NL8003567A - Dienstverlenende inrichting met een digitale program- meerinrichting welke is beveiligd tegen storingen door een willekeurig aanschakelen van het apparaat. - Google Patents

Dienstverlenende inrichting met een digitale program- meerinrichting welke is beveiligd tegen storingen door een willekeurig aanschakelen van het apparaat. Download PDF

Info

Publication number
NL8003567A
NL8003567A NL8003567A NL8003567A NL8003567A NL 8003567 A NL8003567 A NL 8003567A NL 8003567 A NL8003567 A NL 8003567A NL 8003567 A NL8003567 A NL 8003567A NL 8003567 A NL8003567 A NL 8003567A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
block
routine
bit
service
time
Prior art date
Application number
NL8003567A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL8003567A priority Critical patent/NL8003567A/nl
Priority to DE8181200674T priority patent/DE3173612D1/de
Priority to AT81200674T priority patent/ATE17794T1/de
Priority to EP81200674A priority patent/EP0042649B1/de
Priority to CA000380109A priority patent/CA1171503A/en
Priority to US06/275,464 priority patent/US4455652A/en
Priority to JP9408481A priority patent/JPS5730001A/ja
Publication of NL8003567A publication Critical patent/NL8003567A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G05CONTROLLING; REGULATING
    • G05BCONTROL OR REGULATING SYSTEMS IN GENERAL; FUNCTIONAL ELEMENTS OF SUCH SYSTEMS; MONITORING OR TESTING ARRANGEMENTS FOR SUCH SYSTEMS OR ELEMENTS
    • G05B19/00Programme-control systems
    • G05B19/02Programme-control systems electric
    • G05B19/04Programme control other than numerical control, i.e. in sequence controllers or logic controllers
    • G05B19/042Programme control other than numerical control, i.e. in sequence controllers or logic controllers using digital processors
    • G05B19/0428Safety, monitoring
    • GPHYSICS
    • G05CONTROLLING; REGULATING
    • G05BCONTROL OR REGULATING SYSTEMS IN GENERAL; FUNCTIONAL ELEMENTS OF SUCH SYSTEMS; MONITORING OR TESTING ARRANGEMENTS FOR SUCH SYSTEMS OR ELEMENTS
    • G05B2219/00Program-control systems
    • G05B2219/20Pc systems
    • G05B2219/24Pc safety
    • G05B2219/24032Power on reset, powering up

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Automation & Control Theory (AREA)
  • Debugging And Monitoring (AREA)
  • Emergency Protection Circuit Devices (AREA)
  • Tests Of Electronic Circuits (AREA)
  • Programmable Controllers (AREA)
  • Safety Devices In Control Systems (AREA)
  • Selective Calling Equipment (AREA)
  • Storage Device Security (AREA)

Description

*- — · * PHN 9769 1 N.V. PHILIPS' GLOEILAMPENFABRIEKEN TE EINDHOVEN.
"Diersiverlenende inrichting met een digitale progranmeerinrichting welke is beveiligd tegen storingen door een willekeurig aanschakelen van het apparaat”.
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
De uitvinding betreft een dienstverlenende · inrichting, voorzien van: a) een aansluiting voor een elektrische netvoedingsbron om daar-5 aan een eerste en een tweede vermogensvoeding te ontlenen; b) een stuurschakeling met een eerste ingang om de eerste ver-mogensvoeding te ontvangen, een tweede ingang cm een specifiek stuursignaal te ontvangen, en een eerste uitgang voor een gestuurd bekrachtigings-signaal; 10 c) een dienstverlenend element net een tweede ingang om genoemd bekrachtigingssignaal te ontvangen; d) een digitaal werkende programreerinrichting met een houdend (non-volatile) geheugengedeelte hetwelk op eerste geheugenplaatsen een besturingsprogramma bevat voor een genoemd dienstverlenend element, 15 en voorts bevat een niet-houdend (volatile) geheugengedeelte voor variabele gegevens, een derde ingang om de tweede vermogensvoeding te ontvangen, een vierde ingang voor een specifikatiesignaal voor genoemd dienstverlenend element en een tweede uitgang voor genoemd specifiek stuursignaal; 20 e) extern aktiveerbare middelen om genoemd spec if ikatiesignaal te vormen. Zulke dienstverlenende inrichtingen zijn allengs meer in gebruik gekomen. Onder dienstverlenende inrichting wordt verstaan een zogenoemd "consumentenproduct", voor de bediening waarvan geen speciale kennis vereist is; de inrichting valt als het ware in twee gedeelten 25 uiteen: het dienstverlenend element, dat de eigenlijke konsumptiefunktie teweegbrengt, en die besturing, die bepaalt, hoe deze konsumptiefunktie teweeg wordt gebracht. Voorbeelden van zulke dienstverlenende inrichtingen zijn: - textielwasmachines met verschillende wasprogramma's (de keuze wordt 30 bepaald door selektieve instelling en/of meetsignalen van sensoren van bepaalde parameters, bijvoorbeeld in afhankelijkheid van de aard en hoeveelheid van het wasgoed); 900 3 5 67 * » PHN 9769 2 - vaatwasmachines en elektrische/elektronische ovens: hiervoor gelden overeenkanstige situaties; - televisie-ontvangers met ingebouwde generatoren voor spelletjes, vóór-keuzeinrichtingen voor bepaalde zenders, instelgrootheden, en der- 5 gelijke; - stofzuigers waarvan het zuigvermogen bepaald vrordt in afhankelijkheid van een of meer gemeten parameters; - bestral inpnrichtingen ("hoogtezonnen") voor huishoudelijk gebruik met van te voren instelbare bestralingstijd. Het hierna te geven uit- 10 voeringsvoorbeeld is de beste uitvoeringsvorm die door de uitvinder is beschouwd; gedeeltelijk is deze bestralingsinricnting reeds beschreven in de oudere Nederlandse Octrooiaanvrage 7812150 (PHN 9299) en overeenkomstige Amerikaanse octrooiaanvrage Ser. NO. 101,973, van dezelfde aanvrager, welke niet vóórgepubliceerd zijn en hier bij wijze van refe-15 rentie geïncorporeerd zijn.
Zulke inrichtingen kunnen in principe qp twee manieren in bedrijf gesteld worden. De eerste is door middel van een terugstelschake-laar of iets dergelijks, waardoor het programma onder standaardkondi-ties wordt gestart. Op deze manier werkt ook professionele apparatuur, 20 zoals bijvoorbeeld een digitale rekenmachine. De tweede manier van in bedrijf stellen is het door middel van het insteken van de netsteker onder spanning brengen van de inrichting. Vooral bij gemakkelijk transporteer bare inrichtingen zal dit laatste dikwijls gebeuren: na gebruik kunnen ze immers worden opgeborgen. Ook zijn zulke dienstver-25 lenende inrichtingen dikwijls niet voorzien van zo'n prijsverhogende terugstelschakelaar. Deze tweede manier van in bedrijfstelling levert een zeer onvoorspelbaar, langdurig en rammelend inschakelverschijnsel op de voedingsspanning. Voor een juiste uitvoering van het programma is het nodig dat de programmeer inrichting bij een voorafbepaald adres 30 van start gaat. Zoals later beschreven is, wordt in het uitvoerinsvoorbeeld als programmeerinrichting een microprocessor van het type IMS 1000 gebruikt. Door speciale maatregelen kan het startadres gevormd worden, namelijk óf wel als de voedingsspanning binnen 3 msek qp een voldoend hoog niveau komt en niet meer laag wordt (daaraan is dus dikwijls 35 niet voldaan), ofwel als een specifieke spanningspuls qp een daarvoor bestemde initialisatie-ingang wordt gegenereerd. Voor andere programmeer inrichtingen gelden eisen van gelijksoortige aard. Zo'n programr meerinrichting bevat in het algemeen een geheugengedeelte net het (vaste) 800 3 5 67 . * PHN 9769 3 programma. Verder is er opslagruimte voor variabele gegevens, zoals één of meer adressen voor het programmageheugen, tussenresultaten, parametersignalen, en dergelijke. Deze variabele gegevens gaan verloren als de netspanning wordt onderbroken.
5 SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Het is een doelstelling van de uitvinding on het bereiken van het startadres automatisch te realiseren en wel afhankelijk van het feit dat door heftige en langdurige stoorsignalen aanvankelijk een willekeurig adres bereikt kan worden, zodat met name geen operationele toe-10 stand bereikt kan worden, die niet, of slechts door bijzondere handelingen, dan wel pas na verloop van een te lange tijd verlaten kan worden. De uitvinding realiseert de doelstelling doordat hij het kenmerk heeft, dat genoemde programmeerinrichting voorzien is van: f) eerste middelen voor het implementeren van een werkroutine 15 om genoemd specifiek stuursignaal te vormen, met in elke langdurig uitvoerbare lus daarin een deelroutine die een op een voorafbepaalde lokatie van genoemd niet houdend geheugengedeelte opgeslagen, loze, meerbitskode test; g) tweede middelen voor het implementeren van een voorberei-20 dingsroutine met een begin en een eind, welk laatste verbonden is met een begin van de werkroutine, en welke voorbereidingsroutine eerst genoemde meerbitskode orikonditioneel genereert en daarna een be-ginkonditie voor de werkroutine vormt, waarbij onder besturing van een negatief resultaat van genoemde te st genoemd begin wordt aangewezen 25 door de programmeerinrichting. Een langdurig uitvoerbare lus zal veelal zo een lus zijn die in het geheel niet verlaten kan worden zonder dat er een bepaalde uitwendige maatregel wordt getroffen. In bepaalde gevallen zullen ook lussen die een eindige tijd doorlopen worden van een deelroutine voor het testen worden voorzien. Zo zal in vele gebruiks-30 omstandigheden een verblijfstijd van ¾ sekonde door de gebruiker niet als schadelijk worden ervaren. Als dit echter een toestand met brandende stralirgsbron is zal zo’n tijd nog veel te lang zijn.
Het is gunstig als genoemde werkroutine voorzien is van één enkele lus met daarin vervat genoemde deelroutine. Dit geeft een een-35 voudige opbouw van het programma en met name een gering beslag op de geheugenruimte door de voorbereidingsroutine.
Het is gunstig als genoemde kode bevat een reeks meerbits ele- 800 3 5 67 PHN 9769 4 menten en dat een aanwijzer aanwezig is cm bij het passeren van genoemde deelroutine telkens uitsluitend één volgend meerbitselement van genoemde reeks ter testing aan te wijzen. Aan de ene kant kan zo een uitgebreide kode worden gebruikt: dit heeft het voordeel dat het 5 zeer onwaarschijnlijk is dat de kode bij het inschakelen "toevallig" wordt gevormd: een vierbits kode zal bijvoorbeeld meestal onvoldoende bescherming bieden. Als bij zo een reeks één der meerbits elementen "toevallig" bij het aanschakelen de juiste waarde krijgt zal bij het nogmaals doorlopen van de betreffende lus weer een ander meerbits ele-10 ment van de reeks worden getest. Voor elke keer dat de lus doorlopen wordt, wordt nu echter slechts een klein gedeelte van de kode getest en dat kost dus slechts weinig tijd. Op deze manier is er verder tijdens bedrijf een voortdurende en toch eenvoudige kontrole op storingen (bijvoorbeeld netstoringen) die de inhoud van het niet-houdende gèheugen-15 gedeelte op ontoelaatbare wijze zouden kunnen beïnvloeden. De elementen van de reeks kunnen allerlei waarden hebben. Bij voorkeur hebben ze niet steeds dezelfde waarde, en bij voorkeur hebben niet alle bits van een meerbits kodeelement dezelfde waarde. Aan deze voorkeur behoeft echter niet voor alle kode-elementen voldaan te zijn. Zo zal een een-20 voudige reeks bijvoorbeeld kunnen luiden: 010101, 101010.
Het is gunstig als een aantal verdere geheugenplaatsen van genoemd houdend gedeelte eveneens aanwijsinformatie voor genoemd begin bevatten. Zo wordt de veiligheid nog vergroot. Met name wordt onder programma verstaan: het geheel van vast opgeslagen informatie om de 25 co-operatie tussen programmeerinrichting en dienstverlenend element te besturen; dit is dus inclusief test- en meetfunkties (voor zover aanwezig). Ook als het dienstverlenend element meer "prograitma's" kan doorlopen, zoals "wasprogramma's" in een textielwasmachine, behoren deze alle tot het hierboven gereleveerde machineprograirma. Als de pro- 30 grammeerinrichting buiten het programma terecht kant als de inrichting in bedrijf wordt gesteld, dan wordt snel het begin bereikt, namelijk zodra als bij het doorlopen van het houdend gedeelte van het geheugen zo'n aanwij sinformatie wordt ontmoet. Als het prograrrmagéheugen in pa- tenminste gina's is verdeeld, zal/aan het eind van elke pagina of aan het eind 35 van een verder niet gebruikt deel van een pagina telkens een aanwij s-informatie worden aangebracht.
Het is gunstig als elke separaat adresseerbare lokatie van genoemd houdend gedeelte ofwel een woord van genoemd programma bevat, 8003567 ’ * J * PHN 9769 5 ofwel een aanwijsinformatie voor genoemd begin. Zo wordt genoemd begin sneller bereikt omdat het niet meer nodig is cm meerdere adreslokaties van genoemd houdend geheugengedeelte langs te stappen.
De beschreven maatregelen kunnen op verschillende manieren wor-5 den geïmplementeerd. Als de kapaciteit van het niet-houdend geheugengedeelte onvoldoende is voor het opnemen van de meerbitskode moet het worden uitgebreid. In andere gevallen kan worden volstaan net het reeds aanwezige geheugen. Steeds echter wordt een dienstverlenende inrichting verkregen welke direkt, of vrijwel direkt, begint met de voor-10 bereidingsroutine, ook als het in bedrijf stellen van de dienstverlenende inrichting op uiterst ongékontroleerde manier zou geschieden.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN.
De uitvinding wordt nader uitgelegd aan de hand van enkele figuren.
15 Fig. 1 geeft een principeblokschema van een dienstverlenende inrichting;
Fig. 2 geeft een uitgewerkt schema van een bestralingsinrichting;
Fig. 3 geeft een elementair stroomdiagram; 20 Fig. 4 geeft globaal de samenhang van de subroutines volgens welke de inrichting volgens Fig. 2 werkt;
Fig. 5 geeft een eerste deel van een detaillering van Fig. 4;
Fig. 6 geeft een tweede deel van de detaillering van Fig. 4;
Fig. 7 geeft een derde deel van de detaillering van Fig. 4; 25 Fig. 8 illustreert de inhoud van een deel van het niet-hou- dende geheugen van de programmeer inrichting.
BESCHRIJVING VAN DE VOORKEURSUITVOERING.
Fig. 1 geeft een principeblokschema van een dienstverlenende inrichting met programmeerinrichting . Het geheel bevindt zich in een 30 kast 400 en is door netkabel 402 en netsteker 404 aan het openbare elektriciteitsnet aan te sluiten. Via tule 406 is de kabel 402 aangesloten op de verdeelschakeling 408: deze bevat bijvoorbeeld een zekering, span-ningsomzetters, een netschakelaar en dergelijke. De aarding van het geheel is kortheidshalve niet aangegeven. Via de eventueel meervoudige 35 lijn 410 wordt de digitaal werkende programmeerinrichting 412 gevoed.
\ Laatstgenoemde ontvangt van de knoppen 414, 416, 418 specifikatie- signalen. Deze betreffen bijvoorbeeld de duur en het begintijdstip 800 3 5 67 * * PHN 9769 6 van de bestraling· In een andere toepassing kunnen deze specif ikatiesigna-len ook betreffen één of meer parameters ignalen ; in dat geval kunnen de elementen 414, 416, 418 ook sensoren zijn die in het geval van een wasmachine bijvoorbeeld de watertemperatuur en/of de vullingsgraad aan-5 geven: deze sensoren kunnen dan op of bij het dienstverlenend element 426 zijn aangesloten. Via lijn 420 ontvangt stuurscnakeling 422 eveneens voedingsvermogen. Verder ontvangt de stuurschakeling pp de hier meervoudig aangegeven lijn 424 een specifiek stuursignaal. In een eenvoudig geval is lijn 424 enkelvoudig en betreft het specifieke stuur-10 signaal alleen de twee mogelikheden "aan" en "uit". Het is ook mogelijk dat dit stuursignaal één enkele analoge waarde bezit, die bijvoorbeeld een toerental aangeeft. In het uitvoeringsvoorbeeld betreft het stuursignaal zowel een "aan/uit" signaal als een aantal besturingssignalen voor het afbeelden van een bestralingtijd. In het geval van een was-15 machine kunnen deze besturingssignalen de verschillende deelfunkties van het wasproces kontröleren, zoals het bekrachtigen van de motor, het aktiveren van de verwarmingsspiraal, en verder verschillende kranen en kleppen. In een eenvoudig geval bevat de stuurschakeling 422 dus één of meer elektrcmechanische of elektronische schakelaars. Hij kan even-20 wel ook voorzien zijn van analoog geregelde elementen , bijvoorbeeld voor het regelen van een stroomsterkte.
Op lijn 425 verschijnen de gestuurde bekrachtigingssignalen: deze lijn kan ook meervoudig zijn. Het kunnen dus voedingssignalen zijn (bijvoorbeeld 220 volt 50 Hz), of pulssignalen. Het element 426 25 representeert hier de dienstverlenende funktie, dus in het uitvoer ingsvoorbeeld de bestralingslairp (en) en de afbeeldelementen voor de bestra- , lingstijd. Op zichzelf zijn alle funkties binnen het blok 426 bekend.
Fig. 2 geeft een uitgewerkt schema van een bestralingsinrich-ting inclusief stuurschakeling en programmeerinrichting. In aangesloten 30 toestand voeren klemmen 10, 12 de netspanning, bijvoorbeeld 220 V, 50 Hz. De schakeling is "dubbel geïsoleerd", de middelen daartoe zijn niet aangegeven. Dit betekent dus dat de besturingselementen in de rest van de schakeling ten opzichte van aarde "zwevend" zijn. Voorts zijn er twee parallelgeschakelde bestradingslampen voor wisselspanning 14, 35 16 van een op zichzelf bekend type met telkens een in serie ermee ge schakelde afvlakspoel 18, 20. Voorts is een parallel weerstand 22 van 220 kohm aanwezig voor het kontroleren van de schakelaars (of ze in de goede toestand open/dicht zijn). Verdere onderdelen zijn eenvouds- 800 35 67
: I
* « PHN 9769 7 halve weggelaten. De bekrachtiging van de twee lampen vindt plaats als beide in serie geschakelde schakelaars 24, 26 van het type LCICE, 24 Y van het fabrikaat CMRON in de gesloten toestand zijn. De schakeling bevat voorts een generator voor gelijkspanningen. Het arrangement 5 28 is een dubbelzijdige gelikrichter met vier diodes van het type BY 179. Door de weerstand 30 (560 Ohm) en de kondensator 32 (2,5 mikro-farad) wordt een afvlakking verkregen. Tussen de klemmen 34 en 36 staat dan een spanningsverschil van ongeveer 265 volt. De zener diode 40 van het type BZX 79 C 15 verzorgt tussen de klemmen 36 en 38 een spannings-10 verscnil van 15 volt. De zenderdiode 42 van het type BZW 87 C 51 verzorgt tussen de klemmen 38 en 44 een spanningsverschil van 51 volt. De weerstanden 46 en 48 hebben elk een waarde van 4700 Ohm. Klem 38 is middels diode 50 van het type BZW 62 weerstand 52 van 150 Kohm met klem 12 verbonden en definieert zo een nivo van ongeveer 0 volt spanning. Dit 15 heeft in het navolgende de betekenis van logisch "1". Het spanningsnivo van klem 36 is daarmee ongeveer -15 volt, wat in het volgende de betékenis heeft van logisch "0". De klemmen 35, 36, 38, 44 zijn middels niet-* getekende verbindingen met verdere onderdelen van de schakeling verbonden. Het verbindingspunt tussen diode 50 en weerstand 52 is verbonden 20 met ingang K8 van de programmeereenheid 56.
De programmeereenheid 56 is een mikroprocessor van het type TMS 1000 (Texas Instruments).Deze mikroprocessor bezit onder andere een logisch arrangement (PLA.) dat gebruikt kan worden om een cij ferafbeeldinrichting te bekrachtigen, verdere aansluitingen cm een (eenvoudig) toetsenbord te 25 ondervragen en uit te lezen en een aantal besturingsverbindirgsn voor het uitvoeren van verdere funkties. Eerst wordt het bekrachtigen van de schakelaars 24, 26 besproken. Klem 74 is aangesloten op de spanning van +51 volt (klem 44). In rust is de transistor 66 (BC 639) gesperd en staat praktisch de hele spanning van +51 volt over de kondensator 72 (47 30 mikroï). Klem 82 staat op een potentiaal van 0 volt (klem 38) en de spoelen 23, 25 zijn niet bekrachtigd. Via weerstand 64 (2200 Ohm) ligt de basiselektrode van transistor 66 aan O volt. Gedurende de werkingstijd (zie later) geeft de mikroprocessor 56 voortdurend pulsvormige signalen af met een breedte van 1 millisekonde en een frekwentie van 50 Hz.
35 Deze verschijnen op uitgang R9 en worden via koppelkondensator 69 (2,2 irdkroP), en weerstand 62 (5600 Ohm) toegevoerd aan de basiselektrode van transistor 66. Lijn 58 is ook via weerstand 59 (10 Kohm) verbonden 800 3 5 67 PHN 9769 8
met een potentiaal van -15 Volt (element 56 is een p-MOS mikroproces-sor met open uitgangen). Onder besturing van bovengenoemd pulsvormig signaal gaat transistor 66 in geleiding en kondensator 72 wordt ontladen. Deze situatie brengt diode 76 (type BM 62) in geleiding zodat via 5 weerstand 78 (39 Ohm) de kondensator 80 (kapaciteit 22 mikroF) wordt opgeladen, met aan een kondensator 72 onttrokken lading. Na het einde van de puls op leiding 58 wordt de transistor 66 gesperd en kondensator 72 bijgeladen. De bovenste elektrode (aan de kant van diode 76) van kondensator 72 kan door diode (type BM 62) geen positieve potentiaal 10 krijgen. Ook diode 76 is na het eind van de puls op lijn 58 weer ondoorlatend. De lading qp kondensator 80 vloeit af via spoelen 23, 25 met een tijdkonstante (RC-tijd), van meerdere tientallen millisekonden. Bovendien gaan de schakelaars 24, 26 pas epen als de spanning over de spoelen tot een lage waarde (4 volt) t.o.v. de nominale spanning is 15 gedaald. Zo mag er een aantal pulsen op lijn 58 (in de orde van 10) achterwege blijven: dan pas worden de schakelaars 24, 26 geopend. Een puls kan uitblijven doordat het regelmatig doorlopen van de werkcycli in de prograirmeereenheid 56 is gestokt. Zoals later beschreven wordt is dit doorlopen gekoppeld met het terugstellen van de nog vol te maken 20 werkingstijd, zodat als-dan de bestraling snel beëindigd wordt. Vervolgens wordt de schakeling met betrekking tot het toetsenbord beschreven. Het toetsenbord 84 bevat tien cijfertoetsen 0-9 voor het toevoeren van een werkingstijd-informati^ één toets ST voor het toevoeren van een starts ignaal en een toets CORR voor het ongeldig maken van een 25 verkeerd bediende toets. Er wordt nog verondersteld dat steeds hoogstens één toets tegelijk is ingedrukt. In een bepaalde fase van het programma van de inrichting 56 (zie later) worden de uitgangsklemmen ROR4 successievelijk bekrachtigd voor een afvraagsignaal. Als bijvoorbeeld toets 7 is ingedrukt en klom R2 wordt bekrachtigd, dan wordt dit door-30 gekoppeld naar ingangsklem K2. Bekrachtiging van de klemmen RQ, R1, R3, R4 levert dan geen doorkoppeling op. Door uitkoderen is de ingedrukte toets dan bekend aan de mikroprocessor. Klem K1 ontvangt nog een signaal van punt 88, klem K8 van de korréktietoets CORR. De verdere besturing en voeding van de mikroprocessor gebeuren als volgt. Kleumen OSC1 en 35 OSC2 zijn doorverbonden. Klem VSS is verbonden met een spanningsnivo van o volt (Substraat). VDD is verbonden met een spanningsnivea van -15 volt (voedingsspanning). Tussen de klemmen OSC1/2 aan de ene kant en klem VSS aan de andere kant zijn geschakeld een kondensator 90 van 47 pikoF
8003567 EHN 9769 9 en een weerstand 92 van 47 kohm. Deze beide bepalen de klokpulscyclus van de mikroprocessor volgens opgave van de fabrikant tot een waarde van ongeveer 300 Khz. Hierna wordt besproken de schakeling cm te de-tekteren of een van de schakelaars 24, 26 in de gesloten toestand is, 5 en wel buiten de werkingstijd van de ontladingsbuizen 14, 16. De middelen hiertoe zijn; de weerstanden 100, 102 (330 Kohm), 104 (39 Kohm), verder de transistor 106 van type BC 546 en kondensator 108 (0,22 MikroF). Stel dat schakelaar 24 open is en schakelaar 26 gesloten. Dan is de potentiaal van punt 29 bepalend, deze is gemiddeld hoger dan die 10 van punt 31. Hij kan momentaan nooit meer als ongeveer 1 volt lager zijn doordat diode 33 dan gaat geleidend. Anderzijds kan hij momentaan wêl hoger zijn dan de potentiaal van punt 31 in afhankelijkheid van de fase van de voedende wisselspanning. Daardoor wordt kondensator 108 opgeladen met een RC-tijd van ongeveer 0,07 sek. Als klem R10 van 15 de mikroprocessor 56 door een signaal "1" (ongeveer 0 volt) wordt aangestuurd, gaat transistor 106 in de geleiding zodat ook punt 88 op een potentiaal van logisch "1" kant. Dit laatste signaal wordt dan gedetekteerd op klem K1 van de mikroprocessor 56. Als in het bovenstaande beide schakelaars open zijn (24, 26) dan is het signaal op 20 punt 88 daarentegen op ongeveer -15 volt via weerstand 104 hetgeen onveranderlijk een logische "O" signaleert. In dit verband wordt opgemerkt, dat de toleranties ten opzichte van de waarde -15 volt tamelijk ruim zijn; enkele volts verschil geven nog steeds de logische waarde "O". Ten opzichte van de waarde 0 volt mag de afwijking slechts 25 enkele tienden volts zijn. De waardering van het tussengelegen gebied (b.v. tussen -½ en - 10 volt) is niet gegarandeerd. Als aan de andere kant schakelaar 24 gesloten is en schakelaar 26 geopend, dan is het de potentiaal van punt 35 die bepalend is. Dit punt is volgens eenzelfde diode met punt 31 verbonden en heeft dus dan een hogere poten-30 tiaal dan klem 36. Voor wat betreft de geleidingstoestand van transistor 106 is het eerder gestelde van toepassing: ook dan ontvangtklem K1 een logische "1”. Als beide schakelaars 24 en 26 zijn gesloten is afgezien van andere dingen de bestralirgbuis bekrachtigd. Als tijdens de werkingstijd beide schakelaars defékt raken zodat ze niet meer onder-35 breken kunnen, is de beveiliging gefaald. De kans op zo'n dubbel mankement is zeer klein en mag worden verwaarloosd. Hierna wordt besproken de afbeeldschakeling. De mikroprocessor 56 is hiertoe voorzien van 800 3 5 67 J s.
PHN 9769 10 twee selektie uitgangen R5 en R6. Verder zijn aanwezig 7 kodesig-naaluitgangen 00-06 die middels een inwendig logisch arrangement (PLA) worden aangestuurd om een zevensegments afbeeldinrichting te bekrachtigen. Deze inrichting is kortheidshalve als een blok DP 5 aangegeven. De seléktieuitgangen R5, R6 zijn middels de weerstanden 110, 112 (27 Kohm) en 114/ 116, 118/ 120 (allen 33 Kohm) verbonden met respektievelijk een potentiaal van -15 volt en de basiselektroden van transistoren 122, 124 (type BF 422). De emitterelèktroden daarvan zijn verbonden met punt 82 (potentiaal 0 volt). De kollektorelektro-10 des ervan zijn middels weerstanden 126, 128 (waarde 330 Kohm) verbonden met een voedingspotentiaal van 250 volt (klem 34). Deze laatste is geschikt cm de eigenlijke afbeeldelementen aan te sturen. Als de klemmen R5, R6 een lage potentiaal hebben warden de transistoren 122, 124 door de voedingsspanning van -15 volt zo geregeld dat de kolléktor-15 elektrodes ervan op een lage potentiaal liggen. Daardoor warden de tran-sistoren 130, 132 gesperd en worden de lijnen 134, 136 middels weerstanden 138, 140 (waarde 681 Kohm) (¾) een lage potentiaal gehouden: de afbeeldelementen zijn dan in de niet-geselekteerde toestand. Als de transistoren 122, 124 door een hoog signaal op kleumen R4, R5 20 (ongeveer 0 volt) in geleiding worden gebracht, brengt de hoge potentiaal van hun kollektorelektrode ook de korresponderende transistor 130 of 132 (type BF 422) in geleiding en wordt de betreffende leiding 134 of 136 op een hoge potentiaal aangestuurd ;langs deze lijn wordt het afbeeldvermogen aan de afbeeldelementen toegevoerd.
25 Fig. 3 geeft een elementair stroomdiagram van de organisatie van de inrichting volgens het uitvoeringsvoorbeeld. Dit stroomdiagram bevat allereerst blok 432: de voorbereidingsroutine, waarvan de specifieke deelfunkties later beschreven zullen worden. Voorts bevat blok 434 de gveripof "werk"-routines die ook nader beschreven worden.
30 Laatstgenoemden bestaan in een groot aantal verschillende deelroutines die herhaaldelijk worden doorlopen doordat het programma een lusstruk-tuur bezit. Het uitvoeringaoorbeeld bezit slechts één zo'n lus, waarbij het rondlopen voortdurend doorgaat zolang de voedingsspanning aanwezig blijft. In een andere uitvoering zouden er twee verschillende lussen 35 kunnen zijn: één lus die voortdurend doorlopen wordt als de stra- lingsbronnen "aan" zijn, en een tweede die voortdurend doorlopen wordt als de stralinsbronnen "uit' zijn. Bij wijze van symbolisering is het 800 3 5 67 PHN 9769 11 geheel der werkroutines hier als één enkel blok 434 aangegeven. In elke langdurig uitvoerbare lus in de verzameling werkroutines, en bijvoorbeeld aan het eind van zo'n lus, wordt gekontroleerd of een nader te specificeren deel van het lees/schrijfgeheugen van de mikroproces-5 sor een voorafbepaalde 16-woords kode bevat. Deze kontrole wordt gesymboliseerd door de ruit 436: kode O.K.? Als het antwoord "ja" (Y) is mag de programmering doorgaan naar een volgende werkroutine via lijn 438. Na een juiste initialisering zal dit zo zijn. Daarbij kan de werking van de bestraling beëindigd zijn, respektievelijk nog niet 10 aangevangen: dan zijn er zogenaamde "wacht"-routines in voortgang.
Zulke wachtroutines zijn, zoals nader wordt uitgelegd mede in dezelfde lus opgenomen. Anderzijds kan de uitvoering van het programma worden beëindigd doordat de netschakelaar op de "uit"-stand wordt gesteld, respektievelijk de stekker (404) uit het stopkontakt wordt getrokken.
15 Als in het bovenstaande daarentegen de kode niet juist is, gaat het programme via lijn 440 naar blok 430. In blok 430 wordt op een aantal nader te specificeren geheugenlokaties in het lees/schrijfgeheugen van de mikroprocessor TMS10Q0 de later te testen kode ingeschreven. De kans dat deze kode "toevallig" wordt gevormd kan door het kiezen van een 20 voldoend uitgebreide kode verwaarloosbaar klein worden gemaakt. Na het genereren van de kode in blok 430 gaat de programmering weer naar de voorbereidingsroutine. Als de kode eenmaal is gevormd wordt dus steeds de lus 434/438 doorlopen, zij het met wisselende exemplaren van de verzameling werkroutines.
25 Bij het in bedrijf stellen van de inrichting door insteken van de netstekker kan de progranmeerinrichting op een willekeurige stand van zijn adresteller voor het programma @ood)-geheugen gesteld worden. Door de geschetste opbouw van het besturingsprogramma leidt elk daarin voorkomend géheugenadres tot het snel binnengaan (via blok 436) van de voor-30 bereidingsroutine. Het is mcg&ijk dat er nog ongebruikte plaatsen in het programmageheugen zijn. Hiervoor zijn verschillende oplossingen mogelijk. De eenvoudigste is dat al deze prograrmaplaatsen een loze (dummy)-code bevatten: dan moet de adresteller alle adressen aflopen tot de eerste niet-loze instruktie wordt ontmoet: bij voorkeur is dit 35 dan juist de eerste instruktie van het blok 430: het vormen van de kode in het niet-houdende gedeelte van het geheugen. Onder omstandigheden kan het aflopen van deze adressen geruime tijd duren. Het is ook mogelijk 900 3 5 67 PHN 9769 12 dat het programmageheugen is onderverdeeld in pagina's waardoor de adresteller voortdurend de geheugenplaatsen van eenzelfde pagina zou aflopen: in het geval van een geheel lege pagina zou dan een vastgelopen situatie ontstaan. Daarom is het voordelig als door de inhoud van 5 een aantal ongebruikte geheugenplaatsen (minstens één per geheel lege pagina) of zelfs alle ongebruikte geheugenplaatsen in het programmageheu-gen direkt het eerste adres van blok 430 aangewezen wordt, hetgeen door de figuur is gesymboliseerd (blok 428, dat de ongebruikte geheugenplaatsen aangeeft). In principe kunnen de ongebruikte geheugenplaatsen elk 10 ander adres van de blokken 430, 432, 434, 436 aanwijzen, maar deze indirekte aanwijzing van het begin van blok 430 is minder snel.
Fig. 4 geeft schematisch de samenhang tussen de subroutines van het stroomdiagram volgens hetwelk de inrichting volgens Fig. 2 werkt; het schema wordt later uitgewerkt aan de hand van Fig. 5 tot 15 en met 8. Het stroomdiagram begint bij blok 200: hierin wordt een kode gegenereerd die bestaat uit 16 woorden van elk vier bits welke in het lees/schrijfgeheugen van de mikroprocessor TMS 1000 wordt opgeslagen.
Het eerste adres van blok 200 wordt aangewezen, door alle adressen die in Fig. 3, blok 428 zijn gesymboliseerd . Vanuit blok 200 wordt 20 blok 202 bereikt: dit werkt als voorbereiding voor het eigenlijke programma: de werkroutines. De blokken 200 en 202 corresponderen dus samen met blok 430 in Fig. 3. Vandaar is een weg naar 204: de routine van het aftasten van de ingangssignalen. Vandaar zijn er wegen naar 206: relaisbekrachtigingsroutine, naar 216: routine van het detekteren van 25 de ingangsinformatie en naar 222: de routine van de tijdaanwijzer (of bijhoudinrichting). Van 206 is er een weg naar 208: wachttijd routine.
Van 208 is er een weg naar 210: afbeeldroutine. Van 210 is er een weg naar 212: routine van het testen van de kode (slechts één woord van de 16 kodewoorden wordt getest). Vandaar is er dus een weg naar blok 30 200. Van blok 212 is er een weg naar blok 214: het detekteren van de toe stand der schakelaars . Van blok '214 is er een eerste weg terug naar blok 212: schakelaars onveilig, en zo fungeert de lus 212-214 als eindlus. Van blok 214 is er een tweede weg terug naar 204 (zie hierboven), Van 216 is een weg naar 218 inleesroutine, en een naar 224: 35 routine van de startkonditie. Van 218 is er een weg naar 220: laadroutine voor de tijdaanwijzer. Van 220 is er een weg naar 206. Van 222 is er een weg naar 206, naar 220, een tweede weg naar 206 (223) en naar 226: 800 3 5 67 PHN 9769 13 bijhoudinrichting defekt. Van 224 is er een weg naar 206. De gang van zaken wordt nader besproken aan de hand van Fig. 5, 6, 7.
Fig. 8 illustreert de inhoud van het lees/schrijfgeheugen-deel van de mikroprocessor 56 in fig. 1. De kapaciteit is 4 banken van 5 elk 16 woorden a 4 bits. De bankadressen worden geleverd door het zogenaamde X-register en de woordadressen door het zogenaamde Y-regis-ter. Van bank 0 bevatten de woorden Y6-Y11 de nog te doorlopen tijd, en wel achtereenvolgens: het aantal tientallen minuten, het aantal minuten daarboven, het aantal tientallen seconden daarboven, het aantal 10 seconden daarboven, het aantal 1/5 seconden daarboven en ten slotte het aantal vijftigste minuten daarboven. Woord Y9 is het startwoord en bevat de startbit (voor de tijdaanwijzer), 0, 0, en de toestemmings (enable) bit voor het starten. Woord Y10 bevat achtereenvolgens x (loze bit, don't care) , de "eerste keer" bit, de '50 Hz blok" bit en x. Woord Y11 bevat 15 achtereenvolgens de reddingsbit voor de tijdbijhouder, x, x de "wachttijd voorbij "-bit, en de afbeeldingsonderdrukkingsbit (blanking). Woord Y12 bevat de aftastbit voor de uitgangsinformatie, x, x, x. Woord Y13 bevat een drietal bits die als teller werken tegen het jitteren van toetskontakten, en de ingangsblokkeringsbit. Woord Y0 bevat de informatie 20 van het laatste R-uitgangssignaal bij het aftasten van de ingangsinformatie. In bank X1 bevatten de woorden Y5, Y6 tij ds instellingsformatie in respéktievelijk minuten en tientallen minuten op de wijze als de woorden Y5, Y6 in bank X0. Woord Y0 bevat een aanwijsinformatie PPPP (pointer) om telkens één kodewoord tegelijk te testen dat in bank X3 25 is opgeslagen. Bank X2 bevat 16 kodewoorden cm te testen of de voorbe-reidingsroutine op de juist wijze is uitgevoerd .Woord YO bevat de informatie "6", woord Y1 de informatie "7" , en zo verder: met name is de woordinhoud ongelijk aan het woordadres. In deze uitvoering wordt bank X3 niet gebruikt.
30 Fig. 5 geeft een eerste deel van een detaillering van het sche ma van Fig. 4. Als de spanning tussen Vdd en VS5 voldoende groot geworden is wordt de interne klok gestart. Voor de juiste uitvoering van het programma is een sprong nodig naar de voorbereidingsroutine in blok 202. Er zijn twee manieren om dezeSprong uit te voeren: 35 1) De eerste instruktie die wordt uitgevoerd, behoort niet tot het eigenlijke programma. Al deze instrukties (428) besturen een adres-sprong naar het eerste adres van de deelroutine 200; 8003567 '•PHN9769 14 2) De eerste instruktie die wordt uitgevoerd behoort wêl tot het eigenlijke prograinttia: bij het passeren van blok 212 (fig. 4) wordt dan getest of de voorbereidingsroutine daarvóór is reeds is uitgevoerd. Als het resultaat van de test negatief is wordt daardoor weer 5 een sprong uitgevoerd (ingang "6") naar het eerste adres van blok 200, dan wordt dus de 64 bits kode voor geheugenbank X2 gegenereerd (Fig. 8). Het is deze kode waarvan telkens één woord in de hierboven vermelde test wordt onderzocht. Daarna worden in blok 202 de volgende onkonditio-nele operaties uitgevoerd: 10 1. de registers van de mikroprocessor worden gereset.
2. de tijdindikatie (die zich bevindt in het minutengedeelte van de bij-houdinrichting, zie nog hierna) is dan "00", maar qp de afbeeldin-richting wordt deze informatie afgebeeld als twee strepen qp de middelste horizontale segmenten: zo staat er "niets". Dit gebeurt door-15 dat de onderdrukkingsbit voor de afbeeldinrichting (woord Y11) gelijk aan "1" wordt gemaakt - de eigenlijke 4-bits kode voor de af-beeldelementen is dan "1111". Via de uitgangsinrichting (PLA) van mikroprocessor 56 wordt dit vertaald in de 8-bitskode 0100-0000.
Blok 202 heeft een enkele uitgang naar blok 204: de routine van het 20 aftasten van de ingangssignalen . In blok 230 wordt getest of de start bit (woord Y9) van de timer is geset en de positieve fase van de 50 Hz netspanning aanwezig is. Aanvankelijk zal niet aan deze beide , door eenEN-funktie te kambineren voorwaarden, voldaan zijn (met name is de startbit = 0). In blok 232 worden de toetsingangen van toetsenbord 25 84 in fig. 2 af getast door middel van afvragen van de uitgangen RO-R4 van de mikroprocessor. De ontvangen informatie wordt qpgeslagen in het accumulatorregister van de mikroprocessor 56. In blok 234 wordt ge-detékteerd of er een toets is ingedrukt, dat wil zeggen of de inhoud van het accumulatorregister ongelijk is aan nul. Aanvankelijk zal geen 30 toets zijn ingedrukt (uitkomst van de test: negatief). In dat geval volgt een overgang naar blok 206: de relaisbekrachtigingsroutine. In blok 236 wordt de uitgang R9 van mikroprocessor 56 logisch. "O" gemaakt. Aanvankelijk zal dit een loze operatie zijn omdat deze informatie al de waarde "O" had. Dan volgt een overgang naar blok 208 in Fig. 6: de qc wachttijdroutine: de wachttijd is de tijd die verloopt tussen het bedienen van de starttoets en de feitelijke aanschakeling van de stralings-bron. In blok 238 wordt getest of de startbit is gezet (vergelijk ook 800 35 67 PHN 9769 15 blok 230). Aanvankelijk zal dit niet zo zijn. In blok 240 wordt het secondengedeelte (woord Y3) van het register van de tijdaanwijzer gevuld met de informatie: 15 sekonden. Dit is de waarde (1111) van de wachttijd. Bovendien wordt een verder gedeelte (woord Y4) van het register van de 5 tijdaanwijzer gevuld met de informatie: 60 sekonden (0110): daardoor wordt de op het register ingestelde bestralingstijd 1 minuut te hoog.
Dit heeft het voordeel dat de stand 0 minuten, 60 sekonden gebruikt kan worden om het einde van de bestralinstijd te detekteren. Daarop volgt de overgang naar blok 210; de afbeeldroutine. In blok 242 wordt eerst 10 getest of de onderdrukkingsbit voor de afbeeldinrichting op 1 gesteld is. Deze bit bestuurt het knipperen van de afbeelding tijdens de wachttijd. Aanvankelijk zal deze bit Y5 (in het woord Y11) niet op 1 zijn gezet.
In blok 284 wordt via een multiplexorganisatie in twee slagen de informatie van het minutenregister van de tijdaanwijzer aan de afbeeldin-15 richting toegevoerd. Aanvankelijk zal dit (zie blok 202 hierboven) de afbeelding van de middelste twee horizontale elementen van de afbeeld-inrichting ten gevolge hebben. Het multiplexen wordt bestuurd door de eerste bit van het woord Y12. Als de onderdrukkingsbit wél de waarde "1" heeft (dit gebeurt tijdens het wachten afwisselend gedurende een sekon-20 de wèl en de volgende sekonde niet) dan wordt in blok 244 de afbeelding onderdrukt. De nalichttijd van de afbeeldelementen is veel kleiner dan 1 sekonde zodat dan de afbeelding "knippert". Daarop volgt de overgang naar blok 212; daarin wordt getest of êên der woorden van de 16-woords-kode in geheugenbank X2 de juiste waarde heeft. De seléktie van 25 het betreffende woord gebeurt door de aanwijzer (woord Y0, bank X1), waarvan de inhoud voor de test met 1 wordt opgehoogd. Als het kodewoord niet korrekt is volgt via uitgang 6 een adressprong naar blok 200 in fig. 5. Als het kode woord wêl goed is wordt in blok 247 getest of de startbit is geset (vgl. blok 238). Als de startbit niet qp "1" is gesteld 30 (dat zal dus aanvankelijk het geval zijn) wordt in blok 248 getest of de schakelaars "veilig" zijn. (middels uitgang R10 en ingang K1), dus beide in de geopende stand (de kans dat ze beide gesloten zijn wordt verwaarloosd). Gewoonlijk zullen de schakelaars veilig zijn en volgt een overgang naar blok 249. Als de schakelaars echter onveilig zijn 35 wordt in blok 250 de afbeelding verduisterd. Dit wordt teweeggebracht door de vierbitskode "1110": onder besturing daarvan genereert het geprogrammeerde logisch arrangement aan zijn uitgang de informatie 800 35 67 ΡΗΝ 9769 16 » \· 0000-0000. Via de blokken 212, 247, 248 en 250 is dan een persistente lus gevormd. Deze wordt zo lang doorlopen als de fout in de schakelaars aanwezig blijft. Als de schakelaars veilig (247) zijn wordt in blok 249 de veiligheidsbit getest. Deze is logisch "1" als de registers van de 5 tijd aanwijzing niet qp de goede manier aanwijzen. In een onveilige toestand wordt een lus gevormd via de blokken 212, 247, 248, 249 en 250. De zo beschreven lus (de blokken 204, 206, 208, 210, 212) kan een willekeurig groot aantal malen worden doorlopen en vormt zo een initiële wachtlus. Als een toets wordt ingedrukt gaat het programma 10 van blok 134 naar blok 216 (Fig. 7): de detektieroutine voor de ingangs-informatie . in blok 254 wordt gedetekteerd welke toets was ingedukt en wordt verder de vierde bit van woord Y13 (bank XO) gelijk aan "O" gemaakt. Als bij het doorlopen van de lus dezelfde toets nog eens wordt gedetekteerd wordt het saldo van de eerste drie bits van woord 15 Y13 met een eenheid verhoogd. Als een overloop conditie ontstaat is het een "echte" toets die verwerkt mag worden. Als er bij het doorlopen van de lus geen of een andere toets wordt gedetekteerd wordt Y13 cp nul teruggesteld. Zo wordt geen last ondervonden van denderen (bouncing) van de toetsen. Als de toets verwerkt is wordt de vierde bit van het 20 woord op "1" gesteld cm een tweede verwerking te blokkeren. In blok 255 wordt gedetekteerd of het de korrektietoets (CORR) betreft. Als dat zo is gaat de programmering terug naar blok 200. Impliciet werkt zo de korrektietoets als "terugstel"-toets, ook voor het gehele programma. Anders wordt vervolgens getest in blok 256 of de starttoets (ST) is 25 bediend. Als dit niet zo is wordt in blok 258 de cijfertoets gedekodeerd en vindt een overgang plaats naar blok 218: de inleesroutine. Eerst wordt dan in blok 260 het ingetoetste cijfer opgeslagen in geheugenbank X1r woord Y5. De eerste toets geldt als de meest signifikante. In blok 262 wordt getest of de toets toelaatbaar is. De eerste is altijd 30 toelaatbaar, de "0" geeft weer de afbeelding "niets". Verder wordt in blok 260 nog de herhaal-bit (in woord Y10, tweede bit) cp de stand "herhaling mogelijk ", d.i. "O" gesteld. Als er een toets met toelaatbare cijferwaarde is bediend wordt daarop in blok 264 de toelaatbit (enable) voor het starten gelijk gemaakt aan "1". Daarna vindt een over-35 gang plaats naar blok 220: laadroutine voor de tijdaanwijzer. In blok 266 wordt dan uitslutiend het ingetoetste cijfer opgeslagen In het register (minutengedeelte) van de tijd-aanwijzer: bank X0 , woord Y5 van 8003567 PHN 9769 17 het geheugen. Dan vindt er een overgang plaats naar blok 206 in Fig. 5. De beschreven excursie naar Fig. 7 vindt voor elke indrukaktie slechts éénmaal plaats. Zolang de toets niet wordt losgelaten en een verdere toets (kan dezelfde toets zijn) weer wordt ingedrukt wordt daarna tel-5 kens de eerdergenoemde hoofdlus van de blokken 204-206-208-210-212 doorlopen. Daarbij wordt de eerst ingedrukte toets op de minst signifikante positie afgebeeld. Als een tweede cijfertoets wordt ingedrukt gebeurt hetzelfde als bij het indrukken van de eerste: het tweede cijfer wordt het minst signifikant^ terwijl het eerst ingedrukte cijfer naar de 10 meest-signifika nte plaats wordt overgebracht (woordplaats Y6) en dienovereenkomstig afgebeeld. In blok 262 wordt gekontroleerd op juiste bediening: deze is juist als ten hoogste twee cijfertoetsen achtereen worden ingedrukt (één is echter reeds voldoende). Als de waarde van de ingestelde bestralinstijd groter is dan 40 minuten wordt in blok 15 268 de toelatingsbit voor het starten op nul teruggesteld en wordt we derom de informatie "niets" middels twee horizontale strepen afgebeeld (dit laatste in blok 270): uit blok 270 is er weer de overgang naar blok 266 en daarna naar blok 206 in fig. 5.
Door het bedienen van de korrektietoets kan de reeds ingetoetste tijd 20 op nul worden teruggesteld. Dan treedt in fig. 7 een overgang op van blok 255 naar blok202 in de voorbereidingsroutine: alle registers worden weer op hun beginstand gesteld. Als geen korrektie noodzakelijk is kan in tweede of derde instantie de starttoets worden ingedrukt. Dan vindt in fig. 7 een overgang plaats van blok 216 naar blok 224: de routine van 25 de startkonditie. Eerst wordt in blok 272 getest of de toelaatbit voor het starten de waarde "1" heeft. Deze was qp "1" gesteld in blok 264.
Als deze echter niet op "1" was gesteld vindt een terugkeer plaats naar blok 206 in fig. 5. Als de toelaatbit op "1" gesteld was wordt de startbit op "1" gesteld in blok 274. In blok 276 wordt getest of de 30 bit "herhaling mogelijk" (2° bit van woordplaats Y10) de waarde "O" of "1" heeft. Deze was in blok 260 op nul gesteld. Als het de eerste keer is wordt deze bit dus nu op "1" gesteld, ten téken dat herhaling mogelijk is. (blok 278). Als hij "1" was wordt hij daarentegen in blok 280 teruggesteld: herhaling is niet meer mogelijk. De uitgang van blokken 35 278 en 280 is naar blok 206 in fig. 4. Middels deze bit "herhaling mogelijk" kunnen achtereen twee evedange bestralinen worden geaktiveerd zonder dat de tijdprogrammering bij de tweede keer opnieuw hoeft te worden ingesteld.
8003567 PHN 9769 18
Bij het aanschakelen, en bij het veranderen van de ingestelde tijd wordt deze bit steeds (in blok 260) op nul gesteld. De genoemde herhaling kan dus achterwege blijven.
Zo is nu de startbit geset. Als eerder vermeld kan deze worden getest 5 in de blokken 230, 238 en 246 in fig. 5, 6. Eerst kan nu in blok 238 worden afgetakt naar blok 281. Hierin wordt getest of de tijd van 15 sekonden die in blok 240 was gegenereerd, al verstreken is (deze tijd wordt afgeteld in blok 222). Als de startbit nog niet qp "1" gesteld is wordt deze tijd bij elke passage door blok 240 opnieuw gesteld. Als 10 genoemde 15 sekonden nog niet voorbij zijn volgt een overgang van blok 281 naar blok 282. Daarin wordt gedetekteerd qp de tijdwaarde in sekonden (in woord Y3) even of oneven is. Als de tijd even is wordt de afbeeldingsonderdrukkingsbit op "1" gezet en als de tijd oneven is wordt hij op "O" gezet. Daarna volgt weer de overgang naar blok 210: de af-15 beeldroutine: nu is in blok 210 de afbeeldingsonderdrukkingsbit of "O" of "1" zodat ofwel blok 244 doorlopen wordt (dan wordt de afbeelding onderdrukt), ofwel het blok 284 doorlopen wordt. In blok 284 worden de cijfers in het minutengedeelte van het register van de tijdaanwijzer naar de afbeeldingsinrichting gevoerd. Zo knippert de afbeelding dus 20 gedurende 15 sekonden. Als de 15 sekonden verlopen zijn (test in blok 281) wordt in blok 286 de bit "wachttijd voorbij" geset. Voor het overige wordt steeds de via uitgang "5" gesloten lus doorlopen. Daarbij wordt de veilige toestand van de schakelaars (blok 248) niet meer getest maar wordt om veiligheidsredenen in blok 252 het bijhoudregister voor 25 de tijdaanwijzing getest. Als de inhoud meer dan 40 minuten aanwijst worden alle registers in de voorbereidingsroutine qp de begins tand teruggesteld. Door het multiplexen in blok 284 moeten er telkens twee lussen doorlopen worden cm het gehele getal af te beelden.
Het eerder genoemde aftellen vindt plaats in blok 222. Voorts is in blok 30 230 de startbit voor de tijdaanwijzer nu "1" en met 50% kans is ook de netspanning 50 Hz in de positieve fase. Als dit laatste het geval is volgt een overgang uit blok 230 naar blok 288. Hierin wordt gedetekteerd of een "eerste keer bit" (derde bit van woord Y10) de waarde "O" heeft. Als hij de waarde "O" heeft volgt een overgang naar blok 290.
35 In blok 290 wordt de inhoud van het tellerregister (woordplaatsen YO-Y6) met 1/50 sekonde afgeteld. Bovendien wordt in blok 290 genoemde "eerste keer bit" qp 1 teruggesteld. Het stellen (qp "O") van deze eerste keer 80 0 3 5 67 PHN 9769 19 bit gebeurt in blok 232. In blok 291 wordt gedetekteerd of de teller-registers goed werken. Dit gebeurt als volgt: eerst wordt de tellerstand uit het geheugen opgevraagd, naar de accumulator van de mikrqprocessor overgebracht en met 1 verminderd (dus 1/50 sékonde), Vervolgens wordt 5 deze stand weer in het geheugen opgeslagen. Tenslotte wordt gekontro-leerd of het saldo in de accumulator gelijk is aan het hernieuwd In het geheugen opgeslagen saldo. Als dit niet zo is volgt een overgang naar blok 293/ waarin de veiligheidsbit wordt heengesteld. Zoals reeds vermeld vindt het testen daarvan plaats in blok 284. Zo is het bijhouden gëkon-10 troleerd. Als de test "goed " is wordt in blok 292 getest of de minutenwaarde van de tijdaanwijzer "O" is. Als dit niet zo is volgt een uitgang naar blok 294. In blok 294 wordt getest op de volgende kondities: a) heeft het startwoord (woord 79) de juiste waarde (dus "1001" b) heeft de bit "wachttijd voorbij" de waarde "1" (geset in blok 15 286)
Als de test "false" is volgt een overgang naar blok 236: uitgang R9 en daarmee schakelaars 24/ 26 worden niet meer door de eerder genoemde 1 kHz pulsreeks bekrachtigd. Als ze tot dan toe wêl bekrachtigd werden wordt deze bekrachtiging beëindigd. Als de test in blok 294 "true" 20 is volgt een overgang naar blok 296: de uitgang R9 wordt bekrachtigd en de bestraling neemt een aanvang. Als in blok 292 de tijdaanwijzer de waarde "O minuten" aangeeft betekent dit dat de bestralinstijd is voltooid (eerder waren er immers 60 sekonden bij opgeteld). Dan volgt een overgang naar blok 298: daarin worden de bits: 25 startbit voor de tijdaanwijzer; de toestemmingsbit voor het starten; en de bit "wachttijd voorbij" qp "O" gesteld en is de bestraliiggereed: de uitgang R9 wordt dan niet langer bekrachtigd na de eerstvolgende doorgang door blok 206. Daarna volgt weer een overgang naar blok 220 in fig. 7: laadroutine voor de tijdaanwijzer. Eerst wordt in blok 300 30 getest of de bit "herhaling mogelijk" de waarde "true" heeft. Als dit zo is wordt in blok 302 de toestemmingsbit van de start opnieuw geset. Daarop vindt een overgang plaats naar blok 266. Als genoemde toestem-minsgsbit de waarde "false" heeft wordt in blok 270 de tijdsinstelling op nul gesteld met de afbeeldingsonderdrukking als bij de uitgang van 35 blok 202. In blok 266 wordt dan het minutengedeelte van het register (waarden Y5, Y6 in bank X1) op nul gesteld. Zo is de beginkonditie hersteld. Het woord YO van bank XO dient nog als tellerregister om aan 80 0 3 5 67 mt 9769 20 te geven welk van de R-uitgangen het laatste bekrachtigd is gewerden voor het aftasten van het toetsenbord.
Volgens het beschreven uitvoer ingsvoorbeeld bevat het pro-grairma slechts één deelroutine waarin de meerbitskode wordt getest.
5 Het prograrana kan in vele lussen doorlopen worden die alle de deelroutine gemeenschappelijk hebben. Het is ook mogelijk om, bij in het geheel niet samenvallende lussen zo'n testroutine op verschillende plaatsen , eventueel net gebruikmaking van dezelfde "meerbitskode", te inplementeren.
10 15 20 25 30 35 800 3 5 67

Claims (5)

1. Dienstverlenende inrichting,voorzien van: a) een aansluiting (402) voor een elektrische netvoedingsbron can daaraan een eerste en een tweede vermogensvoeding te ontlenen; b) een stuurschakeling (422) met een eerste ingang (420) cm de 5 eerste vermogensvoeding te ontvangen, een tweede ingang (424) cm een specifiek stuursignaal te ontvangen, en een eerste uitgang (425) voor een gestuurd bekrachtigingssignaal; c) een dienstverlenend element (426) roet een tweede ingang om genoemd bekrachtigingssignaal te ontvangen; W d) een digitaal werkende progranmeerinrichting (412) met een hou dend (non-volatile) geheugengedeelte hetwelk op eerste geheugenplaatsen een besturingsprogramma bevat voor genoemd dienstverlenend element en XO-X3 voorts bevat een niet-houdend/ (volatile) geheugengedeelte voor variabele gegevens, een derde ingang 410 cm de tweede vermogensvoeding te ontvangen 15 een vierde ingang voor een specifikatiesignaal voor genoemd dienstverlenend element en. een tweede uitgang voor genoemd specifiek stuursignaal; e) extern aktiveerbare middelen om genoemd specif ikatiesignaal te vormen (414, 416, 418); met het kenmerk, dat genoemde programmeer inrichting voorzien is van: 20 f) eerste middelen voor het implementeren van een werkroutine $34}cm genoemd specifiek stuursignaal te vormen, met in elke langdurig uitvoerbare lus daarin een deelroutine (436) die een op een voorafbepaal-de lokatie van genoemd niet houdend geheugengedeelte opgeslagen, loze, meerbitskode test; 25 g) tweede middelen voor het implementeren van een voorbereidings- routine met een begin en een eind, welke laatste verbonden is met een begin van de werkroutine, en welke voorbereidingsroutine eerst genoemde meerbitskode onkonditioneel genereert $30) ei daarna een beginkonditie (43¾ voor de werkoutine vormt, waarbij onder besturing van een negatief 30 resultaat van genoemde test genoemd begin wordt aangewezen door de pro-grammeerinr ichting.
2. Dienstverlenende inrichting volgens conclusie 1, met het ken merk dat genoemde werkroutine voorzien is van één enkele lus met daarin vervat genoemde deelroutine.
3. Dienstverlenende inrichting volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk, dat genoemde kode bevat een reeks meerbits elementen en dat een aanwijzer (X1, 0) aanwezig is om bij het passeren van genoemde deelrou- 8003567 PHN 9769 22 tine telkens uitsluiisid één volgend meerbitselement van genoemde reeks ter testing aan te wijzen.
4. Dienstverlenende inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3# met het kenmerk, dat een aantal verdere geheugenplatsen van genoemd 5 houdend gedeelte eveneens aanwijsinformatie voor genoemd begin bevatten.
5. Dienstverlenende inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat elke separaat adresseerbare lokatie van genoemd houdend gedeelte ofwel een woord van genoemd programma bevat, ofwel een aanwijsinfor- 10 matie fl28) voor genoemd begin. 15 20 25 30 35 800 3 5 67
NL8003567A 1980-06-20 1980-06-20 Dienstverlenende inrichting met een digitale program- meerinrichting welke is beveiligd tegen storingen door een willekeurig aanschakelen van het apparaat. NL8003567A (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8003567A NL8003567A (nl) 1980-06-20 1980-06-20 Dienstverlenende inrichting met een digitale program- meerinrichting welke is beveiligd tegen storingen door een willekeurig aanschakelen van het apparaat.
DE8181200674T DE3173612D1 (en) 1980-06-20 1981-06-16 Service apparatus with digital programming apparatus which is protected against disturbances at any switch-on
AT81200674T ATE17794T1 (de) 1980-06-20 1981-06-16 Dienstleistungsanordnung mit einer digitalen programmieranordnung die gegen stoerungen durch beliebiges einschalten des geraets gesichert ist.
EP81200674A EP0042649B1 (de) 1980-06-20 1981-06-16 Dienstleistungsanordnung mit einer digitalen Programmieranordnung die gegen Störungen durch beliebiges Einschalten des Geräts gesichert ist
CA000380109A CA1171503A (en) 1980-06-20 1981-06-18 Appliance comprising a digital programming device which is protected against mal-functioning due to uncontrolled switch-on phenomena
US06/275,464 US4455652A (en) 1980-06-20 1981-06-19 Appliance comprising a digital programming device which is protected against malfunctioning due to uncontrolled switch-on phenomena
JP9408481A JPS5730001A (en) 1980-06-20 1981-06-19 General consumer electric equipment

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8003567 1980-06-20
NL8003567A NL8003567A (nl) 1980-06-20 1980-06-20 Dienstverlenende inrichting met een digitale program- meerinrichting welke is beveiligd tegen storingen door een willekeurig aanschakelen van het apparaat.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8003567A true NL8003567A (nl) 1982-01-18

Family

ID=19835486

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8003567A NL8003567A (nl) 1980-06-20 1980-06-20 Dienstverlenende inrichting met een digitale program- meerinrichting welke is beveiligd tegen storingen door een willekeurig aanschakelen van het apparaat.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US4455652A (nl)
EP (1) EP0042649B1 (nl)
JP (1) JPS5730001A (nl)
AT (1) ATE17794T1 (nl)
CA (1) CA1171503A (nl)
DE (1) DE3173612D1 (nl)
NL (1) NL8003567A (nl)

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2540685A1 (fr) * 1983-02-03 1984-08-10 Jeumont Schneider Interface pour relier un systeme informatique a un dispositif actionneur
JPS59163649A (ja) * 1983-02-28 1984-09-14 デイ−ア・アンド・カンパニ− 不揮発性メモリ故障検知
GB2145253A (en) * 1983-08-17 1985-03-20 Philips Electronic Associated Method of controlling a domestic appliance
NL8303167A (nl) * 1983-09-14 1985-04-01 Philips Nv Alleenstaande dienstverlenende inrichting met micro-computer, die beschermd is tegen storingen.
DE3722766A1 (de) * 1987-07-09 1989-01-19 Allianz Rechenanlage
US4827397A (en) * 1987-07-10 1989-05-02 Emerson Electric Co. Microcomputer-based spark ignition gas burner control system
US5291471A (en) * 1989-09-22 1994-03-01 Russell James T Recording/reproducing system using phase encoding of optical storage medium
KR100296850B1 (ko) * 1992-05-28 2001-10-24 썬 마이크로시스템즈, 인코포레이티드 캐시램용다수의뱅크열용장성초기화제어기
EP0618530A1 (en) * 1993-03-30 1994-10-05 Koninklijke Philips Electronics N.V. Finite state machine with means for the reduction of noise effects
BE1007767A3 (nl) * 1993-11-10 1995-10-17 Philips Electronics Nv Stofzuiger met driedraads voeding- en communicatieverbinding tussen koppelbare functionele eenheden.
JPH10510082A (ja) * 1995-09-28 1998-09-29 フィリップス エレクトロニクス ネムローゼ フェンノートシャップ 個々の抽象状態を基礎とする機械を各々が表す複数の相互接続された機能モジュールを具えるシステムを特定する方法およびそのようにして特定されたシステム

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2040584A5 (nl) * 1969-04-04 1971-01-22 Constr Telephoniques
US3688274A (en) * 1970-12-23 1972-08-29 Ibm Command retry control by peripheral devices
US4054911A (en) * 1976-06-03 1977-10-18 Idr, Inc. Information retrieval system for providing downstream loading of remote data and processing control thereof
US4063311A (en) * 1976-08-17 1977-12-13 Cincinnati Milacron Inc. Asynchronously operating signal diagnostic system for a programmable machine function controller
US4122996A (en) * 1977-08-30 1978-10-31 Xerox Corporation Copy reproduction machine with controller self check system
JPS5494850A (en) * 1978-01-11 1979-07-26 Nissan Motor Arithmetic processor
US4223379A (en) * 1978-06-06 1980-09-16 General Electric Company Electronic appliance controller with flexible program and step duration capability

Also Published As

Publication number Publication date
US4455652A (en) 1984-06-19
EP0042649B1 (de) 1986-01-29
CA1171503A (en) 1984-07-24
ATE17794T1 (de) 1986-02-15
EP0042649A1 (de) 1981-12-30
JPS5730001A (en) 1982-02-18
DE3173612D1 (en) 1986-03-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8003567A (nl) Dienstverlenende inrichting met een digitale program- meerinrichting welke is beveiligd tegen storingen door een willekeurig aanschakelen van het apparaat.
US4663538A (en) Control for coin actuated appliances
USRE29450E (en) Machine operating condition monitoring system
SE7906205L (sv) Implanterbar pacemaker
KR950027831A (ko) 자동-리프레시 회로를 포함한 반도체 메모리 장치 및 이 장치의 자동-리프레싱에 대한 테스팅 방법
GB1561961A (en) Data processing units
JPH0440757B2 (nl)
JPH0682147B2 (ja) 階層テスト・シ−ケンサ
US4245296A (en) Means and method for controlling the operation of an appliance and the like
JPH032528B2 (nl)
US4303867A (en) Domestic appliance comprising a protected programming device
US4484180A (en) Switch condition indicator
US5270958A (en) Method and apparatus for automatic return from test mode
US4684261A (en) Method for entering a switching program into an electronic timer and arrangement for implementing the method
US4388929A (en) Programmable pacer and method of external programming
GB2187319A (en) Coin operated device
JPS6126038B2 (nl)
RU97112864A (ru) Устройство и способ хранения сдачи для автоматического торгового аппарата
EP0581448A2 (en) Elapsed time recording device
KR900006048Y1 (ko) 온 · 오프 시간예약이 가능한 전원콘센트 조절회로
SU918904A1 (ru) Устройство дл контрол больших интегральных схем (БИС)
JPS60243787A (ja) コイン式機器の制御装置
JP2936689B2 (ja) トリガ発生装置
SU809355A1 (ru) Программатор дл записи информа-ции B пОлупРОВОдНиКОВыЕ элЕМЕНТыпАМ Ти
SU568079A1 (ru) Устройство дл записи информации в накопитель

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed