NL8005835A - Vorm voor het maken van een uit meerdere delen bestaand schoeisel uit vervormbaar materiaal, alsook het schoeisel. - Google Patents

Vorm voor het maken van een uit meerdere delen bestaand schoeisel uit vervormbaar materiaal, alsook het schoeisel. Download PDF

Info

Publication number
NL8005835A
NL8005835A NL8005835A NL8005835A NL8005835A NL 8005835 A NL8005835 A NL 8005835A NL 8005835 A NL8005835 A NL 8005835A NL 8005835 A NL8005835 A NL 8005835A NL 8005835 A NL8005835 A NL 8005835A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
mold
sole
insert
mold according
shoe
Prior art date
Application number
NL8005835A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Desma Werke Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Desma Werke Gmbh filed Critical Desma Werke Gmbh
Publication of NL8005835A publication Critical patent/NL8005835A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29DPRODUCING PARTICULAR ARTICLES FROM PLASTICS OR FROM SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE
    • B29D35/00Producing footwear
    • B29D35/06Producing footwear having soles or heels formed and joined on to preformed uppers using a moulding technique, e.g. by injection moulding, pressing and vulcanising
    • B29D35/061Producing footwear having soles or heels formed and joined on to preformed uppers using a moulding technique, e.g. by injection moulding, pressing and vulcanising by injection moulding
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A43FOOTWEAR
    • A43BCHARACTERISTIC FEATURES OF FOOTWEAR; PARTS OF FOOTWEAR
    • A43B1/00Footwear characterised by the material
    • A43B1/0027Footwear characterised by the material made at least partially from a material having special colours
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29DPRODUCING PARTICULAR ARTICLES FROM PLASTICS OR FROM SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE
    • B29D35/00Producing footwear
    • B29D35/06Producing footwear having soles or heels formed and joined on to preformed uppers using a moulding technique, e.g. by injection moulding, pressing and vulcanising
    • B29D35/065Producing footwear having soles or heels formed and joined on to preformed uppers using a moulding technique, e.g. by injection moulding, pressing and vulcanising by compression moulding, vulcanising or the like
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29DPRODUCING PARTICULAR ARTICLES FROM PLASTICS OR FROM SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE
    • B29D35/00Producing footwear
    • B29D35/06Producing footwear having soles or heels formed and joined on to preformed uppers using a moulding technique, e.g. by injection moulding, pressing and vulcanising
    • B29D35/08Producing footwear having soles or heels formed and joined on to preformed uppers using a moulding technique, e.g. by injection moulding, pressing and vulcanising having multilayered parts
    • B29D35/081Producing footwear having soles or heels formed and joined on to preformed uppers using a moulding technique, e.g. by injection moulding, pressing and vulcanising having multilayered parts by injection moulding
    • B29D35/082Producing footwear having soles or heels formed and joined on to preformed uppers using a moulding technique, e.g. by injection moulding, pressing and vulcanising having multilayered parts by injection moulding injecting first the outer sole part
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29DPRODUCING PARTICULAR ARTICLES FROM PLASTICS OR FROM SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE
    • B29D35/00Producing footwear
    • B29D35/06Producing footwear having soles or heels formed and joined on to preformed uppers using a moulding technique, e.g. by injection moulding, pressing and vulcanising
    • B29D35/08Producing footwear having soles or heels formed and joined on to preformed uppers using a moulding technique, e.g. by injection moulding, pressing and vulcanising having multilayered parts
    • B29D35/085Producing footwear having soles or heels formed and joined on to preformed uppers using a moulding technique, e.g. by injection moulding, pressing and vulcanising having multilayered parts by compression moulding, vulcanising or the like
    • B29D35/087Producing footwear having soles or heels formed and joined on to preformed uppers using a moulding technique, e.g. by injection moulding, pressing and vulcanising having multilayered parts by compression moulding, vulcanising or the like forming first the outer sole part

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Footwear And Its Accessory, Manufacturing Method And Apparatuses (AREA)

Description

. ,ν \ 1 * ,**» \
Vorm voor het maken van een uit meerdere delen bestaand schoeisel uit vervormbaar materiaal, alsook het schoeisel.
De uitvinding betreft een vorm voor het maken van gevormde voorwerpen van kunststof of rubber door het achter elkaar vervaardigen (gieten, spuitgieten, vulkaniseren) van delen van gevormde voorwerpen, in het bijzonder voor het vervaardigen 5 van een uit meerdere delen bestaand schoeisel, respectievelijk schoenzolen uit polyurethaan onder aanvorming aan een schoenschacht, voor /zien van een ondervorm (bovenplaat), een bovenvorm (leest) en een zijvorm (zijfreem) ter begrenzing van een holle ruimte van de vorm voor de schoenzool en eventueel de schacht. Voorts 10 betreft de uitvinding een schoeisel (schoen of laars) met een uit meerdere delen bestaande schoenzool en eventueel een schacht van kunststof of rubber.
Bij het vervaardigen van uit meerdere delen bestaande schoenzolen door middel van spuitgieten bij het gelijk-15 tijdig aanvormen aan een schoenschacht wordt bij gebruik van thermoplastische kunststoffen (PVC) zoals gebruikelijk zo te werk gegaan, dat in een eerste spuithandeling de naar de schacht toegekeerde tussenzooi en in een tweede spuithandeling de buitenste loopzooi vervaardigd en hierbij tegelijk aan de schacht, res-20 pectievelijk aan de tussenzooi wordt aangevormd. Op dienovereenkomstige wijze kan ook tewerk gegaan worden bij het verwerken van rubber. De materialen voor de zoollagen - meestal van verschillende kleur - worden hierbij zoals gebruikelijk via· spuitkanalen ingebracht in de holle ruimten van de vorm, die zijn aangebracht 25 ter plaatse van de punt van de schoen, en wel in het middendeel-vlak van de zijvorm.
Bij het verwerken van polyurethaan wordt daarentegen ook zo te werk gegaan, dat de materialen voor de zool-lagen in omgekeerde volgorde worden ingebracht, dus voor de loop-30 zool het eerst en voor de tussenzooi in de tweede gietfase. Tijdens het vormen van de loopzooi is hierbij een contraplaat in plaats van de leest geplaatst in de gietvorm. Deze vormt de boven- 8005835 2 ste begrenzing van de holle ruimte van de vorm voor de loopzooi.
De voorgenoemde contraplaat wordt voor het ma-ken van de tussenzooi vervangen door de gebruikelijke leest (met schoenschacht).
Het materiaal wordt bij deze handeling eveneens via gietkanalen 5 ingebracht in de zijvorm of van bovenaf in de open vorm.
De uitvinding stelt zich tot doeleen inrichting, namelijk een giet- respectievelijk spuitgietvorm, waarmee een op een nieuwe wijze uitgevoerde schoen of laars vervaardigd kan worden en wel eveneens, onder toepassing van tenminste twee 10 verschillende materialen voor zolen bestaande uit twee of meer gedeelten. Primair gaat het er dus om de materialen voor de zoollagen, respectievelijk zool-delen op een voor de materialen, respectievelijk de zoolconstructie gunstige manier in te brengen in de holle ruimten van de vorm.
15 Ter verkrijging van het gestelde doel wordt de onderhavige vorm gekenmerkt door een in de holle ruimte van de vorm tijdens een eerste fabrikagefase los inzetbaar inlegstuk in de vorm van het in de volgende fabrikagefasefvormen vormstukdeel.
Bij het maken van schoenen, respectievelijk 20 schoenzolen neemt het voorgenoemde inlegstuk overeenkomstig de uitvinding tijdens het vervaardigen van de eerst vervaardigde loopzooi de holle ruimte van de vorm in, die in de tweede fabrikagefase bestemd is voor de tussenzooi. Het voorgenoemde inlegstuk, dat overeenkomstig de uitvinding eveneens uit kunststof bestaat, 25 en wel uit een materiaal dat zich niet verbindt met het materiaal van de zoollaag, werkt samen met de leest door het afsteunend aanliggen van de onderzijde hiervan tijdens het vervaardigen van de loopzooi.
Zonder gebruik van een kostbare contraplaat, 30 namelijk bij gebruik van een conventionele giet-, respectievelijk spuitgietinrichting kan door het gebruik van het onderhavige inlegstuk de vervaardiging van de zoollagen in de genoemde volgorde, namelijk de loopzooi het eerst, uitgevoerd worden. Het inlegstuk kan hierbij vanwege het gebruik van kunststof, in het bijzonder 35 polyethyleen, eveneens gemakkelijk vervaardigd worden. Bij voor- 8005835 3 keur wordt de uitvinding toegepast bij spuitgietinrichtingen, waarbij de vormen voor het maken van de zolen en eventueel de schachten zo zijn aangebracht, dat het materiaal van buiten via het zoolvlak, namelijk via een dienovereenkomstig aangebrachte 5 bodemplaat kan worden ingebracht. De leest ligt hierbij zoals gebruikelijk met zijn langsas horizontaal. De bodemplaat is zwenkbaar verbonden met een eveneens beweeglijk zwenkbaar deel van de zijvorm. Een voorbeeld van een dergelijke inrichting is weergegeven in het Duitse octrooischrift 1.927.290.
10 Het materiaal van de tussenzooi wordt via ten minste één spuit-, respectievelijk gietkanaal in de bodemplaat ingébracht' in de betreffende holle ruimte van de vorm. Dit vereist dat bij het vervaardigen van de loopzooi ter plaatse van de uitmonding van het betreffend kanaal in de bodemplaat een 15 doorgang naar de holle ruimte van de vorm van de tussenzooi wordt uitgespaard. Het inlegstuk is ter plaatse van de uitmonding van het voorgenoemde kanaal voorzien van een tapvormig uitsteeksel, dat tijdens het vervaardigen van de loopzooi ligt op de bodemplaat ter plaatse van de uitmonding van het kanaal. Dit uitsteek-20 sel heeft hierdoor een meervoudige functie. Enerzijds wordt het kanaal afgedicht tegen het binnenkomen van materiaal, en anderzijds verkrijgt hierdoor het inlegstuk de vereiste afsteuning ten opzichte van de bodemplaat in de holle ruimte van de vorm, zodat een stabiele opstelling voor het inlegstuk wordt verkregen.
25 Op de tegenover gelegen zijde, dus in de rich ting van de leest, kan het inlegstuk bij toepassing van een (langs-gedeeld). zij freem afsteunend aanliggen tegen naar binnen uitstekende afdichtlippen hiervan en tevens ook de holle ruimte van de vorm voor de loopzooi naar de leest afdichten.
30 Het ter plaatse van de loopzooi uitstekend deel van het inlegstuk heeft tot gevolg dat hier bij de gereed zijnde schoenzool het materiaal van de tussenzooi aan het loopvlak zichtbaar is. Dit effect is gewenst om hier merktekens aan te brengen zoals het merk van de fabrikant, gegevens over de aard 35 van de schoen, respectievelijk van de grootte van de schoen enz.
8005835 4
Voorts stelt de uitvinding voor met of zonder inlegstuk eventueel meerdere afzonderlijk vervaardigde losse zool-inlegdelen zodanig in te brengen in de vorm, dat deze ten-het minste door/materiaal van de loopzooi worden opgenomen en hiermee 5 worden verbonden, zodat de betreffende zool-inlegdelen op het loopvlak zichtbaar zijn. De betreffende zool-inlegstukken kunnen bestaan uit hetzelfde materiaal aLs de loopzooi, echter met een kleurverschil ten opzichte hiervan en/of met vooraf aangebrachte stempels, zoals gegevens over de fabrikant, het merk, de grootte 10 van de schoen enz. Anderzijds kunnen de betreffende zool-inlegdelen bestaan uit een ander, bijvoorbeeld slijtvast materiaal en zijn aangebracht ter plaatse van de loopzooi waar bijzonder sterke mechanische belastingen optreden.
Bij toepassing van het onderhavige inlegstuk 15 worden de zool-inlegdelen geplaatst tussen de bodemplaat en het inlegstuk. Zij worden hierdoor enerzijds in hun juiste stand gehouden. Anderzijds krijgt het inlegstuk een extra afsteuning op de bodemplaat.
De uitvinding betreft eveneens een schoen met 20 de voorgenoemde kenmerken.
Uitvoeringsvoorbeelden zowel van de inrichting (vorm), alsook van de schoen (laars) zullen thans nader worden toegelicht aan de hand van de beschrijving en bijgevoegde tekeningen, waarbij: 25 figuur 1 een vertikale doorsnede is over een vorm met een gereed zijnde schoen, figuur 2 eveneens volgens een vertikale doorsnede de vorm volgens figuur 1 voor het vervaardigen van de loopzooi bij een gewijzigde uitvoeringsvorm van de schoen weergeeft; 30 figuur 3 een enkele vorm in zijn geheel in boven aanzicht weergeeft; figuur 4 een ander uitvoeringsvoorbeeld van de vorm en zodoende van een dienovereenkomstig gevormde laars in langsdoorsnede weergeeft; 35 figuur 5 een uitvoeringsvoorbeeld van de vorm 8005835 5 en van de laars met een vooraf vervaardigde schacht in doorsnede weergeeft.
In figuur 1 is sterk schematisch een spuit-gietvorm 10 weergegeven, die bestemd is voor het maken van een 5 laars 11 met een uit twee lagen bestaande zool 12 en een schacht 13, eveneens bestaande uit een spuitgietmateriaal. De laars 11 kan in zijn geheel bestaan uit polyurethaan (Pü). De zool 12 met een tussenzooi 14 en een loopzooi 15 is bij voorkeur in twee kleuren uitgevoerd. De tussenzooi 14 en de loopzooi -15 kunnen 10 echter ook met het oog op de technologische samenstelling uit verschillende materialen bestaan. De schacht 13 is hier als één geheel met de tussenzooi 14 uitgevoerd en in dezelfde spuitfase gevormd.
Een bijzonderheid bestaat hierin dat in. het 15 voorgaande geval de loopzolen 15 in de eerste spuitfase en de tussenzolen 14 (met de schacht 13) in een volgende fabrikagefase vervaardigd worden. Het materiaal voor de loopzolen 14 en de schacht 13 wordt hierbij door de loopzolen 15 gespoten. In dit gedeelte vormen de loopzolen 14 een tot op het loopvlak 16 van de 20 loopzooi 15 reikende materiaalplug 17. Deze heeft een nog in bijzonderheden te beschrijven functie bij het vervaardigen van de laars, respectievelijk van de zool. Op de gereed zijnde schoen, respectievelijk de laars 11 vormt de materiaalplug 17, respectievelijk het ter plaatse van het loopvlak 16 zichtbaar vlak hier-25 van een markering voor het opnemen van gegevens over de grootte, de kwaliteit, de afkomst van de laars enz.
De spuitgietvorm. bestaat in het voorgaande geval uit een bovenvorm, namelijk een leest 18, een zijvorm 19 en een ondervorm in de vorm van een als schaal uitgevoerde bodemplaat 20. 30 De zijvorm 19 is in het langsmiddenvlak gedeeld. De zijvorm 19 en de bovenplaat 20 zijn door een delingsvlak 21 ten opzichte van elkaar afgegrensd. Ter plaatse hiervan vormt de zijvorm naar binnen uitstekende afdichtlippen 22, respectievelijk uitsteeksels.
Het materiaal voor de eerst vervaardigde loop-35 zool 15 wordt hier via een eerste spuitkanaal 23 in de bodemplaat 8005835 6 20 ingebracht. Het materiaal voor de tussenzooi 14 wordt vanaf de bodemplaat 20, in figuur 1 van onderen, via een tweede spuit-kanaal 24 ongeveer in het midden van de bodemplaat 20 ingespoten. Deze ligging van de spuitkanalen 23 en 24 zorgt voor een opti-5 male verdeling van het materiaal in de holle ruimten van de vorm.
Bij het vervaardigen van de schoen, respectievelijk de laars 11 speelt een los inlegstuk 25 een belangrijke rol. Dit heeft ongeveer de vorm van de tussenzooi 14 en vult bij het vervaardigen van de loopzooi 15 in de eerste spuit-10 fase, respectievelijk fabrikagefase de ruimte op, waarin tijdens de tweede spuitfase het materiaal voor de tussenzooi 14 wordt opgenomen.
Het voorgenoemde inlegstuk 25 (zie figuur 2) bestaat bij voorkeur uit kunststof en wel uit een materiaal, dat 15 zich niet verbindt met het materiaal van de loopzooi 15. In het bijzonder komt polyethyleen in aanmerking. Het inlegstuk 25 wordt in een afzonderlijke spuithandeling vervaardigd en wel telkens passend voor de te vervaardigen schoen-, respectievelijk laarstype.
20 Het in het voorgaande geval met de hand in de spuitgietvorm 10 te plaatsen en wederom uit te nemen inlegstuk 25 is zo gevormd, dat het met de rand aanligt tegen de afdicht-lippen 22 van de zijvorm 14 alsook tegen de zijvlakken van de holle ruimte van de vorm in de zoolplaat 20 en aldus een pas-25 sende gerichtheid verkrijgt. Voorts is het inlegstuk 25 aan de bovenzijde aangepast aan de geometrische vorm van de onderzijde van de leest 18, zodat ook hier in hoofdzaak een volledige aanligging wordt verkregen. Dit zorgt enerzijds voor een afdichting van de holle ruimte van de vorm voor het opnemen van de 30 schacht 13, anderzijds echter ook voor een stabiele ondersteuning van het inlegstuk. Naar beneden, namelijk naar de bodemplaat 20, is het inlegstuk 25 voorzien van een aangevormd uit één stuk bestaand uitsteeksel 26. Dit heeft de functie van het afsteunen van het inlegstuk 25 ten opzichte van de bodemplaat 20. Ander-35 zijds is het uitsteeksel 26 aangebracht ter plaatse van de uitmon- 8 0 ü 5 8 3 5 7 ding van het spuitkanaal 24, zodat bij de stand volgens figuur 2, namelijk bij het vervaardigen van de loopzooi 15, het spuitkanaal 24 is afgedicht tegen het binnenkomen van materiaal van de loopzooi 15. Het uitsteeksel 26 zorgt er tevens voor dat de 5 ' holle ruimte van de vorm het materiaal voor de tussenzooi 14 voor het vormen van d^faateriaalplug 17 opneemt. In het gedeelte, dat de uitmonding van het spuitkanaal 24 omgeeft, kan de bovenzijde van de bodemplaat 20 voorzien zijn van gravuren, waardoor de vereiste aangifte, informatie enz. aan de onderzijde van de materiaal-10 plug 17 worden gevormd.
Het inlegstuk 25 wordt na de fabrikage van de loopzooi 15 uit de spuitgietvorm 10 uitgenomen voor het vormen van een holle ruimte van de vorm voor de tussenzooi 14.
Overeenkomstig figuur 2 worden andere losse delen 15 geplaatst in de spuitgietvorm 10 voor het vervaardigen van de loopzooi 15. Het gaat hierbij om eventueel meerdere zool-inlegdelen 27 en 28, die eveneens afzonderlijk uit kunststof zijn vervaardigd. Deze zool-inlegdelen 27 en 28 bestaan evenwel uit een materiaal, dat zich duurzaam verbindt met het materiaal van ten- 20 minste de loopzooi 15, bijvoorbeeld uit hetzelfde materiaal als deze.
De voorgenoemde zool-inlegdelen 27, 28 hebben allereerst bij de gereed zijnde schoen, respectievelijk laars 11 tot taak markeringen, gegevens enz., bijvoorbeeld over 25 de grootte van de schoen, op te nemen. De zool-inlegdelen 27, 28 kunnen echter ook bestaan uit een materiaal van een grote slijt-vastheid en zijn aangebracht op plaatsen van de loopzooi 15, die sterk belast worden, zoals bijvoorbeeld bij sportschoenen.
Voor het vervaardigen van de laars 11, respec-30 tievelijk van een schoen hebben de zool-inlegdelen 27, 28 de functie van een extra ondersteuning van het inlegstuk 25 op de bodemplaat 20; De genoemde zool-inlegdelen zijn ingespannen tussen het inlegstuk 25 en de bodemplaat 20.
In figuur 3 is een enkele vorm van een inrich-35 ting met een aantal dergelijke stations in bovenaanzicht weef- 8005835 8 gegeven. De zijvormen 17 zijn aangebracht op zwenkbare vormdeel-dragers 29 en 30/ die voor het openen van de vorm zwenkbaar zijn om een gemeenschappelijke as 31. De bodemplaat 20 is zoals in principe bekend is uitgevoerd als een aan de kopzijde, respectieve-5 lijk radiaal naar buiten liggende flens, die zwenkbaar is om een as 32. Voor het uitvoeren van de zwenkbewegingen is voorzien in een drukmiddelcilinder 33. De leest 18 is in het onderhavige geval onbeweegbaar aangebracht en wel met zijn langsas horizontaal liggend zodanig, dat de punt van de schoen naar beneden wijst.
10 De bodemplaat loopt hierbij naar boven. Een (niet weergegeven) spuitgietapparaat kan telkens van buiten aangebracht worden.
Figuur 4 toont een ander uitvoeringsvoorbeeld met betrekking tot vul-, respectievelijk zoolinlegdelen 34, die in de gereed zijnde zool 12 blijven. Bij het weergegeven uitvoe-15 ringsvoorbeeld is telkens een dergelijk plat zoolinlegdeel 34 weergegeven ter plaatse van het voorste en achterste gedeelte van de zool 12 en bestaat bijvoorbeeld uit metaal. De genoemde zoolinlegdelen 34 zijn op de onderzijde van het inlegstuk 25 losneera-baar bevestigd en wel door een drukknopverbinding 35. Deze door 20 achtersnijdingen gevormde verbinding is zodanig, dat bij het vervaardigen van de loopzooi 15 bij het uitnemen van het inlegstuk 25 dit gemakkelijk losgemaakt wordt van de zool-inlegdelen 34, omdat deze met het materiaal van de loopzooi 15 een innige verbinding vormen. De tussenzooi kan dan op de beschreven wijze 25 vervaardigd worden. Bij de genoemde zool-inlegdelen 34 kan het gaan om steunen, versterkingen, veiligheidsinrichtingen enz.
Zoals uit figuur 5 blijkt, kan de uitvinding ook toegepast worden bij schoenen 36 met een op andere wijze vervaardigde schacht 37 uit leer, textiel of dergelijke. In plaats 30 van de zijvorm 19 zijn hier beweegbare, bijvoorbeeld dwars verplaatsbare zijstukken 38 en 39 aanwezig, die op de naar de schacht 37 toegekeerde zijde een afdichtlip 22 vormen, die als aanligging voor de schacht 37 vereist is.
Inlegstukken 25, alsook zool-inlegdelen 27, 28 35 en 34 kunnen bij deze inrichting op dezelfde wijze als bij de 8005335 9 voorgenoemde uitvoeringsvoorbeelden gebruikt worden.
3005835

Claims (19)

1. Vorm voor het maken van gevormde voorwerpen van kunststof of rubber door het opeenvolgend vervaardigen (gieten, spuitgieten, vulkaniseren) van delen van gevormde voor- 5 werpen, in het bijzonder voor het vervaardigen van een uit meerdere delen bestaand schoeisel, 'respectievelijk schoenzolen van polyurethaan onder aanvorming aan een schacht, voorzien van een ondervorm (bodemplaat), een bovenvorm (leest) en een zijvorm ter begrenzing van een holle ruimte van de vorm, gekenmerkt door 10 een in de vorm (spuitgietvorm 10) tijdens een eerste fabrikage-fase los inzetbaar inlegstuk (25) in de vorm van het in de volgende fabrikagefase. te vormen vormdeel (tussenzooi 14).
2. Vorm volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het inlegstuk (25) bestaat uit een materiaal, bij voorkeur 15 polyethyleen, dat zich niet verbindt met het materiaal van het vormdeel (zool 12) en dat door spuitgieten, vulkaniseren of der-gelijk^ verwerkt kan worden.
3. Vorm volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat voor het vervaardigen van uit twee lagen bestaande zolen 20 (12) van schoenen, laarzen (11) of dergelijke het inlegstuk (25) de vorm heeft van een in de tweede fabrikagefase te vervaardigen zoollaag (tussenzooi 14).
4. Vorm volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het inlegstuk (25) de vorm heeft van de in de tweede fabri- 25 kagefase te vervaardigen, naar de leest' (18) toegekeerde tussenzooi (14) en bij het vervaardigen van de loopzooi (15) in de eerste fabrikagefase afsteunt op de bodemplaat (20) of dergelijke.
5. Vorm volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het inlegstuk (25) voorzien is van uitsteek- 30 seis (26), die gelegen zijn op de bovenzijde van de bodemplaat.
6. Vorm volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het inlegstuk (25) vormsluitend aanligt tegen de onderzijde van de leest (18), eventueel tegen een hierop aangebrachte schacht.
7. Vorm volgens één der voorgaande conclusies, 8005835 met het kenmerk, dat het inlegstuk (25) met zijn randgedeelte afdichtend aanligt tegen naar binnen gerichte afdichtlippen (22), respectievelijk uitsteeksels van een zijvorm, respectievelijk van zijdelen (38, 39).
8. Vorm, namelijk een giet-, respectievelijk spuitgietvorm, gekenmerkt door tenminste één spuitkanaal in de bodemplaat (20) of dergelijke voor het inbrengen van het materiaal voor de tussenzooi (14) in de vorm, waarbij de uitmonding van het spuitkanaal (24) bij het vervaardigen van de loopzooi (15) 10 in de eerste spuit-, respectievelijk gietfase afdichtend is afgedekt door een uitsteëksel (26) van het inlegstuk (25).
9. Vorm volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat bij het vervaardigen en aanvormen van schoenzolen aan een vooraf vervaardigde schacht (37) van leer of 15 dergelijke afdichtlippen voor de schacht (37) gevormd worden door beweegbare zijdelen (38, 39), tegen welke onderzijde de zoolplaat (20) aanligt.
10. Vorm volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bodemplaat (20) ter plaatse van de uit- 20 monding van het spuitkanaal (24) voorzien is van bijzondere stempelingen.
11. Vorm volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat andere losse delen (zool-inlegdelen 27, 28) van kunststof of rubber zodanig geplaatst zijn in de vorm (spuit- 25 gietvorm 10), dat deze door het materiaal van tenminste de loopzooi (15) bij de fabrikage hiervan omgeven en aan het loopvlak zichtbaar zijn.
12. Vorm volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de afzonderlijk vervaardigde zool-inlegdelen (27, 28) bestaan 30 uit een materiaal, dat met het materiaal van tenminste de loopzooi (15). een duurzame verbinding aangaat en in het bijzonder van hetzelfde materiaal is.
13. Vorm volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de zool-inlegdelen (27, 28) zijn aangebracht aan de onder- 35 zijde van het inlegstuk (25) tussen dit en de bodemplaat (20). 880583ο
14. Vorm volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zool-inlegdelen (34) met de onderzijde van het inlegstuk (25) losneembaar zijn verbonden en op afstand zijn aangebracht van de bovenzijde van de bodemplaat (20).
15. Vorm volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de zool-inlegdelen (34) door een drukknopverbinding (35) losneembaar zijn verbonden met de onderzijde van het inlegstuk (25).
16. Schoen, respectievelijk laars met een uit 10 meerdere delen, in het bijzonder uit twee lagen bestaande zool van kunststof of rubber met een tussenzooi en een loopzooi van verschillend gekleurd en/of verschillend materiaal, met het kenmerk, dat tenminste een materiaalplug (17) van de tussenzooi (14), respectievelijk van het materiaal hiervan ter plaatse van de loop-15 zool (15) zich uitstrekt naar het loopvlak hiervan.
17. Schoen, in het bijzonder volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat tenminste in de loopzooi (15) zool-inlegdelen (27, 28) zijn ingebed bestaande uit een materiaal, dat zich met het materiaal van de loopzooi (15) verbindt.
18. Schoen in het bijzonder volgens conclusie 16 of 17, met het kenmerk, dat ter plaatse van het scheidingsvlak tussen de tussenzooi (14) en de loopzooi (15) platte zool-inlegdelen (34), in het bijzonder van metaal of dergelijke, zijn ingebed, die steken in de loopzooi (15).
19. Vorm in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekening. 8005835
NL8005835A 1979-10-30 1980-10-23 Vorm voor het maken van een uit meerdere delen bestaand schoeisel uit vervormbaar materiaal, alsook het schoeisel. NL8005835A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE19792943692 DE2943692A1 (de) 1979-10-30 1979-10-30 Form zum herstellen von mehrteiligem schuhwerk aus formbarem werkstoff sowie schuhwerk
DE2943692 1979-10-30

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8005835A true NL8005835A (nl) 1981-06-01

Family

ID=6084662

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8005835A NL8005835A (nl) 1979-10-30 1980-10-23 Vorm voor het maken van een uit meerdere delen bestaand schoeisel uit vervormbaar materiaal, alsook het schoeisel.

Country Status (4)

Country Link
DE (1) DE2943692A1 (nl)
FR (1) FR2468323A1 (nl)
IT (1) IT1134091B (nl)
NL (1) NL8005835A (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AT379944B (de) * 1982-04-14 1986-03-10 Strakosch Schuhfab Spritzform zur herstellung eines schuhs
DE3535830A1 (de) * 1985-10-08 1987-04-16 Kloeckner Ferromatik Desma Schuh, insbesondere sportschuh
DE3440567A1 (de) * 1984-11-07 1986-05-22 Klöckner Ferromatik Desma GmbH, 2807 Achim Sportschuh, insbesondere fussballschuh, mit einer gespritzten und an die brandsohle angeformten sohle und mit gespritzten nocken
DE3910419C2 (de) * 1989-03-31 1993-10-28 Kloeckner Ferromatik Desma Vorrichtung zum Herstellen und Anformen von mehrschichtigen Sohlen an einen Schuhschaft
EP1695640B1 (fr) * 2005-02-23 2008-06-25 Lange International S.A. Chaussure de sport avec une paroi comprenant deux couches distinctes bi-injectées
US8545743B2 (en) * 2009-05-15 2013-10-01 Nike, Inc. Method of manufacturing an article of footwear with multiple hardnesses
IT201700017793A1 (it) * 2017-02-17 2018-08-17 Stemma S R L Metodo per la produzione di calzature in plastica

Also Published As

Publication number Publication date
DE2943692A1 (de) 1981-05-27
IT8025639A0 (it) 1980-10-29
IT1134091B (it) 1986-07-24
FR2468323A1 (fr) 1981-05-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3824716A (en) Footwear
US3806974A (en) Process of making footwear
JP4913064B2 (ja) 靴及び靴製造方法
US6464907B2 (en) Method for producing a blow molded plastic outdoor boot shell
US9764521B2 (en) Shoe part shaping insert to be placed in a mold
US4120477A (en) Mold and method for injection molding a sole onto a shoe upper
US20220273071A1 (en) Method and injection molding system for the direct soling of a multilayered shoe sole
WO2003074261A3 (en) Method of moulding soles on shoe uppers, a shoe welt and a mould for carrying out the method
NL8005835A (nl) Vorm voor het maken van een uit meerdere delen bestaand schoeisel uit vervormbaar materiaal, alsook het schoeisel.
GB2048160A (en) Improvements relating to the manufacture of shoes
US3840310A (en) Mold for making shoes with molded bottoms
US3314640A (en) Shoe sole molds
CS207651B2 (en) Method of pouring or injecting two-or multipart moulded pieces as well as the pouring or injection mould for executing the same
US3403423A (en) Direct molding of heels to soled shoe bottoms
USRE30672E (en) Method for forming inserts in shoe soles and the product obtained
US3574895A (en) Footwear sole-injection-molding apparatus
US3499190A (en) Injection molding shoe bottoms
US3510912A (en) Mold assemblies for shoe soles
IT201900005386A1 (it) Metodo per la realizzazione di una suola comprendente almeno due materiali, stampo utilizzato per eseguire tale metodo e suola cosi’ ottenuta
WO2010136855A1 (en) Process for making a shoe
US3146536A (en) Premolded outsoles
US3514814A (en) Sole mold assemblies
GB2139940A (en) Method of moulding a footwear sole
JPH0117683B2 (nl)
CA1174815A (en) Method of producing footwear sole

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed