NL8001959A - Gesloten inrichting voor het bereiden van biogas uit mest. - Google Patents

Description

a·.

VO 038U

Gesloten inrichting voor het bereiden van biogas uit mest.

De uitvinding heeft betrekking op een gesloten inrichting voor het bereiden van biogas oit mest, voorzien van een wanddeel en omvattende een mestvergistingsdeel, middelen voor het toevoeren van te vergisten mest aan en middelen voor het afvoeren van uit-5 gegiste mest uit het mestvergistingsdeel alsmede middelen voor het afvoeren van het bereide biogas uit de inrichting en waarbij de inrichting voorts voorzien is van middelen voor verwarming van de mest en middelen voor het roeren van de mest.

Een dergelijke inrichting is bekend uit Landbouwmechani-10 satie, 30 (1979) €k5-6^9. Bij de uitvoering van de bekende inrichting kan worden uitgegaan van een silo zoals een geëmailleerde stalen silo die in het agrarische bedrijf bij voorbeeld als voedersilo wordt gebruikt met een doorsnede van 10,3 m en een hoogte van 3 m, als een mestvergistingsbak. Het in deze mestver-15 gistingsbak door beheerste anaërobe vergisting bereide biogas, dat een mengsel is van in hoofdzaak methaan en koolzuur, kan voor uiteenlopende doeleinden worden gebruikt, bij voorbeeld voor het stoken van de centrale verwarming, kookdoeleinden, het aandrijven van een gasgenerator. Het verdient aanbeveling de anaërobe ver-20 gisting uit te voeren bij verhoogde ·: temperatuur, bij voorbeeld bij een temperatuur van ongeveer 30°C, waartoe bij de bekende inrichting in de mestvergistingsbak buizen worden gelegd of een warmtewisselaar wordt toegepast waardoor water met' een temperatuur van bij voorbeeld ^5°C wordt gepompt. Een optimaal verloop van de 25 mestvergistingsreactie wordt bevorderd indien de samenstelling van de mest zo homogeen mogelijk is. Daarom wordt bij de,bekende inrichting de mest in de mestkanalen geroerd. Dit kan periodiek gebeuren met een door een trekker aangedreven menger of door de 8001959 2 mest rond te pompen, waarbij de gemengde mest dagelijks in een bepaalde hoeveelheid naar de mestvergistingsbak wordt overgepompt. De spuitrichting van de pomp kan worden versteld door toepassing van een driewegkraan, zodanig,dat de spuitrichting terichten is naar 5 de bodem en boven in de mestvergisitngsbak waardoor het ontstaan van bezink- en drijflagen wordt voorkomen.

Om in de mestvergistingsbak te zorgen voor een verdeling van de via de daarin gelegde buizen of de aangebrachte warmtewisselaar aan de mest toegevoerde warmte ,wordt geproduceerd' biogas 10 op vaste tijden in de te vergisten mest in de mestvergistingsbak teruggeblazen. Gebleken is, dat ondanks de mengwerking van het teruggeblazen biogas toch een aankoeking van mest op de verwarmingsbuizen of de warmtewisselaar optreedt waardoor de warmteoverdracht verslechtert.

15 Het in de vèrgistingsbak geproduceerde biogas kan bij de bekende inrichting daarboven worden opgevangen in een gasbuffervat dat uitgevoerd is als een drijvende stalen gaskap, waarvan het gewicht zorgt voor een gasdruk van 60-70 mm WK.

Aan het gasbuffervat, uitgevoerd in de vorm van een drij-20 vende gaskapconstructie, zijn nadelen verbonden waaronder de nóóit volledige .stankafsluiting. Bovendien kan de gaskap in de praktijk scheef hangen door atmosferiche invloeden, bij voorbeeld door f wind- en/of sneeuwbelasting, en daardoor ook tot drukverandering in het gas leiden. Het deel van de wand van de drijvende stalen 25 gaskap, dat zich in het waterslot bevindt is technisch moeilijk thermisch te isoleren, hetgeen een nadeel is in verband met de handhaving van de eerdervermelde optimale temperatuur voor anaërobe mestvergisting van ca. 30°C. Tenslotte kampt men in de silobouw normaliter met onrondheidsproblemen die bij een constructie als 30 die van de drijvende stalen gaskap gemakkelijk bij het rijzen en dalen kunnen leiden tot het klem raken daarvan.

De uitvinding beoogt de bovenvermelde nadelen op te heffen en in verband daarmede is een doel van de uitvinding de verschaffing van een oplossing voor een zo goed mogelijke menging van de 35 mest in de mestvergistingsbak envtegelijkertijd handhaving van een 8001959 I * 3 zo constant mogelijke warmt e-overdracht naar en gelijkmatige warmteverdeling in de mest.

Een ander doel van de uitvinding is een inrichting ter bereiding van biogas, waarbij de bovengenoemde met het gasbuffer-5 vat samenhangende nadelen niet optreden.

Volgens de uitvinding wordt nu een inrichting van de bovenvermelde soort verschaft, die daardoor gekenmerkt is, dat de middelen voor het verwarmenvan de mest en de middelen voor het roeren van de mest gecombineerd zijn tot een doorstroombaar buisvormig 10 samenstel dat gerekend van het ene uiteinde over een deel van de lengte daarvan in de te vergisten mest kan worden aangebracht terwijl het andere uiteinde open is en via het wanddeel toegang geeft tot het inwendige van het buisvormige samenstel; het in de mest aan te brengen deel van het buisvormige samenstel over ten 15 minste een deel van de lengte daarvan dubbelwandig is uitgevoerd door welk dubbelwandige deel via daarop aangesloten toe- en af-voerleidingen een verwarmingsfluïdum kan worden.gecirculeerd en een aan een as bevestigd roteerbaar roerorgaan via het andere uiteinde in het buisvormige samenstel is aangebracht over een 20 afstand voorbij een in de wand van het buisvormige samenstèl uit gespaarde mesttoevoeropening.

Het roerorgaan kan een propellerroerder zijn die, bevestigd aan de as van buiten de silo af in het buisvormige samenstel is gestoken en die via de as kan worden geroteerd door middel van bij 25 voorbeeld een elektromotor. Hierdoor zal in de mest een circulatie-stroming ontstaan waarbij mest via de mesttoevoeropening in het buisvormige samenstel wordt gezogen en tijdens het doorstromen daarvan wordt verwarmd en vervolgens in de bulk van de mest wordt teruggevoerd.

30 Bij voorkeur is het buisvormige samenstel zodanig aange bracht, dat het buisvormige samenstel via het wanddeel van de inrichting schuin benedenwaarts reikt en de mesttoevoeropening is aangebracht in een enkelwandig gelaten deel van het buisvormige samenstel tussen het dubbelwandige deel daarvan en het wanddeel van 35 de inrichting, aan de bovenzijde van het buisvormige samenstel.

8001959 k

Door deze opstelling wordt een tussen bodem- en bovenlaag van de mest rondlopende circulatiestroming opgewekt.

Door de mest te verwarmen terwijl deze langs bet verwarmde oppervlak stroomt, wordt een optimale warmte-overdracht verkregen 5 en het optreden van aanzettingen tegengegaan. Voorzover toch afzettingen optreden kunnen deze gemakkelijk worden verwijderd door de roerder met as en elektromotor ax-ί aal uit het · 'buisvormig samenstel te verwijderen en de aanzettingen van de binnenwand van het buisvormige samenstel los te steken.

10 De uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting, waarvan het mestvergistingsdeel in verbinding staat met een gas-bufferdeel met een open bodemdeel, een wanddeel en een verticaal verplaatsbaar de gasdruk door het gewicht daarvan bepalend gesloten dak vormend deel, van welk gasbufferdeel de inhoud variabel is 15 met de gebufferde volumehoeveelheid biogas door de verplaatsing van het dakdeel en de inrichting is uitgevoerd in de vorm van een silo, in het bijzonder een silo met cirkelvormige doorsnede, waarvan het onderste deel het mestvergistingsdeel is waarboven en binnen de silo-omtrek het gasbufferdeel is aangebracht, waarvan 20 het wanddeel vervaardigd is uit een buigzaam gasondoorlaatbaar materiaal en zowel met de binnenzijde van de silowand langs de omtrek daarvan als met het dakvormende deel langs de omtrek daarvan afdichtend is verbonden, waarbij de inrichting daardoor is gekenmerkt, dat binnen de silo een orgaan is opgesteld voor het 25 dragen van het dakdeel bij een minimaal gasbuffervolume en het wanddeel van het gasbuffervat, verdeeld over het buitenoppervlak daarvan, voorzien is van geleidewielen die verticaal op-en-neer verrijdbaar zijn binnen corresponderende met de silobinnenwand verbonden kokerprofielen.

30 Weliswaar is uit het Duitse Offenlegungsschrift 2.02^.119 een droge gasbufferhouder bekend met een beweegbaar, uit een buigzaam materiaal bestaand wanddeel, dat tussen de vaste houder-wand en een verticaal verplaatsbaar dakdeel gasdicht is aangebracht, en waarbij de verticale verplaatsbaarheid van het dakdeel wordt 35 gewaarborgd door dit dakdeel te voorzien van een bij voorkeur 8001959 « t 5 telescoperende geleiding. De "bekende droge gasbufferhouder is echter een afzonderlijk, op zichzelf toegepaste houder en is niet "binnen een silo in directe combinatie met een me stvergi st ing s-installatie samengebouwd én is'daardoor blootgesteld aan de in een 5 dergelijke installatie, heersende vochtige atmosfeer en aan de gevolgen. . van door bij voorbeeld het rondspatten van de mest veroorzaakte afzettingen, die in het bijzonder aan de geleidings-organen, zoals de telescoperende geleidingsorganen, voor het soepel geleiden van het dakdeel bij de verticale verplaatsing daarvan hoge 10 eisen stelt.

De uitvinding ‘wordt aan de hand van de tekening, waarin een aantal uitvoeringsvoorbeelden van de inrichting volgens de uitvinding zijn weergegeven, nader toegelicht. In de tekening toont fig. 1 in aanzicht, gedeeltelijk weggebroken, het gasbuffer-15 deel van de inrichting volgens de uitvinding, uitgevoerd binnen een in het agrarische bedrijf veelvuldig toegepast type voedersilo waarbij het buigzame wanddeel van het gasbufferdeel daarvan aan de buitenzijde voorzien is van geleidingsorganen; fig. 2 een dwarsdoorsnede volgens de lijn II-II in fig. 1; 20 fig. 3 vergroot in bovenaanzicht de door III in fig. 1 en fig. 2 omcirkelde constructie; fig. h gedeeltelijk weggebroken in zij-aanzicht de constructie volgens fig. 3; en fig. 5 vergroot in langsdoorsnede de door V in fig. 1 25 omcirkelde constructie, terwijl fig. 6 een inrichting volgens fig. 1 weergeeft, waarbij echter het dakdeel van het gasbufferdeel zonder geleidingsorganen zelfstabiliserend verticaal verplaatsbaar is, en waarvan het mestvergistingsdeel het buisvormige samenstel volgens de uitvinding 30 voor het rondpompen en verwarmen van de mest bevat.

Door 1 is de op een betonnen vloer 6 geplaatste uit gebogen platen samengestelde wand van een cilindrische silo aangegeven, zoals deze, verder daartoe uitgerust, wordt benut als voedersilo in bij voorbeeld de melkveehouderij. Toegepast in het kader van 35 de inrichting volgens de uitvinding is het onderste deel van de ft fl Π1 9 <5 9 6 silo 1 ingericht als de mestvergistingsbak 2 dat tot het peil 3 met mest kan worden gevuld. Vanuit de niet-getoonde mestopslag wordt de mest door middel van een eveneens niet-getoonde pomp via leiding U aan de mestvergistingsbak 2 toegevoerd terwijl de 5 uitgegiste mest via leiding 5 kan worden afgevoerd.

Door 7 en 8 zijn de toe- respectievelijk afvoerleiding aangegeven van een in de mestvergistingsbak aangebracht, later te bespreken (fig. 6) warmte-uitwisselaar, door middel waarvan de mest op de voor anaërobe vergisting optimale temperatuur van ca.

10 30°C wordt gehouden.

Het tijdens de vergisting van de mest geproduceerde gas stijgt op en wordt opgevangen in het gasbuffervat 10. Het gasbuffervat 10 is doelmatig vervaardigd uit een met zeildoek gewapend polyvinylchloridemateriaal, en omvat de wand 11 en het dubbel-1? wandig uitgevoerde dak 12 met wanden 13 en 1¼ terwijl de door deze wanden 13, 1U. ingesloten ruimte is verdeeld in kamers 15. In de kamers 15 is water als vérzwaringsmiddel aangebracht. Dit verzwaren van het: dak met water zal men uiteraard eerst ter plaatse waar de silo wordt opgebouwd, uitvoeren waardoor een 20 aanmerkelijke besparing op de transportkosten van het gasbuffervat wordt verkregen. Nabij het bodemdeel van het gasbuffervat 10, op .enige afstand daarboven is het rooster 16 horizontaal aangebracht dat via de buigzame wand 11 van het gasbuffervat 10 vast bevestigd is aan de silowand. Het rooster 16 dient mede als 25 drager voor het daarboven gelegen deel van het gasbuffervat 10 en vormt als zodanig een grens waarbeneden het dak 12 bij vermindering van de in het buffervat 10 opgeslagen hoeveelheid gas niet kan dalen. In de tekening is dan door h het maximale hoogteverschil weergegeven van het variabele deel van het voor 30 opslag van het geproduceerde biogas beschikbare buffervatvolume.

In de praktijk zal men echter het dalen en rijzen van het buffervat over een geringer hoogteverschil h' laten plaatsvinden door het op elkaar afstemmen van de biogasproductie en de biogasvraag. Voor het soepel doen rijzen en dalen van het 35 buffervat wordt de wand 11 over een ongeveer met h' overeenkomende 8001959 7 hoogte hij voorkeur harmonicagevijs voorgevormd* zoals door 17 is aangegeven. Door 18 is de gasafvoerleiding aangegeven die aangesloten is op de gasopslagruimte in het buffervat 2 en door middel ".waarvan biogas aan de voorraad kan worden onttrokken.

5 Ter verdere verkrijging van een soepel rijzen en dalen van het gasbuffervat langs de binnenwand van de silo 1 en daarbij verandering van de positie van de wand 11 van het buffervat ten opzichte van de silowand zijn regelmatig over de wand 11 en onder elkaar een aantal wielparen 19 via een draagfreem 20 vast met de 10 wand 11 verbonden (fig. 3 en fig. k). Aan de binnenzijde zijn aan de silowand langs de omfcrek daarvan verticale kokerprofielen 21 aangebracht, waarbinnen de wielparen 19 zijn opgesloten en verticaal verrijdbaar zijn.

Een lekdichte afsluiting van.het gasbuffervat 2 aan het 15 open bodemdeel daarvan is verkregen door nabij het benedeneinde van de buigzame wand 11 langs de omtrek daarvan deze met op regelmatige onderlinge af stand aangebrachte boutverbindingen 2k aan de silowand te bevestigen (fig. 5), bij voorkeur onder toepassing van een drukring 22. Door ervoor te zorgen dat tijdens bedrijf 20 van de biogasinrichting de verbindingszone van de buigzame wand 11 met de silowand zich onder het mestniveau bevindt wordt in combinatie met de kitafdichting 23, die tussen de aangrenzende platen, waaruit de silowand is samengesteld, aangebracht is een veilige en zekere afdichting verkregen.

25 Het verdient aanbeveling het rooster 16 naar het centrum toe te ondersteunen om doorbuiging daarvan tegen te gaan. Hiertoe kan, bij voorbeeld een op de vloer 6 binnen de mestvergistingsbak 3 opgestelde steun met ringvormige doorsnede worden aangebracht.

Het eerdervermelde met zeildoek gewapende polyvinyl-30 chloridemateriaal is een materiaal van grote sterkte met behulp waarvan een dubbelwandig dak 12 kan worden vervaardigd dat door het aanbrengen van water in de ruimte daartussen aanmerkelijk kan worden verzwaard. Zo is het mogelijk het dak te verzwaren tot een gewicht van ca. 5,5 t hetgeen bij de gangbare diameter van een 35 silo leidt tot een druk van het in het buffervat 10 opgeslagen 8001959 8 "biogas van ca. JO mm WK. Bij een dergelijke druk is het gas te "benutten als "brandstof voor huishoudeljke kooktoestellen.

Het dubbelwandig· uit gevoerde dak 12 met wanden 13 en 1U kan ook worden uitgevoerd als een rondom dichte stalen bak waar-5 van de binnenruimte eveneens door stalen wanden in kamers 15 verdeeld is. De wand 11 dient uiteraard gasdicht langs de bodem-orntrek van de stalen bak daarmede te worden verbonden, waarvoor elke daartoe geschikte methode kan worden toegepast. Het aldus als een stalen bak uitgevoerde dubbelwandige dak 12 kan geschikt 10 met bij voorbeeld beton, zand of puin worden gevuld. Bij een diameter van ca. 8 m en een hoogte van bij voorbeeld 20 cm kan gemakkelijk aan de stalen bak een gewicht van ongeveer 15.000 kg worden gegeven. Hierdoor wordt in het gas een druk van minimaal 30 cm gerealiseerd, die voldoende is om daarop ook een ver-15 brandingsmotor te doen lopen.

Door het grote gewicht van het als een stalen bak uitgevoerde dubbelwandige dak van het gasbuffervat 10 dient te worden gezorgd voor een goede ondersteuning daarvan indien zich geen gas in het gasbuffervat en de stalen bak zich in zijn laagste 20 stand bevindt. Een dergelijke goede ondersteuning wordt geboden door de eerdervermelde op de’ vloer 6 van de mestvergistingsbak opgestelde ring uit bij voorbeeld beton. Eventueel wordt een samenstel van twee of drie concentrische ringen toegepast terwijl het rooster 16 achterwege kan blijven.

25 De toepassing van een op de vloer 6 opgestelde ring of stelsel van twee of meer concentrische ringen biedt de mogelijkheid van een beheerste doorvoer van de te vergisten mest door de mestvergistingsbak . De te vergisten mest kan daarbij worden toegevoerd aan de ruimte tussen de buitenwand en de eerste ring 30 en via in de wanden van de respectievelijke ringen aangebrachte overstortsleuven achtereenvolgens via de ringvormige ruimten binnen de verschillende ringen tenslotte worden toegevoerd aan de door de binnenste ring omsloten ruimte om tenslotte daaruit via de leiding 5 naar buiten te worden afgevoerd. Deze wijze van 35 doorvoeren van de mest door de mestvergistingsbak 2 voorkomt 8001959 9 vermenging van nog te vergisten mest met al langer in de mest-vergistingsbak aanwezige mest waardoor een beter vergistingsren-dement is te verwachten. In de opeenvolgende ruimten tussen de verschillende ringen kunnen uiteraard begassingsleidingen worden 5 aangebracht voor het goed dooreengeaengd houden van de daarin aanwezige mest.

Bij de in fig. 6 getoonde uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding heeft het dak 30 van het gasbufferdeel 10 de vorm van een afgeknotte kegel met een bovenvlak 31 en wand 32.

10 Aan de grondvlakzijde van de kegel is een betonnen schijf 33 als verzvaringslichaam daarmede verbonden. Het gewicht van de schijf 33 wordt gekozen in overeenstemming met de gewenste gasdruk van het biogas in de gasbufferhouder 10. Door de lage plaatsing van de zware schijf 33 ten opzichte van het dak 30 en in combinatie met 15 de kegelvormige wand 32 van het dak wordt bereikt dat de druk van het gas tegen de binnenzijde van de wand 32 en het gewicht van de schijf 33 zodanig samenwerken, dat het rijzen en dalen van het dak 30 zonder zijwaartse ondersteuning kan plaatsvinden, het dak derhalve zelfstabiliserend verplaatsbaar is.

20 In de laagste stand steunt het dak 30 via de schijf 33 op de steuntafel 3^ op een bepaalde afstand boven het in de inrichting aan te houden mestpeil.

De aan beide zijden open duikpijp 35, die co-axiaal met de lichaamsas van het dak 30 daarmede verbonden is, fungeert als een 25 veiligheidselement, in die zin dat bij het om een of andere reden optreden van een te hoge gasdruk in de gasbufferhouder 10, de ·. duikpijp 31 met het bovenuiteinde daarvan tot in de opening 36 van de silowand kan rijzen terwijl het benedenuiteinde daarvan tegelijkertijd boven het mestpeil 3 rijst waardoor biogas uit de 30 gasbufferhouder 10 via de duikpijp 35 naar de atmosfeer kan worden gestabiliseerd.

In fig. 6 stelt 37 verder een tevens als warmte-uitwisse-laar bruikbaar eirculatiepomp voor. De circulatiepomp is buisvormig waarvan het uiteinde b2 schuin benedenwaarts wijst en van 35 dit uiteinde af over een bepaalde lengte dubbelwandig is 800 1 9 59 10 uitgevoerd onder vorming van een als warmte-uitwisselaar 38 fungerend deel met toe- en afvoerleiding 7 en 8 voor het ver-warmingsfluldum, bij voorbeeld water. In de circulatiepomp is axiaal een propellerroerder aangebracht die via een niet nader 5 getoonde as via het open andere uiteinde 39 verbonden is met een eveneens niet nader getoonde, buiten de silo opgestelde elektromotor. Het samenstel van de elektromotor en de as met daaraan de propellerroerder Ui is gonstructief zodanig, . dat het als een eenheid axiaal uit de pomp is te verwijderen indien dat bij 10 voorbeeld voor reinigingsdoeleinden gewenst is. Door k0 wordt een mesttoevoeropening voorgesteld door welke mest bij roterende propellerroerder wordt aangezogen waarna de mest door de stuw-werking van de roerder in via het open benedenuiteinde h2 weer in de mestvergistingsbak 2 terugstroomt.

15 Voor een optimalisering van de warmtebalans is er op niet nader getoonde wijze voor gezorgd, dat de via de leiding 5 uit de inrichting 1 afgevoerde uitgegiste mest in warmte-uitwisse-lingscontact staat met de via leiding 17 aan de inrichting 1 toe te voeren te·.vergisten mest.

20 De inrichting volgens de uitvinding sluit volledig aan op de in het agrarische bedrijf reeds toegepaste installaties waardoor in technisch en daardoor ook economisch opzicht een vereenvoudiging respectievelijk besparing wordt bereikt. Uiteraard kan de bovenbeschreven en in de tekening weergegeven inrichting 25 worden gewijzigd zonder dat men daarbij het kader van de uitvinding verlaat.

8001959

Claims (9)

1. Gesloten inrichting voor het "bereiden van biogas uit mest, voorzien van een wanddeel en omvattende een mestvergistingsdeel, middelen voor het toevoeren van te vergisten mest aan en middelen voor het afvoeren van uitgegiste mest uit het mestvergistingsdeel 5 alsmede middelen voor het afvoeren van het bereide biogas uit de inrichting en waarbij de inrichting voorts voorzien is van middelen voor verwarming van de mest en middelen voor het roeren van de mest, met het kenmerk, dat de middelen voor het verwarmen van de mest en de middelen voor het roeren van de mest 10 gecombineerd zijn tot een doorstroombaar buisvormig samenstel dat gerekend van het ene uiteinde over een deel van de lengte daarvan in de te vergisten mest kan worden aangebracht terwijl het andere uiteinde open is en via het wanddeel toegang geeft tot het inwendige van het buisvormige samenstel; het in de mest aan te brengen deel 15 van het buisvormige samenstel over ten minste een deel van de lengte daarvan dubbelwandig is uitgevoerd door welk dubbelwandige deel via daarop aangesloten toe- en afvoerleidingen een verwarmings-fluldum kan worden gecirculeerd en een aan een as bevestigd roteerbaar roerorgaan via het andere uiteinde in het buisvormige 20 samenstel is aangebracht over een afstand voorbij een in de wand van het buisvormige samenstel uitgespaarde mesttoevoeropening.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het buisvormige samenstel via het wanddeel van de inrichting schuin benedenwaarts reikt en de mesttoevoeropening is aangebracht 25 in een enkelwandig gelaten deel van het buisvormige samenstel tussen het dubbelwandige deel daarvan en het wanddeel van de inrichting, aan de bovenzijde van het buisvormige samenstel.

3. Inrichting volgens conclusies 1-2, waarvan het mestvergistingsdeel in verbinding staat met een gasbufferde.el-met..eenpopen 30 bodemdeel, een wanddeel en een verticaal verplaatsbaar de gasdruk door het gewicht daarvan bepalend gesloten dak vormend deel, van welk gasbufferdeel de inhoud variabel is met de gebufferde 8001959 volumehoeveelheid biogas door de verplaatsing van het dakdeel, en de inrichting is uitgevoerd in de vorm van een silo, in het bijzonder een silo met cirkelvormige doorsnede, waarvan het onderste deel het mestvergistingsdeel is waarboven en binnen de 5 silo-omtrek het gasbufferdeel is aangebracht, waarvan het vand-deel vervaardigd is uit een buigzaam gasondoorlaatbaar materiaal en zowel met de binnenzijde van de silowand langs de omtrek daarvan als met het dakvormende deel langs de omtrek daarvan afdichtend is verbonden, met het kenmerk, dat binnen de silo, 10 een orgaan is opgesteld voor het dragen van het dakdeel bij een minimaal gasbuffervolume en het wanddeel van het gasbuffervat, verdeeld over het buitenoppervlak daarvan, voorzien is van geleide— wielen die verticaal op-en-neer verrijdbaar zijn binnen corresponderende met de silobinnenwand verbonden kokerprofielen„ 15 k. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het dakvormende deel van het gasbufferdeel dubbelwandig is uitgevoerd onder vrijlating tussen de wanden van een afgesloten, met een verzwaringsmiddel te voorziene ruimte.

5. Inrichting volgens conclusie U, met het kenmerk, 20 dat de afgesloten ruimte door schotten verdeeld is in met het verzwaringsmiddel te voorziene kamers.

6. Inrichting volgens conclusies ^-5, met het ken» merk, dat het dakdeel van het gasbufferdeel vervaardigd is uit het voor het wanddeel daarvan toegepaste buigzame materiaal. 25 7· Inrichting volgens conclusies b-5, met het ken merk, dat het dakdeel van het gasbufferdeel uitgevoerd is als een metalen bak waarvan de inwendige ruimte door metalen schotten verdeeld is in met verzwaringsmiddel te voorziene kamers.

8. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, 30 dat ου de bodem van het mestvergistingsdeel een of meer con centrisch ongestelde ringen zijn aangebracht door middel waarvan het dakdeel van het gasbufferdeel kan worden gedragen.

9· - Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het dakvormende deel van het gasbufferdeel rotatiesymmetrisch, 35 in het bijzonder kegelvormig of afgeknotte-kegel'vormig is uitgevoerd, 8001959 9 » en nabij het grondvlak daarvan verbonden is met een verzwarings-lichaam, waarbij het dakvormende deel en het verzvaringsliehaam een zonder geleidingsorganen, zelfstabiliserend verticaal verplaatsbaar samenstel vormen, waarvan het zwaartepunt gelegen is op de kegelas 5 of het verlengde daarvan.

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het Ikenmerk, dat in het dak van de silo een opening is aangebracht en, verbonden met de kegeltop of het kegelbovenvlak, co-axiaal met de kegelas een in samenwerking met het peil van de mest in het mest-10 vergistingsdeel als gasslot fungerende duikpijp is aangebracht.

11 Inrichting volgens conclusie 10, met het ken- . merk, dat de opening in het dak concentrisch is met de kegelas. 8001959