NL8020395A - - Google Patents

Download PDF

Info

Publication number
NL8020395A
NL8020395A NL8020395A NL8020395A NL8020395A NL 8020395 A NL8020395 A NL 8020395A NL 8020395 A NL8020395 A NL 8020395A NL 8020395 A NL8020395 A NL 8020395A NL 8020395 A NL8020395 A NL 8020395A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
switched
switching means
terminal
capacitor
input
Prior art date
Application number
NL8020395A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Mostek Corporation Te Carrollton, Texas, Ver. St. V. Am.
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Mostek Corporation Te Carrollton, Texas, Ver. St. V. Am. filed Critical Mostek Corporation Te Carrollton, Texas, Ver. St. V. Am.
Publication of NL8020395A publication Critical patent/NL8020395A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H03ELECTRONIC CIRCUITRY
    • H03HIMPEDANCE NETWORKS, e.g. RESONANT CIRCUITS; RESONATORS
    • H03H19/00Networks using time-varying elements, e.g. N-path filters
    • H03H19/004Switched capacitor networks

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Power Engineering (AREA)
  • Filters That Use Time-Delay Elements (AREA)
  • Networks Using Active Elements (AREA)
  • Amplifiers (AREA)

Description

,·· »·ο. 50.384 . -1- 80 2 0395 ' ; ...... :........ ..............
* | Geschakelde condensator-ladderfilter met een lage gevoeligheid on- ] der toepassing van een monolitisch MOS-halfgeleiderplaatje._ . i j Technisch veld. i j i De uitvinding heeft betrekking op audiofrequente filters, in het bijzonder op een geschakeld condensator-ladderfilter voor de i fabricage in een monolitisch MOS-halfgeleidersubstraat.
I _ I
5| Achtergrond van de techniek. i | Elektronische inrichtingen, zoals telecommunicatiesystemen , J waarin bijvoorbeeld pulscodemodulatie (PCM) en andere spraakband- ' 1 i systemen worden toegepast, vereisen nauwkeurige filters van hogere j orde. In bekende filterbenaderingen van de uitvoering van geluid- ΓΙΟ | filters en andere laagfrequente filters wordt gebruik gemaakt van | | uit weerstanden en condensatoren bestaande differentiële integra- ! i i | j tors. Met de ontwikkeling van de technologie van metaal-oxide-half- ; ! geleiders (MOS) zijn zulke bekende filters monolitisch gefabriceerd : i ! als weerstand-condensatorprodukten. Zulk een fabricage vereist een j i .
(15 | groot halfgeleidersubstraatoppervlak, waarbij de absolute waarden ! i ' · | | van zowel de ohmse als capacitieve schakelingselementen streng wor^· J den geregeld. Deze regeling is zeer moeilijk voor bepaalde tempera-: tuur- en bedrijfsvariaties.
De monolitische uitvoering van laagfrequente filters vereist :20 ; een filterwerking die lijkt op die van passieve laagfrequente fil-' ters met lange tijdconstanten, maar moet worden vervaardigd in klei-i ne halfgeleidersubstraatoppervlakken, waarbij de overdrachtsfunkties ! ongevoelig moeten zijn voor parametervariaties. Bovendien is het in | zulk een monolitische uitvoering gewenst om nauwkeurige responsies 25 te verkrijgen zonder uitwendige regelhandelingen. Eerder ontwikkelde^ | bekende actieve filters die zijn'uitgevoerd in dunne-filmschakeling : ; of hybride schakelingen hebben niet geleid tot een nauwkeurig fil-j ter dat ongevoelig is voor temperatuur- en bedrijfsvariaties. i Als gevolg van de noodzaak van regeltechnieken om absolute waar- 50 | den te verzekeren van componenten die in filters van hoge orde wor- i , · ! den toegepast en de noodzaak van het handhaven van de onafhankelijk-: heid met betrekking tot temperatuurvariaties en bedrijfsvariaties, ! zijn geschakelde condensator-integratorfilters ontwikkeld. Zulke ge- j j [ schakelde condensatorschakelingen benaderen zeer dicht de conventio-: |55 !nele differentiële integrators. De differentiële geschakelde conden-] satorintegrator wordt bediend met niet-overlappende klokpulsen met : j twee fasen. Een bespreking van volgens de MOS-methode vervaardigde n __ 8 0 2 6 3 9 5 -2-
1 I
j geschakelde condensatorfiIters wordt gevonden in een puhlikatie van j j "Allstot et al", "MOS Switched Capacitor Ladder Filters"; versche- | j nen in IEEE Journal of Solid-State Circuits", vol. SC-15, nr. 6, ! december 1978. j 5i Teneinde condensatorelementen en zelfinduktie-elementen te si- j muleren, die in passieve filters worden gebruikt, moet een gescha- ,· l kelde condensatörintegrator niet een faseverschuiving in het te be- | | handelen signaal introduceren. Eerder ontwikkelde geschakelde con- j ' densatorfilters die zelfinduktie-condensatorfilters simuleren, voe- ! I . ..
10 [ ren fasenverschuivingen in, zodat deze filterelementen zich gedra-! gen als zelfindukties en condensatoren met verliezen. Door het in- j j voeren van een faseverschuiving in het ingangssignaal wordt een ver-j J slechtering van de uitgangsresponsie tot stand gebracht, zodat be-J staande geschakelde condensatorfilters niet nauwkeurig passieve fil-15 ! terelementen simuleren.
! Er is dus een behoefte ontstaan aan een geschakeld condensa- j i ! torfilter voor het simuleren van condensatorelementen en zelfinduk- ! ! ! | ; tie-elementen in passieve ladderfilters, waarbij de gesimuleerde | condensatorelementen en zelfinduktie-elementen geen verliezen heb-20 : ben als gevolg van een effektieve faseverschuiving van nul in de I j schakeling die deze elementen simuleert in het spanning- en stroom- | | gebied. Zulk een geschakeld condensatorfilter moet ongevoelig zijn I voor parametervariaties ingevoerd door temperatuur en behandelings- i i i besturingen. Bovendien is de behoefte ontstaan aan een geschakeld i 25 i condensatorfilter, waarvan de waarden van de schakelingscomponenten i : kunnen worden gerealiseerd zonder de noodzaak van regelen. Yoorts i is gr een behoefte ontstaan aan een geschakelde condensatorfilter-schakeling om dubbel afgesloten ladderfilters uit te voeren, zoals hoog-doorlaatfilters, laag-doorlaatfilters en banddoorlaatfilters 30 | die ongevoelig zijn voor componentvariaties. Bovendien is voorts | een behoefte ontstaan aan een geschakeld condensatorfilter, waarbij ; ! ! de filterelementen in kleine gebieden van een halfgeleidersubstraat ; | kunnen worden vervaardigd om de mogelijkheid te bieden van halfge-| leiderplaatjes met een grote pakkingsdichtheid, terwijl tegelijker-35 ! tijd het effekt van capacitaire capaciteiten wordt geëlimineerd.
I ; | Beschrijving van de uitvinding.
! Volgens de uitvinding is voorzien in een geschakeld condensa- j ! torfilter voor de fabricage op een monolitisch MOS-halfgeleidersub-ί straat, waarbij wezenlijk de hierboven genoemde problemen zijn ver-40 ! meden die gepaard gaan met geschakelde condensatorfilters waarin de 80?0395 -3- : i ............... ............................' ...... ...........: I faseverschuiving in het behandelde signaal wordt geëlimineerd, j Volgens de uitvinding is voorzien in een geschakeld condensa- j i | torfilter voor het doorlaten van geluidfrequenties over een vooraf j ! I bepaald bereik van frequenties, dat op een monolitisch halfgeleider- % substraat is gefabriceerd. Het geschakelde coïidensatorfilter omvat i een eerste versterker en een eerste integratorcondensator die met i de eerste versterker is verbonden. Een tweede versterker en een j i tweede integratorcondensator die met de tweede versterker is verbon-i j den, zijn aanwezig. Een eerste geschakelde ingangscondensator is j | aangesloten tussen de ingang van,de eerste versterker en de uitgang | van de tweede versterker, zodat de eerste geschakelde ingangscon-j | densator het uitgangssignaal van de tweede versterker aftast en vastj-| houdt gedurende een eerste klokfase, waardoor de uitgang van de | tweede versterker wordt geïsoleerd van de eerste integratorconden-| sator en tijdens een tweede klokfase het bemonsterde en vastgehouden' ii ' · i uitgangssignaal van de tweede versterker toevoert aan de eerste in- I i , ; ; | tegratorcondensator. Een tweede geschakelde ingangscondensator is 1 aangesloten tussen de uitgang van de eerste versterker en de ingang ; j van de tweede versterker,· zodat tijdens de eerste klokfase de twee- 20 | de geschakelde ingangscondensator de opgeslagen lading tot nul te- j | rugstelt en tijdens de tweede klokfase de tweede ingangscondensator ; i ! het uitgangssignaal van de eerste versterker toevoert aan de tweede i | ! i integratorcondensator.
i ! j Yolgens een ander aspekt van de uitvinding is voorzien in een I ! 25 i geschakeld condensatorfilter dat bestaat uit een eerste differenti-: aalversterker met een inverterende ingangsklem, een niet-inverteren- i 1 de ingangsklem en een uitgangsklem. Een eerste integratorcondensator i ; ;is aangesloten tussen de inverterende ingangsklem en de uitgangs- j ίklem van de eerste differentiaalversterker, terwijl de niet-inver-30 :terende ingangsklem is verbonden met aardpotentiaal. Een tweede dif-: I i jferentiaalversterker met een inverterende ingangsklem, een niet- i ! inverterende ingangsklem en een uitgangsklem is aanwezig. Een tweede integratorcondensator is aangesloten tussen de inverterende ingangs- ίklem en de uitgangsklem van de tweede differentiaalversterker, ter-35 jwijl de niet-inverterende ingangsklem is verbonden met aardpotenti-1 aal. Eerste en tweede geschakelde ingangscondensatoren zijn in het ;geschakelde condensatorfilter opgenomen. Een eerste schakelketen is jverbonden met de eerste differentiaalversterker en de eerste gescha-' j | kelde ingangscondensator. Een tweede schakelketen i^/aangesloten op Ho de tweede differentiaalversterker en de tweede geschakelde ingangs- 1 8020395 0 c -4- i ' j condensator. Een klokpulsbron is aangebracht voor het opwekken van j | eerste en tweede kloksignalen. De eerste geschakelde ingangsconden- ! | sator is verbonden met de eerste schakelketen en is aangesloten tus-j i i sen de inverterende ingang van de eerste differentiaalversterker en 5 de uitgang van de tweede differentiaalversterker, zodat de eerste i geschakelde ingangscondensator het uitgangssignaal van de tweede : differentiaalversterker aftast en vasthoudt wanneer de schakelketens j | het eerste kloksignaal ontvangen, waardoor de uitgang van de tweede | ; differentiaalversterker is geïsoleerd van de eerste integratorcon- 101 densator van de eerste differentiaalversterker en zodat wanneer de j ; schakelketens het tweede kloksignaal ontvangen het afgetaste en vast- j gehouden uitgangssignaal van de tweede differentiaalversterker wordt ! toegevoerd aan de eerste integratorcondensator. De tweede geschakel-| ! de ingangscondensator is verbonden met de tweede schakelketen en j ! i 15! aangesloten tussen de uitgangsklem van de eerste differentiaalver- i j I sterker en de inverterende ingangsklem van de tweede differentiaal- ί I j versterker, zodat wanneer de schakelketens het tweede kloksignaal I ontvangen, de tweede geschakelde ingangscondensator het uitgangs-I signaal van de eerste differentiaalversterker toevoert aan de twee- : I 20! de integratorcondensator.
! Korte beschrijving van de tekeningen.
I Voor een vollediger begrip van de uitvinding en voor andere doelstellingen en voordelen daarvan wordt thans gewezen op de vol- \ \ 1 gende beschrijving in bijzonderheden aan de hand van de bijgaande i 25[ tekeningen, waarin: I fig. 1 een blokschema is van een pulscodemodulatie-telecommu- ' nicatiesysteem waarin het geschakelde condensatorfilter volgens de
i · I
| : uitvinding wordt toegepast$ en | | fig. 2 een schema is van het betreffende geschakelde conden-, j | 50! satorfilter.
i i · ! I iBeschrijving in bijzonderheden.
8020395
In fig. 1 is een pulscodemodulatie (PCM)-telecommunicatie- i i systeem als geheel aangegeven met het verwijzingscijfer 10. Het j | systeem 10 omvat een filternetwerk dat als geheel is aangegeven met | het verwijzingscijfer 12 en dat is aangesloten tussen een omzetter ! ; 14 en een omzetter van. analoog naar digitaal en digitaal naar ana- j ] loog (CODEC) 16. De omzetter 14 ontvangt ingangssignalen uit een te-; ; lefoon 18 en kan bijvoorbeeld bestaan uit een twee-vierdraadsomzet-!ter voor het toevoeren van een analoog ingangssignaal aan een, een 40! versterking instellende versterker 20. Het uitgangssignaal van de -5-
i I
; versterker 20 wordt gevoerd door een banddoorlaatfilter dat als ge-I heel aangegeven is met het verwijzingscijfer 24 waarvan het uitgangs-I signaal wordt toegevoerd aan de CODEC 16 voor het coderen van het i i ! ; uitgangssignaal op de PCM-telecommunicatieverhinding. ! ! |
5! Het banddoorlaatfilter 24 omvat een continu tijdfilter 28 met I
i !
iweerstanden en condensatoren en kan bijvoorbeeld bestaan uit een I
! ! | "Salleri-filter van het sleuteltype en van de derde orde met een af- j ! snijfrequentie van 32 KHz. Het uitgangssignaal van het filter 28 | [ wordt toegevoerd aan een geschakeld condensatorfilter 30 dat bij- ' 10| voorbeeld kan bestaan uit een hoog-doorlaatfilter van de derde orde j ] met een afsnijfrequentie van 300 Hz. Het uitgangssignaal van het
[ geschakelde condensatorfilter 30 wordt toegevoerd aan een gescha-I I
ikeld condensatorfilter 32 dat bijvoorbeeld kan bestaan uit een laag-! i I
! doorlaatfilter van de vijfde orde met een afsnijfrequentie van 3»2 j ; 15iKHz. De geschakelde condensatorfilters 30 en 32 zijn het voorwerp : I : ; J van de uitvinding en zullen aan de hand van fig. 2 in bijzonderheden ! 1 worden beschreven. Het uitgangssignaal van het geschakelde conden- j i | satorfilter 32 wordt toegevoerd aan een continu tijdfilter 34 van | ; hetveerstand-condensatortype, dat bijvoorbeeld kan bestaan uit een ! 20; "Sallen"-filter van het sleuteltype en van de tweede orde met een ! afsnijfrequentie van 48 KHz.
! i De signalen uit de PCM-telecommunicatieverbinding worden ont- i vangen door de CODEC 16 voor het decoderen en worden toegevoerd aan ; een geschakeld condensatorfilter 40, het voorwerp van de uitvinding, | 25: dat bijvoorbeeld kan bestaan uit een laag-doorlaatfilter van de ; : vijfde orde met een afsnijfrequentie van 3*2 KHz om de spannings- i stappen af te vlakken die aanwezig zijn in de uitgangsgolfvorm van J de CODEC en om de noodzakelijke correctie sinus x/x uit te voeren ! | die nodig is voor het verkrijgen van een versterking van één in de 30; doorlaatband voor de CODEC 16. Het uitgangssignaal van het gescha- ! ! kelde condensatorfilter 40 wordt toegevoerd aan de omzetter 14 om | i · i dit toe te voeren aan de telefoon 18.
i Een kloksignaal (CLK) wordt toegevoerd aan een klokdeelschake- | i ling 42 die een kloksignaal C1 en C2 opwekt om deze toe te voeren i35 | aan de geschakelde condensatorfilters 30* 32 en 40. Het filternet-! werk 12 is vervaardigd op een monolitisch halfgeleidersubstraat dat i | alle schakelingscomponenten omvat, die binnen de stippellijn van
Ifig. 1 zijn getoond, met inbegrip van de een versterking instellen- i i I de versterker 20, filters 28 en 34 van het weerstand-condensatorty- i !"40:pe, geschakelde condensatorfilters 30, 32 en 40 en de klokdeelscha- 8 0 2 0 5 9 5 -6- I .....i.......... ...... ..... ........... ' ............
I keling 42.
I I
I In fig. 2 is de geschakelde condensatorschakeling volgens de I uitvinding geïllustreerd en is als geheel aangegeven met het ver- | i ! ; wijzingscijfer 50· De geschakelde condensatorschakeling 50 omvat i ί - i 5j een integrerend blok dat als geheel is aangegeven met het verwij- j i zingscijfer 52 en een integrerend blok dat als geheel is aangegeven i ! met het verwijzingscijfer 54· De integrerende blokken 52 en 54 vor- j ! j | ' men een lus van twee integrators, die kan worden geschakeld in een ï ] .
j j meervoudige terugkoppelconfiguratie, of haasje-over-configuratie ij' | 1Q voor het uitvoeren en simuleren van ladderfilters. Een belangrijk I ' aspekt van de uitvinding is dat de geschakelde condensatorschake- 1 j j i ling 50 geen faseverschuiving invoert in een signaal dat gedurende i ί ; ί i : het filterproces wordt rond verwerkt door de lus van twee integra- j i tors, die bestaat uit de integrerende blokken 52 en 54· Het inte- 15| grerende blok 52 kan bijvoorbeeld bestaan uit een terugwaartse j "Euler"-integrator die een fasevertraging invoert in het ingangs- | ! signaal dat een filterbehandeling ondergaat. Het integrerende blok | | 54 kan bijvoorbeeld bestaan uit een voorwaartse "Euler"-integrator | ί die een voorwaartse faseverschuiving invoert in het signaal dat een ; ! 20: filterbehandeling ondergaat. Het totale effekt van de lusverbinding ! van de integrerende blokken 52 en 54 is het balanceren van de fase- : vertraging en de voorwaartse faseverschuiving ingevoerd in het sig- j | naai dat wordt behandeld, zodanig dat de geschakelde condenSator- | schakeling 50 werkt als een schakeling zonder verliezen die passie- 25' ve zelfinduktie-elementen en condensatorelementen in LC-filters si-1 j muleert.
! De geschakelde condensatorschakeling 50 kan worden herhaald en I worden verbonden met andere geschakelde condensatorschakelingen 50 I volgens een haasje-over-configuratie of een meervoudige lusterug-koppelingsconfiguratie die een uitvoering voorstelt van ladderfil-ί ters, teneinde elk aantal polen in een filter van hogere orde te i i vormén. Bijvoorbeeld kan het geschakelde condensatorfilter 50 (fig.
i ; ]1) een geschakelde condensatorschakeling 50 omvatten, die anderhalf : ! maal is herhaald en is geschakeld in een meervoudige lusterugkoppe- i 35! lingsconfiguratie. Op dezelfde wijze zijn de geschakelde condensa-; torfilters 52 en 40 (fig. 1) gevormd door het vijf maal herhalen van: de geschakelde condensatorschakeling 50 volgens een haasje-over-! i configuratie, waarbij versterkers worden gedeeld door aangrenzende i : ; | : lussen.
i"40; Het integrerende blok 52 omvat een differentiaalversterker 60 8020395 -7- ! j met een uitgangsklem 62 en een inverterende ingangsklem 64. Tussen i j de uitgangsklem 62 en de inverterende ingangsklem 64 van de diffe-j rentiaalversterker 60 is een integratorcondensator 66 aangesloten.
I De niet-inverterende ingang van de differentiaalversterker 60 is j 5· op aardpotentiaal aangesloten.
' Het integrerende blok 52 omvat voorts een schakelaar 70 met 1 i i klemmen 70a en 70b en een besturingsklem 70c; een schakelaar 72 j i ; ; met klemmen 72a en 72b en een besturingsklem 72c; een schakelaar j ; 74 met klemmen 74a en 74b en een besturingsklem 74c» en een schake-I 10; laar 76 met klemmen 76a en 76b en een besturingsklem 76c. De klem | ; 70b van de schakelaar 70 is met aardpotentiaal verbonden. De klem j . i ! 70a van de schakelaar 70 is met de klem 72b van de schakelaar 72 j ' verbonden om een knooppunt 78 te vormen. De klemi. 74b van de scha-! i ; ' ' kelaar 74 is verbonden met een ingangsbron voor een spanning die 15' hetzij aardpotentiaal, of een waarde boven aardpotentiaal kan om-j vatten afhankelijk van het afsluitnetwerk dat behoort bij het ini' tegrerende blok 52 en of het geschakelde condensatorfilter 50 is ge-; [ schakeld als een hoog-doorlaatfilter of een laag-doorlaatfilter het-1 ; I geen hierna wordt beschreven. De klem 74a van de schakelaar 74 is 20! verbonden met de klem 78b van de schakelaar 76 om een knooppunt 80 I ! te vormen. Tussen de knooppunten 78 en 80 is een geschakelde in- ! I ' I ; gangscondensator 82 aangesloten. De klem 72a van de schakelaar.72 I ! is verbonden met de inverterende ingangsklem 64 van de differentiaal- . . j 1 versterker 60.
25: Het integrerende blok 54 omvat een differentiaalversterker 90 I met een uitgangsklem 92 en een inverterende ingang 94· Een integra-J torcondensator 98 is aangesloten tussen de uitgangsklem 92 en de in-I verterende ingangsklem 94 van de differentiaalversterker 90. De niet-j inverterende ingang van de differentiaalversterker 90 is met aardpo-30! tentiaal verbonden.
i Het integrerende blok 54 omvat voorts een schakelaar 100 met i .
! klemmen 1.00a en 100b en een besturingsklem 100c; een schakelaar 102 met klemmen 102a en 102b en een besturingsklem 102c; een schakelaar | 104 met klemmen. 104a en 104b en een besturingsklem 104c; en een ; 35j schakelaar 106 met klemmen 106a en 106b en een besturingsklem 106c.
! ; De klem 100b van de schakelaar 100 is met aardpotentiaal verbonden.
De klem 100a van de schakelaar 100 is met de klem 102b van de scha- ikelaar 102 verbonden om een knooppunt 108 te vormen. De klem 104a ; j · , van de schakelaar 104 is met de klem 106b van de schakelaar 106 ver-:. ["'40i bonden om een knooppunt 110 te vormen. Een geschakelde ingangscon-
0V'A:JLC
-8- J densator 112 is tussen de knooppunten 108 en 110 aangesloten. De | klem 106a van de schakelaar 106 is aangesloten op een spanningsbron ! i i die op aardpotentiaal kan zijn of een waarde kan hebben die afwijkt | i ! van aardpotentiaal afhankelijk van de afsluiting van het integreren-; jjj de blok 54 en afhankelijk van het feit of het geschakelde condensa- | j torfilter 50 is geschakeld als een hoog-doorlaatfilter of een laag- j i .
i doorlaatfilter. De klem 102a van de schakelaar 102 is met de inver- i i terende ingangsklem 94 van de differentiaalversterker 90 verbonden. ; I ί | De integrerende blokken 52 en 54 zijn zodanig onderling verbon-' 10! den, dat de uitgangsklem 62 van de differentiaalversterker 60 is j ! verbonden met de klem 104b van de schakelaar 104 en de uitgangsklem : I 92 van de differentiaalversterker 90 is verbonden met de klem 76a van de schakelaar 76. Extra geschakelde condensatorschakelingen 50 ! zijn onderling verbonden op een soortgelijke meervoudige lusterug- j 15! koppelwijze of haasje-over-wijze. Aan de besturingsklemmen van de j i schakelaars 70, 76, 100 en 106 wordt het kloksignaal 01 toegevoerd, ' dat wanneer actief,de schakelaars 70, 76, 100 en 106 geleidend ί ’maakt. Een kloksignaal 02 wordt toegevoerd aan de besturingsklemmen | van de schakelaars 72, 74, 102 en 104, zodat wanneer het kloksig-20' naai C2 actief is, de schakelaars 72, 74, 102 en 104 in de geleiden·^' | | de toestand zijn.
j ! Ten behoeve van de bespreking wordt aangenomen dat tijdens be- I drijf van de betreffende geschakelde condensatorschakeling 50, de ! klem 74b van de schakelaar 74 en de klem 106a van de schakelaar 106 | 25: op aardpotentiaal zijn. Gedurende een eerste klokfase zodanig dat | ίhet kloksignaal 01 actief is, wordt het uitgangssignaal van de dif- i ; ί ' ferentiaalversterker 90 toegevoerd aan de geschakelde ingangsconden- I ' | ! sator 82 in het knooppunt 80 van het integrerende blok 52. Aangezien, j : de schakelaar 70 gedurende de eerste klokfase ook geleidend is, is | 30! d-e klem 70b van de schakelaar 70 op aardpotentiaal, waardoor de ge-| | schakelde ingangscondensator 82 wordt opgeladen tot de waarde van | | de uitgangsspanning van de differentiaalversterker 90. De schake- | , i laars 72 en 74 zijn gedurende de eerste klokfase uitgeschakeld. Der-! ; ihalve blijkt dat de geschakelde ingangscondensator 82 gedurende de 251 eerste klokfase de uitgangsspanning van de differentiaalversterker ; 90 aftast en vasthoudt.
j Gedurende een tweede klokfase wordt het signaal 02 opgewekt en i [ wordt toegevoerd aan de besturingsklemmen 72c en 74c van de schake- ; ; ]laars 72 en 74» waardoor de schakelaars 72 en 74 geleidend worden.
I-^q! Aangezien het knooppunt 78 door de differentiaalversterker 60 op 8020395 -9- ] aardpotentiaal wordt gehouden en omdat de klem 74b op aardpotentiaal j is, wordt de eerder afgetaste en opgeslagen lading in de geschakel- ! ! de ingangscondensator 82 geïntegreerd in de integratorcondensator ! 66. Een fasevertraging wordt in de uitgangsspanning van de differen- i 5! tiaalversterker 90 ingevoerd aan de uitgang van de different!aalver-I sterker 60.
i Gedurende de eerste klokfase zijn de schakelaars 100 en 106 van : het integrerende blok 54 in de geleidende toestand, zodat aardpo- ! i j tentiaal wordt toegevoerd aan het knooppunt 108 van de geschakelde 10! ingangscondensator 112 en wordt aardpotentiaal toegevoerd aan het I | iknooppunt 110 van de geschakelde ingangscondensator 112, zodat een ! lading van nul door de geschakelde ingangscondensator 112 wordt ge- ; : handhaafd.
I Gedurende de tweede klokfase waarin het kloksignaal C2 wordt | 15; opgewerkt, zijn de schakelaars 104 en 102 in de geleidende toestand.;
j . - I
] ; De uitgangsspanning van de differentiaalversterker 60 op de uit- ! | gangskrei$2 wordt daarom toegevoerd aan de geschakelde ingangscon- ! densator 112 om onmiddellijk de geschakelde ingangscondensator 112 i | op te laden tot de uitgangsspanning van.de differentiaalversterker 20i 60. Aangezien gedurende de tweede klokfase de schakelaar 102 even-I eens in de geleidende toestand is en het knooppunt 94 door de ver-! sterker 90 op aardpotentiaal wordt gehouden, wordt de lading die | aan de geschakelde condensator 112 wordt toegevoerd, onmiddellijk ; ; toegevoerd aan de inverterende ingangsklem 94 van de differentiaal-| 251 versterker 90, zodat de integratorcondensator 96 de spanning inte-greert, die over de geschakelde ingangscondensator 112 verschijnt.
! ! In de volgende cyclus van de eerste klokfase wordt de uitgangsspan- I ! ! ; ning van de differentiaalversterker 90 die op de uitgangsklem 92 i verschijnt, toegevoerd aan de klem J6a van de schakelaar 76. Het 30- blijkt dus dat het integrerende blok 54 onmiddellijk de spanning in-; I tegreert, die over de geschakelde ingangscondensator 112 verschijnt, | terwijl het integrerende blok 52 de uitgangsspanning van de diffe-j rentiaalversterker 90 gedurende één klokfase aftast en vasthoudt : door het opladen van de geschakelde ingangscondensator 82 alvorens 35! de integratorcondensator 66 deze lading ontvangt. De uitgangsspan- i ! : j | ning van de differentiaalversterker 60 wordt rechtstreeks gekoppeld : I ! | !met en rechtstreeks geïntegreerd in de integratorcondensator 96 ge- | !durende de klokfase 2.
| i Samengevat wordt de uitgangsspanning van de differentiaalver- i ! i4o! sterker 60 via de geschakelde ingangscondensator 112 rechtstreeks 8 0 2 0 3 9 5........................................... ..............’ -10- gekoppeld met de integratorcondensator 96 op de uitgang van de dif-ferentiaalversterker 90. Het uitgangssignaal van de differentiaalversterker 90 wordt gedurende de eerste klokfase afgetast en vastgehouden door de geschakelde ingangscondensator 82 en daarna gedu-5 rende de tweede klokfase toegevoerd aan de integratorcondensator 66. Tot aan de tweede klokfase ver/sc^ir^het aftast- en vasthoudeffekt van de geschakelde ingangscondensator 82 niet een span- ningsvariatie van het uitgangssignaal van de differentiaalverster-ker 90 op de uitgang van de differentiaalversterker 60, terwijl el-10 ke variatie van de uit gangs spanning van de differentiaalirersterker 60 direki/ofrlreedt. Als gevolg van de werking van de geschakelde ingangscondensator 82 wordt de differentiaalversterker 60 tijdens de klokfase 1 gescheiden van de differentiaalversterker 90. Het integrerende blok 52 voert een positieve integratie van het uitgangs-15 signaal van de differentiaalversterker 90 uit, terwijl het integrerende blok 54 voorziet in een negatieve*integratie van het uitgangssignaal opgewekt door de differentiaalversterker 60, zodat geen fa-severschuiving optreedt in een signaal dat door deze lus wordt behandeld.
20 Zoals hierboven is gesteld kan de klem 74b van de schakelaar 74 naar keuze worden aangesloten op een bron voor een spanning die afwijkt van aardpotentiaal. Indien de geschakelde condensatorschake-ling 50 in de eerste integratorlus binnen het geschakelde condensa-torfilter 32 is (fig. 1), wordt de klem 74b van de schakelaar 74 25 aangesloten op het uitgangssignaal opgewekt door het geschakelde condensatorfilter 30. Indien de geschakelde condensatorschakeling 50 zich in de eerste integratorlus binnen het geschakelde condensatorf ilter 40 bevindt (fig. 1), wordt de klem 74b van de schakelaar 74 verbonden met het uitgangssignaal opgewekt door de CODEC 16.
30 Het ingangssignaal naar het geschakelde condensatorfilter 20 en het geschakelde condensatorfilter 40 (fig. 1) kan eveneens worden toegevoerd door toepassing van een geschakelde koppelcondensator tezamen met twee hulpschakelaars die zijn geschakeld in een configuratie op dezelfde wijze als de geschakelde condensator 82 en de scha-35 kelaars 74 en 76 (fig. 2). De bovenplaat van de geschakelde koppelcondensator is verbonden met het knooppunt 78 of het knooppunt 108, terwijl de benedenplaat van de geschakelde koppelcondensator is aangesloten op het knooppunt dat overeenkomt met het knooppunt 80 tussen de twee extra hulpschakelaars. Eén van de extra schakelaars is 40 aangesloten tussen de ingangsspanningsbron of het uitgangssignaal 8020395 -11- van het geschakelde condensatorfilter 30, of het uitgangssignaal J van de CODEC 16 (fig. 1) en het gemeenschappelijke knooppunt, ter-| wijl de tweede extra schakelaar is geschakeld tussen aardspannings-S potentiaal en het gemeenschappelijke knooppunt, De uiteindelijke 5i configuratie vormt een laag-doorlaatfilter.
i
Indien de geschakelde condensatorschakeling 50 binnen het ge-i schakelde condensatorfilter 30 (fig. 1) is opgenomen, is een koppel- i condensator aangesloten vanaf de uitgang van het weerstand-condensa- ! | torfilter 28 naar het knooppunt 64 of 94 (fig· 2), zodat de uitein-10; delijke configuratie van de geschakelde condensatorschakeling 50 j werkt als een hoog-doorlaatfilter.
! De overdrachtsfunktie van het integrerende blok 52 is als j volgt: | ! y .. c„ . : , = +_1 _L (1) i y. cT z-1 ' m 2
! I
! 15; waarbij Y^ de uitgangsspanning van de differentiaalversterker 60 is;; i Y2 <ie uit gangs spanning van de differentiaalversterker 90 is; ; C^ de waarde van de condensator 82 is;
Cg de waarde van de condensator 66 is; en ; ] z de afgetaste gegevensfrequentievariabele is die betrokken ; 20: is op de continue frequentievariabele s via de bilineaire transfor-| matie; s = (z-1)/(z+1).
De overdrachtsfunktie van het integrerende blok 54 is als volgt: i 1 i ; v ., c, I ; -Jüi = L -s- (2) ; y. c0 z-1 j ; in 2 ; waarin Y^ de uitgangsspanning van de differentiaalversterker 60 is; 25! Y2 <ie uitgangsspanning van de: differentiaalversterker 90 is; | C7 de waarde van de condensator 112 is; C. de waarde van de condensator 96 is; en ! 4 ! z de afgetaste gegevensfrequentievariabele is.
I
i Een belangrijk aspekt van de uitvinding in aanvulling op de ge- 30! schakelde condensatorschakeling 50 die geen faseverschuiving invoert | in signalen die door de geschakelde condensatorschakeling 50 worden : j ; behandeld, is dat het effekt van parasitaire capaciteiten op gescha- ! | kelde condensatorfilters 50 wezenlijk worden geëlimineerd. Eerder | jontwikkelde geschakelde condensatorfilters vereisten dat de gescha- I 35!kelde ingangscondensatoren zeer groot worden gemaakt, zodat de pa- | i rasitaire capacitantie niet een belangrijk effekt heeft op de wer- ! iking van deze filters. Door het vergroten van de geschakelde'in- i ! 8Θ2 03 9 5 '....................................................................."" -12- 1 gangscondensatoren was een overeenkomstige toename van het halfge- ! leidersubstraatoppervlak nodig voor de geschakelde ingangsconden- ; | sator, waardoor de pakkingsdichtheid van elementen op het halfge- i j leidersubstraat afnam en de totale afmeting en kosten van het half-5' geleidersubstraat toenamen. Als gevolg van de configuratie van het : onderhavige geschakelde condensatorfilter zijn de geschakelde con- I ' ! densatoren 82 en 112 ongevoelig voor parasitaire effekten, zodat de i j geschakelde ingangscondensatoren 82 en 112 in een zeer klein gebied j op het halfgeleidersubstraat kunnen worden gefabriceerd.
10j Opnieuw verwijzend naar fig. 2, wordt aangezien het knooppunt j ! 78 van de geschakelde ingangscondensator 82 wordt geschakeld tussen I Ij i | , aardpotentiaal die door de differentiaalversterker 60 wordt vastge- j I ! houden en aardpotentiaal op de klem 70b van de schakelaar 70, elke j
! I I
j , i parasitaire capacitantie in het knooppunt 78 steeds opgeladen tot j 15' dezelfde spanning die in het knooppunt 78 verschijnt. Derhalve gaat j j i geen lading op de geschakelde ingangscondensator 82 verloren als j gevolg van een parasitaire capacitantie die in het knooppunt 78 ver-1 > ; . I _ · ; j | schijnt. Aangezien het knooppunt 80 wordt geschakeld tussen een j i spanning toegevoerd uit de differentiaalversterker 90, en een span- : j 20 ningsbron die op de klem 74b van de schakelaar 74 verschijnt, zal j indien een parasitaire capacitantie in het knooppunt 80 verschijnt, ! de parasitaire capacitantie worden opgeladen door de uitgangsspan-j I ning van de differentiaalversterker 90 en worden ontladen door de i : spanningsbron die op de klem 74b van de schakelaar 74 verschijnt. ! 25 Daarom beïnvloedt een parasitaire spanning die in het knooppunt 80 j verschijnt nooit het integratie-aspekt van de onderhavige geschakel- i ' j de condensatorschakeling 50. Op dezelfde wijze beïnvloedt een para-J ! sitaire capacitantie die in de knooppunten 108 en 110 van het inte- ;grerende blok 54 aanwezig is, niet op nadelige wijze de geschakelde ; 50 condensator 112.
! Geschakelde condensatorfliters van hogere orde kunnen worden | igevormd door toepassing van de onderhavige geschakelde condensator- ; i schakeling 50 door het vormen van een meervoudige lusterugkoppe-| lingsschakeling of haasje-over-schakeling van de geschakelde conden-! 55isatorschakelingen 50 gebaseerd op een laddernetwerk. De oneven inte-i ! grerende blokken van het laddernetwerk van hogere orde voeren een j |positieve integratie uit, terwijl de even integrerende blokken van |het laddernetwerk een negatieve integratie uitvoeren. De integreren-; | jde blokken 52 en 54 kunnen zodanig worden geschakeld, dat zij als ! i 40 een hoog-doorlaatfilter of een laag-doorlaatfilter funkt'ioneren. Bij- e1020398 -15- . Λ i ; voorbeeld kan het integrerende blok 52 een stroom door een serie-
I
zelfindnktie simuleren, terwijl het integrerende blok 54 de span- J
I ning over een parallelcondensator in een laag-doorlaatfilter simu-i leert. In een configuratie van een hoog-doorlaatfilter kan het in-5i tegrerende blok 52 de spanning simuleren, die over een serie-conden-: sator verschijnt, terwijl het integrerende blok 54 de stroom door i een parallel-zelfinduktie simuleert. j | De afsluitnetwerken voor de geschakelde condensatorschakeling i 50 zijn op dezelfde wijze geschakeld als de integrerende blokken | 10; 52 en 54? zodanig dat indien een terugwaartse integrator wordt gebruikt om het integrerende blok 52 af te sluiten, een voorwaartse j j integrator zal worden toegepast om het integrerende blok 54 af te | sluiten. In de configuratie waarbij een ohmse afsluiting in de ï eerste integratorlus binnen een zelfinduktie-condensatorladder wordt 15i gebruikt, kan het knooppunt 74b (fig. 2) worden verbonden met de | . i uitgangsklem 62 van de differentiaalversterker 60 om een achter-Ί ! waartse "Euler"-integrator te vormen en kan de klem 106a van de | laatste integratorlus binnen de zelfinduktie-condensatorladder wor- | j den verbonden met de uitgangsklem 92 van de differentiaalversterker 20; 90, waardoor een voorwaartse "Euler"-integrator wordt gevormd. De juiteindelijke afsluitingen zijn integratoren met verliezen en simu- j I leren de ohmse impedanties aan de ingang of uitgang van een zelfin- ! duktie-condensatorladder.
Om zoals hierboven is gesteld de koppeling tot stand te bren-j 25: gen tussen de integratorlussen van geschakelde condensatorschake-| lingen 50 in meervoudig teruggekoppelde filterconfiguraties of
! I
j ; haasje-over-filterconfiguraties, is in een laag-doorlaatfiltercon-! figuratie een extra geschakelde ingangscondensator verbonden met het | jknooppunt 78 en/of het knooppunt 108 (fig. 2). Deze extra geschakeld ! 50j de ingangscondensator is opgenomen door toepassing van twee extra ; schakelaars die op dezelfde wijze zijn geschakeld als de schakelaars i 74 en 76, of de schakelaars 104 en 106 en die een ingangssignaal i i ontvangen tezamen met hun bijbehorende geschakelde condensatorinte- i ; J gratoren op dezelfde wijze zoals hierboven is beschreven voor de 55! werking van de geschakelde condensatorschakeling 50.
| Yoor het uitvoeren van een hoog-doorlaatfilterkoppeling tussen j | geschakelde condensatorschakelingen 50 wordt een condensator recht-| [ streeks verbonden met de inverterende ingangsklem 64 of 94 (fig· 2) | j van één of beide versterkers 60 en 90 in de geschakelde condensator-; j-40' schakeling 50, welke condensator het ingangssignaal ontvangt. Deze 8020395 -14- . Γ-.....~~.............................. ..... ........ ..................."................... ....... ................ .......;........................ .....'.....; | j ingangscondensatqren zijn sommerende condensatoren en hebben een j ! waarde die gelijk is aan die van de integratorcondensator 66 of 96 van het bepaalde integrerende blok 52 of 54 en verbinden de uitgang ; i van een versterker 60 of 90 in een geschakelde condensatorschake- 5! ling 50 met de inverterende ingangsklem van een versterker die over- ! eenkomt met de versterker 60 of 90 in een volgende geschakelde con- i · i densatorschakeling 50. i | Samenvattend wordt een laag-doorlaatfilterkoppeling uitgevoerd ; j door toepassing van integratie van het ingangssignaal dat aan de 10' geschakelde condensatorschakelingen 50 wordt toegevoerd. Een hoog- i 1 ; doorlaatfilterkoppeling wordt uitgevoerd door toepassing van een i [ sommering van het ingangssignaal opgewekt door onderling verbonden ! I ;
! ; geschakelde condensatorschakelingen 50. I
I ! Het blijkt dus dat de betreffende geschakelde condensatorscha- \ i 15ikeling waarin geschakelde MOS-condensatorintegratoren worden toége- ! | J past, een filter vormt, waarin de waarden van de zelfinduktie-ele- ! | menten en de condensatorelementen van een hoog-doorlaatfilterladder : | of een laag-doorlaatfilterladder op nauwkeurige wijze kunnen worden | ; tot stand gebracht. De toepassing van geschakelde condensatorfil- i 20! ters levert een nauwkeurig filter, waarin geen afregeling van pre-| cisiecomponenten nodig is. De toepassing van geschakelde condensa-torintegrators met versterkingsconstanten bepaald door condensator- ; ! verhoudingen staan een gemakkelijke fabricage toe volgens de M0S-
! I
| ! methode en leveren een temperatuurstabiliteit op. Voorts werkt de ! 23' geschakelde condensatorschakeling volgens de uitvinding vrij van | | parasitaire capacitanties, hetgeen de mogelijkheid van de uitvin- j ding verbetert om precisiefilters te realiseren waarbij geen afre- ! ! geling van componentwaarden nodig is. De geschakelde condensator- I ; schakeling volgens de uitvinding kan in een klein gebied van een | 30 halfgeleidersubstraat worden vervaardigd om een grote pakkingsdicht- i ; .
j jheid van schakelingselementen te bereiken, teneinde het totale op- ipervlak van het halfgeleidersubstraat zo klein mogelijk te houden, ; waardoor de kosten bij de fabricage van het betreffende geschakelde i i condensatorfilter minimaal zijn.
i | 35! Hoewel de uitvinding aan de hand van specifieke uitvoerings- I ' I ; vormen daarvan is beschreven, zal het duidelijk zijn dat binnen het t 1 I !kader van de uitvinding diverse varianten mogelijk zijn.
I i ; ; ! 8 0 2 0 3 9 5

Claims (14)

1. Geschakeld condensatorfilter voor het doorlaten van een in- I I gangsgeluidfrequentie over een vooraf "bepaald gebied van frequenties·, ; gefabriceerd op een monolitisch halfgeleidersubstraat, omvattende: i 5. een eerste versterker met ingangs- en uitgangsklemmen; i I een eerste integratorcondensator die met de eerste versterker i is verbonden; i een tweede versterker met ingangs- en uitgangsklemmen; i · 1 | een tweede integratorcondensator die met de tweede versterker Ί0 ! is verbonden; 1 : ! een eerste geschakelde ingangscondensator die is aangesloten I | , ....... 1 | | tussen de ingangsklem van de eerste versterker en de uitgangsklem ! | J van de tweede versterker, zodanig dat de eerste geschakelde ingangs-; I ! condensator gedurende een eerste klokfase het uitgangssignaal van de· ί i i jl5j tweede versterker aftast en vasthoudt, waardoor de uitgangsklem van | ! de tweede versterker wordt geïsoleerd van de eerste integrerende ί i : i condensator, en gedurende een tweede klokfase het afgetaste en vast- S 1 ’ | j gehouden uitgangssignaal van de tweede versterker toevoert aan de | j eerste integratorcondensator; en 20. een tweede geschakelde ingangscondensator die is aangesloten ; tussen de uitgangsklem van de eerste versterker en de ingangsklem j van de tweede versterker, zodanig dat gedurende de tweede klokfase | de tweede geschakelde ingangscondensator het uitgangssignaal van de ! eerste versterker toevoert aan de tweede integratorcondensator.
2. Geschakeld condensatorfilter volgens conclusie 1 en voorts • omvattende schakelmiddelen verbonden met de eerste versterker en de I i eerste geschakelde ingangscondensator. | | J>. Geschakeld condensatorfilter volgens conclusie 2, waarbij de schakelmiddelen, eerste, tweede, derde en vierde schakelmiddelen 50·omvat, die elk eerste en tweede klemmen en een besturingsklem heb-. |ben, zodanig dat: | de eerste klem van het eerste schakelmiddel is verbonden met | aardspanningspotentiaal, de tweede klem van het eerste schakelmid-idel is verbonden met de eerste klem van het tweede schakelmiddel om ; i ’ 55! een eerste knooppunt te vórmen, de tweede klem van het tweede scha- ; •kelmiddel is verbonden met de ingangsklem van de eerste versterker; i ! de besturingsklem van het eerste schakelmiddel is geschakeld ;om een eerste kloksignaal gedurende een eerste klokfase te ontvan-| gen; 40 de tweede besturingsklem van het tweede schakelmiddel is ge- sI020505 -16- [ schakeld om een tweede kloksignaal gedurende de tweede klokfase te | ontvangen; j j de eerste klem van het derde schakelmiddel is verbonden met | een spanningspotentiaal, de tweede klem van het derde schakelmiddel j 5[ is verbonden met de eerste klem van het vierde schakelmiddel om een | tweede knooppunt te vormen en de tweede klem van het vierde schakel-! middel is verbonden met de uitgangsklem van de tweede versterker; ! i de besturingsklem van het derde schakelmiddel is geschakeld om j | het tweede kloksignaal te ontvangen; en 10' de besturingsklem van het vierde schakelmiddel is geschakeld j om het eerste kloksignaal te ontvangen. ; J 4· Geschakeld condensatorfilter volgens conclusie 3> waarbij | de eerste geschakelde ingangscondensator is aangesloten tussen het ! eerste en het tweede knooppunt. 15; 5· Geschakeld condensatorfilter volgens conclusie 3> waarbij ! ‘ i de spanningspotentiaal aardpotentiaal is. i
6. Geschakeld condensatorfilter volgens conclusie 1 en voorts i i I [ omvattende schakelmiddelen die zijn verbonden met de tweede verster-| j ker en de tweede geschakelde ingangscondensator. | 20: 7· Geschakeld condensatorfilter volgens conclusie 6, waarbij | [de schakelmiddelen eerste, tweede, derde.eh vierde schakelmiddelen ; [ omvatten, die elk eerste en tweede klemmen en een besturingsklem hebben, zodanig dat: i de eerste klem van het eerste schakelmiddel is verbondeh met I 25 een aardspanningspotentiaal, de tweede klem van het eerste schakelmiddel is verbonden met de eerste klem van het tweede schakelmiddel i , | om een eerste knooppunt te vormen, de tweede klem van het tweede j [ schakelmiddel is verbonden met de ingangsklem van de tweede versterker; ! 7 301 de besturingsklem van het eerste schakelmiddel is geschakeld | om een eerste kloksignaal gedurende de eerste klokfase te ontvangen; de besturingsklem van het tweede schakelmiddel is geschakeld I | om een tweede besturingssignaal gedurende de tweede klokfase te ont-; I ‘ 1 ivangen; I . 35i de eerste klem van het derde schakelmiddel is verbonden met de . i ! uitgangsklem van de eerste versterker, de tweede klem van het derde i · I ’ schakelmiddel is verbonden met de eerste klem van het vierde scha-I [ kelmiddel om een tweede knooppunt te vormen en de tweede klem van [het vierde schakelmiddel is verbonden met een spanningspotentiaal; j 40; de besturingsklem van het derde schakelmiddel is geschakeld om ! 8020395 % -17- I het tweede kloksignaal te ontvangen; en | de besturingsklem van het vierde schakelmiddel is geschakeld om het eerste kloksignaal te ontvangen, j 8. Geschakeld condensatorfilter volgens conclusie 7? waarbij 5! de spanningspotentiaal aardpotentiaal is. i 9· Geschakeld condensatorfilter volgens conclusie 1, waarbij i ' ' ' i de condensatoren geschakelde MOS-condensatoren omvatten. i . ' '
10. Geschakeld condensatorfilter volgens conclusie 1, waarbij I de eerste versterker, de eerste integratorcondensator en de eerste j 10| geschakelde ingangscondensator een fasevertraging in het ingevoerde j ] geluidfrequentiesignaal invoeren en de tweede versterker, de tweede j [integratorcondensator en de tweede geschakelde ingangscondensator [ een voorwaartse faseverschuiving in het geluidfrequentiesignaal in-[ voeren, zodanig dat het uiteindelijke behandelde signaal geen fase-15s verschuiving heeft. I ; . ;
11. Gèschakeld condensatorfilter van conclusie 1 en voorts om-! vattende: | een koppelcondensator die met een ingangsklem van ten minste ; één van de versterkers is verbonden om een te behandelen ingangs-20: signaal te ontvangen, waarbij het geschakelde condensatorfilter als ! een hoog-doorlaatfilter werkt.
12. Geschakeld condensatorfilter van conclusie 1 en voorts om- : vattende: ' een geschakelde koppelcondensator met eerste en tweede klem- 25 men; eerste en tweede schakelmiddelen die met een gemeenschappelijk iknooppunt zijn verbonden, waarbij het eerste schakelmiddel een in-' i gangsspanning uit een bron ontvangt en het tweede schakelmiddel met ; een aardspanningspotentiaal is verbonden; waarbij 30! de geschakelde koppelcondensator is aangesloten tussen het ge- ! i j meenschappelijke knooppunt en de ingangsklem van ten minste één van [ de versterkers, waarbij het geschakelde condensatorfilter als een jlaag-doorlaatfilter werkt. j j | 15· Pulscodemodulatie-telecommunicatiesysteem omvattende een j 35·, inrichting die een geluidssignaal opwekt en een coderende en decode-! | !rende inrichting, waarbij een hoog-doorlaatfilter en een laag-door- i ilaatfilter zijn aangebracht tussen de genererende inrichting en de | 'coderende en decoderende inrichting, een geschakeld condensatorfil- |ter omvattende: I ; 1 ; j -4O1 een versterker met ingangs- en uitgangsklemmen; 8 0 2 0 3 9 5 -18- I i ~ ..... ........... ..... ...................................................... .....: I | een eerste integratorcondensator die met de eerste versterker I is verbonden; I een tweede versterker met ingangs- en uitgangsklemmen; ; een tweede integratorcondensator die met de tweede versterker j is verbonden; 1 ! een eerste geschakelde ingangscondensator die aangesloten is j I . Ί t tussen de ingangsklem van de eerste versterker en de uitgangsklem I i van de tweede versterker, zodat de eerste geschakelde ingangscon- i j 1 densator gedurende een eerste klokfase het uitgangssignaal van de 10 tweede versterker aftast en vasthoudt, waardoor de uitgangsklem van | ! de tweede versterker is geïsoleerd van de ingangsklem van de eerste j j versterker, en tijdens een tweede klokfase het afgetaste en vastge- | houden uitgangssignaal van de tweede versterker toevoert aan de j | eerste integratorcondensator; en ; 15j een tweede geschakelde ingangscondensator die geschakeld is ! ' I i tussen de uitgangsklem van de eerste versterker en de ingangsklem j tweede i ! van de tweede versterker, zodat tijdens de tweede klokfase de' ge-| i schakelde ingangscondensator het uitgangssignaal van de eerste ver-| j sterker toevoert aan de tweede integratorcondensator. | 20 14. Geschakeld condensatorfilter voor het doorlaten van een j I ingangsgeluidfrequentie over een vooraf bepaald gebied van frequen-! | ties, gefabriceerd op een monolitisch halfgeleidersubstraat, omvat- I : tende: ) 1 een eerste differentiaalversterker met een inverterende ingangs-25' klem en een uitgangsklem; ί ! een eerste integratorcondensator die is aangesloten tussen de I ! I iinverterende ingangsklem en de uitgangsklem van de eerste differen- i i : 1tiaalversterker; I een tweede differentiaalversterker met een inverterende in- 50]gangsklem en een uitgangsklem; 1 een-tweede integratorcondensator die is geschakeld tussen de !inverterende ingangsklem en de uitgangsklem van de tweede differen- : 1tiaalversterker; ί een eerste geschakelde ingangscondensator; 1. i 35i een eerste schakelmiddel dat tussen de eerste differentiaal- i ' i 'versterker en de eerste geschakelde ingangscondensator is aangeslo- i ! I ten; een tweede geschakelde ingangscondensator; j ΐ . * ; een tweede schakelmiddel dat tussen de tweede differentiaalver- 40'sterker en de tweede geschakelde ingangscondensator is geschakeld; j ; ! 8 0 2 0 ö 8 5 -19- Γ Γ . ι ' ........ ........’ ...... .............................. ..............................................................-ι [ een klokmiddel dat met de schakelmiddelen is verbonden voor I het opwekken van eerste en tweede kloksignalen; i | waarbij de eerste geschakelde ingangscondensator met het eerste^ i schakelmiddel is verbonden en is geschakeld tussen de inverterende 5i ingangsklem van de eerste differentiaalversterker en de uitgangsklem i van de tweede differentiaalversterker, zodanig dat de eerste gescha-j ! kelde ingangscondensator het uitgangssignaal van de tweede differen-; ! ; i tiaalversterker aftast en vasthoudt wanneer het schakelmiddel het i I eerste kloksignaal ontvangt, waardoor het uitgangssignaal van de ; ί 10; tweede differentiaalversterker is geïsoleerd van de inverterende in-| j gangsklem van de eerste differentiaalversterker en zodanig dat wan- ! ι ί i neer het schakelmiddel het tweede kloksignaal ontvangt, het uitgangs- | signaal van de tweede differentiaalversterker wordt toegevoerd aan ! de eerste integratorcondensator om een fasevertraging in te voeren ! 15. in de ingangsgeluidfrequentie; en ι waarbij de tweede geschakelde ingangscondensator is verbonden ι j j ! met het tweede schakelmiddel en is geschakeld tussen de uitgangs- ' ! i | jklem van de eerste differentiaalversterker en de inverterende in- | j gangsklem van de tweede differentiaalversterker, zodat wanneer het 20\ schakelmiddel het tweede kloksignaal ontvangt, de tweede geschakel- ; | de ingangscondensator het uitgangssignaal van de eerste differen- ! tiaalversterker toevoert aan de tweede integratorcondensator om een s Avoorwaartse. . , . :/faseverschuiving m de ingangsgeluidfrequentie m te voeren. ·.
15. Geschakeld condensatorfilter voor het doorlaten van een 25: ingangsgeluidfrequentie over een vooraf bepaald gebied van frequen-! ties, gefabriceerd op een monolitisch halfgeleidersubstraat, omvat-| i tende: i I ί een eerste differentiaalversterker met een inverterende' in- | gangsklem en een uitgangsklem; 30 een eerste integratorcondensator die tussen de inverterende i ingangsklem en de liitgangsklem van de eerste differentiaalverster-1ker is aangesloten; 1 ; 1 een tweede differentiaalversterker met een inverterende in- ! gangsklem en een uitgangsklem; 35! een tweede integratorcondensator die tussen de inverterende in-; ; gangsklem en de uitgangsklem van de tweede: differentiaalversterker ; is geschakeld; een eerste geschakelde ingangscondensator; I klokmiddelen voor het opwekken van eerste en tweede kloksigna- 1 40' len gedurende eerste en tweede klokfasen; 8020395 V' -20- I een eerste schakelmiddel dat met de eerste differentiaalver- i sterker en met de eerste geschakelde ingangscondensator is verbon- i den; j | i welk eerste schakelmiddel eerste, tweede, derde en vierde scha-! 5' kelmiddelen omvat, die elk eerste en tweede klemmen en een bestu- i ringsklem hebben, zodanig dat i de eerste klem van het eerste schakelmiddel is verbonden met een aardspanningspotentiaal, de tweede klem van het eerste i i schakelmiddel met de eerste klem van het tweede schakelmiddel j 10 is verbonden om een eerste knooppunt te vormen, de tweede klem j | ! van het tweede schakelmiddel is aangesloten op de inverterende j J ingangsklem van de eerste differentiaalversterker; de besturingsklem van het eerste schakelmiddel is gescha- j | ; keld om gedurende de eerste klokfase het eerste kloksignaal te j ! 151 ontvangen; ; 1 i ! 1 de besturingsklem van het tweede schakelmiddel is gescha- ! ! 1 - ! I keld om gedurende de tweede klokfase het tweede kloksignaal te ; j ontvangen; ' I de eerste klem van het derde schakelmiddel is verbonden 20' “et een spanningspotentiaal, de tweede klem van het derde scha kelmiddel met de eerste klem van het vierde schakelmiddel is verbonden om een tweede knooppunt te vormen en de tweede klem van het vierde schakelmiddel is aangesloten op de uitgangsklem van de tweede differentiaalversterker; 25· de besturingsklem van het derde schakelmiddel is geschakeld i i j 1 om gedurende de tweede klokfase het tweede kloksignaal te ont-I vangen; en ! de besturingsklem van het vierde schakelmiddel is gescha- j I keld om gedurende de eerste klokfase het eerste kloksignaal te ! 30! ontvangen; I een tweede geschakelde ingangscondensator; i een tweede schakelmiddel dat met de tweede different!aalver- 1 sterker en de tweede geschakelde ingangscondensator is verbonden; ! 1 . : I welk tweede schakelmiddel een vijfde, zesde, zevende en achtste I yj schakelmiddel omvat, <üie elk eerste en tweede klemmen en een bestu- j 'ringsklem hebben, zodanig dat: I ' de eerste klem van het vijfde schakelmiddel met een aard- j : ! spanningspotentiaal is verbonden, de tweede klem van het vijfde ! schakelmiddel op de eerste klem van het zesde schakelmiddel is ; 40 aangesloten om een derde knooppunt te vormen, de tweede klem . 8 0 2 0 3 9 5 -21- j van het zesde schakelmiddel met de ingangsklem van de tweede : differentiaalversterker is verbonden; | de besturingsklem van het vijfde schakelmiddel is gescha- j j keld om gedurende de eerste klokfase het eerste kloksignaal te 5i ontvangen; i de besturingsklem van het zesde schakelmiddel is gescha- i keld om gedurende de tweede klokfase het tweede kloksignaal te ontvangen; J de eerste'klem van het zevende schakelmiddel met de uife- 10! gangsklem van de eerste differentiaalversterker is verbonden, j [ de tweede klem van het zevende schakelmiddel op de eerste klem j I van het achtste schakelmiddel is aangesloten om een vierde j | knooppunt te vormen en de tweede klem van het achtste schakel- | i middel met een spanningspotentiaal is verbonden; 15! de besturingsklem van het zevende schakelmiddel is gescha-j 1. i i keld om gedurende de tweede klokfase het tweede kloksignaal te ! | | ontvangen; en || de besturingsklem van het achtste schakelmiddel is gescha-1 | ; keld om gedurende de eerste klokfase het eerste kloksignaal te i | ' 20 ontvangen; | J de eerste geschakelde ingangscondensator is aangesloten tussen : ! de eerste en tweede knooppunten, zodanig dat de eerste geschakelde ! ingangscondensator het uitgangssignaal van de tweede differentiaal-i versterker aftast en vasthoudt wanneer het schakelmiddel het eerste : I . ' 25>kloksignaal ontvangt, waardoor de uitgang van de tweede differenti-| aalversterker is geïsoleerd van de inverterende ingangsklem van de |eerste differentiaalversterker en zodanig datmnneer het schakelmid-! del het tweede kloksignaal ontvangt, het afgetaste en vasthouden· : |uitgangssignaal van de tweede differentiaalversterker wordt toege-30!voerd aan de eerste integratorcondensator om een fasevertraging in de ingangsgeluidfrequentie in te voeren; en ί de tweede geschakelde ingangscondensator is aangesloten tussen i i de eerste en vierde knooppunten, zodanig dat wanneer het schakelmid-l · i del het tweede kloksignaal ontvangt, de tweede geschakelde ingangs- ; 55;condensator het uitgangssignaal van de eerste differentiaalverster- |ker toevoert aan de tweede integratorcondensator om een voorwaartse I ] f as evers chiiving in de ingangsgeluidfrequentie in te voeren. ; ] : ί I i _ ; i i 8 0 2 0 3 9 5 -22- i GEWIJZIGDE CONCLUSIES ...... ............... ' ——
1. Geschakeld condensatorfilter voor het doorlaten van een in- gangsgeluidfrequentie over een vooraf bepaald gebied van frequen-; ties, gefabriceerd op een monolitisch halfgeleidersubstraat, omvat-5 tende: I een eerste versterker met ingangs- en uitgangsklemmen; ! een eerste integratorcondensator die met de eerste versterker i is verbonden; i een tweede versterker met ingangs- en uitgangsklemmen; i ! 1Öj een tweede integratorcondensator die met de tweede versterker i J is verbonden; [ een eerste geschakelde ingangscondensator die tussen de in- j j gangsklem van de eerste versterker en de uitgangsklem van de tweede ! ! versterker is aangesloten, zodanig dat de eerste geschakelde in- j ! 15i gangscondensator gedurende een eerste klokfase het uitgangssignaal j ivan de tweede versterker aftast en vasthoudt, waardoor de uitgangs- : i i , ' : i klem van de tweede versterker is geïsoleerd van de eerste integre- | ί ; | rende condensator, en gedurende een tweede klokfase het afgetaste en ; ! : vastgehouden uitgangssignaal van de tweede versterker toevoert aan [ 20| de eerste integratorcondensator; en | een tweede geschakelde ingangscondensator die tussen de uit- ! gangsklem van de eerste versterker en de ingangsklem van de tweede | versterker is geschakeld, zodanig dat gedurende de tweede klokfase ! de tweede geschakelde ingangscondensator het uitgangssignaal van de ; i · 25·eerste versterker toevoert aan de tweede integratorcondensator. :
2. Geschakeld condensatorfilter volgens conclusie 1 en voorts ί · ' ' | | omvattende schakelmiddelen die met de eerste versterker en met de | :eerste geschakelde ingangscondensator zijn verbonden. | | 5· Geschakeld condensatorfilter volgens conclusie 2, waarbij ΐ 30! <3-6 schakelmiddelen bestaan uit een eerste, tweede, derde en vierde ί i ; i |schakelmiddel> elk voorzien van eerste en tweede klemmen en een be- i | ' i isturingsklem, zodanig dat: ! de eerste klem van het eerste schakelmiddel op een aardspan- i · - !ningspotentiaal is aangesloten, de tweede klem van het eerste scha- i :! 35jkelmiddel met de eerste klem van het tweede schakelmiddel is verbon-j ' den om een eerste knooppunt te vormen, de tweede klem van het tweede :schakelmiddel op de ingangsklem van de eerste versterker is gescha- ; I 1 : jkeld; ! de besturingsklem van het eerste schakelmiddel is verbonden om ! "40jeen eerste kloksignaal gedurende de eerste klokfase te ontvangen; 8 0 2 0 3 9 5 -23- ί i ' j I de tweede besturingsklem van het tweede schakelmiddel is ge- | ! ] | schakeld om een tweede kloksignaal gedurende de tweede klokfase te ί ; | ; ontvangen; ! de eerste klem van het derde schakelmiddel met een spannings- 5' potentiaal is verbonden, de tweede klem van het derde schakelmiddel j ί op de eerste klem van het vierde schakelmiddel is aangesloten om | ! I ί een tweede knooppunt te vormen en de tweede klem van het vierde j ί schakelmiddel op de uitgangsklem van de tweede versterker is gescha-1 i ; j keld; 10| de besturingsklem van het derde schakelmiddel is geschakeld om j [ het tweede kloksignaal te ontvangen; en i | de besturingsklem van het vierde schakelmiddel is geschakeld ! om het eerste kloksignaal te ontvangen. i ' . | ! 4· Geschakeld condensatorfilter volgens conclusie 3> waarbij i I M5i de eerste geschakelde ingangscondensator is aangesloten tussen de i eerste en tweede knooppunten. I ! : ] 5· Geschakeld condensatorfilter volgens conclusie 3> waarbij | de spanningspotentiaal aardpotentiaal is. j ; 6. Geschakeld condensatorfilter volgens conclusie 1 en voorts ! 20! omvattende schakelmiddelen die met de tweede versterker en met de I tweede geschakelde ingangscondensator zijn verbonden..
7. Geschakeld condensatorfilter volgens conclusie 6, waarbij i de schakelmiddelen bestaan uit een eerste, tweede, derde en vierde i schakelmiddel die elk voorzien zijn van eerste en tweede klemmen en i I 25 een besturingsklem, zodanig dat: : | de eerste klem van het eerste schakelmiddel met een aardspan- i | ningspotentiaal is verbonden, de tweede klem van het eerste scha-! I kelmiddel op de eerste klem van het tweede schakelmiddel is aange- ! | sloten om een eerste knooppunt te vormen, de tweede.klem van het 30' tweede schakelmiddel op de ingangsklem van de tweede versterker is I geschakeld; I de besturingsklem van het eerste schakelmiddel is geschakeld i ! i om gedurende de eerste klokfase het eerste kloksignaal te ontvangen; i 1 | de besturingsklem van het tweede schakelmiddel is geschakeld 35: om gedurende de tweede klokfase een tweede besturingssignaal te ont-! vangen; ! de eerste klem van het derde schakelmiddel is verbonden met de | uitgangsklem van de eerste versterker, de tweede klem van het derde I : schakelmiddel op de eerste klem van het vierde schakelmiddel is aan- 40 gesloten om een tweede knooppunt te vormen en de tweede klem van '"8 0ZÖ3T5........................................................................................... -24- 1 het vierde schakelmiddel op een spanningspotentiaal is aangesloten; j ^ 1 i [ de besturingsklem van het derde schakelmiddel is geschakeld om het tweede kloksignaal te ontvangen; en ! | de besturingsklem van het vierde schakelmiddel is geschakeld I 5| om het eerste kloksignaal "te ontvangen.
8. Geschakeld condensatorfilter volgens conclusie 7» waarbij t «. ( I de spanningspotentiaal aardpotentiaal is. I .
9· Geschakeld condensatorfilter volgens conclusie 1, waarbij | de condensatoren geschakelde MOS-condensatoren omvatten. j 10; 10. Geschakeld condensator filter volgens conclusie 1, waarbij I ! de eerste versterker, de eerste integratorcondensator en de eerste ij - · ] geschakelde ingangscondensator een faseverschuiving in het ingangs- ; | geluidfrequentiesignaal invoeren en de tweede versterker, de tweede I | integratorcondensator en de tweede geschakelde ingangscondensator | i i · - i 15. een voorwaartse faseverschuiving in het geluidfrequentiesignaal in- ; : voeren, zodanig dat het uiteindelijke behandelde signaal geen fase- j iverschuiving heeft. ' I ί i . . ! j | 11. Geschakeld condensatorfilter van conclusie 1 en voorts om- j vattende: 20. een koppèlcondensator die met de ingangsklem1 van ten minste I één van de versterkers is verbonden om een te behandelen ingangs-! ; signaal te ontvangen, waarbij het geschakelde condensatorfilter als I i een hoog-doorlaatfilter werkt. j | 12. Geschakeld condensatorfilter van concliisie 1 en voorts om- : ! i 2. vattende: ! een geschakelde koppèlcondensator met eerste en tweede klem- I | ' ; men; j | eerste en tweede schakelmiddèlen die met .een gemeenschappelijk | j knooppunt zijn verbonden, waarbij het eerste schakelmiddel een in-30j gangsspanning uit een bron ontvangt en het tweede schakelmiddel is ! j aangesloten op een aardspanningspotentiaal; en ί waarbij de geschakelde koppèlcondensator is aangesloten tussen j ! ihet gemeenschappelijke knooppunt en de ingangsklem van ten minste ί ’ | i één van de versterkers, waarbij het geschakelde condensatorfilter | 35; als een laag-doorlaatfilter werkt.
13. Pulscodemodulatie-telecommunicatiesysteem omvattende een I inrichting die eén geluidssignaal opwekt en een coderende en decode-| rende inrichting, waarbij een hoog-doorlaatfilter en een laag-door- : | ; laatfilter zijn aangebracht tussen de genererende.inrichting en de | 40!coderende en decoderende inrichting, een geschakeld condensatorfil- j 8020395 -25- r I .............................. ....... ................. ............... ........................................ J ter omvattende: | een eerste versterker met ingangs- en uitgangsklemmen; ] een eerste integratorcondensator die met de eerste versterker . S is verbonden, 5i een tweede versterker met ingangs- en uitgangsklemmen; een tweede integratorcondensator die met de tweede versterker I ' '! ' ! is verbonden; i 1 j een eerste geschakelde ingangscondensator die tussen de in- | gangsklem van de eerste versterker en de uitgangsklem van de tweede 10: versterker is aangesloten, zodanig dat de eerste geschakelde in-| gangscondensator gedurende een eerste klokfase het uitgangssignaal j I 1 ' ' ' | van de tweede versterker aftast en vasthoudt, waardoor de uitgangs-I klem van de tweede versterker is geïsoleerd van de ingangsklem van i de eerste versterker, en gedurende een tweede klokfase het afgetaste: ί . ’ | j 15: en vastgehouden uitgangssignaal van de tweede versterker toevoert j | i · ; ί . ! j aan de eerste integratorcondensator; en . j j een tweede geschakelde ingangscondensator 'die tussen de uit- ; gangsklem van de eerste versterker en de ingangsklem van de tweede | versterker is aangesloten, zodanig dat gedurende de tweede klokfase, i 20: de tweede geschakelde ingangscondensator het uitgangssignaal van de | eerste versterker toevoert aan de tweede integratorcondensator. j i ί 14· Geschakeld condensatorfilter voor het doorlaten van een ί ingangsgeluidfrequentie over een vooraf bepaald gebied van frequen- . ! ities, gefabriceerd op een monolitisch halfgeleidersubstraat, omvat-25: tende: een eerste differentiaalversterker met een inverterende in-· | jgangsklem en een uitgangsklem; een eerste integratorcondensator die. tussen de inverterende in-, | |gangsklem en de uitgangsklem van de eerste differentiaal versterker I 30 is aangesloten; | een tweede differentiaalversterker met een inverterende in-: i gangsklem en een uitgangsklem; i een tweede integratorcondensator die tussen de inverterende ij ' ···.' | j ingangsklem en de uitgangsklem van de tweede differentiaalverster-j 35 ker is geschakeld; i . i een eerste geschakelde ingangscondensator; j ! een eerste schakelmiddel dat met de eerste differentiaalver- | j sterker en de eerste geschakelde ingangscondensator is verbonden; l een 'tweede geschakelde ingangscondensator; I I 1 j 40: een tweede schakelmiddel dat met de tweede differentiaalverster- 8020395 * -26- \ 1. ker en de tweede geschakelde ingangscondensator is verbonden; S ! | . .! | | klokmiddelen die zijn verbonden met de genoemde schakelmiddelen' | ivoor het opwekken van eerste en tweede kloksignalen; j i ί waarbij de eerste geschakelde ingangscondensator is verbonden 5; met het eerste schakelmiddel en is aangesloten tussen de inverteren-! : ! de ingangsklem van de eerste differentiaalversterker en dè uitgang j • van de tweede differentiaalversterker, zodanig dat de eerste gescha-; jkelde ingangscondensator het uitgangssignaal van de tweede differen-! 1 tiaalversterker aftast en vasthoudt wanneer het schakelmiddel het 1 10; eerste kloksignaal ontvangt,' waardoor de uitgang van de tweede dif- ! j ferentiaalversterker is geïsoleerd van de inverterende ingangsklem | van de eerste differentiaalversterker en zodanig dat wanneer het j schakelmiddel het tweede kloksignaal ontvangt, het uitgangssignaal ! van de tweede differentiaal versterker wordt 'toegevoerd aan de eerstel 15i integratorcondensator om een fasever.traging in de ingangsgeluid- | ! frequentie in te voeren; en i ; waarbij de tweede geschakelde ingangscondensator is verbonden j i 1 | ; met het tweede schakelmiddel en is aangesloten tussen de uitgangs-| klem van de eerste differentiaalversterker en de ihverterende in-j 20! gangsklemmen van de tweede differentiaalversterker, zodanig dat wan-j | neer ,het schakelmiddel het tweede kloksignaal ontvangt, de tweede ! j . i j [geschakelde ingangscondensator het uitgangssignaal van de eerste j I differentiaalversterker toevoert aan de tweede integratorcondensa-[ : tor om een voorwaartse faseverschuiving in de ingangsgeluidfrequen- | 2^i tie in te voeren. .
15. Geschakeld condensatorfilter,voor het doorlaten van een ! , | ; ingangsgeluidfrequentie over een vooraf bepaald gebied van frequen- j ties, gefabriceerd op een monolitisch... half gel eider substraat, omvat-:tende: : 50' een eerste differentiaalversterker met een inverterende in- | gangsklem en een uitgangsklem; i een eerste·integratorcondensator die tussen de inverterende in-; ! i gangsklem en de uitgangsklem van de eerste differentiaalversterker i ! ' ! !is aangesloten; , i i ' ' · ! 55| een tweede differentiaalversterker met een inverterende in-! ;gangsklem en een uitgangsklem; | een tweede integratorcondensator die tussen de inverterende in- |gangsklem en de uitgangsklem van de tweede differentiaalversterker i I is geschakeld; 40 een eerste geschakelde ingangscondensator; 8020395 ‘ -27- c j klokmiddelen voor het opwekken van eerste en tweede kloksigna- i i ! len gedurende eerste en tweede klokfasen; ! i een eerste schakelmiddel dat met de eerste differentiaalver-; j i sterker en de eerste geschakelde ingangscondensator is verbonden; [ 5l welk eerste schakelmiddel een eerste, tweede, derde en vierde i schakelmiddel omvat, die elk eerste en tweede klemmen en een bestu-: ringsklem hebben, zodanig dat: i ; i de eerste klem van het eerste schakelmiddel met een aard- i i - j :spanningspotentiaal is verbonden, de tweede klem van het eerste; 10! *" schakelmiddel op de eerste klem van het tweede schakelmiddel ! is aangesloten op een eerste knooppunt te vormen, de tweede . j'. . ; ' ! ' i klem van het tweede schakelmiddel op de inverterende ingangs- j | klem van de eerste differentiaal versterker is geschakeld; i. j : i i de besturingsklem van het eerste schakelmiddel is gescha- | 15! keld om gedurende de eerste klokfase het eerste kloksignaal te ! ontvangen; i J de tweede besturingsklem van het tweede schakelmiddel is ! J geschakeld om gedurende de tweede klokfase het tweede kloksig- I naai te ontvangen; I 20; de eerste klem van het derde schakelmiddel op een span- |. ; ningspotentiaal is aangesloten, de tweede klem van het derde i ! schakelmiddel met de eerste klem van het vierde, schakelmiddel is verbonden om een tweede knooppunt te vormen en de tweede klem van het vierde schakelmiddel op de uitgangsklem van de 25' tweede differentiaalversterker is geschakeld;, de besturingsklem van het derde schakelmiddel is gescha-I keld om gedurende de tweede klokfase het tweede kloksignaal te : . I ontvangen; en I de besturingsklem van het vierde schakelmiddel is gescha- ; I 30! keld om gedurende de eerste klokfase het eerste kloksignaal te ! ontvangen; ! een tweede geschakelde ingangscondensator; i een tweede schakelmiddel dat‘met de tweede differentiaalver- i ' · ! sterker en de tweede geschakelde ingangscondensator is verbon- . 35 den; ; welk tweede schakelmiddel bestaat uit een eerste, zesde, zeven-; j de en achtste schakelmiddel, die elk eerste en tweede klemmen en I een besturingsklem hebben, zodanig dat:. de eerste klem van het vijfde schakelmiddel is aangeslo- -40! ten °P een aardspanningspotentiaal, de tweede klem van het vijf- B02 03 PB........................................................................... -28- * de schakelmiddel op de eerste klem van het zesde schakelmiddel ; is aangesloten om een derde knooppunt te vormen, de tweede | klem van het zesde schakelmiddel met de ingangsklem van de | i tweede differentiaalversterker is verbonden; 5! de besturingsklem van het vijfde schakelmiddel is gescha- Γ i keld om gedurende de eerste klokfase het eerste kloksignaal te i ontvangen; 1 · .! j de besturingsklem van het zesde schakelmiddel is gescha- [ keld om gedurende de tweede klokfase het tweede kloksignaal te 10! ontvangen; r i ! de eerste klem van het zevende schakelmiddel is verbonden j met de uitgangsklem van de eerste differentiaalversterker, de 1 tweede klem van het zevende schakelmiddel op de eerste klem ! van het ,achtste schakelmiddel is aangesloten om een vierde I 151 knooppunt te vormen en de tweede klem van het achtste schakels i ; I middel op een spanningspotentiaal is geschakeld; . ! de besturingsklem van het zevende schakelmiddel is gescha-: i ; I I keld om gedurende de tweede klokfase het tweede kloksignaal te ontvangen; en 20 de besturingsklem van het achtste schakelmiddel is gescha keld om gedurende de eerste klokfase het eerste kloksignaal te : ! ontvangen; de eerste geschakelde ingangscondensato.r is aangesloten tussen : : de eerste en tweede knooppunten, zodat de eerste geschakelde in- 25 gangscondensator het uitgangssignaal van de tweede differentiaalver- i 1 ! : I sterker aftast en vasthoudt wanneer het schakelmiddel het eerste I I kloksignaal ontvangt, waardoor het uitgangssignaal van de tweede. I r 1 . ' . differentiaalversterker is geïsoleerd van de inverterende in gang's- { i klem van de eerste differentiaalversterker en zodat wanneer het ij I 30j schakelmiddel het tweede kloksignaal ontvangt, het afgetaste en j i , ivastgehouden uitgangssignaal van de tweede differentiaalversterker t i i wordt toegevoerd aan de eerste integratorcondensator om een fasever-! i tra.ging in de ingangsgeluidfrequentie in te voeren; en I J de tweede geschakelde ingangscondensator is aangesloten tussen I 35; de derde en vierde knooppunten, zodat wanneer het schakelmiddel het j I tweede kloksignaal ontvangt, de .tweede geschakelde ingangscondensa-;tor het uitgangssignaal van de eerste differentiaalversterker toe-j ;voert aan de tweede integratorcondensator om een voorwaartse fase-I verschuiving in de ingangsgeluidfrequentie in te voeren. 40 16. (Nieuw) Geschakeld condensatorfilter omvattende: 8020395 f,-. -:LC. -29- v c * ; een eerste versterker met ingangs- en ultgangsklemmen; : een eerste integratorcondensator die met de eerste versterker • is verbonden; i | een tweede versterker met ingangs- en uitgangsklemmen; 5} een tweede integratorcondensator die met de tweede versterker j I is verbonden; S een eerste geschakelde ingangscondensator die tussen de in- i gangsklem van de eerste versterker en de uitgangsklem van de tweede ; versterker is aangesloten, zodat de eerste geschakelde ingangscon- j 10' densator gedurende een eerste klokfase het uitgangssignaal van de' j | tweede, versterker aftast en vasthoudt, waardoor de uitgangsklem van ; j de tweede versterker is geïsoleerd van de eerste integratorcondensator, en gedurende een tweede klokfase het afgetaste' en vastgehou-| den uitgangssignaal van de tweede versterker toevoert aan de eerste 15I integratorcondensator; en I · , j een tweede geschakelde ingangscondensator die tussen de uit- ! . [gangsklem van de tweede versterker is verbonden, zodat gedurende de ! 'I | tweede klokfase de tweede geschakelde ingangscondensator het uit-j gangssignaal van de eerste versterker toevoert aan de tweede inte-! 20; gratorcondensator. j ί i ! ; i j | i j i i i ; i I : ! j i .......1 ""8 0 2 0 3 9 5................................................................
NL8020395A 1979-12-18 1980-05-05 NL8020395A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US06/105,004 US4338571A (en) 1979-12-18 1979-12-18 Low sensitivity switched-capacitor ladder filter using monolithic MOS chip
US10500479 1979-12-18
PCT/US1980/000510 WO1981001778A1 (en) 1979-12-18 1980-05-05 Low sensitivity switched-capacitor ladder filter using monolithic mos chip
US8000510 1980-05-05

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8020395A true NL8020395A (nl) 1981-11-02

Family

ID=22303551

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8020395A NL8020395A (nl) 1979-12-18 1980-05-05

Country Status (9)

Country Link
US (1) US4338571A (nl)
EP (1) EP0042386A1 (nl)
JP (1) JPS6351571B2 (nl)
CA (1) CA1149479A (nl)
DE (1) DE3050110C2 (nl)
FR (1) FR2472305A1 (nl)
GB (1) GB2078045B (nl)
NL (1) NL8020395A (nl)
WO (1) WO1981001778A1 (nl)

Families Citing this family (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3016737A1 (de) * 1980-04-30 1981-11-05 Siemens AG, 1000 Berlin und 8000 München Integratorschaltung mit abtaststufe
US4429239A (en) * 1982-03-15 1984-01-31 Motorola, Inc. Combined phase detector and low pass filter
US4571731A (en) * 1982-08-16 1986-02-18 Texas Instruments Incorporated PSK modem filter switch
US4659996A (en) * 1984-02-27 1987-04-21 Motorola, Inc. Method and apparatus for de-ringing a switched capacitor filter
US4904951A (en) * 1988-06-06 1990-02-27 Burr-Brown Corporation Method and circuit for reducing effects of distributed capacitance associated with large thin film resistors
US5016259A (en) * 1989-03-03 1991-05-14 The Grass Valley Group, Inc. Low jitter DDFS FSK modulator
US5168461A (en) * 1989-08-21 1992-12-01 Industrial Technology Research Institute Switched capacitor differentiators and switched capacitor differentiator-based filters
CA2028742A1 (en) * 1989-11-14 1991-05-15 Paul A. Tharman Integral stator and rectifier for internal combustion engine
US7048716B1 (en) 1997-05-15 2006-05-23 Stanford University MR-compatible devices
US6272370B1 (en) 1998-08-07 2001-08-07 The Regents Of University Of Minnesota MR-visible medical device for neurological interventions using nonlinear magnetic stereotaxis and a method imaging
US6453157B1 (en) * 1998-03-23 2002-09-17 Ericsson Inc. Radio frequency tracking filter
US6463317B1 (en) 1998-05-19 2002-10-08 Regents Of The University Of Minnesota Device and method for the endovascular treatment of aneurysms
DE10156027B4 (de) * 2001-11-15 2012-02-09 Globalfoundries Inc. Abgleichbare Filterschaltung

Also Published As

Publication number Publication date
DE3050110C2 (de) 1987-01-15
EP0042386A1 (en) 1981-12-30
GB2078045B (en) 1984-02-01
DE3050110T1 (nl) 1982-03-25
WO1981001778A1 (en) 1981-06-25
CA1149479A (en) 1983-07-05
JPS57500088A (nl) 1982-01-14
FR2472305A1 (fr) 1981-06-26
GB2078045A (en) 1981-12-23
FR2472305B1 (nl) 1984-12-28
US4338571A (en) 1982-07-06
JPS6351571B2 (nl) 1988-10-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Temes et al. Switched-capacitor filter design using the bilinear z-transform
Jacobs et al. Design techniques for MOS switched capacitor ladder filters
Papazoglou et al. Noninteracting electronically tunable CCII-based current-mode biquadratic filters
Kurth et al. Two-port analysis of switched-capacitor networks using four-port equivalent circuits in the z-domain
NL8020395A (nl)
JP3038236B2 (ja) 平衡フィルタ回路
Antoniou Novel RC-active-network synthesis using generalized-immittance converters
US5736909A (en) Monolithic continuous-time analog filters
Frey et al. An adaptive analog notch filter using log filtering
JP2520055B2 (ja) 有極型リ−プフロッグ・フィルタ
Moschytz et al. Design of hybrid integrated-filter building blocks
MUTO et al. A leapfrog synthesis of complex analog filters
EP0479374B1 (en) Companding current-mode transconductor-C integrator
Moschytz et al. Signal-flow graph analysis of SC networks
Nowrouzian et al. Design and DSP-chip implementation of a novel bilinear-LDI digital Jaumann filter
JP2664675B2 (ja) バンドパスフイルタ
JPH0758883B2 (ja) 第二種フイルタ回路
Kleine Design of wave‐sc filters using building blocks
Moniri et al. Systematic generation of current mode dual-output OTA filters using a building block approach
Shousha Implementations of continuous-time current-mode ladder filters using multiple output current integrators
Baschirotto Considerations for the design of switched-capacitor circuits using precise-gain operational amplifiers
JPH04200008A (ja) アクティブ・フィルタ回路
Moschytz Inductorless filters: a survey II. Linear active and digital filters
Rathore et al. A systematic approach to the design of stray‐insensitive sc circuits from active‐RL or RLC prototypes
Jain et al. VDTA based fractional order floating inductor and its applications