NL8100858A

NL8100858A - Werkwijze voor het vervaardigen van een stanseenheid en inrichting voorzien van een dergelijke standseenheid.

Info

Publication number: NL8100858A
Application number: NL8100858A
Authority: NL
Original assignee: Patent Machine Bouw Nv
Priority date: 1981-02-20
Filing date: 1981-02-20
Publication date: 1982-09-16
Also published as: ATE19980T1; EP0059019B1; EP0059019A1; DK71982A; DE3271300D1; US4480507A

Description

* JP»

Hw/Mv/P.M.B. 320 -1-

Werkwijze voor het vervaardigen van een stanseenheid en inrichting voorzien van een dergelijke stanseenheid

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een stanseenheid voor het gelijktijdig uitsnijden van êén of meer dekbladen uit een tabaksblad.

De uitvinding stelt een werkwijze voor 5 waarmee op goedkope wijze een stanseenheid kan worden vervaardigd, welke stanseenheid bovendien geschikt is voor het gelijktijdig uitsnijden van een groot aantal dekbladen, dat wil zeggen meer dan het tot nu toe gebruikelijke dubbelstansmes.

De werkwijze volgens de uitvinding onder-10 scheidt zich door het tot een met de dekbladomtrek overeenkomende gesloten vorm buigen van een mesbladstrook, het aanbrengen van een vullichaam binnen de gesloten vorm, en het aanbrengen van de mesvorm met het omsloten vullichaam op een drager.

15 Een dergelijke meseenheid kan worden toe gepast op de gebruikelijke snijmachines met rolinrichtingen voor het door het tabaksblad heen drukken van de mesrand, waarna de uitgesneden dekbladen door een bladdrager kunnen worden afgenomen en naar een wikkelnest respectievelijk op-20 slagband worden gevoerd. Het met een dergelijke stanseenheid verkregen voordeel bestaat hierin dat met een enkel tabaksblad-oplegging gelijktijdig een groot aantal dekblaadjes wordt verkregen hetgeen productieverhogend werkt. Bovendien biedt een dergelijke stanseenheid de mogelijkheid om verschillende soor-25 ten dekbladen uit te snijden, afhankelijk van het in het bedrijf gebruikelijk te behandelen tabaksblad.

Volgens een verdere ontwikkeling van de werkwijze volgens de uitvinding worden één of meer mesblad-stroken tot twee of meer aan elkaar grenzende gesloten vormen 30 gebogen en/of samengesteld. Hierdoor ontstaat besnaring aan 8100858 -2- materiaal van de mesbladstrook.

De uitvinding stelt verder voor om het vul-lichaam uit een uithardbare kunststofsoort te vervaardigen. Hiermee is de gesloten vorm met de vloeibare of kneedbare 5 kunststof gemakkelijk op te vullen, hetwelk na uitharding een stevige meseenheid vormt.

Volgens een andere werkwijze wordt de ge- l. sloten mesvorm in een laag van de uithardbare kunststofsoort met gelijkmatige dikte kleiner dan de strookbreedte gestoken.

10 Met een dergelijke wijze van vervaardigen wordt gelijktijdig de definitieve rangschikking van de mesgroepen op de juiste wijze gewaarborgd.

Ten einde de mesbladstrook na slijtage te kunnen vervangen verdient het de voorkeur om deze losmaakbaar, 15 bijvoorbeeld door middel van bouten aan het vullichaam te bevestigen.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een inrichting voorzien van een stanseenheid vervaardigd volgens de hierboven beschreven werkwijze, alsmede een die stans-20 eenheid omvattend en op de drager bevestigd steunlichaam, boven langs het steunlichaam heen en weer beweegbare rolmidde-len en een bladafneemorgaan, welke inrichting zich onderscheidt doordat de samengestelde mesgroep door middel van een gemeenschappelijk uitstootorgaan van de drager tot boven het niveau 25 van de rolmiddelen te lichten is.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden van stanseenheden.

In de tekening toont: ,

Fig. 1 een perspectivisch bovenaanzicht van 30 een stanseenheid aangebracht op een zuigkast, welke voorts is uitgevoerd met een rolmechanisme en transportmechanisme.

Fig. 2 is een bovenaanzicht van een andere uitvoeringsvorm van een stanseenheid,

Fig. 3 is een doorsnede volgens de lijn 35 III-III in fig. 1,

Fig. 4 een wijze van samenstellen van hlad-stroken tot een stanseenheid,

Fig. 5 een met fig. 3 overeenkomende doorsnede van een tweede uitvoeringsvorm van een inrichting voor- 8100858 ΐ -3- zien van een samengestelde mesgroep volgens de uitvinding,

Fig. 6 een staande doorsnede volgens de lijn VI-VI in fig. 5,

Fig. 7 een bovenaanzicht van de inrich-5 ting uit fig. 5 en 6.

In fig. 1 is met het cijfer 1 een drager aangegeven, waarop een aantal messen 2 in de vorm van het uit een tabaksblad te snijden dekblad voor een cigaar is geplaatst. De rangschikking van de mesgroep is-,overeenkomstig 10 de gemiddelde optimale snijvorm voor een bepaald tabaksblad. Deze rangschikking is afhankelijk van de wensen van de gebruiker.

Elke mesvorm is vervaardigd uit een blad-strook waarvan éên langszijde de toekomstige snijrand 3 vormt. 15 Door het ombuigen van de bladstrook kan de gewenste vorm worden bereikt. De binnenzijde van de mesvorm wordt opgevuld met een vullichaam 4, waarmee de stevigheid van het snijmes wordt gewaarborgd. Nadat de rangschikking van de mesgroep is bepaald, kan elke mesgroep met behulp van beugels 5 op de drager 1 20 worden bevestigd, bijvoorbeeld met bouten.

Het vullichaam 4 kan elke gewenste hoogte vertonen maar dient niettemin beneden de snijrand 3 van de messtrook 2 te blijven. Vervolgens kan na het bevestigen van de mesgroepen op de drager 1 een steunlichaam 7 op de drager 25 1 worden bevestigd rondom de mesvormen. Dit steunlichaam kan uit elk willekeurig materiaal bestaan, bijvoorbeeld van metaal, waarin de mesvormen overeenkomstig de rangschikking van de mesgroep zijn uitgefreesd. Het steunlichaam 7 kan ook van een uithardbare kunststof zijn vervaardigd, hetgeen het aan-30 brengen vergemakkelijkt.

Nadat de stanseenheid in een bewerkings-machine is aangebracht, kan de in de bewerkingsmachine aanwezige rol 8 in de richting van de pijl P 1 over de mesgroepen worden gerold, zodat een vooraf op de mesgroepen neergelegd 35 tabaksblad wordt doorgesneden overeenkomstig de snijranden 3.

Na het uitsnijden kan een bladdrager welke in de richting van de pijl P2, P3enP4 gestuurd kan worden bewogen telkens een uitgesneden dekblad tussen de mesrand 3 weghalen en overbrengen naar een wikkelband 10.

8100858 -4- 7 %

Fig. 2 en 3 toont een andere rangschikking van de mesgroep en wel een waarbij de gesloten vormen aan elkaar grenzen. De mesbladen worden vooraf aan elkaar bevestigd, voordat zij op de drager 1 worden vastgemaakt. Elke mesvorm 5 wordt aan de binnenzijde voorzien van een vullichaam 4 ', van passend materiaal, welk vullichaam een vast deel met een ten opzichte van het mesblad 2 geringe hoogte vertoont. De resterende ruimte binnen het raesblad wordt opgevuld door een uit- / stootplunjer, waarvan de omtrek overeenkomt met de binnenom-10 trek van de mesvorm. De uitstootplunjer 14 wordt door niet getoonde middelen uit de mesvorm omhooggestoten, ten einde het afnemen van het uitgesneden dekblad te vergemakkelijken.

Elke plunjer 14 heeft een doorlopend gat 15, dat in verbinding staat met een doorlopend gat 16 in het 15 vullichaam ,4, welke uitmondt aan de onderzijde bij een perforatie in de draagplaat 1. Door middel van zuigkasten 17 aan de onderzijde van de geperforeerde plaat 1 kan een vacuüm worden opgewekt onder het boven op de mesgroep neergelegde tabaksblad T, zie fig. 2.

20 Het om de mesgroep aangebrachte steunlichaam 7 is eveneens voorzien van doorlopende kanalen 18, welke via een luchtkamer 19 en de geperforeerde plaat 1 in verbinding staat met de luchtkast 17. Op deze wijze is op conventionele wijze mogelijk om een half tabaksblad T gestrekt over de mes-25 groep aan te brengen.

Fig. 4 toont een vervaardigingswijze waarmee met weinig materiaal een mesgroep kan worden samengesteld.

De onderste twee vormen 20 respectievelijk 21 is opgebouwd uit één mesblad dat begint bij A en eindigt bij B, hierdoor 30 wordt de tussenwand tussen de mesvorm 20 en 21 door één enkele bladstrook gevormd, hetgeen materiaalbesparend werkt. De telkens volgende bladvorm 22 kan uit een passend gebogen bladstrook worden vervaardigd, welke aan één zijde open is en middels bouten 23 of dergelijke aan de voorgaande vorm 21 kan worden 35 bevestigd. De snijrand 3 van elk mesblad loopt door tot aan de snijrand van de voorgaande vorm, zie het omcirkelde detail van de verbinding in fig. 4.

8 1 0 0 8 5 8 -5-

♦ V

In de fig. 5, 6 en 7 is een tweede uitvoeringsvorm van een stansinrichting getoond/ waarbij de drager 51 in het midden een uitsparing 52 vertoont, waarin een gemeenschappelijk uitstootorgaan 53 met in verticale zin 5 enige bewegingsvrijheid is opgenomen. Het uitstootorgaan 53 is verbonden met een stang 54, welke door niet getoonde middelen in verticale zin op en neer beweegbaar is. De stang is geleid in een aan de onderzijde van de dragerplaat 51 aangebrachte naaf 55. De plaat 51 draagt de volgens de uitvinding 10 vervaardigde stanseenheid, bestaande uit de in de gewenste vorm gebogen mesbladen 56, waarin een vullicbaam 57 is opgenomen. In de getoonde uitvoeringsvorm zijn een drietal mesbladen tot een groep verenigd, waarbij de vullichamen 57 aan de onderzijde van het mesblad onderling zijn verbonden.

15 De vullichamen 57 steunen op het bovenvlak van de drager 51. Rond de mesgroep is een steunlichaam 58 aangebracht, die vast op de steunplaat 51 is bevestigd.

Overeenkomstig fig. 3 is binnen de mesbladen 56 telkens een uitstootplunjer 59 aangebracht, die 20 door middel van een pen 60 direct verbonden is met het uitstootorgaan 53.

Het doel van het gemeenschappelijk uitstootorgaan 53 is om de stanseenheid in zijn geheel van de drager 51 te kunnen lichten en wel zo hoog dat de snijranden 25 van de mesbladen boven het niveau van de snijrolgroep 61, welke bovenlangs het steunlichaam 58 heen en weer beweegbaar is geleid, kan bewegen. Met een dergelijke voorziening is het mogelijk om telkens nadat de rolgroep 61 is gepasseerd en het over de stanseenheid aangebrachte tabaksblad op de mesranden 30 heeft gedrukt, waardoor een drietal dekblaadjes uit het tabaksblad is geponst, de mesgroep omhoog kan worden bewogen, waarna het bladafneemorgaan 62 de uitgeponste tabaksbladdelen van de stanseenheid kan lichten. Het bladafneemorgaan kan reeds in de afneemstand aanwezig zijn als de rolgroep 61 over 35 de mesranden rolt, zodat een directe afname na het omhoogstoten van de stanseenheid is gewaarborgd en de bewerkingscyclus van de machine daardoor aanzienlijk wordt verkort.

3f 0 08 5 s

'i' V

-6-

Dank zij de directe verbinding van de uit-stootplunjer 59 met het gemeenschappelijk uitstootorgaan 53 en vanwege de bewegingsvrijheid van de uitstootplunjer 59 in de mesgroepen respectievelijk het gemeenschappelijk uitstoot-5 orgaan 53 in de ruimte 52 van de draagplaat 51 zal tijdens het doorsnijden van het tabaksblad de uitstootplunjers 59 in de teruggetrokken stand verkeren, waardoor het uitsnijden zonder problemen plaatsvindt, terwijl bij het omhoog bewegen van het uitstootorgaan 53 vanzelf de uitstootplunjer 59 tot 10 boven de mesranden bewegen, waarmee de ongestoorde afname van de uitgesneden tabaksblaadjes door middel van het bladafneem-orgaan 62 is gewaarborgd.

Op overeenkomstige wijze als getoond in fig. 2 en 3 is de uitstootplunjer 59 voorzien van perfora-15 ties alsmede het steunlichaam 58 voor het verkrijgen van voldoende onderdruk onder het te bewerken tabaksblad, welke perforaties in verbinding staan via aansluitstompen 63, die op een vacuümbron aan te sluiten zijn.

De uitvinding is vanzelfsprekend niet be-20 perkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen.

8100858

Claims

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een stanseenheid voor het gelijktijdig uitsnijden van ëën of meer dekbladen uit een tabaksblad, g.e kenmerkt door het tot een met de dekbladomtrek overeenkomende gesloten vorm buigen 5 van een mesbladstrook, het aanbrengen van een vullichaam binnen de gesloten vorm, en het aanbrengen van mesvorm met omsloten vullichaam op een drager.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat één of meer mesbladstroken tot twee of 10 meer aan elkaar grenzende gesloten vormen worden gebogen en/ of samengesteld.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het vullichaam uit een uithardbare kunststof is vervaardigd.

4. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat voor het uitharden de gesloten mesvorm in een laag van de uithardbare kunststof met gelijkmatige dikte kleiner dan de strookbreedte wordt gestoken.

5. Werkwijze volgens één der voorgaande 20 conclusies, met het kenmerk, dat de bladstrook door middel van een boutverbinding aan het vullichaam wordt bevestigd.

5* i -7-

6. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de drager en/of vul- 25 lichamen van doorvoerkanalen voor lucht worden voorzien.

7. Stanseenheid vervaardigd volgens de in één der bovenstaande conclusies beschreven werkwijze.

8. Inrichting voorzien van een stanseenheid vervaardigd volgëns conclusie 1, en een die stansheid omvat- 30 tend en op de drager bevestigd steunlichaam, boTerïLangs het steunlichaam heen en weer beweegbare rolmiddelen en een blad-afneemorgaan, met het kenmerk, dat de samengestelde mesgroep door middel van een gemeenschappelijk uitstootorgaan 8-1 0 08 5 8 -8- van de drager tot boven het niveau van de rolmiddelen te lichten is.

9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het vullichaam een vast en een als uitstoot-5 plunjer uitgevoerd, beweegbaar deel vertoont, welk beweegbaar deel vast met het gemeenschappelijk uitstootorgaan is verbonden. » 8 1 0 08 5 8