NL7908889A - SUPPORT FOR A CONSTRUCTION FORMWORK. - Google Patents

SUPPORT FOR A CONSTRUCTION FORMWORK. Download PDF

Info

Publication number
NL7908889A
NL7908889A NL7908889A NL7908889A NL7908889A NL 7908889 A NL7908889 A NL 7908889A NL 7908889 A NL7908889 A NL 7908889A NL 7908889 A NL7908889 A NL 7908889A NL 7908889 A NL7908889 A NL 7908889A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
legs
support
leg
formwork
section
Prior art date
Application number
NL7908889A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Jackson George W
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Jackson George W filed Critical Jackson George W
Publication of NL7908889A publication Critical patent/NL7908889A/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G11/00Forms, shutterings, or falsework for making walls, floors, ceilings, or roofs
    • E04G11/36Forms, shutterings, or falsework for making walls, floors, ceilings, or roofs for floors, ceilings, or roofs of plane or curved surfaces end formpanels for floor shutterings
    • E04G11/48Supporting structures for shutterings or frames for floors or roofs
    • E04G11/50Girders, beams, or the like as supporting members for forms
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G11/00Forms, shutterings, or falsework for making walls, floors, ceilings, or roofs
    • E04G11/36Forms, shutterings, or falsework for making walls, floors, ceilings, or roofs for floors, ceilings, or roofs of plane or curved surfaces end formpanels for floor shutterings
    • E04G11/48Supporting structures for shutterings or frames for floors or roofs
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G17/00Connecting or other auxiliary members for forms, falsework structures, or shutterings
    • E04G17/04Connecting or fastening means for metallic forming or stiffening elements, e.g. for connecting metallic elements to non-metallic elements
    • E04G17/042Connecting or fastening means for metallic forming or stiffening elements, e.g. for connecting metallic elements to non-metallic elements being tensioned by threaded elements
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G7/00Connections between parts of the scaffold
    • E04G7/02Connections between parts of the scaffold with separate coupling elements
    • E04G7/06Stiff scaffolding clamps for connecting scaffold members of common shape
    • E04G7/20Stiff scaffolding clamps for connecting scaffold members of common shape for ends of members only, e.g. for connecting members in end-to-end relation
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G11/00Forms, shutterings, or falsework for making walls, floors, ceilings, or roofs
    • E04G11/36Forms, shutterings, or falsework for making walls, floors, ceilings, or roofs for floors, ceilings, or roofs of plane or curved surfaces end formpanels for floor shutterings
    • E04G11/48Supporting structures for shutterings or frames for floors or roofs
    • E04G11/50Girders, beams, or the like as supporting members for forms
    • E04G2011/505Girders, beams, or the like as supporting members for forms with nailable or screwable inserts

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Forms Removed On Construction Sites Or Auxiliary Members Thereof (AREA)
  • Earth Drilling (AREA)

Description

A _ VO 3839A _ VO 3839

Titel : Ondersteuning voor eén bóuwbékisting.Title: Support for one building project.

De uitvinding heeft eet rekking op een steunconstructie voor bouwbekistingen op een verschil].end niveau, zoals bekistingen voor ’ betonnen platen en bekistingen voor onderbalken, welke daarmede verenigd zijn.The invention includes a support structure for construction formwork at different levels, such as formwork for concrete slabs and formwork for joists, which are associated therewith.

5 Hoewel de ondersteuning volgens de uitvinding gebruikt kan worden voor verschillende doeleinden, - waar een ondersteuning nood— zakelijk is, is deze meer in het bijzonder bestead voor het ondersteunen van bekistingen voor betonnen vloerplaten en het gelijktijdig ondersteunen van de bekistingen van onderbalken, welke 10 met de vloeren worden·gevormd, terwijl beton daarin wordt gestort, waarna de platen en balken geschoord of ondersteund worden, totdat de beton, zelf-dragend is geworden.Although the support according to the invention can be used for various purposes, where a support is necessary, it is more particularly suitable for supporting formwork for concrete floor slabs and simultaneously supporting the formwork of sub-beams. with the floors being formed while concrete is poured therein, after which the plates and beams are braced or supported until the concrete has become self-supporting.

Een vers gestorte betonnen plaat hoeft slechts betrekkelijk korte tijd geschoord te worden, normaliter slechts enkele dagen, 15 terwijl de onderbalken een langere tijd, bijvoorbeeld veertien dagen gesteund dienen te zijn. De bekistingen voor de betonnen platen worden dus betrekkelijk lang vastgehouden.A freshly poured concrete slab only needs to be braced for a relatively short time, usually only a few days, while the sub-beams have to be supported for a longer time, for instance fourteen days. The formwork for the concrete slabs is thus retained for a relatively long time.

Aangezien dergelijke constructies normaliter worden toegepast in betrekkelijk grote bouwwerken is het doelmatig wanneer de 20 betohbekistingen zo spoedig mogelijk na het storten van de beton naar een andere plaats doorgeschoven kunnen worden. Hoe langer deze vormen dienen ter ondersteuning van de beton ter plaatse, des te groter aantal bekistingen moet voor een bepaald werk ter beschikking staan. Wanneer het mogelijk is de bekistingen voor de platen 25 op een gegeven plaats betrekkelijk kort' in gebruik te houden, kan het 'aantal bekistingen worden beperkt. Dit is vooral een economische factor wanneer men zich realiseert, dat het oppervlak van een vloerplaat veel groter is dan die van de onderbalken.Since such structures are normally used in relatively large structures, it is expedient if the concrete formwork can be pushed to another place as soon as possible after the concrete has been poured. The longer these forms serve to support the concrete on site, the greater the number of formworks must be available for a particular work. When it is possible to keep the formwork for the plates 25 in use at a given location relatively short, the number of formwork can be limited. This is especially an economic factor when one realizes that the surface of a floor slab is much larger than that of the joists.

Voor het ondersteunen van de bekistingen voor vloerplaten 30 en onderbalken zijn steigers en dergelijke ondersteuningsmiddelen bekend. Teneinde de bekistingen voor de vloerplaten, zodra deze 7908889 .- ! : : : 2 : j I ! - * · zelf-dragend zijn» te kunnen Term j deren, moet het boveneinde van !Scaffolding and the like supporting means are known for supporting the formwork for floor slabs 30 and bottom beams. In order to obtain the formwork for the floor slabs, as soon as these 7908889 .-! ::: 2: j I! - * · to be self-supporting »to be able to term, the top end of!

r β Jr β J

de steiger, los· -worden gemaakt of naar omlaag gebogen teneinde de : bekistingen weg te kunnen halen. Daarmee werd ook de ondersteuning 1 voor de onderbalken verwijderd. Het was vervolgens noodzakelijk : cj om de steunconstructie op zijn plaats terug te zetten of een nieuwe ondersteuning op te bouwen teneinde de balk verder te kunnen ondersteunen.· Dit is echter kostbaar en tijdrovend, waarbij het gevaar bestaat, dat een vers gegoten en betrekkelijk zachte onder— ; ) ! „balk gedurende enige tijd gevaarlijkerwijze niet werd gesteund : .'IQ· voordat opnieuw een schoor was aangebracht. jscaffolding, made loose or bent down to remove the formwork. This also removed support 1 for the bottom beams. It was then necessary: cj to put the support structure back in place or to build a new support in order to further support the beam. However, this is costly and time consuming, with the risk that a freshly cast and relatively soft below- ; )! “Beam was not dangerously supported for some time: .IQ · before another strut was fitted. j

De-uitvinding beoogt deze nadelen te ondervangen en een steun— 1 constructie of steiger te verschaffen, welke gelijktijdig en onaf— . _ 1 hankelijk zowel de bekistingen voor de vloerplaat als die voor de . ' - i ' onderbalken kan steunen. De steiger is zodanig opgebouwd, dat de .jj bekisting voor de vloerplaten gemakkelijk kan worden gelost en ver-l wijderd zonder invloed uit te oefenen op de ondersteuning van de ! .· ! onderbalk. Bovendien is elke steiger zodanig licht geconstrueerd, - t dat deze gemakkelijk. in horizontale stand op een vloer kan worden ' -samengesteld en vervolgens bij wijze van een ladder rechtop kan ? 2q worden gezet. Hoewel de steiger eenvoudig en licht van constructie ; is is deze voldoende geschoord, terwijl de schoor en de secties van de steiger gemakkelijk en snel in elkaar gezet kunnen worden en . gedemonteerd.The object of the invention is to overcome these drawbacks and to provide a support construction or scaffold which is simultaneous and unfinished. 1 depending on the formwork for the floor slab as well as for the. '- i' can support joists. The scaffolding is constructed in such a way that the formwork for the floor slabs can be easily unloaded and removed without influencing the support of the! .! bottom bar. In addition, each scaffolding is constructed so lightly that it is easy. can be assembled horizontally on a floor and then upright by means of a ladder? 2q. Although the scaffolding is simple and light in construction; it is sufficiently braced, while the strut and sections of the scaffold can be assembled quickly and easily and. disassembled.

•De steiger bestaat uit tin of meer secties, welke al dan niet 2^ dezelfde hoogte kunnen hebben. Wanneer een aantal secties wordt gebruikt kunnen deze gemakkelijk en snel in elkaar worden gezét, terwijl de schoren zich van de ene tot de andere sectie uitstrekken, zodat de steiger, wanneer deze is gemonteerd, zeer stabiel is.• The scaffolding consists of tin or more sections, which may or may not have the same height. When a number of sections are used, they can be assembled easily and quickly, while the struts extend from one section to the other, so that the scaffold, when mounted, is very stable.

De steigerconstruetie volgens de uitvinding kan bouwbekistingen 2Q op een verschillend niveau ondersteunen en bestaat in hoofdzaak uit tenminste een steunsectie, gevormd, door een aantal op onderlinge afstand gelegen, paren., vertikale, buisvormige poten, waarbij de poten van elk paar ter weerszijden van de steunsectie op enige onderlinge afstand, liggen, dwarsschoren zich uitstrekken tussen en 25 .bevestigd zijn aan elk paar poten,, extra schoren zich uitstrekkenThe scaffolding structure according to the invention can support construction formwork 2Q at a different level and consists essentially of at least one support section formed by a number of spaced apart pairs of tubular legs, the legs of each pair on either side of the support section spaced apart, transverse braces extending between and secured to each pair of legs, additional braces extending

BB

7908889 * t- , . — ----— —— . ... .111..-1. — ι· -.....- - — . I—M -} \ 3 ' : , i ! tussen, en "bevestigd zijn aan. de peten van een paan en de naburige ...poten van een ander paar aan dezelfde zijde van de steunsectie, horizontale balken, welke nabij de boveneinden van de poten aan hun einden gesteund worden door de poten van elk paar voor het 5 dragen van een houwbekisting op een eerste niveau tussen die· poten, steunorganen, nabij de einden van de balken, welke naar omhoog reiken voor het ondersteunen van een boüwbekisting op een tweede niveau, welke organen van deze laatste bekisting af beweegbaar zijn' en middelen voor het in vertikale zin instellen van elke poot.7908889 * t-,. - ----— ——. ... .111 ..- 1. - ι · -.....- - -. I — M -} \ 3 ':, i! between, and "are attached to the pits of a trowel and the neighboring ... legs of another pair on the same side of the support section, horizontal beams supported at their ends near the top ends of the legs by the legs of each pair for carrying a first level hack formwork between said legs, support members, near the ends of the beams, which extend upwardly to support a second level bouldering formwork, members movable away from the latter formwork are and means for vertically adjusting each leg.

10 Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding bestaat de steun-i constructie of steiger in hoofdzaak uit tenminste een sectie, gevormd door enige paren vertikale poten, waarbij de poten van elk paar ter weerszijden van een dwarssectie op enige afstand worden gehouden, horizontale dwarsbalken, welke zich uitstrekken tussen ' 15 en bevestigd zijn aan de poten van elk paar, schuin verlopende schoren, welke zich uitstrekken tussen en bevestigd zijn aan de poten van een paar en aan die van een naburig paar aan dezelfde - " i zijde van de twee secties, horizontale zadelbalken, welke met hun einden aan de poten van een paar zijn bevestigd nabij de boveneinden 20 daarvan,, voor het ondersteunen van een boüwbekisting op een eerste niveau tussen die. poten, waarbij de boveneinden, van de poten doorlopen tot boven de zadelbalken voor het ondersteunen van een boüwbekisting op het tweede niveau en middelen voor het vertikaal instellen van de lengte van elke poot. ' 25 Verdere bijzonderheden van de uitvinding worden onder ver wijzing naar de tekening nader toegelicht. Daarin toont : fig. 1 een eindaanzicht van een uitvoeringsvorm van een steun-constructie volgens de uitvinding, met vloerplaten en onderbalken in. doorsnede; 30 fig. 2 een zij-aanzicht van de constructie; fig. 3 op vergrote schaal een detail van een verbinding tussen seeties van de ondersteuningsconstructie; • fig. & op vergrote schaal een detail van de verbinding aan het einde van een zadelbalk met een poot van de constructie; 35 . fig. 5 een doorsnede over de lijn V-V van fig. U; 7908889 > * 0 I * * < 1 : ï " i j t fig,. 6 ©p vergrote schaal een detail yan een verbinding yan een * I.According to an embodiment of the invention, the support structure or scaffold consists essentially of at least one section, formed by a few pairs of vertical legs, the legs of each pair being kept at a distance from each other on a cross section, horizontal cross members, which extending between and attached to the legs of each pair, oblique braces extending between and attached to the legs of a pair and those of a neighboring pair on the same side of the two sections, horizontal saddle beams, which are attached to the legs of a pair with their ends near their top ends 20, for supporting a first level bouldering between those legs, the top ends of the legs extending above the saddle beams for supporting second-level bending formwork and means for vertically adjusting the length of each leg. ”25 Further particulars of the invention will be explained in more detail with reference to the drawing. In the drawing: Fig. 1 shows an end view of an embodiment of a support construction according to the invention, with floor plates and bottom beams in it. intersection; Fig. 2 shows a side view of the construction; Fig. 3 is an enlarged detail of a connection between seets of the support structure; • fig. & Enlarged detail of the connection at the end of a saddle beam with a leg of the construction; 35. Fig. 5 shows a section along the line V-V of Fig. U; 7908889> * 0 I * * <1: ï "i j t fig. 6 © p enlarged scale a detail of a connection of a * I.

: i vijzel met een balk ter’ ondersteuning yan de bekisting yoor een: I mortar with a beam to support the formwork for one

» · . ·« * I»·. · «* I

; rloerplaat; | fig. T een doorsnede oyer de lijn VII-VII yan fig. 6, waarin de '; floor plate; | Fig. T is a cross-section along line VII-VII of Fig. 6, in which the '

; 5 bevestigingsbout in de normale montagestand is getekend; J; 5 mounting bolt in the normal mounting position is drawn; J

. ..- j fig* 8- een doorsnede overeenkomstig fig. T9 waarbij de beves- | " ) tigingsbout getekend is in een stand, waar deze in de balk wordt ge4 i schoven of eruit verwijderd; - j - ·· .· fig., 9 een gedeeltelijke doorsnede oyer de lijn IX-IX van fig.7* 10 fig- tO op vergrote schaal een horizontale doorsnede over de j . lijn X-X van fig,. 1; fig. 1-1 een zij-aanzicht van de constructie volgens fig. 10; | . / fig. 12.uit elkaar getekenct'een vijzel aan het ondereinde van j de poot van de steiger; en. FIG. 8 shows a section according to FIG. T9 with the fastening ") fixing bolt is drawn in a position where it is slid into or removed from the beam; - j - ··. · fig. 9 is a partial cross-section on line IX-IX of fig. 7 * 10 fig- to an enlarged scale a horizontal section along the line XX of fig. 1; fig. 1-1 a side view of the construction according to fig. 10 / fig. 12 drawn apart with a jack the lower end of the leg of the scaffold, and

. 35. . fig. 13 .een eindaanzicht van een. andere uitvoeringsvorm I. 35.. fig. 13 is an end view of a. other embodiment I

; van een steiger volgens de uitvinding.; of a scaffold according to the invention.

i ’ In de fig. 1 — 12 is door. 10 een st’eunconstructie of steiger vol- 4-' j. * * - .! gens de uitvinding weergegeven op het moment , dat beton is gegoten' ! . voor een vloerplaat 12 en een daarmede samenhangende onderbalk 11+ 3 20 welke.de vloerelementen steunt. De steiger steunt de bekistingen . voor de vloerplaten en de. balk tijdens het gieten,, doch ook nadat 1i "In fig. 1 - 12 is through. 10 a support construction or scaffolding full 4- 'j. * * -.! according to the invention when concrete is poured! . for a floor slab 12 and an associated bottom beam 11+ 3 20 which supports the floor elements. The scaffolding supports the formwork. for the floor slabs and the. beam during casting ,, but also after 1

' I"I

het gieten voltooid is. !the casting is complete. !

Wanneer de beton, althans ten 'dele zelf-dragend is, kan de ' bekisting voor werkzaamheden elders worden gebruikt en indien nood-; 25 zakelijk kan de steiger weer worden gebruikt om de beton gedurende een bepaalde periode te blijven steunen.De weergegeven steiger ondersteunt een bekisting 16 voor het. ter plaatse storten van de • ~ balk, waarbij de bekisting bestaat.uit een bodempaneel 17 en zijdelen 18. De rechterzijde van de steiger ondersteunt een bekis-30 ting 22 voor de vloerplaat en bestaat uit een bodempaneel 23, welke rust op een aantal dwars gerichte binten 2b. De zijdelen 18 van de balkbekisting l6 en de bekisting 22 voor de vloerplaten worden links van de onderbalk vervaardigd, zodat de rest van de steiger 10 rechtstreeJs kan worden gebruikt voor het ondersteunen 35-- van de vloerplaat 12 in de geschoorde toestand. Aangezien de balk 0 7908889 . 5 ;' ! - 14- ondersteund blijft is het. niet noodzakelijk, de vloerplaat 12 ! ..binnen korte tijd weer te steunen.When the concrete is, at least partly self-supporting, the formwork can be used for work elsewhere and if necessary; In business, the scaffolding can be used again to continue to support the concrete for a certain period of time. The scaffold shown supports a formwork 16 for it. on-site pouring of the beam, the formwork consisting of a bottom panel 17 and side parts 18. The right side of the scaffold supports a formwork 22 for the floor slab and consists of a bottom panel 23, which rests on a number of transverse targeted beams 2b. The side parts 18 of the beam formwork 16 and the formwork 22 for the floor slabs are manufactured to the left of the bottom beam, so that the rest of the scaffolding 10 can be used straight to support the floor slab 12 in the braced state. Since the bar 0 7908889. 5; ' ! - 14- it remains supported. not necessary, the floor plate 12! ... to support again within a short time.

De-steiger of ondersteuningsconstruetie 10 is opgebouwd uit een of meer op elkaar gezette:, secties, en in bet weergegeven geval 5 omvat de steiger een onderste steunsectie 30 en een gelijke bovenste steunsectie 31 - Se secties, kunnen dezelfde hoogte hebben of in hoogte verschillen, zoals in dit getekende geval. De secties .· zijn gelijk van constructie, behoudens de hoogte, zodat volstaan . kan worden met het bespreken’van een sectie, n.l. de sectie 30, 10 ' waarbij voor beide secties dezelfde verwijzingscijfers zijn ge— ' bruikfe. - .i · " De steunsectie 30 omvat .een stel op enige afstand van elkaar gelegen poten 35 aan de ene zijde en een paar op enige 'afstand van elkaar gelegen, overeenkomstige poten 37 aan de andere zijde. Deze ί 15 ’ poten zijn bij voorkeur uitgevoerd als buizen. De poten 35'worden op afstand gehouden en onderling verbonden door een stel staven of dwars schoren, bijvoorbeeld'in de vorm van een aantal horizontale dwarsbalken ^0, welke zich daartussen uitstrekken en op geschikte wijze aan. hun einden met de poten zijn verbonden, bijvoorbeeld 20 door lassen, zoals weergegeven in fig. 1, terwijl de poten 37 • op dezelfde wijze op afstand worden gehouden en onderling verbonden zijn door horizontale dwarsbalken 10. De dwarsbalken tussen elk stel poten hangt af van de hoogte van de steigersectie en een desbetreffende keuze. Zoals blijkt uit fig. 1 heeft de onderste stei-25 gersectie 30 drie horizontale dwarsbalken, terwijl de bovenste sectie 31 slechts twee van deze balken heeft. Deze dwarsbalken werken niet alleen als schoren voor de steiger, doch ook voor het steunen van planken of dergelijke, welke daarop gelegd kunnen worden en welke dienen als platform voor de arbeiders.. Desgewenst 30 kunnen een of meer dwarsbalken 10 voorzien zijn van hoekschoren 42, welke naar de poten 35, 37 toe lopen en de stabiliteit van de steiger verhogen.The scaffold or support structure 10 is composed of one or more superimposed sections, and in case 5 shown, the scaffold comprises a lower support section 30 and an equal upper support section 31 - Se sections, may be the same height or different in height , as in this signed case. The sections are of the same construction, except for the height, so that they suffice. can be discussing a section, i.e. the section 30, 10 'where the same reference numbers are used for both sections. The support section 30 includes a pair of spaced legs 35 on one side and a pair of spaced, corresponding legs 37 on the other side. preferably constructed as tubes The legs 35 are kept spaced and interconnected by a set of bars or cross braces, for example in the form of a number of horizontal crossbars, extending therebetween and suitably at their ends with the legs are joined, for example by welding, as shown in fig. 1, while the legs 37 are similarly spaced and interconnected by horizontal cross beams 10. The cross beams between each set of legs depends on the height of the legs. the scaffolding section and a corresponding choice As shown in Fig. 1, the lower scaffolding section 30 has three horizontal crossbars, while the upper section 31 has only two of these beams. act not only as braces for the scaffolding, but also for supporting planks or the like, which can be laid thereon and which serve as a platform for the workers. If desired, one or more cross beams 10 can be provided with angle braces 42, which the legs 35, 37 approach and increase the stability of the scaffold.

Elke steiger of steunsectie is voorts voorzien van versterkingen in de vorm van dwarsschcren 15 en 16,“ welke zich uitstrekken tussen.Each scaffold or support section is further provided with reinforcements in the form of cross scars 15 and 16 extending between them.

35 de poten 35 en 37 aan elke zijkant van de steiger, zoals blijkt 7908888 * ·35 the legs 35 and 37 on each side of the jetty, as shown 7908888 * ·

; : ' ~ 6 ' ~~ ' I; : '~ 6' ~~ 'I

7 , i . .. 1 uit fig* '2.. Deze dwarsschoren zijn. "bij voorkeur losneembaar aan de j ’ 1 . .1 , poten van de steiger bevestigd,"waartoe geschikte verbindingsmid- | delen, zoals beschreven zullen worden,worden gebruikt. In het \ j weergegeven geval zijn extra verstijvingen aanwezig in de vorm \ 5 van een paar middelste dwars schoren 48 en 49, welke zich uitstrekken tussen de poten 35 en '37 van de bovenste stèigersectie 31 en de . .. .. poten 37 en 35 van de onderste steigerseetie 30 aan elke zijde . daarvan. Eet is doelmatig wanneer de boveneinden van de schoren ! s - Λ - .·' : bs en 49 door dezelfde middelen verbonden zijn met de poten van I· ... IQ . de steiger als de ondereinden van de schoren 45 en· 46 van de bo- " ·;:· ' ' | -. ,· venste steigerseetie en de ondereinden van de middelste schoren j . . ; 48 en 49 door dezelfde verbindingsmiddelen zijn bevestigd aan ! de poten van de onderste steigerseetie als de boveneinden van de j i' schoren-45’ en 48 aan de laatstbedoelde steigerseetie,. zoals fig. 1 ! 15.. 2. dit toont.7, i. .. 1 from fig * '2 .. These transverse braces are. "preferably detachably attached to the j. 1.. 1, legs of the scaffolding," for which suitable means of connection | parts, as will be described, are used. In the case shown, additional stiffeners are provided in the form of a pair of middle transverse struts 48 and 49 which extend between the legs 35 and 37 of the top scaffolding section 31 and. .. .. legs 37 and 35 of the lower scaffold table 30 on each side. thereof. Eat efficiently when the top ends of the braces! s - Λ -. · ': bs and 49 are connected by the same means to the legs of I ... ... IQ. the scaffolding as the lower ends of the braces 45 and 46 of the upper scaffolding table and the lower ends of the middle braces j.. 48 and 49 are attached by the same connecting means to the legs of the lower scaffolding table as the upper ends of the jibs 45 and 48 on the latter scaffolding table, as shown in FIG. 1, 15, 2.

• ·· t . "" i Met-elkaar corresponderende poten 35». 37 van de steiger secties 3Ö en 31 liggen op een lijn. en zijn losneembaar met elkaar ver~ - j · bonden,. zodat zij als het ware poten vormen, welke zich van onderen / . - tot. boven in de steiger uitstrekken. Fig. 3 toont de verbinding ! 1 20 tussen de naburige· einden van op elkaar · gezette poten van de stei-· j ger, zoals de poten 35· · j• ·· t. "" i Corresponding legs 35 ». 37 of the scaffold sections 3Ö and 31 are aligned. and are detachably connected to each other. so that they form legs, as it were, from below /. - until. extend into the top of the scaffold. Fig. 3 shows the connection! 1 20 between the adjacent ends of stacked legs of the scaffold, such as the legs 35j

Het ondereinde van de bovenste poot 35 is losneembaar verbonden met het boveneinde van de onderste poot 35 door een verbin-dingsorgaan 55. Dit verbindingsorgaan bestaat uit een koppelpen 25 57 van zodanige diameter, dat deze in de naburige einden van de steigerpoten past. De koppelpen heeft een kraag 58, gelegen tussen ; de einden ervan en radiale openingen 59 en βθ, welke nabij de einden door de pen heen lopen. De einden van de pen hebben af-sehuiningen voor het vereenvoudigen van de montage. In gemonteerde 30 toestand reikt de koppelpen 57 in de naburige einden van de op een lijn liggende poten 35 en deze einden steunen op de kraag 38, welke daartussen een legering vormt. De koppelpen heeft een iets kleinere doorsnede dan de poten waarin deze wordt gestoken.The lower end of the upper leg 35 is releasably connected to the upper end of the lower leg 35 by a connecting member 55. This connecting member consists of a coupling pin 57 of such a diameter that it fits into the adjacent ends of the scaffolding legs. The coupling pin has a collar 58 located between; their ends and radial openings 59 and βθ, which pass through the pin near the ends. The ends of the pin have chamfers for easier mounting. When mounted, the coupling pin 57 extends into the adjacent ends of the aligned legs 35 and these ends rest on the collar 38, which forms an alloy therebetween. The coupling pin has a slightly smaller diameter than the legs into which it is inserted.

In elke poot zijn doordiepingen 63 aangebracht, waartegen de pen 35 aanligt. Deze doordiepingen houden de pen in de juiste stand o 79 0 8 8 89 7 ; τ ; ; [ en maken het mogelijk, dat tijdens het. roteren de pen iets kan ‘ t kantelen, -waardoor het op elkaar zetten ran de secties van de steil ger wordt vergemakkelijkt♦ ’ 'Recesses 63 are provided in each leg, against which the pin 35 rests. These indentations keep the pen in the correct position o 79 0 8 8 89 7; τ; ; [and make it possible that during the. rotating the pen may tilt slightly, making it easier to assemble the sections of the steep ger ♦ ''

In de poten van de steiger is een aantal gelijkmatig verdeelde -- 5 boringen 6h aanwezig, waarvan de onderlinge afstand bijvoorbeeld 15 cm is. Boringen nabij de uiteinden van de poot liggen op onge- veer 7 cm van de betreffende einden. De kraag 58 van de koppelpen · 57 is in het weergegeven nitvoeringsvoorbeeld ongeveer 12 mm· dik, zodat wanneer de poten op elkaar zijn gezet, de boringen nabij de j 1Q- einden van de poten ongeveer 15" cm van elkaar af liggen. | • · tIn the legs of the scaffolding there are a number of evenly distributed bores 6h, the mutual distance of which is, for example, 15 cm. Bores near the ends of the leg are approximately 7 cm from the respective ends. The collar 58 of the coupling pin · 57 is about 12 mm thick in the illustrated lining example, so that when the legs are put together, the bores are spaced about 15 "cm apart near the ends of the legs. T

Boringen 59 en 6q van. de pen 57 liggen eveneens ongeveer 15 cm van elkaar op een lijn met de boringen aan de einden van de poten ί . " « }Bores 59 and 6q of. the pin 57 also aligns approximately 15 cm apart with the bores at the ends of the legs. "«}

1 van de steiger, waarin de pen is bevestigd. Een ΙΓ-vormige ver- I1 of the scaffold, in which the pin is attached. A ΙΓ-shaped form I

ï ! , ‘ - bindingspen 66 met armen 67 en 68 strekken zich uit- vanaf de rug ! ; \ :Ï5 . 69 en reiken in de op êên lijn liggende boringen van de poten van j I de steiger, en de koppelpen. De rug 69 van de U-vormige verbin- , .- i dingspen werkt als handgreep voor het monteren en demonteren van . : de pen. De rug 69 is bij voorkeur iets doorgebogen ter vorming ; ί , ; van een aanslag. 70, welke met een van de poten kan samenwerken, zo-· :20 .dat cte/binnenwaartse beweging van de rug wordt beperkt, wanneer de verbindingspen met de benen in de boringen van de poten wordt geschoven. Opgemerkt zij, dat het been 68 iets langer is dan het been 67, zodat het eerste ten dele in de boringen kan worden gestoken, terwijl de laatste daar nog buiten ligt. De'verbindings-25 pen kan dan op het been J8 worden gedraaid om het been 67 op een : lijn te brengen met de boringen in de poot en de pen, waarna deze arm kan worden ingeschoven. De arm 67 heeft'.:nabij-hetiyrijs uiteinde ireen dwarsbcring voor het opnemen van een spijker of splitpen 70, nadat de benen in de betreffende boringen zijn gestoken, zodat 30 de verbindingspen niet toevallig- uit de poten getrokken kan worden.ï! , "- binding pin 66 with arms 67 and 68 extend from the back!" ; \ 5. 69 and extend into the aligned bores of the legs of the scaffold and the coupling pin. The back 69 of the U-shaped connector pin acts as a handle for mounting and dismounting. : the pen. The back 69 is preferably slightly bent to form; ί,; of an attack. 70 which can cooperate with one of the legs so that the backward movement of the back is limited when the connecting pin with the legs is slid into the bores of the legs. It should be noted that leg 68 is slightly longer than leg 67, so that the former can be partially inserted into the bores while the latter is still outside. The connecting pin can then be rotated on the leg J8 to align the leg 67 with the bores in the leg and the pin, after which this arm can be retracted. The arm 67 has a near-the-end end with a transverse circle for receiving a nail or cotter pin 70 after the legs have been inserted into the respective bores, so that the connecting pin cannot be accidentally pulled out of the legs.

Een vijzel 72 bevindt zieh aan het ondereinde van elk van de poten 35, 37 van de steiger,zie fig. 1, 2 en 12. Elke vijzel bestaat uit een in het ondereinde van een poot van een steiger ver-35 schuifbaar buisstuk 7^· en een schroef 75. Deze schroef heeft 79 0 8 8 8 8 - .......... ......A jack 72 is located at the bottom end of each of the legs 35, 37 of the scaffold, see Figs. 1, 2 and 12. Each jack consists of a piece of pipe 7 slidable in the bottom end of a leg of a scaffold. And a screw 75. This screw has 79 0 8 8 8 8 - .......... ......

. · ·κ ' Η “ ..... ' β“ een. schacht 77, welke in. heir buisstuk.71* kan verschuiven, alsmede J .1 een. moer 78 op die schaeht, Set', lichaam van, de moer heeft de- * i · . ; -“'zelfde diameter als hetr. uitzet bare buisstuk, alsmede handgreep 79 · welke dwars "buiten het ondervlak uitsteekt. Het buis stuk 7^ rust · | * | . . 5 op de moer 78, zodat., wanneer' dezè laatste naar omhoog of naar i - omlaag over de schaeht 7? wordt,gedraaid, de poot van de steiger ! . I · eveneens op-en-r-neer kan bewegen, Een van de einden van de vijzel · . ) ’ ' steunt op een voet 80 die rust op een steunvoet 81, welke even- j . ’ ' · . tueel door middel· van bouten, draadnagels, schroeven of dergelijke j ; Ί0 op een ondersteuning 82 kan worden vastgezet. De ondersteuning 82 • . kan worden gevormd doorheen balk of dergelijke. Een moer en een ; 11 . bout verbinden de steunplaat. 8.1 met de balkvormige ondersteuning ;· | ' 82„ -. . / ' ... x.-r Het -bnisstuk-T^· ia losneembaar bevestigd aan het ondereinde .. · · Κ 'Η “.....' β“ a. shaft 77, which is in. heir pipe section.71 * can move, as well as J .1 a. nut 78 on that sheath, Set ', body of, the nut has the- * i ·. ; - "" same diameter as hetr. expandable pipe section, as well as handle 79 · which extends transversely "beyond the bottom surface. The pipe section 7 rests on the nut 78 so that when the latter is up or down over the schaeht 7? is rotated, the leg of the scaffolding! I · can also move up-and-r-down, One of the ends of the jack ·.) '' rests on a foot 80 resting on a support foot 81 , which can also be fixed on a support 82 by means of bolts, rivets, screws or the like j; Ί0. The support 82 •. can be formed by beam or the like. A nut and a ; 11. Bolt connect the support plate 8.1 to the beam-shaped support;

, . · ;15" : van de poot 35 door tussenkomst van de verbindingspen 66, waar- - I van het lange been 68 boven het andere been 67 is gelegen. Deze * ' 'l"] : pen reikt, door een. stel boringen Jh .in de poot van de steiger en eer, i ' boring 86 in . het verlengende buisstuk,: welke boringen zich op eni- ! I ge afstand van het uiteinde bevinden en op een lijn met de bo— '20· ringen terwijl in het- boveneinde van deze buis een half gat 87 is gevormd. Het buisstuk kan vertikaal ten opzichte van de poot worden ingesteld. Het buisstuk dient voor een ruwe instelling van !' de werkzame lengte van de pot en. van de steiger, terwijl door het ·: draaien van de moer 78 van de vijzel een fijninstelling moge- · ' 25 lijk is, ·,. 15 ": of the leg 35 through the connecting pin 66, the long leg 68 of which is located above the other leg 67. This pin extends through a. set holes Jh in the leg of the scaffolding and honor bore 86. the lengthening pipe section, which holes are drilled on Spaced from the end and aligned with the boreholes while a half hole 87 is formed in the top end of this tube. The pipe section can be adjusted vertically to the leg. The pipe piece serves for a rough setting of! ' the effective length of the pot and. of the scaffold, while by turning the nut 78 of the auger a fine adjustment is possible,

De afstand tussen de boring 86 en het halve gat 87 in het verlengende buisstuk. 7^· is dezelfde als de boringen jb in Ie poten van de steiger, zie fig, 12, Het einde, van het lange been 78 van de verbindingspen 66 kan gedeeltelijk in de boring 7^ van de 30“ poot worden gestoken, waarin zich het verlengende buisstuk bevindt. Wanneer het einde van de buis in samenwerking komt met het been van de pen,, dan kan de buis worden gedraaid totdat het been van de pen in de halve boring 87 komt , zodat de boring 86 van deze buis op een lijn'komt met een boring 6b van de poot, zodat 35 .. beide benen van de pen geheel in de -poot en het verlengende 79 0 8 8 8 3 ' " Η : 7 !The distance between the bore 86 and the half hole 87 in the extension tube. 7 ^ is the same as the bores jb in the legs of the scaffold, see fig. 12, The end of the long leg 78 of the connecting pin 66 can be partially inserted into the bore 7 ^ of the 30 "leg, in which the extension pipe piece is located. When the end of the tube mates with the leg of the pin, the tube can be rotated until the leg of the pin enters the half bore 87, so that the bore 86 of this tube aligns with a bore 6b of the leg, so that 35 .. both legs of the pin are fully in the leg and the lengthening 79 0 8 8 8 3 "": 7!

' I"I

•' i I ..· huisstuk gestoten kunnen -worden» De halve hormg vermindert de . X · f : insteltijd van het verlengende huisstuk aanzienlijk.• 'i I .. · house piece can be knocked-down »The half hormg reduces the. X · f: Adjustment time of the extending house piece considerably.

Eventueel kan het huisstuk 7^· -worden weggelaten. In dat geval i . schuift de schacht 77 van de vijzel in de poot 35, waarbij deze ' 5 laatste over de moer 78 schuift en op de verbreding rust, welke ' wordt gevormd door'de handgreep 79 van de moer. In dat geval wordt ; een stabilisatie-orgaan 88, weergegeven in de stippellijnen in fig. ! i - . “* “ i 12, op het boveneinde van de schacht 77 bevestigd, welk orgaan ; * " ^ . j in de poot van de steiger kan verschuiven en. kantelingen van de j 1.0 . schacht voorkomt. In bepaalde gevallen kunnen zowel de verlengende ! i buis als de vijzel 75 warden weggelaten,, in welk geval een kort ! .Optionally, the housing piece 7 ^ can be omitted. In that case i. the shaft 77 of the auger slides into the leg 35, the latter sliding over the nut 78 and resting on the widening, which is formed by the handle 79 of the nut. In that case; a stabilizing member 88, shown in the dotted lines in FIG. i -. "*" I 12, mounted on the top of the shaft 77, which member; * j. in the leg of the scaffolding may shift and prevent tilting of the j. 1.0 shaft. In some cases, the extension tube and auger may be omitted 75, in which case a short!

buisstut van dezelfde diameter als het verlengende buis stuk 7^ j i . wordt vastgezet.in het ondereinde van de poot van de steiger, zo ook .in de voet 80 van de steunplaat 81, waarbij de poot rechtstreeks opj - ...... ’l5- de steunplaat rust. j ‘ Een.vijzel 92, zoals de vijzel 72, wordt desgewenst ook aan het; ·- :· ï boveneinde van de poot van de steiger gebruikt. j - . * ί j > Deze vijzel 92 omvat een verlengend huisstuk 9h, dat te verge— j lijken.is met het huisstuk jh en een schroef 95 met een moer 96 ; » '20 op de schacht 97* Eet boveneinde van de schacht 97 wordt in de van j schroefdraad voorziene voet 99 van de steunplaat 100 geschroefd, ' welke vergeleken kan worden met de steunplaat 81. Wanneer de vijzel: 92 wordt weggelaten, kan de instelling van de lengte van de poten van de steiger worden verkregen door de bovenste vijzel 92. In— ; 25 dien de omstandigheden dit vereisen, kan de verlengende buis 9^ worden weggelaten. Bij gebruik is het ondereinde van het verlengende huisstuk losneembaar verbonden met het. boveneinde van de poten van een steiger door tussenkomst van een verbindingspen 66 terwijl het hoveneinde van de buis over het onderste gedeelte 30 van de schacht 97 schuift en op de moer 96 rust. De dwarsbalken 2k worden doelmatig ondersteund door balkdelen 105,. welke daar haaks op staan, De poten 35, 37 aan dezelfde zijde van de steiger ondersteunen een balkstuk 105-pipe strut of the same diameter as the extension pipe piece 7 ^ j i. is secured in the lower end of the leg of the scaffold, as well as in the foot 80 of the support plate 81, with the leg resting directly on the support plate. j "A auger 92, such as auger 72, is also added if desired; · -: · ï top end of scaffolding leg used. j -. This auger 92 includes an elongated casing piece 9h, which is similar to the casing piece jh and a screw 95 with a nut 96; 20 on the shaft 97 * The upper end of the shaft 97 is screwed into the threaded base 99 of the support plate 100, which can be compared to the support plate 81. If the auger: 92 is omitted, the setting of the length of the legs of the scaffold are obtained by the upper jack 92. In; When circumstances require, the extension tube 91 can be omitted. In use, the lower end of the extending body piece is releasably connected to it. upper end of the legs of a scaffolding through a connecting pin 66 while the upper end of the tube slides over the lower portion 30 of the shaft 97 and rests on the nut 96. The cross beams 2k are expediently supported by beam parts 105. which are perpendicular to it, The legs 35, 37 on the same side of the scaffold support a beam piece 105-

De fig. 6 — 9 illustreren de steunplaat 100, welke op de-35 zelfde wijze aan de balk 2h is bevestigd als het halkdeel 105.' 7908889 • . ' * . ’ · .FIGS. 6-9 illustrate the support plate 100, which is attached to the beam 2h in the same manner as the hall portion 105. " 7908889 •. '*. ".

* . · .· ! · · . 10 ' i . : , _ΐ \ \ j De -weergegeven. balk 105 beeft een rug 110 met een verbrede boven— | rand of flens 111 en een naar boven open groef 112. Een tweede ! flens 115 bevindt zich aan de onderrand van de rug en heeft een smalle sleuf 116, welke in open verbinding· staat met een verbrede - · 5 uitsparing 117 in de verbreding 118 van de flens en welke zich in !.*. ·. ·! · ·. 10 'i. :, _ΐ \ \ j The -shown. beam 105 trembles a ridge 110 with a widened top edge or flange 111 and an upwardly open groove 112. A second! flange 115 is located on the lower edge of the back and has a narrow slot 116 which is in open communication with a widened recess 117 in the widening 118 of the flange and which is located in.

j de langsriehting. van de balk uit strekt.j the longitudinal direction. of the beam.

i In het weergegeven geval heeft het bovenvlak van de plaat 100 ... . i een groef 12i; ter weerszijden van de voet 99, zoals in fig. 7 en • · j .8 is weergegeven.i In the case shown, the top surface of the plate has 100 .... i a groove 12i; on both sides of the foot 99, as shown in fig. 7 and • j .8.

* i 10 Bouten 126 dienen voor het bevestigen van.de plaat 100 aan de balk 105. Elke bout heeft een smalle-, langwerpige kop 128 en *·. . een vleugelmoer 129· op de schroefdraad daarvan. Wanneer de steun-' ’r · plaat op de balk moet worden, vastgezet, worden de twee bouten 126 ! : . j welke-door de gaten in de plaat 100 en de groeven 12^ reiken, zoda- «15 nig ingesteld, dat de kop 128 door de groef en de sleuf 116 ge- - .' ! stoken kunnen worden, zoals blijkt, uit fig,. 8,. waarna de kop over . 90° wordt gedraaid, zie fig. 7 en 9» zodat de moeren 129 kunnen , * i . worden aangetrokken, om.de steunplaat op de balk vast te zetten.* Bolts 126 serve to fix plate 100 to beam 105. Each bolt has a narrow, elongated head 128 and *. . a wing nut 129 · on its threads. When the support plate is to be secured to the beam, the two bolts 126! :. which extend through the holes in the plate 100 and the grooves 12, adjusted so that the head 128 passes through the groove and the slot 116. ! as can be seen from fig. 8 ,. then the headline over. Rotated through 90 °, see fig. 7 and 9 »so that the nuts 129, * i. to tighten the support plate on the beam.

I - . Zoals blijkt, uit fig. 9 is de boutkop 128 voorzien van afgeronde Ï20 hoeken 130 en rechte hoeken 131. De ronde hoeken 130 maakt het j .I -. As can be seen from Figure 9, the bolt head 128 has rounded corners 130 and right angles 131. The round corners 130 make it j.

mogelijk, dat de hout 126 kan worden, gedraaid, waardoor de kop 128 uit de sluit stand kan worden gedraaid, terwijl de hoeken 131 . welke samenwerken met de wanden van de verbreding 118 voorkomen, dat de hout verder wordt gedraaid. De hoeken 131 werken dus als 25 aanslag voor het beperken van de draaibeweging van de boutkop, nadat deze in de sleuf 116 is gestoken. De voet 99 van de steunplaat· bevindt zich gecentreerd ten opzichte van de balk 105, ' zodat de poot van de steiger, welke met de plaat is verbonden, direkt onder de balk ligt en dus kantelen wordt uitgesloten, 30 Opgemerkt zij, dat de bouten 83 van de steunplaat 81 op dezelfde wijze zijn uitgevoerd als de bouten 126, wanneer de ondersteuning 82 de vorm heeft van een balk, die vergeleken, kan worden met de balk 105.allow the wood 126 to be turned, allowing the head 128 to be turned out of the closed position while the corners 131. which cooperate with the walls of the widening 118 prevent the wood from being turned further. Thus, the corners 131 act as a stop to limit the rotational movement of the bolt head after it has been inserted into the slot 116. The base 99 of the support plate is centered with respect to the beam 105, so that the leg of the scaffold, which is connected to the plate, is directly under the beam and thus no tilting is noted, it should be noted that the bolts 83 of the support plate 81 are designed in the same manner as the bolts 126, when the support 82 is in the form of a beam, which can be compared with the beam 105.

Een stel zadelbalken 135 strekt zich uit tussen de twee poten 35- 35 aan de ene zijde van de steiger ên tussen de twee poten 37 79Ö 8 8 8 9 - \ * ιι . · ; * ? j j * ' Jr . * . # f ! aan de andere zijde- Deze zadelbalken zijn van lichte constructie j .en op dezelfde -wijze uitgevoerd als de balken 105· Deze balken ; , zijn gelijk en losneembaar aan de poten van de steiger vastgezet.A pair of saddle beams 135 extend between the two legs 35-35 on one side of the scaffold and between the two legs 37-79 8 8 8 9 -. ·; *? j j * 'Jr. *. # f! on the other side- These saddle beams are of light construction j. and are constructed in the same way as beams 105 · These beams; , are fixed evenly and detachably to the legs of the scaffolding.

In het weergegeven geval is een console 137 aan sik einde van de - 5 zadelbalk aangebracht, terwijl een vertikale mof 138 aan elke console is bevestigd, zoals bijvoorbeeld door’ lassen, zie fig.In the case shown, a console 137 is mounted at the end of the saddle beam, while a vertical sleeve 138 is attached to each console, such as, for example, by welding, see fig.

1., 2, en 5· Elke mof 138 is voldoende breed om over een'poot; van de steiger geschoven te kunnen worden en in het weergegeven geval j ; : past de mof op een verlengend buisstuk 94, dat buiten de poot van j '10 de steiger uit steekt. De mof rust dan op het boveneinde van de ! poot, zoals blijkt uit fig. 4. In de groef 112 is een stuk hout 1·4θ; ! 'gezet aan de bovenrand van elke zadelbalk 135, zie fig. 5· [ . i : Balken 144, te· vergelijken met de balken 105 strekken zich uit j tussen twee zadelbalken 135 van de steiger 10 en ondersteunen het ; ’15 bodempaneel 17 van de balkbekisting- 16.' | * ‘ : Fig. 10 en 11 tonen een bevestiging 150 voor het vast zetten j • Tan de einden van de schoren 45, h6 en 48, 49 aan de twee poten : 35» 37- Een dergelijke bevestiging is op zichzelf' bekend. Deze be- · i vestiging 150 bestaat uit een van buitenschroefdraad voorziene stang 20 152 met een slot .153» dat kan kantelen en normaliter naar buiten . i steekt. Deze sluiting heeft een handgreep 154, welke buiten het einde van de stang uitsteekt en door middel waarvan de sluiting binnenwaarts kan worden gezwenkt. Het andere einde van de staaf 152 reikt door een ΙΓ-vormige console 56, waarvan de benen bevestigd 25 zijn aan de naburige, poot, bijvoorbeeld door lassen. De staaf 152 heeft een zeshoekig gedeelte 158, dat zich op enige afstand van het einde bevindt. Een moer 159 is op de staaf geschroefd en wordt tegen .de console 156 aan gedraaid voor het aantrekken van het zeshoekige gedeelte 158, waardoor de staaf ten opzichte van een 30 been van de steiger wordt gefixeerd.1., 2, and 5 · Each sleeve 138 is wide enough to fit over one leg; can be pushed off the scaffold and in the case shown j; : Fits the sleeve on an extension pipe piece 94, which protrudes beyond the leg of the '10 scaffolding. The sleeve then rests on the top of the! leg, as shown in fig. 4. In the groove 112 is a piece of wood 1 · 4θ; ! placed at the top edge of each saddle beam 135, see fig. 5. i: Beams 144, similar to beams 105, extend between two saddle beams 135 of scaffold 10 and support it; "15 bottom panel 17 of the beam formwork- 16." | * ": Fig. 10 and 11 show a fastening 150 for fastening the ends of the braces 45, h6 and 48, 49 on the two legs: Such a fastening is known per se. This fixture 150 consists of an externally threaded rod 20 152 with a .153 lock that tilts and normally extends outward. i sting. This closure has a handle 154 which extends beyond the end of the rod and by means of which the closure can be pivoted inward. The other end of the bar 152 extends through a vorm-shaped console 56, the legs of which are attached to the neighboring leg, for example by welding. The bar 152 has a hexagonal portion 158 which is spaced from the end. A nut 159 is screwed onto the bar and is screwed against the console 156 to tighten the hexagonal portion 158, thereby securing the bar relative to one leg of the scaffold.

De dwarsschoren 45, 46 en 48, 49 zijn voorzien van gaten 162, waarin de staven 152 van de verbindingsmiddelen 150 opgenamen kunnen worden. Teneinde het einde van een dwarsschoor te kunnen bevestigen wordt dit over de staaf 152.geschoven en wordt de sluiting 35- 153 gezwenkt. Wanneer de schoor de sluiting heeft vrijgegeven, 79 0 8 8 8 9 ............The cross braces 45, 46 and 48, 49 are provided with holes 162 in which the bars 152 of the connecting means 150 can be received. In order to be able to attach the end of a transverse strut, it is slid over the bar 152 and the closure 35-153 is pivoted. When the strut has released the closure, 79 0 8 8 8 9 ............

Λ - * * ' * !' ' · - ".· " _ - .12., ί ν ; ( • } ' wordt deze door een.· niet-weergegeven veer in de beginstand terug- - - f ‘ .. gedrukt, zodat-.de setoor niet van. de verbindingsmiddelen los kan ,· ’komen. Voor bet losmaken van de schoor is het slechts noodzake- lijk, de sluiting met de handgreep 15^ in te drukken en de schoor ! ί i ... :.5 weer van de. staaf af te ..schuiven,·· Nadat een dwarsschoor op een j | ' been van.de steiger’ is bevestigd, wordt een niet-veergegeven moer j }·. ©p de staaf 1-52 gedraaid, waardoor, indien dit noodzakelijk is, jΛ - * * '*!' "- -". - .12., Ί ν; (•} 'it is pushed back to - - f' .. by a spring, not shown, so that the setor cannot come loose from the connecting means, for loosening the strut it is only necessary to press the lock with the handle 15 ^ and slide the strut! ί i ...: .5 back off the rod, ·· After a cross strut on a j | ' leg of the scaffolding 'is attached, a non-springed nut j} ©. © p is turned on the rod 1-52, so that, if necessary, j

! de ..schoor dubbel wordt geblokkeerd. I! the ... brace is double blocked. I

· , · ·:·:; |.. Zoals blijkt uit de'rechterzijde vanfig» 1 en ook uit fig- 2 I·, · ·: · :; | .. As can be seen from the right side of figure 1 and also from figure 2 1

-ν,ΊΐΟ 'ondersteunt de steiger de betonbekistingen op twee verschillende j [ niveaus» De poten.van.de· steiger steunen, door middel van de vijzels j . .. I . . 92 de balken . 105 en de binten 2^,· welke de bekisting 22 voor de j \ . . vloerplaten, draagt,. De vijzels en. de verlengende buisstukken 9b, , , ·· \. ' xndien deze gebruikt worden, werken als steunorganen voor de bekis- · ' • '15. 'tingen 22 voor de vloerplaten» De zadelbalken.135 ondersteunen de · j-ν, ΊΐΟ 'the scaffold supports the concrete formwork on two different j [levels »Support the legs of the scaffold by means of the jacks j. .. I. . 92 the bars. 105 and joists 2 ^, which formwork 22 for the j \. . floorboards, carries ,. The mortars and. the lengthening pipe pieces 9b,,, ·· \. When used, these act as support members for the formwork15. tings 22 for the floorboards »The saddle beams.135 support the j

··· I. ' binten iMi, welke op hun. beurt het bodempaneel IJ van de balkbekis- j " i ' . - ’ I··· I. 'binten iMi, which on their. turn the bottom panel IJ of the beam beam j "i". - "I

; - ting 16. steunen. Alvorens ‘beton wordt gestort, worden de poten j \ i···· aan de andere zijde· van de steiger onder de balken 105 en binten 2k j j,' ingesteld., nadat de zijdelen, 18 van de bekisting 16 op hun plaats j; - support ting 16.. Before "concrete is poured, the legs j \ i ···· on the other side of the scaffold are set under the beams 105 and beams 2k j j" after the side parts 18 of the formwork 16 are in place j

! I! I

.|20 zijn gebracht». De onderste vijzels J2 worden nu zodanig bediend', ! dat de zadelbalken in de juiste stand komen voor het ondersteunen ! van de bekisting van de onderbalk. De bovenste vijzels 92 brengen de balken 105 en 2b op niveau voor het ondersteunen van de be- : kisting 22 van de vloerplaten.. | 20 have been brought ». The bottom jacks J2 are now operated in this way! that the saddle bars are in the correct position for support! of the formwork of the bottom beam. The top jacks 92 level the beams 105 and 2b to support the formwork 22 of the floorboards.

25 Nadat de beton gegoten is en. de vloerplaat 12 voldoende is verhard, zodat, deze zelf-dragend is,, worden de vijzels 95 ontlast, waardoor de delen van de plaatbekisting 22 verwijderd kunnen worden·. De onderbalk 1V blijft ondersteund door de zadelbalken, waarbij het gewicht door deze balken wordt overgedragen op de verti-30 kale poten van de steiger.25 After the concrete has been poured and. the floor slab 12 is sufficiently hardened so that it is self-supporting, the jacks 95 are relieved, whereby the parts of the slab formwork 22 can be removed. The bottom beam 1V remains supported by the saddle beams, the weight of which is transferred from these beams to the vertical legs of the scaffold.

Nadat de bekisting voor de. vloerplaten is weggenomen, worden de verlengende buisstukken 9^ uitgeschoven ter ondersteuning van de vloerplaat 12, doch zonder, de bekisting. De vijzels 95 worden nu zodanig ingesteld,, dat zij de plaat 12 volledig ondersteunen. Nadat 35. de onderbalk voldoende is gehard en zelf-dragend is, worden de on- 79 0 8 8 8 9 ......... ........ ....... ”After the formwork for the. floor slabs are removed, the lengthening pipe pieces 9 are extended to support the floor slab 12, but without the formwork. The jacks 95 are now adjusted to fully support the plate 12. After 35. the bottom beam is sufficiently hardened and self-supporting, the un- 79 0 8 8 8 9 ......... ........ ....... ”

Γ —— — 73 : ~~~ : ~ I73 —— - 73: ~~~: ~ I

f ί ' · ί derste vijzels 75 ingeschoven», waardoor de "bekisting 16 van de. talk [· - verwijderd kan worden.the lower augers 75 retracted, allowing the formwork 16 to be removed from the talc.

:-.·*·· f : ‘ De steiger 10 kan nu worden verplaatst of eventueel gedemon- ! • · teerd.: -. · * ·· f: "Scaffold 10 can now be moved or demounted! • · tar.

5 Bij niet-getruik kan de steiger 10 worden opgeslagen. Deze : kan dan weer gemakkelijk en snel worden opgezet. De verschillende ! elementen van de steigersectie 30 worden het eerst gemonteerd. 1Scaffold 10 can be stored when not in use. This: can then be set up easily and quickly. The different ! elements of the scaffolding section 30 are mounted first. 1

De stellen poten 35, 37 welke onderling verbonden zijn door dwars- ; . - 1 balken Uo. worden door de dwars schoren U5> k6 verbonden, welke j 10 · dwarssehoren door de bevestigingsmiddelen aan de steigerpoten worden: \ vastgezet. Indien vereist, worden de verlengende buisstukken 7^ > ..in de ondereinden van de poten geschoven en met de verbindingspen- . . . nen 66 vastgezet. De vijzels worden dan gemonteerd in de onderein— ! . j den van' deze buisstukken.The sets of legs 35, 37 which are interconnected by transverse; . - 1 beams Uo. are connected by the transverse braces U5> k6, which transverse braces are fastened to the scaffolding legs by the fasteners. If required, the extension tubing pieces are slid into the lower ends of the legs and with the connecting pin. . . nen 66 secured. The augers are then mounted in the bottom part! . of these pipe pieces.

15 De vijzels 92 en. de zadelbalken 135 worden aan de boveneinden van de poten-van de steigersectie 30 gemonteerd. Wanneer de bovenste! steigersectie 31 vereist wordt, worden de ondereinden van de poten j . ; verbonden met de boveneinden .van de poten van de onderste sectie ; 30 door tussenkomst van de koppelpennen 57 en indien gewenst, de ! 20 verhindingspennen 66. Als dan zijn de bovenste vijzels en de zadel- 1 balken voor. gebruik gereed. De onderste vijzels 72 worden in ver- ; king gesteld can. de zadelbalken in een stand te brengen, waarbij deze de bekisting van de balk kunnen ondersteunen, terwijl de vijzels 92 de bekisting 22 voor de vloerplaten ondersteunen op een -25 niveau boven de bodem van de balkbekisting 16. De dwarssehoren ^5, van de twee steigersecties houden het geheel stijf, terwijl de dwarssehoren U8, k-9 de poten van de bovenste en de onderste . secties verstijven. Op de dwarsliggers kO kunnen planken worden gelegd voor de arbeiders welke de steiger moeten opbouwen of af— 30 breken en voor het monteren of demonteren van de bekistingen voor de vloerplaten en de onderbalken.15 The augers 92 and. the saddle beams 135 are mounted at the top ends of the legs of the scaffold section 30. When the top one! scaffolding section 31 is required, the lower ends of the legs j. ; connected to the top ends of the legs of the bottom section; 30 through the coupling pins 57 and, if desired, the! 20 connecting pins 66. Then the top jacks and the saddle beams are 1 front. ready to use. The bottom jacks 72 are expanded. king asked can. position the saddle beams to support the beam formwork, while the jacks 92 support the formwork 22 for the floor slabs at a -25 level above the bottom of the beam formwork 16. The cross braces ^ 5, of the two scaffolding sections keep the whole rigid, while the cross braces U8, k-9 hold the legs of the top and bottom. stiffen sections. Planks can be laid on the sleepers k0 for the workers who have to build or dismantle the scaffolding and for mounting or dismounting the formwork for the floor slabs and the sub beams.

Fig. 13 toont het boveneinde van een andere uitvoeringsvorm van de steiger 10a. De balken 105 worden gesteund door de vijzels 92 van de steigerpoten. De balken i6k bevinden zich tussen de balken 35 105 en ondersteunen de bekisting 1ö“van de onderbalk. De bintén 79 0 8 8 8 9 ------..... ..... ’ , * r- . ft— : ] .Fig. 13 shows the top end of another embodiment of the scaffold 10a. The beams 105 are supported by the jacks 92 of the scaffolding legs. The beams i6k are located between the beams 35 105 and support the formwork 1ö ”of the bottom beam. The bintén 79 0 8 8 8 9 ------..... ..... ’, * r-. ft—:].

1 : Γ - 2k· welke de· bekisting 22 voor de vloerplaat ondersteunen,, rusten op . , I . ‘ blokken of,, steunorganen 165, welke zich bevinden, nabij de einden I -va'n de balken 16k en buiten, de zijdelen 18 van de balkbekisting.1: Γ - 2k, which support the formwork 22 for the floor slab, rest. , I. Blocks or support members 165 located near the ends of beams 16k and outside side members 18 of beam formwork.

! . .De steiger 10a is. overigens op dezelfde wijze uitgevoerd als j !J5 de steiger 10’ en werkt op dezelfde wijze. De balken 1 €k onder- 1 ' i \ steunende balkbekisting. 16 op de hierboven beschreven wijze doch j ! • deze balken worden op hun plaats gebracht' en daarvan verwijderd | ï . ' ! - . · door bediening door de vijzels 92. Wanneer het gewenst is de bekis- . : * {.· tingen 22 weg" te halen"terwijl de vloerbalkbekisting op zijn plaats j . T;Q . moet blijven, worden de blokken .165 weggehaald, nadat de vijzels 92 j . . \..... zijn. gelost en de binten 2k vrijkomen. De vijzels 92 worden weer | \ bediend wanneer de balk verder ondersteund moet worden. De balk i kan echter ook op een andere wijze worden geschoord, bijvoorbeeld • ‘.door enkelvoudige kolommen. · :15 . . ·' · ' ( · .··' -? ί . .. - • -i ; t . . .., - ί . , . ; ’ { - ' : " , .! . The scaffold 10a is. otherwise executed in the same way as j! J5 the jetty 10 'and works in the same way. The beams 1 € k under 1 'i \ supporting beam formwork. 16 in the manner described above, but j! • these bars are put in place 'and removed from them ï. '! -. · By operation by the jacks 92. If desired, the formwork. : * {. · Stings "to be removed" while the floor beam formwork is in place j. T; Q. the blocks .165 must be removed after the jacks 92 j. . \..... to be. unloaded and the trusses are released 2k. The augers 92 become again \ operated when the beam needs further support. However, the beam i can also be braced in another way, for example, by single columns. : 15. . · '·' (·. ·· '-? Ί. .. - • -i; t. .., - ί.,.; "{-": ",.

- i - f .· · - 1 . j -¾ : ’·; '*'v‘ : · " ί ! : ί ; · i 7908889- i - f. · - - 1. j -¾: "; '*' v ": ·" ί!: ί; · i 7908889

Claims (7)

2. Steunconstruetie rolgens conclusie 1 met het kenmerk, dat elk steunorgaan een steubblok rormt, dat rust op de balken nabij de 20 einden daarvan.2. Support construction according to claim 1, characterized in that each support member forms a block of blocks resting on the beams near the ends thereof. 3. Steunconstruetie rolgens conclusie. 2t met het kenmerk, dat ’ de steunorganen worden gerormd. door de boreneinden ran de poten, • i welke langs de balken lopen. k. Steunconstruetie rolgens conclusie 1-3 met het kenmerk, 25 dat een vijzel aan elk einde ran elke poot aanwezig is, bestaande uit een ran schroefdraad roorziene schacht, welke geschoren kan worden in het uiteinde ran een poot en naar buiten steekt, en een moer, welke orer de schacht kan bewegen en tegen het pooteinde kan steunen, waarbij door rerdraaiïng ran de moer orer de schacht 30 de lengte ran de poot, waarin zich de rijzel bevindt, kan worden ingesteld.3. Support structure according to conclusion. 2t characterized in that the support members are reformed. through the drill ends of the legs, • i which run along the beams. k. Support structure according to claims 1-3, characterized in that a screw is provided at each end of each leg, consisting of a threaded threaded shaft, which can be shaved in the end of a leg and protrudes, and a nut, which ear can move the shaft and rest against the leg end, whereby the nut can be adjusted by the rotation of the nut or the length of the leg in which the horse is located. 5. Steunconstruetie rolgens conclusie if- met het kenmerk, dat zowel aan de boren- als aan de onderzijde ran een poot ran de steiger 79 0 8 8 8 9" • .16 · ' / I of dergelijka een.vijzel aanwezig ia, ‘ ' j 6, Steunconst:nictie'volgens conclusie 1 — 5 met liet kenmerk, dat j .-een aantal steunseeties op elkaar, is gezet, waarbij de poten op j êên lijn op elkaar- rusten., terwijl verbindingsmiddelen aanwezig ’ ; 5 zijn voor bet losneembaar onderling verbinden van de naburige ein- j i ! j den van de betreffende poten, van de steiger. j | *- - . i '7* Steunconstructie volgens conclusie 6 met het kenmerk,, dat | ! . schuin verlopende dvarsschoren. zich uitstrekken tussen en bevestigd » I - [ . zijn aan de poten van die secties en de poten van andere secties ; " - ’‘l . ... i ,. · ? 10 aan dezelfde zijde daarvan* 8* . Ondersteuning volgens conclusie 6—7 met het kenmerk, dat I elk verbindingsorgaan bestaat uit een koppelpen, welke in de pootein- . - - j den kan worden'gézet*., . ' j 9· Steunconstructie volgens conclusie 8 met het kenmerk, dat de .· ·15- verbindingsmiddelen bestaan uit een. U-vormige pen met benen, ' · - . welke in op êên lijn liggende boringen van de koppelpen en de poten -f·;·' gestoken kunnen, worden. |; · 10. Onder steunings construct ie volgens conclusie 9 met het kenmerk, . · { ' dat elke poot van een. steunsectie een rij op gelijke afstand aan- . ‘.20 wezige boringen heeft, terwijl de benen van het U-vormige verbin- | dingsorgaan op een onderlinge afstand liggen, welke gelijk is aan ' de afstand tussen, de boringen in de poten.5. Support structure according to claim if, characterized in that a leg of the scaffolding 79 0 8 8 8 9 "•. 16 · '/ I or the like is provided on the bottom as well as on the underside of the scaffold. Support structure: nict according to claims 1 to 5, characterized in that a number of support sections are placed on top of one another, the legs resting on one line, while connecting means are present. for detachably interconnecting the adjacent ends of the respective legs of the scaffolding Support structure according to claim 6, characterized in that oblique cross braces. extend between and attached "I - [. to the legs of those sections and the legs of other sections;" - "" l. ... i,. ? 10 on the same side * 8 *. Support according to claims 6-7, characterized in that each connecting member consists of a coupling pin, which is inserted in the legs. - it can be set *.,. Support construction according to claim 8, characterized in that the connecting means consist of a. U-shaped pen with legs, '· -. which can be inserted into aligned bores of the coupling pin and the legs. |; Supporting construction according to claim 9, characterized in. · {'That each leg of a. support section an equal distance row. ".20 has existing bores, while the legs of the U-shaped connection | spacer is equal to the distance between the bores in the legs. 11. Ondersteuningsconstructie volgens conclusie 9-10 met het-kenmerk, dat een van de benen van heb. U-vormige verbindingsorgaan 25 langer is dan het andere.Supporting construction according to claims 9-10, characterized in that one of the legs is made of. U-shaped connector 25 is longer than the other. 12. Steunconstructie volgens conclusie 1 - 11 met het kenmerk, dat elke balk een zadelbalk is in de vorm van een I met in êên van de flenzen een langsgroef voor het opnemen van een houten strip.Support construction according to claims 1 - 11, characterized in that each beam is a saddle beam in the form of an I with a longitudinal groove in one of the flanges for receiving a wooden strip. 13. Ondersteuning volgens conclusie ^ gekenmerkt door een uitzet- 9 30 baar buisdeel dat past in het boveneinde van de poot.van de on-•dersteuning en naar buiten uitsteekt, met verbindingspennen, welke gestoken kan worden in met elkaar corresponderende gaten in die buisstukken en poten, waarbij een vijzel in bet ondereinde van de poten aanwezig is., alsmede een steunplaat welke losneembaar ver-35 bonden is met het buiteneinde van het_. verlengende buis stuk, ter- 7908889 t * * t : ' it i *-*,.· i ,.f wijl bouten aanwezig zijn τοογ het losneembaar hevestigen van elke * f I steunplaat aan de "bekisting- op "bedoeld tweede niveau. 1¼. Steunconstructie volgens conclusie it- met het kenmerk, dat aan · het "boveneinde van elke poot een vijzel aanwezig is, "bestaande uit I 5 een steunplaat, welke losneembaar bevestigd is aan het buiteneinde - van de?schacht van een vijzel, terwijl bouten dienen voor het los- ; neembaar bevestigen van elke steunplaat aan de bouwbekisting op het ; bedoelde tweede niveau. ; * * ' .1 j . - : 5- Steunconstructie .volgens conclusie h met het kenmerk, dat aan : 10 élk ondereinde van een poot'een vijzel aanwezig is met een steun- ; plaat, welke losneembaar bevestigd is aan het .buiteneinde van de ’ : schacht-van de vijzel. j : - f “ 1éj. Steunconstructie volgens conclusie Λ gekenmerkt door" een ver— j lengend buisstuk, dat in het ondereinde van de poot is bevestgid ! i 15. en. naar buiten steekt r bevestigingspennen met benen, welke los- j : neembaar bevestigbaar zijn in met elkaar strokende openingen in de *' * f verlengende buisstukken en de poten, waarin dat buisstuk is beves— ; * · . - » . .. tigdr waarbij elk buisstuk een verlenging van de poot vormt,, terwijl! ί een vijzel in het boveneinde van elke poot is aangebracht met een ’ 20 steunplaat, welke losneembaar bevestigd is aan het- buiteneinde van elk verlengend buisstuk. ’ IT. Ondersteuning volgens conclusie 1 .gekenmerkt door een verlengend buisstuk, dat in het ondereinde van de poot is bevestigd en naar buiten steekt, terwijl verbindingspennen met benen losneembaar be-25 vestigd kunnen worden in boringen, welke zich bevinden in het . verlengende buisstuk en de poten van de vijzel en waarmede deze delen vastgezet kunnen worden, terwijl "in elk verlengend buisstuk aan het ondereinde ervan een vijzel aanwezig is, alsmede een steunplaat, welke losneembaar bevestigd is aan het buiteneinde van de schacht 30 van elke vijzel-en voorts bouten worden gebruikt voor het losneembaar bevestigen van elke steunplaat ©p een drager.13. Support according to claim 1, characterized by an expandable pipe section which fits into the upper end of the leg of the support and protrudes outwards, with connecting pins, which can be inserted into corresponding holes in said pipe pieces. and legs, wherein a jack is provided in the lower end of the legs, as well as a support plate which is detachably connected to the outer end of the legs. extension pipe piece, 7908889 t * * t: 'it i * - * ,. · i,. if bolts are present τοογ detachably attach each * f I support plate to the "formwork on" second level. 1¼. Support construction according to claim 1, characterized in that at the "top end of each leg there is a jack," consisting of a support plate, which is releasably attached to the outer end of the shaft of a jack, while bolts serve for unloading; removably attaching each support plate to the building formwork on it; second level referred to. ; * * '. 1 y. Support construction according to claim h, characterized in that at each bottom end of a leg there is a mortar with a support; plate, which is releasably attached to the outer end of the shaft of the auger. j: - f “1éj. Support construction according to claim 1, characterized by "an elongated pipe section which is fastened in the lower end of the leg 15. and protrudes outwardly fixing pins with legs, which can be detachably attached in mutually matching openings in the lengthening pipe pieces and the legs, in which said pipe piece is fixed, each pipe piece forming an extension of the leg, while a jack in the top of each leg is provided with a 20 support plate, which is releasably attached to the outer end of each elongated tubing. Support according to claim 1, characterized by an elongating tubing fitted into the lower end of the leg and projecting outwardly. connecting pins with legs can be releasably secured in bores, which are located in the extension pipe section and the legs of the auger and with which these parts can be fixed, while in each The pipe section has a jack at its lower end, as well as a support plate, which is releasably attached to the outer end of the shaft 30 of each jack, and further bolts are used for releasably attaching each support plate to a support. 18. Steunconstructie volgens conclusie ^ gekenmerkt door een verlengend buisstuk,. dat in het boveneinde van de poot is gezet en naar buiten steekt, bevestigingspennen met benen vastgezet kunnen 35 worden in met elkaar strokende boringen in dat buisdeel en de poot 7908889 * ί - . : " ' - -1* ' ' ' voor het' losneembaar .erin bevestigen van dat buisdeel, een verti-. ! - kale mof aanwezig- is voor het verbinden van elk einde van een horizontale balk, waarbij elk van de moffen kan verschuiven over het verlengende buisstuk en dan op het boveneinde van de poot, waarin j ',.5 een buisstuk is bevestigd, kan. rusten. 1 * 19· Ondersteuning: volgens conclusie 13, 16, 17 of 19 met het kenr- j ! .· merk, dat elke poot van een steunsectie en elk verlengend buis- j j stuk. een rij in langsrichting'verlopende gaten heeft met onder- ί . I ' ' j I . ling gelijke afstanden, terwijl de.'verbindin-gspennen. U-vormig ! * * ί:/ * t -.[10· zijn uitgevoerd,, waarvan de benen een afstand hebben, welke gelijk j is aan. de. onderlinge afstand van de boringen in de poot en de ver- :* . ! lengende buis stukken. ί 20.. Ondersteuning volgens conclusie 19 met het kenmerk, dat elk. * * - . j.. verlengend buisstuk een half gat: ia dat einde heeft, dat in de "· ':15' poot van de-steiger reikt. '21. Ondersteuning volgens conclusie 19-20 met het kenmerk, dat j t' ? . · Ί - ’ . êên van de benen'vaa'.het U-vormige verbindingsorgaan. langer is dan . ·: het., andere. r- ' ,·. " ! --——— ί j' - I * I t '790888$Support construction according to claim 1, characterized by an elongated pipe section, which is set in the upper end of the leg and protrudes outward, fastening pins with legs can be secured in tapered bores in that tube section and the leg 7908889. : "" - -1 * "" "for releasably securing that tubing section, a vertical sleeve - bare sleeve is provided - for connecting each end of a horizontal bar, each of the sleeves slidable 1 * 19 · Support: according to claim 13, 16, 17 or 19, characterized in that it can rest over the lengthening pipe piece and then on the top end of the leg, in which a pipe piece is fixed. Note that each leg of a support section and each extension tube has a row of longitudinal tapered holes with equal spacing, while the connecting pins. shaped, the legs of which are spaced equal to the distance between the bores in the leg and the elongated legs. pipe pieces. 20 .. Support according to claim 19, characterized in that each. * * -. j .. extension pipe piece has a half hole: ia that end, which is in the "· ': 15' leg of the scaffold reaches. '21. Support according to claims 19-20, characterized in that j t '? . · Ί - ". One of the legs of the U-shaped connector. is longer than. ·: the other. r- ', ·. "! --—— ί j '- I * I t' 790888 $
NL7908889A 1978-12-11 1979-12-10 SUPPORT FOR A CONSTRUCTION FORMWORK. NL7908889A (en)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US96828278A 1978-12-11 1978-12-11
US96828278 1978-12-11

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7908889A true NL7908889A (en) 1980-06-13

Family

ID=25514005

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7908889A NL7908889A (en) 1978-12-11 1979-12-10 SUPPORT FOR A CONSTRUCTION FORMWORK.

Country Status (9)

Country Link
JP (1) JPS55116970A (en)
AU (1) AU5370979A (en)
DE (1) DE2949795A1 (en)
DK (1) DK524879A (en)
FR (1) FR2444136A1 (en)
GB (1) GB2041059B (en)
NL (1) NL7908889A (en)
NO (1) NO794017L (en)
SE (1) SE7910141L (en)

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4462197A (en) * 1980-09-10 1984-07-31 Harsco Corporation Shoring system and parts thereof
FR2540926B1 (en) * 1983-02-11 1988-07-15 Baurep & Rekonstr Kom Veb SET OF STRUCTURAL ELEMENTS FOR SUPPORTING WORKING PLATFORMS ON SCAFFOLDING TOWERS OR THE LIKE
CA1242591A (en) * 1984-12-27 1988-10-04 Ronald J. Johnston Truss arrangement
DE3641349C5 (en) * 1986-12-03 2004-02-12 Friedr. Ischebeck Gmbh construction support
FR2631062A1 (en) * 1988-05-06 1989-11-10 Alucoffrage Sarl Special superstructure for a falsework tower
FR2689930A1 (en) * 1992-04-14 1993-10-15 Ottenwaelder Bernard Telescopic shoring device with adjustable head.
US5398909A (en) * 1993-09-13 1995-03-21 Channel Form Systems Inc. Channel beam and T-bolt system
ES2133076B1 (en) * 1996-10-22 2000-04-01 Ingenieria Encofrados Servi Sl LOAD SUPPORT STRUCTURE.
DE10038659A1 (en) * 2000-08-08 2002-02-21 Peri Gmbh Device to support formwork, especially for ceiling; has at least one support frame with at least two supports connected by at least one carrier and adjustable support element to support shoring
WO2023073637A1 (en) * 2021-10-28 2023-05-04 Guidara Antonio Vertical support structure for the construction of reinforced concrete floors

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1442582A (en) * 1921-08-04 1923-01-16 Tubular Scaffolding Company Lt Scaffolding
US3120941A (en) * 1960-11-18 1964-02-11 Automatic Devices Inc Scaffold frame
FR1598062A (en) * 1968-12-23 1970-06-29
CA941138A (en) * 1971-11-12 1974-02-05 Peter J. Avery Concrete forming structure
FR2345568A1 (en) * 1976-03-26 1977-10-21 Self Lock Echafaudages Support or scaffolding construction system - has column components with clamps at ends for transverse tube sections
US4123032A (en) * 1977-07-05 1978-10-31 Ingenium Ingenieurgesellschaft Fur Mehrzweckbauten, Industrieanlagen Und Gelandenutzung Mbh Bau-Kommanditgesellschaft Arrangement for encasing steel concrete ceilings provided with trusses

Also Published As

Publication number Publication date
AU5370979A (en) 1980-07-10
DK524879A (en) 1980-06-12
NO794017L (en) 1980-06-12
SE7910141L (en) 1980-06-12
JPS55116970A (en) 1980-09-08
DE2949795A1 (en) 1980-06-26
FR2444136B1 (en) 1984-10-26
GB2041059A (en) 1980-09-03
GB2041059B (en) 1983-03-09
FR2444136A1 (en) 1980-07-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4470574A (en) Support structure for building forms
US2897013A (en) Knockdown scaffold
US6539677B1 (en) Form brace with adjustable face
NL7908889A (en) SUPPORT FOR A CONSTRUCTION FORMWORK.
US4074792A (en) Portable hanging scaffold
AU2009229528A1 (en) Track-guided self-climbing shuttering system with climbing rail extension pieces
US20060201747A1 (en) Ladder for working concrete
US3515244A (en) Scaffolding device
US3491852A (en) Ladder scaffold
US2272957A (en) Scaffold
US1961967A (en) Portable scaffold
US4102096A (en) Leg brace assembly for adjustable shoring apparatus
US2142651A (en) Scaffolding
US2201608A (en) Scaffolding
US4585204A (en) Concrete forming system
US2593386A (en) Folding scaffold
US3223370A (en) Plank support bracket
US2549212A (en) Adjustable scaffolding
US6340070B1 (en) Adjustable cantilever scaffolding
FI87679B (en) STAELLNINGSGOLBOTTENDEL
US20050199441A1 (en) Adjustable scaffold hanger
US4003541A (en) Portable decking form
US2546676A (en) Sidewalk bridge scaffold
US3726362A (en) A c scaffold frame
US2916245A (en) Adjustable scaffold bracket

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed