NL8006587A

NL8006587A - Van de zijkant af meetbare koppeling voor een platte kabel.

Info

Publication number: NL8006587A
Application number: NL8006587A
Authority: NL
Original assignee: Thomas & Betts Corp
Priority date: 1979-12-03
Filing date: 1980-12-03
Publication date: 1981-07-01
Also published as: CA1138950A; FR2478382A1; JPS5696466A; DE3045132A1; IT8036201V0; IT8050286A0; GB2064887A; US4295704A; IT1146099B; BE886469A; AU6477680A; SE8008454L; DE8031845U1

Description

’ P s c , Ψ *· ' «·

i W 3688-68 Ned.dB/LvD

Van de zijkant af meetbare koppeling voor een platte kabel.

De uitvinding heeft betrekking op koppelingen voor kabels en in het bijzonder op kabelkoppelingen, waarmee het controleren van circuits en kabels, verbonden met de contakten van de koppeling, wordt 5 vergemakkelijkt.

In de meeste gevallen zijn er bij de bekende koppelingen geen mogelijkheden waardoor circuits of kabels kunnen worden gecontroleerd beginnend aan een einde met de contakten van de electrische koppeling. Volgens Amerikaaans octrooischrift 4,030.799 is het mogelijk de 10 contakten van de koppeling te meten door middel van een opening in het basisdeel van het huis van de koppeling. De opening mondt alleen uit op het ondervlak van het basisdeel van het huis van de koppeling en kan daardoor niet worden bereikt wanneer de koppeling wordt gemonteerd met dit basisdeel van het huis aan de onderzijde of wanneer de kabel wordt 15 omgevouwen over het ondervlak van het basisdeel van het huis, of wanneer een trek-ontlasiingsorgaan wordt aangebracht over het ondervlak van het basisdeel van het huis.

Ondanks de aanwezigheid van openingen die een meetpen kunnen toelaten tot de kontakten binnen de gesloten koppeling, zijn deze openingen * 20 vaak onbruikbaar.

Met de uitvinding worden de bovengenoemde moeilijkheden van de bekende inrichtingen overwonnen doordat meetkanalen aanwezig zijn in een geheel gesloten kabelkoppeling, zodanig dat de electrische contakten daarin kunnen worden aangeraakt door een meetpen die van buiten wordt 25 gestoken door deze kanalen voor het controleren van de met deze electrische contakten verbonden circuits en kabels.

In een eerste uitvoeringsvorm volgens de uitvinding zijn de meetkaiutlen aangebracht in het huisdeel van de koppeling, grenzend aan het kabeldeel, waardoor een meetpen in deze kanalen kan worden gestoken 30 voor het aanraken van het electrische contakt aan het einde van dit kanaal.

In een andere uitvoeringsvorm verlopen de kanalen geheel door het huis van de koppeling, zodat een van elke zijde van het huis in het kanaal gestoken meetpen in aanraking kan komen met delen van de beide 35 electrische contakten, die in het kanaal uitsteken.

Bij andere uitvoeringsvormen zijn de kanalen aangebracht in het deksel van de kabelkoppeling, zodanig dat afzonderlijke contakten kunnen worden aangeraakt, of zodanig dat twee aangrenzende contakten, die gedeeltelijk uitsteken in het gemeenschappelijke kanaal, kunnen 40 worden aangeraakt.

8006587 - 2 -

Het doel van de uitvinding is dus het verschaffen van een van de zijkant af meetbare electrische kabelkoppeling.

Een verder doel is om de electrische contakten van de koppeling te kunnen aanraken onafhankelijk van de montagerichting 5 van de koppeling, de plaats van de kabel of de aanwezigheid van trek-ontlastings-inrichtingen.

De meetkanalen kunnen worden aangebracht in het huis van de koppeling zodanig dat de kontakten van de koppeling afzonderlijk kunnen worden aangeraakt.

10 De kanalen kunnen ook geheel door het huis heen verlopen, waar door twee aangrenzende electrische kontakten kunnen worden aangeraakt die in dit kanaal uitsteken.

Meetkanalen kunnen ook worden aangebracht in het deksel van de kabelkoppeling, waarbij een enkel contakt van de koppeling kan worden 15 aangeraakt. Wanneer de kanalen geheel door het deksel heen worden aangebracht, kunnen twee aangrenzende electrische kontakten worden aangeraakt, die in dit kanaal uitsteken.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin enige uitvoeringsvoorbeelden van de koppeling 2 0 volgens de uitvinding zijn weergegeven.

Fig. 1 toont een gedeeltelijke doorsnede door een bekende kabelvJeoppeling, aangebracht aan een platte kabel met een .groot aantal geleiders.

Fig. 2 toont een zijaanzicht van de koppeling van fig. 1.

25 Fig. 3 is een gedeeltelijk vooraanzicht van een eerste uitvoerings vorm van de koppeling volgens de uitvinding.

Fig. 4 is een gedeeltelijk vooraanzicht van een andere uitvoeringsvorm van de koppeling volgens de uitvinding.

Fig. 5 is een gedeeltelijk onderaanzicht op het deksel van de 30 koppeling van fig. 4.

Fig. 6 toont een gedeeltelijk onderaanzicht op het deksel van een andere uitvoeringsvorm van de koppeling volgens de uitvinding.

In fig. 1 en 2 is een geheel gesloten, bekende electrische kabelkoppeling 10 weergegeven, bestaande uit een basisdeel 12 met een 3 5 aantal boringen 14, verlopend van een eerste vlak 16 van het basisdeel naar een tweede vlak 18 ervan. Electrische kontakten 20, elk aangebracht in een der boringen 14 hebben een deel 22, bestemd voor ingrijping met de kabel, en een eindkontaktdeel 24. Het kabelkontaktdeel 22 is bestemd voor het doorboren van de isolatie 22 van een platte kabel 26 met een 8006587 s * - 3 - groot aantal geleiders en om daarbij goed electrisch kontakt te maken met de bijbehorende geleider 30 van de kabel. Het eindkontaktdeel 24 is bestemd om te worden gestoken in met metaal beklede doorgaande openingen van een gedrukte bedradingsplaat 32 en te worden gesoldeerd aan de achter-5 zijde daarvan bij 34, of om te worden gestoken in een geschikte, niet weergegeven koppeling, die is verbonden met een andere kabel, of in een gedrukte bedradingsplaat of dergelijk onderdeel.

Nadat het kontaktdeel 22 voor aanraking met de kabel de kabel 26 is gepasseerd, gaat dit deel een ringvormige uitsparing binnen in 10 het deksel 36 van de koppeling. Het deksel is bevestigd aan het huisdeel 12 door een grendelarm 40, die grijpt om een vasthouddeel 42 van het huis 12. Als gevolg hiervan bevinden zich de electrische kontakten 26 geheel in de boringen 14, zodat de kabel 26 en de verdiepingen 38 geen toegang tot de kontakten 26 van buiten af verschaffen. Voor het verkrijgen van 15 trekjantlasting voor de kabel 26 wordt deze gevouwen over het bovenvlak 44 van het deksel 36 en wordt een trekontlastingsbeugel 46 geplaatst over het omgevouwen deel van de kabel 26 boven het bovenvlak 44 van het deksel. De trekontlastingsbeugel 46 wordt op zijn plaats gehouden door de grendel-armen 48, die in ingrijping zijn met het vasthouddeel 42 van het huis.

20 Door het omvouwen van de kahel 26 en de toepassing van de trekontlastingsbeugel 46 wordt meten van de kontakten 20 van de bovenzijde van de koppeling 10 af,via het bovenvlak 44 van het deksel 36, belet. De toepassing van trekontlasting als hierboven beschreven maakt daarom de oplossing volgens het genoemde Amerikaanse octrooischrift 4,030.799 ondoelmatig 25 voor het van buiten af meten van de electrische kontakten 20.

In fig. 3 is een koppeling 50 weergegeven volgens de uitvinding.

Het huisdeel 52 daarvan is gewijzigd doordat daarin kanalen 54 zijn aangebracht, uitgaande van de zijwanden van dit huisdeel en verlopend naar elk van de afzonderlijke kontakten 20. Hoewel slechts de kanalen 54 30 van een zijde van het huisdeel 52 zichtbaar zijn in fig. 3, verlopen soortgelijke kanalen 54 voor de tussenliggende kontakten 20 van de andere zijwand naar binnen naar deze kontakten, welke andere zijwand niet zichtbaar is in de tekening, zodat elk kontakt 20 afzonderlijk kan worden aangeraakt door een meetpen, die wordt gestoken in het bijbehorende kanaal 54.

35 De hartlijnen van de kanalen 54 staan loodrecht op de langshartlijnen van de boringen 14, terwijl de kanalen 54 telkens in verbinding staan met een boring 14, zodat een in een kanaal 54 gestoken meetpen slechts een enkel kontakt 20 kan aanrakèn. Door de natuurlijke verspringing van een rij kontakten 20 ten opzichte van de andere zijn de hartlijnen van de anna i - 4 - kanalen 54, die naar binnen steken van een zijwand, zijwaarts verschoven ten opzichte van de hartlijnen van de kanalen die naar binnen steken van de andere zijwand.

Ook kunnen kanalen 60 worden aangebracht in het gewijzigde deksel 5 58 van de koppeling 56, volgens fig. 4 en 5. Elk kontakt 20 kan worden aangeraakt door een meetpen,van bulten gestoken In de kanalen 60, die uitgaan van de beide zijwanden 62, 64 van het deksel 58. De opstelling van de kanalen 60 is gelijk aan die welke hierboven voor de kanalen 54 is beschreven.

10 Wanneer de koppeling 56 wordt gemonteerd tegen een plaat of een gedrukte bedradingsplaat, waarbij een stel kanalen 60 wordt afgedekt, kunnen slechts de helft van de kontakten 20 worden gemeten. Teneinde dit te voorkomen worden de kanalen aangebracht volgens fig. 6. Daarbij zijn in het deksel 66 een reeks kanalen 72 aangebracht, die verlopen van 15 de ene zijwand 68 naar de andere zijwand 70 van het deksel 66. De hartlijnen van de kaneden 72 staan loodrecht op de langshartlijnen van de verdiepingen 38 en verlopen tussen de langshartlijnen van twee aangrenzende verdiepingen in, zodat in deze kanalen delen uitsteken van de beide aangrenzende kontakten in de beide aangrenzende verdiepingen.

20 Een geisoleerde meetpen met vrijliggende punt kan nu in de kanalen 72 worden gestoken van de zijwand 68 of van de zijwand 70 en in aanraking worden gebracht met een van de beide aangrenzende kontakten 20, die uitsteken in de kanalen 72, wanneer de kontakten zijn opgenomen in de verdiepingen 38 bij het sluiten van de koppeling.

25 De zelfde opstelling kan worden gekozen voor de kanalen 54 van het huis 52 van de koppeling 50 van fig. 3. De plaats van de kanalen 54 moet daarbij echter worden verschoven zodanig dat delen van twee aangrenzende kontakten 20 in verschillende rijen kontakten uitsteken in dè kanalen 54 waardoor meten van de beide zijden mogelijk is.

30 Samenvattend verschaft de uitvinding een electrische koppeling van de soort met een langwerpig huisdeel, dat een eerste stel en een tweede stel langwerpige, de isolatie doorborende kontakten draagt, waarbij een stel in langsrichting versprongen ligt in het huis ten opzichte van het andere stel en de beide stellen zijdelings ten opzichte van elkaar 35 verschoven zijn. Een deksel kan worden bevestigd aan het huis en de einden van de kontakten opsluiten die uitsteken voorbij de platte kabel, die wordt opgenomen in de koppeling. Meetkanalen voor de kontakten verlopen dwars op de langshartlijnen van de kontakten, door het deksel of door de basis heen, of zowel door het deksel als door de basis en monden uit 40 aan de buitenzijde van de koppeling, waardoor toegang tot de kontakten 8006587 - 5 - Λ kan worden verkregen. In een bepaalde uitvoeringsvorm is het aantal kanalen gelijk aan het aantal kontakten, d.w.z. dat elk kanaal verloopt naar een bepaald kontakt. In een andere uitvoeringsvorm verloopt elk kanaal naar meer dan een kontakt, zodanig dat het aantal meetkanalen 5 gelijk is aan de helft van het aantal kontakten. Bij deze uitvoeringsvorm monden de kanalen bij voorkeur uit op de beide, tegenover elkaar liggende zijden van de koppeling, zodat alle kontakten van de beide zijden van de koppeling toegankelijk zijn.

1 0 8 00 6 58 7

Claims

1. Electrische koppeling, bestaande uit een langwerpig huis, dat een eerste en een tweede stel langwerpige, isolatie doorborende kontakten draagt, waarbij het eerste stel kontakten in langsrichting versprongen ligt in het huis ten opzichte van het tweede stel kontakten en de 5 beide stellen zijwaarts ten opzichte vein elkaar verschoven zijn,en uit een aan het huis bevestigbaar deksel, voor het opsluiten van de einden van de kontakten, met het kenmerk, dat de koppeling is voorzien van meetkanalen voor de kontakten, die dwars op de langshartlijnen van de kontakten verlopen en aan de buitenzijde van de koppeling uitmonden.

2. Koppeling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kanalen door het huis heen verlopen en het aantal ervan gelijk is aan het aantal kontakten.

3. Koppeling voogens conclusie 2, met het kenmerk, dat de kanalen verlopen door het deksel heen en in aantal gelijk zijn aan het 15 aantal kontakten.

4. Koppeling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het aantal kanalen gelijk is aan de helft van het aantal kontakten, waarbij elk kanaal verloopt naar een kontakt van zowel het eerste als het tweede stel kontakten.

5. Electrische koppeling met een huis dat isolatie doorborende kontakten draagt, en met een aan het huis bevestigbaar deksel, voor het omgeven van de einden van de kontakten, met het kenmerk, dat de koppeling een aantal meetkanalen voor de kontakten heeft, waarbij elk kanaal verloopt naar een aantal van deze kontakten en op de buitenzijde van de koppe- 25 ling uitmondt.

6. Koppeling volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat elk kanaal uitmondt op tegenover elkaar liggende zijden van de koppeling. 30 ---++--- 8006 58 7