NL8005489A - METHOD FOR THE MANUFACTURE OF A KNITTED FABRIC AND CIRCULAR KNITTING MACHINE THEREFOR - Google Patents

METHOD FOR THE MANUFACTURE OF A KNITTED FABRIC AND CIRCULAR KNITTING MACHINE THEREFOR Download PDF

Info

Publication number
NL8005489A
NL8005489A NL8005489A NL8005489A NL8005489A NL 8005489 A NL8005489 A NL 8005489A NL 8005489 A NL8005489 A NL 8005489A NL 8005489 A NL8005489 A NL 8005489A NL 8005489 A NL8005489 A NL 8005489A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
hooks
needles
stitches
pair
carrier disc
Prior art date
Application number
NL8005489A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Conti P
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Conti P filed Critical Conti P
Publication of NL8005489A publication Critical patent/NL8005489A/en

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D04BRAIDING; LACE-MAKING; KNITTING; TRIMMINGS; NON-WOVEN FABRICS
    • D04BKNITTING
    • D04B9/00Circular knitting machines with independently-movable needles
    • D04B9/42Circular knitting machines with independently-movable needles specially adapted for producing goods of particular configuration
    • D04B9/46Circular knitting machines with independently-movable needles specially adapted for producing goods of particular configuration stockings, or portions thereof
    • DTEXTILES; PAPER
    • D04BRAIDING; LACE-MAKING; KNITTING; TRIMMINGS; NON-WOVEN FABRICS
    • D04BKNITTING
    • D04B1/00Weft knitting processes for the production of fabrics or articles not dependent on the use of particular machines; Fabrics or articles defined by such processes
    • D04B1/22Weft knitting processes for the production of fabrics or articles not dependent on the use of particular machines; Fabrics or articles defined by such processes specially adapted for knitting goods of particular configuration
    • D04B1/24Weft knitting processes for the production of fabrics or articles not dependent on the use of particular machines; Fabrics or articles defined by such processes specially adapted for knitting goods of particular configuration wearing apparel
    • D04B1/243Weft knitting processes for the production of fabrics or articles not dependent on the use of particular machines; Fabrics or articles defined by such processes specially adapted for knitting goods of particular configuration wearing apparel upper parts of panties; pants
    • DTEXTILES; PAPER
    • D04BRAIDING; LACE-MAKING; KNITTING; TRIMMINGS; NON-WOVEN FABRICS
    • D04BKNITTING
    • D04B15/00Details of, or auxiliary devices incorporated in, weft knitting machines, restricted to machines of this kind
    • D04B15/02Loop-transfer points
    • DTEXTILES; PAPER
    • D04BRAIDING; LACE-MAKING; KNITTING; TRIMMINGS; NON-WOVEN FABRICS
    • D04BKNITTING
    • D04B15/00Details of, or auxiliary devices incorporated in, weft knitting machines, restricted to machines of this kind
    • D04B15/18Dials
    • DTEXTILES; PAPER
    • D04BRAIDING; LACE-MAKING; KNITTING; TRIMMINGS; NON-WOVEN FABRICS
    • D04BKNITTING
    • D04B35/00Details of, or auxiliary devices incorporated in, knitting machines, not otherwise provided for
    • D04B35/34Devices for cutting knitted fabrics

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Knitting Machines (AREA)

Description

4.4.

* ·« V .* · «V.

T Tj/Se/l /ContiT Tj / Se / l / Conti

Werkwijze voor de vervaardiging van een gebreid weefsel en cirkelbreixnachine daarvoor.Method for the manufacture of a knitted fabric and circular knitting machine therefor.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het, op een cirkelbreimachine breien van twee weefsels, die op de machine met elkaar worden verenigd, en meer in het bijzonder op een werkwijze voor het in twee delen breien van 5 een voorwerp, bijvoorbeeld een panty, welke delen door de machine direkt met elkaar worden verbonden. De uitvinding heeft ook betrekking op een cirkelbreimachine voor het uit-voeren van de werkwijze.The invention relates to a method for knitting two fabrics, which are joined together on the machine, on a circular knitting machine, and more particularly to a method for knitting an object in two parts, for example pantyhose, which parts are directly connected by the machine. The invention also relates to a circular knitting machine for carrying out the method.

Volgens de uitvinding wordt een werkwijze verschaft 10 voor de vervaardiging van een gebreid weefsel op een cirkelbreimachine die een naaldencilinder en een draagschijf (welt dial) met haken omvat, door twee buisvormige weefsels te breien, die met elkaar worden verenigd, waarbij de werkwijze omvat het breien van een lichaamdeel van een eerste van de 15 weefsels , waarbij opeenvolgende paren haken van de draagschijf steken van het eerste weefsel aangrijpen nabij en aan tegenover liggende zijden van een langssnijlijn, en nadat de steken door de paren haken zijn aangegrepen·, wordt de draagschijf over een hoek verplaatst ten opzichte van de 20 naalden cilinder over een veelvoud van de onderlinge afstand tussen de naalden; en het breien van het lichaamdeel van een tweede van de weefsels waarbij de door de paren haken aangegrepen steken successievelijk overgebracht worden op de naalden met een geleidelijke hoekverplaatsing van de draagschijf, 25 waardoor de twee buisvormige weefsels met elkaar worden verbonden tijdens de vorming van het lichaamdeel van het tweede weefsel.According to the invention there is provided a method of manufacturing a knitted fabric on a circular knitting machine comprising a needle cylinder and a welt dial by crocheting by knitting two tubular fabrics which are joined together, the method comprising knitting a body portion of a first of the 15 fabrics, in which successive pairs of hooks of the carrier disc engage stitches of the first fabric near and on opposite sides of a longitudinal cutting line, and after the stitches are engaged by the pairs of hooks, the carrier disc displaced at an angle to the needle cylinder over a multiple of the distance between the needles; and knitting the body portion of a second of the fabrics, wherein the stitches engaged by the pairs of hooks are transferred successively to the needles with a gradual angular displacement of the carrier disc, thereby connecting the two tubular fabrics together during the formation of the body portion of the second tissue.

Volgens de uitvinding wordt verder een werkwijze verschaft voor de vervaardiging van een gebreid voorwerp op 30 een cirkelbreimachine die een naaldencilinder en een draagschijf met haken omvat, door twee delen van het voorwerp te breien die met elkaar moeten worden verenigd,waarbij de werkwijze omvat het breien van een lichaamdeel van een eerste -2- L— 'r van de delen waarbij opeenvolgende paren haken van de draag-schijf steken van het eerste paar aangrijpen nabij en aan weerszijden van een langssnijlijn, en nadat de steken door de paren haken zijn aangegrepen, de draagschijf over een hoek 5 wordt verplaatst ten opzichte van de naaldencilihder over een veelvoud van de onderlinge afstand tussen de naalden; en het breien van een lichaaindeel van een tweede van de delen waarbij de door de paren haken aangegrepen steken successievelijk overgebracht worden op de naalden met een geleidelijke hoekver-10 plaatsing van de draagschijf waardoor de twee delen van het voorwerp met elkaar worden verbonden tijdens de vorming van het lichaamdeel van het tweede deel.According to the invention, there is further provided a method of manufacturing a knitted article on a circular knitting machine comprising a needle cylinder and a hooked disc by knitting two parts of the article to be joined together, the method comprising knitting of a body part of a first -2-L of the parts in which successive pairs of hooks of the carrier disc engage stitches of the first pair near and on either side of a longitudinal cutting line, and after the stitches have been engaged by the pairs of hooks, the carrier disc is moved by an angle 5 with respect to the needle cylinder by a multiple of the mutual distance between the needles; and knitting a body part of a second of the parts, the stitches engaged by the pairs of hooks being transferred successively to the needles with a gradual angular displacement of the carrier disc thereby connecting the two parts of the article during formation of the body part of the second part.

Tijdens de vorming van de lichaamdelen van de twee delen, kunnen deze laatste ook direkt langs snijlijnen worden 15 doorgesneden die geflankeerd worden door de, door de paren haken aangegrepen steken.During the formation of the body parts of the two parts, the latter can also be cut directly along cutting lines flanked by the stitches engaged by the pairs of hooks.

De aangrijping van het eerste deel door de opeenvolgende paren haken, en het overbrengen van de steken van de opeenvolgende paren haken naar'het tweede deel , dat gevormd 20 wordt, kan door verscheidene rijen steken van elkaar worden gescheiden, bijvoorbeeld met drie bruggen van drie aanelkaar grenzende rijen, gevolgd door vijf niet-aangegrepen rijen.The engagement of the first part by the successive pairs of hooks, and the transfer of the stitches from the successive pairs of hooks to the second part, which is formed, can be separated by several rows of stitches, for example with three bridges of three adjacent rows, followed by five non-engaged rows.

De verplaatsing van de draagschijf nadat de steken door een paar haken zijn aangegrepen, geschiedt bij-voorbeeld 25 over een afstand gelijk aan tenminste tweemaal de onderlinge afstand tussen de haken, waarbij de haken van elk paar op een afstand van elkaar liggen die een veelvoud is van de onderlinge afstand van de naalden, die verschilt van de verplaatsingsaf-stand.The displacement of the carrier disc after the stitches have been engaged by a pair of hooks, for example, takes place over a distance equal to at least twice the mutual distance between the hooks, the hooks of each pair being spaced by a multiple of the mutual distance of the needles, which differs from the displacement distance.

30 Verder wordt volgens de huidige uitvinding een cir- kelbreimachine verschaft, die een naaldencilinder met naalden omvat, een draaischijf met haken, middelen voor het veroorzaken van een intermitterende hoekverplaatsing van de draagschijf ten opzichte van de naaldencilinder, waarbij de hoekver-35 plaatsing een veelvoud is van de onderlinge afstand tussen naast elkaar liggende haken, middelen voor het tussen opeenvolgende hoekverplaatsingen van de schijf veroorzaken van de radiale 80 05 48 9 * *' -3- verplaatsing van een paar haken, die tijdelijk tegenover een bepaald paar van die naalden liggen, en middelen voor het besturen van hetpaar naalden, om de samenwerking van dat paar naalden en opeenvolgende paren haken te realiseren om de 5 steken door de naalden aan te laten grijpen, en voor het overbrengen van de steken naar de naalden.Furthermore, according to the present invention there is provided a circular knitting machine, comprising a needle cylinder with needles, a turntable with hooks, means for causing an intermittent angular displacement of the carrier disc with respect to the needle cylinder, the angular displacement being a multiple of the spacing between adjacent hooks, means for causing radial displacement of a pair of hooks temporarily opposite a given pair of those needles between successive disc angular displacements of the disc and means for controlling the pair of needles, for realizing the cooperation of that pair of needles and successive pairs of hooks for the 5 stitches to engage the needles, and for transferring the stitches to the needles.

In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt een eerste roteerbaar stelsel dat een schijfvormige ondersteuning omvat in werking gesteld door een overbrenging voor een synchrone · 10 en coaxiale rotatie met de naaldencilinder en onafhankelijk van een tweede roteerbare stelsel, dat de draagschijf omvat.In a preferred embodiment, a first rotatable system comprising a disc-shaped support is actuated by a synchronous and coaxial rotation gear with the needle barrel and independently of a second rotatable system comprising the carrier disc.

Het tweede stelsel wordt door het eerste stelsel geaktiveerd via een eindloos schroefsysteem of dergelijke, met een intermitterende beweging door een cyclische aangrijping van een 15 stijf met de eindloze schroef met vaste vertanding verbonden tandwiel, of in opeenvolging met ëén van twee stellen vaste tanden, die naar keuze of gelijktijdig uitgeschakeld kunnen worden. De schijfvormige ondersteuning draagt regelbare drukmiddelen met nokprofielen die na intervallen van een gewenst 20 aantal rijen op de twee haken inwerken, die zich tijdelijk tegenover het paar naalden bevindt, tijdens de aangrijping of het overbrengen van de steken op het deel van de paar haken, die elk ook twee of meer steken kunnen dragen.'The second system is activated by the first system via an endless screw system or the like, with an intermittent movement by a cyclic engagement of a gear connected rigidly to the endless screw with fixed teeth, or in succession with one of two sets of fixed teeth, which optionally or can be switched off simultaneously. The disc-shaped support carries adjustable cam means pressure means acting on the two hooks at intervals of a desired number of rows, which is temporarily opposite the pair of needles, during engagement or transfer of the stitches to the part of the pair of hooks each can also carry two or more stitches. "

De twee naalden van het paar met opeenvolgende pa™ 25 ren. haken samenwerkende paar naalden en de opeenvolgende hoekverplaatsingen van de draagschijf worden zodanig gekozen, dat de samenwerking wordt verzekerd met één van de naalden van het paar haken van een stel haken dat tussen die van een ander verschillend stel zijn geplaatst, en welke samenwerken 30 met de andere naald van het paar. De twee met opeenvolgende haken samenwerkende naalden kunnen van elkaar zijn gescheiden door de aanwezigheid van een aantal naalden die twee randen van steken kunnen vormen welke bestand zijn tegen losraken, tussen de snijlijn en de door het paar naalden gevormde rij 35 steken. Een snij-inrichting - zoals een naald met een mes dat werkt bij het omhoog bewegen van de naald, en een heet systeem - is aangebracht om het weefsel in langsrichting door te snijden, tijdens de vorming van de betreffende gedeel- -4- U-- ten van het lichaam.The two needles of the pair with consecutive pairs. hooks cooperating pair of needles and the successive angular displacements of the carrier disc are chosen such that cooperation is ensured with one of the needles of the pair of hooks of a set of hooks placed between those of another different set and cooperating with the other needle of the pair. The two consecutive hooks needles can be separated from each other by the presence of a number of needles which can form two edges of stitches resistant to loosening, between the cutting line and the row of stitches formed by the pair of needles. A cutting device - such as a needle with a blade that acts when the needle is raised, and a hot system - is provided to cut the fabric longitudinally, during the formation of the respective portion. - of the body.

Hierna zal als voorbeeld een uitvoeringsvorm van de uitvinding worden beschreven aan de hand van de bijgevoegde schematische tekeningen.An embodiment of the invention will now be described by way of example with reference to the accompanying schematic drawings.

5. Figuur 1 is een langsdoorsnede van een cirkelbrei- machine volgens de uitvinding.5. Figure 1 is a longitudinal section of a circular knitting machine according to the invention.

Figuur 2 is een doorsnede volgens de lijn II-II in fig.1.Figure 2 is a section on the line II-II in Figure 1.

Figuur 3 en 4 tonen afzonderlijk aanzichten van een 10 schijfvormige ondersteuning.Figures 3 and 4 separately show views of a disc-shaped support.

Figuur 5 toont een vergroot detail in doorsnede volgens de lijn V-V in fig.3.Figure 5 shows an enlarged sectional detail taken on the line V-V in Figure 3.

Figuur 6 toont in perspektief een stuurschijf voor de haken van een draagschijf.Figure 6 shows in perspective a control disc for the hooks of a carrier disc.

15 Figuur 7A -7M tonen verschillende fasen in de samen werking tussen de naalden en haken voor het overbrengen van steken.Figures 7A-7M show different stages in the interaction between the needles and hooks for transferring stitches.

Figuur 8A-8E tonen in een schematisch axiaal aanzicht verschillende fasen van het vasthouden en overbrengen 2 0 van big de haken horende steken.Figures 8A-8E show in a schematic axial view different phases of holding and transferring piglet hooks.

Figuur 9 is een doorsnede volgens de lijn IX-IX in fig.1.Figure 9 is a section on line IX-IX in Figure 1.

Figuur 10A-10H en 11A-11H tonen schematisch een kledingstuk in verschillende perspektivische aanzichten tij-25 dens verschillende fasen van de vervaardiging daarvan, op de inrichting en verwijderd van de inrichting.Figures 10A-10H and 11A-11H schematically show a garment in different perspective views during different stages of its manufacture, on the device and away from the device.

Figuur 12 toont in perspektief het kledingstuk tijdens de vervaardiging.Figure 12 shows in perspective the garment during manufacture.

Figuur 13 is een doorsnede volgens lijn XIII-XIIXFigure 13 is a section on line XIII-XIIX

30 in fig.12.30 in fig. 12.

Figuur 14A-14D zijn bovenaanzichten, die de successievelijke aangrijping van gedeelten van het weefsel door de haken tonenFigures 14A-14D are plan views showing the successive engagement of portions of the fabric through the hooks

Figuur 15 toont in dwarsdoorsnede een detail van de 35 naaldencilinder en de draagschijf tijdens het doorsnijden van het weefsel.Figure 15 shows in cross-section a detail of the needle cylinder and the carrier disc while cutting the fabric.

Figuur 16, 17 en 18 tonen in perspektivisch aanzicht 8005489 -5- 5--' drie fasen van de vervaardiging van een kledingstuk in een verdere fase van de vervaardiging.Figures 16, 17 and 18 show in perspective view 8005489-5 three stages of the manufacture of a garment in a further stage of manufacture.

Figuur 19 is een met figuur 1 overeenkomende doorsnede, die een gemodificeerde uitvoeringsvorm toont.Figure 19 is a cross-section corresponding to Figure 1, showing a modified embodiment.

5 Figuur 20 is een doorsnede volgens lijn XX-XX in fig.19.Figure 20 is a section on line XX-XX in Figure 19.

Zoals in de bijgevoegde tekeningen wordt weergegeven, wordt de machine op de hierna beschreven wijze gemodificeerd om de werking van de inrichting te verkrijgen zoals hierboven 10 is beschreven. In fig.l en 2 wordt met 51 de naaldencilinder aangegeven, die een uitwendige ringvormige ondersteuning 53 omvat, waarop zinkers 55 (sinkers) radiaal verschuifbaar zijn gemonteerd, terwijl deze zinkers samenwerken met naalden 57.As shown in the accompanying drawings, the machine is modified in the manner described below to obtain the operation of the device as described above. In Figs. 1 and 2, 51 denotes the needle cylinder, which includes an outer annular support 53, on which sinkers 55 (sinkers) are mounted radially displaceable, while these sinkers cooperate with needles 57.

Met 59 is een draagschijf aangegeven, die radiale sleuven 15 heeft, waarin eindhaken 61 kunnen verschuiven. De draagschijf is direkt boven het boveneinde van de naaldencilinder geplaatst en coaxiaal daarmee, terwijl hieronder een vaste (en mogelijk verwijderbare) constructie 63 is aangebracht, die middelen draagt voor het bedienen van de draagschijf en nokkenmiddelen 20 voor de besturing van de haken. Zoals bekend is, roteert de draagschijf 59 normaal met dezelfde snelheid als de naaldencilinder, en dragen de haken steken tijdens specifieke werk-. fasen in het bijzonder voor het maken van een zogenaamde ’’gekeerde naad" of "dubbele rand" (turned welt of double edge"). 25 deze steken kunnen weer teruggebracht worden naar de overeenkomstige naalden.59 denotes a carrier disc which has radial slots 15 into which end hooks 61 can slide. The carrier disc is positioned directly above the top end of the needle barrel and coaxial with it, while below is provided a fixed (and possibly removable) structure 63 carrying means for operating the carrier disc and cam means 20 for controlling the hooks. As is known, the carrier disc 59 normally rotates at the same speed as the needle barrel, and the hooks carry stitches during specific work. phases in particular for making a so-called "turned selt" or "double edge". These stitches can be returned to the corresponding needles.

De werking van. het bovenbeschreven type wordt verduidelijkt in het bijzonder in de figuren 7A tot 7M. Om een steek op een haak 61 aan te grijpen, wordt de haak (die gevormd 30 wordt door twee symmetrische meegevende organen, die een oog vormen) radiaal buitenwaarts verplaatst uit een in fig.7 aangetoonde rustpositie, waar de steken normaal gevormd worden door het omhoog en omlaag bewegen van de naald 57. Wanneer een steek op een haak gebracht moet worden, wordt de naald 35 57X (fig.7E) overeenkomend met die haak, naar beneden bewogen, wordt de haak 61 gedeeltelijk in de richting van de pijl FE in £ig.7B t/m 7E voortbewogen, terwijl de naalden 57Y die naast de betreffende haak liggen omhoog bewogen worden.The operation of. the type described above is illustrated in particular in Figures 7A to 7M. To engage a stitch on a hook 61, the hook (which is formed by two symmetrical yielding members forming an eye) is moved radially outward from a rest position shown in Fig. 7, where the stitches are normally formed by moving the needle 57 up and down. When a stitch is to be placed on a hook, the needle 35 57X (fig. 7E) corresponding to that hook is moved down, the hook 61 is moved partly in the direction of the arrow FE in £ 7B through 7E while the needles 57Y adjacent to the respective hook are raised.

I, ^ .-6-I, ^.-6-

De naalden 57Υ nemen de draad op (fig.7B) en vormen bij het naar beneden bewegen een draadbrug PF die aangegrepen wordt door de gedeeltelijk uitgeschoven haak 61. Deze brug stelt de steek voor, die aangegrepen wordt door de haak, die na 5 het naar beneden bewegen van de naalden 57Y, terugbewogen wordt naar de teruggetrokken stand van fig.7D; de steken worden daarna door de naalden gevormd. Wanneer een brug-steek PF teruggegeven moet worden door een haak aan een naald, en in het bijzonder aan de naald 57X, wordt de haak 10 61 naar buiten bewogen in de richting van de pijl f„ van fig.7F en 7G, totdat deze het door de twee delen van de haak gevormde oog:voor de naald 57X heeft gebracht, terwijl de naald nog in een neergelaten stand wordt gehouden? de naald 57X wordt daarna omhoog bewogen zoals achtereenvol-15 gens getoond wordt door de figuren 7F, 7H, 7L, 7M, tervijl de haak teruggetrokken wordt in de radiaal binnenwaartse richting, zoals aangegeven is door de pijlen van fig.7H, 7L, 7M, waarbij de twee veerkrachtige delen die de haak vormen aan het einde, wijd geopend worden. De steek of steken 20 PF van het brugtype worden dan door de omhoog bewogen naald 57X vastgehouden en van de haak vrijbewogen die radiaal binnenwaarts terugtrekt. Direkt daarna herneemt deze de normale vervaardiging van de steken.The needles 57Υ take up the thread (fig. 7B) and when moving downwards form a thread bridge PF which is engaged by the partially extended hook 61. This bridge represents the stitch which is engaged by the hook, which after 5 moving the needles 57Y downward, being moved back to the retracted position of FIG. 7D; the stitches are then formed by the needles. When a bridge stitch PF is to be returned by a hook on a needle, and in particular on the needle 57X, the hook 10 61 is moved outward in the direction of the arrow f f of Figures 7F and 7G until it the eye formed by the two parts of the hook: brought before the needle 57X, while still holding the needle in a lowered position? the needle 57X is then moved upward as shown consecutively by Figures 7F, 7H, 7L, 7M, while the hook is retracted in the radially inward direction, as indicated by the arrows of Figures 7H, 7L, 7M , the two resilient parts forming the hook at the end being opened wide. The bridge type stitch or stitches 20 PF are then held by the raised needle 57X and released from the hook which retracts radially inwardly. Immediately afterwards, it resumes the normal production of the stitches.

Dit systeem voor het vormen van de brugsteken op de 25 haken, en van het overbrengen van de steken van de haken naar de naalden wordt volgens de voorkeursuitvoeingsvorm van de uitvinding gebruikt door de schijf op een bepaalde manier te laten werken om deze ten opzichte van de cilinder te verplaatsen, terwijl de schijf traditioneel nauwkeurig syn-30 chroon met de cilinder moet roteren.This system of forming the bridge stitches on the hooks, and of transferring the stitches from the hooks to the needles, is used according to the preferred embodiment of the invention by operating the disc in a certain manner to make it relative to the cylinder, while the disc traditionally has to rotate precisely synchronously with the cylinder.

Het is noodzakelijk om telkens met een ander paar haken te werken, waarbij telkens het paar haken door een ander paar haken wordt vervangen, en elk paar haken samenwerkt met dezelfde twee naalden. De haken van elk paar die 35 samenwerken met de naalden worden telkens vervangen door een voorwaartse of terugwaartse verplaatsing van de schijf ten opzichte van de cilinder.It is necessary to work with a different pair of hooks each time, with each pair of hooks being replaced by a different pair of hooks, and each pair of hooks interacting with the same two needles. The hooks of each pair cooperating with the needles are each replaced by forward or backward displacement of the disc relative to the cylinder.

Om de periodieke verplaatsing van de schijf 59 ten 8005419 * «.To periodically move the disk 59 to 8005419 * «.

-7- opzichte van de cilinder 51 te bereiken, is de werking als volgt: Op de vaste constructie 65 is een as 67 aangebracht, van '.een overbrenging, die kinematisch verbonden is met de naaldencilinder en een beweging op de draaischijf over kan 5 brengen, die synchroon is met die van de cilinder. Deze as 67 bedient, via een schuin tandwiel 69 een schuin tandwiel 71 dat coaxiaal is met de naaldencilinder en vrij draaibaar op een as 73 is gemonteerd die stijf verbonden is met de plaat 59 en op de constructie 63,65 is gemonteerd. Om 10 de as 73 is een buisvormige as 75 gemonteerd, die aan de bovenzijde met het tandwiel 71 is gekoppeld. De buisvormige as 75 is aan de onderzijde (zie ook fig.3 t/m 6) stijf verbonden met de schijfvormige ondersteuning 77 die aangebracht is tussen de draagschijf 59 en de constructie 63.The action is as follows with respect to the cylinder 51: On the fixed construction 65 there is mounted a shaft 67, of a transmission, which is kinematically connected to the needle cylinder and can move on the turntable. synchronous with that of the cylinder. This shaft 67 operates, via an bevel gear 69, an bevel gear 71 which is coaxial with the needle barrel and is mounted rotatably on a shaft 73 rigidly connected to the plate 59 and mounted on the structure 63.65. A tubular shaft 75 is mounted around the shaft 73 and is coupled to the gear wheel 71 at the top. The tubular shaft 75 is rigidly connected at the bottom (see also Figs. 3 to 6) to the disc-shaped support 77 which is arranged between the carrier disc 59 and the construction 63.

15 Deze ondersteuning roteert daardoor nauwkeurig synchroon met de naaldencilinder. Deze ondersteuning heeft twee radiale geleidingen 79A, 79B, die nauwkeurig en onveranderlijk korresponderen met een paar naalden 57A en 57B, op een afstand van elkaar. In de radiale geleidingen 79A,79B zijn 20 twee drukmiddelen opgenomen, elk in de vorm van een schuif 81 voorzien van een omhoog uitstekende hiel 83. De twee schuiven 81 kunnen elk tegen een paar haken 61 aan duwen wanneer deze onder de schuif worden gebracht. De schuif 81 wordt gebruikt om de haak radiaal buitenwaarts te duwen, .25 waarbij de schuiven geaktiveerd worden door een nok die hierna zal worden beschreven en op de betreffende hielen 83 werkt. Elke doos dehscïra±f?81 naar buiten bewogen haak wordt radiaal binnenwaarts terugbewogen door nog te beschrijven nokmiddelen, die direkt op de hielvan de haak werken om 30 de schuif 81 ook radiaal binnenwaarts terug te laten bewegen of de schuif 81 wordt van tevoren binnenwaarts terugbewogen tengevolge van de werking van de nokmiddelen op de hiel 83.As a result, this support rotates precisely synchronously with the needle cylinder. This support has two radial guides 79A, 79B, which correspond accurately and invariably with a pair of needles 57A and 57B spaced apart. In the radial guides 79A, 79B two pressure means are included, each in the form of a slide 81 provided with an upwardly projecting heel 83. The two slides 81 can each push against a pair of hooks 61 when they are placed under the slide. The slide 81 is used to push the hook radially outward, 25 the slides being activated by a cam which will be described below and acts on the respective heels 83. Each box of the hook ± outwardly moved hook is retracted radially inwardly by cam means to be described which act directly on the heel of the hook to also cause the slider 81 to retract radially inwardly or the slider 81 is retracted inwardly in advance due to the action of the cam means on the heel 83.

Voor het bedienen van de twee schuiven 81 en de daarmee op êên lijn liggende haken, zijn banen en nokken aangebracht 35 zoals in het bijzonder in de axiale doorsnede van fig.9 wordt getoond. Een nok 85 kan door middel van een kolom 86 worden bewogen, die evenwijdig aan de hartlijn van de naaldencilinder verloopt en op de constructie 63 is gemonteerd, 80 05 48 9 -8- ora in een werkzame stand van de hie1^83 bewogen te worden en terug. Een vlindervormige, of hoekvormige nok 87, die ook op de constructie 63 is gemonteerd, kan een positie 87A aannemen op het moment van het overbrengen van de steekbrug-5 gen op de haak en een positie 87B voor de overdracht, d.w.z, voor het afgeven van de steekbruggen van de haak aan de naalden; deze nok 87 werkt op de hielen van de haken die uitsteken.To operate the two sliders 81 and the hooks aligned therewith, tracks and cams are provided, as shown in particular in the axial section of Figure 9. A cam 85 can be moved by means of a column 86, which runs parallel to the axis of the needle cylinder and is mounted on the construction 63, 80 05 48 9 -8- ora in an active position of the heel 83 and back. A butterfly, or angular, cam 87, which is also mounted on structure 63, can assume a position 87A at the time of transferring the plug-in bridges to the hook and a position 87B for transfer, ie, for delivery of the plug bridges from the hook to the needles; this cam 87 acts on the heels of the hooks that protrude.

Met de bovengenoemde nokken is verder een spoor ge-10 combineerd met een inwendige zijde 89A,89B en 89C, die op de hielen van de haken kan werken, en een inwendig uitsteeksel 91 is aanwezig, dat telkens de terugkeerbeweging van de schuiven 81 kan veroorzaken door in een radiaal binnenwaartse richting op de hielen 83 in te werken, vooruitlopend op de 15 nok 87. Door het uitsteken van de haken werkt de nok 85 op de schuiven. Langs het gedeelte 89C is het mogelijk om de overdracht van de steken op de naalden te veroorzaken (fig.7F,7G). Voor het naar binnen terugbewegen van de (door de schuiven 81 naar buiten geduwde ) haken is een voorzie-20 ning getroffen voor het gedeelte 89C, dat de haken in de laadstand ondersteunt, hetgeen plaatsvindt langs het gedeelte 89A(fig.7B,7C). In het gedeelte van gedeelte 89A tot gedeelte 89B, wordt een gedeeltelijk teruggetrokken positie bereikt. (fig.7D) waarin de haak de brugsteken vasthoudt voor-25 dat deze terugkeren naar de naalden. Na het terugbewegen, hetgeen plaatsvindt op gedeelte 89C, wordt de nok 87 gedwongen in de stand 87B te bewegen, om de beweging van de haken.terug naar de ruststand te verzorgen.Furthermore, with the above-mentioned cams, a track is combined with an inner side 89A, 89B and 89C, which can act on the heels of the hooks, and an internal projection 91 is provided, which can cause the return movement of the slides 81 each time. by acting on the heels 83 in a radially inward direction, in advance of the cam 87. By protruding the hooks, the cam 85 acts on the slides. Along the section 89C it is possible to cause the transfer of the stitches to the needles (Fig. 7F, 7G). For retracting the hooks (pushed outwards by the sliders 81), provision is made for the section 89C, which supports the hooks in the loading position, which takes place along the section 89A (fig. 7B, 7C) . In the portion from section 89A to section 89B, a partially retracted position is achieved. (Fig. 7D) in which the hook holds the bridge stitches before they return to the needles. After moving back, which takes place on section 89C, the cam 87 is forced to move into position 87B to provide movement of the hooks back to the rest position.

De as 73 in de as 75 is stijf met de plaat 59 ver-30 . bonden en ook met een. schroefwiel of wormwiel 93 (zie fig.The shaft 73 in the shaft 75 is rigid with the plate 59 offset. and also with a. screw wheel or worm wheel 93 (see fig.

1 en 2) dat in aangrijping is met een schroefdraad of worm 95 die gevormd is op een kleine as 97 welke in een vlak ligt loodrecht op de gemeenschappelijke geometrische, hartlijn van de naaldencilinder, de as 73, en de as 75. De as 97 35 is op een orgaan 99 gemonteerd dat door middel van schroeven 101 in aangrijping is met een tussenliggend orgaan 103 dat door middel van schroeven 105 met het tandwiel 71 is gekoppeld.1 and 2) which is engaged with a screw thread or worm 95 formed on a minor axis 97 which is in a plane perpendicular to the common geometric axis of the needle barrel, the axis 73, and the axis 75. The axis 97 35 is mounted on a member 99 which is engaged by screws 101 to an intermediate member 103 which is coupled to gear 71 by screws 105.

80 05 48 9 “9- * » ι—»·'80 05 48 9 “9- *» ι— »· '

Uit de bovenstaande beschrijving volgt, dat twee stelsels coaxiaal met de naalden cilinder roteren. Synchroon met de cilinder roteert een eerste stelsel, dat gevormd wordt door de ondersteuning 67, de buisvormige as 75, het 5 tandwiel 71 en de de as 97 ondersteunende organen 103 en 99.From the above description, it follows that two arrays rotate coaxially with the needle cylinder. In synchronism with the cylinder, a first assembly formed by the support 67, the tubular shaft 75, the gear 71 and the members 103 and 99 supporting the shaft rotates.

Door de koppeling welke gevormd wordt door de worm 95 en het wormwiel 93 , wordt de beweging overgebracht op een tweede stelsel, dat gevormd wordt door het wiel 93, de as 73 en de schijf 59. Bij afwezigheid van een hoekbeweging van de as 97 10 komt de rotatie.van hettweede stelsel overeen met die van het eerste stelsel en daardoor van de ondersteuning 77 en van de naaldencilinder 51. Door de as 97 over een hoek te verschuiven, treedt een hoek-voorloop of een -vertraging op voor het tweede stelsel, en daardoor voor de schijf ten op-15 zichte van het eerste stelsel en de naaldencilinder.Due to the coupling formed by the worm 95 and the worm wheel 93, the movement is transferred to a second system, which is formed by the wheel 93, the shaft 73 and the disc 59. In the absence of an angular movement of the shaft 97 the rotation of the second system corresponds to that of the first system and thereby of the support 77 and of the needle cylinder 51. By shifting the shaft 97 through an angle, an angular lead or a deceleration occurs for the second system , and therefore for the disc relative to the first assembly and the needle barrel.

Om de mogelijkheid van de synchrone rotatie te bereiken en van een intermitterende voorloop en intermitterende vertraging van het tweede stelsel ten opzichte van het eerste stelsel, en de naaldencilinder, kan de as 97 via een 20 overbrenging 109 gekoppeld worden met een schuin tandwiel 111 dat aangebracht is volgens een hartlijn loodrecht op die van de twee stelsels en de cilinder. Bij de werking van de inrichting beschrijft het schuine tandwiel 111 een cirkelvormige ruimtelijke baan om de hartlijn van de naaldencilin-25 der en die van de twee stelsels (zie in het bijzonder fig.2).In order to achieve the possibility of the synchronous rotation and of an intermittent lead and intermittent deceleration of the second system with respect to the first system, and the needle cylinder, the shaft 97 can be coupled via a transmission 109 to an bevel gear 111 which is arranged is perpendicular to that of the two galaxies and the cylinder along a center line. In the operation of the device, the bevel gear 111 describes a circular spatial path around the axis of the needle cylinder and that of the two systems (see in particular Figure 2).

Langs het stelsel 97,95,93,111, is een schuif 113 aangebracht, die vertikaal kan bewegen op een door een op een constructie 65 bevestigde constructie 115 gevormde geleiding. De. schuif 113 kan bijvoorbeeld naar beneden bewogen 30 worden.door veerbelaste middelen 117 of omhoog bewogen worden door middel van een bewegingsorgaan om een tussenstand te bereiken en een geheel omhoog bewogen stand. De schuif 113 heeft twee steunarmen die naar de cirkelvormige baan van het schuine tandwiel 111 toegekeerd zijn, waarbij deze 35 armen bovenste en onderste tandsegmenten 119 en 121 ondersteunen. In de onderste stand van de schuif 113 (zoals getoond in de tekening), kan het bovenste tandsegment 119 dat naar beneden is gekeerd in aangrijping komen met het schuine a η n r 4 a 9 -10- L·— - tandwiel 111 tijdens de beweging van.deze laatste tussen de twee armen van. de schuif 113. Op deze wijze wordt een beperkte hoekverplaatsing bereikt van het tandwiel 111 en daardoor van de as 97 en wordt dus een faseverschil, -b.v.Along the system 97,95,93,111, a slide 113 is arranged which can move vertically on a guide formed by a construction 115 fixed on a construction 65. The. for example, slide 113 can be moved downwardly by spring-loaded means 117 or moved upwardly by means of a movement member to achieve an intermediate position and a fully raised position. The slider 113 has two support arms that face the circular path of the bevel gear 111, these arms supporting upper and lower tooth segments 119 and 121. In the lower position of the slider 113 (as shown in the drawing), the upper tooth segment 119 facing downward can engage the bevel a η nr 4 a 9 -10-L · - - gear 111 during movement of.the latter between the two arms of. the slider 113. In this way, a limited angular displacement of the gear wheel 111 and thereby of the shaft 97 is achieved and thus a phase difference, e.g.

5 een voorloop van het tweede stelsel 93,73,59 ten opzichte van de cilinder en de ondersteuning 77 bereikt. In een tussenstand van de schuif 113 beweegt het schuine tandwiel 111 tussen de armen van de schuif 113, zonder één van de getande segmenten 119 of 121 aan te grijpen, en dus roteren · 10 de twee stelsels synchroon. Bij een daaropvolgende beweging omhoog van de schuif 113 wordt het onderste tandsegment 121 in aangrijping gebracht met het schuine tandwiel 111, en dus wordt een beperkte hoekverplaatsing bereikt van het tandwiel lil en daardoor van de as 97 en treedt een fasewij-15 ziging op die tegengesteld is aan de voorgaande - b.v. een vertraging - van het tweede stelsel. 93,73,59 van de haken ten opzichte van de cilinder en de ondersteuning 77.5 reaches a lead of the second system 93,73,59 relative to the cylinder and the support 77. In an intermediate position of the slider 113, the bevel gear 111 moves between the arms of the slider 113, without engaging any of the toothed segments 119 or 121, and thus the two systems rotate synchronously. With a subsequent upward movement of the slider 113, the lower tooth segment 121 engages the bevel gear 111, thus achieving a limited angular displacement of the gear lil and thereby of the shaft 97, and a phase change opposite to that occurs is to the previous one - e.g. a delay - of the second system. 93.73.59 of the hooks relative to the cylinder and support 77.

Om de verplaatsingen van de schuif 113 te regelen, kan een verschuifbare schoen 114 worden toegepast met een profiel 20 met drie niveaus, waarmee een roltaster 110A van de schuif 113 samenwerkt:.To control the displacements of the slider 113, a slidable shoe 114 having a three-level profile 20 with which a roller probe 110A of the slider 113 cooperates can be used.

Elk van de relatieve verplaatsingen, d.w.z. een voorloop of een vertraging, van de schijf 59 ten opzichte van de naaldencilinder 51 en de ondersteuning 77 heeft een 25 grootte, die gelijk is aan een geheel veelvoud van de onderlinge afstand tussen de naalden 57, in het bijzonder met het dubbele van de afstand tussen twee haken. Hieruit volgt, dat na een voorloop en een vertraging ter grootte van een eenheid van de draagschijf van de naalden, de haken weer op een 30 regelmatige wijze voor de naalden liggen, en met de gewenste verplaatsing. Daardoor worden voor de naalden 57A en 57B (overeenkomend met de geleidingen 79A,79B van de ondersteuning 77) opeenvolgende paren haken na elke voorloop verplaatst, en deze paren haken, kunnen achtereenvolgens maar 35 tegengesteld terugkeren voor de naalden 57A, 57B na elke vertraging (en omgekeerd).Each of the relative displacements, ie, a lead or deceleration, of the disc 59 relative to the needle barrel 51 and the support 77 has a magnitude equal to an integer multiple of the spacing between the needles 57 in the especially with double the distance between two hooks. From this it follows that after a lead and a delay the size of a unit of the needles carrier, the hooks again lie regularly in front of the needles, and with the desired displacement. Therefore, for the needles 57A and 57B (corresponding to the guides 79A, 79B of the support 77), successive pairs of hooks are moved after each lead, and these pairs of hooks can successively return only 35 for the needles 57A, 57B after each delay ( and vice-versa).

De bovenbeschreven constructie, aangevuld met middelen voor het besturen van de verschillende organen op basis 80 0 5 48 9 -ll- van een specifiek programma (welke middelen van elk conventioneel ontwerp kunnen zijn), maakt het mogelijk om een proces te bereiken voor de opeenvolgende vorming van twee buisvormige kledingstukken en voor het koppelen van één kleding-5 stuk met het andere tijdens de vorming van het tweede kledingstuk, en ook langs langsrijen steken, die successievelijk op het tweede kledingstuk worden gevormd. Alhoewel dit proces gebruikt kan worden om veel soorten kledingstukken te verkrijgen waarin het noodzakelijk is - tijdens de vorming 10 van een tweede stuk - om dit met een eerder gevormd kledingstuk of met een eerder gevormd deel van hetzelfde kledingstuk te koppelen, is een bijzonder interessante toepassing van het betreffende proces het koppelen van twee buisvormige delen van een panty langs de kruislijn tijdens de vorming 15 van het tweede stuk in het lichaamdeel.The above-described construction, supplemented with means for controlling the different organs based on 80 0 5 48 9 -ll- of a specific program (which may be means of any conventional design), allows to achieve a process for the successive formation of two tubular garments and for coupling one garment to the other during the formation of the second garment, and also along longitudinal rows which are successively formed on the second garment. Although this process can be used to obtain many types of garments in which it is necessary - during the formation of a second piece - to pair it with a previously formed garment or with a previously formed part of the same garment, it is a particularly interesting application of the process in question coupling two tubular parts of pantyhose along the cross line during the formation of the second piece in the body part.

Om dit te bereiken (zie in het bijzonder de figuren 1.0A - 10H, 11A-11H en 12) , is de werkwijze als volgt. Op de eerste plaats is de vorming van het eerste buisvormige deel, d.w.z. van het eerste been 201 (fig.lOA, 11A) zo ver voort-20 geschreden, als een lijn R. welke de rij steken aangeeft aan het laagste punt van het kruis. Op dit punt wordt een gebied 203 gevormd, dat het lichaamgebied is en tegelijkertijd wordt een rij steken gevormd, waarvan de doorsnede in langs-richting van het deel geschiedt vanaf een punt O van de 25 lijn R. Wanneer men het stuk zich voorstelt als uitgerekt, verloopt het werk zoals getoond in de figuren 11A-11D, waarbij het weefsel van het lichaamdeel 203 voorzien wordt van een langssnede T, die normaal aanwezig is voor het vormen van de kruislijn. Een dergelijke lijn wordt bepaald door 30 het koppelen van de randen of de langslippen L tussen de punten O-A en O-B van de snede T van het eerste weefsel 201, 203 met de overeenkomstige langsranden van de snede in het tweede buisvormige deel.To achieve this (see in particular Figures 1.0A - 10H, 11A - 11H and 12), the method is as follows. First, the formation of the first tubular portion, ie, of the first leg 201 (FIG. 10A, 11A) is advanced as far as a line R. indicating the row of stitches at the lowest point of the cross . At this point, an area 203, which is the body area, is formed, and at the same time, a row of stitches is formed, the longitudinal section of the portion of which is made from a point O of the line R. When the piece is imagined as stretched , the work proceeds as shown in Figs. 11A-11D, wherein the fabric of the body portion 203 is provided with a longitudinal cut T normally present to form the cross line. Such a line is determined by coupling the edges or the longitudinal lips L between the points O-A and O-B of the cut T of the first fabric 201, 203 with the corresponding longitudinal edges of the cut in the second tubular part.

De langssnede en in het bijzonder de koppeling ge-35 schiedt normaal na het vormen van de twee buisvormige delen en daardoor onafhankelijk van de cirkelbreimachine, en in het algemeen met een grote hoeveelheid handwerk. Met de bovenbeschreven inrichting geschiedt dit met dezelfde machina- 80 0 5 48 9 -12- L—* ~ nale bewerking als waarmee het lichaamdeel 203 van het eerste buisvormige deel wordt gevormd, en tijdens de vorming van een lichaamgebied 303 van het tweede buisvormige deel dat direkt na het eerste deel wordt gevormd.The longitudinal cut, and in particular the coupling, is normally made after the molding of the two tubular parts and therefore independently of the circular knitting machine, and generally with a large amount of manual work. With the above-described device, this is done with the same machining operation as with which the body part 203 of the first tubular part is formed, and during the formation of a body region 303 of the second tubular part. which is formed immediately after the first part.

5 De figuren 10E-10H en 11E-11H tonen de werkwijze voor het vormen van het tweede buisvormige deel en van de geleidelijke samenvoeging van deze laatste- tijdens de vorming daarvan - met het eerste, buisvormige deel. De lijn C stelt'de verbindingslijn voor tussen de twee buisvormige 10 delen en daardoor strekt de kruislijn zich uit tussen de li-chaamgebieden 203 en 303. Daarna wordt een gedeelte 301 van het tweede buisvormige deel gemaakt; dit gedeelte vormt het tweede been, dat symmetrisch is met het eerste been 201.Figures 10E-10H and 11E-11H show the method of forming the second tubular part and of the gradual joining of the latter - during its formation - with the first tubular part. Line C represents the connecting line between the two tubular sections and thereby the cross line extends between the body regions 203 and 303. Thereafter, a section 301 of the second tubular section is made; this portion forms the second leg, which is symmetrical with the first leg 201.

El en E2 hebben betrekking op de uiteindelijk definitieve-15 randen van het eerste buisvormige deel en het begin van het tweede buisvormige deel 303, 301, waarbij de twee randen met de koppeling de taillelijn bepalen.E1 and E2 refer to the final final edges of the first tubular portion and the beginning of the second tubular portion 303, 301, the two edges with the coupling defining the waistline.

Om de langssnede T van het eerste buisvormige deel te verkrijgen, en dienovereenkomstig die van het tweede 20 buisvormige deel, kan gebruik gemaakt worden van elke gewenste snij-inrichting die men laat werken op het geschikte tijdstip, gedurende de vorming van het lichaamgebied 203 en dan vanaf het begin van de vorming van het lichaamgebied 303 totdat een punt is bereikt dat overeenkomt met punt O.To obtain the longitudinal cut T of the first tubular part, and accordingly that of the second tubular part, any desired cutting device that is operated at the appropriate time may be used during the formation of the body region 203 and then from the beginning of body region formation 303 until a point corresponding to point O is reached.

25 Een eenvoudige snij-inrichting kan gevormd worden door-een speciale naald 57T (zie fig.l5),die een uitsteeksel heeft met een snijrand 157T. Op de voor normaal bedrijf omhoog gedrukte naald 57T , blijft de snijrand 157T onder het vlak waarin de steken worden gevormd, en daardoor 30 blijft deze snijrand inaktief. Wanneer, aan de andere kant, de naald 57T over een grotere afstand omhoog gedrukt wordt dan voor normaal bedrijf nodig is, bereikt de snijrand 157T het vlak waarin de steken worden gevormd en beweegt hier bovenuit, waardoor de draadlus wordt doorgesneden, die de 35 naald 57T omgeeft. Door deze beweging omhoog tijdens het vormen van de lichaamgebieden 203 en 303 te herhalen, worden de vereiste sneden gevormd.A simple cutting device can be formed by a special needle 57T (see Fig. 15), which has a projection with a cutting edge 157T. On the needle 57T pushed up for normal operation, the cutting edge 157T remains below the plane in which the stitches are formed, and therefore this cutting edge remains inactive. On the other hand, when the needle 57T is pushed up a greater distance than is necessary for normal operation, the cutting edge 157T reaches the plane in which the stitches are formed and moves above it, cutting the thread loop, which will 57T surrounds. By repeating this movement upward during the shaping of the body regions 203 and 303, the required cuts are formed.

De positie van de sneden (en in het bijzonder van de 80 05 48 9 -13- u—· - naald 57T, wanneer dit laatste systeem wordt toegepast) ligt tussen de naalden 57A en 57B die op de schuiven 81 liggen welke de paren haken naar buiten kunnen drukken, op de reeds eerder beschreven wijze, om de betreffende pro-5 cedure uit te voeren. Tussen de naald 57T (of meer in het bijzonder tussen de snijplaatsen) en de naalden 57A en 57B, bevindt zich een voldoende aantal naalden om te voorkomen, dat steken van de snijlijn die debetreffende rijen steken welke gevormd worden door de naald 57A en de naald 57B be-10 reiken, rafelen, waarbij deze twee rijen steken op gelijke afstand liggen van de betreffende snijrand.The position of the cuts (and in particular of the 80 05 48 9 -13- u - needle 57T, when the latter system is used) is between the needles 57A and 57B lying on the slides 81 hooking the pairs to push outward, as previously described, to perform the respective procedure. Between the needle 57T (or more particularly, between the cutting sites) and the needles 57A and 57B, there is a sufficient number of needles to prevent cutting line stitches from sticking to the corresponding rows formed by the needle 57A and the needle 57B achieve 10 fraying, these two rows of stitching being equidistant from the respective cutting edge.

De werking van het verbinden van de randen of lippen L van de langssnede T met de betreffende randen of lippen van het tweede buisvormige deel geschiedt op de volgende wij-15 ze: tijdens de vorming van het lichaamdeel 203 aan de voorzijde R, terwijl de snede T wordt gevormd, vindt de aan-grijping op de schijt met brugsteken ook plaats op een onderlinge afstand langs de door de naalden 57A en 57B gevormde rijen steken, d.w.z. langs de lippen L, op een • 20 beperkte afstand van deze. Ter verduidelijking, de aangrij ping van de brugsteken geschiedt tegenover de rijen punten, die grenzen aan de lippen L, d.w.z. de randen O-A en O-B van de snede T (fig.llC en 11D). Om dit te doen, wordt di-rekt na het front R een eerste paar haken tegenover de naal-25 den 57Α:βι 57B vooruitgeschoven door de werking van de schuiven 81. Elke haak van dit paar wordt voorzien van een brug-steek in het aangrenzende weefsel, op de rand 0-A resp. O-B, die wordt gevormd (zie fig.llB). Direkt daarna worden de . haken, die de eerste brugsteek hebben opgenomen radiaal bin-30 nenwaarts teruggetrokken. Deze werking wordt getoond in fig,14A, uitgevoerd door het paar haken 1 en 6. Na het terugtrekken van dit eerste paar haken 1 en 6 , wordt de schijf over een hoek verplaatst ten opzichte van de naaldencilinder, waarbij de cilinder en de schijf verder roteren. De hoek-35 verplaatsing komt overeen met tweemaal de afstand tussen naast elkaar liggende haken en daardoor overeen met viermaal de tussen afstand tussen naast elkaar liggende naalden. Hier- 80 05 48 9 -3.4“ t—-' uit volgt, dat voor de naalden 57A en 57B, dan de haken 3 en 8 komen te liggen. Deze haken worden radiaal buitenwaarts bewogen, zodat deze elk een of meer door de naalden 57X en 57Y -gevormde brugsteken opnemen na de vorming van een be-5 paald aantal rijen steken (b.v. vier of acht rijen ) van het lichaamgebied 203. Nadat de haken 3 en 8 terugbewogen zijn, wordt een verdere hoekverplaatsing van de schijf ten opzichte van de cilinder bewerkstelligd, waardoor dus voor de naalden 57A en 57B ditmaal de haken 5 en 10 komen te lig-10 gen (fig.l4B). Deze bewerking wordt over de hele lengte van de randen O-A en O-B herhaald en totdat de rand El is gevormd of even ver als de punten A en B. Bij het laden van de paren haken en de hoekverplaatsing van de schijf in dezelfde richting na het laden van elk paar, hangen de lippen 15 L, d.w.z. de langsranden 0-A en 0-B van het snij-einde aan respektievelijk even en oneven haken, waarbij deze de baan van de naalden en het front van het gebreide weefsel volgt. Dit wordt getoond in fig.12, fig.8A, 8B,8C en de figuren 14A,14B,14C, 14D. De geleidelijk voortschrijdende aangrij-20 ping van de langsranden van de snede kan worden uitgebreid tot het maximum van vrijwel de gehele omtrek van het werk-front van de naalden. Op dit punt wordt de rand El gevormd en wordt het eerste buisvormige deel opgegeven, dat slechts aan de machine vastblijft langs de langsranden L (fig.lOD) 25 · waarbij de twee reeksen brugsteken aangegrepen blijven op respektievelijk de even en oneven haken van het paar haken dat geleidelijk en achtereenvolgens blootgesteld worden aan de werking van de schuiven 81.The action of connecting the edges or lips L of the longitudinal cut T to the respective edges or lips of the second tubular part is effected in the following manner: during the formation of the body part 203 at the front R, while the cut T is formed, the engagement with the bridge stitching shit also takes place at a mutual distance along the rows of stitches formed by the needles 57A and 57B, ie along the lips L, at a limited distance from them. For clarification, the engagement of the bridge stitches takes place opposite the rows of points adjacent to the lips L, i.e. the edges O-A and O-B of the cut T (Fig. 11C and 11D). To do this, immediately after the front R, a first pair of hooks is advanced opposite the needle 25 den 57Α: βι 57B by the action of the sliders 81. Each hook of this pair is provided with a bridge stitch in the adjacent tissue, on the edge 0-A resp. O-B, which is formed (see Fig. 11B). Immediately afterwards, the. hooks that received the first bridge stitch are retracted radially inward. This operation is shown in Fig. 14A, performed by the pair of hooks 1 and 6. After the retraction of this first pair of hooks 1 and 6, the disc is moved at an angle relative to the needle barrel, the cylinder and disc continuing rotate. The angular displacement corresponds to twice the distance between adjacent hooks and therefore four times the distance between adjacent needles. From this follows 80 05 48 9 -3.4 "t—", that for the needles 57A and 57B, then the hooks 3 and 8 will lie. These hooks are moved radially outward so that they each receive one or more bridge stitches formed by the needles 57X and 57Y after the formation of a certain number of rows of stitches (eg four or eight rows) of the body region 203. After the hooks 3 and 8 have been moved back, a further angular displacement of the disc relative to the cylinder is effected, so that hooks 5 and 10 will now lie for needles 57A and 57B (fig. 14B). This operation is repeated along the entire length of the edges OA and OB and until the edge E1 is formed or as far as points A and B. When loading the pairs of hooks and the angular displacement of the disc in the same direction after loading of each pair, the lips 15 L, ie the longitudinal edges 0-A and 0-B of the cutting end hang from even and odd hooks, respectively, following the path of the needles and the front of the knitted fabric. This is shown in Fig. 12, Fig. 8A, 8B, 8C and Figs. 14A, 14B, 14C, 14D. The progressive engagement of the longitudinal edges of the cut can be extended to the maximum of almost the entire circumference of the working front of the needles. At this point, the edge E1 is formed and the first tubular portion is given up, which remains attached to the machine only along the longitudinal edges L (fig. IOD) 25, the two sets of bridge stitches remaining engaged on the even and odd hooks of the pair, respectively hooks which are gradually and successively exposed to the action of the slides 81.

In fig.9 is te zien, dat daar een inrichting is 30 weergegeven met 8 toevoeren A1,A2,A3, A4 enz. t/m A8. In dit geval grijpen de uitstekende haken drie bruggen gebreid weefsel aan, dat gevormd wordt door de toevoeren A1,A2,A3 terwijl met de toevoeren A4,A5,A6,A7,A8 rijen steken tussen aangrenzende bruggen worden gevormd. De nok 85 is onbeweeg-35 lijk gedurende de gehele vorming van de lichaamgebieden 203 en 303. Met een inrichting met vier toevoeren wordt de werking uitgevoerd door middel van het cyclisch in- en uitbewegen van de nok 85, waarbij om de andere slag telkens één 80 05 48 9 -15- cyclus wordt uitgevoerd. In elk geval kan de besturing van de nok 85 geschieden door een schuiforgaan 86a met een getrapt profiel dat gedwongen wordt te verschuiven tengevolge van het programma van de inrichting.' 5 Nadat de rand El door de naalden is losgelaten, wordt de afwerkrand E2 van hettweede buisvormige deel aangevangen waarbij alle naalden van te voren vrijgemaakt zijn. De ' bewerking geschiedt om eerst het lichaam 303 te vormen óver een lengte, die overeenkomt met die van het gebied 203.Fig. 9 shows that there is shown a device with 8 feeds A1, A2, A3, A4 etc. up to and including A8. In this case, the projecting hooks engage three bridges of knitted fabric formed by the feeds A1, A2, A3 while the feeds A4, A5, A6, A7, A8 form rows between adjacent bridges. The cam 85 is immobile throughout the entire formation of the body regions 203 and 303. With a four-feed device, the operation is performed by cyclically moving the cam 85 in and out, alternating one stroke at a time. 80 05 48 9 -15 cycle is running. In any case, the control of the cam 85 may be effected by a stepped profile slider 86a which is forced to shift due to the program of the device. After the edge E1 has been released by the needles, the finishing edge E2 of the second tubular part is started, with all the needles being released in advance. The operation is to first form the body 303 over a length corresponding to that of the region 203.

10 Tijdens de vorming van dit gebied wordt de langssnede in aangrijping gehouden en worden tegelijkertijd maatregelen getroffen voor het verschuiven van de schuif 103 naar een stand tegenover de voorgaande. Hierdoor kan cyclisch een hoekverpla'atsing van de schijf ten opzichte van de cilinder 15 worden bereikt in een richting tegengesteld aan die waarin de schijf verplaatst is tijdens de vorming van het lichaam-gebied 203. Na elke verplaatsing, en daardoor na een bepaald aantal rijen steken, zoals 4 of 8, worden de haken ofwel achtereenvolgend of in paren in werking gesteld om de op-20 eenvolgende brugsteken van de randen of lippen L van het lichaamdeel 303 los te maken. Daardoor wordt (zie fig.lOE t/m 10H en HE t/m 11H,evenals fig. (C,8D,8E) tijdens de vorming van het lichaamgebied 303, een.geleidelijke mindering verkregen van de lippen L, die aangegrepen worden 25 langs de rijen haken binnen de omtrek van de naalden, terwijl deze zich binnen de randen L bevinden, waarbij het weefsel van het gebied 203 geleidelijk in aangrijping komt met het overeenkomende gebied 303 van het tweede deel dat wordt gevormd, tengevolge van de werking van de voortschrij-30 dende overdracht van de brugsteken van de haken op de naalden die in het gebied 303 werken.During the formation of this area, the longitudinal cut is engaged and, at the same time, measures are taken for sliding the slider 103 to a position opposite to the previous one. This allows cyclic angular displacement of the disc relative to the cylinder 15 in a direction opposite to that in which the disc is displaced during the formation of the body region 203. After each displacement, and therefore after a certain number of rows stitches, such as 4 or 8, the hooks are actuated either sequentially or in pairs to release the successive bridge stitches from the edges or lips L of the body portion 303. Thereby (see Fig. 10E to 10H and HE to 11H, as well as Fig. (C, 8D, 8E) during the formation of the body area 303, a gradual reduction of the lips L, which are gripped is obtained. along the rows of hooks within the circumference of the needles, while within the edges L, the fabric of the area 203 gradually engaging the corresponding area 303 of the second part being formed, due to the action of the progressive transfer of the bridge stitches from the hooks to the needles operating in region 303.

Het werkfront van het gebied 303 is aangegeven met S en SI. Bij de voortschrijdende voortbeweging van het werkfront, wordt het gebied 303, dat geleidelijk wordt gevormd, 35 met het gebied 203 verbonden, langs een verbindingslijn, die de kruislijn bepaalt, zoals in de figuren 10F t/m 10H en 11F t/m 11 H met C is aangegeven, langs de randen,die 8005489 -16- worden bepaald tussen de eindpunten iC'en B en de punten a en b van het vormingsfront S, SI van het lichaaragebied 203. Met de voortschrijdende vorming van het lichaamgebied 303, wordt de fase bereikt, waarin de ontwikkelde lengte 5 gelijk is aan die van het lichaam 203 en daardoor bereikt de verbinding van de snij lippen van de twee gebieden 203 en 303 het punt O. Op dit moment zijn de brugsteken alle losgemaakt van de paren haken en is de verbinding van de twee lichaamgebieden 203 en 303 voltooid, en is de kruis-10 lijn C waarlangs de verbinding van de twee delen door de inrichting is uitgevoerd, ook voltooid. Voorbij het punt 0 houdt de werking van de snij-inrichting op en breit de inrichting het been 303 in een buisvorm.The working front of area 303 is indicated by S and SI. As the working front advances, the area 303, which is gradually formed, is joined to the area 203, along a connecting line defining the cross line, as in Figures 10F to 10H and 11F to 11H indicated by C along the edges, which 8005489-16 are defined between the end points iC 'and B and the points a and b of the forming front S, S1 of the body region 203. With the progressive formation of the body region 303, reaches the stage where the developed length 5 is equal to that of the body 203 and thereby the connection of the cutting lips of the two regions 203 and 303 reaches the point O. At this time, the bridge stitches are all detached from the pairs of hooks and the connection of the two body regions 203 and 303 has been completed, and the cross-line C along which the connection of the two parts has been made by the device has also been completed. Beyond point 0, the operation of the cutting device ceases and the device knits the leg 303 into a tubular shape.

Het is mogelijk om een niet-ladderend patroon te 15 breien langs de lippen L van het eerste paar en langs de overeenkomstige lippen van het tweede paar, d.w.z. in het gebied van de kruislijn C, waar de verbinding wordt gevormd om de stabiliteit van de verbinding te verzekeren, die verkregen is door het overbrengen van de brugsteken van 20 de haken op de naalden. Om te voorkomen, dat steken losraken is het mogelijk om voort te gaan met de vorming van een bepaald patroon van de steek met een overeenkomende besturing van de naalden, om een voldoende breedte van het steekgebied te bereiken tussen de snede T en de rijen steken 25 die gevormd worden door de naalden 57A en 57B, waar de vorming plaats vindt van de brugsteken die van de haken worden genomen, en de overdracht van deze steken van de haken op de naalden. Het is in plaats daarvan of bovendien mogelijk om fysische en/of chemische middelen te gebruiken voor het 30 stabili-seren van het weefsel, ook in combinatie met een snijsysteem.It is possible to knit a non-stepped pattern along the lips L of the first pair and along the corresponding lips of the second pair, ie in the region of the cross line C, where the joint is formed to ensure the stability of the joint obtained by transferring the bridge stitches from the hooks to the needles. In order to prevent stitches from loosening, it is possible to continue to form a certain pattern of the stitch with a corresponding control of the needles, in order to achieve a sufficient width of the stitch area between the cut T and the rows of stitches. which are formed by needles 57A and 57B, where the bridge stitches are taken from the hooks, and the transfer of these stitches from the hooks to the needles. It is alternatively or additionally possible to use physical and / or chemical means for stabilizing the tissue, also in combination with a cutting system.

Figuur 1 t/m 15 tonen in detail een uitvoeringsvorm waarin, in een eerste stadium, een eerste poot 201 wordt gevormd uitgaande van de voet of teen en dan een eerste 35 deel van het lichaam, namelijk het lichaamgebied 203 tot aan de rand El. Tijdens de vorming van het lichaamgebied 203, worden langs de lijnen L achtereenvolgende steken aangegrepen op twee reeksen haken met een voortschrijdende 80 05 48 9 -17- hoekverplaatsing van de schijf in één richting; in een tweede fase wordt het tweede lichaamgebied 303 vanaf de rand E2 gevormd, waarbij een voortschrijdende hoekverplaat-sing van de schijf optreedt in omgekeerde richting , en de 5 steken geleidelijk worden overgebracht van de haken van de twee reeksen om de verbinding van de twee gebieden 203 en 303 te vormen, waarna hettweede been 301 gevormd wordt tot aan de voet of teen toe.Figures 1 to 15 show in detail an embodiment in which, in a first stage, a first leg 201 is formed starting from the foot or toe and then a first part of the body, namely the body area 203 up to the edge E1. During the formation of the body region 203, successive stitches are engaged along the lines L on two sets of hooks with a progressive angular displacement of the disc in one direction; in a second phase, the second body region 303 is formed from the edge E2, with a progressive angular displacement of the disc occurring in the reverse direction, and the 5 stitches are gradually transferred from the hooks of the two series to the connection of the two regions 203 and 303, after which the second leg 301 is formed all the way to the foot or toe.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvin-10 ding worden de twee delen in de twee opeenvolgende fasen in dezelfde richting gebreid, bijvoorbeeld zoals in fig.16 t/m 18 wordt getoond uitgaande vande taillelijn van het lichaam tot aan het einde aan de voet of teen. Tijdens de vorming van het eerste deel, vanaf de taillelijn wordt een 15 lichaamgebied 601 gevormd, waarbij op de haken de steken worden aangegrepen langs de lijn L, uitgaande van de punten P6 tot aan punt P8, met een verplaatsing over 360° van· de schijf tencpzichte van de naaldencilinder, met uitzondering van een lege verplaatsing, d.w.z. zonder dat de 20 haken geladen worden d.m.v. een tijdelijke buiten werking stelling van de nok 81, om de hoogte van het lichaamgebied te beperken. Dan gaat de vorming van het eerste been 603 verder in de. richting van de pijl f£. Nadat het eerste deel 601, 603 voltooid is, wordt weer met het tweede lichaamge-25 bied~80l begonnen vanaf de taillelijn, met het vormen van de steken langs f8. Nadat een eerdere lege verplaatsing is mogelijk gemaakt, bevinden de haken, die eerst desteken opgenomen hadden langs de lijnen L van het eerste lichaamgebied 601, zich in een positie waarin deze hun steken over 30 kunnen geven op de punten P6 aan het begin van het tweede lichaamgebied 801, en geleidelijk worden de steken van de volgende haken overgegeven, waarbij de verplaatsing van de schijf in dezelfde richting voortgaat als die waarin de steken van de haken van de schijf zijn afgenomen. De overdracht 35 van de steken van de haken op de naalden, en daardoor de verbinding langs de lijn C (fig.17 en 18) zo ver als punt P8 verschaft de verbinding van het lichaamgebied 601 met 80 05 48 9 -18- U*. · het lichaamgebied 801, terwijl dit laatste geleidelijk aan wordt gevormd. Wanneer het lichaamgebied 801 en daardoor het lichaam als geheel gevormd is,schrijdt de vorming van het tweede been 803 tot aan de voet of teen voort in de 5 richting van de pijlen f8.According to a further embodiment of the invention, the two parts in the two successive phases are knitted in the same direction, for example as shown in Figs. 16-18 starting from the waistline of the body to the end at the foot or toe. During the formation of the first part, from the waistline, a body region 601 is formed, whereby the hooks engage the stitches along the line L, starting from points P6 to point P8, with a 360 ° displacement of the disk view of the needle cylinder, with the exception of an empty displacement, ie without the 20 hooks being loaded by means of a temporary disablement of the cam 81 to limit the height of the body area. Then, the formation of the first leg 603 continues in the. direction of the arrow f £. After the first portion 601, 603 is completed, the second body region ~ 80l is restarted from the waistline, forming the stitches along f8. After an earlier empty displacement has been made possible, the hooks, which had first picked up the stitches along the lines L of the first body region 601, are in a position where they can give their stitches over 30 at the points P6 at the beginning of the second body area 801, and gradually the stitches of the following hooks are transferred, the movement of the disc continuing in the same direction as that in which the stitches of the hooks of the disc are removed. The transfer of the stitches from the hooks to the needles, and thereby the connection along the line C (Figures 17 and 18) as far as point P8 provides the connection of the body region 601 to 80 05 48 9 -18-U *. . The body area 801, while the latter is gradually formed. When the body region 801 and thereby the body as a whole is formed, the formation of the second leg 803 up to the foot or toe proceeds in the direction of the arrows f8.

Op deze wijze wordt de noodzaak vermeden voor een mechanisme om de intermitterende hoekverplaatsing van de schijf ten opzichte van de cilinder om te keren, en is één mechanisme nodig voor de geleidelijke verplaatsing van de 10 schijf in slechts één richting, en voor het onderbreken van die verplaatsing , wanneer de vorming van de lichaamgebie-den 601 en 801 niet voorgaat. Er kunnen ook voorzieningen worden getroffen voor een inrichting, die overeenkomt met die welke weergegeven is in fig.l, zonder dat één van de 15 twee aangrijpingsstanden van de schijf 113 mogelijk is en waarbij één van de twee getande segmenten 119 of 121 is weggelaten. Ook kunnen als alternatief voorzieningen worden verschaft voor een constructie met een cirkelvormige ver-taning en een voorwaartse transportOal.In this way, the need for a mechanism to reverse the intermittent angular displacement of the disc relative to the cylinder is avoided, and one mechanism is required for the gradual displacement of the disc in only one direction, and for interrupting that displacement when the formation of the body regions 601 and 801 does not precede. Provisions may also be made for a device similar to that shown in FIG. 1 without enabling either of the two engagement positions of the disk 113 and omitting one of the two toothed segments 119 or 121. Alternatively, provision can be made for a structure with a circular gear and a forward transport.

20 De in de figuren 19 en 20 getoonde inrichting omvat middelen welke het afnemen van de steken van de haken tijdens de vorming van het tweede lichaamgebied 303 of 801 vergemakkelijkt. Identieke verwijzingscijfers geven delenaan die identiek zijn met die van de voorgaande uitvoeringsvorm. 25 Onder de schijf is een geleidingsconstructie 901 aangebracht, die radiaal gericht is en onder een hoek naar het werkgebied van de naalden toeloopt en welke met dezelfde snelheid als de naaldencilinder roteert. In de constructie 901, die een cilinder vormt, bevindt zich een zuigerstang 903, die aan 30 zijn uiteinde een staartstuk 905 draagt. De zuigerstang 903 wordt in de richting van de pijl f9 gedrukt door een veer 907 en in de tegengestelde richting door een fluïdum (b.v. lucht) dat de cilinder bereikt vanuit een buisvormige as 909 die coaxiaal is met en inwendig verloopt van de as 73 35 die de schijf 59 draagt. De buisvormige as 909 is gekoppeld met een verlengde 99A van het deel 99 dat met dezelfde snelheid als de naaldencilinder roteert. Een koppeling 912 voert 8005489 -19- U—- perslucht toe naar het einde van de buisvormige as 909. Tijdens de overdracht van de steken van de haken 61 op de naalden, wordt de stang 903 heen en weer bewogen en werkt het staartstuk 905 in een radiaal buitenwaartse richtng 5 op de steken van de haken in het gebied van de paar haken dat de steken moet overdragen, om het bevrijden van de steken van de haken en de overdracht daarvan op de naalden te vergemakkelij ken.The device shown in Figs. 19 and 20 includes means which facilitate the removal of the stitches from the hooks during the formation of the second body region 303 or 801. Identical reference numbers indicate parts identical to those of the previous embodiment. A guide structure 901 is disposed beneath the disc, which is directed radially and tapers towards the working area of the needles and rotates at the same speed as the needle cylinder. In the structure 901, which forms a cylinder, there is a piston rod 903, which carries a tailpiece 905 at its end. The piston rod 903 is pushed in the direction of the arrow f9 by a spring 907 and in the opposite direction by a fluid (eg air) reaching the cylinder from a tubular shaft 909 which is coaxial with and extends internally from the shaft 73 35 the disk 59 carries. The tubular shaft 909 is coupled to an elongated 99A of the part 99 that rotates at the same speed as the needle barrel. A coupling 912 supplies 8005489-19 air to the end of the tubular shaft 909. During the transfer of the stitches from the hooks 61 to the needles, the rod 903 is reciprocated and the tailpiece 905 engages a radial outward direction 5 on the stitches of the hooks in the area of the pair of hooks which must transfer the stitches, to facilitate the release of the stitches from the hooks and their transfer to the needles.

80 05 48 980 05 48 9

Claims (13)

1. Werkwijze voor de vervaardiging van een gebreid weefsel, bijvoorbeeld van een panty, op een cirkelbreima-chine met een naaldencilinder en een draagschijf met haken, door twee met elkaar te verbinden buisvormige weefsels te 5 breien, met het kenmerk, dat de werkwijze omvat het breien van een lichaamgebied (203,601) van een eerste van de weefsels waarbij opeenvolgende paren haken (61) van de draagschijf (59) steken van het eerste weefsel aangrijpen nabij en aan tegenover liggende zijden van een langssnijlijn (T), 10 en na aangrijping van de steken door het paar haken (61), de draagschijf (59) over een hoek wordt verplaatstten opzichte van de naaldencilinder (51) over een meervoud van de onderlinge afstand tussen de naalden (57)? en het breien van het lichaamgebied (303;80l) van een tweede van de weefsels 15 waarbij de door de paren haken (61) aangegrepen steken geleidelijk op de naalden (57) worden overgedragen met een voortschrijdende hoekverplaatsing van de draagschijf (59) waardoor de twee buisvormige weefsels met elkaar worden verbonden tijdens de vorming van het lichaamgebied (303; 2.0 801) van het tweede weefsel.1. A method for the manufacture of a knitted fabric, for example from a pantyhose, on a circular knitting machine with a needle cylinder and a hooked disc, by knitting two tubular fabrics to be joined together, characterized in that the method comprises knitting a body region (203, 601) of a first of the fabrics in which successive pairs of hooks (61) of the carrier disk (59) engage stitches of the first fabric near and on opposite sides of a longitudinal cutting line (T), and after engagement of the stitches by the pair of hooks (61), the carrier disc (59) is moved at an angle relative to the needle cylinder (51) a multiple of the distance between the needles (57)? and knitting the body region (303; 801) of a second of the fabrics 15 wherein the stitches engaged by the pairs of hooks (61) are gradually transferred to the needles (57) with a progressive angular displacement of the carrier disc (59) whereby the two tubular tissues are joined together during the formation of the body region (303; 2.0 801) of the second tissue. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tijdens de vorming van elk lichaamgebied (203,303?60l, 801) deze langs snijlijnen worden doorgesneden diè geflankeerd worden door door de paren haken (61) aangegrepen ste- 25 ken.Method according to claim 1, characterized in that during the formation of each body region (203, 303, 601, 801) these are cut along cutting lines flanked by stitches engaged by the pairs of hooks (61). 3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de aangrijping van de steken van het eerste weefsel door opeenvolgende paren haken (61) en de overdracht van de steken van de opeenvolgende paren haken (61) op het 30 tweede weefsel van elkaar gescheiden worden door verscheidene rijen steken.Method according to claim 1 or 2, characterized in that the engagement of the stitches of the first fabric by successive pairs of hooks (61) and the transfer of the stitches from the successive pairs of hooks (61) to the second fabric of separated by several rows of stitches. 4. Werkwijze volgens conclusie 1 t/m 3, met het kenmerk, dat de verplaatsing van de draagschijf (59), nadat de steken door een paar haken (61) zijn opgenomen, gelijk is 80 0 5 48 9 -21- U—- : aan tenminste tweemaal de tussenliggende afstand tussen de haken (61), waarbij de haken (61) van elk paar van elkaar zijn gescheiden over een afstand, die een meervoud is van de tussenliggende afstand van de naalden (57), die ver-5 schilt van de verplaatsingsafstand.Method according to claims 1 to 3, characterized in that the displacement of the carrier disc (59) after the stitches have been received by a pair of hooks (61) is equal to 80 0 5 48 9 -21-U— -: at least twice the intermediate distance between the hooks (61), the hooks (61) of each pair being separated by a distance which is a multiple of the intermediate distance of the needles (57) 5 is different from the displacement distance. 5. Werkwijze volgens conclusie 1-4, met het kenmerk dat dubbele afwerkranden gevormd worden langs een taillëijn van het voorwerp.A method according to claims 1-4, characterized in that double finishing edges are formed along a waistline of the object. 6. Werkwijze volgens conclusies 1-5, voor het breien 10 van een voorwerp waarbij elk van de weefsels samengesteld is uit een lichaamgebied en een beengedeelte, met het kenmerk, dat tijdens het door de haken (61) van de draagschijf (59) opnemen van de steken, de draagschijf (59) in één richting over een hoek wordt verplaatst ten opzichte van de naalden-15 cilinder'(51) en dat tijdens de overdracht van de steken van de haken (61) van de draagschijf (59), de draagschijf (59) in tegengestelde richting over een hoek wordt verplaatst en dat het eerste deel van het voorwerp gebreid wordt vanaf het beengedeelte (201) naar het lichaamgebied (203) toe, 20 en het. tweede deel van het voorwerp van het lichaamgebied (303) naar het beengedeelte (301) toe wordt gebreid.6. Method according to claims 1-5, for knitting an object in which each of the fabrics is composed of a body area and a leg part, characterized in that during pick-up by the hooks (61) of the carrier disc (59) of the stitches, the carrier disc (59) is displaced in one direction at an angle relative to the needles-cylinder (51) and that during the transfer of the stitches from the hooks (61) of the carrier disc (59), the carrier disc (59) is displaced in an opposite direction by an angle and the first part of the article is knitted from the leg portion (201) towards the body region (203), and. second part of the article is knitted from the body region (303) towards the leg portion (301). 7. Werkwijze volgens conclusies. 1-5, voor het breien van een voorwerp waarin elk van de weefsels samengesteld is uit een lichaamgebied en een beengedeelte, met het kenmerk, 25 dat de draagschijf (59) over een hoek wordt verplaatst in dezelfde richting tijdens het opnemen en tijdens het overnemen van de steken door de haken (61), en het eerste deel van het voorwerp gebreid wordt vanaf het lichaamgebied (601) naar het beengedeelte (603) toe, en het tweede deel van het 30 voorwerp gebreid wordt van het lichaamgebied (801) naar het beengedeelte (803) toe.Method according to claims. 1-5, for knitting an article in which each of the fabrics is composed of a body region and a leg portion, characterized in that the carrier disc (59) is displaced at an angle in the same direction during pick-up and pick-up of the stitches through the hooks (61), and the first part of the article is knitted from the body area (601) towards the leg portion (603), and the second part of the article is knitted from the body area (801) towards the leg section (803). 8. Cirkelbreimachine voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 1-7, omvattende een naaldencilinder met naalden, en een draagschijf met haken, met het kenmerk, 35 dat middelen (119,121,111) aanwezig zijn voor het veroorzaken van een intermitterende hoekverplaatsing van de draagschijf (59) ten opzichte van de naaldencilinder (51) , waar- 80 05 489 -22- t— 2 bij de hoekverplaatsing een meervoud is van de tussenliggende afstand tussen naast elkaar liggende haken (61) , en dat middelen (81,83,86,85) aanwezig zijn voor het tussen opeenvolgende hoekverplaatsingen van de draagschijf (59) veroor-5 zaken van de radiale verplaatsing van een tijdelijk tegenover een bepaald paar naalden (57A,57B) liggend paar haken (61) en dat middelen aanwezig zijn voor het besturen van het paar naalden (57A,57B), om dit paar naalden (57A,57B) en opeenvolgende paren haken (61) samen te laten werken voor het 10 aangrijpen van de steken door de naalden (57A,57B) en voor het afgeven van de steken aan de naalden (57A,57B).Circular knitting machine for carrying out the method according to claims 1-7, comprising a needle cylinder with needles, and a carrier disc with hooks, characterized in that means (119,121,111) are provided for causing an intermittent angular displacement of the carrier disc ( 59) relative to the needle cylinder (51), where 80 05 489 -22-t— 2 at angular displacement is a multiple of the intermediate distance between adjacent hooks (61), and that means (81,83,86 85) are provided for causing radial displacement of a pair of hooks (61) temporarily disposed opposite a given pair of needles (57A, 57B) between successive angular displacements of the carrier disc (59) and that means are provided for controlling the pair of needles (57A, 57B), to cause this pair of needles (57A, 57B) and successive pairs of hooks (61) to work together to engage the stitches through the needles (57A, 57B) and to deliver of the stitches the needles (57A, 57B). 9. Inrichting volgens conclusie 8, gekenmerkt door een eerste aangedreven inrichting (71,75,77) met een schijfvormige ondersteuning (77) die synchroon en coaxiaal met de 15 naaldencilinder (51) meeroteerbaar is, door een tweede , de draagschijf (59) omvattende aangedreven inrichting (59, 73), door middelen voor het koppelen van de tweede inrichting met de eerste inrichting om met deze mee te roteren, en door 'selektief werkzame middelen voor het veroorzaken 20 van een hoekverplaatsing van de tweede inrichting ten opzichte van de eerste inrichting, waarbij de schijfvormige ondersteuning (77) bestuurbare aandrijfmiddelen (81) met nokprofielen (85) draagt, die, na intervallen van een aantal* rijen, op de twee haken (61) in kunnen werken die tijdelijk 25 tegenover het paar naalden (57A,57B) liggen, tijdens de aan-grijping of het afnemen van de steken door het paar haken (61).Device according to claim 8, characterized by a first driven device (71, 75, 77) with a disc-shaped support (77) which is rotatable synchronously and coaxially with the needle cylinder (51), by a second, the carrier disc (59) comprising powered device (59, 73), by means for coupling the second device with the first device to rotate with it, and by selectively active means for causing angular displacement of the second device relative to the first device, wherein the disk-shaped support (77) carries controllable drive means (81) with cam profiles (85), which, after intervals of a number of rows, can act on the two hooks (61) which are temporarily opposite the pair of needles ( 57A, 57B) during the engagement or removal of the stitches by the pair of hooks (61). 10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat de twee naalden (57A,57B) van het met opeenvol- 30 gende paren haken (61) samenwerkende paar, en de grootte van elke hoekverplaatsing van de draagschijf (9) zodanig zijn, dat de samenwerking optreedt tussen één van het paar naalden (57A) en de haken van een stel haken (6l), dat tussen een ander stel haken is gevoegd, die samenwerken met de andere 35 naald van het paar naalden (57B).10. Device according to claim 8 or 9, characterized in that the two needles (57A, 57B) of the pair co-operating with successive pairs of hooks (61), and the size of each angular displacement of the carrier disc (9) such that the cooperation occurs between one of the pair of needles (57A) and the hooks of a set of hooks (61) inserted between another set of hooks cooperating with the other needle of the pair of needles (57B). 11. Inrichting volgens conclusie 8-10, met het kenmerk, dat de twee naalden van het paar naalden (57A,57B) 80 05 48 9 -23- van elkaar zijn gescheiden door een aantal naalden, die twee tegen rafelen bestendige weefselranden kunnen vormen.Device according to claims 8-10, characterized in that the two needles of the pair of needles (57A, 57B) 80 05 48 9 -23- are separated from each other by a number of needles, which can form two fray-resistant fabric edges . 12. Inrichting volgens conclusies 8-11, gekenmerkt 5 door snijmiddelen (57T) voor het in langsrichting doorsnijden van een op de inrichting gebreid weefsel.Device according to claims 8-11, characterized by cutting means (57T) for longitudinally cutting a fabric knitted on the device. 13. Inrichting volgens conclusies 8-11, gekenmerkt door in het algemeen in een radiale richting heen en weer beweegbare uitstootmiddelen (905) om het verwijderen van de 10 steken van de haken (61) te vergemakkelijken. 80 05 48 9Device according to claims 8-11, characterized by ejection means (905) generally movable to and fro in a radial direction to facilitate removal of the stitches from the hooks (61). 80 05 48 9
NL8005489A 1979-10-04 1980-10-03 METHOD FOR THE MANUFACTURE OF A KNITTED FABRIC AND CIRCULAR KNITTING MACHINE THEREFOR NL8005489A (en)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
IT09555/79A IT1166005B (en) 1979-10-04 1979-10-04 MEDOTO AND CIRCULAR KNITTING MACHINE TO FORM A MANUFACT SOCK UTANDA OR SIMILAR IN TWO PARTS DIRECTLY COUPLED BY THE MACHINE
IT955579 1979-10-04

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8005489A true NL8005489A (en) 1981-04-07

Family

ID=11132128

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8005489A NL8005489A (en) 1979-10-04 1980-10-03 METHOD FOR THE MANUFACTURE OF A KNITTED FABRIC AND CIRCULAR KNITTING MACHINE THEREFOR

Country Status (12)

Country Link
JP (1) JPS56154551A (en)
AU (1) AU6293880A (en)
BE (1) BE885519A (en)
DD (1) DD154721A5 (en)
DE (1) DE3035736A1 (en)
ES (1) ES495579A0 (en)
FR (1) FR2466554A1 (en)
GB (1) GB2062032A (en)
IL (1) IL61181A0 (en)
IT (1) IT1166005B (en)
NL (1) NL8005489A (en)
ZA (1) ZA806002B (en)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
IT1198684B (en) * 1983-09-20 1988-12-21 Ivan Riccitelli MECHANICALLY OPERATED MACHINE, WITH DOUBLE FRONT, WITH ALTERNATE MOTOR, THE PRODUCT OF WHICH ARE COLLANTS, COMPLETE WITH RAMED POINTS, INSERTED RAMPED DOWEL, IN THE POINT OF THE HORSE, AND CHANGED SHIRT IN THE CONNECTION POINT OF THE CONNECTION POINT
IT1400582B1 (en) * 2010-06-18 2013-06-14 Chao METHOD FOR THE PRODUCTION OF MULTICOLORED KNITWEAR.
CN105671770B (en) * 2016-03-23 2017-05-10 张红霞 Weaving method of three-dimensional strong-absorption moisture-permeable fabric

Also Published As

Publication number Publication date
IL61181A0 (en) 1980-11-30
DE3035736A1 (en) 1981-04-16
AU6293880A (en) 1981-04-16
IT1166005B (en) 1987-04-29
ES8205438A1 (en) 1982-06-16
DD154721A5 (en) 1982-04-14
FR2466554A1 (en) 1981-04-10
IT7909555A0 (en) 1979-10-04
BE885519A (en) 1981-02-02
ZA806002B (en) 1982-04-28
JPS56154551A (en) 1981-11-30
GB2062032A (en) 1981-05-20
ES495579A0 (en) 1982-06-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU2085637C1 (en) Method and apparatus for joining edges of knitted tubular article
US6158250A (en) Flat-bed knitting machine and method of knitting
CA2127734C (en) Method and apparatus for joining two edges of a knitted tubular article upon completion thereof
WO2016006012A1 (en) Hosiery machine head
KR100833520B1 (en) Method of knitting intersia pattern knitted fabric
US4986091A (en) Process and warp knitting machine for the production of pile ware
NL8005489A (en) METHOD FOR THE MANUFACTURE OF A KNITTED FABRIC AND CIRCULAR KNITTING MACHINE THEREFOR
US4005589A (en) Knitting elements
EP0172145B1 (en) Process and circular knitting machine for manufacturing pantyhose articles and the like and articles
US3084528A (en) Method and apparatus for knitting
US2715824A (en) Terry loop knitting machine and process
US2763144A (en) Knitting machine and method of knitting
NL8700062A (en) ROUND KNITTED THERAPEUTIC STOCK WITH TOE INSPECTION OPENING.
US2796751A (en) Method and apparatus for knitting pile fabric
CS264108B2 (en) Method for clothes knitting and a circular knitting machine for carrying out the method
US2252769A (en) Knitting method and machine
US2383350A (en) Method and means for producing stocking welt construction
US3013416A (en) Knitting machine and method
US2009694A (en) Knitting machine
US2237145A (en) Knitting method and machine
US1974473A (en) Machine for making patterned knit fabrics
GB1559675A (en) Knitting machines
US1717660A (en) Knittiktg machine
US2708838A (en) Method of and machine for knitting
US7213418B2 (en) Method of producing hose-like knitwear

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed