NL7909208A - Continu werkende centrifuge. - Google Patents

Description

1 ** -1- SSi/wd/445

Continu werkende centrifuge

De uitvinding heeft betrekking op een continu werkende centrifuge voor het scheiden van een mengsel van vaste stoffen en vloeistof met een zeeftrommel met een toevoerin-richting voor het te scheiden mengsel en met een afvoerin-5 richting die de vaste stof langs de trommelwand transporteert naar aan afvoerrand van de trommel, waarna de vaste stof mede onder invloed van de centrifugaalkracht over de rand van de trommel glijdt en de»trommel verlaat en waarbij middelen aanwezig zijn voor het afremmen en opvangen van het 10 materiaal buiten de centrifugetrommel. Wanneer de van de vloeistof te scheiden vaste stoffen gevoelig zijn voor mechanische beschadiging, zoals bijvoorbeeld in het geval van suikerkristallen, heeft men het problëem dat de vaste stof buiten de centrifugetrommel moet worden afgevoerd zonder dat 15 beschadiging optreedt.

Volgens de uitvinding is voor het afvoeren van de opgevangen deeltjes rondom de centrifugetrommel een ringvormige schudtransporteur gelegen, welke transporteur de uit de trommel getreden deeltjes opneemt en via êên of meer 20 openingen afvoert. Met behulp van een dergelijke transporteur worden niet alleen beschadigingen van de deeltjes voorkomen doch wordt tevens verhinderd dat aankorstingen optreden.

Volgens de uitvinding kan de schudtransporteur schroeflijnvormig zijn uitgevoerd met tenminste êên winding.

25 Volgens de uitvinding kan de ringvormige schud transporteur zijn voorzien van een aantal etagegewijs boven elkaar geplaatste ringvormige bodems.

Volgens de uitvinding kan de transporteur zijn uitgevoerd op de wijze van een schudbeddroger waarbij de bodemplaat 30 van luchtdoorlatende openingen is voorzien en middelen voor het toevoeren van lucht onder de bodemplaat aanwezig zijn. Hierbij heeft men een nog voorzichtigere behandeling van de vaste stoffen bij het transport, terwijl bovendien een drogende werking door middel van de lucht kan worden uitgeoefend.

35 Volgens de uitvinding kunnen middelen aanwezig zijn voor het verwarmen van de aan het bed toegevoerde lucht. Hier- 7909208 -2- *, ‘3 door kan men het drogende effect nog vergroten.

Volgens de uitvinding kunnen de middelen voor het opvangen en afremmen van de uit de trommel tredende deeltjes worden gevormd door een kapvoranig deel dat wordt gedragen door 5 de schudtransporteur.

Men heeft hierbij het voordeel dat de kap dan tevens blootstaat aan de trilwerking waardoor wordt voorkomen dat aankorstingen van de vaste stoffen op de kap zullen optreden.

De uitvinding zal nader worden toegelicht in de 10 volgende beschrijving van enige uitvoeringsvoorbeelden aan de hand van de tekening, in de tekening toont: fig. 1 een centrifuge volgens de uitvinding in doorsnede en gedeeltelijk in aanzicht, 15 fig. 2 een met figuur 1 overeenkomende afbeelding van een centrifuge in een iets andere uitvoeringsvorm, fig. 3 een met figuur 2 overeenkomende afbeelding in nog een andere uitvoeringsvorm.

De in figuur 1 afgebeelde centrifuge bestaat uit een 20 gestel 1 waarin een centrifugetrommel 2 door middel van een as 3 is gelegerd . De trommel 2 wordt aangedreven via riem-schijven 4 en 5 en een riem 6 door een electromotor 7. De trommel vertoont een konische zeefwand 8. Binnen de trommel 2 ligt de verdeelinrichting 9 die bestaat uit een konische 25 pot 10 die met een iets van die vandde centrifugetrommel 2 verschillende snelheid roteert en waaraan het te scheiden mengsel centraal wordt toegevoerd via een pijp 11. De verdeelinrichting vertoont verder een aantal schoepen waartussen kanalen 13 zijn gelegen die aansluiten op kanalen 14 die op 30 verschillende hoogten van de wand 8 uitmonden. Door de schoepen 12 wordt het in de pot 10 aanwezige materiaal verdeeld in passende hoeveelheden zodat men via de kanalen 14 op elke plaats in de trommel de gewenste hoeveelheid kan toevoeren. De aandrijving van de verdeelinrichting vindt 35 plaats met behulp van een planeetwieldrijfwerk dat binnen de as 3 is aangebracht en dat niet nader is afgeheeld. De aandrijfas 1 5 van het planeetwieldrijfwerk wordt via een snaarschijf 16, een snaar 17 en een snaarschijf 18 aancedreven door een electromotor 19. In de qetekende uitvoering draagt de konische 7 9 0 9 2 0 8 -3- pot 10 twee verdeelinrichtingen 9 waarvan er een aan de linkerzijde is getekend. Vlak voor de verdeelinrichting ligt een schraper 20. Aan de rechterzijde is de schraper 20 afgeheeld die vlak voor de andere verdeelinrichting ligt. Het toegevoerde 5 mengsel dat in dit geval bestaat uit suikerkristallen met de overblijvende vloeistof, wordt via de kanalen 14 toègevoerd aan de zeefwand 8. De suiker komt onmiddellijk tot rust op .. de zeefwand 8 en de vloeistof wordt naar buiten geslingerd door de zeefwand 8 heen en komt binnen het centrifugehuis 10 21 terecht. De vloeistof, die is te zien bij 22, wordt afge voerd via de afvoerleiding 23. Doordat de verdeelinrichting % 9 en de bijbehorende schraper 20 langzaam over het oppervlak van de zeefwand 8 bewegen, kan de suiker een tijd op de zeefwand 8 blijven liggen voordat de schraper de suiker weer 15 opneemt. De helling van de zeefwand 8 is zodanig dat de suiker juist in rust blijft. Het materiaal van de schraper 20 vertoont echter een lagere wrijvingscoefficient dan de zeefwand en zodra de suikerdeeltjes door de schraper 20 van de wand 8 worden gelicht, is de wrijving niet meer voldoende om ze 20 tegen de werking van de centrifugaalkracht in vast te houden.

De deeltjes treden dan naar buiten over de bovenrand 24 van de schraper 20, welke bovenrand gelijk ligt met de bovenrand van de trommel 2. De deeltjes die de bovenrand 24 van de schraper verlaten, hebben een grote snelheid in tangentiale 25 richting ten opzichte van de bovenrand van de trommel. De deeltjes worden opgevangen door een kapvormige opvangwand 25.

De deeltjes die door de wand 25 worden afgebogen, komen terecht op een schudtransporteur 26 die wordt gevormd door een rondom de centrifugetrommel liggende ringvormige 30 goot 27 die wordt gedragen door schuinstaande veren 28. De goot 27 wordt in rotatierichting in een heen- en weergaande beweging gebracht met behulp van een drijfstang 29 met behulpvan een krukdrijfstangmechanisme. De drijfstang is aan het ene einde verbonden met een tap 30 die deel uitmaakt 35 van de goot 27 en is met het andere einde verbonden met een kruk 31 van een schijf 32 die wordt aangedreven door een schijf 33 via een snaar 34. De schijf 33 wordt aangedreven door een wormdrijfwerk 35 en een electromotor 36. Wanneer het krukdrijfstangmechanisme door de motor 36 wordt aange- 7909208 -4-

'Z

dreven,krijgt de goot 27 in rotatierichting een heen- en weergaande beweging en dankzij de schuingestelde veren 28 wordt in rondgaande richting een transporterende werking op het in de goot 27 liggende materiaal uitgeoefend. De opgevangen vaste 5 stof 37 komt terecht bij de opening 38 en wordt dan afgevoerd via de daarop aansluitende pijp 39. De kap 25 is door middel van steunen 40 en daarmee samenwerkende schroefstangen 41 die kunnen draaien in op het gestel 1 bevestigde kolommen 42, in hoogte instelbaar aangebracht.

10 De werking van de centrifuge is nu als volgt.

Het via de pijp 11 toegevoerde mengsel komt terecht op de zeefwand 8 via de verdeelinrichting 9. Zodra het op de zeefwand 8 liggende materiaal door de schraper 20 van de wand wordt gelicht,zullen de deeltjes bij 24 onder invloed 15 van de eentrifugaalkracht de zeefwand 8 verlaten en via de opvangkap 25 naar de goot 27 van de transporteur 26 worden geleid. Dankzij de trillende beweging van de goot 27 en de schuinstaande steunen 28 wordt het materiaal 37 naar de opening 38 getransporteerd en vervolgens afgevoerd via de 20 pijp 39. Hierbij staat het materiaal vrijwel niet bloot aan kans op mechanische beschadiging hetgeen in het bijzonder van belang is wanneer suiker in de centrifuge wordt gedroogd.

De in figuur 2 afgebeelde centrifuge komt vrijwel geheel overeen met die uit figuur 1 met dit verschil dat 25 de kap 25 hier door middel van steunen 50 is bevestigd aan de rand van de goot 27. Hierdoor zal ook de kap 25 een schuddende beweging uitvoeren op dezelfde wijze als de goot 27. Hierdoor wordt de kans kleiner dat de uit de trommel 2 tredende deeltjes zouden gaan aankoeken in de kap 25.

30 : In de uitvoeringsvorm volgens figuur 3 is de schud- transporteur uitgevoerd als semi-fluidbeddroger. Hiertoe is in de goot 27 een van luchtdoorlaatopeningen voorziene wand 60 aangebracht. Tussen de wand 60 en de bodem van de goot 27 is een open ruimte aanwezig waaraan via een leiding 35 61 lucht kan worden toegevoerd. Deze lucht kan via een warmtewisselaar worden toegevoerd zodat de lucht voorverwarmd wordt. Het materiaal 37 dat in de goot 27 terecht komt, ligt op de van openingen voorziene plaat 60 en dankzij de via de pijp 61 toegevoerde lucht kan het materiaal 37 in 7 ο η o o n o -5- gefluidiseerde toestand worden gehouden. Door de schuddende beweging zal het vloeiende materiaal 37 in de afvoer 39 terechtkomen. Men heeft hier een nog voorzichtigere behandeling van de deeltjes zodat de kans op beschadiging 5 nog kleiner wordt. Bovendien kan dankzij de via de leiding 61 toegevoerde lucht een drogende werking op de deeltjes worden uitgeoefend. Men kan dan bereiken dat in het geval van een suikercentrifuge uit de afvoer 39 volkomen droge suiker kan worden afgevoerd.

* 7909208

Claims (6)

1. Continu werkende centrifuge voor het scheiden van een mengsel van vaste stoffen en vloeistof, met een zeeftrommel met een toevoerinrichting voor het te scheiden mengsel en met een afvoerinrichting die de vaste stof langs 5 de trommelwand transporteert naar een afvoerrand van de trommel, waarna de vaste stof mede oijder invloed van de centrifugaal-kracht over de rand van de trommel glijdt, en de trommel verlaat' en waarbij middelen aanwezig zijn voor het afremmen en opvangen van het materiaal buiten de centrifugetrommel, 10 met het kenmerk, dat rondom de centrifugetrommel een ringvormige schudtransporteur is gelegen, welke transporteur de uit de trommel getreden deeltjes opneemt en via een of meer openingen afvoert.

2. Centrifuge volgens conclusie 1, met het kenmerk, 15 dat de schudtransporteur schroeflijnvormig is uitgevoerd met tenminste êên winding.

3. Centrifuge volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ringvormige schudtransporteur is voorzien van meerdere etagegewijs boven elkaar geplaatste ringvormige bodems.

4. Centrifuge volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de transporteur is uitgevoerd op de wijze van een schudbeddroger, waarbij de bodemplaat van luchtdoorlatende openingen is voorzien en middelen voor het toevoeren van lucht onder de bodemplaat aanwezig 25 zijn,

5. Centrifuge volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat middelen aanwezig zijn voor het verwarmen van de onder de bodemplaat toegevoerde lucht,

6. Centrifuge volgens een of meer der voorgaande 30 conclusies, met het kenmerk, dat de middelen voor het opvangen en afremmen van de uit de trommel tredende deeltjes worden gevormd door een kapvormig deel dat wordt gedragen door de schudtransporteur. 7909208 ------------------