NL8002905A

NL8002905A - MONITORING DEVICE FOR TWO-POLE ELECTRIC CONTROL LINES.

Info

Publication number: NL8002905A
Application number: NL8002905A
Authority: NL
Original assignee: Schoppe & Faeser Gmbh
Priority date: 1979-06-05
Filing date: 1980-05-20
Publication date: 1980-12-09
Also published as: GB2053494A; IT8022569A0; IT1131272B; DE2922782C2; DE2922782A1; GB2053494B

Description

* . _ D Ho/Se/3 Schoppe Faeser*. D Ho / Se / 3 Schoppe Faeser

Bewakingsinrichting voor tweepolige elektrische besturings-leidingen.Monitoring device for bipolar electrical control lines.

De uitvinding betreft een bewakingsinrichting voor tweepolige elektrische besturingsleidingen, die van de uitgangen van een tweepolig schakelende besturingsinrichting naar een stuurorgaan leiden, welke in doorgeschakelde toe-5 stand het stuurorgaan verbindt met een voedingsspannings-bron.The invention relates to a monitoring device for bipolar electrical control lines which lead from the outputs of a bipolar switching control device to a control device which, in the switched state, connects the control device to a supply voltage source.

Een dergelijke inrichting is bekend uit het Duitse Auslegeschrift 1.513.297. Zoals met name figuur 1 van dit Auslegeschrift laat zien is achter de beide uitgangen 10 van een stuurinrichting telkens een uitgangsversterker geplaatst. Vanuit elke uitgangsversterker loopt 'een eenpolige leiding overheen diode naar een stuurorgaan. In doorgeschakelde toestand staan de uitgangen van de achter de bestu-ringsinrichting geplaatste uitgangsversterkers antivalente 15 uitgangssignalen, die een stroom door het stuurorgaan laten vloeien. Aan de uitgangen van de uitgangsversterkers is een bewakingsinrichting aangesloten, die een antivalentie controle van de uitgangssignalen van de versterker uitvoert.Such a device is known from German Auslegeschrift 1,513,297. As in particular figure 1 of this Auslegeschrift shows, an output amplifier is placed behind the two outputs 10 of a control device. From each output amplifier, a unipolar lead across diode leads to a controller. In the switched state, the outputs of the output amplifiers located behind the controller are antivalent output signals, which flow a current through the controller. A monitoring device is connected to the outputs of the output amplifiers, which performs an antivalence check of the amplifier's output signals.

Deze bewakingsinrichting spreekt ook bij antivalentie fouten 20 aan, welke door een kortsluiting tussen een van beide leidingen en de voedingsspanning zijn ontstaan.This monitoring device also addresses errors 20 in the case of antivalence, which are caused by a short circuit between one of the two lines and the supply voltage.

. De uitvinding stelt zich ten doel een bewakingsinrichting van het genoemde type te verschaffen, die de besturingsleidingen zowel bij draadbreuk alsook bij kort-25 sluiting ten opzichte van de voedingsspanning of tegen massa bewaakt wanneer geen besturingssignaal aanwezig is.. The object of the invention is to provide a monitoring device of the above-mentioned type, which monitors the control lines in the event of a wire break as well as in the case of a short circuit with respect to the supply voltage or against ground when no control signal is present.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat de ene aansluiting van een wisselspanningsbron verbonden is met de aansluiting van de voedingsspanningsbron, 30 de andere aansluiting van de wisselspanningsbron in nietAccording to the invention, this object is achieved in that one connection of an AC voltage source is connected to the connection of the supply voltage source, the other connection of the AC voltage source is not

doorgeschakelde toestand van de besturingsinrichting via een eerste weerstand met de uitgang van de besturingsinrichting verbonden is, welke bij de andere aansluiting van de voedings spanningsbron behoort, de eerste weerstand hoogohmiger 35 . dan de door de beide besturingsleidingen en het besturings-β Λ Λ 0 0 ARthe switched state of the control device is connected via a first resistor to the output of the control device, which is associated with the other connection of the supply voltage source, the first resistor high-resistance 35. then the through the two control lines and the control β Λ Λ 0 0 AR

-2- orgaan gevormde serieschakeling is, het verbindingspunt (massa) van de beide spanningsbronnen over een tweede weerstand verbonden is met de uitgang van de besturingsinrichting, welke behoort bij het verbindingspunt van de beide 5 spanningsbronnen, de tweede weerstand hoogohmiger dan de eerste weerstand is, de wisselstroomkring zodanig is gedimensioneerd, dat hij het besturingsorgaan niet doet aanspreken en een schakeling waarvan de ingangen met het verbindingspunt van de beide spanningsbronnen en met de uitgangen 10 van de besturingsinrichting verbonden is, die de aan de uitgangen van de besturingsinrichting liggende spanningen met inachtneming van de schakeltoestand van de besturingsinrichting verknoopt.2-member formed series circuit, the connection point (ground) of the two voltage sources is connected across a second resistor to the output of the control device, which is associated with the connection point of the two voltage sources, the second resistance is higher ohmic than the first resistance , the AC circuit is dimensioned such that it does not activate the control device and a circuit whose inputs are connected to the junction of the two voltage sources and to the outputs 10 of the control device, taking into account the voltages at the outputs of the control device of the switching state of the control device.

De uitvinding wordt aan de hand van de in de » 15 tekeningen aangegeven uitvoeringsvoorbeelden nader verduidelijkt.The invention is further elucidated on the basis of the exemplary embodiments shown in the drawings.

In de tekeningen tonen:In the drawings show:

Fig.l het principeschema van een uitvoerings-voorbeeld van de bewakingsinrichting volgens de uitvinding, 20 Fig.2 het principeschema van een vertakkings- schakeling voor het in fig.l getekende uitvoeringsvoorbeeld van een bewakingsinrichting volgens de uitvinding,Fig. 1 shows the principle diagram of an exemplary embodiment of the monitoring device according to the invention, Fig. 2 shows the principle diagram of a branch circuit for the exemplary embodiment of a monitoring device according to the invention shown in Fig. 1,

Fig.3 het principeschema van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de bewakingsinrichting volgens de uitvin-25 ding enFig. 3 shows the principle diagram of a second exemplary embodiment of the monitoring device according to the invention and

Fig.4 het principeschema van een vertakkings-schakeling voor het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig.3 van een bewakingsinrichting volgens de uitvinding.Fig. 4 shows the principle diagram of a branch circuit for the exemplary embodiment according to Fig. 3 of a monitoring device according to the invention.

De in fig.l getekende bewakingsinrichting dient 30 ter bewaking van een tweepolige besturingsleiding. Een tweepolig schakelende besturingsinrichting 1 verbindt in doorgeschakelde toestand een voedingsspanningsbron 2 over twee besturingsleidingen A en B met een als stuurorgaan dienst doend koppelrelais 3, dat b.v. een hier niet weergegeven 35 magneetklep bedient. Door het sluiten van de schakelaar 4 wordt een stroomkring gesloten over de voedingsspanningsbron 2 en een relais 5. Daarbij worden de in de rusttoestand geopende kontakten 5a en 5b gesloten. Voorts wordt het kontakt 5c,welke de positieve aansluiting 2+ van de verzorgingsspan- 800 2 9 05 * 'Jl -3- ningsbron 2 met ingangen van een verknopingsschakeling 6 verbindt, omgeschakeld en wordt het kontakt 5d geopend.The monitoring device shown in Fig. 1 serves to monitor a two-pole control line. In the switched state, a bipolar switching control device 1 connects a supply voltage source 2 over two control lines A and B to a coupling relay 3 serving as control device, which e.g. actuates a solenoid valve not shown here. By closing the switch 4, a circuit is closed across the supply voltage source 2 and a relay 5. The contacts 5a and 5b opened in the rest state are closed. Furthermore, the contact 5c, which connects the positive terminal 2+ of the supply voltage 800 to power supply 2 with inputs of a cross-linking circuit 6, is switched and the contact 5d is opened.

De aansluiting 7_ van een wisselspanningsbron 7 is evenals de aansluiting 2_ van de voedingsspanningsbron 2 verbonden 5 met massa. De uitgangsklemmen la van de besturingsinrichting 1 is in de rusttoestand van het relais 5 over het kontakt 5d en een weerstand 8a verbonden met de aansluiting 7+ van de wisselspanningsbron 7. De uitgangsklemmen 1b van de besturingsinrichting 1 is over een tweede weerstand 8b verbon-10 den met massa. De weerstand 8a is hoogohmig ten opzichte van de serieschakeling van de besturingsleiding A, het koppelrelais 3 en de besturingsleiding By terwijl de weerstand 8b hoog-ohmig ten opzichte van de weerstand 8a is.The connection 7_ of an alternating voltage source 7, like the connection 2_ of the supply voltage source 2, is connected to ground. The output terminals 1a of the control device 1 is connected in the quiescent state of the relay 5 over the contact 5d and a resistor 8a to the terminal 7+ of the AC voltage source 7. The output terminals 1b of the control device 1 is connected via a second resistor 8b. den with mass. The resistor 8a is high-ohmic with respect to the series connection of the control line A, the coupling relay 3 and the control line By, while the resistor 8b is high-ohmic with respect to the resistor 8a.

De spanningen, die aan de uitgangsklemmen la en lb van de * 15 besturingsinrichting 1 liggen, zijn aangegeven met ü^.resp. ϋβ en worden over leidingen 9 resp. 10 toegevoerd aan andere ingangen van de verknopingsschakeling 6. De schakeltoestand van het relais 5 is toegevoerd aan de verknopingsschakelaar 6 over de leidingen 11 en 12. De spanning van de aansluiting 20 7+ wordt aan de verknopingsschakeling 6 over leiding 13 toe gevoerd.The voltages which are applied to the output terminals 1a and 1b of the control device 1 are indicated by. ϋβ and are carried over lines 9 and 9 respectively. 10 applied to other inputs of the cross-linking circuit 6. The switching state of the relay 5 is applied to the cross-linking switch 6 over the lines 11 and 12. The voltage of the connection 20 7+ is applied to the cross-linking circuit 6 over the line 13.

De voedingsspanningsbron 2 levert een gelijkspanning van + 24V. De wisselspanningsbron levert een rechthoekig wisselspanningssignaal, dat - met betrekking tot de 25 massa - afwisselend 0V of +24 Volt is. De verknqpingsschake-ling 6 verknoopt in digitale vorm verkregen signalen, waar-... bij het signaal L een spanning van -2...,.+5 V en het signaal H een spanning van^+ 12 V heeft. De ingangen van de verknopingsschakeling 6 zijn intern over hoogohmige weerstan-30 den verbonden met massa, zodat een open ingang overeenkomt met het signaal L.The supply voltage source 2 supplies a DC voltage of + 24V. The AC voltage source provides a rectangular AC voltage signal, which - with respect to the 25 ground - is alternately 0V or +24 Volt. The cross-linking circuit 6 cross-links signals obtained in digital form, the signal L having a voltage of -2 ... + 5 V and the signal H having a voltage of + 12 V. The inputs of the cross-linking circuit 6 are internally connected to ground over high-impedance resistances, so that an open input corresponds to the signal L.

Wanneer de schakelaar 4 open staat, vloeit van de aansluiting 7+ van de wisselspanningsbron 7 over de weerstand 8a, het kontakt 5d , de uitgangsklem la, de stuur-35 leiding A, het koppelrelais 3 , de stuurleiding B, deWhen the switch 4 is open, the connection 7+ of the AC voltage source 7 flows over the resistor 8a, the contact 5d, the output terminal 1a, the control line A, the coupling relay 3, the control line B, the

uitgangs-klem lb en de weerstand 8b een stroom, waarvan de grootte zodanig is gekozen, dat hij het koppelrelais niet doet aanspreken. Aangezien, zoals in het voorgaande is vermeld, de weerstand 8b hoogohmig ten opzichte van de weer-« λ η η η Λ Ethe output terminal 1b and the resistor 8b have a current whose size is chosen so that it does not trip the coupling relay. Since, as mentioned above, the resistance 8b is high-ohmic with respect to the weather «λ η η η Λ E

-4- stand 8a en deze weer hoogohmig ten opzichte van de uit de besturingsleiding A, het koppelrelais 3, alsmede de bestu-ringsleiding B gevormde serieschakeling is, wordt de verkno-pingsschakeling 6 over de leiding 9 en over de leiding 10 5 gevoed met de door de wisselspanningsbron 7 afgegeven rechthoekvormige wisselspanning. Bovendien wordt aan de verkno-pingsschakeling 6 over de leiding 11 een H-signaal en over de leiding 13 het rechthoekvormige wisselspanningssignaal toegevoerd. Er is derhalve geen storing wanneer in de rust-10 toestand van het relais 5 de signalen op de leidingen 9 en 10 gelijk aan het signaal op de leiding 13 is. Geeft men de signalen op de leidingen 9 tot 13 aan met S9 tot S^3, dan kan voor de rusttoestand van het relais 5 de volgende vergelijking worden opgesteld.- position 8a and this is again high-ohmic with respect to the series circuit formed from the control line A, the coupling relay 3 and the control line B, the cross-linking circuit 6 is fed over the line 9 and over the line 105 with the rectangular AC voltage supplied by the AC voltage source 7. In addition, a cross-linking circuit 6 is supplied with an H signal across the line 11 and the rectangular AC voltage signal across the line 13. Therefore, there is no interference when, in the quiescent state of relay 5, the signals on lines 9 and 10 are equal to the signal on line 13. If the signals on lines 9 to 13 are indicated with S9 to S ^ 3, the following equation can be drawn up for the quiescent state of relay 5.

15 "geen storing", wanneer (S1]L & Sl2 & si3 &sg & S1Q) V15 "no malfunction", when (S1] L & Sl2 & si3 & sg & S1Q) V

(Sn & s12 & s13 & sg & s19)(Sn & s12 & s13 & sg & s19)

Wanneer de schakelaar 4 is gesloten, dan vloeit van de aansluiting 2+ van de voedingsspanningsbron 2 over 20 het kontakt 5a , de besturingsleiding A, het koppelrelais 3 de besturingsleiding B en het kontakt 5b een stroom, die het koppelrelais 3 doet aanspreken.When the switch 4 is closed, a current flows from the connection 2+ of the supply voltage source 2 over the contact 5a, the control line A, the coupling relay 3, the control line B and the contact 5b, which makes the coupling relay 3 trip.

Aan de uitgangsklemmen la en lb liggen de spanningen +24 resp. 0 V. De verknopingsschakeling 6 wordt over de leidin-25 gen 9 en 10 gevoed met een H- resp. een L-signaal. Bovendien wordt aan de verknopingsschakeling . 6 over de leiding 12 een H-signaal toegevoerd. Er zijn dus onafhankelijk van het signaal op de leiding 13 geen storingen, wanneer bij een bekrachtigd relais 5 op de leiding 9 een H-signaal 30 en op de leiding 10 een L-signaal staat. Derhalve kan voor deze toestand de volgende logische vergelijking opgesteld worden:The voltages +24 resp. Are applied to the output terminals la and lb. 0 V. The cross-linking circuit 6 is fed over the lines 9 and 10 with an H- resp. an L signal. In addition, the cross-linking circuit. 6, an H signal is applied across line 12. Thus, there are no disturbances irrespective of the signal on line 13, when an energized relay 5 has an H signal 30 on line 9 and an L signal on line 10. Therefore, the following logical equation can be drawn for this state:

"geen storing", wanneer S1]L & S12 & & SlQ"no malfunction", when S1] L & S12 & & SlQ

^ Wanneer men de logische vergelijkingen voor de beide beschouwde bedrijfstoestanden samenneemt verkrijgt men het volgende: "geen storing", wanneer (S^ & Sl2 & S^3 & & S 10) Λ v (s.. & s77 & s~ & sΓ & s77) 800 2 9 05 v <s£. s ’ . i£> 10 *' > -5-When the logical equations for the two operating states considered are taken together, the following is obtained: "no fault", if (S ^ & Sl2 & S ^ 3 & & S 10) Λ v (s .. & s77 & s ~ & sΓ & s77) 800 2 9 05 v <s £. s ". i £> 10 * '> -5-

Fig.2 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een verknopingsschakeling, die de bovenstaande logische vergelijkingen realiseert. De met de leidingen 9 tot 13 verbonden ingangen van de verknopingsschakeling 6 zijn over 5 hoogohmige weerstanden 14 tot 18 met massa verbonden , zodat bij een open ingang de daarachter geplaatste poorten een L-signaal verkrijgen. De EN-poort 19 vormt de uitdrukking & S^2 & S9 & S1gr de EN-poorten 20 en 21 vormen de uitdrukkingen S.^ & Sl2 & S^3 & Sg & S10 resp.Fig. 2 shows an embodiment of a cross-linking circuit, which realizes the above logical equations. The inputs of the cross-linking circuit 6 connected to the lines 9 to 13 are connected to ground via 5 high-resistance resistors 14 to 18, so that at an open input the gates placed behind them obtain an L-signal. The AND gate 19 forms the expression & S ^ 2 & S9 & S1gr the AND gates 20 and 21 form the expressions S. ^ & Sl2 & S ^ 3 & Sg & S10 respectively.

10 & S13 & sj & S^g. Een OF-poort 22 verknoopt de uitgangs signalen van de EN-poorten 19 tot 21. Een invertor 23 vormt een negatie van het uitgangssignaal van de OF-poort 22, zodat een lamp 24 een H-signaal verkrijgt, wanneer een storing aanwezig is. . * 15 Wanneer bij open schakelaar- 4 een draadbreuk in de leiding A , het koppelrelais 3 of de leidingen B optreedt, wordt aan de verknopingsschakeling 6 over de leiding 10 voortdurende een L-signaal toegevoerd. Telkens wanneer op de leiding 13 een H-signaal komt, staat aan de uit-20 gangen van de drie ENpoorten 19 en 21 een L-signaal.10 & S13 & sj & S ^ g. An OR gate 22 cross-links the output signals of the AND gates 19 to 21. An inverter 23 negates the output signal of the OR gate 22, so that a lamp 24 obtains an H signal when a malfunction is present. . * 15 When an open switch 4 causes a wire break in the line A, the coupling relay 3 or the lines B, an L-signal is continuously supplied to the cross-linking circuit 6 over the line 10. Whenever an H signal is applied to line 13, an L signal is provided at the outputs of the three EN gates 19 and 21.

Telkens wanneer op de leiding 13 een L-signaal staat, staat aan de uitgang van de EN-poort 21 een H-signaal. De lamp 24 lichtderhalve op synchroon met de wisselspanningsbron 7 en signaleert daarmede dat eei storing is opgetreden.Whenever an L signal is present on line 13, the output of AND gate 21 carries an H signal. The lamp 24 is therefore lightly in synchronism with the AC voltage source 7 and thus signals that a malfunction has occurred.

25 Wanneer bij open schakelaar 4 een sluiting ont staat tussen massa en de leiding A, het koppelrelais 3 of de leiding B, dan wordt aan de verknopingsschakeling 6 over de leidingen 9 en 10 voortdurend een L-signaal toegevoerd. Telkens wanneer op de leiding 13 een H-signaal optreedt, 30 staat aan de uitgangen van de drie EN-poorten 19 tot 21 een L-signaal. Telkens wanneer op de leiding 13 een L-signaal optreedt, staat aan de uitgang van de EN-poort 21 een H-signaal. De lamp 24 licht derhalve synchroon met de wissel-spanningsbron 7 op en signaleert daarmede, dat een storing 35 opgetreden is.When a closure occurs between ground and the line A, the coupling relay 3 or the line B with open switch 4, an L-signal is continuously supplied to the cross-linking circuit 6 over lines 9 and 10. Whenever an H signal occurs on line 13, an L signal is applied to the outputs of the three AND gates 19 to 21. Whenever an L signal occurs on line 13, an output H signal is applied to the AND gate 21. The lamp 24 therefore lights up synchronously with the alternating voltage source 7 and thereby signals that a disturbance 35 has occurred.

Wanneer bij open schakelaar 4 kortsluiting ontstaat tussen de +24 V'leiding en de leiding A, het koppel-relais 3 of de leiding B, dan wordt aan de verknopingsscha- o η η o ο η ς -6- keling 6 over de leidingen 9 en 10 voortdurend een H-sig-naal toegevoerd. Telkens wanneer op de leiding 13 een L-signaal optreedt, staat op de uitgangen van de drie EN-poorten 19 tot 21 een L-signaal. Telkens wanneer op de lei-5 ding 13 een H-signaal komt, staat aan de uitgang van de EN-poort 20 een H-signaal. De lamp 24 licht derhalve synchroon met de wisselspanningsbron 7 op en signaleert daarmede dat een storing is opgetreden.If an open switch 4 causes a short circuit between the +24 V 'line and the line A, the coupling relay 3 or the line B, the cross-connection circuit 6 will be connected across the lines. 9 and 10 are continuously supplied with an H signal. Whenever an L signal occurs on line 13, an output of the three AND gates 19 to 21 carries an L signal. Whenever an H signal is applied to line 13, the output of AND gate 20 carries an H signal. The lamp 24 therefore lights up synchronously with the AC voltage source 7 and thereby signals that a malfunction has occurred.

Storingen, die gedurende het bedienen van de 10 schakelaar 4 optreden worden ten laatste bij het volgende openen van de schakelaar 4 zoals boven is beschreven, gesignaleerd. Een sluiting tussen de leiding A en massa wordt evenals een sluiting tussen de leiding B en de +24 V's leiding reeds tijdens het bedienen van de schakelaar 4 gemeld.Faults which occur during the operation of the switch 4 are signaled at the latest at the next opening of the switch 4 as described above. A shutdown between the line A and earth is reported as well as a shutdown between the line B and the +24 V's line when the switch 4 is actuated.

15 Bij een sluiting tussen de leiding A en de +24V*s leiding alsmede bij een sluiting tussen de leiding B en massa , die tijdens het bedienen van de schakelaar 4 optreden, gaat het om "ongevaarlijke fouten”, die bij het openen van de schakelaar 4 worden gesignaleerd. Een draadbreuk tijdens het be-20 dienen van de schakelaar 4 wordt hetzij door een volgende beveiligingsinrichting, die defunktie van het instelorgaan in ingeschakelde toestand bewaakt, of ten laatste bij het openen van de schakelaar 4 gesignaleerd. De breuk van een stroomvoerende besturingsleiding kan door een in serie met 25 de besturingsleiding geschakelde stroommeetinrichting worden bewaakt, waarvan het uitgangssignaal aan de verknopings-schakeling als extra informatie wordt toegevoerd.15 A closing between the line A and the + 24V * s line as well as a closing between the line B and earth, which occur during the operation of the switch 4, are "harmless faults", which occur when opening the switch 4. A wire breakage during operation of the switch 4 is signaled either by a subsequent safety device, which monitors the function of the adjustment element in the switched-on state, or at the latest when the switch 4 is opened. current-carrying control line can be monitored by a current measuring device connected in series with the control line, the output signal of which is supplied to the cross-linking circuit as additional information.

In fig.3 is een bewakingsinrichting aangegeven, die twee polig geschakelde besturingsleidingen bewaakt, 30 die naar twee als stuurorganen dienst doende koppelrelais leiden. Wanneer een motor b.v. een instelklep aandrijft, dan is voor elke draairichting een koppelrelais nodig. Zoals in fig.l leiden de besturingsleidingen A en B naar een koppelrelais 3, dat dient voor het openen van de klep. Naar 35 het tweede koppelrelais 25 , dat voor het sluiten dient, gaan de leidingen B en C, waarbij de besturingsleiding B de gemeenschappelijke retourleiding van de met elkander verbonden koppelrelais 3 en 25 is. Door het sluiten van een 800 2 9 05 -7- schakelaar 26 wordt een stroomkring gesloten over de voe-dingsspanningsbron 2 en een relais 27. Daarbij worden de in de rusttoestand geopende kontakten 27a en 27b gesloten. Voorts wordt het kontakt 27c, welke de positieve aanslui-5 ting 2+ van de voedingsspanningsbron 2 verbindt met twee andere ingangen van de verknpingsschakeling 6, omgeschakeld. De spanning, die aan de uitgangsklem 1c van de besturings-inrichting 1 ligt, is aangegeven met Uc en wordt over een leiding 28 aan de verknopingsschakeling 6 toegevoerd. De 10 schakeltoestand van het relais 27 wordt over de leidingen 29 en 30 toegevoerd aan de verknopingsschakeling 6.Fig. 3 shows a monitoring device which monitors two poled-switched control lines which lead to two coupling relays serving as control members. When an engine e.g. actuating a setting valve, a coupling relay is required for each direction of rotation. As in Fig. 1, the control lines A and B lead to a coupling relay 3, which serves to open the valve. The lines B and C pass to the second coupling relay 25, which serves for closing, the control line B being the common return line of the coupling relays 3 and 25 connected to each other. By closing an 800 2 9 05 -7 switch 26, a circuit is closed across the supply voltage source 2 and a relay 27. The contacts 27a and 27b opened in the rest state are thereby closed. Furthermore, the contact 27c, which connects the positive terminal 2+ of the supply voltage source 2 to two other inputs of the cross-linking circuit 6, is switched. The voltage, which is applied to the output terminal 1c of the control device 1, is indicated by Uc and is applied to the cross-linking circuit 6 via a line 28. The switching state of the relay 27 is applied across the lines 29 and 30 to the cross-linking circuit 6.

In het volgende wordt ervan uitgegaan, dat de schakelaars 4 en 6 ten opzichte van elkander zijn vergrendeld, zodat beide schakelaars niet gelijktijdig kunnen wor-15 den bediend.In the following it is assumed that the switches 4 and 6 are locked relative to each other, so that both switches cannot be operated simultaneously.

Wanneer de schakelaars 4 en 26 geopend zijn, stroomt vanuit de aansluiting 7+ van de wisselspanningsbron 7 over de weerstand 8a, het kontakt 5d , de uitgangsklem la, de besturingsleiding A, het koppelrelais 3 , de bestu-20 ringsleiding B, de uitgangsklem lb en de weerstand 8b een stroom, waarvan de grootte zodanig is gekozen, dat hij het koppelrelais niet doet aanspreken. De verknopingsschakeling 6 is over de leidingen 9, 10 , 13 en 28 gevoed met de door de wisselspanningsbron 7 afgegeven rechthoekige wisselspan-25 ning. Voorts wordt aan de verknopingsschakeling 6 over de leidingen 11 en 29 een H-signaal toegevoerd. Er is geen storing wanneer in de rusttoestand van het relais 5 en 27 de signalen op de leidingen 9, 10 en 28 gelijk zijn aan het signaal op de leiding 13. Wanneer men de signalen op de 30 verschillende leidingen onderscheidt door de voortekens van de bijbehorende leidingen, kan voor de rusttoestand van de relais 5 en 27 de volgende logische vergelijking worden opgesteld: "geen storing", wanneer (Sj^ & S12 & S^g & S3Q & Sl3 & Sg 35 & S10 & S28^ _ _ _ V(S11 & fl2 & S29 & S30 & S13 & S9 & S10 & S28* * 800 2 9 05When the switches 4 and 26 are open, from the terminal 7+ of the AC voltage source 7 flows over the resistor 8a, the contact 5d, the output terminal 1a, the control line A, the coupling relay 3, the control line B, the output terminal 1b and the resistor 8b has a current whose magnitude is selected so that it does not trip the coupling relay. The cross-linking circuit 6 is fed over the lines 9, 10, 13 and 28 with the rectangular AC voltage supplied by the AC voltage source 7. Furthermore, an H signal is applied to the cross-linking circuit 6 over the lines 11 and 29. There is no malfunction when in the quiescent state of relays 5 and 27 the signals on lines 9, 10 and 28 are equal to the signal on line 13. If the signals on the 30 different lines are distinguished by the signs of the corresponding lines, the following logic equation can be drawn up for the rest state of relays 5 and 27: "no fault", when (Sj ^ & S12 & S ^ g & S3Q & Sl3 & Sg 35 & S10 & S28 ^ _ _ _ V (S11 & fl2 & S29 & S30 & S13 & S9 & S10 & S28 * * 800 2 9 05

Wanneer alleen schakelaar 4 gesloten is, vloeit -8- van de aansluiting 2, van de voedingsspanningsbron 2 over *1" het kontakt 5a de besturingsleiding A, het koppelrelais 3, de besturingsleiding B en het kontakt 5b een stroom, die 5 het koppelrelais 3 doet aanspreken. Aan de uitgangsklemmen la en lb liggen de spanningen +24V resp. 0 V. De verknopings-schakeling 6 wordt over de leidingen 9 en 10 voorzien van een H resp. een L signaal. Van de aansluiting 7+ van de wisselspanningsbron 7 vloeit over de weerstand 8a, het kon-10 takt 5&, de uitgangsklem 1c, de besturingsleiding C, het koppelrelais 25, de besturingsleiding B en de schakelaar 5b, die de weerstand 8b overbrugt, een stroom, welke het koppelrelais 25 niet doet aanspreken. Aangezien de weerstand 8a hoogohmiger dan de serieschakeling van de besturingslei-15 ding B, het koppelrelais 25 en de besturingsleiding C is, wordt aan de verknopingsschakeling over de leiding 28 een L-signaal toegevoerd. Wanneer de schakelaar 4 is gesloten en de schakelaar 26 open is, kan de volgende logische vergelijking worden opgesteld: 20 "geen storing", wanneer S^' & Sl2 & S2g & S^q & & ^iq&S28When only switch 4 is closed, -8- from the connection 2, from the supply voltage source 2, * 1 "the contact 5a, the control line A, the coupling relay 3, the control line B and the contact 5b flow, which 5 the coupling relay 3 The voltages + 24V or 0 V are applied to the output terminals 1a and 1b. The cross-linking circuit 6 is supplied with an H or an L signal across the lines 9 and 10. From the connection 7+ of the AC voltage source 7 flows across the resistor 8a, the contact 5 &, the output terminal 1c, the control line C, the coupling relay 25, the control line B and the switch 5b, which bridges the resistor 8b, a current which does not trigger the coupling relay 25. Since the resistor 8a is higher ohmic than the series connection of the control line B, the coupling relay 25 and the control line C, an L signal is applied to the cross-linking circuit over the line 28. When the switch 4 is closed and d e switch 26 is open, the following logical equation can be drawn: 20 "no fault", when S ^ '& Sl2 & S2g & S ^ q & & ^ iq & S28

Wanneer alleen de schakelaar 26 gesloten is, vloeit van de aansluiting 2+ van de.voedingsspanningsbron 2 over kontakt 27a , de besturingsleiding C, het koppelrelais 25, de besturingsleiding B en het kontakt 27b een 25 stroom, die het koppelrelais 25 doet aanspreken. Aan de uitgangsklemmen lc en lb liggen de spanningen +24 resp. 0 V.When only the switch 26 is closed, a current flows from the terminal 2+ of the supply voltage source 2 through contact 27a, the control line C, the coupling relay 25, the control line B and the contact 27b, which makes the coupling relay 25 trip. The voltages +24 resp. Are applied to the output terminals lc and lb. 0 V.

De verknopingsschakeling 6 is over de leidingen 28 en 10 gevoed door een H- resp. een L-signaal. Van de aansluiting 7, van de wisselspanningsbron 7 vloeit over de weerstand 30 + 8a, het kontakt 5d, de uitgangsklem la , de besturingslei- . ding A, het koppelrelais 3, de besturingsleiding B en het kontakt 27b, welke de weerstand 8b overbrugt, een stroom, die het koppelrelais 3 niet doet aanspreken. Aangezien de weerstand 8a hoogohmiger dan de serieschakeling uit de 35 besturingsleiding A, het koppelrelais 3 en de besturingsleiding B is, is de verknopingsschakeling 6 over de leiding 9 gevoed met een L-signaal. Wanneer de schakelaar 26 gesloten en de schakelaar 4 geopend is, kan de volgende lo- 800 2 9 05 -9- gisdhe vergelijking opgesteld worden" "geen storing", wanneer su & & S3Q & & S^&S28The cross-linking circuit 6 is fed over the lines 28 and 10 by an H-, respectively. an L signal. From the terminal 7, the AC voltage source 7 flows over the resistor 30 + 8a, the contact 5d, the output terminal 1a, the control lead. thing A, the coupling relay 3, the control line B and the contact 27b, which bridges the resistor 8b, a current which does not activate the coupling relay 3. Since the resistor 8a is higher ohmic than the series circuit of the control line A, the coupling relay 3 and the control line B, the cross-linking circuit 6 is fed over the line 9 with an L signal. When the switch 26 is closed and the switch 4 is open, the following lo- 800 2 9 05 -9- gisdhe equation can be drawn up "" no malfunction ", when su & & S3Q & & S ^ & S28

Vat men de logische vergelijkingen voor de drie beschouwde bedrijfstoestanden tezamen, dan verkrijgt 5 men de volgende logische vergelijking:If one summarizes the logical equations for the three operating states considered, the following logical equation is obtained:

"geen storing", wanneer (Si;L & S12 & S 29 & &S13 &SlQ"no malfunction", when (Si; L & S12 & S 29 & & S13 & SlQ

& S28^ V(S11 & S12 & S29 & S30 & S13 & S9 & S10 & S28 } _ lft V(S11 & S12 & S29 * S30 * S9 * S10 _ _ V<S11 & S12 & S29 & S30 & s9 & Sl0 & S28^& S28 ^ V (S11 & S12 & S29 & S30 & S13 & S9 & S10 & S28} _ lft V (S11 & S12 & S29 * S30 * S9 * S10 _ _ V <S11 & S12 & S29 & S30 & s9 & Sl0 & S28 ^

Fig.4 toont een uitvoering van een verknopings-schakeling, die de bovrnstaande logische vergelijking rea-£5 liseert. De met de leidingen 9 tot 13 alsmede 28 tot 30 verbonden ingangen van de verknopingsschakeling 6 zijn over hoogohmige weerstanden 14 tot 18 alsmede 31 tot 33 verbonden met massa, zodat bij een open ingang aan de daarachter geplaatste poorten een L-signaal wordt toegevaerd.Fig. 4 shows an embodiment of a cross-linking circuit which realizes the above logic equation. The inputs of the cross-linking circuit 6 connected to lines 9 to 13 and 28 to 30 are connected to ground across high-resistance resistors 14 to 18 as well as 31 to 33, so that an L signal is applied at an open input to the ports located behind it.

20 De verknoping van de signalen vindt plaats door vier EN-poorten 34 tot 37, een OF-poort 38 en een inverter 23.The signals are cross-linked by four AND gates 34 to 37, an OR gate 38 and an inverter 23.

De EN-poort 34 vormt de uitdrukking & Sl2 & S2g & S3Q & S13 & S9 & Sl8 & S2g en de EN-poort 35 vormt de uitdruk-king su & as29 S^_ 25 De EN-poorten 36 en 37 vormen de uitdrukkingen & S12 & S29 & S30 &S9 & S10 & S28 resp* sn & si2 s S29 & S30 & S9 , & & ^28* OF-poort 38 verknoopt de uitgangssignalen van de EN-poorten 34 tot 37. De inverter 23 vormt een nega- tiesignaal uit het uitgangssignaal van de OF-poort 38, zodat 30 de lamp 24 een H-signaal verkrijgt, wanneer een storing aanwezig is.The AND gate 34 forms the expression & Sl2 & S2g & S3Q & S13 & S9 & Sl8 & S2g and the AND gate 35 forms the expression su & as29 S ^ _ 25 The AND gates 36 and 37 form the expressions & S12 & S29 & S30 & S9 & S10 & S28 resp * sn & si2 s S29 & S30 & S9, & & ^ 28 * OR gate 38 links the output signals of AND gates 34 to 37. Inverter 23 forms a negative - signal from the output signal of the OR gate 38, so that the lamp 24 obtains an H-signal when a malfunction is present.

Wanneer in de fig.3 bij de open schakelaars 4 en 26 een draadbreuk in de leidingen A en B en C of de koppelrelais 3, 25 optreedt, is de verknopingsschakeling 6 35 90(1 2 9 05 -10- gevoed over tenminste één van de leidingen 10 en 28 met een continu aanhoudend L-signaal. Bij een draadbreuk tussen de uitgangsklem la en het verbindingspunt van de koppelre-lais 3 en 25 voeren de leidingen 10 en 28 een L-signaal , 5 bij een draadbreuk tussen de uitgangsklem lb en het verbindingspunt van de koppelrelais 3 en 25 voert de 10 een L-signaal, en bij een draadbreuk tussen de uitgangsklem lc en het verbindingspunt van de koppelrelais 3 en 25 voert de leiding 28 een L-signaal.When a wire break in the lines A and B and C or the coupling relays 3, 25 occurs in the open switches 4 and 26 in Fig. 3, the cross-linking circuit 6 35 90 (1 2 9 05 -10- is fed over at least one of the lines 10 and 28 with a continuous L-signal. In case of a wire break between the output terminal 1a and the junction of the coupling relays 3 and 25, the lines 10 and 28 carry an L-signal, 5 in the event of a wire break between the output terminal 1b and the junction of the coupling relays 3 and 25, the 10 carries an L signal, and in the event of a wire break between the output terminal 1c and the junction of the coupling relays 3 and 25, the line 28 carries an L signal.

10 Telkens wanneer op de leiding 13 een H-signaal optreedt, staat aan de uitgang van de vier EN-poorten 34 tot 37 een L-signaal. Telkens wanneer op de leiding 13 een L-signaal optreedt, staat aan de uitgang van de EN-poort 35 een H-signaal. De lamp 24 licht derhalve synchroon met de wissel-15 spanningsbron 7 op en signaleert daarmede dat*een storing is opgetreden.Whenever an H signal occurs on line 13, an output of the four AND gates 34 to 37 carries an L signal. Whenever an L signal occurs on line 13, an H signal is applied to the output of AND gate 35. The lamp 24 therefore lights up synchronously with the alternating voltage source 7 and thereby indicates that a malfunction has occurred.

Wanneer in fig.3 bij open schakelaars 4 en 26 een sluiting tussen de massa en een van de besturingslei-dingen A, B , C of een van de koppelrelais 3, 25 optreedt, 20 wordt aan de verknopingsschakeling 6 over de leidingen 9,10 en 28 voortdurend een L-signaal toegevoerd. Telkens wanneer op de leiding 13 een H-signaal ontstaat, staat aan de uitgangen van de vier En-poorten 34 tot 37 een L-signaal. Telkens wanneer op de leiding 13 een H-signaal op-25 treedt, staat aan de uitgang van de EN-poort 35 een H-sig-naal. De lamp 24 licht derhalve op synchroon met de wis-selspanningsbron 7 en signaleert, daarmede dat een storing opgetreden is.In Fig. 3, when open switches 4 and 26 have a short between the ground and one of the control lines A, B, C or one of the coupling relays 3, 25, the cross-linking circuit 6 is connected across the lines 9, 10. and 28 an L signal is continuously supplied. Whenever an H signal is produced on line 13, an L signal is applied to the outputs of the four En gates 34 to 37. Whenever an H-signal occurs on lead 13, an H-signal is applied to the output of AND gate 35. The lamp 24 therefore lights up synchronously with the AC voltage source 7 and thus indicates that a malfunction has occurred.

Wanneer in fig.3 bij open schakelaars 4 en 26 30 een sluiting optreedt tussen de +24 V'sleiding en een van de besturingsleidingen A, B, C of een van de koppelrelais 3,25, dan wordt aan de verknopingsschakeling 6 over de leidingen 9, 10 en 28 voortdurend een signaal toegevoerd. Telkens wanneer op de leiding 13 een L-signaal optreedt, staat 35 aan de uitgang van de vier EN-poorten 34 tot 37 een L-signaal. Telkens wanneer op de leiding 13 een H-signaal optreedt, staat aan de uitgang van de EN-poort 34 een H-signaal. De lamp 24 licht derhalve synchroon aan de wisselspan-ningsbron 7 op en signaleert daarmede dat een storing is 800 2 9 05 -11- opgetreden.In fig. 3, with open switches 4 and 26, a closure occurs between the +24 V's line and one of the control lines A, B, C or one of the coupling relays 3,25, the cross-linking circuit 6 is connected across the lines 9, 10 and 28, a signal is continuously supplied. Whenever an L signal occurs on lead 13, an L signal is output at the four AND gates 34 to 37. Whenever an H signal occurs on line 13, an H signal is applied to the output of AND gate 34. The lamp 24 therefore lights up synchronously to the AC voltage source 7 and thereby signals that a fault has occurred 800 2 9 05 -11-.

Storingen, die tijdens het bedienen van een van de schakelaars 4 of 26 optreden, worden ten laatste bij het daaropvolgende openen van de schakelaars , zoals in 5 het voorgaande reeds beschreven is, gesignaleerd. Een draadbreuk in de leiding B of in de niet-doorgeschakelde leiding A of C alsmede een sluiting tussen de +24 V'slei-ding en de leiding B of de niet doorgeschakelde leiding A of C alsmede een sluiting tussen massa en de +24 V voeren-10 de leiding A of C wordt reeds tijdens het bedienen van de schakelaar 4 of 26 gemeld. Bij een sluiting tussen een +24 V voerende besturingsleiding A of C en de +24V's leiding of een sluiting tussen massa en de besturingsleiding B en de niet doorgeschakelde besturingsleiding A of O gaat het om 15 een "ongevaarlijke fout", die bij het openen van de schakelaar gesignaleerd wordt. Een draadbreuk van een +24 V voerende besturingsleiding wordt hetzij door een volgende beveili-gingsinrichting, die de funktie van het instelorgaan in ingeschakelde toestand bewaart, of ten laatste bij het openen 20 van de schakelaar gesignaleerd. De breuk van een stroomvoe-rende besturingsleiding kan door een in serie met de besturingsleiding geschakelde stroommeetinrichting bewaakt worden, waarvan het uitgangssignaal als aanvullende informatie toegevoerd wordt aan de verknopingsschakeling.Faults which occur during the operation of one of the switches 4 or 26 are signaled at the latest when the switches are subsequently opened, as already described in the foregoing. A wire break in the line B or in the non-connected line A or C and a closure between the +24 V line and the line B or the non-connected line A or C as well as a closure between ground and the +24 V line-10 the line A or C is already reported when the switch 4 or 26 is operated. A closure between a +24 V control line A or C and the + 24V's line or a closure between ground and control line B and the non-connected control line A or O is a "non-hazardous fault", which occurs when opening the switch is signaled. A wire breakage of a +24 V control line is signaled either by a subsequent safety device, which retains the function of the adjuster in the switched-on state, or at the latest when the switch is opened. The breakage of a current-carrying control line can be monitored by a current measuring device connected in series with the control line, the output signal of which is supplied as additional information to the cross-linking circuit.

25 Door omvorming van de logische vergelijkingen volgens de rekenregels van de schakelalgebra, kan een andere opbouw van de verknopingsschakeling 6 uitgevoerd worden. Ook is het mogelijk de verknopingsschakeling 6 door overeenkomstig de logische vergelijkingen geprogrammeerde 30 digitale rekenapparatuur te realiseren.By transforming the logical equations according to the calculation rules of the switching algebra, another construction of the cross-linking circuit 6 can be carried out. It is also possible to realize the cross-linking circuit 6 by digital calculating equipment programmed in accordance with the logical equations.

rt \> 800 2 9 05rt \> 800 2 9 05

Claims

1. Bewakingsinrichting voor tweepolige elektrische besturingsleidingen, die van de uitgangen van een tweepolig schakelende besturingsinrichting naar een besturings-orgaan voeren, welke in doorgeschakelde toestand het bestu- 5 ringsorgaan verbindt met een voedingsspanningsbron met het kenmerk dat - de ene aansluiting (7_) van een wisselspannings-bron (7) met de ene aansluiting (2_J van de voedingsspan-ningsbron(2) verbonden is, 10. de andere aansluiting (7+) van de wisselspan- ningsbron (7) in niet doorgeschakelde toestand van de besturingsinrichting (1) over een eerste weerstand (8a) met de uitgang (la) van de besturingsinrichting (1) verbonden is, welke bij de andere aansluiting (2+) van de voedings- 15 spanningsbron (2) behoort, - de eerste weerstand (8a) hoogohmiger dan de uit de beide besturingsleidingen (A,B, ) en het besturings-orgaan (3) gevormde serieschakeling is, - het verbindingspunt (massa) van de beide 20 spanningsbronnen (2,7) over een tweede weerstand (8b) met de uitgang (1b) van de besturingsinrichting (1) verbonden is, welke behoort bij het verbindingspunt (massa) van de beide spanningsbronnen (2,7), - de tweede weerstand (8b) hoogohmiger dan de 25 eerste weerstand (a) is, - de wisselstroomkring zodanig is gekozen, dat hij het besturingsorgaan (3) niet doet aanspreken, en - dat een schakeling(6) waarvan de ingangen verbonden zijn met het verbindingspunt (massa) van de bei- 30 de spanningsbronnen (2,7) en met de uitgangen (la,lb) van de besturingsinrichting, de aan de uitgangen (la,lb) van de besturingsinrichting (1) optredende spanningen (U^,Ug) onder inachtname van de schakeltoestand van de besturingsinrichting (1) verknoopt.Monitoring device for bipolar electrical control lines, which lead from the outputs of a bipolar switching control device to a control device which, in the switched state, connects the control device to a supply voltage source, characterized in that - the one connection (7_) of a AC voltage source (7) is connected to one connection (2_J of the supply voltage source (2), 10. the other connection (7+) of the AC voltage source (7) in the non-switched state of the control device (1) is connected via a first resistor (8a) to the output (1a) of the control device (1), which is associated with the other connection (2+) of the supply voltage source (2), - the first resistor (8a) high-resistance the series circuit formed from the two control lines (A, B,) and the control element (3) is - the connection point (ground) of the two voltage sources (2,7) across a second resistor (8b) with the the output (1b) of the control device (1) is connected, which corresponds to the junction (ground) of the two voltage sources (2,7), - the second resistor (8b) is higher than the first resistor (a), - the alternating current circuit is selected such that it does not trigger the control member (3), and - that a circuit (6) whose inputs are connected to the junction (ground) of the two voltage sources (2,7) and the outputs (1a, 1b) of the control device, the voltages (U 1, Ug) occurring at the outputs (1a, 1b) of the control device (1) are cross-linked, taking into account the switching state of the control device (1).

2. Bewakingsinrichting volgens conclusie 1, 800 2 9 05 -13- met het kenmerk, dat de andere aansluiting (7+) van de wisselspanningsbron (7) verbonden is met een tweede ingang van de schakeling (6).Monitoring device according to claim 1, 800 2 9 05 -13-, characterized in that the other connection (7+) of the AC voltage source (7) is connected to a second input of the circuit (6).

3. Bewakingsinrichting volgens conclusie 1 of 5 2, met het kenmerk, dat ter bewaking van elektrische bestu- ringsleidingen (A,B,C) die naar meer dan één stuurorgaan (3,25) leiden, waarbij telkens de ene aansluiting van elk stuurorgaan (3,25) over een gemeenschappelijke besturings-leiding (B) met de besturingsinrichting (1) verbonden is, 10 de gemeenschappelijke besturingsleiding (B) met de uitgang (lb) van de besturingsinrichting (1) verbonden is, welke behoort bij het verbindingspunt (massa) van de beide spanningsbronnen (2,7) en dat de wisselspanning telkens aan een niet door de voedingsspanning gevoede besturingsleiding 15 (A,C) gevoed wordt (fig.3).Monitoring device according to claim 1 or 5, characterized in that for monitoring electrical control lines (A, B, C) leading to more than one controller (3,25), the one connection of each controller being (3,25) is connected via a common control line (B) to the control device (1), the common control line (B) is connected to the output (1b) of the control device (1), which belongs to the connection point (ground) of the two voltage sources (2,7) and that the alternating voltage is always fed to a control line 15 (A, C) which is not supplied by the supply voltage (fig. 3).

4. Bewakingsinrichting volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de voedingsspanning een gelijkspanning is en de wisselspanning een rechthoekige spanning is, waarvan de amplitude gelijk aan de 20 hoogte van de gelijkspanning is.Monitoring device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the supply voltage is a DC voltage and the AC voltage is a rectangular voltage, the amplitude of which is equal to the height of the DC voltage.

5. Bewakingsinrichting volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ingangen van de schakeling (6) over telkens een weerstand (14-18 in fig.2; 14 tot 18 en 31 tot 33 in fig.4 ) met massa verbonden 25. zijn. 800 2 9 05Monitoring device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the inputs of the circuit (6) each have a resistor (14-18 in Fig. 2; 14 to 18 and 31 to 33 in Fig. 4). are connected in mass 25.. 800 2 9 05