NL8006515A - Kunststofhuis voor een staand kussenblok, - Google Patents

Description

- ι -

Kunststofhuis voor een staand kussenblok.

De uitvinding heeft betrekking op een kunststofhuis voor een staand kussenblok voor pendel- of zelfinstellende legers, dat een onderste huisschaal en een bovenste huisschaal samenstelbaar is, waarbij de 5 beide huisschalen na de plaats gevonden hebbende samenstelling de legerkamer vormen.

Dergelijke kussenblokhuizen zijn op zichzelf bekend. Het was tot dusver niet mogelijk een kunststofhuis voor staand kussenblok voor pendellergers uit één 10 stuk te bouwen. Alle tot dusver bekende kunststofhuizen voor pendellegers werden uit twee stukken vervaardigd en het leger met voor het door middel van bouten samenvoegen van de huisschalen tussen deze ingebracht. Lagerhuizen voor staande kussenblokken waren tot dusver 15 slechts in gietmetaal uitvoering bekend. Het leger wordt bij een dergëLijk huis zijdelings in de legerkamer gevoerd, doordat aan de ene kamerzijde aan een kamer-diagonaal twee groeven ingesneden zijn, bij welke de afstand van groeibodem tot groeibodem met de grootste 20 kamerdiameter correspondeert. Nadat het leger door de door de groeven geschaafde opening zijdelings ingeschoven is, wordt het omgedraaid en in zijn werkstand in- . gebracht.

Dit insteekprocédê heeft een aantal nadelen.

25 Teneinde de constructie statisch niet te zeer te verzwakken moeten de groeven zo smal mogelijk zijn en kunnen langere legerhulzen en dergelijke verbredingen van het leger niet mede ingebracht worden. Bovendien wordt het legerhuis door de groeven aanzienlijk verzwakt en vormen 30 de groeven ideale intreedmogelijkheden voor stof en vuil.

Tweedelige legerbuizen zijn weinig gevraagd, omdat de huisdelen in één haal met de bevestiging (aan een console of dergelijk deel) door schroeven of bouten samengevoegd worden, en omdat deze schroefverbinding 35 onder de invloed van de in het bedrijf veroorzaakte schokken dikwijls geleidelijk aan losraakt. Is echter de bevestiging losgeraakt, dan raakt tegiijk ook de 8006515 , - 2 - verbinding van de beide legerhuisschalen los, hetgeen zeer snel tot een vernieling van legerhuizen en leger leidt.

Anderzijds geeft de legering in het bijzonder 5 van langere assen met een aantal op elkaar volgende legerplaatsen moeilijke problemen ten aanzien van de uitrichting van legerassen. Zij de legerassen niet nauwkeurig in de looprichting gericht, dan ontstaan aan de legers wrijvingsplaatsen, die een warmteontwikkeling 10 en een drooglopen ten gevolge hebben en met de tijd de legers vernielen. Teneinde hoekafwijkingen op de looprichting te vermijden is men er toe overgegaan ook voor op zichzelf staande assen pendellegers of andere legers met een zekere pendelvrijheid toe te passen. Het pendel-15 leger wordt in zoverre door de markt gewenst, maar kan niet, zoals hierboven reeds is gezegd, in een uit één stuk bestaand kunststofhuis aangebracht worden, omdat een dergelijk huis om spuittechnische redenen niet ver-vaardigbaar is, ook niet met groeven.

20 Een ander probleem bij de bekende pendelleger- huizen ontstaat, doordat het fabricagetechnisch niet mogelijk is voor een ook maar bij benadering coulante prijs kogelvlakken voldoende nauwkeurig te vervaardigen om de oplegging van de buitenring van het leger aan de 25 bolvormige binnenwand van de legerkamer overal nauwkeurig uit te voeren. Is de diameter van de buitenring op één of meer plaatsen groter dan de kleinste diameter van de legerkamer, dan wordt het leger bij de bevestiging van het legerhuis te vast ingeklemd. Het leger klemt dan en 30 loopt snel warm. Doordat het leger zwaar loopt vreet de binnenring via de kogel of rollen aan de buitenring.

Is anderzijds de grootste diameter van de buitenring kleiner dan de kleinste diameter van de legerkamer, dan zit de loopring los. Dit probleem bestaat zowel bij 35 gegoten huizen als bij kunststofhuizen.

Een oplossing voor dit probleem is in het Duitse Offenlegungsschrift 2.800.648 beschreven: aan de legerkamerwand zijn radiale groeven uitgevoerd en hierdoor ontstane ribben verheffen zich enige tienden milli- 800 6 5 1 5 » Λ - 3 - meters boven de groeibodems. Wanneer het leger in de legerkamer vastgeklemd wordt, vereffenen de aan de kogel-vlakken aanwezige diameterverschillen zich doordat het kogelvlak van de buitenring de ribben plaatselijk in-5 drukt, doordat de kunststofmassa van de afzonderlijke ribben in aangrenzende groeven uitstroomt. Men bereikt derhalve een vast, maar niet te vaste zitting van het leger in de legerkamer.

Deze maatregel was echter tot dusver slechts 10 in een tweedelig pendellegerhuis mogelijk, dat op overigens bekende wijze door middel van bevestigingsbouten samengehouden werd, en dat met de hierboven beschreven nadelen.

De uitvinding beoogt een tweedelig kunststof-15 huis voor een staand kussenblok voor pendellegers te verschaffen, dat niet door middel van bouten samengevoegd wordt, maar op zodanige wijze samengebouwd is, dat het niet door schokken uit elkaar gescheiden kan worden. De middelen voor het samenhouden van het leger-20 huis moet onafhankelijk van de bevestigingsmiddelen zijn, die het legerhuis aan zijn standplaats (console of dergelijke) bevestigen. Derhalve moet het legerhuis volgens de uitvinding voor de montage samenvoegbaar zijn, bij het samenvoegen het pendelleger opnemen en overigens 25 door zijn latere ondeelbaarheid gelijkwaardig aan een legerhuis uit één stuk zijn.

Het kunststofhuis volgens de uitvinding moet niet alleen met gladde legerkamerwanden vormbaar zijn, maar tegelijk gegroefde legerkamerwanden volgens het 30 reeds genoemde Duitse Offenlegungsschrift 2.800.648 kunnen hebben en op deze wijze een perfectionering van de oudere uitvinding vormen. Tenslotte moet het aan de hand van de uitvinding mogelijk zijn, niet alleen samen-voegbare pendellegerhuizen te verschaffen, die, nadat 35 de halve huisschalen om het leger samengevoegd zijn, niet zonder vernieling weer uit elkaar gehaald kunnen worden, maar ook zodanig samenvoegbare pendellegerhuizen te vormen, die voor de montage resp. na de demontage vernielingsvrij uit elkaarneembaar zijn, die o η n fi i? 1 5 - 4 - dus in de toestand van de montage gelijk gesteld kunnen worden met legerhuizen uit éên stuk, doordat de in-karsing van het leger in de legerkamer door het door schokken of temperatuursveranderingen veroorzaakte 5 losmaken van de bevestigingsbouten niet veranderd kan worden.

Dit doel is bereikt, doordat de beide halve legerhuisschalen bij het samenvoegen passend in elkaar grijpen, waarbij de zijdelings aan de eerste halve schaal 10 elastische insnaporganen uitgevoerd zijn, die bij het samenvoegen in corresponderende insnaporganen aan de tweede halve legerhuisschaal snappen en een nauwsluitend en krachtoverbrengende verbinding van de beide halve schalen vormen. De bovenste halve legerhuisschaal is bij 15 voorkeur als een elastische beugel uitgevoerd, waarvan de beugelarmen verend om het middengedeelte van de onderste halve legerschaal grijpen, waarbij aan de binnenzijden van de beugelarmen insnapnokken aangebracht zijn, die onder inwerking van de veerkracht in corres-20 ponderende insnapgroeven aan de buitenzijden van het middengedeelte van de onderste halve schaal snappen.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding is het scheidingsvlak, dat na het samenvoegen van de beide halve legerhuisschalen de aanrakingsvlakken daarvan 25 vormt, eerst evenwijdig aan het standvlak (standvlak van de onderste halve legerhuisschaal) door de as van de legerkamer loopt, daarna echter aan weerszijden van de legerkamer naar onderen afgeknikt is, tot het in de aanlegvlakken van de bevestigingsflenzen overgaat. Aan 30 de eerste halve legerhuisschaal is aan weerszijden van de legerkamer telkens een evenwijdig aan de legerkameras lopende insteekrail uitgevoerd, die het samenvoegen van de halve schalen in telkens een corresponderende groef-vormige insteekuitsparing van de onderste halve leger-35 huisschaal duikt, waarbij naast iedere insteekuitsparing een ongeveer even brede en ongeveer even diepe, uitwijk-uitsparing aangebracht is. Hierbij kunnen aan de kanten van de uitwijkuitsparingen afschuiningen aangebracht zijn, die telkens een V-vormige goot vormen, die met 8006515 * * -5- telkens een corresponderend van een V-vormige dwarsdoorsnede voorziene, aan de onderzijde van de andere halve schaal uitgevoerde grendelbalk correspondeert. Volgens een gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de 5 insteekrails zelf elastisch uitgevoerd, terwijl naast iedere insteekrail telkens een uitwijkruimte aangebracht is, die ongeveer dezelfde lengte en breedte heeft als de insteekrail en iets dieper is dan deze dik is, bij het uitzwenken van de elastische insteekrail deze op-10 neemt en de desbetreffende bevestigingsboring snijdt.

Aan het eindstuk van elke zelf elastische insteekrail kan een versterking uitgevoerd zijn, die in de ontspannen stand van de insteekrail zover in de bevestigingsboring steekt, dat de bevestigingsbout juist zonder hinder 15 insteekbaar is. De insnaporganen kunnen uit aan de binnenflanken van de ene halve legerhuisschaal uitgevoerde , dwars op de insteekrichting staande insnap-nokken en uit corresponderende aan de buitenflanken van de tweede halve legerhuisschaal aangebracht insnapgroe-20 ven bestaan, die een ongeveer halfcirkelvormige dwarsdoorsnede hebben en bij het aetten van de ene halve legerhuisschaal op de tweede halve legerhuisschaal in elkaar snappen. Zij kunnen echter ook alsaan de binnenflanken van de ene halve legerhuisschaal dwars op de insteek-25 richting staand aangebrachte insnapwiggen uitgevoerd zijn, die in corresponderende aan de buitenflanken van de tweede halve legerhuisschaal aangebrachte, met een wigprofiel uitgeruste insnapuitsparingen grijpen, waarbij zowel de insnapwiggen als de wigvormige insnapuit-30 sparingen puntig in de insteekrichting toelopen. Volgens een gunstige uitvoeringsvorm kan aan iedere beves-tigingsflens van de tweede halve legerhuisschaal telkens een geleidingsgroef aangebracht zijn, die aan telkens de zijflank van de halve legerhuisschaal in telkens de 35 groefvormige insteekuitsparing naar boven doorloopt, terwijl de bevestigingsflenzen van de bovenste halve legerhuisschaal van corresponderende, in de geleidings-groeven passende geleidingsrails voorzien zijn, waarbij de geleidingsgroeven en geleidingsrails aan de ene zijde afin « ς 1 5 - 6 - van de legerkamer breder zijn dan aan de andere zijde.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld enige uitvoeringsvormen van het kunststof-5 huis volgens de uitvinding zijn weergegeven. Hierin toont: fig. 1 een vooraanzicht van een-.tweedelig kunststofhuis voor een staand kussenblok, waarvan de halve schalen volgens de uitvinding samengevoegd zijn, 10 met ingesloten pendelleger en gelegerde as, fig. 2 gedeeltelijk een vooraanzicht en gedeeltelijk een doorsnede van de bovenste en van de onderste halve legerhuisschaal volgens fig. 1 voor het samenvoegen, waarbij het tijdens het samenvoegen in te 15 sluiten pendelleger gestippeld is weergegeven, fig. 3 een bovenaanzicht van de onderste halve schaal van het huis volgens de fig. 1 en 2, fig. 4 een onderaanzicht van de bovenste halve schaal van het huis volgens de fig. 1 en 2, 20 fig. 5 gedeeltelijk een zijaanzicht en ge deeltelijk een doorsnede van het huis volgens de fig. 1 en 2 met uitgezwenkt leger en as, fig. 6 een vooraanzicht en gedeeltelijk een doorsnede van het huis volgens de fig. 1 en 2 voor het 25 samenvoegen van de halve legerhuisschalen, echter met een gewijzigde insteek- en houdinrichting, fig. 7 de steek- en houdinrichting volgens fig. 6 op grotere schaal, fig. 8 gedeeltelijk een vooraanzicht en 30 gedeeltelijk een doorsnede van een gewijzigde uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarin aan de bovenste legerhuisschaal aan iedere zijde van de legerkamer telkens een elastische houdtong uitgevoerd is, fig. 9 een bovenaanzicht van de onderste 35 legerhuisschaal volgens fig. 8, fig. 10 een onderaanzicht van de bovenste legerhuisschaal volgens fig. 8, fig. 11 een vooraanzicht en gedeeltelijk een doorsnede van de legerhuisschalen volgens fig. 8, 8006515 * ί.

- 7 - om een kogel- of rolleger samengevoegd en met schroefbouten aan een console of dergelijk deel bevestigd, fig. 12 op grotere schaal het met de cirkel A aangeduide detail van fig. 11, 5 fig. 13 gedeeltelijk een vooraanzicht en gedeeltelijk een doorsnede van een gewijzigde uitvoeringsvorm van het legerhuis volgens fig. 2, waarbij bij het samenvoegen van de halve huisschalen de flanken van de onderste legerhuisschaal naar binnen veren, 10 fig. 14 een bovenaanzicht van de onderste legerhuisschaal volgens fig. 13, fig. 15 op grotere schaal de legerhuisschalen volgens de fig. 13 en 14, met telkens een aan de bovenste legerhuisschaal uitgevoerde grendelbalk en telkens een 15 met deze grendelbalk corresponderende grendelgoot aan de uitwijkgroef van de onderste legerhuisschaal, en fig. 16 een ongeveer door het middelpunt van de legerkamer lopende dwarsdoorsnede van het gedeelte A van fig. 15 na het samenvoegen van de legerhuisschalen.

20 Het voor pendel- of zelfinstellend leger in gerichte staande kussenblokhuis volgens de fig. 1 en 2 is met een spuitgietwerkwijze uit een duurzame thermo-plast .(.Dauerthermoplast) vervaardigd, bijvoorbeeld uit polyoximethyleen. Het wordt uit twee in elkaar grijpende 25 halve huisschalen 1, 2 samengevoegd, doordat aan de bovenste halve schaal 1 aan iedere zijde van de legerkamer 3 telkens een insteekrail 4,5 en aan de onderste halve schaal 2 aan iedere zijde van de legerkamer 3 telkens een overeenkomstige, de telkens bijbehorende 30 insteekrail opnemende groefvormige insteekuitsparing 6, 7 uitgevoerd zijn. In het verlengde van de insteekrails 4, 5 zijn aan de onderzijde van de bevestigingsflenzen 8, 9 van de bovenste halve schaal 1 even brede gelei-dingsrails 10, 11 aangebracht die in overeenkomstige 35 geleidingsgroeven 12, 13 van de onderste halve schaal 2 grijpen en een nauwkeurige zitting voor de halve schalen waarborgen. Teneinde een 180° verdraaid samenvoegen van de halve schalen 1,2 te verhinderen is de breedte van de aan de ene zijde van de legerkamer 3 aangebrachte in- η η n fi r15 - 8 - steekdeel 4, insteekuitsparing 6, geleidingsrail 10 en geleidingsgroef 12 smaller dan dezelfde elementen 5, 7, 11, 13 aan de andere legerkamerzijde (zie de fig, 3 en 4).

De insteekrails 4, 5 aan de bovenste halve 5 schalen 1 zijn aan hun naar de legerkamer 3 toegekeerde vlakken van snapnokken 16 voorzien, die dwars op de insteekrails staan en bij het samenvoegen van de halve schaal 1, 2 in overeenkomstige snapgroeven 17 van de naar de legerkamer 3 toegekeerde bodemvlakken van de 10 aan de onderste halve schaal 2 uitgevoerde insteekuit-sparingen 6, 7 snappen en daardoor de verbindingen van de beide twee halve schalen 1, 2 nauwsluitend sluiten.

Een voorwaarde voor dit sluiten is, dat de beugelvormige bovenste halve huisschaal 1 bij het 15 samenvoegen enerzijds voldoende uitveert en anderzijds een zodanig grote veerkracht heeft, dat de verbinding praktisch onlosmaakbaar wordt. Voor dit doel verdient het de voorkeur het scheidingsvlak DE tussen de bovenste en de onderste halve schaal niet, zoals anders gebruike-'20, lijk, over zijn gehele loop met het door de legerdwars-as lopende horizontale vlak te laten samenvallen, maar dit vlak aan weerszijden van de legerkamer 3 verticaal naar onder te leiden en wel tot het oppervlak van de beide halve schalen 1, 2 op elkaar. Vandaar strekt zich 25 het scheidingsvlak TE weer horizontaal naar beide zijden uit, zie fig. 1.

Door deze maatregel wordt bereikt, dat de beugelvorm van de bovenste halve schaal 1 betrekkelijk lange beugelarmen heeft, waardoor het vooraf bepalen van 30 de voor het samenvoegen van de halve schalen 1,2 vereiste veerspanning mogelijk wordt gemaakt.

Voordat de halve schaal 1 over de halve schaal 2 gestulpt wordt, legt men het leger 18 (kogel-of rolleger) in de legerkamer, en na het samenvoegen is 35 het leger 18 vast in de legerkamer 3 opgesloten. Zoals uit de fig. 3 en 4 blijkt kunnen de legerkamerwanden van de bovenste en van de onderste halve schalen 1, 2 op de wijze van het oude Duitse Offenlegungsschrift 2.800.648 van ringgroeven 19 voorzien zijn, waarvan de 8006515 - 9 - vlakken dwars op de langas van de legerkamer staan.

De tussen de groeven 19 ontstane smalle ringvormige verhogingen geve ni-b ij het op elkaar drukken van de halve huisschalen 1, 2 mee, waar de omtrek van de 5 buitenste legerring groter is dan de desbetreffende diameter van de legerkamer. Op deze wijze worden de door de fabricage veroorzaakte onnauwkeurigheden van de kogelvlakken gecompenseerd.

De uitvindingsgedachte een tweedelig legerhuis 10 - met vooraf ingezet leger 18 door middel van snapinrich- tingen nauwkeurig passend en tegelijk krachtenoverbrengend (door de zijdelings veerdruk) praktisch in een ééndelig legerhuis te veranderen, heeft met de uitvindingsgedachte van het bovengenoemde Duitse Offenlegungsschrift 15 2.800.648 niets te maken. Het tonen van de gegroefde legerkamerwanden (fig. 3, 4 en 5) dient alleen om de gunstige synthese van de beide uitvindingen te demonstreren. Zoals uit de fig. 9, 10 en 14 blijkt, is de uitvindingsgedachte even goed van toepassing bij leger-20 kamers met gladde bolronde binnenvlakken.

Zoals fig. 5 weergeeft kan na bevestiging van het legerhuis 1, 2 op een console of dergelijk deel 20 (zie fig. 11) de gelegerde as 21 een met de looprichting tussen twee op elkaar volgende legerhuizen overeenkomende 25 uitrichting verkrijgen en daarbij een scherpe hoek met de legerkameras LKA vormen. Hierbij zijn de groeven 19 van de legerkamerwanden zeer nuttig, doordat zij het aan de buitenste legerring mogelijk maken zich ook in de schuine stand nauwkeurig aan de kamerwand aan te pas-30 sen. Teneinde het via een smeernippel 22 in te brengen smeervet bij het leger 18 te brengen, is aan het bovengedeelte van de legerkamer 3 een smeerbaan 23 uitgevoerd .

De uitvoeringsvorm volgens de fig. 1-5 toont 35 als snapelementen- snapnokken 16 en overeenkomstige snapgroeven 17, die dwars op de insteekrails 4, 5 resp. op de insteekuitsparingen 6, 7 staan. Zoals in de figuren is getoond, hebben deze nokken en de hen opnemende groeven ongeveer de dwarsdoorsnedevorm van een halve cirkel.

8006515 - io-

Deze vorm maakt een probleemloos insnappen mogelijk en bij een juist gedimensioneerde veerspanning op de beugelvormige halve schaal 1 is de door de snapwerking verkregen nauw aansluitende en krachtoverbrengende verbin-5 ding van de huisschalèn 1,2 zodanig vast, dat men later de halve schalen van het huis niet of slechts door vernieling door uit elkaar kan trekken.

In de fig. 6 en 7 is een andere uitvoering van de snapelementen weergegeven, die even doelmatig is 10 maar ook bij hogere veerspanning een samenvoeging van de huisschalèn 1, 2 zonder bovenmatige krachtsinspanning dus met de hand, zonder toepassing van gereedschap, mogelijk maakt. De aan de instéekrails 4, 5 uitgevoerde snapelementen 24 hebben een wigvormige dwarsdoorsnede, 15 met de wigpunt naar onderen gericht. De aan de bodems van de insteekuitsparingen 6, 7 aangebrachte snapgroeven 25 hebben een overeenkomstig wigvormige dwarsdoorsnede. Bij het samendrukken van de halve huisschalèn 1,2-glijdt iedere wignok 24 in de bijbehorende wiggroef 25, 20 tot de wigrug insnapt. Bij een voldoende veerspanning van de beugelvormige halve schaal 1 is de aldus tot stand gekomen verbinding mechanisch absoluut onlosmaak-baar.

Bij legerhuizen voor zware kogellegers is het 25 ondanks de verlenging van de beugelarmen volgens de uitvinding niet steeds mogelijk aan de bovenste halve schaal 1 de voor het samenvoegen vereiste elasticiteit tot stand te laten komen. Is de uitvering van de beugel te stug en moet het samenvoegen onder te hoge druk ge-30 schieden, dan riskeert men, dat de snapnokken afgesneden worden.

Het toepassen van de uitvindingsgedachte op dergelijke zware legerhuizen wordt mogelijk gemaakt, doordat men de insteekrails 4, 5 elastisch uitvoert 35 (verwijzingscijfers 4', 5'). Een dergelijke inrichting wordt in de fig. 8-12 getoond. De elastische insteekrails 4', 5' zijn zodanig dun gekozen, dat de bij het samenvoegen van de huishelften 1,2 naar buiten toe, dus van de legerkamer 3 af, uitveren. Teneinde de 8006515 - 11 - uitvering mogelijk te maken is naast iedere elastische insteekrail 4', 5' telkens een koker- of bakvormige uitwijkruimtèn26, 27 uitgevoerd, die de bevestigings-boringen 28, 29 van de bovenste halve schaal 1 snijdt.

5 Bij het samenvoegen van de halve huisschalen 1,2 veren de elastische insteekrails 4', 5' in de uitwijk-ruimten 26, 27 uit, tot de snapnokken 16 in de snap-groeven 17 snappen, waarna de insteekrails in hun ruststand terugspringen.

10 Indien het legerhuis 1, 2 met bijbehorende kogel- of rolleger 18 door middel van schroefbouten 30 en de console 20 of dergelijk deel bevestigd wordt, spenen de bouten 30 de compensatieruimten 26, 27 en komen zij tegen de insteekrails 4', 5' aan te liggen, 15 die daardoor in zijn insnapstand geblokkeerd worden.

Teneinde deze blokkeringen effectief uit te voeren moet de tolerantiebout-bevestigingsboring kleiner zijn dan de dwarsdoorsnede van de snapblok. Dit kan gewaarborgd worden, doordat iedere insteekrails 4', 5' aan zijn 20 ondergedeelte telkens met de versterking 31 uitgerust is, die ook in de normale stand ongeveer over de helft van de tolerantie in de bevestigingsboring 28, 29 steekt. Achter iedere versterking 31 in de insteekstand daarvan heeft de onderste halve schaal 2 telkens een uitsparing 25 32. Wordt het legerhuis 1, 2 gedemonteerd, dan kan men na het uitnemen van de bevestigingsbout 30 een schroeve-draaier of dergelijk gereedschap in de uitsparing 32 steken en daardoor de elastische insteekrails 4’, 5' uit hun sluitstand lichten. Het is derhalve op elk ogen-30 blik mogelijk het legerhuis 1, 2 uit elkaar te nemen.

Slechts zolang het legerhuis aan zijn standplaats (console 20) bevestigd is, blijft het legerhuis een onscheidbare eenheid. In tegenstelling hiermede kan men op elk ogenblik de beide huisschalen van elkaar scheiden, door-35 dat men eenvoudig de bevestigingsbouten 30 verwijdert.

In de fig. 13 en 14 is een uitvoeringsvorm van de uitvinding weergegeven. In deze versie veren de bodemwanden 33, 34 van de insteekuitsparingen 6, 7 in de richting van de legerhamer 3 naar binnen, wanneer 8006515 - 12 - de starre insteekrails 4, 5 van de bovenste halve schaal 1 op de onderste halve schaal 2 worden gezet.

De naar binnenvering van de bodemwanden 33, 34 wordt mogelijk gemaakt, doordat achter iedere boderawand tel-5 kens een diepe kokervormige uitwijkuitsparing 35, 36 aangebracht is en de flanken van de bodemwanden 33, 34 door scheidingssneden 37 van de zijwanden van de insteek-uitsparingen 6, 7 gescheiden zijn. De bodemwanden 33, 34 kunnen nu zelf elastisch in de richting van de eigen· 10 veerkracht uitbuigen, wanneer de starre insteekrails 4, 5 om de bodemwanden grijpen. De snapnokken 16 zijn hier aan de bodems van de groefvormige insteekuitsparingen 6, 7 aangebracht teneinde de verende bodemwanden 33, 34 niet onnodig te verzwakken. De snapgroeven 17 zijn dien-15 overeenkomstig aan de starre insteekrails 4, 5 uitgevoerd .

In de fig. 15 en 16 zijn grendelbalken 38, 39 getoond, die aan de onderzijde van de bovenste halve huisschaal 1 uitgevoerd zijn en met de uitwijkuitsparingen 20 35, 36 aan de onderste halve schaal 2 corresponderen.

Met het oog op het opnemen van de grendelbalken 38, 39 bij het samenvoegen van de halve schalen hebben de kanten van de uitwijkuitsparingen 35, 36 afschuiningen of afkantingen 40, 41. Aan het einde van het samenvoeg-25 procédé, juist op het ogenblik van het insnappen van de snapelementen 16, 17, treden de grendelbalken 38, 39 in de door de afschuiningen 40, 41 gevormde grendelgoten en verhinderen een terugbeweging van de elastische bodemwanden 33, 34. De snapverbinding 16, 17 is geblokkeerd 30 en derhalve onlosmaakbaar.

Conclusies.

8006515

Claims (10)

1. Kunststofhuis voor een .staand kussenblok voor pendel- of zelfinstellende legers, welk huis uit een onderste huisschaal en een bovenste huisschaal rondom het pendelleger samenstelbaar is,met het k e n - 5 merk, dat de beide halve legerhuisschalen (1, 2) bij het samenvoegen passend in elkaar grijpen, waarbij zijdelings aan de eerste halve schaal (1) elastische in-snaporganen (4, 5, 16) uitgevoerd zijn, die bij het samenvoegen in corresponderende insnaporganen (6, 7, 17) 10 aan de tweede halve schaal (2) snappen en een nauwsluitende en krachtoverbrengende verbinding van de beide halve schalen (1, 2) vormen.

2. Kunststofhuis volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de bovenste halve legerhuis- 15 schaal (1) als een elastische beugel uitgevoerd is, waarvan de beugelarmen verend om het middengedeelte van de onderste halve legerhuisschaal (2) grijpen, waarbij aan de binnenzijden van de beugelarmen insnap-nokken (16) aangebracht zijn, die onder inwerking van 20 de veerkracht in corresponderende insnapgroeven (17) aan de buitenzijden van het middengedeelte van de onderste halve legerschaal (2) snappen.

3. Kunststofhuis volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het scheidingsvlak 25 (TE), dat na het samenvoegen van de beide halve legerhuisschalen (1, 2) de aanrakingsvlakken daarvan vormt, eerst evenwijdig aan het standvlak (standvlak van de onderste halve schaal 2) door de as van de legerkamer (3)' lócpt, dan echter aan weerszijden van de legerkamer (3) 30 naar onderen afgeknikt is, tot het in de aanlegvlakken van de bevestigingsflenzen (8, 9, 14, 15) overgaat.

4. Kunststofhuis volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat aan de eerste halve legerhuisschaal (1) aan weerszijden van de legerkamer (3) ö η n « k 1 k - 14 - telkens een evenwijdig aan de legerkameras (LKA) lopende insteekrail (4, 5) uitgevoerd is, die bij het samenvoegen van de halve legerhuisschalen (1, 2) in telkens een corresponderende groefvormige insteekuitsparing van de 5 onderste halve legerhuisschalen (6, 7) duikt, waarbij na iedere insteekuitsparing (6, 7) een ongeveer even brede en ongeveer even diepe uitwijkuitsparing (35, 36) aangebracht is.

5. Kunststofhuis volgens een der conclusies 10 1,2 en 4,met het kenmerk, dat aan de kanten van de uitwijkuitsparingen (34, 35) afschuiningen (40, 41) aangebracht zijn, die telkens een V-vormige goot vormen, die met telkens een overeenkomstig van een V-vormige dwarsdoorsnede voorziene, aan de onderzijde van de 15 andere halve legerhuisschaal (1) uitgevoerde grendelbalk (38, 39) correspondeert.

6. Kunststofhuis volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de insteekrails (4*, 5r) zelf-elastisch uitgevoerd zijn, terwijl na iedere insteekrail 20 (4', 5’) telkens een uitwijkruimte (26, 27) aangebracht is, die ongeveer dezelfde lengte en breedte als de insteekrail heeft en iets dieper is dan deze dik is, bij het uitzwenken van de elastische insteekrail deze opneemt en telkens de desbetreffende bevestigingsboring 25 (28, 29) snijdt.

7. Kunststofhuis volgens conclusie 1 of 5, met het kenmerk, dat aan het eindstuk van elke zelfelastische insteekrail (4', 5’) een versterking (31) uitgevoerd is, die in de ontspannen stand van de 30 insteekrail zo ver in de bevestigingsboring (28, 29) steekt, dat de bevestigingsbout (30) bij het in de bevestigingsboring (28, 29) brengen juist zonder hinder ingestoken kan worden.

8. Kunststofhuis volgens een der voorgaande 35 conclusies, met het kenmerk, dat de insnap- organen uit aan de binnenvlakken van de ene halve 8006515 - 15 - legerhuisschaal (1) uitgevoerde, dwars op de insteek-richting staande insnapnokken (16) en uit corresponderende, aan de buitenflanken van de tweede halve legerhuisschaal (2) aangebrachte insnapgroeven (17) bestaan, 5 die een ongeveer halfcirkelvormige dwarsdoorsnede hebben en bij het zetten van de ene halve schaal (1) op de tweede halve schaal (2) in elkaar snappen.

9. Kunststofhuis volgens een der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de insnaporganen 10 uit aan de binnenflanken van de ene halve legerhuisschaal (1) uitgevoerde, dwars op de insteekrichting staande insnapwiggen (24) en corresponderende aan de buitenflanken van de tweede halve legerhuisschaal (2) aangebrachte, met een wigprofiel uitgeruste insnapuit-15 sparingen (25) bestaan, waarmee zowel de insnapwiggen (24) als de wigvormige insnapuitsparingen (25) in de insteekrichting spits toelopen.

10. Kunststofhuis volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat aan iedere bevestigingsflens 20 (8, 9) van de tweede halve legerhuisschaal (2) telkens een geleidingsgroef (12, 13) aangebracht is, die telkens aan de zijflank van de halve legerhuisschaal (2) in telkens de betreffende groefvormige insteekuitsparing (6, 71 naar boven doorloopt, terwijl de bevestigings-25 flenzen (8, 9) van de bovenste halve legerhuisschaal (1) van corresponderende, in de geleidingsgroeven (12, 13) passende geleidingsrails (10, 11) zijn voorzien, waarbij de geleidingsgroeven (12, 13) en de geleidingsrails (10, 11) aan de ene zijde van de legerkamer (3) breder 30 zijn dan aan de andere zijde. « n o 6 5 1 5