NL8000957A

NL8000957A - Spuitinrichting voor het spuiten van een bindmiddel in een muurwerkboring.

Info

Publication number: NL8000957A
Application number: NL8000957A
Authority: NL
Original assignee: Fischer Artur Dr H C
Priority date: 1979-04-02
Filing date: 1980-02-15
Publication date: 1980-10-06
Also published as: IT8021066A0; JPS55134669A; GR66664B; ES249172Y; FR2453252A1; ES249172U; BE882002A; IT1130379B; GB2049828A; SE8001708L; DK81880A; BR8002010A; DE2913188A1; HU178151B

Description

- 1 -

Spuitinrichting voor het spuiten van een bindmiddel in een muurwerkboring.

De uitvinding heeft betrekking op een spuitinrichting met een door druklucht bedieribare spuitzuiger, die aan zijn ene einde van een een spuitopening hebbend opzetmond-stuk en aan zijn andere einde van een met de drukluchtlei-5 ding verbonden deksel is voorzien, voor het spuiten van een uit een aantal componenten bestaand verhardbaar bindmiddel in een muurwerkboring voor de verankering van een in de boring gezet bevestigingselement.

Met de hand bedienbare spuitinrichtingen voor het 10 spuiten van een cementmengsel in een muurwerkboring, waarin een bevestigingselement gezet is, zijn bekend. Het vullen van het boorgat vereist een zekere spuitdruk, die met de hand slechts met spuitinrichtingen van kleine volume bereikbaar is. Dit betekent, dat met de vulling van een der-15 gelijke handspuitinrichting slechts enkele boorgaten volgespoten kunnen worden. Het in serie aanbrengen met een handspuitinrichting is derhalve zeer tijdrovend en duur, nog afgezien van de physische belasting van de monteur.

Voor het uitspuiten van kleef-, dichtingsmassa's en 20 dergelijke substanties zijn kardoezen of patronen bekend, die in druklucht - spuitinrichtingen gelegd kunnen worden. Door d® druklucht wordt de in de kardoes gezette spuitzui-ger in de richting van de mondstukopening gedrukt, zodat de zich in de kardoes bevindende massa uitgeperst wordt.

25 Deze werkwijze is slechts dan doelmatig, wanneer het bij de kardoesinhoud om hoogwaardige kleef- resp. dichtingsmassa's gaat en daardoor de kosten van de wegwerpkardoes in verhouding tot de inhoud in het niet vallen. Bij een cementmengsel bijv. is dit procédé niet meer doelmatig, 30 daar op grond van de kosten voor de wegwerpkardoes de totale kosten voor een bevestiging niet meer aanvaardbaar zouden zijn.

Aan de uitvinding ligt het probleem het grondslag een met druklucht bedienbare spuitinrichting te verschaffen, 35 die goedkope seriemontage1s van bevestigingselementen mogelijk maakt.

Dit doel is volgens de uitvinding bereikt, doordat 8 0 0 0 9 57 - 2 - zowel het opz.etmonds.tuk als het deksel een telkens over de einden van de buisvormige spuitinrichting schuifbaar, en dit afdichtend afsluitend apneemdeel hebben, waarbij de spuitopening van het opzetmondstuk door een stop, kap of 5 dergelijk afsluitmiddel afsluitbaar is en beide kopzijden 3· J<S ; van de spuitzuiger zowel als druk- als) schuifvlak bruikbaar ziin.

Op grond van deze uitvoering is nu het volgende pro-cedëverloop mogelijk. Na het afnemen van het opzetmondstuk 10 wordt de spuitinrichting waarvan het andere einde door' het opgezette deksel enerzijds en de spuitzuiger-anderzijds.......

afgedicht is, met bindmiddel gevuld. Bij toepassing van een cementmengsel of bindmiddel wordt eerst het water en daarna het cement ingebracht. Door middel van een roerstaaf 15 worden beide componenten in de spuitinrichting gemengd.

Daarna wordt het opzetmondstuk opgezet en de spuitinrichting aan de inspuitopening van het bevestigingselement gezet.

Door de op de spuitzuiger werkende druklucht wordt deze in de richting, van de mondstukopening gedrukt en daarbij het 20 bindmiddel ter verankering van de bevestigingselementen in de muurwerkboringen gespoten. Na het volledig ledigen van de spuitinrichting wordt het deksel met de druklucht-aansluiting ma het verwijderen van het opzetmondstuk op het andere einde van de spuitinrichting gezet. Daar de 25 spuitzuiger zich nu eveneens aan het andere einde van de spuitinrichting bevindt, is na het omzetten van het deksel de spuitinrichting weer op dezelfde wijze als hierboven beschreven bruikbaar. Door dit voortdurend wisselen van deksel en opzetmondstuk is een terugbrengen van de spuit-30 zuiger in zijn oorspronkelijke stand, voordat de spuitinrichting opnieuw met bindmiddel gevuld wordt, niet vereist. Daardoor ontstaat zowel tijdsbesparing als een rei-nigingseffekt, daar door het aan wisselende zijden inbrengen van water bindmiddeIresten weggespoeld worden.

35 Door het ontbreken van een schroefverbinding tussen spuitinrichting enerzijds en opzetmondstuk en deksel anderzijds wordt een snelle pn probleemloze verwisseling mogelijk, ook wanneer het buitenvlak van de spuitinrichting vuilgeworden is. Het afstand doen van een nauwaansluitende 40 verbinding is gevaarloos, daar bij het inspuiten van het 800 0 9 57 - 3 - bindmiddel de spuitinrichting tegen de boorgatmond resp. het in het boorgat zittende bevestigingselement gedrukt wordt.

Teneinde het op elkaar houden enerzijds en de af-5 dichting anderzijds te verbeteren kunnen volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding het opneemdeel van het op-zetmondstuk en van het deksel in de richting van hun bodem-vlak taps toelopend uitgevoerd zijn.

Volgens de uitvinding kunnen verder op het bodemvlak 10 van het opneemdeel van. het opzetmondstuk en van het-deksel ringvormige dichtingen aangebracht zi ju.

Tenslotte kan teneinde het opschuiven enerzijds en de vastklemming anderzijds te verbeteren volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de de spuitinrichting om-15 sluitende mantel van het opzetmondstuk en van het deksel van de koprand uitgaande, zich over een gedeelte van de lengte, uitstrekkende sleuven hebben.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld 20 een uitvoeringsvorm van de spuitinrichting volgens de uitvinding is weergegeven.

Over het ene einde van het bij voorkeur uit metaal bestaande middenstuk 1 van de spuitinrichting is een met een passend opneemdeel uitgerust opzetmondstuk 2 geschoven. Ter 25 afdichting en vastklemming is het opneemdeel van het opzetmondstuk van een geleidelijk dunner wordend gedeelte 3 voorzien, dat bij het inschuiven hetzij op het cilindrisch hetzij op het konisch uitlopende einde van het middenstuk 1 wordt vastgedrukt. Voor het bereiken van een elastischere 30 vastklemming is in het cilindrische mantelcfedeelte van het opzetmondstuk 2 een van de koprand uitgaande, zich over een gedeelte van de lengte uitstrekkende sleuf 4 aangebracht.

Het het andere einde van het middenstuk 1 van de «puit-inrichting afsluitende deksel 5 heeft dezelfde opneemdeel-35 uitvoering als het opzetmondstuk, zodat een voortdurend wisselen van opzetmondstuk en deksel mogelijk is. Het deksel 5 is met behulp van een op een inloopstomp 6 schroefbaar moer 7 met ee^ drukluchtpistool 8 verbonden. Via een druk-luchtleiding 9 en het drukluchtpistool 8 wordt de druklucht 40 in de ruimte tussen dekselbodem en spuitzuiger 10 gevoerd, 800 0 9 57 - 4 - zodat een. druk kan ontstaan. Door deze druk wordt de spuitzuiger 10 in de richting, van de mondstukopening bewogen en wordt ddarbij het bindmiddel ter verankering van bevestigingselementen in de muurwerkboringen gespoten. Te-5 voren moet het bindmiddel na het wegnemen van het opzet-mondstuk 2 in de spuitinrichting gebracht worden. Het is ook mogelijk de afzonderlijke componenten van het mengsel gescheiden in te brengen en deze dan in de spuitinrichting door middel van een roerstaaf te mengen. Teneinde het voor-10 tijdig uitlopen van het bindmiddel-te .verhinderen, is de ~ - mondstukopening met een kap 11 afgesloten.—

Als verdere mogelijkheid voor de afdichting van het deksel 5 ten opzichte, van het middenstuk 1. van de sp^it-inrichting kan op het bodemvlak van het deksel 5 een ring-15 dichting 12 aangebracht zijn, - C o n c 1 u s i e s - 800 0 9 57

Claims

1. Spuitinrichting met een door drukIncht bedienbare spuitzuiger, die aan zijn ene einde van een een spuitopening hebbend opzetmondstuk en aan zijn andere einde van een met de drukluchtleidung verbonden deksel is voorzien, voor het 5 spuiten van een uit een aantal componenten bestaand ver- hardbaar bindmiddel in een rauurwerkboring voor de verankering van een in de boring gezet bevestigingselement, met het kenmerk, dat zowel het opzetmondstuk als het deksel een telkens over de einden van de buisvormige spuit-10 inrichting schuifbaar en dit afdichtend afsluitend opneem-deel hebben, waarbij de spuitopening van het opzetmondstuk door een stop, kap of dergelijk afsluitmiddel afsluitbaar is en beide kopzijden van de spuitzuiger zowel als druk-als als schuifvlak bruikbaar zijn. 15

2. Spuitinrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk , dat het opheemdeel van het opzetmondstuk en van het deksel in de richting van hun bodemblak taps toelopend uitgevoerd zijn. 20

3. Inrichting, volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat op het bodemvlak van het opneemdeel van het deksel en van het opzetmondstuk ringvormige afdichtingen aangebracht zijn. 25

4. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de de spuitinrichting omsluitende mantel van het opzetmondstuk en van het deksel van de kop-rand uitgaande, zich over een gedeelte van de lengte uit- 30 strekkende sleuven hebben. 800 0 9 57