from Figures 2 and 3 that the impeller wheel 52 is provided with radial arms 66 and blades 68, which are arranged on the radially outer parts of the arms and which, seen in Figure 1, are in operation are driven clockwise via a drive shaft 70 on which the arms 66 are mounted. The blades 68 are designed as rectangular plates with an engaging part 72, which, as seen in Fig. 3, is cut out from the upper left end.

Slagelementen 74 in de vorm van slaglijsten zijn op de schoepen 68 aan de naar het te verwerken materiaal toegekeerde oppervlakken opgelast en deze slagelementen strekken zich daarbij bij het in fig.3 weergegeven uitvoer'ngsvoorbeeld uit in de lengterichting van de schoepen 68. De slagelementen 74 kunnen in doorsnede gezien rechthoekig of vierkant zijn ui tgevoerd.Impact elements 74 in the form of impact bars are welded on the blades 68 to the surfaces facing the material to be processed, and these impact elements extend in the longitudinal direction of the blades 68 in the exemplary embodiment shown in Fig. 3. The impact elements 74 can be rectangular or square in cross section.

81 0 0 8 9 o' 35 -4- 21753/CV/tl81 0 0 8 9 o '35 -4- 21753 / CV / tl

Bij het in fig.4 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld hebben de slag-elementen een zelfde doorsnede als de slagelementen ,welke zijn gebruikt bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig.3jmaar daarbij strekken zich hier de slagelementen dwars op de schoepen 68 uit.In the exemplary embodiment shown in FIG. 4, the impact elements have the same cross-section as the impact elements used in the exemplary embodiment according to FIG. 3, but here the impact elements extend transversely of the blades 68.

5 Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig.5 verlopen de slagelemen ten 80 schuin ten opzichte van de lengterichting van de schoepen 68,terwijl bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig.6 de slagelementen 82 zich vanaf het midden tegengesteld schuin ten opzichte van de lengteas van de schoepen uitstrekken.In the exemplary embodiment according to Fig. 5, the impact blades extend at an angle 80 to the longitudinal direction of the blades 68, while in the exemplary embodiment according to Fig. 6, the impact elements 82 extend obliquely opposite the longitudinal axis of the blades from the center. .

81 0 089 681 0 089 6

Claims (7)

1. Veldhakselaar voor mais of dergelijke met een een schoepenrad omvattende blaastransporteur waarvan de schoepen aan hun het materiaal belastende zijde zijn voorzien van uitsteeksels, met het kenmerk, dat de uitsteeksels zijn uitgevoerd als slagelementen (74- 78) met een stomp- 5 hoekig oppervlak.1. Forage harvester for maize or the like, with a blower conveyor comprising a blade wheel, the blades of which are provided with projections on their material-loading side, characterized in that the projections are designed as impact elements (74-78) with an obtuse-angled surface . 2. Veldhakselaar volgens conclusie l,met het kenmerk,dat de slagelementen (74-78) zijn uitgevoerd als slaglijsten.Forage harvester according to claim 1, characterized in that the impact elements (74-78) are designed as impact bars. 3. Veldhakselaar volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk,dat de slagelementen (74- 82) radiaal op de schoepen (68) zijn aangebracht.Forage harvester according to claim 1 or 2, characterized in that the impact elements (74-82) are arranged radially on the blades (68). 4. Veldhakselaar volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk,dat de slag elementen (74- 82) onder een rechte hoek ten opzichte van de radiale richting op de schoepen (68) zijn aangebracht.Forage harvester according to claim 1 or 2, characterized in that the impact elements (74-82) are arranged on the blades (68) at a right angle to the radial direction. 5. Veldhakselaar volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk,dat de slagelementen (74- 82) schuin op de schoepen (68) zijn*aangebracht.Forage harvester according to claim 1 or 2, characterized in that the impact elements (74-82) are arranged obliquely on the blades (68). 6. Veldhakselaar volgens conclusie 1 of 2 , met het kenmerk,dat de slagelementen (74-78) zich vanaf nagenoeg het midden van de schoepen (68) tegengesteld schuin ten opzichte van de lengteas van de schoepen uitstrekken.Forage harvester according to claim 1 or 2, characterized in that the impact elements (74-78) extend obliquely opposite the longitudinal axis of the blades from substantially the center of the blades (68). 7. Veldhakselaar volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, 20 dat de slagelementen (74- 78) in doorsnede vierkant of rechthoekig zijn uitgevoerd. 1 81 0 089 6Forage harvester according to any one of the preceding claims, characterized in that the impact elements (74-78) are square or rectangular in cross section. 1 81 0 089 6