NL8006912A - Telinrichting met tegen elkaar aan liggende cijferwielen. - Google Patents

Description

' . ï * ï «s» T Tj/Se/Flonic-3

Telinrichting met tegen elkaar aan liggende cijferwielen.

ιί.

De uitvinding heeft betrekking op telinrichtin-gen van het type met tegen elkaar aan liggende cijferwielen, d.w.z. telinrichtingen waarbij het overdrachtmechanisme van de tientallen in het inwendige van de wielen zelf is aan-5 gebracht.

Op dit moment zijn in wezen twee belangrijke typen van dergelijke telmachines bekend: op de eerste plaats de telinrichtingen met scheidingsplaten, waarbij de wielen pp een centrale as zijn gemonteerd en de rondsels van het 10 overdrachtmechanisme worden ondersteund door de telkens tussen twee naast elkaar liggende wielen aangebrachte tussenplaten j en op de tweede plaats de telinrichtingen met ringvormige wielen, die op een bijvoorbeeld armen omvattende ondersteuning zijn gemonteerd of op een ondersteuning met ; 15 een cilindrische naaf, die gedeeltelijk uitgespaard is om daarin de rondsels van het overdrachtmechanisme op te nemen.

De telinrichtingen van het eerste hierboven genoemde. type hebben een gecompliceerde constructie met een groot aantal onderdelen waarvan de: montage natuurlijk lang-I 20 durxg en moeilijk is. De telinrichtingen van de tweede soort hebben een veel eenvoudiger constructie. Maar terwijl in de telinrichtingen van de eerste soort de wielen in het algemeen allemaal gelijk zijn, is bij de telinrichtingen van de tweede soort het Viel met de laagste rang breder dan : 25 de andere wielen, waarbij dit verschil in breedte het gevolg * is <van de noodzaak om in het inwendige daarvan de aandrij- ving van dit. wiel en bovendien van de ondersteuning van het uiteinde met zijn bevestiging op te nemen, welke bevestiging het stelsel tezamen houdt. Door de aanwezigheid van deze i 30 twee soorten wielen met verschillende breedte treden weer complicaties bij de fabricage en de montage op.

Het doel van de uitvinding is een telinrichting met tegen elkaar aan liggende wielen met een ringvorm te ver-____; schaffen waarvan de constructie zodanig is, dat alle wielen 8 0 0 69 1 2 -2- - identiek zijn en daardoor onafhankelijk van de rang gemonteerd kunnen worden.

Volgens de uitvinding omvat de telinrichting: - - wielen met een ringvorm, welke samenwerken met overdracht- . 5 rondsels die in het inwendige van de wielen zijn aangebracht? - een eerste, een as voor de overdrachtrondsels dragende eindsteun; - een met de eerste eindsteun verbonden naaf voor het coaxiaal ondersteunen van de wielen, en 10 — een tweede eindsteun, die door bevestigingsmiddelen met de rest van de telinrichting is verbonden.

De telinrichting heeft het kenmerk, dat: - de tweede eindsteun evenwijdig aan dé as van de wielen i verlopende buigzame armen draagt, welke armen door uitspa-' 15 ringen, in de naaf steken en door de bevestigingsmiddelen metr de eerste eindsteun zijn verbonden.

Op deze wijze maakt de bevestiging van de tweede sluitsteun, op de eerste eindsteun het mogelijk de dikte van deze tweede steun te verminderen waardoor een standaard-20 wiel met normale afmetingen opgenomen kan worden zodat de vervaardiging wordt vereenvoudigd en wordt beperkt tot één enkel type wiel, terwijl ook de montage wordt vereenvoudigd.

De bevestiging van de armen van de tweede steun op de eerste steun kan gerealiseerd worden door lijmen, lassen, enz. maar I 25 op de meest gunstige wijze door een snapverbinding teneinde de telinrichting gemakkelijk demontabel, te maken.

Bij voorkeur zijn de wielen, de bverdrachtrond-i seis en de andere elementen van de telinrichting, met uitzondering van de as van de overdrachtrondsels, door spuit-30 gieten van kunststof materiaal vervaardigd, waarbij de wielen reliëfcijfers hebben, die in twee kleuren worden gespoten.

Andere kenmerken en voordelen van de uitvinding blijken uit de volgende beschrijving aan de hand van de bijgevoegde tekeningen van voorbeelden van de uitvinding.

35 Fig.1 toont een dwarsdoorsnede van een telinrich ting volgens de uitvinding.

'_; Fig.2 toont een langsdoorsnede van de telinrich- -ting-volgens-de-lijn—2-2 in fig.1,--------------- 8 0 0 69 1 2 3G6936l_f! + <** -3- u—. '

Pig.3 toont een zijaanzicht van de eerste eind- steun.

_ t

Fig.4 toont een zijaanzicht van de tweede sluit- steun.

5 In de figuren is te zien, dat de telinrichting 10 een eerste eindsteun 11 omvat, die verbonden is met een centrale naaf 12 warop bijvoorbeeld vijf ringvormige wielen 131 t/m 135 zijn gemonteerd en een tweede sluitsteun 14 die opgenomen is in het inwendige van de eerste rol ofwel de . 10 rol met de laagste rang 131. De steun 14 is voorzien van een paar buigzame armen 151,152 die eindigen in bekken 161,162 en een snapverbinding vormen met de eindsteun 11.

De naaf 12 heeft een in het algemeen kruisvormige dwarsdoorsneder die in het midden gedeeltelijk is uitgespaard, 15 zoals zichtbaar is in fig.2, waarbij de uiteinden van de vier armen van het kruis dienen om de ringvormige wielen 13 te ondersteunen. Tussen twee van de armen van het kruis is het overdrachtmechanisme aangebracht, dat bestaat uit gebruikelijke overdrachtrondsels 30, die op een gemeenschappe-20 lijke as 31 zijn gemonteerd , die opgesloten is in de steun 11, waarbij elk rondsel op bekende wijze een afwisselende serie lange en korte tanden draagt om samen te werken met de grendeInokken 33 van het naastliggende wiel met lagere rang en met de tanden 32 van het naastliggende wiel met ho-: 25 gere rang. De twee naast elkaar liggende uitsparingen in de armen van het kruis van de naaf 12 laten de armen 151, 152 door.

De in fig.3 zichtbare steun 11 heeft drie openingen : de eerste opening 21 met een cirkelvorm dient voor 30 de montage van de gemeenschappelijke as 31 van de rondsels 30? de twee andere openingen 221 en 222 zijn diametraal te-; genover en symmetrisch ten opzichte van de opening 21 aangebracht. De naaf 12 heeft tegenover deze openingen 22 twee schouders 231,232, die bedoeld zijn om resp. samen te wer-35 ken met de bekken 161 en 162 van de uiteinden van de armen 15 van de tweede steun 14, voor het vormen van de snapver-!__binding. De openingen 221 en 222 zijn aangebracht om daarin 8 0 0 69 12 ~~ -4- een werktuig te steken waarmee de bekken 16 van de schouders 23 losgemaakt.^kunnen worden met het oog op een eventuele demontage van de rekeninrichting na de montage.

Het uiteinde van de bekken vormt een hellend vlak waardoor 5 de armen 15 gemakkelijk in de naaf 12 gestoken kunnen worden, en bovendien het werktuig bij de demontage geleid wordt.

Deosteun 11 omvat inwendig een centraal gat 17, hier..·weergegeven als een potgat, dat dient als lager voor 10 een ingangsas welke de aandrijfnokken draagt voor het eerste wiel 131. Bovendien omvat deze steun uitwendig twee uitsteeksels 18 teneinde verdraaiing van de telinrichting te verhinderen, wanneer deze eenmaal is .gemonteerd , en waarbij déze. uitsteeksels 18 dienen als hoekreferentie voor 15 de telinrichting.

Op dezelfde wijze omvat de in fig.4 zichtbare steun 14 een centraalllager 25 en een opening 28, die resp. dienen als lager voor de ingangsas en als lager 31 voor de overdrachtrondsels 30. Het centrale lager 25 is gevormd in 20 een centraal deel 26 dat platte vlakken 27 heeft' die gedeeltelijk passen in de centrale uitsparing van de naaf 12.

Het stelsel van de steun 14 en de armen 15 is zodanig gedimensioneerd dat, in gemonteerde toestand, d.w.z. wanneer de bekken 16 achter de schouders 23 van de steun 25 11 grijpen, de steun 14.zich in het inwendige van het eerste wiel 31 bevindt daarbij de ruimte voor de aandrijfnokken . vrijlatend, en zodanig, dat het uiteinde van de armen 15 . niet uitsteken buiten de steun 11.

« i * ? Elk wiel 13 heeft aan zijn rechter zijvlak de 30 inwendige vertanding 32 en een meeneem- of grendelnok 33 aan zijn linker vlak, dat samen kan werken met het aandrijf-rondsel daarnaast. Bovendien zijn bijvoorbeeld drie, over 120° ten opzichte van elkaar verschoven uitsparingen 34 aan de binnenzijde van de ring Van elk wiel aangebracht, 35 zodat een wiel door nokken van een uitwendig aandrijforgaan aangegrepen kunnen worden, wanneer dit wiel het wiel met ------ de laagste rang is. Deze wielen zijn b.v. gevormd door spuit- gietêh~ih”twee “kleuren eri“mèt~rëliefcijfers, van'het'type «*,c 8 0 0 6 9 1 2 • . --·* -5- zoals beschreven in de Franse octrooiaanvrage 79*25170,

Alle delen van de telinrichting, met uitzonde- *·♦ ring van de as 31 van de overdrachtrondsels 30, kunnen door spuitgieten worden vervaardigd van kunststof materi-5 aal, waarbij de eindsteun 11 en de naaf 12 êên geheel kunnen vormen. De montage van een dergelijke telinrichting vormt geen enkel probleem, vanwege de eenvoud van zijn constructie: De as 31 wordt eerst in de steun 11 gestoken, daarna worden de wielen 13, in de juiste hoekstand achter- 10 eenvolgens op de naaf 12 aangebracht, afwisselend met de - » rondsels 30 op de as 31. Wanneer alle wielen 30 gemonteerd zijn, is het voldoende om het geheel met de tweede steun . 14 af te sluiten, van welke steun 14 de buigzame armen 15 door de voor dat doel aangebrachte uitsparingen van de naaf 15 . 12 steken, en zich door een snapverbinding met de eerste steun 11 verbinden. De telinrichting is nu gereed om gebruikt- te worden.

De uitvinding is niet beperkt tot de als voorbeeld beschreven uitvoeringsvorm. In het bijzonder kunnen 20 de vorm van de naaf, het aantal armen en de soort snapverbinding worden gemodificeerd zonder het kader van de uitvinding te verlaten.

t !

F

' 8 0 0(5.0 1 2 ’

Claims (8)

1. Telinrichting met naast elkaar liggende wielen, omvattende - ringvormige wielen, die samenwerken met respektievelijk in het inwendige van de wielen aangebrachte overdracht- 5 rondsels; - een eerste, een as voor de overdrachtrohdsels ondersteunende eindsteun; - een met de eerste steun verbonden naaf voor het coaxiaal ondersteunen van de wielen, en 10. een door bevestigingsmiddelen met de rest van de telinrich- ting verbonden tweede sluitsteun, met het kenmerk, dat - de tweede steun (14) zich evenwijdig aan de hartlijn van de wielen (13) uitstrekkende buigzame armen (15) omvat, welke armen door in de naaf (12) aangebrachte uitsparingen 15 te steken en door de bevestigingsmiddelen met de eerste steun (11) zijn verbonden.

2. Telinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen gevormd worden door een snapverbinding (16,23).

3. Telinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat. de snapverbinding bekken (161,162) aan de einden, van de armen (151,152) omvat die samenwerken met aan de basis van de naaf (12) in de eerste steun (11) gevormde schouders (231,232). : 25

4* Telinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de armen (15) een zodanige lengte hebben, dat, in de gemonteerde toestand van de sluit- * steun (14), deze amen zich door de wielen (13) uitstrekken zonder buiten de eerste steun (11) uit te steken.

5. Telinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat. tegenover elke bek (16) openingen (22) in de eerste steun (11) zijn aangebracht, om de snapverbinding te kunnen demonteren.

6. Telinrichting volgens conclusie 5, met het , 35 kenmerk, dat de uiteinden van de bekken (16) een schuin vlak hebben, dat het in de naaf steken van de amen verge- 90S936LC 8 0 06 9 1 2 -7- * L—. * makkelijkt en het losmaken daarvan door middel van een door de openingen (22) gestoken gereedschap mogelijk maakt.

7. Telinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tweede steun (14) een 5 centrale opening (25) omvat die coaxiaal verloopt met een andere opening (26) in de eerste steun (11), ter plaatse van de basis van de naaf teneinde de ingangsbewegingsas te ondersteunen.

8. Telinrichting volgens een van de voorgaande •10 conclusies, met het kenmerk, dat deze geheel identieke wielen (13) omvat. t - ’ * . I . if'" ; Λ t ! | q π n o 1 9 i