NL8006683A - Klembevestigingsconfiguratie. - Google Patents

Klembevestigingsconfiguratie. Download PDF

Info

Publication number
NL8006683A
NL8006683A NL8006683A NL8006683A NL8006683A NL 8006683 A NL8006683 A NL 8006683A NL 8006683 A NL8006683 A NL 8006683A NL 8006683 A NL8006683 A NL 8006683A NL 8006683 A NL8006683 A NL 8006683A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
clamp
section
tube
configuration according
arcuate
Prior art date
Application number
NL8006683A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Nimlok Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nimlok Ltd filed Critical Nimlok Ltd
Publication of NL8006683A publication Critical patent/NL8006683A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B5/00Joining sheets or plates, e.g. panels, to one another or to strips or bars parallel to them
    • F16B5/06Joining sheets or plates, e.g. panels, to one another or to strips or bars parallel to them by means of clamps or clips
    • F16B5/0685Joining sheets or plates to strips or bars
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L3/00Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets
    • F16L3/08Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing
    • F16L3/12Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing comprising a member substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing
    • F16L3/13Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing comprising a member substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing and engaging it by snap action

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Clamps And Clips (AREA)
  • Supports For Pipes And Cables (AREA)

Description

* . « F.0/29644 1
Klembevestigingsconfiguratie.
De uitvinding heeft betrekking op bevestigingsc on-. figuraties, voorzien van klemmen en cylindrische elementen waarop de klemmen kunnen worden bevestigd. De uitvinding heeft in het bijzonder maar niet uitsluitend betrekking 5 op bevestigingsconfiguraties die gebruikt kunnen worden voor het opriohten van tijdelijke structuren, zoals voor ten-toonstellings- en demonstratiedoeleinden.
Het Britse octrooischrift 1.270.242 beschrijft een be-vestigingsconfiguratie waarin een klem, die bevestigd kan 10 worden aan een buis, voorzien is van een veerkrachtig boogvormig gedeelte en een voet, waarbij het veerkrachtige boogvormige gedeelte kan samenwerken met het cilindrische element en een hoek ten opzichte van het midden van het boogvormige deel omspant van 215°· De klem kan door middel 15 van snappen op een buis van geschikte afmetingen worden geklemd waarbij de distaaluiteinden van het boogvormige deel van de klem uit elkaar worden gedwongen tijdens het snappen op de buis. Door het kiezen van geschikte afmetingen en geschikte materialen voor de klem en de buis kan deze snap-20 werkwijze een sterke bevestiging opleveren. Het is echter gebleken dat, wanneer de klem eenmaal op de buis is bevestigd, het relatief eenvoudig is om de klem van de buis los te nemen door de klem te onderwerpen aan een moment waarbij het boogvormige deel van de buis weggetrokken wordt 25 aan een uiteinde van de klem en het boogvormige deel naar de buis toe geduwd wordt en het andere uiteinde van de klem. Het zal duidelijk zijn dat dit een nadeel kan zijn.
De uitvinding heeft nu ten doel een bevestigingsconfiguratie te verschaffen die dit nadeel tenminste gedeel-30 telijk opheft.
Volgens de uitvinding is de bevestigingsconfiguratie voorzien van een klem met een veerkrachtig boogvormig deel en een voetgedeelte, waarbij het boogvormige deel ten opzichte van zijn midden een hoek omspant in de orde van 35 grootte van 215° + 30° en een holte definieert met in hoofdzaak een geleidelijk gekromde ronde dwarsdoorsnede waarbij een en slechts een van de uiteinden van het gekromde deel een inwaarts gerichte haaksectie bezit, -en een cylindrisch 8 0 0 6 68 3 2 i, element waarvan de afmetingen en de vorm geschikt zijn voor ontvangst van het boogvormige deel van de klem rond een belangrijk deel van de omtrek van het element, welk element in zijn algemeenheid een geleidelijk gekromd buitenoppervlak 5 bezit dat onderbroken wordt door een of meer discontinuïteiten die elk voorzien zijn van een longitudinale wand gelegen in een vlak transversaal ten opzichte van het in het algemeen geleidelijk gekromde buitenoppervlak.
De haaksectie kan worden uitgevoerd als een integraal 10 deel van de klem.
De of elke longitudinale wand kan worden uitgevoerd als een plotselinge stapvormige overgang in de radiale afmeting van het cilindrische element, waarbij het buitenoppervlak van het cylindrische element een geleidelijk ver-15 lopende contour bezit aan beide zijden van de plotselinge stapvormige overgang.
Het cylindrische orgaan kan een in zijn algemeenheid cirkelvormige doorsnede bezitten. De of elke stapvormige overgang kan uitgevoerd worden door een graduele wijziging 20 in de radiale afmeting van het element vanaf de algemene straal naar een tweede straal gevolgd door een stapvormige wijziging in de straal van het element vanaf de tweede straal naar de algemene straal. Elke discontinuïteit kan uitgevoerd zijn in een uitsparing gelegen binnen de algemene 25 omtrek van het element, waarbij een wand van de uitsparing wordt gedefinieerd door de longitudinale wand.
Het aantal discontinuïteiten is niet kritisch. Zoals uit de beschrijving van een uitvoeringsvorm van de uitvinding duidelijk zal worden levert elke discontinuïteit een 30 plaats waarin de klem met grotere zekerheid kan worden bevestigd aan het cylindrische element.
Indien er teveel discontinuïteiten worden aangebracht, bijvoorbeeld ongeveer 30» dan heeft het oppervlak van het cylindrische element de neiging om in zijn algemeenheid 35 enigszins golvend te worden en kan de klem niet gemakkelijk aan het cylindrische element worden bevestigd. Voor een element met in het algemeen cirkelvormige dwarsdoorsnede en een diameter van ongeveer 3»2 cm zijn 6 discontinuïteiten bevredigend.
40 De discontinuïteiten kunnen met gelijke onderlinge 8 00 6 68 3 3
V
• ,- i hoekafstand verdeeld zijn rond het cylindrische element.
Het’ cylindrische element kan hol buisvormig uitgevoerd zijn. Het element kan de vorm hebben van buizen die in elkaar kunnen grijpen in de configuratie en de vorm be-5 schreven aan de hand van de figuren 9 en 10 van het Britse octrooischrift 1.270.242 of een van de buizen met de ineen grijpende configuratie en vorm beschreven in de Britse octrooiaanvrage 80.05491.
Volgens een verder kenmerk van de uitvinding bevat 10 een klem een veerkrachtig boogvormig deel en een voetge-deelte waarbij het veerkrachtige gedeelte gezien vanaf het midden een hoek omspant in de orde van 215° +30° en een inwaarts haakgedeelte bevat, waarbij het boogvormige deel een holte definieert met in zijn algemeenheid gladde ge-15 kromde ronde dwarsdoorsnede waarbij een en slechts een van de uiteinden van het boogvormige deel voorzien is van een inwaarts gericht haakgedeelte en het boogvormige deel geschikt is voor bevestiging rond een groot deel van de omtrek van een cylindrisch element.
20 Bij wijze van voorbeeld worden enkele illustratieve uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding in het volgende beschreven refererend naar de begeleidende figuren.
Figuur 1 toont een vooraanzicht van een klem.
Figuur 2 toont een vergroot deelaanzicht van een klem 25 bevestigd aan een buis.
Figuur 3 toont een zijaanzicht van de klem bevestigd aan de buis.
Figuur 4 toont op andere schaal een vooraanzicht van een andere uitvoeringsvorm van de buis.
30 Figuur 5 toont een vergroot vooraanzicht van een be- vestigingsconfiguratie voorzien van een klem en een andere uitvoeringsvorm van de buis.
De figuren 6a, 6b en 6c tonen vooraanzichten van andere uitvoeringsvormen van de klem.
35 De klem 1 uit figuur 1 bevat een boogvormig deel 2 met een haakgedeelte 4 aan een van de niet boogvormige uiteinden van het boogvormige deel 2 alsmede een voetgedeelte 3. In zijn niet gespannen positie vormt het boogvormige gedeelte een cirkelboog die een hoek van 215° ten opzichte 40 van het midden van de cirkel omspant en die een holte defi- 8 00 6 68 3 * 4 nieert met een gladde gekromde ronde dwarsdoorsnede. Het boogvormige deel 2 en het voetgedeelte 3 kunnen afzonderlijk' worden gevormd in welk geval het deel 2 kan worden uitgesneden uit een huis en het voetgedeelte kan daaraan 5 worden bevestigd met een geschikt lijmmiddel, bijvoorbeeld een epoxyhars. In de geïllustreerde uitvoeringsvorm echter is de klem vervaardigd door extruderen van een enkele sectie en afsnijden van lengte van de sectie teneinde de klem te vormen.
10 Het voetgedeelte 3 is voorzien van lateraal uitsteken de tongen 9 aan. de basis van het gedeelte 3 alsmede een longitudinaal kanaal 5 in zijn bovenoppervlak en een ander longitudinaal kanaal 6 in zijn onderoppervlak. In het midden van het voetgedeelte 3 bevindt zich een schroefdraadope-15 ning en een schroef 7 is in de opening gepositioneerd. Het voetgedeelte kan worden bevestigd aan een (in figuur 1 slechts met een stippellijn aangegeven) element 8 waarbij de schroef 7 aanrust tegen het uiteinde van het element 8 en de tongen 9 tegen de wanden van de groeven gevormd in het 20 element 8 worden gedrukt. Ook is het moge lijk om het voetgedeelte 3 te verbinden met een element door middel van een tapelement op het orgaan samenwerkend met het kanaal 6 in het voetgedeelte. In dat geval kan de schroef 7 worden verwijderd of kan een kortere schroef worden gebruikt. Een 25 verdere mogelijkheid is het bevestigen van het voetgedeelte 3 aan het element door de schacht van een kopschroef door de opening in het voetgedeelte te steken en de schacht van de schroef in het element 8 vast te zetten.
Het boogvormige deel 2 van de klem kan op de in fi-30 guur 2 getoonde wijze rond een buis 10 worden geklemd. De buis 10 draagt het kenmerk dat zijn buitenwand in het algeT meen een cirkelvormige dwarsdoorsnede bezit maar voorzien is van 6 op onderling gelijke hoekafstanden aangebrachte onderling gescheiden discontinuïteiten in de vorm van on-35 diepe longitudinale uitsparingen 11. Het zal blijken dat elke uitsparing een korte radiale wand 12 bezit en een lange rechte wand 13 clie begint bij de basis van de wand 12 en die uitmondt op het gedeelte van de buitenwand met cirkelvormige dwarsdoorsnede. In figuur 2 is met stippel-40 lijnen 14 de cirkelboogvormige uitbreiding boven de uit- 8 0 0 6 68 3 5 «1 sparingen 11 aangegeven. Zoals geïllustreerd is in figuur 2 zijn alle radiale wanden 12 tegen de klokwijzerrichting in gericht. De uitsparingen 11 hebben dusdanige afmetingen dat het haakgedeelte 4 van de klem 1 in deze uitsparingen 5 kan worden ontvangen.
Het zal duidelijk zijn dat de dwarsdoorsneden van de buis 10 en van de klem 1 zodanig moeten zijn dat de klem via een snapwerking op de buis kan worden bevestigd in welke positie de distaaluiteinden van het boogvormige deel van 10 de klem inwaarts worden gedwóngen tegen de buis. Bij voorkeur maakt het boogvormige deel van de klem 1 op de in figuur 2 getoonde wijze contact met de buitenwand van de buis 10 bij de cirkelvormige delen van de buitenwand van de buis.
15 In de in figuur 2 getoonde positie (waarbij slechts een deel van de klem in zijn geheel is getoond) rust de radiale wand die aanwezig is bij het haakgedeelte 4 tegen de radiale wand 12 van de buis 10. Als een poging wordt ondernomen om de klem van de buis te scheiden aan een uit-20 einde, maar niet aan het andere uiteinde, door het uitoefenen van een moment M op de klem zoals aangegeven is in figuur 3 &an zal het duidelijk zijn dat het haakgedeelte 4 van de klem aan het andere uiteinde (zoals gezien in figuur 3) van de klem zal samenwerken met de wand 12 en zal 25 voorkomen dat de klem losraakt. Een dergelijke kracht zal waarschijnlijk op de klem worden uitgeoefend indien bijvoorbeeld het voetgedeelte 3 ervan een last vasthoudt in de console-modus. Als echter een gebruiker de klem van de buis wil scheiden dan behoeft hij slechts de klem in de rich-30 ting tegen de klokwijzerrichting in te verdraaien totdat het haakgedeelte 4 niet langer samenwerkt van de wand 12 waarna de klem van de buis kan worden gescheiden door een kanteIwerking.
Het gebruik van de klem 1 en van de buis 10 zal nu 35 duidelijk zijn. Door het snappen van de klem 1 rond de buis 10 en het vervolgens roteren van de klem ten opzichte van de buis naar een positie corresponderend met de positie getoond in figuur 3 wordt de klem geborgd op de buis op een zodanige wijze dat de klem en de buis niet van elkaar 40 kunnen worden gescheiden alleen door een moment waarvan 8 00 6 68 3 6 het effect is het trekken van de klem en de huis uit elkaar aan een uiteinde en het duwen van de huis en de klem naar elkaar aan het andere uiteinde.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding 5 heeft het hoogvormige deel van de klem een externe diameter van 3,175 cm met wanden (afgezien van het voetgedeelte 3 en de haaksectie 4) net een dikte van 0,16256 cm terwijl de uitwendige diameter van de huis gelijk is aan 3» 175 cm. De lengte van de klem wordt bepaald door keuze; hoe langer de 10 klem hoe groter de kracht is in samenhang met de huis; klemmen met een lengte van 3,175 cm worden als uitvoerings-voorheeld toegepast. In een bijzonder uitvoeringsvoorheeld is de huis 10 vervaardigd uit duraluminium en is de klem 1 vervaardigd uit een aluminium legering waarvan de samen-15 stelling bedraagt in gewichtsprocenten: koper 0,1%, magnesium 0,45 tot 0,85% mangaan 0,1%, silicium 0,3 tot 0,6%, ijzer 0,3 tot 0,4%, zink 0,03%, totanium 0,1%, chroom 0,1% en de rest aluminium. Deze klemmen hebben een hoge weerstand tegen vermoeidheid indien ze worden behandeld in een 20 oplossing (verwarmd tot 500°C en snel afgekoeld door schrikken in water) en vervolgens worden ontlaten (opnieuw worden verwarmd gedurende een periode bij een temperatuur van 120°C tot 200°C). Een legering van in gewichtsprocenten: silicium 1%, magnesium 5/8% en aluminium 98¾% heeft een 25 slechte vermoeidheidsweerstand in de niet behandelde toestand.
Het zal duidelijk zijn dat de bevestigingsconfiguratie die in het bovenstaande is beschreven voor allerlei toepassingen kan worden gebruikt, bijvoorbeeld kunnen de klem-30 men worden gebruikt voor het bevestigen aan artikelen dié vast gemaakt zijn aan de voetgedeelten ervan aan een buisvormige structuur, bijvoorbeeld voor bevestiging van een scheidingswand aan een steunpilaar. Het Britse octrooi-schrift 1.270.242 beschrijft een aluminium klem die soort-35 gelijk is aan degene die getoond is in figuur 1 maar zonder de haaksectie 4. In dit octrooischrift worden diverse toepassingen van deze klem beschreven en geïllustreerd waarvoor ook de klem uit onderhavige aanvrage kan worden gebruikt.
Het Britse octrooischrift 1.270.242 beschrijft en 40 illustreert (figuren 9 en 10) tevens een configuratie 8 00 6 68 3 7 waarbij twee delen van een buis aan elkaar kunnen worden gekoppeld. De twee delen van de buis hebben een inwendige dwarsdoorsnede die ovaal is en ze worden met elkaar -verbonden door een korte buislengte waarvan de uitwendige 5 dwarsdoorsnede ovaal is door het insteken van de tegenover elkaar gelegen uiteinden van de korte buislengte in de twee buisdelen die met elkaar worden gekoppeld waarna het ene deel van de buis ten opzichte van het andere wordt geroteerd. Figuur 4 van onderhavige aanvrage toont een 10 vooraanzicht van een buis 20 waarbij de uitvinding is toegepast en die met een andere buis kan worden verbonden op de wijze zoals beschreven is in het Britse octrooischrift 1.270.242.
De buis 20 is in het algemeen soortgelijk aan de buis 15 10 maar verschilt in twee niet gerelateerde aspecten. De buis heeft drie uitsparingen aangebracht in zijn buitenoppervlak in plaats van zes. Het aanbrengen van een kleiner aantal uitsparingen reduceert het aantal posities waarin een klem kan worden bevestigd en vastgehouden op 20 de buis tegen kantelkrachten in, maar vergemakkelijkt het plaatsen van de klem op de buis. De buis heeft een inwendige dwarsdoorsnede die 'ovaal is (de uitwendige dwarsdoorsnede is cirkelvormig). De ovale binnen doorsnede van de buis maakt het mogelijk om twee buisdelen op de in het 25 bovenstaande beschreven wijze met elkaar te verbinden.
Een bevestigingsconfiguratie waarbij de uitvinding wordt toegepast is geïllustreerd in figuur 5· Figuur 5 toont een buitenbuis 30 waarop een klem 1, geconstrueerd op de wijze geïllustreerd in figuur 1 door middel van snap-30 pen is bevestigd terwijl een binnenbuis 31 in de buis 30 is ingebracht. De buitendoorsnede van de buis 30 is in zijn algemeenheid cirkelvormig en de binnendoorsnede van de buis 31 is cirkelvormig. De binnendoorsnede van de buis 30 en de buitendoorsnede van de buis 31 hebben een vorm 35 zoals blijkt uit figuur 5· Daaruit blijkt dat de uitwendige radiale afmetingen van de binnenbuis 31 variëren rond de buis en een maximum bereiken in drie gebieden die onder gelijke hoeken op afstand van elkaar zijn gepositioneerd rond de buis, welke gebieden zijn aangeduid met de referen-40 tiecijfers 32. De inwendige radiale afmeting van de buiten- 80 0 6 68 3 8 ste buis 30 bereikt op soortgelijke wijze een maximum in drie gebieden die onder gelijke hoeken op afstand van elkaar gepositioneerd zijn rond de buis en deze gebieden worden aangeduid met de referent ie cijfers 33· De buizen 5 kunnen met elkaar worden gekoppeld door de buizen in elkaar te steken en vervolgens de ene buis ten opzichte van de andere te verdraaien. Deze koppelingswerkwijze is in meer detail beschreven in de samenhangende Britse octrooiaanvrage 80.054-91.
10 Evenals de buis 20 is de buis 30 voorzien van drie uitsparingen aan zijn buitenoppervlak. Deze uitsparingen zijn gepositioneerd in de gebieden 33 waar de wanddikte van de buis 30 het grootst is. De uitsparingen hebben dezelfde vorm als beschreven aan de hand van de figuren 1 tot 15 en net 3 en dezelfde referentiecijfers zijn voor corresponderende onderdelen gebruikt.
In figuur 1 is de klem getoond met een bepaalde uitvoeringsvorm van het voetgedeelte. Het zal echter duidelijk zijn dat de vorm van dit voetgedeelte niet belangrijk is 20 voor de snapwerking van de klem op de buis en dat ook andere uitvoeringsvormen van het voetgedeelte kunnen worden toegepast afhankelijk van de wijze waarop het voetgedeelte aan een ander element moet worden bevestigd. De figuren 6a, 6b en 6c tonen andere bruikbare uitvoeringsvormen voor 25 het voetgedeelte.
Het voetgedeelte dat geïllustreerd is in figuur 6a bezit een paar armen 41 die eindigen in boogvormige delen 42 welke doorgangen 43 definiëren waardoor schroeven kunnen verlopen teneinde de klem aan een oppervlak te bevestigen. 30 Het voetgedeelte dat getoond is in figuur 6b heeft de vorm van een wig en kan worden ontvangen in een corresponderende groef in een element op soortgelijke wijze als het voetgedeelte 3 van de klem 1.
Het voetgedeelte dat geïllustreerd is in figuur 6c 35 heeft een enkele arm 43 eindigend in een cilindrisch bolvormig deel 44, Door materiaal uit de arm 43 tussen de uiteinden van de klem te verwijderen neemt het ronde deel 41 de vorm aan van een stang of rail die bijvoorbeeld kan worden gebruikt als stang om kleerhangers op te hangen.
40 Alhoewel diverse uitvoeringsvormen voor voetgedeelten 8 00 6 68 3 * 9 zijn beschreven zal heb duidelijk zijn dab er ook nog een groob aanbal andere vormen mogelijk is.
In de beschreven uibvoerihgsvormen van de klem 1 en de buis 10 zijn beide onderdelen vervaardigd uib een alumi-5 nium legering. 2e kunnen echter ook worden vervaardigd uib een piasbic maberiaal of uib een ander metaal, vooropge-sbeld dab ofwel de klem, ofwel de buis een voldoende veer-krachb heefb zodab de klem kan snappen over de buis. Er wordt tevens opgemerkt dab de buis 10 kan worden vervangen 10 door een massieve stang.
8 00 6 68 3

Claims (11)

1. Bevestigingsconfiguratie voorzien van een klem met een veerkrachtig boogvormig deel en een voetgedeelte, met het kenmerk, dat het boogvormige deel 5 zich nitstrekt over een hoek van 215°+30° ten opzichte van het midden en een holte definieert met in zijn algemeenheid een gladde gekromde ronde dwarsdoorsnede, waarbij een en slechts een van de uiteinden van het boogvormige deel een inwaarts gerichte haaksectie bezit, alsmede een cylindrisch 10 element waarvan de afmetingen en vorm geschikt zijn voor ontvangst van het boogvormige deel van de klem rond een belangrijk deel van de omtrek van het element welk element een in zijn algemeenheid glad gekromd buitenoppervlak bezit onderbroken door een of meer discontinuïteiten elk voor-15 zien van een longitudinale wand die verloopt in een vlak transversaal ten opzichte van het in zijn algemeenheid gladde gekromde buitenoppervlak.
2. Bevestigingsconfiguratie volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het haakgedeelte gevormd is als 20 een integraal deel van de klem.
5. Bevestigingsconfiguratie volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het boogvormige deel zich uitstrekt over een hoek van 215°.
4. Bevestigingsconfiguratie volgens een der voorgaande 25 conclusies, met het kenmerk, dat de of elke longitudinale wand gevormd is als een plotselinge stap-vormige overgang in de radiale afmeting van het cylin-drische element waarbij het buitenoppervlak van het cylin-drische element een geleidelijk verlopende contour heeft 30 aan beide zijden van de plotselinge stapvormige overgang.
5. Bevestigingsconfiguratie volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het cylin-drische orgaan in zijn algemeenheid een cirkelvormige dwarsdoorsnede bezit.
6. Bevestigingsconfiguratie volgens een der voorgaan de conclusies, met het kenmerk, dat de of elke discontinuïteit gevormd is door een graduele wijziging in de radiale afmeting van het element vanaf de algemene straal naar een tweede straal gevolgd door een plotselinge 40 wijziging in de straal van het element vanaf de tweede 8 00 6 88 3 straal naar de algemene straal.
7. Bevestigingsconfiguratie volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elke discontinuïteit gevormd is in een uitsparing gelegen in de 5 algemene buitenomtrek van het element waarbij een wand van de uitsparing gedefinieerd is door de longitudinale wand.
8. Bevestigingsconfiguratie volgens een der voorgaande conclusies, met het k’enmerk, dat een aantal discontinuïteiten onder gelijke onderlinge hoeken verdeeld 10 is rond het cilindrische orgaan.
9· Klem voorzien van een veerkrachtig boogvormig gedeelte en een voetgedeelte, met het kenmerk, dat het boogvormige gedeelte zich uitstrekt over een hoek van 215°+300 gezien ten opzichte van het midden ervan en 15 een inwaarts gerichte haakseetie bevat waarbij het boogvormige deel een holte definieert met een in zijn algemeenheid gladde gekromde ronde dwarsdoorsnede en waarbij een en slechts een van de uiteinden van het gekromde gedeelte voorzien is van een inwaarts gerichte haakseetie en het 20 boogvormige deel geschikt is voor bevestiging rond een belangrijk deel van de omtrek van een cylindrisch element.
11. Klem volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het haakgedeelte gevormd is als een integraal deel van de klem.
12. Klem volgens conclusie 10 of 11, m e t het kenmerk, dat het boogvormige deel zich uitstrekt over een hoek van 215°· ************ 8 00 6 68 3
NL8006683A 1978-05-26 1980-12-09 Klembevestigingsconfiguratie. NL8006683A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
GB188078 1978-05-26
GB188078A GB1601824A (en) 1978-05-26 1978-05-26 Clip fastening arrangements

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8006683A true NL8006683A (nl) 1982-07-01

Family

ID=9729674

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8006683A NL8006683A (nl) 1978-05-26 1980-12-09 Klembevestigingsconfiguratie.

Country Status (2)

Country Link
GB (1) GB1601824A (nl)
NL (1) NL8006683A (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4746090A (en) * 1987-01-02 1988-05-24 Hamilton Ronald L Hair dryer holder
GB2207182A (en) * 1987-07-18 1989-01-25 Ford Motor Co A fastener
US5040753A (en) * 1990-05-24 1991-08-20 Steven Roth Pipe support
DE4127124C2 (de) * 1991-08-16 1995-04-20 Huelsta Werke Huels Kg Flexibles Befestigungselement

Also Published As

Publication number Publication date
GB1601824A (en) 1981-11-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2120684C (en) Easy-insertion integrally hinged c-shaped connector
US6631876B1 (en) Plastic support devices especially for pipes and cables
US6059241A (en) Clip-type fastening device with clamping means securable about a fixed member
US5443582A (en) Wheel caps
CA1098927A (en) Apparatus for the releasable force-locking of two telescopic tubes, especially for clamping the steering housing tube in the steering fork tube of a bicycle
NL8006683A (nl) Klembevestigingsconfiguratie.
NL193762C (nl) Microsmeltveiligheid van het chiptype.
US5358297A (en) Tweezers with hinged magnifying glass
US4074899A (en) C-Clamp
US3642147A (en) Hanger device
US5693910A (en) Easy-insertion integrally hinged C-shaped connector
US4179774A (en) Cable clamps
GB2056547A (en) Clips
FR2701783A1 (fr) Dispositif de repérage, notamment pour câble d'installation électrique, procédé de mise en Óoeuvre d'un tel dispositif de repérage, et repère correspondant.
JP4022394B2 (ja) 結合装置
US4535962A (en) Object holding device for decorative structure
CA1142137A (en) Shelving system
JPS595308B2 (ja) スキ−靴から外れた後のスキ−の制動のための装置
US3200551A (en) Moldably conformable sheet metal stock
US4583269A (en) Towel rail clamp
CN1331785A (zh) 安装在成型元件上的夹紧装置
US4834405A (en) Bicycle support stand
US5820082A (en) Holding element
NL8105802A (nl) Ophangorgaan voor pijpen.
NL1011556C2 (nl) Bevestigingssysteem.

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed