NL8004174A

NL8004174A - Kleurenbeeldbuis.

Info

Publication number: NL8004174A
Application number: NL8004174A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1980-07-21
Filing date: 1980-07-21
Publication date: 1982-02-16
Also published as: CA1181462A; ES8206092A1; GB2081002B; IT1137727B; FR2487119B1; IT8123003A0; ES504045A0; JPS5753047A; BR8104663A; KR830006801A; US4358702A; GB2081002A; FR2487119A1; DE3125076A1; KR850001590B1

Description

• « z 5 PHN 9811 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken Kleurenbeeldbuis.

De uitvinding heeft betrekking op een kleurenbeeldbuis voorzien van een omhulling met een nagenoeg rechthoekig van een opstaan- v de rand voorzien beeldvenster en een nagenoeg rechthoekige, van een groot aantal openingen voorziene kleurselektie-eléktrode, welke in de hoeken 5 van het beeldvenster is opgehangen met een aan elke hoek van de kleur-selektie-elektrode bevestigd stripvormig verend element, welk verend element nagenoeg loodrecht staat cp de richting van naar de desbetreffende hoek van het beeldvenster afgebogen elektronenbundels en welk verend element aan het van de kleurseléktie-eléktrode af gekeerde uiteinde is voor-10 zien van een nok.

Een dergelijke kleurenbeeldbuis is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvraanvrage 6 701 585. De aan de hoeken van de kleurselektie-eléktrcde bevestigde stripvormige verende elementen bewerkstelligen, dat bij uitzetting de kleurselektie-elektrode zich naar het beeldvenster 15 toe beweegt. De stripvormige verende elementen zijn aan het van de kleurselektie-elektrode afgekeerde uiteinde voorzien van een nok. In de hoeken van de opstaande rand van het beeldvenster zijn konische gaten geboord.

De kleurselektie-elektrode wordt in het beeldvenster opgehangen door de nokken in de konische gaten te plaatsen.

20 Bij een dergelijke buis is echter voor het verkrijgen van een goede schokbestendigheid nodig, dat de verende elementen een grote druk op de gaten in de rand van het beeldvenster uitoefenen, daar anders de nokken uit de gaten losschieten. Bij kleurseléktie-elektroden, welke niet zijn voorzien van een stevig draagraam, leidt dit echter tot vervor-25 mingen van de kleurseléktie-eléktrode bij de gebruikelijke temperatuur-béhandelingen, die de buizen bij de vervaardiging ondergaan. Bovendien geeft het boren van gaten in de opstaande rand van het beeldvenster een verhoogde kans op sprong tijdens de vervaardiging van de buis.

Het is dan ook een doel van de uitvinding een ophanging van 30 een kleurselektie-elektrode in een kleurenbeeldbuis aan te geven, welke een grote schokbestendigheid heeft.

Nog een doel van de uitvinding is een ophanging -van een kleurseléktie-eléktrode in een beeldbuis aan te geven, waarmee de kans op 800 4174 PHN 9811 ’ 2 i * * ........-sprong van de tuis sterk wordt verminderd. _

Een verder doel van de uitvinding is een ophanging van een inwendige konusvormige afscherrrikap aan te geven, welke aan de ophanging van de kleurseléktie-eléktrode is aangepast.

5 Een kleurenbeeldbuis van een in de aanhef genoemde soort wordt volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de as van de nok nagenoeg parallel met de richting van de naar de desbetreffende heek gerichte elektronenbundels verloopt, welke nok is voorzien van een konisch gedeelte en dat in de hoek van de ópstaande rand van het beeldvenster een onder-10 steuningselement is bevestigd, welk ondersteuningselement is voorzien van een loodrecht qp de as van de nok verlopend gedeelte, welk gedeelte een opening bevat, en door welke opening gedeeltelijk het konisch gedeelte van de nok valt. Doordat de as van de nok loodrecht op het verende element staat en het ondersteuningselement een loodrecht op de as verlo-15 pend gedeelte bevat, valt de nok steeds evenver door de opening in het ondersteuningselement. De verende elementen oefenen slechts een zeer geringe druk uit op de ondersteuningselementen. Door de stand van de nok en het gedeelte van het ondersteuningselement met de opening kan de kleurselektie-elektrode op eenvoudige wijze gedemonteerd en weer gemon-20 teerd worden. Bij voorkeur is de opening in het ondersteuningselement een driehoekige opening. Hiermee wordt bewerkstelligd, dat het konische gedeelte van de nok op reproduceerbare wijze aanligt tegen de randen van de opening.

Een verdere uitvoeringsvorm wordt gekenmerkt, doordat de nok 25 aan het van het stripvormig verende element afgekeerde uiteinde is voorzien van een zich naar de kleurselektie-elektrode uitstrekkende borg-haak. Bij het optreden van schokken loodrecht op het beeldvenster in een van het beeldvenster afgekeerde richting zet de nok zichzelf vast in de opening van het ondersteuningselement. Bij het optreden van schok-30 ken loodrecht op het beeldvenster in een naar het beeldvenster toegekeerde richting zijn de krachten qp de nok zodanig, dat de nok zich uit de opening loswerkt. Om te voorkomen, dat de kleurselektie-elektrode bij het optreden van dergelijke schokken losschiet, is de nok voorzien van een zich naar de kleurselektie-elektrode uitstrekkende borghaak.

35 Nog een. verdere uitvoeringsvorm wordt gekenmerkt, doordat voor ten minste één stripvormig verend element de nok deel uitmaakt van een metalen plaatje, dat aan het van de kleurselektie-elektrode afge-. keerde uiteinde van het stripvormig verende element is bevestigd. Cm er 800 4 1 74 * 1 * ! PHN 9811 3 ! — vocht te zorgen, dat de kleurselektie-elektrode in gemonteerde toestand.,,_____ niet vervormd, dient de positie van de nokken nauwkeurig overeen te komen met de positie van de openingen in de ondersteuningselementen. In principe kunnen drie verende elementen dirékt van een nok zijn voorzien en met de 5 nokken in de desbetreffende openingen in de ondersteuningselementen worden geplaatst. De positie van de vierde nok ligt hierdoor vast. Met behulp van los metalen plaatje voorzien van een nok wordt de positie van de vierde nok aangepast aan de positie van de opening in het vierde onder-steuningselement. Bij voorkeur zijn aan drie of vier verende elementen 10 plaatjes voorzien van een nok bevestigd. Hiermee wordt bewerkstelligd dat telkens twee op een diagonaal tegenover elkaar gelegen verende elementen met de nokken met dezelfde klemdruk tegen de randen van de openingen in de ondersteuningselementen aanliggen.

Weer een verdere uitvoeringsvorm wordt gekenmerkt, doordat 15 het ondersteuningselement is voorzien van tenminste één uitsteeksel welk uitsteeksel in de opstaande rand van het beeldvenster is ingesmolten.

De uitsteeksels worden loodrecht of schuin in de opstaande rand van het beeldvenster ingesmolten, als of niet reeds voorzien van het gedeelte van het ondersteuningselement, dat nagenoeg loodrecht op de as van de 20 nok staat.

Een verdere gunstige uitvoeringsvorm wordt gekenmerkt, doordat het uitsteeksel is uitgevoerd als een holle bus, waarvan vanaf de bodem van de bus gerékend de diameter stapsgewijs toeneemt en welke bus met het gedeelte met de kleinste diameter in de opstaande rand in 25 ingesmolten. De bus wordt in de opstaande rand ingesmolten door een gasvlam op de bodem van de bus te richten, waardoor de bus in het glas zakt. Doordat de gasvlam het glasoppervlak van de opstaande rand niet beroert, blijft het glasoppervlak tijdens het insmelten glad. Dit is van belang bij het uitgieten van de overmaat aan flosforuspensie tijdens het aan-30 brengen van de luminescerende flosforen op het beeldvenster.

Volgens een andere uitvoeringsvorm is het ondersteuningselement aan de opstaande rand van het beeldvenster vastgekit.

Weer een andere uitvoeringsvorm wordt gekenmerkt, doordat de buis is voorzien van een konusvormige inwendige afschenrikap, welke 35 afschenrikap in elke hoek is voorzien van een ophangelement, welk ophang-element is bevestigd aan het in de ópstaande rand van het beeldvenster bevestigde ondersteuningselement. In beeldbui zen wordt gewoonlijk een inwendige konusvormige afschenrikap toegepast cm de eléktronenbundels v. h, 800 4174

F

PHN 9811 4 aardmagnetisch veld af te schennen. De inwendige afscherrtikap dient zo-danig te worden bevestigd, dat bewegingen van de afschermkap niet cp de verende elementen, waarmee de kleurselektie-elektrode is opgehangen, worden overgedragen. Dit wordt bewerkstelligd door de afscherrrikap aan 5 het vast in de opstaande rand van het beeldvenster bevestigde ondersteun ingselement op te hangen.

Een verdere andere uitvoeringsvamwordt gekenmerkt, doordat het ophangelement is voorzien van een zich evenwijdig aan het stipvor-mige verende element uitstrekkend gedeelte, welk gedeelte op een af-stand kleiner dan de dikte van de nok van het stripvormig verende element verloopt. Hierdoor wordt, het losschieten van de nokken uit de openingen in de ondersteuningselementen voorkonen, zonder dat de nok zelf behoeft te worden voorzien van een borghaak. |

Nog een verdere andere uitvoeringsvorm wordt gekenmerkt, 15 doordat het ophangelement is voorzien van een opening en dat het strip-vormigverende element aan het van de kleurselektie-elektrode afgekeerde uiteinde is voorzien van een zich nagenoeg evenwijdig aan de ópstaande rand van het beeldvenster uitstrekkende pin, welke pin door de opening in het ophangelement steekt. De pin, welke een kleine slag kan maken 2q in de opening van het ophangelement in de hoek van de afschermkap, vóórkant het losschieten van de nokken uit de openingen in de ondersteu-ningselementen bij het optreden van schokken van de beeldbuis.

De uitvinding wordt bij wijze van voorbeeld nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening, waarvan 25 figuur 1 een kleurenbeeldbuis volgens de uitvinding gedeel telijk in doorsnede weergeeft, figuur 2 een perspektivische schets van een hoek van het beeldvenster in uitgenomen toestand weergeeft, figuur 3 een doorsnede langs de lijn III-III in fig. 2 weer- 30 9®eft' 1 figuur 4a, b en c uitvoeringsvoorbeelden van ondersteunings-elementen tonen, figuur 5a en 5b een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een ophanging van een afschermkap tonen, 35 figuur 6a en 6b een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een op hanging van een afschermkap tonen, en figuur 7a en 7b een derde uitvoeringsvoorbeeld van een ophanging van een afschermkap tonen.

. .1» 800 4 1 74

t I

PHN 9811 5 %

De in figuur 1 weergegeven kleureribeeldbuis volgens de uitvinding wordt gevormd door een glazen anhulling 1, welke is voorzien van een nagenoeg rechthoekig heeldvenster 2, dat een opstaande rand 3 bevat, een konus 4 en een hals 5. Op het heeldvenster 2 is een patroon 5 van in de kleuren rood, groen en blauw luminescerende fosforen 6 aangebracht. Op korte afstand van het heeldvenster 2 is een van een groot aantal openinen voorziene kleurselektie-elektrode 7 bevestigd met behulp van schematisch weergegeven ophangingen 8. In de hals 4 van de buis is een elektronenkanon 9 gemonteerd voor het opwekken van drie elektronenbun-10 dels 10, 11 en 12. Deze bundels worden af gebogen door middel van een cm de buis geplaatst afbuigspoelenstelsel 13 en snijden elkaar nagenoeg ter plaatse van de kleurselektie-elektrode 7, waarna elk van de eléktro-nenbundels één van de drie qp het heeldvenster aangebracht fosforen treft.

15 In figuur 2 is een perspektivische schets van een hoek van het heeldvenster in uitgetrokken toestand weergegeven. De kleurselektie-elektrode 7 wordt gevormd door een dun, van een groot aantal ope-ningen 22 voorzien maskerblad 20, dan van een opstaande rand 21 is voorzien. Aan de opstaande rand 21 is een maskerring 23 bevestigd, dat te-2o vens een diafragma vormt, ten einde elektronenreflekties aan de opstaande rand 21 te voorkomen. Cm uitzettingsverschillen tussen het maskerblad 20 en de maskerring 23 te voorkomen zijn beide van hetzelfde materiaal vervaardigd en van ongeveer gelijke dikte. In de hoek van de maskerring 23 is een steunstrip 24 bevestqp, waaraan weer een stripvormig 25 verend element 25 is bevestigd. Aan het van de kleurselektie-elektrode afgekeerde uiteinde van het verende element 25 is een plaatje 26 bevestigd, welk plaatje is voorzien van een konische nok 27, welke in de figuur gestippeld is weergegeven. De nok 27 staat loodrecht op het vlak van het verende element 25. In de hoek van de opstaande rand 3 van het 30 heeldvenster 2 is een ondersteuningselement 30 met twee uitsteeksels 31 ingesmolten. Het ondersteuningselement 30 bevat een evenwijdig aan het verende element 25 verlopend gedeelte 32, dat van een driehoekige opening 33 is voorzien. De kleurselektie-elektrode 7 wordt in het beeld-venster 2 opgehangen door de nokken 27 van de verende elementen 25 in 35 de openingen 33 te plaatsen.

In figuur 3 is een doorsnede langs de lijn III-III in fig.

2 met de kleurselektie-elektrode in gemonteerde toestand weergegeven.

Het verende element 25 is onder een zodanige hoek aan de kleurselektie- 800 4 f74 j* r EHN 9811 6 -......- elektrode bevestigd, dat het verende element 25 nagenoeg loodrecht staat qp de naar de hoek van het beeldvenster afgetogen elektronenbundels.

Ten gevolge van de veerwerking van de verende elementen 25 beweegt de kleurselektie-elektrode zich bij uitzetting in een richting naar het 5 beeldvenster toe. Bij uitzetting van de kleurselektie-elektrode is namelijk een kleinere afstand tussen de kleurselektie-elektrode en het beeldvenster nodig cm een kleur zuiver beeld te behouden.

Aan het uiteinde van de konische nok 27 is een zich naar de kleurselektie-elektrode uitstrekkende borghaak 35 bevestigd. De verende 10 elementen 25 oefenen slechts een zeer geringe druk uit op de onder-steuningselementen 30. Bij schokken van de buis loodrecht op het beeldvenster 2 in een naar het beeldvenster 2 toegekeerde richting zijn de optredende krachten qp de konische nok 27 zodanig gericht., dat de konische nok 27 uit de opening 33 van het ondersteuningselanent 30 kan 15 losschieten. Door de borghaak 35 wordt het losschieten van de konische nok 27 uit de opening 33 voorkomen. Bij schokken van de buis loodrecht qp het beeldvenster 2 in een van het beeldvenster 2 afgekeerde richting zijn de krachten qp de konische nok 27 zodanig gericht, dat de konische nok 27 zich in de opening 33 vastzet. Ook bij schokken in richtingen 20 evenwijdig aan het beeldvenster 2 voorkcmt de borghaak 35 losschieten van de konische nok 27 uit de opening 33. De funktie van het plaatje 26, dat van de konische nok 27 is voorzien hangt samen met de wijze van ver- | vaardigen van de beeldbuis, welke als volgt geschiedt. In de hoeken van de opstaande rand 3 worden de ondersteuningselemsnten 30 ingesmolten.

25 Vervolgens wordt een maskerring 23 met reeds in de hoeken bevestigde verende elementen 25 in het beeldvenster 22 aangebracht onder tussenvoeging van de plaatjes 26, waarvan de konische nokken 27 in de qpe-ningen 33 van de ondersteuningselementen 30 worden geplaatst. In deze positie worden de plaatjes 26 aan de verende elementen 25 bevestigd.

30 Hierdoor wordt bewerkstelligd dat de positie van de konische nok 27 nauwkeurig overeenkomt met de positie van de opening 33 in het onder-steuningselement 30. Zijn de konische nokken 27 direkt qp de verende elementen 27 aangebracht, dan kunnen er door verschillen in de positie van de nok 27 en de opening 33 vervormingen van de kleurselektie-elek-35 trade optreden. In principe kan één verend element van een plaatje met nok zijn voorzien. Hierbij worden twee diagonaal tegenover elkaar gelegen, van een nok voorziene verende elementen op de desbetreffende ondersteuningselementen geplaatst. Door gebruik te maken van de veerwerking 800 4 1 74 -------------------------- PHN 9811 7 * '4 I 8 van de verende lementen, wordt de nok van het derde verende element in ., de opening van het derde ondersteuningselement geplaatst. De positie van de nok van het vierde verende element ligt hierdoor vast. Door de nok op een afzonderlijk plaatje aan te brengen, kan de positie van de 5 vierde nok in overeenstemmin gebracht worden met de positie van de opening in het vierde ondersteuningselement. Om er voor te zorgen, dat telkens twee op een diagonaal tegenover elkaar gelegen verende elementen met dezelfde klemdurk tegen de ondersteuningselementen aanliggen, dient op ten minste drie verende elementen een plaatje met nok te worden aan-10 gebracht. Uit fabrikagetechnische overwegingen wordt bij voorkeur op alle verende elementen een plaatje met een nok bevestigd.

Nadat op de boven beschreven wijze de maskerring 23 met de verende elementen 25 in het beeldvenster 2 is opgehangen, wordt het maskerblad 20 onder tussenvoeging van een afstandmal in het beeldvenster 15 gelegd, waarna de maskerring 23 aan de opstaande rand 21 van het maskerblad 20 wordt vastgelast.

In figuur 4a, b en c zijn enige andere uitvoeringsvormen van ondersteuningselementen getékend. In fig. 4a is het van een opening 41 voorziene gedeelte 40 voorzien van een ongebogen lip 42, welke in 20 de ópstaande rand wordt ingesmolten. In fig. 4b wordt eerste een pen 44 in de opstaande rand ingesmolten. De pen 44 is voorzien van een inkeping 45, waarin het ongebogen gedeelte 43 van het gedeelte 40 wordt bevestigd. Bij het in fig. 4c getoonde uitvoeringsvoorbeeld wordt eerst een holle bus 50 in de opstaande rand ingesmolten. De bus 50 bevat een 25 gedeelte 52 met een smallere diameter dan het gedeelte 51. Een gasvlam wordt in de bus 50 gericht, waardoor het smalle gedeelte 52 in de opstaande rand van het beeldvenster zakt. De gasvlasroberoert hierbij niet het glasoppervlak, zodat het glasoppervlak glad blijft.

Hiermee wordt voorkomen, dat fosforsuspensie in oneffenheden van het 30 glas achterblijft na het uitgieten van de overmaat f osf orsuspensie.

Op de bus 50 wordt na het insmelten het gedeelte 40 met omgezette lippen 47 bevestigd.

Gewoonlijk worden in een beeldbuis de elektronenbundels van het aardmagnetisch veld afgeschermd door middel van een konusvormige 35 inwendige achterkap. De achterkap dient zodanig in het beeldbuis te worden bevestigd, dat verplaatsing van de achterkap niet wordt overgebracht qp de verende elementen, waarmee de kleurselektie-elektrode is . opgehanden. Een eerste uitvoeringsvoorbeeld, waarmee dit is gerealiseerd, 800 4 174 * *· PEN 9811 8 ______________ zal aan de hand van de figuren 5a en 5c nader worden verduidelijkt.__'

In fig. 5a is een doorsnede langs een diagonaal van een hoek van het beeldvenster weergegeven. In de ópstaande rand 61 van het beeldvenster 60 is de kleurseléktie-elektrode 62 weer qpgehangen met 5 verende elementen 63, welke aan het uiteinde zijn voorzien van een plaatje 64 met een nok 65. De nok 65, welke is voorzien van een borg-haak 66, is bevestigd in het ondersteuningselement 67. In de hoek van de konusvormige afschermkap 70 is een ophangelement 71 bevestigd. Het ophangelement 71 is voorzien van een zich nagenoeg evenwijdig aan het 10 verend element 63 uitstrékkend gedeelte 72 en een nagenoeg loodrecht op de opstaande rand 61 uitstrékkend gedeelte 73. Het gedeelte 73 is voorzien van een sleufvormige opening 74. Het ondersteuningselement 67 is voorzien van twee uitsteeksels. 68. De afschermkap 70 wordt bevestigd door het ophangelement 71 met de sleufvormige opening 74 over de 15 uitsteeksels 68 te plaatsen en vervolgens de uitsteeksels 68 in verschillende richtingen cm te buigen.

In fig. 5b is een bovenaanzicht van de hoek van het beeldvenster getékend. Door de bevestiging van de afschermkap 70 aan het ondersteuningselement 67 worden de bij verplaatseingen van de afscherm-20 kap 70 optredende krachten niet op de verende elementen 63 overgebracht, zodat de kleurseléktie-elektrode 62 niet vervdmd wordt. !

In figuur 6a en 6b is een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een bevestiging van de afschermkap weergegeven, waarbij gelijke onder- ( delen met dezelfde verwijzingscijfers als in fig. 5 zijn weergegeven.

25 Het gedeelte 73 is weer voorzien van een sleufvormige opening 74. Het ondersteuningselement 67 is nu voorzien van een T-vormig uitsteeksel 80. Het gedeelte 73 van het ophangelement 71 is verder voorzien van een opening 81. Aan het plaatje 64 is een pin 82 bevestigd. Bij het bevestigen van de afschermkap 70 valt het T-vormige uitsteeksel 80 door 30 de sleuf vormige opening 74 en de pin 82 door de opening 81. Hierna wordt het T-vormige uitsteeksel 80 getordeerd. De pin 82 in de opening 80 voorkomt, dat bij het optreden van schokken de nok 65 uit het ondersteuningselement 67 losschiet. In dit geval is het niet nodig de nok 65 te voorzien van een borghaak.

35 In fig. 7a en 7b is een derde uitvoeringsvoorbeeld van een bevestiging van de afschermkap weergegeven, waarbij gelijke onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers als in fig. 6 zijn weergegeven. Het. ondersteuningselement 67 is weer voorzien van een T-vormig uitsteeksel 8 00 4 1 74 t v PHN 9811 9 !

J

........... 80, dat door een sleufvormige opening 74 in het ophangelement 71 valt.

Na bevestiging van de afschermkap 70 wordt het T-vormige uitsteeksel 80 getordeerd. Het evenwijdig aan het verende element 63 verlopende gedeelte 72 verloopt op een afstand korter dan de dikte van de nok 65 g van het verende element 63. Hiermee wordt weer voorkomen, dat de nok 65 uit het ondersteuningselement 67 losschiet. Ook in dit geval behoeft de nok 65 niet te worden voorzien van een borghaak.

10 15 20 25 30 35 .

800 4 1 74

Claims

2. Kleurenbeeldbuis volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de opening in het ondersteuningselement een driehoekige opening is.
3. Kleurenbeeldbuis volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, 20 dat de nok aan het van het stripvormige verende element afgekeerde uiteinde is voorzien van een zich naar de kleurselektie-elektrode uitstrekkende borghaak.
4. Kleurenbeeldbuis volgens conclusie 1 , of 3, met het kenmerk, dat voor ten minste één stripvormig verend element de nok deel 25 uitmaakt van een metalen plaatje, dat aan het van de kleurselektie-elektrode af gekeerde element is bevestigd.
5. Kleurenbeeldbuis volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat het ondersteuningselement is voorzien van ten minste één uitsteeksel, welk uitsteeksel in de opstaande rand van het beeldvenster 30 is ingesmolten.
6. Kleurenbeeldbuis volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het uitsteeksel is uitgevoerd als een holle bus, waarvan vanaf de bodem van de bus gerekend de diameter stapsgewijs toeneemt en welke bus met het gedeelte met de kleinste diameter in de opstaande rand is ingesmoten.
7. Kleurenbeeldbuis volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat het ondersteuningselement aan de opstaande rand van het beeldvenster is vastgekit.
8. Kleurenbeeldbuis volgens conclusie 1 tot en met 7, met het , 800 4 1 74 PHN 9811 11 _______kenmerk, dat de buis is voorzien van konusvormige inwendige afschenrikap, welke afschenrikap in elke hoek is voorzien van een qphangelement, welk ophangelement is bevestigd aan het in de opstaande rand van het beeld-venster bevestigde ondersteuningselement.
9. Kleurenbeeldbuis volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het ophangelement is voorzien van zich evenwijdig aan het stripvormig verend element uitstrekkend gedeelte, welk gedeelte op een afstand kleiner dan de dikte van de nok van het stripvormig verende element verloopt.
10. Kleurenbeeldbuis volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het ophangelement is voorzien van een opening en dat het stripvormig verend element aan het van de kleurseléktie-eléktrode afgekeerde uiteinde is voorzien van een zich nagenoeg evenwijdig aan de ópstaande rand van het beeldvenster uitstrekkende pin, welke pin door de opening 15 in het ophangelement steekt. 20 25 30 35 8 0 0 4 1 74