NL7909204A - Werkwijze voor het vervaardigen van een hol verschervingslichaam. - Google Patents

Werkwijze voor het vervaardigen van een hol verschervingslichaam. Download PDF

Info

Publication number
NL7909204A
NL7909204A NL7909204A NL7909204A NL7909204A NL 7909204 A NL7909204 A NL 7909204A NL 7909204 A NL7909204 A NL 7909204A NL 7909204 A NL7909204 A NL 7909204A NL 7909204 A NL7909204 A NL 7909204A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
layer
manufacturing
interleaving
metal
polymeric material
Prior art date
Application number
NL7909204A
Other languages
English (en)
Other versions
NL190426C (nl
NL190426B (nl
Original Assignee
Eurometaal Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Eurometaal Nv filed Critical Eurometaal Nv
Publication of NL7909204A publication Critical patent/NL7909204A/nl
Publication of NL190426B publication Critical patent/NL190426B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL190426C publication Critical patent/NL190426C/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F42AMMUNITION; BLASTING
    • F42BEXPLOSIVE CHARGES, e.g. FOR BLASTING, FIREWORKS, AMMUNITION
    • F42B12/00Projectiles, missiles or mines characterised by the warhead, the intended effect, or the material
    • F42B12/02Projectiles, missiles or mines characterised by the warhead, the intended effect, or the material characterised by the warhead or the intended effect
    • F42B12/20Projectiles, missiles or mines characterised by the warhead, the intended effect, or the material characterised by the warhead or the intended effect of high-explosive type
    • F42B12/22Projectiles, missiles or mines characterised by the warhead, the intended effect, or the material characterised by the warhead or the intended effect of high-explosive type with fragmentation-hull construction
    • F42B12/32Projectiles, missiles or mines characterised by the warhead, the intended effect, or the material characterised by the warhead or the intended effect of high-explosive type with fragmentation-hull construction the hull or case comprising a plurality of discrete bodies, e.g. steel balls, embedded therein or disposed around the explosive charge
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C41/00Shaping by coating a mould, core or other substrate, i.e. by depositing material and stripping-off the shaped article; Apparatus therefor
    • B29C41/02Shaping by coating a mould, core or other substrate, i.e. by depositing material and stripping-off the shaped article; Apparatus therefor for making articles of definite length, i.e. discrete articles
    • B29C41/04Rotational or centrifugal casting, i.e. coating the inside of a mould by rotating the mould
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29KINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES B29B, B29C OR B29D, RELATING TO MOULDING MATERIALS OR TO MATERIALS FOR MOULDS, REINFORCEMENTS, FILLERS OR PREFORMED PARTS, e.g. INSERTS
    • B29K2023/00Use of polyalkenes or derivatives thereof as moulding material
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29KINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES B29B, B29C OR B29D, RELATING TO MOULDING MATERIALS OR TO MATERIALS FOR MOULDS, REINFORCEMENTS, FILLERS OR PREFORMED PARTS, e.g. INSERTS
    • B29K2105/00Condition, form or state of moulded material or of the material to be shaped
    • B29K2105/06Condition, form or state of moulded material or of the material to be shaped containing reinforcements, fillers or inserts
    • B29K2105/16Fillers
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29KINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES B29B, B29C OR B29D, RELATING TO MOULDING MATERIALS OR TO MATERIALS FOR MOULDS, REINFORCEMENTS, FILLERS OR PREFORMED PARTS, e.g. INSERTS
    • B29K2105/00Condition, form or state of moulded material or of the material to be shaped
    • B29K2105/25Solid
    • B29K2105/251Particles, powder or granules
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29KINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES B29B, B29C OR B29D, RELATING TO MOULDING MATERIALS OR TO MATERIALS FOR MOULDS, REINFORCEMENTS, FILLERS OR PREFORMED PARTS, e.g. INSERTS
    • B29K2705/00Use of metals, their alloys or their compounds, for preformed parts, e.g. for inserts
    • B29K2705/08Transition metals
    • B29K2705/12Iron
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29LINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASS B29C, RELATING TO PARTICULAR ARTICLES
    • B29L2031/00Other particular articles
    • B29L2031/777Weapons

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Casting Or Compression Moulding Of Plastics Or The Like (AREA)
  • Moulding By Coating Moulds (AREA)
  • Laminated Bodies (AREA)
  • Medicines Containing Material From Animals Or Micro-Organisms (AREA)
  • Preparation Of Compounds By Using Micro-Organisms (AREA)
  • Injection Moulding Of Plastics Or The Like (AREA)

Description

Werkwijze voor het vervaardigen van een hol verschervings lichaam.
C/Ca/eh/3 Λ ^ *
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een hol verschervingslichaam voor opname van een explosieve lading van het voor militaire doeleinden bestemde type, en meer in het bijzonder op een werkwijze voor 5 het vervaardigen van een dergelijk verschervingslichaam, dat bestemd is voor een handgranaat, een door een wapen gelanceerde granaat of een ander springlichaam van het type met een binnen een hol verschervingslichaam aangebrachte, explosieve lading en een ontsteking van willekeurig geschikt 10 type, zoals een vertragingsontsteking of een schokontsteking, voor het tot ontsteking brengen van de explosieve lading.
Bekende lichamen van dit type, zoals met de hand of door middel van een wapen te lanceren granaten en in de bodem te plaatsen mijnen van verschillende soorten, komen voor wat 15 de uitvinding betreft met elkaar overeen, doordat zij zijn voorzien van een hol verschervingslichaam of een verschervings-schaal, die bij detonatie van de bijbehorende springlading een scherfwerking te zien geeft en uiteenspat in voorgevormde scherven, dat wil zeggen voorafgaande aan de ontsteking van 20 de explosieve lading reeds in hun uiteindelijke vorm gebrachte scherven.
Bij handgranaten van klassiek- type. werd meestal uitgegaan van een bijvoorbeeld in een gietproces vervaardigd verschervingslichaam van staal, dat is voorzien van een verzameling 25 volgens een bepaalde verdeling aangebrachte inkervingen, die enigermate de vorm bepalen van de scherven, waarin het lichaam bij ontsteking van de explosieve lading uiteenspat. Dergelijke geheel metalen verschervingslichamen zijn betrekkelijk zwaar in verhouding tot het bij de verscherving vrijkomende aantal 30 scherven; teneinde het gewicht van dergelijke verschervings-lichamen te verminderen en de vervaardiging daarvan te vereenvoudigen is men inmiddels overgegaan op een samengesteld verschervingslichaam bestaande uit een draagwand van synthetisch polymeer materiaal met daarin ingebedde, voorgevormde 7909204 ♦' - 2 - ? metaalscherven.
Typische voorbeelden van dergelijke voor handgranaten bestemde verschervingslichamen zijn bijvoorbeeld beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 2.762.303, de Franse octrooi-5 schriften 1.237.195 en 2.142.270, de openbaargemaakte Duitse octrooiaanvrage 1.164.883 en de Zwitserse octrooischriften 388.141 en 405.113.
Als materiaal voor de vervaardiging van het draaglichaam heeft men reeds verschillende polymerei materialen en andere 10 kunststoffen van zowel thermoplastisch als thermohardend type voorgesteld; ook voor de vervaardiging zijn verschillende methoden Voorgesteld, zoals gieten, spuitgieten en gieten onder druk. Volgens een bepaalde vervaardigingswijze worden bijvoorbeeld, eerst twee schaallichamen van polystyreen met daarin in-15 gebedde metaaldeeltjes gevormd, waarna de beide schaallichamen door middel van een kleefstof worden gecombineerd tot een hol, althans ten minste nagenoeg gesloten lichaam, dat vervolgens door inspuitgieten met een mantel van polyetheen wordt bedekt.
In de praktijk zijn de resultaten van deze bekende ver-20 vaardigingswijzen echter niet zeer bevredigend gebleken, hetzij als gevolg van het feit, dat de in het draaglichaam van kunst-’stof ingebedde metaaldeeltjes door het schaallichaam heen dringen, waardoor een onbeheerste verzwakking van het materiaal, wordt verkregen, hetzij/en als gevolg van de betrek-25 kelijk hoge kosten van de voorgestelde vervaardigingswijzen.
Zo wordt bijvoorbeeld door de genoemde Zwitserse octrooischriften 388.141 en 405.113 voorgesteld, de metaaldeeltjes in een schaallichaam van een eerste kunststof in te bedden en vervolgens een mantel van een tweede kunststof door injectie-30 gieten om dit schaallichaam.te vormen. In dat geval dient het schaallichaam met de daarin ingebedde metaalscherven, teneinde .. aan de volgende bewerking te kunnen worden onderworpen, een betrekkelijk grote wanddikte te hebben, waaruit een te kleine inwendige holte of een te zwaar verschervingslichaam resulteert. 35 De desbetreffende vervaardigingswijze verloopt bovendien in een groot aantal stappen en vereist betrekkelijk kostbare vormlichamen en verdere uitrusting.
De onderhavige uitvinding stelt zich ten doel, een nieuwe 7909204 *- - 3 - Λ 5 • werkwijze voor vervaardiging van een hol verschervingslichaam te verschaffen, waarbij de voorgevormde metaalscherven geen aanzienlijke verzwakking van de uit kunststof vervaardigde draagwand van het lichaam veroorzaken.
5 Voorts stelt de uitvinding zich ten doel, een verscher vingslichaam te verschaffen, dat wordt gevormd door een uit één geheel bestaande buitenlaag (draaglichaam) van een organisch polymeer materiaal en een binnenlaag van metaaldeeltjes of -scherven.
10 Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een nieuwe werkwijze voor het vervaardigen van een hol verschervingslichaam door zowel de buitenlaag of draagwand van kunststof als de binnenlaag met de voorgevormde metaalscherven in één enkele vormbewerking tot stand te brengen.
15 Volgens de uitvinding kan daartoe te werk gegaan worden door het polymerenmateriaal van het draaglichaam te zamen met de voorgevormde metaalkorrels te onderwerpen aan een vormbewerking onder rotatie van het vormlichaam onder zodanige bedrijfsomstandigheden, dat, voorafgaande aan de verbinding van •m 20 het polymerenmateriaal met de voorgevormde metaalkorrels, eerst een althans tenminste nagenoeg ononderbroken laag van het polymerenmateriaal wordt gevormd, waarna vervolgens de metaalkorrels tot een hechtende verbinding met deze laag van poly-meermateriaal worden gebracht. Tot deze bedrijfsomstandigheden 25 behoort de aandrijving in rotatie van het· vormlichaam om ten minste twee verschillende rotatie-assen bij betrekkelijk lage rotatiesnelheden-, zodanig, dat geen of nagenoeg geen door centrifugale werking veroorzaakte hechting van het vormmateriaal aan het binnenoppervlak van het vormlichaam optreedt.
30 Hoewel de uitvinding niet aan een bepaalde theorie is gebonden, worde verondersteld, dat het korrelvormige polymeren materiaal voorafgaande aan smelting in staat is om te functioneren ais een tijdelijk scheidingsmiddel of ander middel, dat een voortijdige hechting van de metaalkorrels aan het op * 35 de binnenwand van het vormlichaam smeltende of samenvloeiende polymerenmateriaal te verhinderen.
Een voorkeursuitvoeringsvorm van de vervaardigingswijze volgens de uitvinding wordt gekenmerkt door de hierna volgende 7909204 - 4 - stappen A-F, zodanig, dat; (A) een vooraf bepaalde hoeveelheid van gewoonlijk in vaste vorm verkerend polymeer materiaal in de vorm van bij • verhoogde temperatuur, dat wil zeggen bij ten minste ongeveer 5 100°C, samenvloeiende en smeltende, fijne deeltjes en een vooraf bepaalde hoeveelheid voorgevormde metaalkorrels in een koud, hol vormlichaam, dat wil zeggen een vormlichaam met een temperatuur van minder dan 100°C, bijvoorbeeld een met de normale· omgevingstemperatuur (10-3Q°C) overeenkomende 10 of hogere temperatuur, met een wand van warmtegeleidend materiaal en een met het buitenoppervlak van het te vervaardigen verschervingslichaam· overeenkomend binnenoppervlak wordt gebracht, waarbij vooraf de hoeveelheid polymeer materiaal voldoende groot wordt gekozen voor vorming van een ononderbroken 15 laag gesmolten materiaal met een bijvoorbeeld binnen het gebied van 1-10 mm gelegen dikte op het binnenoppervlak van het vormlichaam en voorts vooraf de hoeveelheid metaalkorrels voldoende groot wordt gekozen voor vorming van een laag van dergelijke korrels, bij voorkeur een laag der dikte van één 20 korrel of mono-laag, op de ononderbroken laag polymeer materiaal, terwijl de gemiddelde afmetingen van de metaalkorrels ten minste tweemaal dié van de fijne deeltjes van het polymere .materiaal bedraagt, (3) het vormlichaam wordt gesloten en in een langzame 25 rotatiebeweging om ten minste twee verschillende rotatie-assen wordt gebracht, (C) het gesloten en roterende vormlichaam wordt verwarmd door middel van een verwarmingsmedium, zoals een heet gas, dat in aanraking met de buitenwand van het vormlichaam wordt 30 gebracht·en een hogere temperatuur heeft dan dié waarbij het polymeer materiaal begint té smelten, ; (D) ds verwarming van het roterende vormlichaam wordt voortgezet totdat zich op het binnenoppervlak van het vormlichaam een samenhangende en althans ten minste nagenoeg ge-35 lijkmatige laag gesmolten polymeer materiaal heeft gevormd, van welke laag het binnenoppervlak is bedekt met een laag daaraan hechtende metaalkorrels, (E) het roterende vormlichaam wordt gekoeld en 7909204 - 5 - (F) het in het vormlichaam gevormde verschervingslichaam uit het vormlichaam wordt verwijderd.
Volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm verschaft de uitvinding een verschervingslichaam voor militaire doel-5 einden van het type met een explosieve lading, waarvan ontsteking verscherving van het lichaam tengevolge heeft; als voorbeelden van een dergelijk springlichaam worden hier slechts een handgranaat en een met behulp van een wapen te lanceren granaat, zoals een geweergranaat, genoemd. Daarbij vormt het 10 verschervingslichaam een uit een buitenlaag van organisch polymeer materiaal en een binnenlaag van metaalkorrels bestaand geheel, waarbij de metaalkorrels practisch geheel volgens één laag verdeeld aan het binnenoppervlak van de genoemde buitenlaag zijn gehecht.
15 Omtrent enige voorkeursuitvoeringsvormen van de uit vinding wordt het volgende opgemerkt.
Her gewoonlijk, dat wil zeggen onder normale omgevingstemperatuur en -druk, in vaste vorm verkerende, polymerenma-teriaal, dat bij stap (A) van de vervaardigingswijze volgens 20 de uitvinding wordt gebruikt, moet de vorm hebben van fijne deeltjes, dat wil zeggen met deeltjesafmetingen van niet meer dan ongeveer 1 mm, en in staat zijn om bij een temperatuur van ten minste ongeveer 100°C, dat wil zeggen in het gebied van 100-250°C en bij voorkeur bij een temperatuur van meer 25 dan 100°C, samen te vloeien en te smelten.
... In de onderhavige tekst worden de uitdrukkingen "polymeer materiaal in de vorm van deeltjes” en "poedervormig polymeer materiaal" op voet van gelijkheid en verwisselbaarheid met elkaar gebruikt; deze uitdrukkingen hebben dan onafhankelijk 30 van de aard van het polymerenmateriaal (homopolymeer, copoly-meer en mengsels daarvan) en onafhankelijk van eventueel niet-polymarentoevcegingen, zoals stabilisatiemiddelen, catali-satiemiddelen, vulstof en dergelijke, betrekking op het polymerenmateriaal zelf, zonder de metaalkorrels.
3-5 In aanmerking komende polymeren materialen in de vorm van deeltjes, welke de gewenste deeltjesafmatingen en de gewenste samenvloei- en smelteigenschappen hebben, zijn bekend en in het 7909204 φ· - 6 - algemeen in de handel verkrijgbaar, bijvoorbeeld voor kunststof vormvervaardigingsdoeleinden? deze materialen kunnen kleurstoffen en/of vulstoffen, verknopingsmiddelen en andere toevoegsels bevatten. De voorkeur wordt gegeven aan polymeren 5 materialen met een maximale deeltjesgrootte van minder dan-1 mm, bij voorkeur 0,5 mm of minder. Voorbeelden van derge-lijke polymeren materialen zijn materialen op basis van poly-alkeen, bijvoorbeeld polyetheen; in het bijzonder wordt de •voorkeur gegeven aan polyalkenen, welke bij hoge’ temperaturen, lObijvoorbeeld temperaturen in het gebied van ongeveer 160°-250QC, of op andere bekende wijze, zoals bijvoorbeeld onder inwerking van straling, op katalytische wijze (bijvoorbeeld met behulp van peroxyverbindingen, zoals perzuren, peroxiden, en dergelijke) tot verknoping kunnen worden gebracht. Voor voorbeelden van I5dergelijke in aanmerking komende materialen wordt naar de in het Amerikaanse octrooischrift 3.891.597, het Canadeze oc-trooischrift 912.725 en het Britse octrooischrift 1.295.354 genoemde polymeren materialen met verknopingseigenschappen i verwezen.
20 Voor de’metaalscherven, dat wil zeggen de bij de ver-vaardigingswijze volgens de uitvinding toe te passen metaal-korrels, wordt de voorkeur gegeven aan stalen korrels van hoofdzakelijke gelijkmatige vorm en gelijke minimumdiameter van iets meer dan 1 mm, bijvoorbeeld van 1,5-4 mm, doch ook gro-25tere scherven, bijvoorbeeld met scherfdiameters van 10 mm of meer, kunnen worden toegepast, zulks afhankelijk van de dikte van her. draaglichaam, zoals nog zal worden uiteengezet. De uitdrukking "gelijkmatige vorm" heeft bij de metaalkorrels tot doel om uit te drukken, dat de hoogte, de lengte en de 30breedte van een dergelijke metaalkorrel bij benadering onderling gelijk zijn, zoals bijvoorbeeld het geval is bij ten minste bij benadering cuhische of meer of minder regelmatig veelzijdige, cylindervormige, bolvormige of sferoïdale korrels. Dergelijke korrels met althans ten minste nagenoeg regelmatige vorm worden 35in het hierna volgende aangeduid als "bij benadering bolvormig".
De hoeveelheid metaalkorrels welke per charge voor een gegeven vormlichaam wordt toegepast, wordt zodanig gekozen, dat de metaalkorrels op het binnenoppervlak van de door smelting 7909204 - 7 -
β V
•f van de polymeren materiaaldeeltjes gevormde laag een practisch. geheel gelijkmatige, dicht gevulde laag vormen, welke ook wel wordt aangeduid als "mono-laag";. de dikte van deze monolaag is bij voorkeur bij benadering gelijk aan de diameter van de 5 metaalkorrels en, eveneens bij voorkeur, niet groter dan twee maal de diameter van de metaalkorrels.
Het poedervormige polymeren materiaal en de metaalkorrels kunnen afzonderlijk of als mengsel in het koude vormlichaam worden gebracht. Een -belangrijk aspect van de vervaardigings-10 wijze volgens de uitvinding wordt gevormd door het feit, dat de beide componenten zich binnen het vormlichaam bevinden wanneer dit in rotatie wordt aangedreven en verwarmd; dit zal nog nader worden beschreven.
Als volledige charge voor het vormlichaam, dat wil zeg-15 gen mengsel van poedervormig polymeer materiaal en metaalkorrels, wordt de voorkeur gegeven aan een compacte massa, waarbij de metaalkorrels zich bij benadering in ‘het hart van de massa bevinden en het poedervormige polymeren materiaal op mechanische wijze zodanig is gecompacteerd, dat het de 20 metaalkorrels omringt en tijdelijk vasthoudt. Het voordeel van toepassing van een dergelijke compacte massa is gelegen in het feit, dat deze massa voorafgaande aan het inbrengen in het vormlichaam daarvan kan worden voorverwarmd tot een onder de smelttemperatuur van het polymeren materiaal gelegen 25 temperatuur, zodat de daarop volgende vormbewerking kan worden verkort, dat wil zeggen de produktiecyclus (toevoer materiaaleigenlijke vormbewerking - afvoer vormstuk) een kortere duur krijgt.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding 30 worden voor handgranaten bestemde verschervingslichamen met een eivom of bolvorm vervaardigd; dergelijke verschervings-‘lichamen hebben voer invoer van een ontsteker ten minste één opening, waarvan de diameter kleiner is dan de maximale binnen-diameter van het lichaam zelf. Bij voorkeur heeft een volgens 35 de uitvinding vervaardigd verschervingslichaam een inwendige holte of volume van voldoende grootte voor opname van een voldoende hoeveelheid hoog explosieve lading van gebruikelijk type en een ontsteker, die van bekend type met vertraagde 7909204 » - 8 - * werking of met schokwerking kan zijn. Wanneer ontsteking van een aldus gevormd springlichaam optreedt, zal het verscher-vingslichaam uiteenspatten, waarbij de grotendeels door de metaalkorrels gevormde scherven een versnelling ondergaan en 5 als afzonderlijke projectielen werken, zoals bijvoorbeeld in het Amerikaanse octrooischrift 2.762.303 is beschreven.
Voor de vervaardiging van een dergelijke voorkeursuitvoeringsvorm van een Verschérvingslichaam wordt toepassing voorgesteld van een vormlichaam, dat uit ten minste twee vorm-10 delen bestaat, zodat het gevormde verschérvingslichaam door scheiding van de beide vormdelen zonder problemen kan worden gelost. Uiteraard kunnen desgewenst gebruikelijke middelen voor het vergemakkelijken van het lossen worden toegepast.
Een voorkeursuitvoeringsvorm van een voor toepassing bij 15 de vervaardigingswijze volgens de uitvinding in aanmerking komend vormlichaam of vorminrichting zal nog meer in details worden beschreven;- hier wordt volstaan met óp te merken, dat het lichaam uit twee vormdelen en een van schroefdraad voorziene pen bestaat. De toegepaste materiaalcomponenten (poedervormig 20 polymeer materiaal en metaalkorrels) kunnen hetzij afzonderlijk, hetzij als een niet aan compactering onderworpen mengsel in het vormlichaam worden gebracht via een van schroefdraad voorziene vormopening, welke door middel van de van schroefdraad voorziene pen kan worden afgedicht. Bij toepassing van een 25 vooraf aan compactering onderworpen mengsel van de componenten, zoals in het voorgaande beschreven, zal de gecompacteerde massa meestal voorafgaande aan de koppeling van de beide vormdelen in het inwendige van het vormlichaam worden geplaatst.
Bij toepassing van de uitvinding is gebleken, dat de ge-30 middelde afmetingen van de metaalkorrels in het algemeen twee maal zo groot als dia van de deeltjes van het polymeren materiaal dienen te zijn. Tijdens een daarop volgende verwarming van het in rotatie gebrachte vormlichaam tot boven de smelttempe- ratuur van het polymeren materiaal blijkt dan een althans ten .. .35 minste nagenoeg geheel gelijkmatige.laag polymeer materiaal te worden gevormd, welke practisch geheel vrij is van metaal-korrelinsluitingen. Slechts nadat het grootste gedeelte van het polymeren materiaal in de genoemde laag is opgegaan, beginnen 7900204 τ- - 9 - <* de metaalkorrels zich aan het binnenoppervlak van de genoemde laag te hechten, waarop zij dan een nieuwe laag vormen.
Dit wil zeggen, en zulks in tegenstelling tot de in het Amerikaanse octrooischrift 2.762.303 onderwezen leer, dat de 5 laag polymeer materiaal bij het verschervingslichaam volgens de uitvinding geen matrix voor de metaalkorrels vormt, doch een buitenlaag of "mantel" voor een monolaag van metaalkorrels, welke aan het binnenoppervlak van de mantel hecht.
Veronsteld wordt, dat dit verrassende resultaat het gevolg 10 is van een tijdelijk effect, dat de fijne deeltjes van het polymeren materiaal op de metaalkorrels uitoefenen: alle met het bewegende en van buiten af verwarmde binnenoppervlak van het vormlichaam in aanraking verkerende deeltjes worden inderdaad verwarmd, respectievelijk verhit, doch bij overschrijding 15 van de smelttemperatuur van het polymeren materiaal ontstaat eerst een zich aan hst binnenoppervlak van het vormlichaam hechtende laag polymeer materiaal; deze enigszins kleverige laag wordt voortdurend bedekt door verdere deeltjes· van het polymeren materiaal welke zich weliswaar aan de laag hechten 20 doch nog niet smelten. Aan deze nog niet gesmolten deeltjes van het polymeren materiaal wordt kennelijk door de reeds gesmolten materiaaldeeltjes, dat wil zeggen dié van de genoemde laag, de voorkeur gegeven boven de metaalkorrels, zodat deze laatstgenoemden niet door het polymeren materiaal worden ge-25 bonden of vastgehouden zolang als een voldoende hoeveelheid nog in vaste toestand verkerende materiaaldeeltjes beschikbaar is om de reeds gesmolten massa, die zich aan het binnenoppervlak van het vormlichaam heeft gehecht, te bedekken.
In algemene termen kan worden gesteld, dat een belangrijke 30 factor bij de vervaardigingswijze volgens de uitvinding wordt gevormd door de toepassing van een betrekkelijk lage rotatie-snelheid van hem vormlichaam tijdens de verwarming daarvan.
In tegenstelling tor de bekende vormbewerkingen onder toepassing van een roterend vormlichaam dienen de binnen het vorm-35 lichaam aanwezige componenten, dat wil zeggen de deeltjes van het polymeren materiaal en de metaalkorrels, bij de vervaar-digingswijze volgens de uitvinding juist niet door de invloed van centrifugale krachten tegen de binnenwand van het vormlichaam 7909204 - 10 - te worden vastgehouden. Een dergelijke centrifugale kracht zou het ongewenste effect sorteren, dat de tegen de vormwand drukkende metaalkorrels in het gesmolten polymeren materiaal -worden gedrukt en nabij of aan het buitenoppervlak van het 5 verschervingslichaam daarin worden gebonden; een dergelijk verschervingslichaam is van gebruikelijk type en vertoont de reeds beschreven nadelen. Een volgens de uitvinding vervaardigd verschervingslichaam vertoont daarentegen een uitwendige en althans ten-minste nagenoeg compacte laag van polymeer materiaal 10 en een inwendige laag van metaalkorrels, welke nagenoeg niet in het polymeren materiaal zijn ingebed.
De uitdrukking "langzame rotatie" van het vormlichaam heeft in het kader van de onderhavige uitvinding derhalve betrekking op rotatiesnelheden, welke geen aanzienlijke centri-15 fugale of centripetale (middelpuntvliedende, respectievelijk middelpuntzoekende) inwerking op de metaalkorrels uitoefenen, bijvoorbeeld rotatiesnelheden binnen het gebied van ongeveer 1--50 omwentelingen per minuut.
Ter verkrijging van een althans ten minste nagenoeg uni-20 forme dikte van de laag polymeer materiaal of buitenlaag wordt het vormlichaam in het algemeen in een tuimelende rotatie-beweging gebracht, dat wil zeggen om ten minste twee verschillende rotatie-assen, bijvoorbeeld om de verticale as en om de horizontale as van het vormlichaam. De rotatiesnelheden 25 om de verschillende assen kunnen onderling gelijk zijn of van elkaar verschillen, doch dienen beide "langzaam" te zijn in de zin van het hiervoor besprokene.
Eet aan een tuimelende rotatiebeweging onderworpen vorm-lichaam wordt van buitenaf verwarmd dóór middel van een medium, 30 bijvoorbeeld hete lucht,, tot een temperatuur, waarbij de deeltjes van het polymeren materiaal beginnen samen te vloeien en te smelten en, desgewenst, zich beginnen te verknopen. Voor polymeren materialen van het hiervoor beschreven 'type zal het smelten bij temperaturen, binnen een gebied van 120-160°C optreden en 35 verknoping binnen een ..gebied van ongeveer 160-250°C.
Het gebruik van polyalkenen of polyalkylenen met katalytische verknoping verdient de voorkeur, waarbij de uitdrukking "katalytisch" in hoofdzaak betrekking heeft op een verknoping, 7909204' - 11 - die wordt gestart door radicalen, welke bijvoorbeeld vrij komen bij de ontleding van een peroxyverbinding» Het voordeel van verknoping van het polymeren materiaal wordt gevormd door een toename van de thermische en mechanische sterkte 5 of belastbaarheid van de door middel van de vervaardigings-wijze volgens de uitvinding verkregen verschervingslichamen; een ander voordeel is, dat de toenemende warmte-överdracht van het verwarmingsmedium naar en door de vormwand heen niet tot een te dunvloeibare smelt leidt, daar de optredende ver-10 knoping of "cross-linking" de neiging heeft om de viscositeit van het gesmolten materiaal te verhogen. Bij een met stijgende temperatuur geleidelijk toenemende verknoping kan de polymeren smeltlaag voldoende visceus worden gehouden om zelfs bij zeer lage rotatiesnelheden van het vormlichaam een een gelijkmatige 15 laagdikte te verkrijgen en te behouden.
De verwarming van het in tuimelende rotatie gebrachte vormlichaam kan worden onderbroken zodra de laag polymeer materiaal met de daaraan hechtende mono-laag van metaalkorrels is gevormd eij mogelijkerwijs gedeeltelijke of gehele verkno-20 ping van het polymeren materiaal heeft plaatsgevonden, bijvoorbeeld 15-30 minuten na het begin van de verwarming. Na afkoeling kan het aldus gevormde, holle verschervingslichaam door scheiding van de vormdelen uit de vorm worden verwijderd of gelost. Inrichtingen voor het veroorzaken van een tuimelende 25 rotatiebeweging en verwarming van voor de vervaardiging van schaalvcrmige vormstukken dienende vormlichamen zijn bijvoorbeeld beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 2.659.107 en 3.676.037, het Zwitserse octrooischrift 296.748 en de Britse octrooischriften 766.828, 1.314.815, 1,352.701 en 30 1.352.702; dergelijke inrichtingen kunnen bij de vervaardigings-wijze volgens de uitvinding worden toegepast, indien zij kunnen worden gemodificeerd of ingesteld voor het verkrijgen van de hiervoor genoemde bedrijfsparameters, meer in het bijzonder voor wat betreft de rotatiesnelheid.
35 Door middel van de werkwijze' volgens de uitvinding ver vaardigde verschervingslichamen zijn geschikt voor verschillende soorten springlichamen voor militaire toepassingen, zoals 7909204 O' · * - 12 - handgranaten, door middel van een wapen gelanceerde granaten, meer in het bijzonder geweergranaten, en zoals landmijnen, werpmijnen en andere soorten springlichamen, waarvan het gewenste effect uit verscherving of versplintering bestaat.
5 Ter verkrijging van een dergelijk effect wordt de inwendige holte van het vervaardigde verschervingslichaam in het algemeen gevuld met een explosieve lading en een ontsteker.
Hoewel de uitvindiijg in het hierna volgende in het bijzonder zal worden toegelicht aan de hand van een op handgra-10 naten of door middel van een wapen gelanceerde granaten gerichte toepassing, wordt opgemerkt, dat onder toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding vervaardigde verschervings-lichamen ook kunnen worden gebruikt voor andere soorten ammunitie en wapens, waaronder artillerie- en raketprojectielen.
15 De uitvinding zal worden verduidelijkt in de nu volgende beschrijving aan de hand van de bijbehorende tekening van enige uitvoeringsvormen. In de tekening tonen: figuur 1, schematisch, een verticale doorsnede door een voor een handgranaat bestemd verschervingslichaam volgens de 20 uitvinding, figuur 2, eveneens schematisch en in verticale doorsnede, een vormlichaam voor vervaardiging van een verschervingslichaam volgens figuur 1 op de wijze volgens de uitvinding, figuur 3 het vormlichaam volgens figuur 2 na invoer van 25 een charge van deeltjes polymeer materiaal en metaalkorrels>.
figuur 4, op grotere schaal, een soortgelijke doorsnede als in de voorafgaande figuren door een gedeelte van de wand van het vormlichaam tijdens het samenvloeien van de deeltjes polymeer materiaal en voorafgaande aan het ontstaan van een 30 laag met metaalkorrels en figuur 5, eveneens schematisch, een langsdoorsnede door een voor lancering door middel van een wapen bestemde granaat, zoals een geweergranaat, met een onder toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding vervaardigd verschervingslichaam.
35 - Figuur l toont een doorsnede door een onder toepassing van de uitvinding vervaardigd verschervingslichaam 10 voor een handgranaat. Het verschervingslichaam 10 bestaat uit een althans 7909204 ' £- - 13 - -¼ ten minste nagenoeg homogene of buitenlaag 11 van polymeer materiaal en een daaraan hechtende binnenlaag 14 bestaande uit 'althans ten minste nagenoeg homogeen en dicht verdeelde metaal-korrels 12 van althans ten minste nagenoeg gelijke afmetingen 5 en vorm. Het verschervingslichaam 10 vertoont aan zijn boveneinde een opening met een inwendige schroefdraad 18, waarin een ontsteker kan worden geschroefd. De dikte van de mantel-laag of buitenlaag 11 van het lichaam is ten minste even groot als de gemiddelde diameter van de metaalkorrels 12. De dikte 10 van de binnenlaag 14 is ongeveer gelijk aan of enigszins groter dan de gemiddelde diameter van de metaalkorrels 12.
Figuur 2 toont schematisch en in vereenvoudigde vorm een soortgelijke doorsnede door een voor vervaardiging van een verschervingslichaam 10 volgens figuur 1 geschikt vormlichaam 15 20. Hetbinnenopperviak 29 van het vormlichaam 20 komt overeen met het buitenoppervlak van het verschervingslichaam 10. Het vormlichaam. 20 bestaat uit twee vormdelen 201, 202, die‘bijeen gehouden worden door niet in de tekening weergegeven middelen van gebruikelijk type, zoals met een schroefdraadkoppeling * 20 werkende middelen, kleminrichtingen of dergelijke. Het boveneinde van het bovenste vormdeel 202 is gesloten door middel van een daarin geschroefde, van uitwendige schroefdraad voorziene step 27, die tevens dient als kern voor vorming van de inwendige schroefdraad 18 van de zich in het boveneinde 25 van het verschervingslichaam 10 bevindende opening. Bij voorkeur is het vormlichaam 20 vervaardigd van warntegeleidend materiaal, zoals metaal, bijvoorbeeld staal.
Voor de vervaardiging van een verschervingslichaam volgens figuur I kan het vormlichaam 20 worden gevuld met poedervormig 30 polymeer materiaal 33 en metaalkorrels 12, waarna het vorm-lichaar. reu de stop 27 wordt gesloten, zodat de situatie volgens figuur 3 wordt verkregen. Ook is het mogelijk, dat een vooraf bereid mengsel in de vorm van een compacte massa polymeer materiaal met een kerngedeelte van metaalkorrels in een 35 open vormlichaam 20 wordt geplaatst. Een dergelijke compacte massa 24 is in figuur 2 schematisch met gebroken lijnen weergegeven, doch dient niet noodzakelijkerwijs een kubische vorm te hebben.
7909204 ,* - 14 - *
Het vormlichaam 20 wordt vervolgens in een tuimelende rotatiebeweging gebracht door middel van een uitwendige aandrijf inrichting, waarbij het vormlichaam 20 bijvoorbeeld in een eerste beweging in rotatie om een as 301 wordt aangedreven 5 en, in een tweede beweging, de positie van de rotatie-as 301 steeds wordt gewijzigd, bijvoorbeeld door de rotatie-as 301 bovendien een kegelmantel te laten beschrijven (zie de schematisch weergegeven kegelsnede 303). De positie van de rotatie-as 301 en de door de as uitgevoerde verplaatsing kunnen uiter-10 aard naar wens worden gevarieerd, bijvoorbeeld door de- rotatie-as 301 langs de langsas van het vormlichaam 20 te brengen en voortdurend in een radiaal vlak te laten roteren. De essentiële betekenis van een dergelijke tuimelende rotatiebeweging is reeds uiteengezet; inrichtingen voor het teweeg brengen 15 van dergelijke tuimelende rotatiebewegingen van een vormlichaam zijn in de eveneens reeds genoemde octrooischriften beschreven.
Het vormlichaam 20 wordt vervolgens verwarmd tot een temperatuur, welke voldoende hoog is om aangrenzende deeltjes van ! het polymeren materiaal te laten samenvloeien aan het binnen- 20 oppervlak 29 van het vormlichaam 20. Afhankelijk van het type polymeren materiaal zal deze temperatuur in het gebied van ongeveer 120 tot ongeveer 280?C liggen, bij voorkeur in het gebied van 150-250°C. Figuur 4 toont schematisch een doorsnede, door een detail 40 van een vormwand 20 met het binnenopper-25 vlak 29? als gevolg van de verwarming van het vormlichaam 20 tot de samenvloeiingstemperatuur van het materiaal en van de tuimelende rotatiebeweging van het vormlichaam 20, ontstaat tijdens deze samenvloeiing op het binnenoppervlak 29 een laag 331 van polymeren deeltjes 33; het binnenoppervlak van de laag 30 331 is kleverig en wordt ononderbroken bedekt door verdere deeltjes 33, welke op hun beurt zullen samenvloeien en met de laag 331 versmelten.
De netaaikorrels 12 zullen in dit stadium daarentegen zich niet aan de laag 331 hechten, naar het lijkt als gevolg 35 van de aanwezigheid van de zich wel hechtende polymeren deeltjes 33. Nadat het binnenoppervlak van de kleverige laag 331 niet verder door ongesmolten polymeren deeltjes 33 wordt bedekt en de roterende tuimelbeweging van het vormlichaam wordt voortge- 7909204 % - 15 - zet, zullen de metaalkorrels 12 beginnen zich aan de laag 331 te hechten en een "mono-laag" daarop vormen, dat wil zeggen een klevend met het binnenopper vlak van de laag 331 verbonden ,·-enkelvoudige laag van elkaar aanrakende metaalkorrels 12.
5 Aanvraagster heeft de indruk, dat de geleidelijk stijgende temperatuur van het vormlichaam 20 en de onderling verschillende dichtheden van het polymeren materiaal en de metaalkorrels aan de vorming van een verschervingslichaam volgens de uitvinding meewerken.
10 Wanneer de genoemde mono-laag met metaalkorrels is gevormd, zoals bijvoorbeeld op acoustische wijze kan worden bepaald, dient een verdere verwarming van het vormlichaam geen aanzienlijke daling van de viscositeit van de laag 331 te veroorzaken. Een dergelijke verdere verwarming kan worden toege-15 past ter verkrijging van verknoping van het polymeren materiaal, doch dient te worden beëindigd zodra een aanzienlijke visco-siteifcsverraindering dreigt op te treden.
Figuur 5 toont schematisch een doorsnede door een met behulp van een wapen te lanceren granaat 50 met een verscher-20 vingslichaam 51 volgens de uitvinding, dat een uit vast gehechte metaalkorrels bestaande binnenlaag 52 bevat. Een ontsteking 56, die van het type met tijdsvertraging of met schok-werking kan zijn, dient voor het tot ontsteking brengen van een hoog-explosieve lading 55. Een aanpasorgaan 54, dat in de 25 niet getekende loop van een vuurwapen past en leivaantjes 57, 53 zijn op bekende wijze aan de granaat 50 aangebracht.
In het hierna volgende zullen enige specifieke voorbeelden van toepassing van de vervaardigingswijze volgens de uitvinding worden beschreven. Deze voorbeelden dienen slechts als zodanig 30 en vormen geen beperking van de uitvinding. Alle genoemde parcenrages rijn gewichtspercentages.
Voorbeeld I
Verschervingslichamen voor handgranaten van de algemene 35 vorm en samenstelling volgens figuur 1 werden vervaardigd met behulp van een in segmenten verdeeld, stalen vormlichaam 20 van het type volgens figuur- 2, waarbij de vormdelen 201, 202 door middel van een klem tegen elkaar werden geperst. Nadat 7909204 i 3« * - 16 - de stop 27 was losgeschroefd en verwijderd, werden 35 gram poedervormig polyetheen met verknopingseigenschappen en een deeltjesgrootte van ongeveer 500 micron benevens 125 gram staalkorrels (ongeveer 2100-3000 korrels) bij kamertemperatuur 5 (10-30°C) in het vormlichaam 20 gegoten. Het gebruikte poly etheen was een door de massa geverfd handelsprodukt, dat door Philips Petroleum Company onder het handelsmerk "Marlex" wordt geleverd; van dit produkt werd het type CL 100/35 gebruikt, dat volgens inlichtingen van de fabrikant een hoeveelheid van 10 ongeveer 0,5 tot ongeveer 5% verknopingsmiddel op basis van peroxy bevat. De staalkorrels werden gevormd door een draad met een kaliber van ongeveer 2,2 mm in stukjes met ieder een lengte van ongeveer 2,2 mm te snijden, waarna de stukjes rondgehamerd en vervolgens gehard werden.
15 Het met polyetheen en staalkorrels gevulde vormlichaam 20 . werd vervolgens door middel van een schroefdraadstop 27 gesloten, in een tuimelframe van gebruikelijk type gemonteerd en in een hete-luchtoven geplaatst. Voor de aandrijving van het tuimelframe werd een rotatiesnelheid van 3,3-3,6 omwentelingen 20 per minuut van het vormlichaam 20 om zijn verticale as en een gelijktijdige rotatiesnelheid van 10-12 omwentelingen per minuut om zijn horizontale as in gesteld; het vormlichaam 20 werd vervolgens van buitenaf verwarmd met hete lucht met een temperatuur van 260-270°C.
25 Na 30 minuten werd de verwarming onderbroken, doch de aandrijving in rotatie voort gezet. Na afkoeling van het vormlichaam tot beneden een temperatuur van ongeveer 50°c werd ook de rotatiebeweging onderbroken; de vormdelen 201 en 202 werden van elkaar gescheiden door de klem los te maken, waarna de stop 30 27 werd losgeschroefd.
Het cp deze wijze vervaardigde verschervingslichaam werd vervolgens gevuld net een hoog-explosieve lading en gesloten door middel van een ontsteker van gebruikelijk type met tijdsvertraging. Bij de detonatie van de aldus gevormde handgranaat 35 spatte het verschervingslichaam uiteen in een groot aantal door de staalkorrels gevormde scherven met hoge snelheid.
Voor beproevingsdoeleinden werd een ander op de beschreven wijze vervaardigd verschervingslichaam volgens het verticale 7909204
V
- 17 - > vlak doorgesneden voor onderzoek; het lichaam bleek een hoofdzakelijk met figuur 1 van de tekening overeenkomende structuur te vertonen. De dikte van de buitenlaag 11 bedroeg onge-·-veer 3 mm, terwijl de staalkorrels 12 volgens een bij bena-5 dering een mono-laag vormende laag 14 over het binnenopper-vlak van de buitenlaag 11 verdeeld waren en daaraan stevig gehecht waren.
De dichtheid van de polyetheen van de laag 11 bedroeg 0,93 bij een treksterkte, bepaald volgens ASTM met 2" per minuut, 10 van 2600 tsi. Onderzoek van het polyetheen van de buitenlaag 11 wees op een mate van verknoping ter waarde van 93%, hetgeen werd bepaald door een kookproef in tolueen; het polyetheen bleek voldoende bestendig tegen extreme omgevingsomstandigheden, dat wil zeggen vormstabiel bij hoge temperaturen en 15 vrij van brosheid bij lage temperaturen binnen het temperat'uur-beproevingsgebied, dat voor militaire explosieven van dit type wordt gehanteerd.
Voorbeeld II
20 Op dezelfde wijze als hiervoor werd een aantal verscher- vingslichamen vervaardigd. Ter verkrijging van een goed inzicht in het zich tijdens de vervaardiging afspelende proces werden respectievelijk 5, 10, 15, 20 en 25 minuten na het begin verschillende monsters uit hun vormlichaam verwijderd.
25 Doorsnijding van deze monsters verschafte aanwijzing, dat eerst een polyetheenlaag zonder aanhechting van metaal-korrels op het binnenoppervlak van het vormlichaam ontstaat en dat de dikte van deze laag toeneemt totdat de gehele hoeveelheid polyetheen is gesmolten; dit proces blijkt practisch 30 zonder enige inbedding van de metaalkorrels in de polymeer-
Slechts nadar een aanzienlijk gedeelte van het polyetheen-poeder door smelting in de laag is overgegaan, treedt tussen de laag en de metaalkorrels een binding of hechting op, welke 35 zich voortzet totdat alle metaalkorrels zich goed aan het binnenoppervlak van de polyetheenlaag hebben gehecht. Deze hechting vindt plaats bij vormlichaamstemperaturen in het gebied van 130-160°C en is bij benadering binnen 15-20 minuten 7909204 4 - 18 - voltooid. Gedurende de laatste periode van 10-15 minuten van het verblijf van het vormlichaam met vormstuk binnen de oven verandert de structuur van de gevormde laag niet op kenmerkende wijze; bij vormlichaamstemperaturen binnen een boven ongeveer 5 160°C gelegen temperatuurgebied vindt verknoping van de poly- etheen plaats door activering van de peroxy-katalysator, waarbij de viscositeit van de polymeer massa, zelfs hoewel de vormlichaamtemperatuur verder toeneemt tot bijvoorbeeld de maximumtemperatuur van de oven, behouden blijft of zelfs 10 toeneemt.
De hierboven beschreven uitvoeringen en voorbeelden kunnen nog op diverse wijzen worden veranderd, zonder buiten het kader van de uitvinding (een kunststoflichaam met een aanhechtende inwendige laag van metaalkorrels) te treden. Zo 15 kunnen ook andere polymeren dan polyetheen worden gebruikt, en wel diverse thermoplastische of thermohardende polymeren, zoals bijvoorbeeld polypropeen, polyamiden, polyacetalen, polycarbonaten, polyesters, polyethers, fenol/aldehyde-condensaten, melamineharsen, ureumharsen en dergelijke, die 20 kunnen voldoen aan de genoemde eisen betreffende sterkte en verwerkingseigenschappen. Voor de metaalkorrels kunnen ook andere metalen en andere uitwendige vormen worden gebruikt. Verder kunnen de vorm van het holle lichaam, het vormlichaam en de vormgevingsmethode worden gevarieerd, zolang maar 25 voldaan is aan de bovengenoemde algemene criteria.
7909204

Claims (19)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een hol ver-schervingslichaam voor opname van een explosieve lading van het voor militaire doeleinden bestemde type, waarbij het tot ontsteking brengen van de lading leidt tot verscherving van 5 het lichaam, dat zelf een uit een organisch polymeer materiaal gevormde wand en uit een aantal voorgevormde metaalkorrels bestaand geheel vormt, gekenmerkt door een aantal werkwijzestappen (A)-(F), zodanig, dat: (A) een vooraf bepaalde hoeveelheid van gewoonlijk in 10 vaste vorm verkerend polymeer materiaal in de vorm van bij verhoogde temperatuur samenvloeiende en smeltende, fijne deeltjes, en een vooraf bepaalde hoeveelheid van de voorgevormde metaalkorrels in een koud hol vormlichaam met een wand van warmtegeleidend materiaal en een met het buitenoppervlak 15 van het te vervaardigen verschervingslichaam overeenkomend binnenoppervlak wordt gebracht, waarbij vooraf de hoeveelheid polymeer materiaal voldoende groot voor vorming van een ononderbroken laag gesmolten materiaal op het binnenoppervlak van het vormlichaam en de hoeveelheid metaalkorrels voldoende 20 groot voor vorming van een laag van dergelijke korrels op de ononderbroken laag polymeer materiaal zijn gekozen, terwijl de gemiddelde afmetingen van de metaalkorrels ten minste tweemaal dié van de fijne deeltjes van polymeer materiaal bedraagt; 25 (3) net vormlichaam na inbrenging van de fijne deeltjes polymeer materiaal en de metaalkorrels wordt gesloten en in een langzame rotatiebeweging om ten minste twee verschillende rotatie-assen verat gebracht; (C; het gesloten en roterende vormlichaam van buitenaf 30 wordt verwarmd door middel van een verwarmingsmedium, waarvanas temperatuur hoger ligt dan de temperatuur, waarbij het polymeren materiaal begint te smelten; (D) da verwarming van het roterende vormlichaam wordt voortgezet totdat zich op het binnenoppervlak van het vorrn-35 lichaam een samenhangende en althans ten minste nagenoeg 7909204 - 20 - gelijkmatige laag gesmolten polymeer materiaal heeft gevormd, van welke laag het binnenoppervlak is bedekt met een laag daaraan hechtende metaalkorrels; (E) het roterende vormlichaam wordt gekoeld; en 5 (F) het in het vormlichaam gevormde verschervingslichaam uit het vormlichaam wordt verwijderd.
2. Vervaardigingswijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het polymeren materiaal tot moleculaire verknoping in staat is en .dat de tijdens de stap (D) gevormde 10 laag aan voor verknoping gunstige omstandigheden wordt blootgesteld.
3. Vervaardigingswijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het polymeren materiaal een thermisch activeer-baar verknopingsmiddel bevat en dat de tijdens de stap (D) 15 gevormde laag voorafgaande aan de stap (E) door thermische activering van het verknopingsmiddel ten minste gedeeltelijk tot verknoping wordt gebracht.
4. Vervaardigingswijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het polymeren materiaal ten minste gedeeltelijk 20 uit polyalkeen bestaat..
5. Vervaardigingswijze volgens conclusie-1, met het kenmerk, dat de metaalkorrels een korrelvorm hebben.
6. Vervaardigingswijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de deeltjes van het polymeren materiaal een bij 25 benadering bolle vorm en maximale deeltjesafmetingen van minder dan ongeveer 1 mm hebben.
7. Vervaardigingswijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de metaalkorrels gemiddelde afmetingen binnen het gebied van ongeveer 1 to.t ongeveer 5 mm hebben.
3. Vervaardigingswi jze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de rij dans de stap (D) gevormde, samenhangende laag van ge3molran polymeer materiaal een dikte heeft, welke ten minste even groot als de gemiddelde deeltjesafmetingen van de metaalkorrels is.
9. Vervaardigingswijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de tijdens de stap (D) gevormde, samenhangende laag een dikte heeft, welke niet meer dan tweemaal zo groot als de gemiddelde diameter van de metaalkorrels is. 7909204 k. - 21 - Λ
10. Vervaardigingswijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de verknoping tot stand gebracht wordt tot een temperatuur en gedurende een tijdsduur, welke voldoende groot--zijn voor activering van het verknopingsmiödel. 5 ll. Vervaardigingswijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het polymeren materiaal ten minste gedeeltelijk uit een als verknopingskatalysator werkzaam polyalkeen bestaat.
12. Vervaardigingswijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het polymeren materiaal ten minste gedeeltelijk 10 uit een als verknopingskatalysator werkzaam polyetheen bestaat.
13. Vervaardigingswijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de metaalkorrels van staal zijn.
14. Vervaardigingswijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de deeltjes van het polymeren materiaal maximale 15 deeltjesafmetingen van niet meer dan 500 micron hebben.
15. Vervaardigingswijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de metaalkorrels gemiddelde deeltjesafmetingen binnen het gebied van ongeveer 2 tot ongeveer 3 mm hebben.
16. Verschervingslichaam voor opname van een explosieve 20 lading van het voor militaire doeleinden bestemde type, waarbij het tot ontsteking brengen van de lading tot verscherving van het lichaam leidt, met het kenmerk, dat het verschervingslichaam een uit een buitenlaag van organisch polymeer materiaal en een door een aantal metaalkorrels gevormde binnenlaag vormt, 25 waarbij de metaalkorrels althans ten minste nagenoeg volgens een enkellaag zijn verdeeld en aan het binnenoppervlak van de buitenlaag zijn gehecht.
17. Verschervingslichaam volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de buitenlaag ten minste gedeeltelijk bestaat uit 30 verknoopt polyetheen en dat de metaalkorrels de vorm van algemeen rolvormige deeltjes van althans ten minste nagenoeg steeds dezelfde afmetingen hebben en te zamen een mono-laag vormen, waarbij de dikte van de buitenlaag ten minste even groot als dië van de mono-laag is.
13. Verschervingslichaam volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de buitenlaag althans ten minste nagenoeg een zelfde dikte als de binnenlaag heeft. 7909204 i y« -22-.
19. Voor een granaat met verschervende werking bestemd lichaam, dat is uitgevoerd als één geheel met een buitenlaag van organisch polymeer materiaal en een door althans ten minste nagenoeg gelijkvormige staalkorrels gevormde binnenlaag, die 5 de vorm van een mono-laag heeft en aan de buitenlaag is gehecht.
20. Voor een handgranaat bestemd verschervingslichaam, dat is uitgevoerd als één geheel met een buitenlaag van organisch polymeer materiaal en een door althans ten minste 10 nagenoeg gelijkvormige staalkorrels gevormde binnenlaag, die de vorm van een mono-laag heeft en aan de buitenlaag is gehecht. 7909204
NLAANVRAGE7909204,A 1978-12-22 1979-12-20 Verschervingslichaam en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijk lichaam. NL190426C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
CH1308178A CH638609A5 (de) 1978-12-22 1978-12-22 Splittergebender kunststoffmantel fuer militaerische sprengkoerper.
CH1308178 1978-12-22

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL7909204A true NL7909204A (nl) 1980-06-24
NL190426B NL190426B (nl) 1993-09-16
NL190426C NL190426C (nl) 1994-02-16

Family

ID=4389124

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE7909204,A NL190426C (nl) 1978-12-22 1979-12-20 Verschervingslichaam en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijk lichaam.

Country Status (14)

Country Link
US (1) US4383468A (nl)
JP (1) JPS5589698A (nl)
BE (1) BE880711A (nl)
CA (1) CA1142029A (nl)
CH (1) CH638609A5 (nl)
DE (1) DE2945805A1 (nl)
FI (1) FI72458C (nl)
FR (1) FR2444922B1 (nl)
GB (1) GB2038702B (nl)
IT (1) IT1124871B (nl)
NL (1) NL190426C (nl)
NO (1) NO149520C (nl)
PH (1) PH15676A (nl)
SE (1) SE441125B (nl)

Families Citing this family (25)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2121345B (en) * 1982-05-28 1985-11-20 Glasdon Ltd Method of rotary moulding a plastics article
GR82515B (en) * 1984-02-02 1985-03-27 Eidgenoess Munition Altdorf Explosive handgrenades, for excercises and method for producing them
SE450294B (sv) * 1984-04-02 1987-06-15 Bofors Ab Granatholje innefattande forformade splitter samt sett for dess tillverkning
DE3528609A1 (de) * 1984-08-28 1986-03-13 Oregon Etablissement für Patentverwertung, Mauren Verfahren zur herstellung eines granatenkoerpers
US4576094A (en) * 1985-08-28 1986-03-18 The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Army Fabrication of expandable polystyrene plastic ignition containers
DE3725091A1 (de) * 1987-07-29 1989-02-16 Diehl Gmbh & Co Brandwirkungs-projektil, verfahren zum einbringen der brandmasse in das projektil und vorrichtung zum ausueben des verfahrens
DE4108700A1 (de) * 1991-03-16 1992-09-17 Eti Tec Maschinenbau Flaschendrehteller
US5166471A (en) * 1991-05-08 1992-11-24 Industrial Materials Technology, Inc. Warhead incorporating high-density particles
US5526750A (en) * 1992-01-07 1996-06-18 The Walt Disney Company Fireworks projectile having combustible shell
FR2688441B1 (fr) * 1992-03-10 1994-06-03 Traitement Eaux Ste Nale Procede et dispositif de fabrication par rotomoulage de reservoirs dotes d'une ouverture presentant un filetage femelle, et reservoirs realises.
US5324472A (en) * 1992-10-15 1994-06-28 William Page Method of preparing metalflake plastic
US5739462A (en) * 1995-06-27 1998-04-14 The Walt Disney Company Method and apparatus for creating pyrotechnic effects
EP0826473A1 (en) * 1996-09-03 1998-03-04 Zweva Engineering B.V. Method for the production of a laminated plastic product
DE19738435C2 (de) * 1996-09-06 2002-04-04 Fusion Kunststoff Gmbh Kunststoffteil und Verfahren zu seiner Herstellung
US6752084B1 (en) * 1999-01-15 2004-06-22 Amtech, Inc. Ammunition articles with plastic components and method of making ammunition articles with plastic components
ES2157837B1 (es) * 1999-10-21 2002-03-01 Gomez Miguel Angel Dolcet Nueva composicion para carcasas de pirotecnia
US7059234B2 (en) * 2003-05-29 2006-06-13 Natec, Inc. Ammunition articles and method of making ammunition articles
BRPI1002280B1 (pt) * 2010-06-11 2020-03-24 Condor S.A. Indústria Química Granada de mão
US8573107B1 (en) * 2011-08-02 2013-11-05 The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Army Burster tube loading apparatus and method
US9423228B2 (en) * 2014-07-02 2016-08-23 The United States Of America As Represented By The Scretary Of The Navy Advanced fragmentation hand grenade
DE102014016285A1 (de) 2014-10-30 2016-05-04 Hugo Frosch Verfahren zur Herstellung einer Wärmflasche und eine Wärmflasche
US11224998B2 (en) * 2016-01-14 2022-01-18 Tennant Company Thread forming apparatus and method for rotationally molded product
SE543725C2 (en) 2019-03-21 2021-06-29 Saab Ab Fragmentation device and a method of firing a fragmentation device
SE2000234A1 (en) * 2020-12-14 2022-06-15 Saab Ab A fragmentation warhead a method of manufacturing of a fragmentation warhead
CN115839639B (zh) * 2022-12-09 2024-06-11 湖南鑫垒科技有限公司 一种柔性投掷式手雷

Family Cites Families (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH226983A (de) * 1939-03-21 1943-05-15 Dynamit Nobel Ag Verfahren zur Herstellung von Hohlkörpern und andern geformten Gegenständen.
US2573693A (en) * 1947-11-14 1951-11-06 Bell George W De Machine for making hollow plastic articles
US2659107A (en) * 1947-11-14 1953-11-17 Bell George W De Method of making hollow plastic articles
FR1544788A (fr) * 1967-09-26 1968-11-08 Alsetex Soc Alsacienne D Etude Enrobages de billes pour munitions
US3477165A (en) * 1967-12-05 1969-11-11 Kenneth Y Brancato Live-bait carrier
US3718091A (en) * 1969-11-20 1973-02-27 Armes De Guerre Fab Nat Ammunition and a process for manufacturing the same
FR2082251A5 (nl) * 1970-03-09 1971-12-10 Metallurg Du Val D Amby Ets
US3891597A (en) * 1970-12-21 1975-06-24 Phillips Petroleum Co Rotational molding of crosslinkable polymers
DE2102867A1 (en) * 1971-01-22 1972-08-17 Krauss Maffei Ag Low-pressure polyethylene composns - for rotational casting contg lubricant,glass fibres and peroxide
BE786459A (fr) * 1971-07-20 1973-01-19 Bayer Ag Procede de production de preformes fibreuses
FR2165780A1 (en) * 1971-12-30 1973-08-10 Ciraud Pierre Composite rotational mouldings - using particle size differentials to ensure preferential sedimentation of component mater
DE2213832C2 (de) * 1972-03-22 1984-04-26 Etablissement Salgad, Vaduz Geschoß mit einem ogivalen Geschoßkörper
JPS513502B2 (nl) * 1972-05-26 1976-02-03
US4104357A (en) * 1973-01-10 1978-08-01 Monster Molding, Inc. Method of rotational molding about plural axes at low rotational speeds
DE2344173A1 (de) * 1973-09-01 1975-04-10 Diehl Fa Verfahren zur herstellung kunststoffummantelter splitterkoerper
US3966870A (en) * 1973-10-29 1976-06-29 Amerace Corporation Hollow, multi-layered, cross-linked plastic structures and process for producing same
DE2404043A1 (de) * 1974-01-29 1975-08-07 Stefan Nau Fa Kunststoffbehaelter und verfahren zum herstellen desselben

Also Published As

Publication number Publication date
JPS5589698A (en) 1980-07-07
NL190426C (nl) 1994-02-16
US4383468A (en) 1983-05-17
NO149520C (no) 1984-05-09
NL190426B (nl) 1993-09-16
GB2038702A (en) 1980-07-30
NO149520B (no) 1984-01-23
SE7910408L (sv) 1980-06-23
DE2945805A1 (de) 1980-07-10
FI72458B (fi) 1987-02-27
BE880711A (nl) 1980-06-19
DE2945805C2 (nl) 1989-08-31
JPS6228400B2 (nl) 1987-06-19
PH15676A (en) 1983-03-11
IT7926966A0 (it) 1979-10-31
CH638609A5 (de) 1983-09-30
FI793946A (fi) 1980-06-23
SE441125B (sv) 1985-09-09
CA1142029A (en) 1983-03-01
IT1124871B (it) 1986-05-14
FR2444922A1 (fr) 1980-07-18
GB2038702B (en) 1982-12-15
NO794054L (no) 1980-06-24
FI72458C (fi) 1987-06-08
FR2444922B1 (fr) 1985-11-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7909204A (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een hol verschervingslichaam.
US5665808A (en) Low toxicity composite bullet and material therefor
CA2640129C (en) Frangible slug
CA2248282C (en) Lead-free bullet
US20060283314A1 (en) Bismuth projectile
US7000547B2 (en) Tungsten-containing firearm slug
US4430941A (en) Projectile with supported missiles
AU3487993A (en) Frangible practice ammunition
US4781117A (en) Fragmentable warhead of modular construction
US3059578A (en) Projectile for multimissile ammunition
US3580175A (en) Fragmentation explosive device
EP0774643B1 (fr) Procédé de fabrication d&#39;un élément de munition explosive à fragmentation contrôlée
CA1278896C (en) Adhesive for joining surfaces in ammunition containing explosive charges
KR102105574B1 (ko) 파쇄 탄자 및 이를 포함하는 파쇄탄
US20240240925A1 (en) A method for producing a warhead component
JPS6097813A (ja) 高分子成形体の製造方法
WO2002090869A2 (en) Solid outer skin powder-base disc for projectiles
US1029517A (en) Projectile for ordnance.
GB2115909A (en) A fragmentation body for fragmentation projectiles and warheads
FI3775755T3 (fi) Räjähdeammus
CA2498306A1 (en) Lead-free composition and method of manufacturing lead-free projectiles and projectile cores therewith
KR20170019379A (ko) 준비된 파이로테크닉 블록 및 그의 제조 방법
CA2283839A1 (en) Plated projectile for use in subsonic ammunition
CZ25709U1 (cs) Frangible střela s volitelným rozpadem

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 19980701