NL8006421A - Voedingsinrichting voor een elektrische flitsinrichting. - Google Patents

Voedingsinrichting voor een elektrische flitsinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL8006421A
NL8006421A NL8006421A NL8006421A NL8006421A NL 8006421 A NL8006421 A NL 8006421A NL 8006421 A NL8006421 A NL 8006421A NL 8006421 A NL8006421 A NL 8006421A NL 8006421 A NL8006421 A NL 8006421A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
circuit
oscillation
voltage
current
winding
Prior art date
Application number
NL8006421A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Fuji Koeki Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Fuji Koeki Corp filed Critical Fuji Koeki Corp
Publication of NL8006421A publication Critical patent/NL8006421A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H05ELECTRIC TECHNIQUES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • H05BELECTRIC HEATING; ELECTRIC LIGHT SOURCES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; CIRCUIT ARRANGEMENTS FOR ELECTRIC LIGHT SOURCES, IN GENERAL
    • H05B41/00Circuit arrangements or apparatus for igniting or operating discharge lamps
    • H05B41/14Circuit arrangements
    • H05B41/30Circuit arrangements in which the lamp is fed by pulses, e.g. flash lamp
    • H05B41/32Circuit arrangements in which the lamp is fed by pulses, e.g. flash lamp for single flash operation

Landscapes

  • Discharge-Lamp Control Circuits And Pulse- Feed Circuits (AREA)
  • Stroboscope Apparatuses (AREA)
  • Dc-Dc Converters (AREA)

Description

VO 1256
Voedingsinrichting voor een elektrische flitsinrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een voedingsinrichting voor een elektrische flitsinrichting, en meer in het bijzonder op een door een batterij bediende voedingsinrichting, waarbij gebruik wordt gemaakt van een gelijkstroom-gelijkstroom-omzetter, voorzien 5 van een oscillatorketen.
Flitsinrichtingen zijn tot wijd verbreide toepassing gekomen in verschillende soorten optische inrichtingen, waarvan de werking flitslicht vereist. In het bijzonder op het gebied van de fotografie wordt kunstlicht gebruikt voor het verlichten van een te foto-10 graferen onderwerp. Een thans wijd verbreid gebruikte vorm van kunstlicht is de zogenoemde flitslamp.
Het is in elektrische flitsinrichtingen algemeen gebruikelijk een sterke verlichting voor fotografische doeleinden te verkrijgen door het ontladen van een geladen condensator via een met 15 gas gevulde flitslamp. In het algemeen wordt een gelijkstroomkracht- bron met een lage spanning toegepast samen met passende schakelingen voor het verkrijgen van de gelijkstroom met een betrekkelijk hoge spanning, die nodig is voor het laden van de flitscondensator voor het elke keer ontsteken van de flitslamp, hetgeen een grote 20 hoeveelheid energie behoeft. Dienovereenkomstig is het in deze soort flitsinrichtingen een ernstig vraagstuk hoe doeltreffend elektrische energie om te zetten in flitslichtenergie.
Heer in het bijzonder wordt bij elektrische flitseenheden gewoonlijk gebruik gemaakt van een voedingsinrichting, waarbij een 25 condensator met een grote uitgang gedurende een tijdvak wordt gela den tot een spanning met voldoende amplitude voor het voeden van een fotoflitslamp. Bij dergelijke voedingsinrichtingen wordt gewoonlijk gebruik gemaakt van een mechanische schakelaar teneinde een betrekkelijk lage batterijspanning om te zetten in een betrekkelijk 30 hoge gelijkstroomspanning, nodig voor een belasting, zoals b.v. de 8 00 6 42 1 - 2 - fotoflitslamp. Het is zonder meer duidelijk, dat wanneer een elektrische flitsinrichting onder gebruikelijke omstandigheden wordt gebruikt, een aanzienlijk gedeelte van de tijd, gedurende welke de inrichting is ingeschakeld, bestaat uit tijd waarin de flitsinrich-5 ting klaar is voor werking, d.w.z. tijd, die verloopt nadat de voedingsinrichting de condensator heeft geladen tot een passende waarde en voordat de camerasluiter wordt bediend voor het zodoende ontladen van de condensator via de flitslamp. Gedurende deze tijd, verbruikt de voedingsinrichting energie van de batterij zonder enig 10 nuttig resultaat te produceren. Het energieverlies kan aanzienlijk zijn, in het bijzonder wanneer de inrichting transformatoren bevat. Wanneer de batterij veroudert, neemt de uitgangsspanning daarvan af en is een langere tijdsduur nodig voor het ontsteken van de flitslamp. Wanneer de uitgangsspanning van de batterij met veroudering 15 afneemt, wordt de inrichting bovendien onmachtig de flitslamp te ontsteken.
Een wijze voor het oplossen van de voorgaande tekortkomingen is volgens de uitvinding verwezenlijkt in een voedingsinrichting, waarbij de stroom van de batterij automatisch wordt verbroken zon-20 der een mechanische krachtbronschakelaar te gebruiken wanneer de laadcandensator tot een vooraf bepaalde waarde is geladen. In de voedingsinrichting, waarbij stroom van de krachtbron automatisch wordt verbroken, neemt echter de primaire stroom van de transformator na verloop van tijd na een vooraf bepaald tijdvak vanaf een 25 inschakeling van de krachtbron af, waarna de krachtbron wordt ver broken wanneer de krachtbron-stroom een vooraf bepaalde waarde bereikt. In dit geval is het noodzakelijk de besturing van het stilzetten van de oscillatie van een oscillatorketen te verstellen teneinde de flitstijdsduur in te stellen, omdat er in elke flitsinrich-30 ting afwijkingen zijn van de flitsbesturing van een flitslamp.
Het hoofddoel van de uitvinding is het verschaffen van een verbeterde, door een batterij bediende, voedingsinrichting, die de voorgaande tekortkomingen opheft, t.w. een voedingsinrichting, waarbij een hoge werking wordt verkregen en de kosten worden verlaagd.
35 Heer in het bijzonder bestaat een doel van de uitvinding uit 8 00 6 42 1 «» - 3 - het verschaffen van een voedingsinrichting met een grote werking voor een elektrische flitsinrichting, welke voedingsinrichting de besturing van het stilzetten van de oscillatie kan verstellen en zodoende.de besturing van verbreking van de stroom wanneer de elek-5 trische lading van een min-opslagcondensator een vooraf bepaalde waarde bereikt.
Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een economische voedingsinrichting met grote werking voor een elektrische flitsinrichting, welke voedingsinrichting een kleine hoeveel-10 heid elektrische energie verbruikt door het automatisch verbreken van de stroom van een batterij, en gemakkelijk kan worden bediend en in gebruik zeer doeltreffend is.
Nog een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een voedingsinrichting voor een elektrische flitsinrichting, waar-15 bij de besturing van het verbreken van de krachtbronrstroom binnen wijde grenzen kan worden versteld door middel van een eenvoudig ketenmiddel.
Deze'doeleinden en samenhangende voordelen van deuitvinding worden bereikt in een verbeterde voedingsinrichting, waarbij de 20 spanning van een krachtbron in de vorm van een batterij met een betrekkelijk lage spanning wordt omgezet in een betrekkelijk hoge gelijkstroomuitgangsspanning, die moet worden geleverd aan een belasting. De batterijspanning wordt gelegd aan een transistor-oscil-lator-keten. Een passende voorspanning wordt gelegd aan een regel-25 elektrode van de transistor van de oscillator-keten via een schake laar voor het doen oscilleren van de oscillator-keten. De uitgang van de.oscillator wordt gelijkgericht en als een gelijkstroomuitgangsspanning over de gelijkstroombelasting gelegd. De spanning over de belasting kan worden gelegd aan een toepassingsketen, zo-30 als een fotoflitslamp en dergelijke.
Overeenkomstig de uitvinding is een voedingsinrichting verschaft voor een flitsinrichting, welke voedingsinrichting een ge-lijkstroomkrachtbronketen omvat, die een batterij bevat, verder een spanningomzetketen voor het omzetten van een gelijkstroomspanning 35 van de gelijkstroomkrachtbronketen in een wisselstroomspanning, 800 6 42 1 - 4 - een gelijkrichterketen voor het gelijkrichten van de wisselstroomspanning, en een belastingketen, die een elektrische laadopslag-keten bevat voor het opslaan van eeri elektrische lading van de gelijkrichterketen en voor het leveren van elektrische energie aan 5 een belasting, welke voedingsinrichting verder middelen omvat voor het automatisch verbreken van de stroom, toegevoerd vanaf de gelijk-stroomkrachtbronketen aan de belastingketen wanneer elektrische lading is opgeslagen in de elektrische ladingopslagketen, verder middelen voor het verstellen van de hoeveelheid elektrische energie, 10 geleverd aan een oscillatie-element van de spanningomzetketen wan neer stroom wordt geleverd van de gelijkstroomkrachtbronketen aan de belastingketen, en middelen voor het verstellen van de besturing van de middelen voor het verbreken van de stroom.
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de teke-• 15 ning, waarin:
Fig.l een gedetailleerd ketenschema is van de onderhavige voedingsinrichting voor een elektrische flitsinrichting;
Fig.2A een grafiek toont, die een karakteristiek weergeeft van de onderhavige krachtbronstroomj 20 Fig.2B eveneens een grafiek toont, die een karakteristiek weergeeft van de onderhavige krachtbronstroomj
Fig.3 een andere uitvoeringsvorm toont van de voedingsinrichting;
Fig.4 een gedetailleerd ketenschema toont van nog een ver-25 dere voedingsinrichting;
Fig.5 een gedetailleerd ketenschema toont van weer een verdere voedingsinrichting;
Fig.6 een gedetailleerd ketenschema toont van weer een verdere voedingsinrichting.
30 De in fig.l afgebeelde voedingsinrichting omvat een gelijk stroomkrachtbronketen A, verder een spanningomzetketen B voor het omzetten en versterken van een spanning van de gelijkstroomkrachtbronketen A in een wisselstroomspanning, een gelijkrichterketen C voor het gelijkrichten van de versterkte wisselstroomspanning van 35 de spanningomzetketen B, een elektrische ladingopslagketen D voor 8 00 6 42 1 - 5 - het opslaan van elektrische energie geleverd in de vorm van een gelijkstroom van de gelijkrichterketen C en voor het leveren van de elektrische energie aan een belastingketen, die een flitslamp bevat, een trekkersignaal opwekkende keten E voor het doen doorslaan van 5 de flitslamp door het leggen van een trekkersignaal aan een trek- kerelektrode van de flitslamp, een belastingketen in de vorm van een flitslampketen F, die een flitslamp bevat, een spanningsignaal-verstelketen G voor het verstellen van een spanningsgolf van de spanningomzetketen B, en een keten J voor het verstellen van de belt) sturing van het stilzetten van de oscillatie van een oscillator en het verbreken van de stroom van de krachtbron.
Gedetailleerder bevat de.gelijkstroomkrachtbronketen A een batterij 10. De spanningomzetketen B omvat in hoofdzaak een oscil-latorketen OC, een oscillatie-aanzetketen OS en een oscillatie-15 stilzetketen ST. Gedetailleerder bevat de spanningomzetketen B een oscillatietransformator 11, voorzien van althans twee wikkelingen, zoals een primaire wikkeling 11a en een secundaire wikkeling 11b, verder een oscillatieschakelelement in de vorm van een silicium-transistor 12 met sterke werking, een oscillatie-aanzetcondensator 20 13, een stroombeperkende weerstand 14, en een oscillatie-aanzet- schakelaar in de vorm van een mechanische schakelaar, zoals een drukknopschakelaar 15, waarvan een aansluiting is verbonden met de andere aansluiting van de weerstand 14. Een aansluiting van de primaire wikkeling 11a van de oscillatietransformator 11 is direct 25 verbonden met een positieve aansluiting van de batterij 10, en de andere aansluiting van de primaire wikkeling 11a is verbonden met een collectorelektrode van de oscillatietransistor 12 voor het vormen van de oscillatorketen OC. Een aansluiting van de secundaire wikkeling 11b is verbonden met de regelelektrode in de vorm van een 30 basiselektrode van de transistor 12.
De spanningomzetketen B is in hoofdzaak een oscillatorketen met spanningsterugkoppeling. De oscillatietransistor 12 is van de NPN-soort met sterke werking, zoals hiervoor uiteengezet, en heeft een grote intervalweerstand tussen de emitter-collectorbaan wanneer 35 hij zich in de uitgeschakelde toestand bevindt. Dienovereenkomstig 8 00 6 42 1 - - 6 - is de lekstroom van de transistor 12 uiterst gering en vrijwel nul in vergelijking met die van een germaniumtransistor. Een mechanische schakelaar in de vorm van een drukknopschakelaar 16 is verbonden tussen de basiselektrode en een emitterelektrode van de transis-5 tor 12 voor het vormen van de oscillatiestilzetketen ST. De oscilla- tie-aanzetketen OS wordt gevormd door de weerstand 14, de oscilla-tie-aanzetschakelaar 15, die in de ingeschakelde toestand wordt geplaatst door middel van het met de hand indrukken en een gewoonlijk open schakelaar heeft, die in de uitgeschakelde toestand wordt 10 gebracht door het opheffen van het indrukken daarvan. De oscillatie- transistor 12 is een NPN-siliciumtransistor met sterke werking, waarin de lekstroom klein is, zoals b.v. in de orde van 0,1 - 0,2 yA of vrijwel nul.
De gelijkrichterketen C bevat een elektrische klep in de 15 vorm van een diode 17, waarvan een kathode-elektrode is verbonden met de andere aansluiting'van de secundaire wikkeling 11b van de transformator 11, welke diode 17 is voorzien met een omgekeerde richting met betrekking tot de polariteit van de batterij 10. De elektrische ladingopslagketen D omvat een hoofdopslagcondensator 20 1B, een stroom beperkende weerstand 19, een aanwijslamp in de vorm van een neongloeilamp 20, die parallel is geschakeld met de hoofdopslagcondensator 18 via de stroom beperkende weerstand 19, en een condensator 21, die parallel is geschakeld met de neongloeilamp 20. Een aansluiting van de condensator 18 is verbonden met 25 een anode-elektrode van de diode 17, en de andere aansluiting van de condensator 18 is verbonden met de emitterelektrode van de transistor 12 en met een negatieve aansluiting van de batterij 10.
De trekkersignaal opwekkende keten E heeft een laadweerstand 22, waarvan een aansluiting is verbonden met de ene aansluiting van 30 de hoofdopslagcondensator 18, verder een trekkercondensator 23 waar van een aansluiting is verbonden met de andere aansluiting van de laadweerstand 22, een beveiligingsweerstand 24, geschakeld tussen de andere aansluiting van de condensator 23 en de negatieve aansluiting van de batterij 10, een trekkertransformator 25, voorzien 35 van een primaire wikkeling 25a en een secundaire wikkeling 25b, en 8 00 6 42 1 - 7 - een parallel geschakelde synchronisatieschakelaar 26, die is uitgevoerd om ingeschakeld en uitgeschakeld te worden in synchronisatie met een camerasluiter (in de tekening niet weergegeven]. De laad-keten in de vorm van een flitslampketen F bevat een met gas gevulde 5 flitslamp 27. De flitslamp 27 is voorzien van een paar hoofdstroom- geleidende elektroden 27a, 27b en van een trekkerelektrode 27c, die naast maar buiten de flitslamp 27 is opgesteld. De trekkerelektrode 27c is verbonden met de andere aansluiting van de secundaire wikkeling 25b.
10 . . Een oscillatieregelketen G is voorzien tussen de basisschake ling en een verbindingspunt ^ van de kathode-elektrode en de hoofd-opslagcondensator 1Θ. De oscillatieregelketen G omvat een de oscillatie regelende condensator 28 tussen de basiselektrode van de transistor 12 en het verbindingspunt J7 via een beveiligingsweerstand 15 29. Bovendien is een. oscillatie-aanwijsketen H voor het aanwijzen van de werking van de spanningomzetketen B uitgevoerd om parallel te worden geschakeld met de secundaire wikkeling 11b van de oscilla-tietransformator 11. De oscillatie-aanwijzende keten H omvat in serie geschakeld een beveiligingsweerstand 30, een diode 31, en een 20 aanwijslamp in de vorm van een neongloeilamp 32.
Het belangrijkste kenmerk van de uitvinding is, dat een middel voor het verstellen van de besturing van het verbreken van de stroom is aangebracht teneinde de besturing van het verbreken van de stroom te verstellen wanneer de stroom van de gelijkstroomkracht-25 bronketen automatisch wordt verbroken. Meer in het bijzonder is een waarneemwikkeling 33 gewonden en aangebracht op de oscillatietrans-formator 11 teneinde de hoeveelheid elektriciteit waar te nemen van de oscillatietransformator 11. In de voedingsinrichting van fig.l is de waarneemwikkeling 33 gewonden op de oscillatietransformator 30 11, waarbij een impedantie-element van een regelbare weerstand 34 is verbonden met de waarneemwikkeling 33 teneinde een keten J te vormen voor het besturen van het stilzetten van de oscillatie.
Tijdens bedrijf worden de parasitaire capaciteit van de oscillatietransformator 11 en de oscillatiespanning van de oscilla-35 tiecondensator 13 gebruikt voor het doen schakelen van de transis- 8 00 6 42 1 - a - tor 12 bij het aanzetten van het oscilleren van de oscillatorketen OC. Na het aanzetten van het oscilleren, wordt de oscillatie-aanzet-condensator 13 geactiveerd voor het beperken van de oscillatie-spanning, omdat deze volgens onderzoekingsgegevens te hoog is. Een 5 terugkoppelspanning wordt vanaf de secundaire zijde van de oscilla- tietransformator 11 gelegd aan de basiselektrode van de transistor 12.
De schakelaar 15 wordt met de hand bediend door zijn IN- en UIT-aanzet.ter. Wanneer de schakelaar 15 zich in zijn uitgeschakelde 10 toestand bevindt, wordt de oscillatorketen OC in eerste instantie niet geactiveerd in zijn oscillatie, omdat de oscillatietransistor 12 niet geleidend is. Door het tijdelijk inschakelen van de schakelaar 15, wordt de basiselektrode van de transistor 12 onder voor-spanning geplaatst voor het geleidend doen worden van de transistor 15 12, omdat de basisstroom wordt geleverd aan de transistor 12 van de batterij 10 van de krachtbronketen A via de weerstand 14 en de schakelaar 15. Wanneer de transistor 12 geleidend wordt, gaat stroom door de primaire wikkeling 11a van de oscillatietransformator 11, de collector-emitterbaan van de transistor 12 vanaf de batterij 10 20 en tegelijkertijd door de basis-emitterbaan van de transistor 12 de batterij 10 en de weerstand 14, waarbij de elektrische lading wordt geaccumuleerd in de condensator 13, waardoor de spanningomzet-keten B begint te oscilleren en een sterke wisselstroomspanning produceert van de secundaire wikkeling 11b. Ook verschijnt een geïndu-25 ceerde spanning aan de waarneemwikkeling 33. In dit geval wordt ook de oscillatiespanning als gevolg van de parasitaire capaciteit van de wikkelingen van de transformator 11 of de oscillatiecondensator 13 gebruikt voor het in- en uitschakelen van de oscillatietransformator 12. De sterke wisselstroomspanning wordt gelijkgericht door 30 de diode 17 van de gelijkrichterketen C voor het produceren van een sterke gelijkstroomspanning.
Aangezien elke wikkeling van de oscillatietransformator 11 zodanig is gewonden, dat de basisstroom toeneemt, wordt de transistor 12 geleidend door middel van een positief terugkoppelen van de 35 transformator 11. De collectorstroom neemt vrijwel rechtlijnig toe 800 6 42 1 - 9 - met betrekking tot de tijd. De tijdelijke component van dê basis-stroom neemt af wanneer de basisstroom een piekwaarde bereikt, die wordt bepaald door de geïnduceerde spanning en de weerstand 14.
D.w.z., dat de toeneming van de collectorstroom niet rechtlijnig 5 wordt en niet langer toeneemt. Verder wordt ook de toeneming van de collectorstroom van de transistor 12 stilgezet door de verzadiging van een kern van de transformator 11. Dienovereenkomstig neemt de basisstroom van de transistor 12 af, waarna de collectorstroom snel afneemt. Door de afneming van de collectorstroom wordt de tran-10 sistor 12 in de uitgeschakelde toestand gebracht.
Wanneer de transistor 12 niet geleidend is, wordt de door de primaire wikkeling 11a van de oscillatietransformator 11 gaande 2 stroom snel verbroken, waarna de energie 1/2 x I , opgeslagen in de ascillatiecondensator 13, verschijnt aan de basiselektrode 15 van de transistor 12 als een keerspanning als gevolg van de aard van de primaire wikkeling 11a. Hierbij is een inductantie (Hi en lp een piekwaarde van de collectorstroom. In dit geval wordt de laadstroom op de condensator 13 een oscillatiestroom bij het in onveranderde toestand verlaten daarvan, omdat de transistor 12 in 20 de uitgeschakelde toestand is. Onder deze omstandigheden is ook de stroom, die in de primaire wikkeling 11a loopt van de oscillatietransformator 11 met een halve cyclus van de oscillatie van de laadstroom van de condensator 13 omgekeerd, waarbij de spanning . verschijnt aan de basiselektrode van de transistor 12. De transis-25 tor 12 wordt derhalve weer onder voorspanning geplaatst teneinde geleidend te zijn, waardoor het oscilleren van de oscillatorketen 0C weer wordt aangezet.
Zoals hiervoor besproken gaat de stroom, wanneer de oscilla-tie-aanzetschakelaar 15 tijdelijk in de ingeschakelde toestand is 30 gebracht, van de batterij 10 van de gelijkstroomkrachtbronketen A
naar de condensator 13 via de weerstand 14 en de schakelaar 15, en verschijnt een positieve potentiaal aan de basiselektrode van de transistor 12. De transistor 12 wordt geleidend gemaakt door de positieve potentiaal van de basiselektrode, en het oscilleren van 35 de oscillatorketen AC wordt voortgezet omdat de elektromagnetische 8 00 6 42 1 - 10 - verbinding in de transformator 11 wordt uitgevoerd dank zij het onderscheiden van de in de inductantie van de transformator 11 opgeslagen energie, en omdat de stroom, vereist voor het oscilleren in de basiselektrode gaat van de transistor 12.
5 Verder behoeft de schakelaar 15 niet altijd in zijn uitge schakelde toestand te worden gebracht direct nadat zijp ingeschakelde werking ophoudt, maar kan deze bestaan uit een schakelaar, die uitgeschakeld wordt na een vooraf bepaald tijdvak, zoals b.v. na ongeveer 3 seconden tot 30 minuten.
10 De diode 31 van de oscillatie-aanwijsketen H verschaft ge- lijkrichting van de wisselstroomspanning van de secundaire wikkeling 11b van de oscillatietransformator 11. In dit geval wordt de aan de neongloeilamp 32 gelegde spanning gehalveerd door het gelijk-richten van de diode 31, en wordt de verbruikte energie verminderd. 15 Door de afneming van de verbruikte energie wordt de terugkoppel- stroom vergroot, zodat de tijd voor het activeren van de transistor 12 lang wordt. De neongloeilamp 32 van de oscillatie-aanwijsketen H licht zodanig op, dat het oscilleren van de oscillatorketen QC door het oplichten van de neongloeilamp 32 kan worden aangetoond. Het 20 buiten werking stellen kan eveneens worden aangetoond wanneer de neongloeilamp 32 niet oplicht.
De stroom als gevolg van het gelijkrichten van de gelijkrich-terketen C gaat in een stroomlus, gevormd door de secundaire wikkeling 11b van de oscillatietransformator 11, de basis-emitterbaan van 25 de oscillatietransistor 12, de hoofdopslagcondensator 18 en de diode 17. Door deze stroom wordt de elektrische lading opgeslagen in de hoofdopslagcondensator 18 van de elektrische ladingopslag-keten D met een polariteit, zoals weergegeven in fig.l, waarbij de elektrische lading tegelijkertijd eveneens wordt geactiveerd in de 30 oscillatieregelcondensator 28 van de oscillatieregelketen G. Ver der wordt de elektrische lading opgeslagen in de trekkercondensator 23 als gevolg van de stroom, die door een stroomlus gaat, bestaande uit de secundaire wikkeling 11b, de basis-emitterbaan van de transistor 12, de trekkercondensator 23, de laadweerstand 22 en de dio-35 de 17.
8 00 6 42 1 . - 11 -
Vervolgens wordt de uitgeschakelde werking beschreven van de spanningomzetketen B op grond van onderzoekingsgegevens. Een stroom in de orde van 50 mA gaat in eerste instantie door de hoofdopslag-condensator 18 via de diode 17, de secundaire wikkeling 11b van 5 de transformator 11 en de basis-emitterbaan van de transistor 12, en tegelijkertijd de diode 17, de condensator 13 wanneer de oscillatorketen 0C wordt geactiveerd tot oscilleren. De stroom, gaande door de hoofdopslagcondensator 18, neemt geleidelijk af tot 150 yA wanneer de elektrische lading wordt opgeslagen in de hoofdopslag-10 condensator 18. Wanneer de stroom van de condensator 18 afneemt tot 150 yA, neemt tevens de basisstroom van de transistor 12 van de spanningomzetketen B af, waardoor de stroom van de primaire wikkeling 11a van de transformator 11 vanaf de batterij 10 automatisch wordt verbroken door de transistor 12, omdat de basisstroom 15 van de transistor 12 minder afneemt dan de stroom, nodig voor het schakelen.
Wanneer de oscillatorketen 0C wordt geactiveerd tot oscilleren, wordt tevens elektromagnetische energie geïnduceerd bij de waarneemwikkeling 33 van de keten J voor het besturen van het stil-20 zetten van de oscillatie, waardoor de stroom door de waarneemwikke ling 33 en de regelbare weerstand 34 gaat dank zij de geïnduceerde energie in de waarneemwikkeling 33. Door de door de regelbare weerstand 34 gaande stroom wordt de elektromagnetische energie verbruikt zodat het oscilleren van de oscillatorketen OC wordt stilgezet.
25 Het besturen van het stilzetten van de oscillatie kan worden ver steld door het veranderen van de weerstandswaarde van de regelbare weerstand 34 van de keten J voor het besturen van het stilzetten van de oscillatie. Wanneer de weerstandswaarde van de regelbare weerètand 34 wordt ingesteld op 500 n , is de stroomwaarde van de 30 stroom vanaf de batterij 10 naar de primaire wikkeling 11a in eer- ste instantie 3 A om geleidelijk te worden gedempt tot 100 mA, hetgeen minder is dan die van de activeerstroom van de oscillatorketen OC, die de oscillatietransistor 12 bevat, wanneer de elektrische lading wordt opgeslagen in de hoofdopslagcondensator 18 van 35 de elektrische ladingopslagketen □, zoals weergegeven door de krom- 8 00 6 42 1 - 12 - me van fig.2A. Het oscilleren van de oscillatórketen OC wordt stilgezet bij de tijdsturing T^, die overeenkomt met de stroomwaarde van 100 mA, waardoor de stroom van de batterij 10 wordt verbroken. Wanneer de weerstandswaarde van de regelbare weerstand 34 5 wordt ingesteld op 10 κΩ, is de verbruikte energie minder dan die wanneer de weerstandswaarde van de regelbare weerstand 34 en derhalve de terugkoppelstroom naar de basiselektrode van de transistor 12, groot wordt. Dienovereenkomstig is de stroom van de primaire wikkeling 11a in eerste instantie 3 A om te worden gedempt 10 tot 50 mA op het ’tijdstip T , zoals weergegeven door de kromme 1^ van fig.2B, waarbij de stroom van de batterij 10 automatisch wordt verbroken. In de fig.2A en 2B is TQ hét tijdstip, waarop het oscilleren wordt aangezet, het tijdstip voor het stilzetten van de oscillatie in het geval dat de weerstandswaarde van de regelbare 15 weerstand 34 gelijk is aan 500 n , en is Tn het .tijdstip voor het stilzetten van de oscillatie in het geval dat de weerstandswaarde R2 gelijk is aan 10 k.£l. Hierbij is R^ R2 en Tn<T/j. Dienovereenkomstig kan het verstellen van de besturing van het stilzetten van de oscillatie worden uitgevoerd door het verstellen van de 20 weerstandswaarde van de regelbare weerstand 34.
Wanneer de hoofdopslagcondensator 18 van de elektrische la-dingopslagketen D volledig is geladen tot de vooraf bepaalde en passende spanning, licht de neongloeilamp 20 op om aan te geven, dat de inrichting klaar is voor het ontsteken van de flitslamp 27.
25 De flitslamp 27 kan dan worden ontstoken door het sluiten van de camerasluiterschakelaar 26. Het is duidelijk, dat dit sluiten slechts tijdelijk behoeft te zijn gedurende het bedienen van de camerasluiter. Door het sluiten van de schakelaar 26 ontlaadt de elektrische lading in de trekkercondensator 23 via de schakelaar 30 26 en de primaire wikkeling 25a. Dan wordt een impuls met een hoge spanning, zoals 3000 V, geïnduceerd aan de secundaire wikkeling 25b van de trekkertransformator 25. De zodoende in de secundaire wikkeling 25b van de transformator 25 geïnduceerde hoge spanning verschijnt aan de trekkerelektrode 27c van de flitslamp 27 en ioni-35 seert een gedeelte van het gas in de flitslamp 27. De hoofdopslag- 800 6 42 1 - 13 - condensator 18 ontlaadt dan over het gas tussen de hoofdstroom geleidende elektroden 27a en 27b voor het produceren van een heldere verlichtingsflits.
Nadat de hoofdopslagcondensator 18 is ontladen, wordt de 5 aansluitingsspanning van de hoofdopslagcondensator 18 laag, waar door de elektrische lading, opgeslagen in de oscillatieregelconden-sator 28 ontlaadt via de basis-emitterbaan van de transistor 12 (en de oscillatiecondensator 13), de hoofdopslagcondensator 18 (en de flitslamp 27) en de condensator 28. Door het ontladen van de conden-10 sator 28 verschijnt een positieve potentiaal aan de basisschakeling van de transistor 12. Onder deze omstandigheden wordt de oscillator-keten OC geactiveerd of in bepaalde gevallen buiten werking gesteld. In beide gevallen wordt de transistor 12 ingeschakeld door de positieve potentiaal van zijn basiselektrode, waarna het oscilleren 15 van de oscillatorketen OC weer wordt aangezet.
In tegenstelling hiermee kan de werking van de oscillatorketen OC, indien gewenst, positief en snel worden stilgezet door het sluiten van de schakelaar 16 voor het stilzetten van de oscillatie, omdat de oscillatiecondensator 13 door de schakelaar 16 20 wordt kortgesloten, hoewel de oscillatie van de oscillatorketen OC
automatisch wordt aangezet wanneer de hoofdopslagcondensator 18 de elektrische lading ontlaadt via de flitslamp 27. In dit geval is de lekstroom minder dan enkele yA, waardoor de krachtbronschakelaar in de krachtbronketen A onnodig is.
25 Overeenkomstig de voedingsinrichting van fig.l wordt het ver lies van batterij-energie voorkomen zelfs wanneer de schakelaar 15 gedurende een lange tijd in zijn ingeschakelde toestand wordt geladen, omdat de transistor 12 met grote werking wordt toegepast in de spanningomzetketen B. Het is derhalve duidelijk, dat goede eigen-30 schappen worden verkregen van de voedingsinrichting. Verder is de ketenconstructie vereenvoudigd en gemakkelijk te vervaardigen, en economisch in vergelijking met de bekende voedingsinrichtingen, omdat de oscillatorketen OC kan worden bediend door het momenteel sluiten van de oscillatie-aanzetschakelaar 15. Bovendien is de in 35 fig.l afgebeelds voedingsinrichting gemakkelijk te bedienen, omdat 8 00 6 42 1 - 14 - het voor een fotograaf niet nodig is in te grijpen voor het volgende flitsen van de flitslamp 27, omdat de oscillatorketen OC begint met oscilleren na het flitsen van de flitslamp 27, zelfs wanneer de stroom van de krachtbronketen A is verbroken en zelfs wanneer .5 de oscillatorketen OC ophoudt met oscilleren.
Meer in het bijzonder heeft de voedingsinrichting van fig.l een doeltreffend voordeel, dat aangegevemkarakteristieken van-de spanningomzetketen B kunnen worden bereikt door het verstellen van de impedantiewaarde van het impedantie-element van de keten J voor 10 het besturen van het stilzetten van de oscillatie, waardoor de voe dingsinrichting kan worden toegepast voor alle flitsinrichtingen. Een ander voordeel van de voedingsinrichting is, dat de keten J voor het besturen van het stilzetten van de oscillatie de verstelling over het brede bereik kan uitvoeren door het kiezen van de im-15 pedantiewaarde van het impedantie-element in de vorm van een regel bare weerstand 34.
Fig.3 toont een wijziging van de voedingsinrichting van fig.l. In de voedingsinrichting is een oscillatietransformator 11 voorzien van een primaire wikkeling 11a, een secundaire wikkeling 20 11b en een regelwikkeling 11c. De regelwikkeling 11c is geschakeld tussen de basisschakeling en een positieve elektrode van een batterij 10 van een gelijkstroomkrachtbronketen A. Een aansluiting van de regelwikkeling 11c is verbonden met de positieve elektrode 10 via een beveiligingsweerstand 14 en een oscillatie-aanzetschake-25 laar 15, en de andere aansluiting van de regelwikkeling 11c is ver bonden met een basiselektrode van een oscillatietransistor 12 en de secundaire wikkeling 12b van de oscillatietransformator 11.
Overeenkomstig de voedingsinrichting van fig.2 wordt basis-stroom geleverd aan de transistor 12 vanaf de batterij van de ge-30 lijkstroomkrachtbronketen A via de weerstand'14, de schakelaar 15 en de regelwikkeling 11c van de oscillatietransformator 11 vpor het geleidend maken van de transistor 12. Wanneer de transistor 12 geleidend wordt, gaat stroom door de primaire wikkeling 11a van de oscillatietransformator 11, de collector-emitterbaan van de tran-35 sistor 12 vanaf de batterij 10 en gaat de stroom tegelijkertijd 8 00 6 42 1 - 15 - door ds regelwikkeling 11c, de basis-emitterbaan van de transistor 12, de batterij 1G en de weerstand 14. De elektrische lading wordt geaccumuleerd in de condensator 13, waardoor de spanningomzetketen B begint te oscilleren en een sterke wisselstroomspanning produ-5 ceert vanaf de secundaire wikkeling 11b. In dit geval dient de regelwikkeling 11c voor het stabiliseren van het oscilleren van de oscillatorketen GC. Wanneer de oscillatorketen OC wordt geactiveerd tot oscilleren, wordt meer in het bijzonder de elektromagnetische energie van de oscillatietransformator 11 geleverd aan de 10 basisschakeling van de transistor 12 vanaf de regelwikkeling 11c in de vorm van een terugkoppelstroom. Dienovereenkomstig heeft de voedingsinrichting het voordeel, dat het oscilleren wordt gestabiliseerd, en verder soortgelijke voordelen als die van de voedingsinrichting van fig.l.
15 Fig.4 is illustratief voor een andere uitvoeringsvorm, waar bij de voedingsinrichting soortgelijk aan de inrichting van fig.l een gelijkstroomkrachtbronketen A omvat, die een batterij 10 bevat, verder een spanningomzetketen B voor het omzetten van een gelijk-stroomspanning van de batterij 10 in een wisselstroomspanning, een 20 gelijkrichterketen C voor het gelijkrichten van de wisselstroom spanning van de spanningomzetketen B in een gelijkstroomspanning, een elektrische ladingopslagketen D voor het opslaan van de elektrische energie, die moet worden geleverd aan een belastingketen, een trekkersignaal opwekkende keten E voor het aanzetten van een 25 belastingketen in de vorm van een flitslampketen F, en een oscilla- tie-aanwijsketen H, waarbij de voedingsinrichting verder een keten J bevat voor het verstellen van de besturing van het oscilleren van een oscillatorketen OC van de spanningomzetketen B, en aangebracht aan de uitgangszijde van de spanningomzetketen B.
30 Meer in het bijzonder omvat de keten J voor het besturen van het stilzetten van de oscillatie een waarneemwikkeling 33, aangebracht aan de secundaire zijde van de oscillatietransformator 11, en een impedantieverstelmiddel in de vorm van een regelbare weerstand 34. Een aansluiting van de waarneemwikkeling 33 is verbonden 35 met een aansluiting van de secundaire wikkeling 11b en de basis- 800 6 42 1 - 16 - elektrode van de oscillatietransistor 12. De andere aansluiting van de waarneemwikkeling 33 is verbonden met een aansluiting van de regelbare weerstand 34. De andere aansluiting van de regelbare weerstand 34 is verbonden met de secundaire wikkeling 11b van de oscil-5 latietransformator 11 en de basiselektrode van de transistor 12 samen met een neongloeilamp 32 van de oscillatie-aanwijsketen H.
Wanneer tijdens bedrijf een oscillatie-aanzetschakelaar 15 momenteel wordt gesloten, gaat de stroom in eerste instantie van de batterij 10 van de gelijkstroomkrachtbronketen A naar de oscil-10 latie-aanzetcondensator 13 via de stroom beperkende weerstand 14 en de schakelaar 15, en vandaar wordt de elektrische lading opgeslagen in de oscillatiecondensator 13. De oscillatietransistor 12 wordt geleidend als gevolg van de elektrische lading van de condensator 13, en de oscillatorketen 0C begint te oscilleren. Door het 15 oscilleren van de oscillatorketen 0C wordt een sterke wisselstroom- spanning geïnduceerd aan de secundaire wikkeling 11b van de oscil-latietransformator 11. De wisselstroomspanning wordt gelijkgericht door een diode 17 van de gelijkrichterketen C, waarbij een gelijkstroom in een stroomlus gaat, gevormd door de secundaire wikkeling 20 11b, de basis-emitterbaan van de transistor 12, de hoofdopslagcon- densator 18 en de diode 17, en tegelijkertijd in een stroomlus, gevormd door de secundaire wikkeling 11b, de basis-emitterbaan van de transistor 12, een beveiligingsweerstand 24, een trekkerconden-sator 23 en de diode 17. Dienovereenkomstig worden de hoofdopslag-25 condensator 18 en de trekkercondensator 23 geladen.
Wanneer de sterke wisselstroomspanning wordt geïnduceerd aan de secundaire wikkeling 11b van de oscillatietransformator 11, wordt ook een wisselstroomspanning geïnduceerd bij de waarneemwikkeling 33 , waardoor stroom door de regelbare weerstand 34 gaat. Door 30 de stroom van de regelbare weerstand 34 wordt de elektrische ener gie, geïnduceerd aan de secundaire wikkeling 11b en de waarneemwikkeling 33 verbruikt en wordt verder de voorspanningsstroom, die moet worden geleverd aan de basisschakeling, verminderd door het omlopen naar de regelbare weerstand 34. Dienovereenkomstig voert 35 de keten J voor het besturen van het stilzetten van de oscillatie 800 6 421 - 17 - een soortgelijke werking uit als de keten J van de hiervoor beschreven uitvoeringsvormen. Overeenkomstig de voedingsinrichting van fig.4 kan een gedeelte van de secundaire wikkeling 11b van de oscil-latietransformator 11 worden gebruikt als de waarneemwikkeling 33 5 door het verschaffen van een aftakking aan de secundaire wikkeling 11b. Het is derhalve duidelijk, dat de oscillatietransformator 11 gemakkelijk is te vervaardigen, omdat de enige aftakking nodig is in de secundaire wikkeling 11b.
Fig.5 toont een nog doeltreffender onderhavige voedings-10 inrichting. In de uitvoeringsvorm van fig.5 omvat de inrichting ook een gelijkstroomkrachtbronketen A, die een batterij 10 bevat, verder een spanningomzetketen B, die een oscillatietransformator 11 bevat en is bestemd voor het omzetten van een gelijkstroomspanning vanaf de krachtbronketen A in een wisselstroomspanning, een gelijk-15 richterketen C voor het gelijkrichten van de wisselstroomspanning vanaf de spanningomzetketen B, een elektrische ladingopslagketen D, die een hoofdopslagcondensator 1Θ bevat, een trekkersignaal opwekkende keten E, een flitslampketen F en een keten J voor het besturen van het stilzetten van de oscillatie. De keten J voor het be-20 sturen van het stilzetten van de oscillatie is voorzien aan de ingangszijde van de spanningomzetketen B. Meer in het bijzonder wordt de keten J voor het besturen van het stilzetten van de oscillatie gevormd door de primaire wikkeling 11a van de oscillatietransformator 11, en een regelbare weerstand 34, die parallel is gescha-25 keld met de primaire wikkeling 11a.
Overeenkomstig de in fig.5 afgebeelde voedingsinrichting wordt een elektrische lading geleverd aan de condensator 13 vanaf de batterij 10 via de stroom beperkende weerstand 14 en de oscilla-' tie-aanzetschakelaar 15 door het inschakelen van de schakelaar 15 30 Wanneer de laadspanning van de condensator 13 de bedieningsspanning bereikt van de transistor 12, wordt de transistor geleidend gemaakt, waardoor de oscillatorketen OC wordt geactiveerd. Door het activeren van de oscillatorketen OC gaat stroom door de primaire wikkeling 11a van de oscillatietransformator 11, en wordt een sterke 35 wisselstroomspanning geïnduceerd aan de secundaire wikkeling 11b.
8 00 6 42 1 - 18 -
De sterke wisselstroomspanning wordt gelijkgericht door de gelijk-richterketen C voor het laden van de elektrische lading in de hoofdopslagcondensator 18 en de trekkercondensator 23. Wanneer de elektrische lading wordt opgeslagen in de hoofdopslagcondensator 5 18, neemt de door de secundaire wikkeling gaande stroom af, en neemt de basisstroom van de transistor 12 af overeenkomstig de af-nemingvvan de secundaire wikkeling 11b. Door de afneming van de basisstroom wordt de transistor onder voorspanning geplaatst naar een niet geleidende toestand, waardoor het oscilleren automatisch 10 wordt stilgezet.
Hoewel de vanaf de batterij 10 aan de primaire wikkeling 11a geleverde stroom in eerste instantie ongeveer 3 A is, wordt de stroom van de primaire wikkeling 11a geleidelijk verminderd wanneer de hoofdopslagcondensator 18 wordt geladen.
15 De keten J voor het besturen van het stilzetten van de oscil latie wordt gevormd door de primaire wikkeling 11a van de oscilla-tietransformator 11 en de regelbare weerstand 34. Geïnduceerde elektrische energie bij de primaire wikkeling 11a wordt verbruikt door de regelbare weerstand 34. In dit geval is de verbruikte elek-20 trische energie in de transformator 11 veranderlijk overeenkomstig het verschil van de impedantie van de gesloten keten, gevormd door de primaire wikkeling 11a en de regelbare weerstand 34, waarbij als gevolg daarvan de terugkoppelspanning naar de basiselektrode van de transistor 12 vanaf de oscillatietransformator 11 veranderlijk 25 is overeenkomstig de weerstandswaarde van de regelbare weerstand 34. Wanneer in dit geval de weerstandswaarde van de weerstand 34 klein is, is de verbruikte energie door de wikkeling 11a en de weerstand 34 groot, en klein in het geval dat de weerstandswaarde van de weerstand 34 groot is.
30 Overeenkomstig de voedingsinrichting is de regelbare weer stand 34 verbonden met de primaire wikkeling 11a van de transformator 11 voor het vormen van de keten J voor het besturen van het stilzetten van de oscillatie. Dienovereenkomstig heeft de voedingsinrichting van fig.5 voordelen, doordat het aantal onderdelen is 35 verminderd, alsmede de ketenconstructie van de inrichting is ver- 8006411 - 19 - eenvoudigd omdat de primaire wikkeling 11a wordt gebruikt als een waarneemwikkeling en dezelfde voordelen geeft als de voorgaande uitvoeringsvormen.
Fig.6 is .illustratief voor een verdere uitvoeringsvorm van 5 de onderhavige voedingsinrichting. In de voedingsinrichting van fig.6 is een regelketen voor het besturen van het stilzetten van de oscillatie verschaft aan de uitgangszijde van de spanningomzet-keten B en in de basisschakeling van de transistor 12. Zoals het duidelijkst is weergegeven in fig.6, is een element met een regel-10 bare impedantie in de vorm van een regelbare weerstand 34 gescha- keld tussen de secundaire wikkeling 11b van de oscillatietransförma-tor 11 en de basis-emitterbaan van de transistor 12. Een aansluiting van de regelbare weerstand 34 is verbonden met de secundaire wikkeling 11b, en de andere aansluiting van de weerstand 34 is 15 verbonden met de emitterelektrode van de transistor 12. Dienover eenkomstig wordt de keten J voor het besturen van het stilzetten van de oscillatie gevormd door de secundaire wikkeling 11b van de transformator 11 en de regelbare weerstand 34.
Tijdens bedrijf.wordt een sterke wisselstroomspanning geïn-20 duceerd aan'de secundaire wikkeling 11b van de oscillatietransfor- mator 11 door de activering van de spanningomzetketen B, De geïnduceerde ' spanning wordt gelijkgericht door de gelijkrichterketen C en een elektrische lading wordt'opgeslagen in de hoofdopslagconden-sator 16 van de elektrische ladingopslagketen D. Wanneer de hoofd-25 opslagcondensator wordt geladen, wordt het activeren van de span ningomzetketen B stilgezet, waardoor de stroom vanaf de batterij 10 automatisch wordt verbroken. In dit geval wordt een gedeelte •van de stroom, die moet worden geleverd aan de basiselektrode van de transistor 12 omgeleid door de regelbare weerstand 34 en ver-30 bruikt. Dienovereenkomstig is het besturen van het stilzetten van de oscillatie en het besturen van het verbreken van de stroom verstelbaar door het kiezen van de weerstandsv/aarde van de regelbare weerstand 34.
Overeenkomstig de voedingsinrichting is de keten J voor het 35 besturen van het stilzetten van de oscillatie in ketenconstructie .
800642 t . - 20 - vereenvoudigd en gemakkelijk te vervaardigen, omdat de regelbare weerstand 34 alleen is geschakeld tussen de secundaire wikkeling 11b van de oscillatietransformator 11 en de basisschakeling van de transistor 12.
5 Hoewel NPN-transistoren worden gebruikt in de voorgaande uitvoeringsvormen, kunnen ook PNP-transistoren worden gebruikt, waarbij dezelfde werkingen kunnen worden uitgevoerd alsmede dezelfde voordelen worden verkregen.
Gezien het voorgaande is het duidelijk, dat de verschillende 10 doeleinden van de uitvinding zijn bereikt en andere voordelige resultaten zijn verkregen.
Hoewel voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding zijn weergegeven en beschreven, is het voor deskundigen op dit gebied duidelijk dat wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder het be-15 ginsel en de strekking van de uitvinding te verlaten, zoals bepaald in de volgende conclusies. Dienovereenkomstig moeten de voorgaande uitvoeringsvormen worden beschouwd als illustratief in plaats van beperkend voor de uitvinding, en zijn wijzigingen , die binnen de betekenis en het bereik van equivalentie van de conclusies vallen, 2G daarin vervat.
800 6 42 1

Claims (14)

1. Voedingsinrichting voor een elektrische flitsinrichting, welke voedingsinrichting een gelijkstroomkrachtbronketen omvat, die een batterij bevat, verder een spanningomzetketen voor het omzetten van een gelijkstroomspanning van de gelijkstroomkrachtbron-5 keten in een wisselstroomspanning, een gelijkrichterketen voor het gelijkrichten van de wisselstroomspanning van de spanningomzetketen, en een belastingketen, die een elektrische ladingopslagketen bevat voor het opslaan van een elektrische lading van de gelijkrichterketen en voor het leveren van elektrische energie aan een 10 belasting, gekenmerkt door middelen voor het automatisch verbreken van de stroom, geleverd door de gelijkstroomkrachtbronketen aan de belastingketen wanneer elektrische lading is opgeslagen in de elektrische ladingopslagketen, verder door middelen voor het verstellen van de hoeveelheid elektriciteit, geleverd aan een oscillatie-15 element van de spanningomzetketen wanneer stroom wordt geleverd vanaf de gelijkstroomkrachtbronketen aan de belastingketen, en door middelen voor het verstellen van het besturen van het verbreken van de stroom door de middelen voor het verbreken van de stroom.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de spanningomzetketen een oscillatietransformator bevat, voorzien van een primaire wikkeling, van een secundaire wikkeling en van een oscillatorketen met een oscillatiesehakelelement, verbonden met de batterij van de gelijkstroomkrachtbronketen via de primaire wikke-25 ling, en met een grote lekweerstand wanneer het oscilleren van de oscillatorketen is opgehouden, waarbij de middelen voor het verbreken van de stroom het oscillatiesehakelelement van de oscillatorketen bevatten.
3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 30 middelen voor het regelen van de besturing van de verbreking van de stroom een keten voor het besturen van het stilzetten van de oscillatie omvatten, welke keten is voorzien van een waarneemwikke- 8 00 6 42 1 . - 22 - ling voor het waarnemen van de hoeveelheid elektriciteit van de spanningomzetketen, en een impedantieverstelelement voor het verstellen van de stroom, die door de waarneemwikkeling gaat.
4. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ke- 5 ten voor het besturen van het stilzetten van de oscillatie een waarneemwikkeling omvat, aangebracht op de oscillatietransformator . van de spanningomzetketen, en een in impedantie regelbaar element, verbonden met de waarneemwikkeling.
5. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ke- 10 ten voor het besturen van het stilzetten van de oscillatie een pri maire wikkeling omvat van een oscillatietransformator van de spanningomzetketen, en een in impedantie regelbaar element, verbonden met de primaire wikkeling.
6. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de ke- 15 tenr voor hétrbesturen van het stilzetten van de oscillatie is aan gebracht aan de uitgangszijde van de spanningomzetketen, en een waarneemwikkeling omvat voor het waarnemen van de hoeveelheid uit-gangselektriciteit van de spanningomzetketen, en een de impedantie verstellend element, verbonden met de waarneemwikkeling.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de ke ten voor het besturen van het stilzetten van de oscillatie een waarneemwikkeling omvat, verbonden met een secundaire wikkeling van een oscillatietransformator, en een de impedantie verstellend element, geschakeld tussen de waarneemwikkeling en een basisschake-25 ling van een transistor van een oscillatorketen.
8. Inrichting volgens conclusie B, met het kenmerk, dat de keten voor het besturen van het stilzetten van de oscillatie een secundaire wikkeling omvat van de oscillatietransformator, en een regelbare weerstand, verbonden met de secundaire wikkeling en met 30 een basis-emitterbaan van de oscillatietransistor.
9. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt door een oscilla-tieregelketen voor het regelen van het activeren van de spanningomzetketen .
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de os- 35 cillatieregelketen een oscillatieregelcondensator bevat voor het 8 00 6 42 1 * - 23 - leggen van een voorspanning aan een regelelektrode van het oscilla-tieschakelelement van de oscillatorketen wanneer een hoofdopslag-condensator van de elektrische ladingopslagketen is ontladen.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de 5 oscillatieregelcondensator is geschakeld tussen de regelelektrode en een verbindingspunt van een gelijkrichterketen en de elektrische • ladingopslagketen.
12. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt door een oscilla- tie-aanwijzende keten voor het aanwijzen van het oscilleren van 10 de spanningomzetkèten.
13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de oscillatie aanwijzende keten een seriegeschakelde keten is, verbonden met een secundaire wikkeling van een oscillatietransformator en voorzien van een beveiligingsweerstand, van een diode en van 15 een neonbuis.
14. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de oscillatietransformator is voorzien van een regelwikkeling voor het stabiliseren van het oscilleren van de oscillatorketen. 800 6 42 1
NL8006421A 1979-11-26 1980-11-25 Voedingsinrichting voor een elektrische flitsinrichting. NL8006421A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP15282179 1979-11-26
JP15282179A JPS5676199A (en) 1979-11-26 1979-11-26 Power source for flasher

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8006421A true NL8006421A (nl) 1981-06-16

Family

ID=15548883

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8006421A NL8006421A (nl) 1979-11-26 1980-11-25 Voedingsinrichting voor een elektrische flitsinrichting.

Country Status (6)

Country Link
JP (1) JPS5676199A (nl)
DE (1) DE3044381A1 (nl)
FR (1) FR2470515A1 (nl)
GB (2) GB2067032A (nl)
IT (1) IT1128642B (nl)
NL (1) NL8006421A (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4628229A (en) * 1983-02-15 1986-12-09 Olympus Optical Company, Ltd Flashlight emission apparatus
US5574337A (en) * 1994-06-30 1996-11-12 Eastman Kodak Company Single touch flash charger control
US5634153A (en) * 1995-12-21 1997-05-27 Eastman Kodak Company Static immunity for single touch flash charger control
EP0755174A3 (en) * 1995-07-18 1998-12-16 Eastman Kodak Company Static immunity for single touch flash charger control
DE102007058377A1 (de) * 2007-12-05 2009-06-10 BSH Bosch und Siemens Hausgeräte GmbH Schaltungsanordnung zum Betreiben eines Hausgeräts

Also Published As

Publication number Publication date
DE3044381A1 (de) 1981-06-11
JPS5676199A (en) 1981-06-23
IT1128642B (it) 1986-05-28
FR2470515B3 (nl) 1982-09-17
GB8324393D0 (en) 1983-10-12
FR2470515A1 (fr) 1981-05-29
IT8050249A0 (it) 1980-11-26
GB2067032A (en) 1981-07-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4275335A (en) Constant light intensity electronic flash device
US4080646A (en) Chopper arrangement having a switching device to turn off the chopper
US4323822A (en) Electric flash device
US4430602A (en) Electronic flash device
US3590316A (en) Phase-controlled universal ballast for discharge devices
JP2007507749A (ja) バッテリー節約可能なフラッシュ充電制御
NL8006421A (nl) Voedingsinrichting voor een elektrische flitsinrichting.
US4393335A (en) Electronic flash device
US5111233A (en) Electronic flashing device
US4496939A (en) Power indicator apparatus for a DC to DC flyback converter
US4942340A (en) Arrangement for displaying operation of booster circuit for flash device camera
US6509695B2 (en) Flash apparatus and camera having the flash apparatus
GB2050084A (en) Power supply apparatus
GB2065904A (en) Electronic flash device
US3906292A (en) Device for controlling lighting time of lamp
US5313145A (en) Power supply for a gas discharge device
US4394079A (en) Photographic flash device operatively responsive to the luminance of an object to be photographed to prevent overexposure
JP2632517B2 (ja) 閃光放電発光器における充電停止装置
JPH04350Y2 (nl)
NL8101331A (nl) Electrische flitsinrichting.
JP2639824B2 (ja) 閃光放電発光器
JPS5816313B2 (ja) 閃光装置の充電完了表示装置
SU1078675A1 (ru) Устройство дл импульсного освещени при фотосъемке
CA1174267A (en) Electric flash device
KR100706116B1 (ko) 광량 조절이 가능한 스트로보 장치

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed