NL8004610A - Dokinrichting. - Google Patents

Dokinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL8004610A
NL8004610A NL8004610A NL8004610A NL8004610A NL 8004610 A NL8004610 A NL 8004610A NL 8004610 A NL8004610 A NL 8004610A NL 8004610 A NL8004610 A NL 8004610A NL 8004610 A NL8004610 A NL 8004610A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tilting
head
arm
wall
pivoting
Prior art date
Application number
NL8004610A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Stork Serv Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Stork Serv Bv filed Critical Stork Serv Bv
Priority to NL8004610A priority Critical patent/NL8004610A/nl
Priority to EP81200858A priority patent/EP0046319A1/en
Priority to EP81200857A priority patent/EP0046318A3/en
Priority to US06/290,251 priority patent/US4445451A/en
Priority to KR1019810002919A priority patent/KR830006065A/ko
Priority to KR1019810002918A priority patent/KR850000335B1/ko
Priority to PL1981232627A priority patent/PL132045B1/pl
Priority to PL1981232628A priority patent/PL133030B1/pl
Priority to JP56128112A priority patent/JPS5755287A/ja
Priority to JP56128111A priority patent/JPS5755286A/ja
Publication of NL8004610A publication Critical patent/NL8004610A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63CLAUNCHING, HAULING-OUT, OR DRY-DOCKING OF VESSELS; LIFE-SAVING IN WATER; EQUIPMENT FOR DWELLING OR WORKING UNDER WATER; MEANS FOR SALVAGING OR SEARCHING FOR UNDERWATER OBJECTS
    • B63C5/00Equipment usable both on slipways and in dry docks
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B59/00Hull protection specially adapted for vessels; Cleaning devices specially adapted for vessels
    • B63B59/06Cleaning devices for hulls
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63CLAUNCHING, HAULING-OUT, OR DRY-DOCKING OF VESSELS; LIFE-SAVING IN WATER; EQUIPMENT FOR DWELLING OR WORKING UNDER WATER; MEANS FOR SALVAGING OR SEARCHING FOR UNDERWATER OBJECTS
    • B63C5/00Equipment usable both on slipways and in dry docks
    • B63C5/02Stagings; Scaffolding; Shores or struts

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Spray Control Apparatus (AREA)
  • Ship Loading And Unloading (AREA)
  • Special Spraying Apparatus (AREA)
  • Jib Cranes (AREA)

Description

I T tJ/AS/Stork/2 * --J
* "Dokinrichting"
De uitvinding heeft betrekking op een dokinrichting, omvattende een bodem voor het ondersteunen van een schip of dergelijke en van de bodem opstaande langswanden. In een dergelijke dokinrichting kan een schip 5 worden drooggezet en kan aan de wand daarvan onderhoud worden gepleegd.
Het is gebruikelijk om hiervoor een stedger-constructie aan de buitenzijde van de scheepswand op te ’ richten, zodat het onderhoudspersoneel zijn werk uit kan 10 voeren.
Dit werk betreft bijvoorbeeld het verwijderen van aangroeiingen van de scheepshuid en het ontroesten en daarna weer verven van de wand.
In het bijzonder bij grote schepen moet dit 15 onderhoud en eventueel- andere werkzaamheden, zoals reparaties, zo weinig mogelijk tijd in beslag nemen, omdat wegens het niet-productief zijn elke dag grote bedragen aan geld verloren gaan. Het doel van de uitvinding is een dokinrichting te verschaffen, waarmee de voor het onderhoud 20 benodigde tijd wordt beperkt. Dit wordt bij een dokinrichting van de in de aanhef beschreven soort bereikt door een door aandrijf middelen langs een langswand verrijdbare wagen, een zwenkbaar en neigbaar met de wagen verbonden uitschuifbare arm, zwenk- en neigmiddelen voor het ten opzichte van de 25 wagen bewegen van de arm, een een behandelingsorgaan dragend, verdraaibaar en kantelbaar met het vrije einde van de arm verbonden kop en kantel- en verdraaiingsmiddelen voor het ten opzichte van de arm bewegen van de kop.
Hierdoor wordt het overbodig om een steiger langs de 30 scheepswand op te bouwen, maar kan het behandelingsorgaan, zoals bijvoorbeeld een straalbuis voor het onder hoge druk 8004610 _ 4 -* -2- schoonspuiten van de scheepswand, een gritstraalpijp of een verfspuit met de inrichting volgens de uitvinding direct langs de wand worden bewogen.
Wanneer de inrichting volgens de uitvinding 5 verrijdbaar is op twee boven elkaar aan de binnenzijde van de langswand bevestigde rails, neemt deze zo weinig mogelijk nuttige ruimte van het dok in beslag.
Om moeilijkheden met het eventueel niet op exact gelijke afstand liggen van de rails te vermijden, 10 omvat de wagen bij voorkeur drie wielstellen, waarvan er twee op één en dezelfde rail aangrijpen en de derde op de andere rail, zodat een driepuntsoplegging wordt bereikt.
Voor een goede werking van het betreffende behandelingsorgaan, moet dit over het algemeen op eéh vaste 15 constante afstand van de te behandelen wand gehouden worden. Volgens een ander gunstig aspect van de uitvinding wordt dit bereikt, door met de zwenkmiddelen verbonden middelen voor het op de kop uitoefenen van een dwars op de rijrichting staande, van de langswand af gerichte voorbelasting. 20 De kop kan hierdoor in contact met de te behandelen scheepswand worden gehouden, wanneer de wagen langs de langswand van het dok verrijdt. De genoemde middelen kunnen bijvoorbeeld veren zijn, of indien de zwenkmiddelen hydraulische vijzels omvatten een in het bedieningscircuit daarvoor opgenomen 25 hydraulische accu.
Om de kop langs de scheepswand te geleiden, worden bij voorkeur geleidingswielen gebruikt. Hoewel het voor de hand lijkt te liggen om hiervoor zwenkwielen te benutten, kunnen deze niet worden toegepast, omdat de 30 zwenkas hiervan voor een goede werking altijd loodrecht op het oppervlak waarover het wiel zich voortbeweegt, moet staan. Het zal duidelijk zijn, dat dit met het voortbewegen langs een gewelfde scheepswand niet realiseerbaar is.
Dit probleem wordt bij een gunstige uitvoeringsvorm -van 35 de uitvinding opgelost, doordat met de kop door instelmiddelen afwisselend in werking te stellen, horizontale en verticale geleidingswielen zijn verbonden. Bij het behandelen van de scheepswand, zal het behandelingsorgaan zich over het 8004610 > * -3- algemeen volgens horizontale "banen" langs de scheepswand verplaatsen, en daarbij zullen de horizontale geleidings-wielen door de instelmiddelen met de wand in contact worden gehouden. Bij het in verticale richting verwisselen van 5 "baan" worden de verticale geleidingswielen met de wand in contact gedrukt. Een bijzonder gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt bereikt, wanneer de instelmiddelen gekoppeld zijn met de neigmiddelen en de aandrijfmiddelen, zodat automatisch de juiste geleidingswielen met de scheeps-10 wand in contact worden gehouden.
Wanneer bovendien de zwenk- en neigmiddelen zodanig ten opzichte van elkaar zijn geblokkeerd, dat telkens ten minste éën van die middelen buiten werking is, wordt verzekerd, dat de geleidingswielen nooit dwars op een 15 rolrichting belast kunnen worden.
Het behandelingsorgaan zal voor een goede werking gewoonlijk onder een bepaalde richting ten opzichte van de voortbewegingsrichting op de scheepswand gericht moeten zijn. Ten einde het behandelingsorgaan te kunnen 20 laten werken in beide voortbewegingsrichtingen van de wagen, moeten met het behandelingsorgaan richtmiddelen zijn verbonden. Volgens een ander kenmerk van de uitvinding worden deze richtmiddelen met de aandrijfmiddelen voor de wielstellen gekoppeld, zodat de werkingsrichting van het 25 behandelingsorgaan automatisch aangepast wordt aan de voortbewegingsrichting van de kop langs de wand.
Verdere kenmerken en voordelen van de uitvinding blijken uit de volgende beschrijving van een uitvoerings-voorbeeld van de inrichting aan de hand van de tekeningen.
30 Fig. 1 is een gedeeltelijke doorsnede en zijaanzicht van de inrichting volgens de uitvinding; fig. 2 is een gedeeltelijk weggebroken bovenaanzicht van de in fig. 1 getoonde inrichting; fig. 3 is een perspektivisch aanzicht op 35 grotere schaal van de kop van de inrichting van de voorgaande figuren met een daarop aangebrachte spuitbalk; fig. 4 is een zijaanzicht van de kop met een spuitbalk, in een andere uitvoeringsvorm; fig. 5 is een schematisch aanzicht op grotere 8004610
* V
-4- schaal van een alternatieve uitvoeringsvorm voor een geleidingswielstel? fig. 6 is een gedeeltelijk perspektivisch aanzicht van het in fig. 4 getoonde? 5 fig. 7 is een bovenaanzicht van hetgeen in fig. 6 wordt getoond? fig. 8 is een vereenvoudigd principeschema van een mogelijke hydraulische besturingsschakeling.
De dokinrichting 1 volgens de uitvinding omvat 10 een dok 25 met een bodem 13 voor het ondersteunen van een schip 11 of dergelijke en van de bodem 13 opstaande langs-wanden 26 en een wagen 2, die zich langs de wand 26 kan voortbewegen. De wagen 2 omvat voor deze voortbeweging aandrijfmiddelen 3. De inrichting omvat verder een arm 4, 15 die door middel van zwenkmiddelen 5 en neigraiddelen 6 een kop 7 op elke gewenste plaats nabij de scheepswand 12 kan brengen. De kop 7 draagt een behandelingsorgaan 8, voor het behandelen van de scheepswand. De kop 7 kan door middel van kantelmiddelen 9 en verdraaiingsmiddelen 10 in 20 een gewenste hoekstand worden gesteld.
De wagen 2 omvat een in hoofdzaak zich horizontaal uitstrekkend chassis 16, aan de onderzijde waarvan in het midden een poot 17 is gemonteerd. In 'het chassis 16 is aan elk einde een stel draagwielen 18 en een 25 steunwiel 19 gemonteerd. De in een verticaal vlak liggende wielen 18 rusten op een bovenste rail 22, die door middel van railsteunen 21 aan de wand 26 van het dok 25 is aangebracht. De horizontale steunwielen '19 grijpen achter deze bovenste rail 22. Aan het ondereinde van de poot 17 zijn 30 eveneens horizontale reactiewielen 20 aangebracht, die samenwerken met een onderste rail 24, die door middel van railsteunen 23 eveneens aan de dokwand 26 is aangebracht.
Door de aandrijfmiddelen 3 de draagwielen 18 te laten roteren, kan de wagen 2 met de arm 4 langs de 35 dokwand 26 en langs de wand 12 van het zich daarin bevindende schip 11 worden bewogen. Op de wagen 2 is door middel van een console 28 een bedieningscabine 27 gemonteerd. Om de wagen 2 te kunnen bereiken, is tussen de bedieningscabine 8004610 * *' « -5- 27 en de wagen 2 een ladder 29 aangebracht..
Aan het chassis 16 zijn verticaal op een * afstand van elkaar liggende zwenkassteunen 35 aangebracht, die een zwenkas 36 opnemen. De zwenkas strekt zich uit door 5 het zwenklichaam 37 van de arm 4, zodanig, dat de arm 4 om de zwenkas 36 kan zwenken. Deze zwenkbeweging wordt veroorzaakt door de zwenkmiddelen 5 die stangoverbrengingen 38 en zwenkcilinders 39 omvatten.
Doordat de zwenkmiddelen 5 deze stangover-10 brengingen 38 omvatten, is het mogelijk een totale zwenkhoek van de arm 4 te bereiken van ongeveer 180°, terwijl de zwenkmiddelen 5 een compacte constructie vormen en de cilinders 39 een beperkte slag hebben.
Aan de bovenzijde van het zwenklichaam‘37 zijn 15 neigassteunen 45 aangebracht. De neigassteunen 45 ondersteunen de neigas 46, die de giek 44 van de arm 4 neigbaar ondersteunt. De giek 44 omvat een binnengiek 48 die telescopisch verschuifbaar is in een buitengiek 47. Door middel van de uitschuifcilinder 49 kan de binnengiek 48 20 uit en in de buitengiek 47 worden bewogen. Aan het zwenklichaam 37 enerzijds en de buitengiek 47 anderzijds zijn neigcilindersteunen 50 aangebracht, waartussen de neig-cilinder 52 door middel van scharnierassen 51 scharnierend is gemonteerd.
25 Aan het boveneinde van de binnengiek 48 is met een kantelas 56 een kopdrager 55 verbonden. De kopdrager 55 draagt de kop 7, welke via de verdraaiingsmiddelen 10 met.de kopdrager 55 is verbonden. De kantelstand van de · kopdrager 55 wordt bepaald door de kantelmiddelen 9 die 30 een bovenste kantelcilinder 57 en een onderste kantel-cilinder 58 omvatten. De bovenste kantelcilinder 57 en de onderste kantelcilinder 58 zijn onderling verbonden en zodanig gedimensioneerd, dat een éénmaal gekozen kantelstand van de kopdrager 55 gehandhaafd blijft, onafhankelijk 35 van de neigstand van de giek 44.
De verschillende bewegingsmiddelen, zoals de aandrijf-, zwenk-, neig-, kantel- en verdraaiingsmiddelen kunnen alle door een bedieningspersoon in de bedienings- 800 4 6 1 0 -6- cabine 27 worden bestuurd.
Het behandelingsorgaan 8 kan een spuitbalk omvatten voor het onder hoge druk schoonspuiten van de scheepswand 12, of bijvoorbeeld een gritstraalpijp of 5 verfspuitinrichting.
Bij het behandelen van de scheepswand 12 wordt de kop 7 met geleidingswielen 60 tegen de wand 12 aangedrukt, en wordt het behandelingsorgaan 8 langs de wand voortbewogen, door de wagen 2 over de rails 22, 24 te verrijden in de 10 richting van de pijl 59. In verband met de veiligheid verdient het de voorkeur de kop 7 altijd "slepend" voort te bewegen.
Bij het behandelen van de scheepswand 12, wordt de kop 7 door de arm 4 meegevend met de wand 12 in 15 contact gedrukt. De geleidingswielen 60 rollen daarbij over de wand. De geleidingswielen 60 omvatten horizontale geleidingswielen 82 en verticale geleidingswielen 81 voor resp. een horizontale beweging van de kop 7 langs de wand en een verticale beweging daarvan. Afhankelijk van de 20 gewenste beweging van de kop 7 langs de wand 12, worden de betreffende geleidingswielen met de wand in contact gebracht door instelmiddelen 76. De instelmiddelen 76 omvatten een in een steun 78 van de kop 7 roteerbaar gelagerde instelas 79, een vast met de instelas 79 25 verbonden kantelarm 83, en een aan het einde van de kantelarm 83 aangrijpende instelcilinder 85, die met zijn tegenoverliggende einde in een. vast met de kop 7 verbonden steun 86 is bevestigd. Aan weerseinden van de instelas zijn wielarmen 80 bevestigd, die elk een horizontaal wiel 30 82 en een verticaal wiel 81 dragen. Met de instelcilinder 85 kunnen de wielarmen in twee standen ingesteld worden, waarbij respectievelijk de horizontale wielen 82 of de verticale wielen 81 met de wand 12 in contact kunnen komen. Bij voorkeur wordt de instelcilinder 85 gekoppeld met de 35 neigmiddelen en de aandrijfmiddelen van de inrichting, zodanig, dat automatisch het juiste geleidingswiel 81, 82 in de werkstand wordt gehouden.
Bij de alternatieve uitvoeringsvorm van fig. 5 8004610 - <r *
A
-7- behoeft de instelcilinder 88 niet continu onder druk gehouden te worden om het gewenste geleidingswiel 81# 82 met de te behandelen scheepswand in contact te houden.
De instelcilinder 88 die bij 92 scharnierend met de kop 7 5 is verbonden, grijpt aan op een instelarm 87, die vast met de instelas 79 of een wielarm 80 is verbonden. Aan het einde van de instelarm 87 is een pen 91 aangebracht, waarop een trekveer 89 aangrijpt. De trekveer 89 is met zijn andere einde om een bevestigingspunt 90 aangebracht, dat vast met 10 de kop 7 is verbonden. Het bevestigingspunt 9 bevindt zich op een zodanige plaats, dat de denkbeeldige verbindingslijn tussen het hart van de pen 91 en het hart van de instelas 79 zich in de stand waarin het horizontale wiel 82 met de wand 12 in contact boven het bevestigingspunt 90 bevindt 15 en in de stand waarin het verticale wiel 81 met de wand 12 in contact is er onder. Hierdoor wordt bereikt, dat beide genoemde standen stabiel zijn en dat de instelcilinder 88 alleen bekrachtigd hoeft te worden telkens wanneer een andere stand ingesteld moet worden.
20 In fig. 3 is te zien, dat de verdraaiings- middelen 10 gevormd worden door een motor 62, op de uitgaande as 54 waarvan de kop 7 is gemonteerd. De motor 62 is bij voorkeur een hydromotor. Aan de kop 7 is een spuitbalk 63 gemonteerd, voor het schoonspuiten van de wand van een 25 schip. De spuitbalk 63 omvat een aantal spuitmondstukken 64 die een waaiervormige straal 65 produceren. De te verspuiten vloeistof, die gewoonlijk water onder hoge druk zal zijn, wordt toegevoerd via een leiding 68 die met een koppeling 69 verbonden is met de holle dwarsas 66, die halverwege 30 in de spuitbalk 63 uitmondt. De koppeling 69 kan van een type zijn, dat onderlinge verdraaiing van de gekoppelde delen toelaat.
Voor het bereiken van een goede reinigende werking, moeten de spuitmondstukken 64 in de voortbewegings-35 richting (pijl 59) onder een scherpe hoek met de scheepswand worden gericht. Opdat de spuitbalk 63 in beide voortbewegings-richtingen kan werken, dat wil zeggen in de door pijl 59 aangegeven richting en in tegengestelde richting, is de 8004610 -8- spuitbalk 63 verbonden met richtmiddelen 61, waarmee de spuitbalk 63 met de stralen 65 in de voortbewegingsrichting gericht kan worden.
In het uitvoeringsvoorbeeld van fig. 3 wordt 5 dit bereikt, doordat de spuitbalk 63 180° om de dwarsas 66 kan verdraaien. Hiertoe is de dwarsas 66 roteerbaar gemonteerd in op de kop 7 aangebrachte lagerblokken 67. Op de dwarsas 66 is een wormwiel 70 aangebracht, waarop een worm 71 aangrijpt die weer aangebracht is op de uitgaande as 72 10 van een op de kop 7 gemonteerd drijfwerk 73 dat gekoppeld is met een motor 74.
Bij voorkeur worden de instelmiddelen 61 zodanig met de aandrijfmiddelen 3 gekoppeld, dat de spuit-mondstukken 64 automatisch in de goede richting worden 15 gesteld bij het omschakelen van de voortbewegingsrichting.
In fig. 4, 6 en 7 wordt een uitvoeringsvorm getoond, waarbij de spuitbalk 63 om zijn langsas wordt verdraaid om de spuitmondstukken 101 volgens de voortbewegingsrichting van de wagen 2 te richten. Aan de spuitbalk 20 63 zijn draaisteunen 93 bevestigd. De draaisteunen 93 zijn door middel van een scharnierbout 94 verdraaibaar in een gaffel 98 gemonteerd. Een richtcilinder 97 grijpt enerzijds met een bout 99 aan op een uitstekend gedeelte van de draaisteunen 93 en anderzijds op aan de gaffel 98 bevestigde 25 steunen 100. Door het in- resp. uitschuiven van de cilinder 97 worden de draaisteunen en dus de spuitbalk 63 om de scharnierbout 94 verdraaid. In de draaisteunen 93 zijn boogvormige sleuven 95 uitgespaard, waardoorheen zich een met de gaffel 98 verbonden pen 96 uitstrekt. Hierdoor wordt 30 de rotatieslag van de draaisteunen 93 met de spuitbalk 63 beperkt. In fig. 7 is met pijl 101 de hoek aangegeven, waaronder de spuitmondstukken zich ten opzichte van de met de pijl 59 aangegeven bewegingsrichting uitstrekken. Deze hoek is bij voorkeur ongeveer 60°, omdat daarbij een maximaal reinigende 35 werking van de stralenbundels wordt bereikt.
Bij deze uitvoeringsvorm is de gaffel 98 om een zich in de voortbewegingsrichting langs de wand 12 uitstrekkende scharnieras 103 in een vast met de kop 7 8004610 -9- verbonden scharniersteun 102 gelagerd. De gaffel 98 wordt door veren 105 in een horizontale stand/ en daardoor de spuitbalk 63 in een verticale stand gehouden. De veren 105 grijpen elk met ëën einde aan in een oog 106 van de gaffel 98 5 en met het andere einde in een veersteun 104 van de kop 7.
Door deze constructie kan de stand van de spuitbalk 63 zich aanpassen aan de wand 12. Wanneer de afstand tussen een spuitmondstuk en de wand 12 zo klein wordt, dat de uitstroming uit het betreffende mondstuk 10 wordt verstoord, neemt de reactiekracht op de spuitbalk 63 van de uitstromende stralenbundel toe, waardoor de spuitbalk 63 met de gaffel 98 om de scharnieras 103 zal verdraaien, tot zich een nieuwe evenwichtsstand instelt.
In de praktijk bedraagt de druk waaronder het water of 15 eventueel een andere reinigingsvloeistof uit de mondstukken wordt gespoten meer dan 300 bar, terwijl per mondstuk enige tientallen liters water per minuut worden afgegeven.
Hierdoor zijn de optredende reactiekrachten aanzienlijk.
Om te voorkomen, dat de waaiervormige stralen-20 bundels 65 elkaar raken en daardoor eikaars werking wederzijds ongunstig beïnvloeden, worden de mondstukken ten opzichte van elkaar verdraaid, zoals fig. 3 weergeeft, of ten opzichte van elkaar versprongen, zoals in fig. 4 en 6 wordt getoond, op de straalbuis 63 aangebracht.
25 Aan de hand van het vereenvoudigde schakel schema van fig. 8 zal de samenwerking volgens de uitvinding van een aantal bewegingsmiddelen worden verduidelijkt.
Fig. 8 toont een voedingscircuit 108 dat via een keuzeschuif 114 aangesloten kan worden met een aandrijfmotorcircuit 115 30 of een neigcilindercircuit 120.
Het voedingscircuit 108 omvat een door een hoofdmotor 110 aangedreven voedingspomp 111, De voedingspomp 111 zuigt hydraulische olie aan uit het reservoir 109 en perst dit in het circuit. Met de hoofdmotor 110 is eveneens 35 een regelbare en omschakelbare regelpomp 112 verbonden, waarvan de transportcapaciteit en -richting geregeld wordt met de regelmotor 113. Het aandrijfmotorcircuit 115 omvat de door een hydromotor gevormde aandrijfmiddelen 3, en op 8004610 f + % -10- zichzelf bekende noodzakelijke en beveiligingselementen. Wanneer de keuzeschuif 114 in fig. 8 in de naar beneden bewogen stand wordt gezet, waardoor het voedingscircuit direct gekoppeld wordt met het aandrijfmotorcircuit 115, 5 treedt de aandrijfmotor 3 in werking. Door de regelpomp 112 met de regelmotor 113 te regelen, kan de voortbewegings-richting en -snelheid van de wagen 2 worden geregeld- Dat wil zeggen, de snelheid van de wagen 2 kan traploos geregeld worden tussen stilstand en een bepaalde maximum 10 snelheid, en wel in beide richtingen. Met de leidingen 117, 118 van het aandrijfmotorcircuit 115 is een hydraulisch bediende omkeerklep 116 gekoppeld, die de toe- en afvoer van hydraulische olie naar de richtcilinder 97 regelt. Als de regelpomp 112 in een zodanige stand staat, dat leiding 15 118 de drukleiding is, staat de omkeerklep 116 in de getekende stand en wordt de richtcilinder 97 in de uitgeschoven stand onder druk gehouden. Wanneer de werkingsrichting van de pomp 112 wordt omgekeerd, om de rotatierichting van de motor 3, en daardoor de bewegingsrichting van de wagen 2 om te keren, 20 wordt de leiding 117 de drukleiding en wordt de omkeerschuif 116 in de naar beneden bewogen stand geplaatst, waardoor de richtcilinder 97 naar binnen wordt bewogen. Op deze wijze wordt dus automatisch de spuitrichting van de spuitbalk in overeenstemming gebracht met de voortbewegingsrichting van 25 de wagen.
In de hierboven beschreven toestand, dat wil zeggen waarin de keuzeschuif 114 het voedingscircuit 108 met het aandrijfmotorcircuit 115 verbindt, staat geen voedingsdruk op het neigcilindercircuit 120. De omkeerklep 30 121 staat daardoor ten gevolge van de veerdruk in de in fig. 8 getoonde stand. Deze omkeerklep 121 regelt de toevoer en afvoer van hydraulische olie naar de instelcilinder 85.
In deze stand van de instelcilinder 85 zijn de horizontale geleidingswielen 82 met de te behandelen scheepswand, in 35 contact.
Door de keuzeschuif 114 in fig. 8 in de naar boven bewogen stand te verplaatsen, wordt de aandrijfmotor 3 uitgeschakeld en kan de neigcilinder 52 traploos in beide 8004610 -11- richtingen worden bediend. Hierbij is telkens één van de • j leidingen 122, 123 de toevoerleiding en de andere de afvoerleiding. De voedingsdruk komt via de stuurleidingen 124, waarin terugslagkleppen zijn opgenomen, op de omkeer-5 klep 121 te staan, waardoor de omkeerklep 121 in fig. 8 in de naar beneden bewogen stand wordt geplaatst, en de instelcilinder 85 en de verticale geleidirigswielen 81 met de scheepswand in contact brengen. Zodra de keuzeschuif 114 weer in de stand gezet wordt voor het bedienen van de 10 aandrijfmotor 3, wordt de omkeerklep 121 door de veerdruk weer in de getekende stand verplaatst, waardoor de instelcilinder 85 weer de horizontale geleidingswielen 82 met de scheepswand in contact brengen.
Doordat ten gevolge van de keuzeschuif 114 15 telkens alleen de voor een horizontale beweging van de kop 7 zorgende aandrijfmotor 3 of alleen de voor een verticale beweging daarvan zorgende neigcilinder 52 ingeschakeld is, en bovendien automatisch de bij die betreffende beweging behorende geleidingswielen resp. 81, 82 in werking worden 20 gesteld, wordt volgens de uitvinding verzekerd, dat de geleidingswielen nooit dwars op hun rolrichting worden belast.
Doordat de rotatie van de aandrijfmotor 3 in beide richtingen traploos regelbaar is, kan het behandelings-25 orgaan met elke gewenste constante snelheid langs de te behandelen wand worden voortbewogen. Dit is in het bijzonder van belang wanneer het behandelingsorgaan een verfspuit omvat, omdat de kwaliteit van de aangebrachte verflaag afhankelijk is van de voortbewegingssnelheid en de 30 gelijkmatigheid daarvan. Wanneer het behandelingsorgaan bijvoorbeeld een hoge-druk spuitbalk of een gritstraalpijp is, kan weer een optimale snelheid worden ingesteld.
8004610

Claims (13)

1. Dokinrichting, omvattende een bodem voor het ondersteunen van een schip of dergelijke en van de bodem opstaande langswanden, gekenmerkt door een door aandrijf-middelen langs een langswand verrijdbare wagen, een zwenkbaar 5, en neigbaar met de wagen verbonden uitschuifbare arm, zwenken neigmiddelen voor het ten opzichte van de wagen bewegen van de arm, een een behandelingsorgaan dragend, verdraaibaar en kantelbaar met het vrije einde van de arm verbonden kop en kantel- en verdraaiingsmiddelen voor het ten opzichte van 10 de arm bewegen van de kop.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de wagen verrijdbaar is op twee boven elkaar aan de binnenzijde van de langswand bevestigde rails.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het 15 kenmerk, dat de wagen drie wielstellen omvat, waarvan er twee op ëën en dezelfde rail aangrijpen en de derde op de andere rail.
4. Inrichting volgens ëën van de voorgaande conclusies, gekenmerkt door met de zwenkmiddelen verbonden 20 middelen voor het op de kop uitoefenen van een dwars op de rijrichting staande, van de langswand af gerichte voorbelasting.
5. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kantelmiddelen de kop in een vaste kantel- 25 stand houden, onafhankelijk van de neigstand van de arm.
6. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat met de kop door instel-middelen afwisselend in werking te stellen, horizontale en verticale geleidingswielen zijn verbonden.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de instelmiddelen gekoppeld zijn met de neigmiddelen en de aandrijfmiddelen.
8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de zwenk- en neigmiddelen zodanig ten opzichte 8004610 -13- van elkaar zijn geblokkeerd, dat telkens ten minste ëén van die middelen buiten werking is.
9. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het behandelingsorgaan 5 met aandrijfmiddelen voor de wielstellen gekoppelde richtmiddelen omvat.
10. Inrichting volgens éën van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het behandelingsorgaan een van een aantal spui.tmond stukken voorziene hoge-druk 10 spuitbalk omvat, die om een zich in de rijrichting uitstrekkende as verdraaibaar is en door verende middelen in een stabiele middenstand wordt gehouden.
11. Inrichting volgens conclusie 9 en 10, met het kenmerk, dat de richtmiddelen de spuitmondstukken 15 onder een scherpe hoek met de rijrichting houden.
12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de hoek ten minste nagenoeg 60° bedraagt.
13. Inrichting volgens éën van de voorgaande 20 conclusies, met het kenmerk, dat van de aandrijfmiddelen, de zwenk- en neigmiddelen, de kantel- en verdraaiingsmiddelen er althans ëén traploos regelbaar is. 8004610
NL8004610A 1980-08-14 1980-08-14 Dokinrichting. NL8004610A (nl)

Priority Applications (10)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8004610A NL8004610A (nl) 1980-08-14 1980-08-14 Dokinrichting.
EP81200858A EP0046319A1 (en) 1980-08-14 1981-07-29 Dock-borne hull treating device
EP81200857A EP0046318A3 (en) 1980-08-14 1981-07-29 Dock device comprising a carriage carrying an arm and being mobile along a longitudinal wall
US06/290,251 US4445451A (en) 1980-08-14 1981-08-05 Dock device
KR1019810002919A KR830006065A (ko) 1980-08-14 1981-08-11 암을 운반하고 종축벽체에 따라 이동가능한 캐리지로 구성된 독크장치
KR1019810002918A KR850000335B1 (ko) 1980-08-14 1981-08-11 독 크 장 치
PL1981232627A PL132045B1 (en) 1980-08-14 1981-08-13 Dock facility
PL1981232628A PL133030B1 (en) 1980-08-14 1981-08-13 Dock installation
JP56128112A JPS5755287A (en) 1980-08-14 1981-08-14 Dock device
JP56128111A JPS5755286A (en) 1980-08-14 1981-08-14 Dock device

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8004610 1980-08-14
NL8004610A NL8004610A (nl) 1980-08-14 1980-08-14 Dokinrichting.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8004610A true NL8004610A (nl) 1982-03-16

Family

ID=19835737

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8004610A NL8004610A (nl) 1980-08-14 1980-08-14 Dokinrichting.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US4445451A (nl)
EP (2) EP0046318A3 (nl)
JP (2) JPS5755286A (nl)
KR (2) KR850000335B1 (nl)
NL (1) NL8004610A (nl)
PL (2) PL132045B1 (nl)

Families Citing this family (27)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8303794A (nl) * 1983-11-03 1985-06-03 Stork Serv Bv Inrichting voor het behandelen van een wand, zoals een scheepswand.
FR2555954B1 (fr) * 1983-12-01 1987-02-27 Penalba Charles Station autonome de nettoyage de navires de plaisance
US4532878A (en) * 1984-01-06 1985-08-06 Hitachi Zosen Corporation Apparatus for abrasive cleaning
US4570388A (en) * 1984-01-09 1986-02-18 Hitachi Zosen Corporation Apparatus for abrasive cleaning
IT1181188B (it) * 1984-06-22 1987-09-23 Vianova Spa Piattaforma robotizzata per lavaggio, sabbiatura e pitturazione in bacino di carenaggio e costruzione per natanti
FR2612875A1 (fr) * 1987-03-26 1988-09-30 Vanek Michel Procede et dispositif pour nettoyer, lustrer et carener les bateaux, a flot
US5361791A (en) * 1987-05-28 1994-11-08 Crc-Evans Rehabilitation Systems, Inc. Cleaning of the exterior surface of a pipeline to remove coatings
US5226973A (en) * 1987-05-28 1993-07-13 Crc-Evans Rehabilitation Systems, Inc. Hydrocleaning of the exterior surface of a pipeline to remove coatings
US5209245A (en) * 1987-05-28 1993-05-11 Crc-Evans Rehabilitation Systems, Inc. Hydrocleaning of the exterior surface of a pipeline to remove coatings
US5265634A (en) * 1987-05-28 1993-11-30 Crc-Evans Rehabilitation Systems, Inc. Cleaning of the exterior surface of a pipeline to remove coatings
US5178171A (en) * 1987-05-28 1993-01-12 Crc-Evans Rehabilitation Systems, Inc. Hydrocleaning of the exterior surface of a pipeline to remove coatings
US5520734A (en) * 1989-07-17 1996-05-28 Crc-Evans Rehabilitation Systems, Inc. High pressure water jet cleaner and coating applicator
US5458683A (en) * 1989-07-17 1995-10-17 Crc-Evans Rehabilitation Systems, Inc. Device for surface cleaning, surface preparation and coating applications
US6461231B1 (en) 1990-08-14 2002-10-08 Crc-Evans Rehabilitation Systems, Inc. Air abrasive blast line travel machine
US5540172A (en) * 1995-03-16 1996-07-30 Mmc Compliance Engineering, Inc. Apparatus for performing external surface work on underside of ship hull
US5685767A (en) * 1995-06-30 1997-11-11 Dentinite, L.L.C. Sandblasting apparatus
US5884642A (en) * 1997-08-07 1999-03-23 Broadbent Spray Rentals Remotely controlled pressurized liquid dispensing mobile unit
GB9915148D0 (en) * 1999-06-30 1999-09-01 Hudd Adrian G Improvements relating to boat maintenance
US7934467B2 (en) * 2004-02-02 2011-05-03 John Stephen Morton Cost effective automated preparation and coating methodology for large surfaces
GB2429904B (en) * 2005-09-08 2010-08-25 Lone Oak Invest Ltd Improvements to apparatus for cleaning the hull of a floating vessel
US20070079743A1 (en) * 2005-10-11 2007-04-12 Lone Oak Investments Limited Apparatus for cleaning the hull of a floating vessel
EP2305556B1 (en) * 2009-09-30 2013-05-15 Wals Diving & Marine Service Device for cleaning by way of a fluid jet a submerged surface of a marine construction from mussels and other organisms
US8894467B2 (en) * 2011-06-23 2014-11-25 Robert J. Santure Surface media blasting system and method
US9827650B2 (en) * 2011-06-23 2017-11-28 Robert J Santure Surface media blaster
AT513237B1 (de) * 2012-05-07 2015-08-15 Palfinger Systems Gmbh Werkzeughalterung
HK1172197A2 (en) * 2012-06-01 2013-04-12 Wls Intellectual Property Ltd Improvements in building components and structures
PL443366A1 (pl) * 2022-12-30 2023-09-25 Główny Instytut Górnictwa Sposób otrzymywania polimerobetonu oraz polimerobeton

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
SE324744B (nl) * 1968-06-05 1970-06-08 Rollab Ab
US3738284A (en) * 1971-04-23 1973-06-12 Komatsu Mfg Co Ltd Longitudinally and transversally movable truck
GB1337059A (en) * 1971-11-10 1973-11-14 Seiwa Kiko Co Ltd Dockyard stage installation
DE2304751B2 (de) * 1973-02-01 1980-01-31 Paul 4740 Oelde Hammelmann Gerät zum Reinigen oder Konservieren von senkrechten oder geneigten Flächen, insbesondere von Bordwänden
NL7316929A (nl) * 1973-12-11 1975-06-13 Delnoz Maastrich Maschf Inrichting voor het behandelen van een scheepshuid.
GB1594211A (en) * 1976-11-25 1981-07-30 Laing John Services Access apparatus
FR2378713A1 (fr) * 1976-11-25 1978-08-25 Laing & Son Ltd John Appareil d'acces, notamment pour traiter la coque d'un navire
DE2920541C3 (de) * 1978-06-01 1981-11-19 Marinkonsult Hans Lundberg AB, Trelleborg Vorrichtung zum Behandeln von Schiffskörpern
JPS5847224B2 (ja) * 1978-10-07 1983-10-21 三井造船株式会社 船舶および水中構築物の水中自動塗装装置
DE2849040C2 (de) * 1978-11-11 1982-06-16 Paul 4740 Oelde Hammelmann Gerät zum Reinigen oder Konservieren von senkrechten oder geneigten Flächen, insbesondere Schiffsbordwänden

Also Published As

Publication number Publication date
PL232628A1 (nl) 1982-04-26
JPS5755287A (en) 1982-04-02
PL132045B1 (en) 1985-01-31
PL232627A1 (nl) 1982-04-26
JPS5755286A (en) 1982-04-02
KR830006065A (ko) 1983-09-17
KR830006064A (ko) 1983-09-17
EP0046319A1 (en) 1982-02-24
EP0046318A2 (en) 1982-02-24
EP0046318A3 (en) 1982-03-03
PL133030B1 (en) 1985-05-31
KR850000335B1 (ko) 1985-03-21
US4445451A (en) 1984-05-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8004610A (nl) Dokinrichting.
SU805940A3 (ru) Судовое аппарельное устройство
CN1891590B (zh) 搬运设备
US8459384B2 (en) Climbing robot for travelling over adhesive surfaces
US20120187752A1 (en) Climbing Robot for Travelling over Adhesive Surfaces
US4139970A (en) Abrasive cleaning apparatus
US3548541A (en) Supporting and manipulating equipment for shot blasting apparatus
PL87275B1 (nl)
US5320121A (en) Vehicle washing system
US6626376B1 (en) Spray coating device
US3623902A (en) Method of moving a working station with reference to a substantially vertical surface
CA1304312C (en) Transfer apparatus
US2905262A (en) Mast control and deck leveling means for vehicle supported mast structure
CN114375814A (zh) 一种卷盘喷灌机的装车或卸车方法
JP4110778B2 (ja) 移動体使用の搬送設備
US5095929A (en) Rail tank car cleaning system
JPH09111729A (ja) 洗浄装置
US4294188A (en) Hydraulically operated access equipment
JP2000060268A5 (nl)
JPH07164393A (ja) ウォータージェット機
CA2292725A1 (en) Device for milling or enlarging the inside diameter or the inside contour of an earthwork
GB2113080A (en) Device for cleaning hulls and tanks
SU737552A1 (ru) Машина дл мойки поверхностей
GB2155771A (en) Apparatus for treating an underwater surface
EP0202513A1 (en) Brushing and washing machine

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed