NL8003667A

NL8003667A - Werkwijze en inrichting voor het verwijderen van vloei- stof uit een mengsel van vloeistof en vaste stof.

Info

Publication number: NL8003667A
Application number: NL8003667A
Authority: NL
Original assignee: Pannevis Bv Machf
Priority date: 1980-06-25
Filing date: 1980-06-25
Publication date: 1982-01-18
Also published as: JPS5730516A; DE3166141D1; EP0043599A1; ATE9451T1; US4348290A; EP0043599B1

Description

. » 'V

* -1- 21360/CV/tl

Aanvrager: B.V.Machinefabriek v/h Pannevis & Zn te Utrecht.

Korte Aanduiding: Werkwijze en inrichting voor het verwijderen van vloeistof uit een mengsel van vloeistof en vaste 5 stof.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verwijderen van vloeistof uit een mengsel van vloeistof en vaste stof, waarbij het mengsel met behulp van een transportband wordt geleid langs de 10 buitenomtrek van een trommel,welke over althans een deel van zijn omtrek door de transportband wordt omgeven.

Voor het verwijderen van vloeistof uit een mengsel van vloeistof en vaste stof zijn reeds vele werkwijzen voorgesteld, maar veelal wordt toch slechts een niet bevredigende scheiding tussen vloeistof en 15 vaste stof bewerkstelligd,zodat de vaste stof na afloop van de behandeling nog verhoudingsgewijs veel vloeistof bevat. Verder zijn bekende werkwijzmen inrichtingen voor het scheiden van vaste stof en vloeistof vaak te gecompliceerd en duur om op economische wijze de beoogde scheiding tussen vloeistof en vaste stof te verkrijgen.

20 Met de uitvinding wordt beoogd een werkwijze te verkrijgen,waar mede aan bovengenoemde nadelen tegemoet kan worden gekomen.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat men de transportband positief aandrijft voor het verkrijgen van de beoogde verplaatsing van de transportband ,terwijl men de trommel afremt.

25 Bij toepassing van een dergelijke werkwijze zal de op het mengsel uitgeoefende druk vanaf de plaats waar het mengsel tussen de trommel en de band wordt ingevoerd naar de plaats waar het mengsel tussen de trommel en de band uittreedt op eenvoudige wijze geleidelijk kinnen worden opgevoerd, zodat een goede uitpersing van de vloeistof uit het mengsel via 30 de doorlatende band en /of via de doorlatende trommel zal worden verkregen. Daarbij wordt door de tussen het trommeloppervlak en de band optredende krachten tevens nog een verstoring van de ligging van de vaste bestanddelen in de zich tussen de trommel en de band bevindende laag van het mengsel bewerkstelligd,hetgeen op effectieve wijze 35 bijdraagt tot het verwijderen van de vloeistof uit het mengsel.

800 3 6 67 -2- 21360/CV/tl

Daarbij wordt bij voorkeur nabij het punt waar de transportband de trommel verlaat een extra drukkracht op de transportband in de richting van de trommel uitgeoefend,waardoor de nog in het mengsel resterende verhoudingsgewijs kleine hoeveelheid vloeistof door deze extra na-5 persdruk uit het mengsel kan worden geperst.

Voor het uitvoeren van de werkwijze kan doelmatig gebruik worden gemaakt van een inrichting die is voorzien van een trommel en een zich langs een deel van de trommel uitstrekkende transportband,waarbij de opstelling van de trommel en de transportband ten opzichte van elkaar 10 zodanig is,dat het mengsel kan worden verplaatst tussen de band en de trommel,die een van beide of beide vloeistof doorlatend zijn uitgevoerd, terwijl de inrichting verder is voorzien van middelen voor het aandrijven van de band en van middelen voor het afremmen van de trommel. Een dergelijke inrichting kan een verhoudingsgewijs eenvoudige opbouw hebben, 15 terwijl de verplaatsingen van de transportband en de trommel gemakkelijk te controleren zijn.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in bijgaande figuur schematisch weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding.

20 De in de fig. weergegeven inrichting omvat een eindloze transport band 1, welke in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld vloeistof doorlatend is uitgevoerd, zodat deze transportband 1 tevens als filterband werkt.

De transportband 1 is onder meer geleid langs een drietal geleidingsrol-len 2, 3 en 4, terwijl de transportband tevens tussen de geleidingsrollen 25 2 en 3 onder een trommel 5 is doorgevoerd.

Het bovenpart van de band 1 strekt zich bij voorkeur uit over een aantal in de figuur niet nader weergegeven van zeven voorziene bakken waarin eventueel een vacuum kan worden opgewekt, zodat uit een op dit bovenpart liggende koek 6 gevormd uit een mengsel van vloeistof en 30 vaste stof boven deze bakken reeds een eerste verwijdering van vloeistof door een drainage werking kan worden bewerkstelligd.

Bij voorkeur wordt de transportband 1 ter hoogte van het traject, waar de transportband 1 om de trommel 5 heenloopt ondersteund door een of meerdere gezien in de figuur achter elkaar gelegen banden 7,die aan-35 liggen tegen de van de door de filterband ondersteunde koek 6 afgekeerde zijde van de filterband en met de filterband 1 om de geleidingsrollen 800 3 6 67 Λ.

-3- 21360/CV/tl 2, 3 en 4 en om de trommel zijn geleid en verder nog zijn geleid op een geleidingsrol 8,die is verbonden met de zuigerstang 9 van een verstel-cilinder 10. Het zal duidelijk zijn,dat met behulp van de verstelcilin-der 10 door verplaatsing van de geleidingsrol 8 de band (en) 7 meer of 5 minder kan (kunnen) worden gespannen.

Zoals verder is weergegeven is nabij de plaats,waar de transportband of filterband 1 in een van de trommel 5 afgekeerde richting wordt geleid een persrol 11 opgesteld,welke met kracht tegen de van de trommel 5 afgekeerde zijde van de transportband 1 resp. van de band (en) 7 wordt ge-10 drukt.

Onder de trommel 5 is nog een opvangbak 12 opgesteld voor het opvangen vanuit de koek 6 geperste vloeistof.

Verder kan de inrichting nog zijn voorzien van een hulpband 13,die aanligt op de buitenomtrek van de trommel 5 en op de weergegeven wijze 15 langs een verdere boven de geleidingsrol 3 gelegen geleidingsrol 14 is geleid. Deze hulpband 13, die wordt benut voor het geleiden en ondersteunen van de op de filterband 1 liggende koek kan echter eventueel ook worden weggelaten en/of worden vervangen door andere geleidingsmid-delen voor deze koek.

20 He inrichting is voorzien van niet nader weergegeven aandrijfmid- delen voor het aandrijven van de transportband 1, bijvoorbeeld met de geleidingsrol 3 gekoppelde aandrijfmiddelen. Verder is de inrichting tevens voorzien van niet nader weergegeven met de trommel 5 gekoppelde remorganen met behulp waarvan een draaiing van de trommel 7 kan worden 25 afgeremd of stopgezet op instelbare wijze.

Tijdens bedrijf zal nu de transportband 1 worden aangedreven in de richting volgens pijl A,zodat de daarop liggende filterkoek 6 wordt meegenomen in de spleet tussen de transportband 1 en de om zijn hartlijn draaibare trommel 5. Hierbij zal de trommel 5 de neiging hebben om 30 met de band 1 mee te gaan bewegen ,maar een dergeiijke draaiing van de trommel 5 wordt afgeremd,zodanig, dat aan de omtrek'vair de trommel 5 sehuifkrachten worden meegedeeld aan de koek 6.

In de met behulp van de band (en) 7 tegen de omtrek van de trommel 5 geperste koek ontstaat zodoende een gunstige drukverdeling ,namelijk 35 een verhoudingsgewijs lage druk op de plaats,waar de koek tussen de band 1 en de trommel 5 terechtkomt ,terwijl deze druk geleidelijk toe- 800 3 6 67 - c " s -4- 21360/CV/tl neemt tot een hoge waarde bij het punt,waar de band 1 weer in een van de trommel^afgekeerde richting wordt geleid.

De lage druk aan de invoerzijde voorkomt dat het nog natte materiaal in de koek zijdelings of achterwaarts wordt weggeperst. Naar mate 5 er tijdens de verplaatsing van de koek om de draaiingsas van de trommel 5 meer vloeistof uit de koek wordt geperst vindt een versteviging van het materiaal plaats zodat ook bij oplopen van de druk op dit materiaal geen wegpersen zal plaatsvinden.

Juist voordat de band 1 weer in een van de trommel afgekeerde rich-10 ting wordt geleid wordt met behulp van de persrol 11 nog een extra hoge druk op het materiaal tussen de band len de trommel 5 uitgeoefend. Voordien is reeds het grootste deel van het verwijderbare vocht uit de koek 6 geperst en door deze tarststondig uitgeoefende zeer hoge druk zal ook nog de verhoudingsgewijs kleine rest"hoeveelheid verwijderbare 15 vloeistof uit de koek worden geperst.

De grootte van de druk op het punt,waar de koek 6 in de spleet tussen de band 1 en de trommel 5 wordt ingebracht en de grootte van de druk S£ nabij het uiteinde van het traject,dat door de koek opgesloten tussen de band en de trommel 5 wordt doorlopen hangt af van de spanning 20 in de banden 1 en 7 indien afgezien wordt van het effect verkregen met de persrol 11 en voor het verkrijgen van een goede verwijdering van het vocht is het noodzakelijk,dat deze spanning tijdens het doorlopen van dit perstraject door de koek voldoende stijgt. Nu hangt de stijging van 25 de spanning af van het op de trommel 5 uitgeoefende remmoment,terwijl een begrenzing aan deze spanning wordt gesteld door de wrijvingskrach-ten,die kunnen optreden tussen de band l,het materiaal van de koek 6 en de trommel.

Zelfs indien het op de trommel 5 uitgeoefende remmoment zo hoog 30 wordt gekozen,dat tijdens bedrijf de trommel 5 blijft stilstaan en slechts de band 1 en een deel van de tussen de band en de trommel gele- gen koek beweegt tijdens bedrijf zal de verhouding - toch nooit r S1 groter kunnen worden dan f ,waarin 35 f “ interne wrijvingscoëfficient van de koek of (indien kleiner) de wrijvingscoëfficient tussen de koek en de trommel ,en = de omsloten hoek.

800 3 6 67 -5- 21360/CV/tl

V

Uit .metingen in de praktijk is gebleken,dat f gewoonlijk varieert tussen 0,19 en 0,43. Indien nu bijvoorbeeld ö} s 150° varieert dan S 2 - maximaal tussen 1,64 en 3,1. In de praktijk zal het dan ook S 1 5 veelal vereist zijn ,dat de band 1 de trommel 5 oven een hoek van tenminste 90° omgeeft,terwijl het veelal de voorkeur zal verdienen,dat de band de trommel over een hoek van meer dan 150° omgeeft.

« 800 3 6 67

Claims

1. Werkwijze voor het verwijderen van vloeistof uit een mengsel van vloeistof en vaste stof,waarbij het mengsel met behulp van een transportband wordt geleid langs de buitenomtrek van een trommel welke over althans een deel van zijn omtrek door de transportband wordt omgeven,met 5 het kenmerk,dat men de transportband positief aandrijft voor het verkrijgen van de beoogde verplaatsing van de transportband,terwijl men de trommel afremt.

2. Werkwijze volgens conclusie l,met het kenmerk,dat men de transportband over een hoek van tenminste 90°, bij voorkeur over een hoek van meer 10 dan 150°, langs de omtrek van de trommel geleid.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij gebruik wordt gemaakt van een vloeistof doorlatende transportband ,met het kenmerk,dat men de band voordat deze om de trommel wordt geleid met het daarop liggende mengsel voert langs een baan waar althans een deel van de vloeistof 15 door een draineerwerking uit het mengsel wegvloeit .

4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat nabij het punt waar de transportband de trommel verlaat een extra drukkracht op de transportband in de richting van de trommel wordt uitgeoefend.

5. Inrichting voor het uitvoeren van een werkwijze volgens een der voorgaande conclusies voorzien van een trommel en een zich langs een deel van de trommel uitstrekkende band,waarbij de opstelling van de trommel en de band ten opzichte van elkaar zodanig is,dat het mengsel kan worden meegenomen tussen de band en de trommel,die een van beide of beiden 25 vloeistof doorlatend zijn uitgevoerd, met het kenmerk,dat de inrichting verder is voorzien van middelen voor het aandrijven van de band en van middelen voor het afremmen van de trommel.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk,dat de transportband aan de van de trommel afgekeerde zijde wordt ondersteund door een 30 of meerdere naast elkaar gelegen banden,welke met een spaninrichting te spannen zijn.

7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk,dat gelei-dingsrolfen voor de transportband zijn aangebracht,zodanig,dat de transportband de trommel over een hoek van meer dan 90° omgeeft.

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 5-7 ,met het kenmerk,dat nabij het punt,waar de transportband in een van de trommel 800 3 6 67 -7- 21360/CV/tl afgekeerde richting wordt geleid een persrol is opgesteld voor het in de richting van de trommel drukken van de band. 800 3 6 67