NL8004180A - Werkwijze voor het meten van de positie van een kop voor het lezen en schrijven van informaties op een drager tenopzichte van een referentiepositie daarvan, en inrichting voor het in praktijk brengen van deze werkwijze. - Google Patents

Werkwijze voor het meten van de positie van een kop voor het lezen en schrijven van informaties op een drager tenopzichte van een referentiepositie daarvan, en inrichting voor het in praktijk brengen van deze werkwijze. Download PDF

Info

Publication number
NL8004180A
NL8004180A NL8004180A NL8004180A NL8004180A NL 8004180 A NL8004180 A NL 8004180A NL 8004180 A NL8004180 A NL 8004180A NL 8004180 A NL8004180 A NL 8004180A NL 8004180 A NL8004180 A NL 8004180A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
signal
integral
odd
zones
head
Prior art date
Application number
NL8004180A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Cii Honeywell Bull
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cii Honeywell Bull filed Critical Cii Honeywell Bull
Publication of NL8004180A publication Critical patent/NL8004180A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B5/00Recording by magnetisation or demagnetisation of a record carrier; Reproducing by magnetic means; Record carriers therefor
    • G11B5/48Disposition or mounting of heads or head supports relative to record carriers ; arrangements of heads, e.g. for scanning the record carrier to increase the relative speed
    • G11B5/58Disposition or mounting of heads or head supports relative to record carriers ; arrangements of heads, e.g. for scanning the record carrier to increase the relative speed with provision for moving the head for the purpose of maintaining alignment of the head relative to the record carrier during transducing operation, e.g. to compensate for surface irregularities of the latter or for track following
    • G11B5/596Disposition or mounting of heads or head supports relative to record carriers ; arrangements of heads, e.g. for scanning the record carrier to increase the relative speed with provision for moving the head for the purpose of maintaining alignment of the head relative to the record carrier during transducing operation, e.g. to compensate for surface irregularities of the latter or for track following for track following on disks
    • G11B5/59633Servo formatting
    • G11B5/59655Sector, sample or burst servo format

Landscapes

  • Moving Of The Head To Find And Align With The Track (AREA)

Description

: i f m
Werkwijze voor het meten van de positie van een kop voor het lezen en schrijven van informaties op een drager tenopzichte van een referentiepositie daarvan, en inrichting voor het in praktijk brengen van deze werkwijze.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het meten van de positie van een kop voor het lezen en schrijven van informaties op een drager tenopzichte van een referentiepositie daarvan en op een inrichting voor het in prak-5 tijk brengen van de werkwijze. De uitvinding is in het bijzonder van toepassing op positiebedieningsinrichtingen van de lees-schrijf-koppen van de schrijf geheugens, gebruikt in de informatieverwer-kingsstelsels en in het bijzonder op alle positiebedieningsinrichtingen van de lees-schrijf-koppen of leeskoppen van de informaties 10 van een willekeurige drager.
In dergelijke stelsels gebruikt men meer en meer magnetische schrijfgeheugens vanwege hun opslag kapaciteit en de betrekkelijk korte tijd, gevormd door de magnetische lees-schrijfkoppen voor toegang tot een informatie, aanwezig op een 15 willekeurig punt van de schrijven uitgaande van het ogenblik waarop zij de order ontvangen om toegang tot deze informatie te geven.
Men weet, dat de magnetische schrijven de informatie bedragen in de gecodeerde vorm op concentrische cirkelvormige registreerbanen, waarvan de grootte niet groter is dan 20 enkele honderdsten van millimeters en welke zijn aangebracht op hun twee vlakken.
De meest frequent gebruikte codes zijn de binaire codes.
Men geeft de banen aan door deze een order-25 nummer j te geven, waarbij j een geheel getal is dat varieert van 8004180 * w 2
N
nul tot N -1, waarbij N het totale aantal registreerbanen is.
Men noemt een adres de gecodeerde uitdrukking van het ordemummer j van een baan.
Voor het toelaten van het lezen of schrijven 5 van informatie, zijn de magnetische koppen aangebracht aan elke zijde van de schijven op een afstand van enkele tienden van microns daarvan.
De magnetische schijven worden aangedreven door een elektromotor met constante rotatiesnelheid.
10 Bij de gebruikelijke praktijk en in het bijzonder in het geval van geheugens, welke slechts een beperkt aantal schrijven dragen, wordt de informatie geregistreerd op elk van de vlakken daarvan op de volgende wijze. Een maximum aan plaats wordt gereserveerd voor het registreren van informatie of gege-15 vens, bestemd om te worden verwerkt door het informatieverwerkings-stelsel, waartoe deze geheugens behoren, waarbij deze gegevens "te verwerken gegevens" worden genoemd ter vereenvoudiging. Een minimum aan plaats wordt gereserveerd enerzijds voor registratie van.de adressen van de banen, en anderzijds voor de registratie 20 van informatie, noodzakelijk voor de positiebediening boven de banen, van de magnetische kop of koppen, behorende bij dat vlak, welke laatste informatie "positie-informatie" wordt genoemd ter vereenvoudiging. Men zal in het volgende onder de naam van ver-wijzingsinformatie van de banen evengoed de adressen daarvan als 25 de positie-informatie aangeven.
Ter vereenvoudiging beschouwd men een enkel vlak van een schijf D en men onderstelt, dat een enkele magnetische kop TEL daarbij behoort. Deze lees of schrijft evengoed de "te ' verwerken gegevens" als de verwijzingsinformatie van de banen.
30 In de gebruikelijke praktijd, zoals deze bijvoorbeeld is beschreven in de Franse Octrooiaanvrage 78-29847 van 19 oktober 1978 van aanvrager, en als Europese Octrooiaanvrage 79-400748.4 ingediend op 15 oktober 1979, wordt de informatie, aanwezig op elk vlak van de schijf bij voorkeur verdeelt over ge-35 lijke en aangrenzende cirkelvormige sectoren SQ, S^, ..., 8004180
v *. V
' - 3 ». ·.
S ,....., sn_j· Gewoonlijk wordt een vlak van een schijf verdeeld in verscheidene tientallen sectoren (meestal veertig of vijftig).
Wanneer het vlak van de magnetische schijf loopt langs de magnetische kop, die daarbij behoort, wordt de 5 sector Sg gelezen door de op voorafgaande aan de sector S^, de sector Sj voor de sector enzov. Hen zegt dan, dat de sector Sg voorafgaat aan de sector S^, dat de sector voorafgaat aan de sector S^, dat de sector voorafgaat aan de sector (ofwel dat de sector volgt op de sector enzov.
10 Wanneer men in het algemeen twee informaties I en I beschouwd, welke elkaar volgen bij een baan van het
K“ X JC
ordemummer j van dit vlak, zegt men dat de informatie voor afgaat aan de informatie I, indien deze wordt gelezen door de kop
JC
TEL voorafgaand aan deze laatste, ofwel dat de informatie 1^ volgt 15 op de informatie I, .. De redenering is eveneens gelding voor ver- JC—1 scheidene informatiegroepen en G^
Elke sector is verdeeld in twee ongelijke gebieden. Het grootste gebied bevat de "te verwerken gegevens" terwijl het kleinste gebied de verwijzingsinformatie van de banen 20 bevat. Voor elke is het kleinste gebied verdeeld in een aantal zones, welke "referentiezones" worden genoemd en in aantal tenminste gelijk zijn aan het aantal banen, waarbij elke baan van ordemummer j behoort bij een eerste zone ZEP. ., en een tweede
iD
zone ZEP... . .. Deze twee zones worden de "naburige zones" geril + 1) · 25 noemd. De grens daartussen valt samen met de as Ax_. van cirkelvormige symmetrie van de baan met ordemummer j. In de praktijk is de werkelijke positie van deze as bepaald met een nauwkeurigheid (een tolerantie) gelijk aan een betrekkelijk gering deel van de baangrootte. Indien het ordemummer j van een baan even is, is 30 de referentiezone ZEP. . een even zone en is de referentiezone ZEP. ,.
ij i(l+l) een oneven zone. Indien omgekeerd het ordemummer j oneven is, is de zone ZEP. . een oneven zone terwijl de zone ZEP.,.... een even il i(l+l) zone.
Men weet, dat de magnetische lees-schrijf-35 koppen een magnetische keten omvatten, waaromheen een wikkeling is 8004180 - ' 4 % geplaatst en welke is voorzien van een luchtspleet. Deze heeft een nauwkeurig rechthoekige vorm en zijn lengte is veel groter dan zijn breedte. Hij is van de order van grootte van de radiale breedte van de referentiebanen en zones (de referentiezones en banen hebben 5 dezelfde breedte). Voor het aflezen van de te verwerken gegevens, van een baan met ordemummer j, evenals de verwijzingsinformaties van de banen, aanwezig in de twee zones ZRP^ en ZKP beho rende bij deze baan wordt de luchtspleet van de lees-schrijfkop dwars geplaatst op de magnetische as Ax.. van de baan (dat wil zeg-10 gen evenwijdig aan de radiale breedte daarvan). Om de te verwerken gegevens van deze baan te lezen (of te schrijven) met het maximum aan nauwkeurigheid, blijft de kop onbeweeglijk met betrekking tot de baan gedurende de tijd nodig voor het lezen van het geheel of·een deel van de gegevens welke hij bevat, en is het 15 nodig dat de luchtspleet volmaakt gecentreerd blijft op de magnetische as Αχ^, welke de grens vormt tussen de twee referentiezones ZRP^ en ZHP^ ^ . Men zegt eveneens, dat de lees-schrijfkop TEL het lezen of schrijven van de verwijzingsinformaties uitvoert van de banen, aanwezig in deze twee zones, geplaatst ter 20 weerszijden daarvan.
Het is bekend, dat een logische elektrisch signaal slechts twee waarden kan aannemen, namelijk "logische nul" of "logische een" en dat een analoog elektrisch signaal varieert op continue wijze tussen twee positieve en/of negatieve 25 grenswaarden.
Het is bekend om voor het registreren van willekeurige informaties op het vlak van de schijf D, door middel van de magnetische kop TEL, die daarbij behoort, op elk van de banen en elk van de referentiezones een opeenvolging van elemen-30 taire magnetische domeinen te vormen, van variabele lengte, verdeeld over de gehele lengte van elke baan en van elke zone en met alternatief magnetische inducties van dezelfde modules, en van tegengestelde richting.
De grens tussen twee magnetische domeinen, 35 welke elkaar opvolgen langs een baan of een zone vormt dus een 8004180 ' / * 5 wijziging van magnetisatierichting, welke eveneens "magnetische overgang" wordt genoemd.
Een magnetische overgang kan twee verschillende naturen hebben, te weten: 5 wanneer het vlak van de schijf loopt langs de kop TEL en deze opeenvolgend ziet passeren een elementair magnetisch domein waar de inductie negatief is en vervolgens een elementair magnetisch domein waar de inductie positief is, zegt men dat de betreffende magnetische overgang positief is.
10 wanneer in tegedeel de kop TEL opeenvolgend ziet passeren een elementair domein met positieve inductie en vervolgens een domein met negatieve inductie, zegt men dat de magnetische overgang negatief is.
Een voorkeursschrijfmethode van verwijzings-15 informaties van banen aanwezig in de referentiezones is die, zoals beschreven in de bovengenoemde Franse Octrooiaanvrage 78.29847.
Volgens deze methode wordt alle verwijzings-informatie van de banen van een referentiezone bepaald door een dubbele magnetische overgang, waarvan de eerste van tegengesteld 20 teken is als de tweede, terwijl de waarde van de informatie een functie is van de afwezigheid of aanwezigheid van de dubbele overgang, welke daarmee overeenkomt. Zoals in de bovengenoemde octrooiaanvrage is beschreven, zijn de positie-informaties van elke referentiezone aanwezig in een deel PPOS. In het bijzonder geeft 25 men met PPOS. . het deel aan van de referentiezones ZRP.. dat de i: id positieinformaties bevat. Dat deel PPOS^ wordt zelf voorafgegaan door een deel dat in het bijzonder het adres van de baan met order-nummer j bevat.
Elk deel PPOS bevat een opeenvolging van 30 m cellen van een zelfde lengte, welke worden gekenmerkt door het feit dat er afwisselend aanwezigheid en afwezigheid is van dubbele magnetische overgang voor opvolgende cellen. De schrijfmethode van de positie-informaties is identiek waarbij het gaat om een even referentiezone of een oneven referentiezone, waarbij de positie-35 informaties eenvoudig zijn verschoven van een cel naar een andere.
a Π Λ L 4 O Π ' ’ 6
Aldus bevatten voor elke even referentiezone de cellen van oneven rang, welke oneven cellen worden genoemd (eerste, derde, vijfde, enzov.) cellen van het betreffende deel PPOS niet een dubbele over-gang, terwijl de cellen van evenrang, welke evencellen worden 5 genoemd, deze bevatten. Voor elke oneven referentiezone bevatten de oneven cellen een dubbele overgang terwijl de even cellen die niet bevatten.
Als de even of oneven cellen van een deel PPOS een zelfde lengte hebben, is de tijd gedurende welke zij 10 passeren langs de leeskop TEL identiek van cel tot cel en wordt aangegeven met T.
Wanneer de luchtspleet van de kop TEL volmaakt is gecentreerd op een deel PPOS van een even referentiezone en dat deel loopt langs de kop TEL, is het signaal S geleverd
P
15 daardoor, periodiek met periode P =2T. Voor elke periode is het signaal van een spanning nul gedurende de eerste halve periode (hetgeen overeenkomt met het passeren van oneven cellen) en samengesteld uit twee analogen impulsen van tegengesteld teken, met gelijke absolute waarden van de amplitude met een zelfde waarde 20 AMP gedurende de tweede halve periode.
Wanneer de luchtspleet van de kop TEL geheel is gecentreerd op het deel PPOS van een oneven referentiezone, is het signaal S, geleverd door de kop periodiek met een periode P +2T. Voor elke periode is het samengesteld uit twee analogen 25 impulsen van tegengesteld teken,met gelijke absolute waarden van amplitude van een waarde AMP gedurende de eerste halve periode (hetgeen overeenkomt met het passeren van de oneven cellen) en met een spanning nul gedurende de tweede halve periode (hetgeen overeenkomt met het passeren van de even cellen).
30 Het signaal wordt het even signaal genoemd en het signaal wordt het oneven signaal genoemd.
Men ziet dat deze twee signalen periodiek zijn, met dezelfde periode P en in de tijd verschoven over een halve periode.
35 8004180 * - 7
Men beschouwd twee naburige referentiezones ZRE\ ^ en ^ waarbij een willekeurige daarvan even en de andere oneven is, waarbij de referentiezone ZRP. . het meest nabij het midden van de schijf is (hoe hoger het ordemummer j 5 van een baan is, hoe dichter deze baan bij het midden van de schijf is).
Men geeft met POS^ de positie aan van de kop TEL waar zijn luchtspleet geheel is gelegen tegenover (volmaakt gecentreerd op) het deel PPOS^ van de zone ZRP^. welke 10 het dichts bij het midden van de schijf ligt.
Men geeft met POS3 de positie aan van de kop TEL, waar zijn luchtspleet geheel is gelegen tegenover (volmaakt gecentreerd op) het deel PPOS^^ ^ van de zone ZRP_^_._^ welke het meest verwijderd is van het midden van de schijf.
15 Wanneer de kop een willekeurige positie in neemt tussen de posities POS1 en POS3, is een gedeelte x^ van het oppervlak van de luchtspleet geplaatst tegenover de even referentiezone, terwijl een deel van hetzelfde oppervlak zich bevindt tegenover de oneven referentiezone met ^ 0 < x'2 < 1 en (x^ + x^) = 1.
Aangezien de luchtspleet van nauwkeurig rechthoekige vorm is, is zijn oppervlak evenredig met zijn lengte (deze is nauwkeurig gelijk aan de radiale breedte van een baan, zoals in het bovenstaande is aangegeven). Indien dus 3/4 van de
Cé O
lengte van de luchtspleet zich bevindt boven de even referentiezone, verkrijgt men xA = 3/4 = 0,75 en x2 = (1-3/4)=0,25.
Het signaal S geleverd door de kop onder 1? 30 deze omstandigheden, kan worden beschouwd als de algebralische som van een evengedeelte Si overeenkomend met de leessignalgen van de positie-informaties van de even zone, welke passeert voor het gedeelte x^ van het oppervlak van de luchtspleet, en een oneven gedeelte S2 overeenkomend met de leessignalen van de positie-iri- 35 O Λ rt Z 4 O Λ 8 formaties van de oneven zone, welke passeert langs het gedeelte x^ van het oppervlak van de luchtspleet. Men weet dat voor een gegeven informatie de spanning van het signaal, geleverd door een magnetische leeskop, varieert lineair als functie van het gedeelte 5 x van het oppervlak van zijn luchtspleet, dat zich bevindt tegenover de genoemde informatie.
Men heeft dus: S1 = X1 x sp sn S2 - x2 x %p.
bus is S - s + S - x, S + x S met x +x - 1.
10
Hieruit resulteert, dat evenals bij de signalen S en SJ , de signalen S. en S. dezelfde vorm hebben, p imp 1 2 evenals dezelfde periode P en zijn verschoven in de tijd over een halve periode.
15
Resumerend omvat elke periode P van het signaal in de eerste plaats een halve periode samengesteld uit twee analogen impulsen van tegengesteld teken welke het even gedeelte van het signaal vormen, waarvan de absolute waarde van de amplitude gelijk is aan x. x AM^en in de tweede plaats een 20 1 halve periode samengesteld uit twee analogen inpulsen van tegengesteld teken welke het onoven gedeelte van het signalen vormen, waarvan de absolute waarde van de amplitude gelijk is aan xx AMP.
De gemiddelde waarde van het signaal S ,
25 T
berekend over deze periode (evenals over een geheel aantal perioden) is nul evenals zijn integraal, berekend over hetzelfde tijdinterval.
Men kan dus niet de positie van de kop TEL
tussen de standen POS^ en POS^ (hierin de posities zelf begrepen) afleiden door het berekenen van hetzij de integraal van het sig-30 naai ST, hetzij de gemiddelde waarde van de spanning van het signaal.
Men weet, dat het schijvengeheugen een inrichting bevat voor het verplaatsen in de minimum mogelijke tijd, van de kop vanaf een uitgangsbaan naar een aankomstbaan van order-35 8004180 ' " 9 nummer j, waarvan men de "te verwerken gegevens" wil lezen.
Een dergelijke inrichting is bijvoorbeeld beschreven in de Franse Octrooiaanvrage 79-23579 ingediend op 21 september 1979. Zodra de genoemde inrichting de kop heeft geplaatst tegenover de as Ax_.
5 van de baan, is het van belang de kop "ter weerszijden" op deze as te handhaven zodanig dat het lezen van de "te verwerken gegevens" van deze baan wordt uitgevoerd met het maximum aan nauwkeurigheid, waarbij de amplitude van de signalen een maximum is, gedurende de gehele duur, nodig voor dit lezen. Dit betekent ge-10 durende deze tijd, dat de luchtspleet volmaakt moet zijn gecentreerd op de genoemde as, dat wil zeggen dat x^ = x^ = 0,5. Deze positie wordt weergegeven door POS„. Het is duidelijk'dat hoe verder de
^ I
luchtspleet van de kop daarvan wordt verwijderd, door te worden verplaatst hetzij naar de positie POS^ hetzij naar de positie 15 POS3, des te groter zijn de risico's van fouten zowel bij het schrijven als bij het lezen van de te verwerken gegevens.
• Het is dus buitengewoon belangrijk, uitgaande van het ogenblik waarop de kop wordt geplaatst tegenover de baan met ordernummer j door de genoemde verplaatstingsinrichting, 20 om met nauwkeurigheid de positie te kennen welke hij inneemt (welke zijn luchtspleet inneemt) tussen de posities POS^ en POS^ (deze posities daarin begrepen). Wanneer de grens tussen twee delen POS.. en PPOS... . van twee naburige even en oneven zones * 13 r \ j — 1 i loopt voor de luchtspleet van de kop langs, waarbij deze een 25 willekeurige positie inneemt tussen de posities POS^ en POS^ (daarin deze posities zelf begrepen) zegt men dat de kop (of zijn luchtspleet) is geplaatst "in de nabijheid van deze grens".
Het doel van de werkwijze volgens de uitvinding en de inrichting daartoe is het leveren van analogen in-30 formatie welke de werkelijke positie bepaalt ingenomen door de luchtspleet(en dus door de kop) tenopzichte van de referentiepo-sitie POS2 bepaald door een grens tussen twee naburige even en oneven zones.
Deze analoge informatie wordt overgedragen 35 naar een positiebedieningsinrichting, waarvan het doel is om de 8004180 • ' 10 kop TEL "ter weerszijde" te houden van deze grens gedurende de gehele duur nodig voor het lezen van het geheel of een deel van de "te verwerken gegevens" aanwezig op de baan waarvan de as is samengebracht met deze grens.
5 De werkwijze volgens de uitvinding is als volgt. Men richt alle impulsen van de even en oneven delen en gelijk zodanig, dat alle impulsen van het deel zijn van een teken tegengesteld aan dat van de impulsen van het deel S^· Men verkrijgt zodoende een periodiek signaal SAS met periode 10 P, waarvan men de integraal berekend over een integreerinterval gelijk aan een geheel aantal perioden, van een duur ten hoogste gelijk aan de leestijd van alle positie-informaties van de genoemde naburige even en oneven zones. De waarde van de integraal voor de referentie-positie bepaald zijn nulwaarde, welke ook "nul van de 15 integraal" wordt genoemd. Dit brengt in overweging, dat de integraal gelijk is aan nul voor de onderste grens van het integreerinterval. Onder deze omstandigheden bepaalt de waarde van de integraal de positie, ingenomen door de kop. Met een gegeven positie komt een enkele waarde van de integraal overeen.
20 Volgens de uitvinding wordt de werkwijze voor het meten van de positie van de lees-schrij fkop tenopzichte van een referentiepositie van een drager van informaties gedragen door een aantal banen en voorzien van een hulpstelsel van positie-informaties ingeschreven binnen de groep van referentiezones, waar-25 bij elke baan samenwerkt met tenminste twee zones, terwijl de referentiepositie wordt bepaald door tenminste een grens tussen twee naburige even en oneven zones, terwijl het signaal geleverd door de kop in de nabijheid van deze grens gelijk is aan de som van een even gedeelte en een oneven gedeelte met een zelfde pe-30 riode P en in de tijd onderling verschoven, waarbij deze twee delen respectievelijk overeenkomen met de leessignalen van de positie-informaties van de genoemde even en oneven zones, gekenmerkt doordat alle impulsen van het even gedeelte worden voorzien van een eerste bepaald teken en alle impulsen van het oneven gedeelte S2 35 800 Λ 180 11 worden voorzien van een tweede bepaald teken tegengesteld aan het eerste, teneinde een signaal SAS van dezelfde periode P te verkrijgen, terwijl de integraal van het signaal SAS wordt berekend over een gegeven integreerinterval van een duur ten hoogste ge-5 lijk aan de leestijd van alle positie-informaties van een zone, waarbij de waarde van de integraal welke de referentie positie bepaald, gelijk is aan de waarde van de integraal voor de ondergrens van het integreerinterval, waarbij de positie, ingenomen door de kop tenopzichte van de referentiepositie, wordt bepaald 10 door de waarde van de integraal.
De uitvinding zal aan de hand van de tekening in het volgende nader worden toegelicht.
Fig. toont een samenstel van figuren la tot ld en geeft een voorkeursuitvoering van verdeling van informaties 15 op een vlak van een magnetische registratiedrager zoals een magnetische schijf.
Fig. 2 toont hoe de informaties zijn verdeeld binnen een referentiezone van het genoemde vlak van de schijf D.
Fig. 3 is een samenstel van figuren 3a en 20 3b en toont de voorkeursschrijfwijze van de verwijzingsinformaties van de banen op het genoemde vlak, binnen een referentiezone daarvan.
Fig. 4 toont de delen welke de positie-informaties bevatten van de twee naburige even en oneven referentie-25 zones van het genoemde vlak, waarbij de even referentiezone het dichtste bij het midden van de schijf is gelegen.
Fig. 4a toont hoe de positie-informaties van deze twee even en oneven referentiezones zijn verdeeld.
Fig. 4b toont de signalen geleverd door de 30 lees-schrijfkop voor verschillende posities, welke hij inneemt in de nabijheid van de grens tussen deze twee zones.
Fig. 5 toont de delen, welke de positie-informaties bevatten van twee naburige even en oneven referentiezones waarbij de oneven referentiezone het dichtst bij het midden 35 van de schijf is gelegen.
8004180 12
Fig. 5a toont hoe de positie-informaties van deze twee even en oneven zones zijn verdeeld.
Fig. 5b toont de signalen geleverd door de leeskop voor verschillende posities ingenomen daardoor in de na-5 bijheid van de grens tussen deze twee zones.
Fig. 6 toont het principe van de werkwijze voor het meten van de positie van de lees-schrijfkop tenopzichte van een referentiepositie van de drager bepaald door de grens tussen twee naburige even en oneven referentiezones.
10 Fig. 6a toont het principe van deze werk wijze waarbij de even referentiezone het dichtst bij het midden van de schijf is.
Fig. 6b toont het principe van de werkwijze •volgens de uitvinding wanneer de oneven referentiezone het dichtst 15 bij het midden van de schijf is.
Fig. 7 toont de kromme, representatief voor de variatie van de integraal welke de positie geeft van de genoemde kop als functie van de positie, ingenomen daardoor in de nabijheid van de referentiepositie.
20 Fig. 8a en 8b tonen principe schema's van twee uitvoeringsvoorbeelden vand e uitvinding voor het toepassen van de werkwijze volgens de uitvinding.
Fig. 9 geeft een tijdschema van signalen afgenomen op verschillende plaatsen van een willekeurige van de 25 twee inrichtingen weergegeven in figuren 8a en 8b.
Fig. 10 toont een detailschema van een deel van een willekeurige van de inrichtingen volgens figuren 8 en 8b.
Voor een beter begrip van de principes van samenstelling en werking van de inrichting voor het in praktijd 30 brengen van de werkwijze volgens de uitvinding, is het nuttig te verwijzen naar figuren la tot ld, 2, 3a en 3b, 4a en 4b, en 5a en 5b, welke enerzijds tonen hoe de positie-informaties worden ingeschreven binnen de referentiezones van het vlak van de magnetische schijf D, volgens een voorkeursschrijfmethode van de 35 8004180 ' 13 ♦ 4 informaties (figuren la tot ld, 2, 3a, 3b, 4a en 5a) en anderzijds de aard van de signalen, geleverd door de lees-schrijfkop TEL wanneer deze verschillende posities inneemt in de nabijheid van de grens tussen twee naburige even en oneven referentiezones 5 (figuren 4b en 5b).
In figuur la heeft men het vlak van de magnetische schijf D aangegeven, welke roteerd in de richting van de pijl F, waarvan het bruikbare registreerdoppervlak wordt beperkt door de cirkels d^ en d2* Men bepaald op dit vlak n gelijke 10 en naburige cirkelsectoren S^, S^,..., S^, Si+1,—sn_i*
Zoals men duidelijker kan zien in figuur 1b wordt elke sector verdeeld in twee delen SAD^ en SDOi waar respectievelijk zijn geregistreerd de verwijzingsinformaties van de banen en de "te verwerken gegevens" door het informatieverwerkingsstelsel, waarbij 15 het schijvengeheugen behoort, dat de schijf D bevat. Het oppervlak van het deel SAD^ is veel kleiner dan het oppervlak van het deel SDO..
i
De figuren lc en ld tonen in detail de wijze, waarop de delen SAD^ van de sectoren zijn gevormd. Zij zijn 20 een vergroot aanzicht van het gedeelte SAD^ van de sector gelegen binnen de cirkel C. Elk deel SAD. van een sector S. is ver- 11 deeld in N+l referentiezones ZRP.Λ,... ZRP. ., ...ZRP.„ (er wordt
ïO ij iN
aan herrinnerd dat N het aantal registreerbanen van het vlak van de schijf D is).
25 In de figuren lc en ld heeft men voor de eenvoud slechts de eerste vijf zones ZRP^q tot ZRP^ aangegeven, weergegeven met rechthoeken. Men ziet duidelijk in deze zelfde figuren, dat de cirkelvormige assen Ax^ van de registreerbanen samen vallen met de grenzen tussen de verschillende zones ZKE\ ^.
30 Bij elke magnetische baan van ordemummer j met de as Ax^ behoren de zones ZRP.. en ZRP... .. zoals dit in dit bovenstaande is be-13 i(3+l) schreven. Evenzo behoren bij de baan van ordemummer 0 de zones ZRP^q en ZRP_^, bij de baan van ordemummer 1 de zones ZRE\ ^ en ZRP , enzov.
35 Elke zone ZKP^ bevat de verwijzingsinfor- 8004180 14 maties van de baan van orde-nummer j (adres en positie-informatie). Evenzo bevat de zone ZRP^q de verwijzingsinformaties van de baan van orde-nummer 0, de zone ZRE\ ^ de verwijzingsinformaties van de baan van ordenummer 1, de zone ZRP^ de verwij zingsinformaties van 5 de baan van ordenummer 2, enzov.
Men beschouwd in figuur 2 een referentie- zone ZRPj_j waarbij de richting van passeren van de schijf D is aangegeven door de pijl F. De positie-informaties zijn aanwezig in het gedeelte PPOS,. van de zone zoals in het bovenstaande is i] 10 beschreven, terwijl de rest van de zone voorafgaand aan het gedeelte PPOS^j speciaal het adres van de baan van ordenummer j bevat.
De referentiezone ZRP„ wordt voorafgegaan door een zone ZB^_., de zogenaamde blanke zone, welke het gedeelte 15 SDCK van de sector beëindigd, welke de "te behandelen gegevens" bevat. In deze blanke zone ZB^ is de magnetisch inductie uniform en is bijvoorbeeld negatief.
Het begin van de zone ZRP^_. wordt aangegeven met de referentie DZ^. Dit wordt gevormd door een verandering van 20 de magnetische inductie tussen de zone ZKP.. waar de inductie bij-voorbeeld negatief is, en het eerste magnetische domein DM^ van de zone ZRP„ waar de magnetische inductie positief is.
Zoals men kan zien in figuren 3a en 3b is alle verwijzingsinformatie van de banen en in het bijzonder alle 25 posities-informatie aanwezig in een cel C. en behaald door de aan-
JC
wezigheid of afwezigheid van een dubbele magnetische overgang, waarbij de eerste overgang van tegengesteld teken is als de tweede overgang
Bijvoorbeeld is de eerste overgang 30 positief (zie fig. 3a) terwijl de tweede overgang negatief is. De codering van de positie-informaties van het gedeelte PPOS. . van de zone ZRP„ is bijvoorbeeld zodanig gekozen, dat de informatie van de cel gelijk is aan 1 in het geval van aanwezigheid van de dubbele overgang (fig. 3a) terwijl deze gelijk is aan 0 in het 35 geval van afwezigheid daarvan, welke afwezigheid wordt omgezet door 8004180 15 een uniforme magnetische inductie, bijvoorbeeld negatief, in de cel welke deze informatie van de waarde nul bevat (zie fig. 3b).
Men beschouwd figuren 4a en 5a, welke respectievelijk enerzijds de gedeelten PPOS^ en PPOS^^ ^ van de twee zones ZRP^ en ZRP weergeven, en anderzijds de gedeel- 5 ten PPOS. . en PPOSvan de zones ZRP.. en ZRP... .,. Voor iD 1(3+1) iD i (3+1) het gemak van de redenering stelt men dat de zone ZRP^ even is en dat de twee zones ZRP. en ZRP. .. oneven zijn.
1(3-1) i(3+l>
Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig.
4a en 5a bevatten de gedeelten PPOS.., PPOS. ,. ., PPOS.,.
13 i(3-l) i (3+1) 10 twaalf cellen tot C^, welke de positie-informaties bevatten.
Het gedeelte PPOS^_. bevat de positie-informaties 1.., X > n, * * * l*i / 3I j2 3k 312
Het gedeelte PPOS^_._^ bevat de positie-informaties —. I(j_I)12.
15 Het gedeelte PPOS^ bevat de positie- informaties I(J+1)j,...I(j+1)k,..-I(3+I)12.
Men ziet dat de oneven cellen C., CL... c„„ 1 3 11 van het gedeelte PPOS. . de positie-informaties I.., I_____ 1
^ 3l 33 3II
bevat gelijk aan nul, terwijl de even cellen C_ tot C.„ de positie- 20 ^ informaties l_.2 tot I12 gelijk aan één bevatten.
De oneven cellen tot van de gedeelten ΡΡ03.(._υ en PPOS^bevatten positie-informaties I
tot 1(j-1)11 en I(J+1)1 tot 1(j+1)11 gelijk aan één terwijl de cellen C2 tot C12 van even orde van deze zelfde gedeelten de po- 25 sitie-informaties I(j_1)2 tot Ι(>1) J2 an I(j+J)2 tot X(j+1) 12 bevatten welke gelijk aan nul zijn.
Men bevestigd aldus, dat de schrijfmethode van de positie-informaties aanwezig in de gedeelten PPOS ener- ij zijds en in PPOSi(j_1} en PPOSi(j+1) anderzijds identiek is aan 30 hetgeen optreedt bij een even of oneven zone, zoals in het bovenstaande is beschreven.
Men beschouwd nu de figuren 4b en 5b.
8004180 16
Wanneer de kop TEL met zijn luchtspleet volledig is gecentreerd op het gedeelte PPOS^_. van de zone ZRP^, welke als even is onderstelt, (positie POS^ in figuur 4a en positie POS- in fig., 5a) levert hij een signaal S * SPOS, in fig.
j pi c 4b en S = SPOS, in fig. 5b. Wanneer de oneven cellen C. tot C., p 3 1 11 lopen langs de kop, is de spanning van het signaal S nul, dat J? wil zeggen tussen de ogenblikken tg tot t^, 12 tot t3,.. ,t1Q tot t^. Wanneer de even cellen tot C^2 eronder lopen langs de kop, dat wil zeggen tussen de ogenblikken t^ tot t2, t^ tot t^ eronder, ... t^ tot t^, heeft het signaal S de vorm van twee analogen impulsen van tegengesteld teken en met dezelfde absolute waarde AMP van amplitude. Zoals boven is beschreven, is het signaal. periodiek en zijn periode P is gelijk aan t2~tg = t4~t2 = ... t^2 - t^g. De gemiddelde waarde van de spanning van het sig-15 naai S , berekend over een tijdinterval gelijk aan een geheel aantal perioden is nul.
Wanneer de kop TEL met zijn luchtspleet volledig is gecentreerd op het gedeelte PPOS^^^^ (of PPOS^^) van de oneven zone ZRP^_. ^ (hetgeen overeenkomt met de positie 2o POS3 in fig. 3a en de postitie POS^ in fig. 5a) levert hij een signaal gelijk aan SPOS3 in fig. 4b en aan SPOS^ in fig. 5b.
Tijdens het passeren van de oneven cellen hetzij tussen de ogenblikken t. t,,...t,. tot t.., heeft het signaal S. de vorm van Ul 1U ll imp twee analogen inpulsen van tegengesteld teken en met gelijke ab- 25 solute amplitude waarde AMP. Tijdens het passeren van de even cellen hetzij tussen de ogenblikken t^ t2,... t^ tot t^2, is de spanning van het signaal S. nul. Het signaal S, is periodiek imp imp met een periode P en is gelijk aan t2 tot tg = ... t^2 tot t^g.
Men ziet dat de gemiddelde waarde van de spanning van dit signaal 30 s. genomen over een tijdinterval gelijk aan een geheel aantal perioden, nul is.
Wanneer de kop TEL met zijn luchtspleet volmaakt is gecentreerd op de grens tussen de gedeelten PPOS^ en PPOS^j ^ of op de grens tussen de gedeelten PPOS^ en PPOS^^+^ 35 8004180 17 (Hetgeen overeenkomt met de positie PPS^ in figuren 4a en 5a) is het geleverde signaal SPOS^ van nauwkeurig cynischvormige uitvoering. Dit is gevormd uit een opeenvolging van positieve en negatieve analoge impulsen met gelijke absolute 5 implitude waarde van 0r5 AMP. In dit speciale geval en alleen in dit geval is de periode van het signaal gelijk aan P/2. Men ziet dat de gemiddelde waarde van de spanning van dit signaal SPOSj nul is, terwijl men dit berekend over een geheel aantal perioden.
Wanneer de kop TEL een positie inneemt 10 zodanig dat het grootste deel van het oppervlak van de luchtspleet is gelegen boven het gedeelte PPOS.. van een even zone, hetgeen overeenkomt met hetzij de positie POS^ in fig. 4a hetzij met de positie POS^ in fig. 5a (in het hiergetoond voorbeeld is 3/4 van het oppervlak van de luchtspleet geplaatst tegenover het 15 gedeelte PPS^ van de even zone en 1/4 van het resterende oppervlak tegenover hetzij het gedeelte PPOS^^ hetzij het gedeelte PPOS^j+^ van de oneven zone), bestaat het signaal dat door de kop wordt geleverd, namelijk SPOS^ in fig. 4b of SPOS^ in fig. 5b, uit twee analoge impulsen van tegengesteld teken met absolute 20 amplitude waarde van 0,25 AMP tussen de ogenblikken tg tot t^»... t^g tot t^ (tijdens het passeren van de oneven cellen) en twee analoge impulsen van tegengesteld teken met absolute amplitude waarde van 0,75 AMP tussen de ogenblikken t^ tot t2...t^ tot t^ (tijdens het passeren van de even cellen).
25 Wanneer de kop TEL een positie innneemt waar bij het grootste deel van zijn oppervlak is gelegen tegenover het gedeelte PPOS.^__^ of FPOS^van een oneven zone, hetgeen overeenkomt met de positie POS,. in fig. 4a en POS. in fig. 5a (in het hier gegeven voorbeeld is 3/4 van het oppervlak van de luchtspleet 30 geplaatst tegenover het gedeelte PPOS^^ of PPOS^ van de oneven zone) bestaat het signaal, dat de kop levert, namelijk SPOS,. in fig. 4b en SP0S4 in fig. 5b, uit twee analoge impulsen van tegengesteld teken met gelijke absolute amplitude waarde van 0,75 AMP tussen de ogenblikken tg tot tj,...t^g tot t^ en twee 35 analoge impulsen van tegengesteld teken met gelijke absolute ampli- 8004180 - ‘ 18 tudewaarde gelijk aan 0,25 AMP tussen de ogenblikken tot t2, ...t.. tot t.„ eronder. Men ziet dat de signalen SPOS. en SPOS_ 11 12 45 periodiek zijn met een periode p = -tQ =t4-t2 = tg -t = ... t12 " t10 = De 9emiddelde waarde van de spanning van deze 5 signalen berekend over een geheel aantal perioden p is nul.
Indien op algemene wijze SPOSm het signaal aangeeft, geleverd door de kop TEL wanneer deze een willekeurige positie P0Sm inneemt tussen de posities POS^ en POS^, deze daarbij begrepen, verkrijgt men de vergelijking (1) zoals in het bovenstaande 10 aangegeven, te weten SPOS = S. + S„= x, x S. + x„ xS. met (x. + x„)=l, m 1 2 1 ï 2 imp 1 2 waarbij x^ en x2 respectievelijk het gedeelte weergeven van het oppervlak van de luchtspleet, geplaatst respectievelijk tegenover het gedeelte PPOS,, van de even zone en PPOS... .. of PPOS... „.
15 30 1(3-1) i (j+1) van de oneven zone.
Aldus heeft men voor de positie P0S4 in fig. 4b of PPOS,. in fig. 5b aldus x^ = 0,75 en x2 = 0,25. Tussen de ogenblikken tn tot t., t„ tot t_, enzov. SPOS = 0,75 x S. + 0 1 2 o m i 0,25 x S, bij S. = 0 dus SPOS = 0,25 S. . In het bijzonder wan-20 imp i m imp neer de impuls, bijvoorbeeld positief, van zijn maximum waarde + AMP bereikt, heeft men SPOS^ = 0,25 x AMP. Op dezelfde wijze zal men aantonen dat tussen de ogenblikken t^ tot t2, t^ tot t^, enzov.
SPOS = 0,75 S. (want S. is dan gelijk aan nul). m 1 imp
Een identieke redenering kan worden uitge- 25 voerd voor de positie POS^ overeenkomend met de positie POS,, in fig. 4b en POS4 in fig. 5b, waarbij wordt aangetoond dat SPOS^ = 0,75 SiTn tussen de ogenblikken t^ tot t^, t2 tot t^, enzov., en gelijk is aan 0,25 x S. tussen de ogenblikken t. tot t„, t_ tot t_, 1 1 z J o enzov.
30
Het is duidelijk dat de waarde van de integraal van het gehele signaal SPOS^ weergegeven in fig. 4b en 5b, berekend over een geheel aantal perioden P nul is.
Fig. 6a, 6b en 7 tonen het principe van
de meetmethode volgens de uitvinding, van de positie van de kop TEL
35 8004180 19 tenopzichte van een van de referentieposities bepaald hetzij door de as Ax.. ^ van een baan welke oneven wordt ondersteld, hetzij door de as Ax. van een baan welke even wordt ondersteld.
J
Volgens deze werkwijze: 5 I) A De referentiepositie wordt bepaald door de as AXj_^ of Ax^+^ van een baan van oneven ordernummer (zie fig. 6a en 4a en 4b).
1. Men voorziet met een zelfde eerste teken, bijvoorbeeld positief, elk van de analoge impulsen van het even gedeelte S^ van het signaal SPOS^. Met andere woorden worden alle 10 analoge impulsen van het signaal SPOSm, tussen de ogenblikken t^ en tj/.-.t^ en t^ beschouwd als positief.
2. Men voorziet van een zelfde tweede teken, bijvoorbeeld negatief, elk van de analoge impulsen van het oneven gedeelte S^, welk teken tegengesteld is aan dat van de impulsen van 15 het even gedeelte van het signaal SPOS^. Met andere woorden worden alle analoge impulsen van het signaal SPOS^ tussen de ogenblikken tQ en t^,...t^g en t^, beschouwd als negatief.
Het signaal SPOS van fig. 4b wordt omgezet in een signaal SAS van fig. 6a, waarbij de signalen SPOS. tot m 1 20 SPOS,. worden omgezet in signalen SAS^ tot SAS,..
B. De referentiepositie wordt bepaald door de as Ax_. van een baan van even ordenummer (zie fig. 6b en fig. 5a en 5b).
1. Men levert een eerste teken, bijvoorbeeld 25 positief, aan elk van de analoge impulsen van het oneven gedeelte S^ van het signaal SPOS^. Met andere woorden worden alle analoge impulsen van het signaal SPOS^ tussen de ogenblikken tg en t^,— t^g en als positief beschouwd.
2’. Men geeft een zelfde tweede teken, bij- 30 voorbeeld negatief, aan elk van de analoge impulsen van het even gedeelte S^, welk teken tegengesteld aan dat van de impulsen van het orieven gedeelte S„ van liet signaal SPOS . Met andere woorden ώ m worden alle analoge impulsen van dit signaal tussen de ogenblikken t^ en t2,... t^ en t^» als negatief beschouwd. Zoals in het voor-35 800 41 go 20 gaande geval wordt het signaal SPOS^ van fig. 5h omgezet in een signaal SAS van fig. 6b, waarbij de signalen SPOS, tot SPOS_ worden m l b omgezet in de signalen SAS. tot SAS_.
1 o
Wanneer de referentiepositie wordt bepaald 5 door een as overeenkomend met een baan van even of oneven orde-nummer, ziet men, dat een eerste teken wordt geleverd aan alle impulsen van het even gedeelte S^ van het signaal SPOS^ en van een tweede teken, tegengesteld aan het eerste, bij alle inpulsen van het oneven gedeelte S^ van dit zelfde signaal, en dat neerkomt op 10 het gelijkrichten van het even gedeelte S^ evenals het oneven gedeelte S^.
In fig. 6a en 6b heeft men de signalen aangegeven, geleverd aan elk van de impulsen van de signalen SAS^ tot sas5.
15 II. Men integreert het signaal SAS^ over een intgreerinterval gelijk aan het gehele aantal perioden, ten hoogste gelijk aan een interval t^ “ t^ (zes perioden in het hierbeschre-ven uitvoeringsvoorbeeld). Het is duidelijk dat dit integreerinter-val identiek blijft hoe ook de gedeelten PPOS^ en PPOS^^ ^ of 20 PP0Si(j+i) ziön in de nabijheid waarvan de kop TEL wordt verplaatst. Men zal zich herrinneren, dat men per definitie aangeeft dat de waarde van de integraal voor de referentiepositie de nul van de integraal definieert, dat wil zeggen dat men beschouwd dat de waarde van de integraal voor de ondergrens van het integreerinterval nul 25 is.
Stel nu IPOS de integraal van het signaal SAS^ berekend over het genoemde integreerinterval.
Zoals men in fig. 7 kan zien, varieert de waarde van de integraal IPOS als functie van de positie POS^, in- 30 genomen door de kop. Men ziet buitendien (in verband met fig.6a en 6b) dat de keuze, uitgevoerd voor het toewijzen van de tekens
aan de even en oneven gedeelten S. en S, van het signaal SPOS
12 m even goed in het geval van een referentiepositie gedefinieerd door een as Ax. , (of Ax. ,) overeenkomend met een baan van oneven orde- 3-1 3+1 35 8004180 21 nummer, voert tot het verkrijgen van een zelfde kromme van variatie van de integraal IPOS als functie van de positie POS,m waarbij de integraal steeds hetzelfde teken heeft en dezelfde absolute waarde voor een zelfde positie POSm. Voor de positie POSj (signaal SAS) is 5 de integraal IPOS positief en heeft een maximum waarde I^+ terwijl voor de positie POS^ (het signaal SAS^) de integraal negatief is en een minimum waarde I^_ heeft met |l^+ = |lM_ |.
Zoals in het bovenstaande is opgemerkt, is de integraal IPOS nul voor de positie POS2 (signaal SAS2) en res-10 pectievelijk gelijk aan 1^ en I^ (signalen SAS^ en SAS,.) voor de posities POS^ en POS,., met |l^ = I^|
In fig. 8a ziet men de essentiële samenstellende elementen van een eerste uitvoeringsvorm van de inrichting voor het in praktijk brengen van de werkwijze volgens de ***' uitvinding.
Deze elementen zijn in de eerste plaats de organen AFSIG voor het aangeven van een eerste en een tweede bepaald teken aan de impulsen van de even en oneven gedeelten S. en S, van het signaal SPOS , in de tweede plaats de organen SIGPARj voor het beïnvloeden van genoemde eerste en tweede tekens als functie van de pariteit van de baan, waarvan de as de referentie-positie definieerd, verder de integreerinrichting DISINTEG, welke de integraal IPOS berekend, en de opeenvolgingsinrichting SEQ, welke het integreerinterval van de inrichting DISINTEG definieert.
O c J De tekentoewijsorganen AFSIG ontvangen het signaal SPOS^ geleverd door de kop TEL en het signaal SPAR geleverd door de organen SIGPARj. Zij leveren het signaal SAS^ aan de integreerinrichting DISINGEG en dit hoe ook de gedeelten PPOS^ en PP0S^j_j^ of PPOS^^) zijn, in de nabijheid van de grens daartussen zich de kop TEL bevindt.
De inrichting DISINTEG integreert het signaal SAS over een integreerinterval ?, -t, (zie eveneens fig. 9) m j it gelijk aan een geheel aantal perioden P (4 in het geval van de hier- beschreven uitvoeringsvorm) en levert een signaal, dat de integraal 35 8004180 22 IPOS (zie fig. 7 en 9) geeft. In het bijzonder wanneer de refe-rentiepositie wordt bepaald door de as Ax. en wanneer de kop TEL zich bevindt tegenover de referentiezones ZRP^j en ZEP^^+jj van de sector S., geeft men de waarde van deze integraal IPOS aan met 5 IPOS... ij
Deze laatste wordt overgedragen naar de positie-bedieningsinrichting van het geheugen, waartoe de schijf D behoort. Hij wordt geblokkeerd door de inrichting DISINTEG vanaf het ogenblik^ tot aan het ogenblik waarop de kop TEL zich bevindt tegen-10 over het begin van de gedeelten PPOS^.+^j en PP0S^+j^ Cj+1) Van de zones ZRP,..,.. en ZRP,. llW., van de sector S.L1 welke (j+l)j (ï+l)(j+l) ï+l, volgt op de sector S.. Dit ogenblik is het ogenblik ^ waar het naar nul terugbrengen van de inrichting DISINTEG begint, welk terugbrengen naar nul eindigt op het ogenblik^2 (zie fig· 7 en 9). I5 De opeenvolginginrichting SEQ bepaalt de ogenblik- tent, ? en(3,en hij wordt enerzijds bestuurd door een signaal ZPOS, dat een impuls is gelijk aan "een logische waarde" gedurende een tijdinterval {Cgelijk aan de tijd gevormd door de gedeelten PPOS^j en PP0S.^+j^ om te passeren langs de 20 kop TEL (met andere woorden is dit interval gelijk aan de leestijd van deze gedeelten) en anderzijds door een rechthoekig periodiek signaal HPOS (zie fig. 9) waarvan de verkrijgingswijzen worden bepaald in de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van de organen AFSIG.
25 Deze organen omvatten de generator GENC, de detector DETECT van nul doorgang van het signaal SPOS^, de deler DIV, en de vermenigvuldiger MULT.
De generator GENC ontvangt het signaal SP0Sm en levert een stroom Ic evenredig met de spanning daarvan. Deze stroom 30 wordt gezonden naar de vermenigvuldiger MOLT.
Volgens een voorkeursuitvoering werkt de generator GENC op differentiële wijze, dat wil zeggen dat hij een stroom +Ic/2 levert op een van zijn uitgangsklemmen en een stroom -1/2 op de andere uitgangsklem, zoals men kan zien in fig. 8a.
35 8004180 2·3
De nuldoorgangsdetector DETECT ontvangt het signaal SPOS^ (zie fig. 9 waar dit signaal het signaal SPOS^ is), detecteert elke nuldoorgang daarvan en levert een rechthoekig periodiek signaal SO, waarvan de periode gelijk is aan een halve 5 periode P/2 van het signaal SPOS^.
Zoals men ziet in fig. 9, passeert het signaal SO bij elke nuldoorgang van het signaal SPOS^ hetzij van nul naar een logische één, hetzij van één naar de logische nul.
De deler DIV ontvangt het signaal SO en deelt 10 zijn frequentie door 2, waardoor het signaal HPOS wordt geleverd, dat enerzijds wordt toegevoerd aan de opeenvolgingsinrichting SEQ en anderzijds naar de vermenigvuldiger MULT. Deze laatste ontvangt buitendien de stroom I en een signaal SPAR geleverd door
O
de organen SIGPAR^, aangevend dat de as, welke de referentiepositie 15 definieerd welke de kop TEL moet innemen, de as van een even of oneven baan is. De vermenigvuldiger MULT levert dan het signaal SAS^ aangegeven in fig. 6a indien de genoemde as die van een oneven baan is en het signaal SAS^ weergegeven in fig. 6b indien de genoemde as die van een even baan is.
20 De integreerinrichting DISINTEG omvat de nulterug- stelinrichting RAZ, de integrator INTEG, de blokkeerinrichting BLOC, en de versterker AMPLI.
De nulterugstelinrichting RAZ wordt bestuurd door het signaal SRAZ geleverd door de opeenvolgingsinrichting SEQ.
25 Dit signaal is gelijk aan een logische één tussen de ogenblikken vTV De inrichting RAZ brengt de integrator INTEG terug naar nul tussen deze zelfde ogenblikken.
De integrator INTEG wordt bestuurd door het signaal SINT geleverd door de opeenvolgingsinrichting SEQ. Dit signaal is
/O fS
30 gelijk aan een logische één tussen de ogenblikken („ en / _ en gelijk aan eenlogische nul buiten het tijdinterval βηζ^· De integrator INTEG is kapacitief en zijn uitgangssignaal INT wordt versterkt door de versterker AMPLI welke het signaal IPOS levert. In het bijzonder wanneer de referentiepositie wordt bepaald door de as 35 Axj van een baan met ordenummer j en de kop zich bevindt tegenover 8004180 24 twee referentiezones ZRP.. en ZRP.,. .,. van de sector S., wordt ij i het uitgangssignaal van de integrator INTEG aangegeven met INT.. en het uitgangssignaal van de versterker AMPLI door IPOS^j. Het verloop als functie van de tijd bij de signalen INT^j en IPOS^j 5 is identiek en is weergeven in fig. 9.
Bij de tweede uitvoeringsvorm van de inrichting voor het in praktijk brengen van de werkwijze volgens de uitvinding, aangegeven in fig. 8b, zijn de organen SIGPARj weggelaten en vervangen door organen SIGPAR^, in serie verbonden met de uitgang 10 van de versterker AMPLI. De andere elementen van deze tweede uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, namelijk AFSIG, SEQ en DISINTEG zijn strikt identiek aan die van de inrichting volgens fig. 8a. Het signaal geleverd door de inrichting DISINTEG, wordt aangegeven met INTG.
15 Wanneer de as voor het bepalen van de referentie- positie die zal zijn van een baan van even ordenummer of die van een baan van onoven ordenummer, is het signaal SAS^ zo dat de impulsen van het gedeelte worden beschouwd als negatief (overeenkomend met de cellen C^t C^, ... tot C^) terwijl de impulsen 20 van het oneven gedeelte S2 worden beschouwd als positief (overeenkomend met de cellen Cj, C^,... tot Cjj). De gekozen tekens zijn dus die als aangegeven in fig. 6b.
Het is duidelijk dat onder deze omstandigheden: a) wanneer de as voor het bepalen van de referen-25 tiepositie overeenkomt met een baan van even ordenummer (gesteld te zijn de as Ax^), wordt de kromme representatief voor het signaal INTG (fig. 8b) geleverd door de integreerinrichting DISINTEG als functie van de positie ingenomen door de kop, gegeven door de getrokken kromme Cj in fig. 7 (deze representatieve kromme is 30 eveneens die van het signaal INT geleverd door de integrator INTEG).
b) wanneer de as voor het bepalen van de refe-rentiepositie overeenkomt met een baan van oneven ordenummer,gesteld hier te zijn de as Ax^_^ (of Ax^.+^), wordt de representatieve kromme van het signaal INTG) evenals die van het sig- 35 8004180 2-5 β »» naai INT) gegeven door de gestippeld getekende kromme syme-trisöh ten opzichte van de voorafgaande tenopzichte van de ordi-naatas IPOS = 0.
Het doel van de organen SIGPAE^ is dus het verme-5 nigvuldigen van het signaal INTG: a) met +1 indien de as voor het bepalen van de referentiepositie overeenkomt met een baan van even ordenummer; b) met -1 indien de as voor het bepalen van de referentiepositie overeenkomt met een baan van onoven ordenummer.
10 Het signaal geleverd door SIGPAB^ is dan het sig naal IPOS, waarvan de representatieve kromme de getrokken kromme Cj van fig. 7 is.
Fig. 10 toont meer in detail de stroomgenerator GENC, de vermenigvuldiger MULT, de nulterugstelinrichting RAZ en 15 de integrator INTEG en de blokkeerinrichting BLOC, welke elementen gemeenschappelijk zijn voor de inrichtingen van fig. 8a en 8b.
De generator GENC omvat identieke stroomgeneratoren Gj en G£ voor het bepalen van de polarisatiestromen wanneer het signaal SP0Sm nul is, evenals identieke transistors TGj en TG2, 20 geschakeld met gemeenschappelijke ementair, waarvan de polarisatiestromen worden geleverd door de generator G^ en de generator De gemeenschappelijke emiterweerstand van de transistors TGj en TG2 is de weerstand RE. Hun basis ontvangen het signaal SPOS^.
De vermenigvuldiger MULT omvat twee paren identieke 25 transistorsTRj en TR2, TR^ en TR^. De emmiteurs van elk paar zijn onderling verbonden en verbonden met de collectors van de transistors TGj en TG2. De collectors van de transistors TGj en TG2. De collectors van de transistors TRj en TR^ enerzijds en van TR2 en tr4 anderzijds zijn onderling verbonden en respectievelijk verbonden 30 via weerstanden RCj en RC2 met een bron van positieve polarisatie-spanning, gelijk aan +12 volt.
De basis van de transistors TRj en TR^ ontvangen het signaal HPOS, dat men gelijk stelt aan a, waarbij a gelijk is aan + of - één.
35 8004180 « 26
Op de gemeenschappelijke collectors van de transistors TR en TR^, en TR2 en TR^, ontvangt men een stroom a x AI evenredig met de spanning van het signaal SAS of -* c m A I = K > x v(SPOS)+i / waarbij I een constante is, ^ c c\ o o 5 gelijk is aan x RE, oi. een evenredigheidscoefficient is en waar v(SPOS) de spanning is van het signaal SPOSm·
De identieke schakelaars IN^ en IN^ (bijvoorbeeld veldeffecttransistorschakelaars) worden bestuurd door de blokkeerinrichting BLOC. Zij worden gesloten in het tijdinterval 10 tussen de ogenblikken en L 2 gedurende hetwelk de integratie plaatsvindt van het signaal SAS^ (en dit wanneer de kop zich bevindt tegenover de twee gedeelten PPOS.. en PPOS... ,, van de 13 i(3+l) twee referentiezones ZRP.. en ZRP. ..,., van een zelfde sector S ).
13 i(j+l) ^ 1
De schakelaars IN. en IN zijn geopend op het ogenblik V* en 1 Δ o 15 dit totaan het ogenblik X ^ waar de integratie begint van het signaal SAS^ geleverd door de vermenigvuldiger MULT wanneer de kop TEL zich bevindt tegenover de delen PPOS,.,,. en PPOS .. „. ,. ,.
a (i+l) (i+l)(3+I) van de referentiezones ZRP...... en ZRP ....... .. van de sector (1+D3 (1+1)(3+1) S^+^ welke volgt op de sector S^ op het vlak van de schijf D.
20 De schakelaar IN^ is parallel verbonden met het capacitieve integreerelement INTEG. Hij wordt bestuurd door het nulterugstelsignaal RAZ en wordt gesloten tussen de ogenblikken X ^ en X en sluit aldus het capacitieve element INTEG kort, dat zich ontlaadt. Het signaal INT ontvangen op de klemmen van het 25 capacitieve element INTEG, wordt gezonden naar de versterker AMPLI.
8004180

Claims (5)

1. Werkwijze voor het meten van de positie van een lees-schrijfkop ten opzichte van een referentiepositie van een drager van informaties gedragen door een aantal banen en 5 voorzien van een hulpstelsel van positie-informaties ingeschreven binnen groepen van referentiezones, waarbij elke baan behoort bij tenminste twee zones, terwijl de referentiepositie wordt bepaald door tenminste een grens tussen twee naburige even en oneven zones, terwijl het signaal van lezen van de positie-informaties 10 geleverd door de kop in de nabijheid van die grens gelijk is aan de algebraïsche som van een even gedeelte en een oneven gedeelte S2 met. dezelfde periode P en onderling in de tijd verschoven, waarbij deze gedeelten respectievelijk overeenkomen met de signalen van het lezen van de positie-informaties in de genoemde even en 15 oneven zones, met het kenmerk, dat in de eerste plaats aan alle impulsen van het even gedeelte een bepaald zelfde eerste teken wordt geleverd en aan alle impulsen van het oneven gedeelte S2 een bepaald zelfde tweede teken tegengesteld aan het eerste teneinde een signaal SAS met periode P te verkrijgen, en in de tweede plaats 20 de integraal van het signaal SAS wordt berekend over een integreer-interval ten hoogste gelijk aan de leestijd van de positie-informaties van de genoemde zones, waarbij de waarde van de integraal voor het bepalen van de referentiepositie gelijk is aan de waarde van de integraal voor de ondergrens van het integreerinterval, 25 terwijl de positie ingenomen door de kop ten opzichte van de referentiepositie wordt bepaald door de waarde van de integraal.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de informatiedrager een magnetische schijf is waarvan de informaties zijn verdeeld op tenminste één van zijn vlakken, binnen een aantal 30 aangrenzende sectoren, terwijl twee naburige even en oneven referentiezones behoren bij elke baan in elke sector waarbij de even en oneven gedeelten S^ en S2 van het signaal geleverd door de kop, zijn verschoven in de tijd over een halve periode, met het kenmerk, dat voor elke sector S^ in de eerste plaats de integraal van het 35 signaal SAS nul is voor de referentiepositie, in de tweede plaats 8004180 25 i de integraal wordt beschouwd als nul voor de ondergrens van het integreerinterval, en in de derde plaats de waarde van de integraal wordt geblokkeerd aan het einde van het integreerinterval.
3. Inrichting voor het in praktijk brengen 5 van de werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk/ dat organen AFSIG aanwezig zijn voor het ontvangen van het signaal geleverd door de kop, voor het leveren van een bepaald eerste en tweede teken aan de impulsen van de even en oneven gedeelten Sj en S2 en het leveren van het signaal SAS voor elke sector S^ 10 een integreerinrichting DISINTEG voor het ontvangen van het signaal SAS, waarbij een waarde nul wordt gegeven aan de genoemde integraal voor de ondergrens L ^ van het integreerinterval voor het berekenen van de integraal IPOS van het signaal SAS en het blokkeren daarvan op zijn verkregen waarde voor de bovengrens van het integreer-15 interval, een opeenvolgingsinrichting SEQ bestuurd door de organen AFSIG en het zenden naar de inrichting DISINTEG van een eerste signaal dat enerzijds een ogenblik bepaalt waarop het op de waarde nul brengen van de genoemde integraal begint en anderzijds een ogenblik x2 en een tweede signaal dat de ondergrens Lj en 20 bovengrens van het integreerinterval bepaalt, en organen SIGPAI^ om te reageren op de genoemde eerste en tweede tekens als functie van de pariteit van het ordenummer van de baan waarvan de as samenvalt met de grens tussen de twee naburige even en oneven zones, welke de referentiepositie bepaalt.
4. Inrichting voor het in praktijk brengen van de werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat organen AFSIG aanwezig zijn voor het ontvangen van het signaal geleverd door de kop, voor het geven van een eerste en tweede bepaald teken aan de impulsen van de even en oneven gedeelten en 30 S2 en het leveren van het signaal SAS voor elke sector S^, een integreerinrichting DISINTEG voor het ontvangen van het signaal SAS voor het geven van de waarde nul aan de genoemde integraal voor de ondergrens \->2 van het integreerinterval voor het berekenen van de integraal INTG van het signaal SAS en het blokkeren daar-35 van op zijn waarde voor de bovengrens van het integreerinterval, 8004180 • ' 29 een opeenvolgingsinrichting SEQ bestuurd door de organen AFSIG en het sturen naar de inrichting DISINTEG van een eerste signaal voor het bepalen enerzijds van het ogenblik waarop het op een waarde nül brengen van de genoemde integraal begint, en anderzijds 5 het ogenblik l^, en een tweede signaal dat de ondergrens en bovengrens ^2 en X3 van bet integreerinterval bepaalt, en organen SIGPAR2 voor het ontvangen van het signaal INTG geleverd door de inrichting DISINTEG en het reageren op het teken van dit laatste als functie van de pariteit van het ordenummer van de baan waarvan 10 de as samenvalt met de grens tussen de twee naburige even en oneven zones welke de referentiepositie bepalen welke organen de integraal IPOS leveren.
5. Werkwijze en inrichting in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekening. 800 4 1 80
NL8004180A 1979-11-19 1980-07-21 Werkwijze voor het meten van de positie van een kop voor het lezen en schrijven van informaties op een drager tenopzichte van een referentiepositie daarvan, en inrichting voor het in praktijk brengen van deze werkwijze. NL8004180A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FR7928421A FR2470425A1 (fr) 1979-11-19 1979-11-19 Procede pour mesurer la position d'une tete de lecture-ecriture des informations d'un support par rapport a une position de reference de celui-ci et dispositif pour le mettre en oeuvre
FR7928421 1979-11-19

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8004180A true NL8004180A (nl) 1981-06-16

Family

ID=9231817

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8004180A NL8004180A (nl) 1979-11-19 1980-07-21 Werkwijze voor het meten van de positie van een kop voor het lezen en schrijven van informaties op een drager tenopzichte van een referentiepositie daarvan, en inrichting voor het in praktijk brengen van deze werkwijze.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US4400746A (nl)
JP (1) JPS5693148A (nl)
DE (1) DE3043650A1 (nl)
FR (1) FR2470425A1 (nl)
GB (1) GB2065335B (nl)
IT (1) IT1193992B (nl)
NL (1) NL8004180A (nl)
SE (1) SE450606B (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1983001859A1 (en) * 1981-11-16 1983-05-26 Dma Systems Corp Track identification code recording method
FR2557722B1 (fr) * 1983-12-30 1986-04-11 Bull Sa Procede d'ecriture d'informations sur un support d'enregistrement
US4608618A (en) * 1984-10-25 1986-08-26 Verbatim Corporation Digital alignment diagnostic disk
FR2593633B1 (fr) * 1986-01-27 1988-04-29 Sagem Procede d'ecriture et de lecture d'une piste magnetique, notamment pour l'asservissement positionnel de tetes magnetiques; support magnetique comportant au moins une telle piste; procede d'asservissement positionnel de tetes magnetiques mettant en oeuvre de telles pistes
FR2615995A1 (fr) * 1987-05-27 1988-12-02 Bull Sa Mode d'ecriture d'informations sur un support d'enregistrement magnetique
US5341255A (en) * 1990-10-17 1994-08-23 Seagate Technology, Inc. Disc drive head positioning servo system with coherent adjacent track magnetic patterns
JP1677395S (nl) 2020-05-22 2021-01-25
JP1686932S (nl) 2020-05-22 2021-05-31
JP1686862S (nl) 2020-05-22 2021-05-31

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3479664A (en) * 1965-12-28 1969-11-18 Data Products Corp Servo positioning system
US3534344A (en) * 1967-12-21 1970-10-13 Ibm Method and apparatus for recording and detecting information
US3609562A (en) * 1970-07-17 1971-09-28 Ibm Synchronized demodulator
FR2346806A1 (fr) * 1976-03-31 1977-10-28 Honeywell Bull Soc Ind Mode d'ecriture d'adresses sur un support d'enregist rement magnetique
FR2365178A1 (fr) * 1976-09-20 1978-04-14 Cii Honeywell Bull Procede de lecture d'adresses sur un support d'enregistrement magnetique et dispositif pour le mettre en oeuvre
US4101942A (en) * 1976-10-15 1978-07-18 Xerox Corporation Track following servo system and track following code
US4130844A (en) * 1976-10-26 1978-12-19 Xerox Corporation Method and means for tracking magnetic tracks
US4208679A (en) * 1978-02-28 1980-06-17 Digital Equipment Corporation Transducer positioning system for rotating disk drive units
JPS54119215A (en) * 1978-03-09 1979-09-17 Toshiba Corp Magnetic disc apparatus
FR2439435A1 (fr) * 1978-10-19 1980-05-16 Cii Honeywell Bull Mode d'ecriture d'informations sur un support d'enregistrement magnetique

Also Published As

Publication number Publication date
IT8025876A0 (it) 1980-11-11
SE8006591L (sv) 1981-05-20
DE3043650C2 (nl) 1988-08-18
IT1193992B (it) 1988-08-31
GB2065335B (en) 1983-09-01
DE3043650A1 (de) 1981-09-17
FR2470425A1 (fr) 1981-05-29
GB2065335A (en) 1981-06-24
JPS6232551B2 (nl) 1987-07-15
US4400746A (en) 1983-08-23
JPS5693148A (en) 1981-07-28
FR2470425B1 (nl) 1983-08-26
SE450606B (sv) 1987-07-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5689384A (en) Timing based servo system for magnetic tape systems
US4151571A (en) Method of writing addresses on a magnetic recording medium
US4238809A (en) Servo track configuration for magnetic disk apparatus
US3593333A (en) Position detection for a track following servo system
KR840003113A (ko) 매립 서어보 트랙종동 시스템 및 서어보 트랙기입 방법
US5767495A (en) Reduced-power magnetic transducer system utilizing a magnetoresistive head
US4858221A (en) Preformatted information medium and optical reader device
NL8004180A (nl) Werkwijze voor het meten van de positie van een kop voor het lezen en schrijven van informaties op een drager tenopzichte van een referentiepositie daarvan, en inrichting voor het in praktijk brengen van deze werkwijze.
US5771142A (en) Multitrack magnetic write/read head arrangement with integal multiple head gap widths
GB9320521D0 (en) Array type recording system
KR940006839B1 (ko) 조절가능한 임계값을 갖는 자계코드 판독기
US4354208A (en) Magnetic recording medium and digital storage device including same
NL8004389A (nl) Inrichting voor het meten van de snelheid van een beweegbaar stelsel ten opzichte van een informatie- drager.
US4377827A (en) Servo positioning control system for a data storage apparatus
JP2001513247A (ja) テープサーボのシステムと方法、書き込み/読み出しヘッド、およびそれらに関するサーボトラック構成
US4157576A (en) Track-dependent transducer position control in magneto-dynamic storage devices, and a magnetic recording medium to which this method is applicable
US4173026A (en) Self clocking speed tolerant magnetic recording method and apparatus
ATE109583T1 (de) Scheibenförmiger aufzeichnungsträger und vorrichtung zur aufzeichnung von daten auf den und/oder zum auslesen von daten vom aufzeichnungsträger.
EP0222071B1 (en) Twin track vertical magnetic recording servo control method and apparatus with offset voltage compensation
US4392164A (en) Method of and apparatus for controlling the gain of circuitry responsive to read head of a memory
JPS61156574A (ja) 磁気デイスク駆動装置の書込み読出し制御回路
GB2030342A (en) Device for compensating unequal write fields in magnetic data-storage devices especially in disc memories
US3243788A (en) Method of recording and reproducing information in which a plurality of parallel data tracks are overlapped
US4864434A (en) Method for writing a tri-phase servo pattern which provides information for positioning the transducers of a magnetic storage device
KR910006960A (ko) 자기 디스크 장치에서 서보(servo) 디스크에 서보 신호들을 기록하기 위한 방법

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed