NL7908556A - GROUND TILLING DEVICE. - Google Patents

GROUND TILLING DEVICE. Download PDF

Info

Publication number
NL7908556A
NL7908556A NL7908556A NL7908556A NL7908556A NL 7908556 A NL7908556 A NL 7908556A NL 7908556 A NL7908556 A NL 7908556A NL 7908556 A NL7908556 A NL 7908556A NL 7908556 A NL7908556 A NL 7908556A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
support
arm
support arm
frame
wheel
Prior art date
Application number
NL7908556A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Deere & Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Deere & Co filed Critical Deere & Co
Publication of NL7908556A publication Critical patent/NL7908556A/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B3/00Ploughs with fixed plough-shares
    • A01B3/24Tractor-drawn ploughs
    • A01B3/26Tractor-drawn ploughs without alternating possibility
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B63/00Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements
    • A01B63/14Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements for implements drawn by animals or tractors
    • A01B63/16Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements for implements drawn by animals or tractors with wheels adjustable relatively to the frame
    • A01B63/22Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements for implements drawn by animals or tractors with wheels adjustable relatively to the frame operated by hydraulic or pneumatic means

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)
  • Agricultural Machines (AREA)
  • Harvesting Machines For Root Crops (AREA)

Description

» r • -I- 21035/CV/tl»R • -I- 21035 / CV / tl

Aanvrager: Deere & Company ,Moline, Illinois, Verenigde Staten vanApplicant: Deere & Company, Moline, Illinois, USA

Amerika.America.

Korte Aanduiding: Grondbewerkingsinrichting.Brief Designation: Tillage implement.

55

De uitvinding heeft betrekkking op een grondbewerkingsinrichting, in het bijzonder een ploeg met een via althans een hydromotor verstelbare instelinrichting voor de gemeenschappelijke hoogteinstelling van tenminste twee aan een gestel van de grondbwerkingsinrrhting verticaal zwenkbaar 10 gelegerde loopwielen.The invention relates to a soil tillage implement, in particular a plow with an adjustment device adjustable via at least a hydraulic motor for the common height adjustment of at least two running wheels which are vertically pivotable on a frame of the soil tillage implement.

Uit het Amerikaanse octrooischrift 3.090.449 is een schijvenploeg bekend,waarbij de aan een hoofdgestel aangebrachte loopwielen via een enkele dubbelwerkende hydraulische cilinder gemeenschappelijk te verstellen zijn,daar hiertoe de hydraulische cilinder tussen de beide draagarmen 15 van de loopwielen is aangebracht en deze uit elkaar beweegt resp.samentrekt en zodoende het werktuig heft resp. naar beneden beweegt. Door deze opstelling van het gestel is slechts een parallelle verstelling van het gestel ten opzichte van het staanvlak van de ploeg mogelijk.A disc plow is known from U.S. Pat. No. 3,090,449, in which the running wheels mounted on a main frame can be adjusted in common via a single double-acting hydraulic cylinder, for this purpose the hydraulic cylinder is arranged between the two supporting arms of the running wheels and moves them apart or contract and thereby lift the implement. moves down. Due to this arrangement of the frame, only a parallel adjustment of the frame relative to the standing surface of the plow is possible.

Daarentegen wordt met de uitvinding beoogd de grondbewerkingsin-20 richting via de loopwielen zodanig naar beneden te bewegen,dat een eenvoudig inbrengen van de grondbewerkingswerktuigen in de bodem mogelijk is.On the other hand, the object of the invention is to move the soil tillage device downwards via the running wheels in such a way that a simple introduction of the soil tillage implements into the soil is possible.

Volgens de uitvinding kan dit daardoor worden bereikt,dat de in-stelinrichting een beurtelings verstelbare stangeninrichting omvat,die aan een einde aan een draagarm van een voorwiel en aan het andere einde 25 via een spelingsverbinding met een draagarm van althans een steunwiel verbonden is. Door het gunstige naar beneden bewegen van de grondbewerkingsinrichting is het, in het bijzonder bij ploegscharen,mogelijk deze gemakkelijker in de bodem in te brengen,zodat bij het ploegen met meerdere ploegscharen de vereiste kracht voor het inbrengen van de ploegscharen 30 verhoudingsgewijs klein kan worden gehouden. Om een sneller heffen van het ene loopwiel ten opzichte van het andere loopwiel te waarborgen is de verstelinrichting aan een einde aan de draagarm van een voorwiel (in een voor'lopend wiel) en aan het andere einde via een spelingsverbinding met een draagarm van althans een steunwiel verbonden.According to the invention, this can be achieved in that the adjusting device comprises an alternately adjustable rod device, which is connected at one end to a support arm of a front wheel and at the other end via a clearance connection to a support arm of at least one support wheel. The favorable downward movement of the soil tillage device makes it easier, especially with plowshares, to insert it into the soil, so that when plowing with several plowshares, the force required for inserting the plowshares 30 can be kept relatively small. . In order to ensure a faster lifting of one running wheel relative to the other running wheel, the adjusting device is at one end on the support arm of a front wheel (in a leading wheel) and at the other end via a clearance connection with at least one support arm. support wheel connected.

35 Verder is het van voordeel,dat tussen het gestel en de draagarm van het steunwiel een aanslag voor instelling van de onderste werkstand 79 0 g 5 56 -2- 21035/CV/tl is aangebracht. Indien de draagarm van het ene steunwiel tegen de aanslag aan komt te liggen kan de andere draagarm nog verder omhoog bewogen worden en zodoende het gestel voor opname van de grondbewerkingswerktuigen evenwijdig aan het ondersteuningsvlak van de inrichting uitgericht worden, 3 zodat een perfect ploegen mogelijk is. Hiertoe is het van voordeel,dat met betrekking tot,de rijrichting de loopwielen aan weerszijden van het gestel zijn aangebracht en dat bij verstelling in de werkstand de voorste loopwielen sneller worden geheven dan de achterste loopwielen. Verder is het van voordeel,dat bij het omlaag bewegen van het gestel de punt van het 10 grondbwerkingswerktuig naar beneden gericht is en dat bij aanliggen van de draagarm van het steunwiel tegen de aanslag de draagarm van het voorwiel nog verder te heffen is.It is furthermore advantageous that a stop for adjusting the lower working position 79 0 g 5 56 -2-21035 / CV / tl is arranged between the frame and the support arm of the support wheel. If the support arm of one support wheel comes to rest against the stop, the other support arm can be moved even further upwards and thus the frame for receiving the tillage implements can be aligned parallel to the support surface of the device, so that perfect plowing is possible. For this purpose it is advantageous that the running wheels are arranged on either side of the frame with respect to the direction of travel and that the front running wheels are lifted faster than the rear running wheels when adjusted in the working position. It is furthermore advantageous that when the frame is lowered the point of the soil working implement is directed downwards and that the support arm of the front wheel can be raised even further when the support arm of the support wheel is resting against the stop.

Om een beschadiging van de hydraulische motor te vermijden is het van voordeel,dat deze binnen het gestel is aangebracht.In order to avoid damage to the hydraulic motor, it is advantageous that it is arranged within the frame.

15 Een eenvoudige en goede verstelling van de beide aan het draagge- stel aangebrachte loopwielen en voorwielen verkrijgt men daardoor,dat de spelingsverbinding uit een met de hydromotor verbonden aan de draagarm van het steunwiel zwenkbaar gelegerde stuurarm en een een aanslag omvattende,star met de draagarm verbonden verstelarm wordt gevormd,waarbij de 20 aanslag tegen de stuurarm aan komt te liggen indien het voorwiel zich niet in een werkstand resp.ploegstand bevindt en niet in aanligging komt,indien het voorwiel zich in zijn ploegstand bevindt resp. in de stand waarin de grondbewerkingswerktuigen hun werkstand ingenomen hebben.A simple and good adjustment of the two running wheels and front wheels mounted on the support frame is thereby obtained, that the clearance connection consists of a steering arm pivotally mounted on the support arm of the support wheel connected to the support arm and a stop which is rigid with the support arm connected adjustment arm is formed, the stop being in contact with the steering arm if the front wheel is not in a working position or plow position and does not come into contact, if the front wheel is in its plow position or. in the position in which the tillage implements have assumed their working position.

Verder is het van voordeel,dat de aanslag,welke tegen de draagarm 25 komt aan te liggen,instelbaar is en dat het gestel voor het opnemen van de loopwielen een hol gevormd deel voor het opnemen van de verstelmiddelen resp.de hydromotor omvat. Door de verstelbare aanslag kan een nauwkeurig uitrichten van het ploeglichaam met betrekking tot het ondersteuningsvlak van het werktuig mogelijk worden.It is furthermore advantageous that the stop which comes to bear against the support arm 25 is adjustable and that the frame for receiving the running wheels comprises a hollow shaped part for receiving the adjusting means or the hydraulic motor. The adjustable stop makes it possible to accurately align the plow body with respect to the support surface of the implement.

30 Verder is het van voordeel dat de draagarm van het steunwiel,de verstelmiddelen resp.de hydromotor en de daarbij behorende verbindingselementen met betrekking tot de werkrichting achter elkaar in een vlak zijn aangebracht. Aangezien de afzonderlijke delen althans in hoofdzaak achter elkaar in een vlak zijn aangebracht kunnen buigkrachten voor verstelling 35 van de loopwielen in vergaande mate worden uitgeschakeld.It is furthermore advantageous that the support arm of the support wheel, the adjusting means or the hydraulic motor and the associated connecting elements are arranged one behind the other with respect to the working direction. Since the individual parts are arranged at least substantially one behind the other in a plane, bending forces for adjustment of the running wheels can be largely eliminated.

Bovendien is het van voordeel,dat de draagarm met zijn boveneinde 790 85 56 f -3- 21035/CV/tl w aan het hol gevormde deel van het gestel aangesloten is,verticaal zwenk-baar aan een scharnierbout is gelegerd en zijn verstelaim ich naar boven door een in het hol gevormde deel aangebrachte opening uitstrekt,waarbij deze met de stuurarm in contact te brengen is. Volgens een verder kenmerk 5 van de uitvinding is het van voordeel,dat het verstelmiddel als spanbout uitgevoerd is en met een einde boven de legerplaats van de draagarm van het steunwiel op de stuurarm en met het andere einde onder de legerplaats van de draagarm van het voorwiel daarop aangrijpt,terwijl de hydromotor aan een einde aan het gestel en aan het andere einde op de stuurarm aan- 1Ö grijpt ,welke in een bepaald gebied ten opzichte van de draagarm van het steunwiel verstelbaar is. Verder is het van voordeel,dat de asafstanden tussen de legerplaatsen van de draagarm van het steunwiel en de aansluit-plaats van de spanbout aan deze draagarm kleiner is dan de asafstand van de legerplaats van de draagarm van het voorwiel en de aansluitplaat? van 15 de spanbout op deze draagarm. Door de verschillende asafstanden kan ook een verschillende snelheid ter verstelling van de loopwielen bereikt worden.In addition, it is advantageous that the support arm with its top end 790 85 56 f -3- 21035 / CV / tl w is connected to the hollow part of the frame, is mounted vertically pivotable on a hinge bolt and adjusts its position to at the top extends through an opening provided in the hollow-shaped part, whereby it can be brought into contact with the control arm. According to a further feature 5 of the invention it is advantageous that the adjusting means is designed as a tensioning bolt and with one end above the bearing position of the support arm of the support wheel on the steering arm and with the other end below the bearing position of the support arm of the front wheel. engages it, while the hydraulic motor engages at one end on the frame and at the other end on the control arm, which is adjustable in a specific area relative to the support arm of the support wheel. It is furthermore advantageous that the axial distances between the bearing positions of the support arm of the support wheel and the connection location of the tensioning bolt on this support arm are smaller than the center distance of the bearing position of the support arm of the front wheel and the connection plate. of the tensioning bolt on this suspension arm. Due to the different axle distances, a different speed for adjusting the running wheels can also be achieved.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van een grond-20 bewerkingsinrichting volgens de uitvinding.The invention will be explained in more detail below with reference to an exemplary embodiment of a soil working device according to the invention shown in the accompanying figures.

Fig. 1 toont een bovenaanzicht op de naar beneden verzwenkbare loopwielen van een ploeg,welke zich in zijn geheven stand bevindt.Fig. 1 shows a top view of the downwardly pivotable running wheels of a plow, which is in its raised position.

Fig. 2 toont een deel van de ploeg terwijl de ploeg zich in zijn transportstand bevindt.Fig. 2 shows part of the plow while the plow is in its transport position.

25 Fig. 3 toont een met fig.2 overeenkomend zijaanzicht in een stand van de ploeg,waarin de ploegscharen in de bodem gebracht worden.FIG. 3 shows a side view corresponding with FIG. 2 in a position of the plow, in which the plowshares are introduced into the ground.

Fig. 4 toont een met fig.2 overeenkomend aanzicht,waarbij echter de loopwielen omhoog bewogen zijn en de ploeg zich in zijn werkstand bevindt.Fig. 4 shows a view similar to FIG. 2, but the running wheels have been moved upwards and the plow is in its working position.

Fig. 5 toont een bovenaanzicht op het achterste deel van het stangen-30 stelsel met de daarbij behorende draagarm en stuurarm voor het loopwiel.Fig. 5 shows a top view of the rear part of the rod system with the associated support arm and control wheel for the running wheel.

Fig. 6 toont een zijaanzicht op fig.5.Fig. 6 is a side view of FIG. 5.

De in de figuren weergegeven ploeg omvat een hoofdgestel 10,dat zich schuin op de rijrichting van de ploeg tijdens bedrijf uitstrekt en waaraan via een scharnierbout 11 een aanhanginrichting 12 is aangesloten.The plow shown in the figures comprises a main frame 10, which extends obliquely to the direction of travel of the plow during operation and to which a trailer device 12 is connected via a hinge bolt 11.

35 Aan het vooreinde van de aanhanginrichting 12 is een trekstang 14 met behulp van een horizontaal verlopende scharnierbout 15 scharnierend aange- 730 85 56 * -4- 21035/CV/tl sloten. Het vooreinde van de aanhanginrichting 12 is zijdelings via een zich tussen het hoofdgestel 10 en de aanhanginrichting 12 uitstrekkende schoor 16 afgesteund. Aan het hoofdgestel 10 zijn een aantal schijfvormige kouters 18 en een aantal ploeglichamen 20 aangebracht,waarbij iedere 5 schaar van een ploeglichaam 20 een schaarpunt 22 bezit.At the front end of the trailer device 12, a tie rod 14 is hinged with the aid of a horizontally extending hinge bolt 15. 730 85 56 * -4- 21035 / CV / tl locks. The front end of the trailer device 12 is supported laterally via a brace 16 extending between the main frame 10 and the trailer device 12. A number of disc-shaped coulters 18 and a number of plow bodies 20 are arranged on the main frame 10, each pair of scissors of a plow body 20 having a scissor tip 22.

Het hoofdgestel 10 is aan een uiteinde via een verticaal verlopende scharnierbout 24 met een hol gevormde drager 26 verbonden.De drager 26 is met zijn vooreinde via een schoor 27 aanvullend zijdelings op het hoofdgestel 10 afgesteund.The main frame 10 is connected at one end via a vertically extending hinge bolt 24 to a hollow-shaped carrier 26. The carrier 26 is additionally supported laterally on the main frame 10 via a strut 27 with its front end.

10 Aan de drager 26 is verder een draagarm 30 met behulp van een ho rizontaal verlopende scharnierbout 28 verticaal verzwenkbaar aangesloten. Een voorwiel 36 omvat een naaf 34 waaraan een tap is aangesloten,welke met behulp van een leger 32 in de draagarm 30 bijvoorbeeld draaibaar kan zijn opgenomen. Zoals in het bijzonder uit fig.l blijkt is de draagarm 15 naar binnen afgebogen zodat het voorwiel 36 zich achter het laatste ploeglichaam 20 bevindt eri dus in de door dit ploeglichaam gevormde voor zal lopen.A support arm 30 is further connected to the support 26 vertically pivotally by means of a horizontally extending hinge bolt 28. A front wheel 36 comprises a hub 34 to which a trunnion is connected, which can for instance be rotatably received in the support arm 30 by means of an bearing 32. As can be seen in particular from Fig. 1, the supporting arm 15 is bent inwards so that the front wheel 36 is located behind the last plow body 20 and will therefore run in the front formed by this plow body.

Voor het voorwiel 36 bevindt zich een steuninrichting 38 waartoe een draagarm 40 behoort,welke beweegbaar resp.zwenkbaar met de drager 26 20 via een horizontaal verlopende scharnierbout 42 verbonden is. De scharnierbout 42 is opgenomen tussen draagoran 44,die aan weerszijden aan het vooreinde van de drager 26 zijn bevestigd,bijvoorbeeld vastgelast. Twee steunwielen 48 zijn met behulp van een as 50 aan het vooreinde van de draagarm 40 aangesloten en kunnen begrensd om een as 52 zwenken.In front of the front wheel 36 there is a support device 38 to which a carrying arm 40 belongs, which is connected movably or pivotally to the carrier 26 via a horizontally extending hinge bolt 42. The hinge bolt 42 is interposed between carrier member 44, which are attached to the front end of carrier 26 on either side, for example, welded. Two support wheels 48 are connected to the front end of the carrying arm 40 by means of a shaft 50 and can pivot about a shaft 52 in a limited manner.

25 Aan het vooreinde van het hoofdgestel 10 bevindt zich een voorste voorwiel 54. Een hydraulische cilinder dient voor het heffen en naar beneden bewegen van het hoofdgestel 10 met betrekking tot dit voorste voorwiel 54.At the front end of the main frame 10 there is a front front wheel 54. A hydraulic cylinder serves to lift and lower the main frame 10 with respect to this front front wheel 54.

De draagarm 40 is bijvoorbeeld gelast aan een bus 56,die draaibaar 30 op de scharnierbout 42 is gelegerd. Aan dê bus 56 zijn verder twee evenwijdig aan elkaar verlopende en op afstand van elkaar aangebrachte platen 58 bevestigd,waartussen een door de platen 58 gedragen aanslag 60 is aangebracht.De bus 56,de platen 58} de aanslag 60 en de draagarm 40 vormen een op zich star gesteldeelte. Een zwenkarm resp.een heen en weer ver-35 zwenkbare plaat 62 is vdj zwenkbaar op de bus 56 tussen de platen 58 aangebracht en omvat een contactvlak 63,dat tegen de aanslag 60 komt te lig- 790 85 56 -5- 21035/CV/tl gen, indien de plaat 62 in de richting van de wijzers van de klok met betrekking tot fig.6 naar voren wordt gezwenkt.For example, the support arm 40 is welded to a sleeve 56 which is rotatably mounted on the hinge bolt 42. Furthermore, the sleeve 56 is fitted with two plates 58 running parallel to each other and spaced apart, between which a stop 60 carried by the plates 58 is arranged. The sleeve 56, the plates 58, the stop 60 and the support arm 40 form a in itself rigid frame. A pivot arm or a reciprocally pivotable plate 62 is pivotally mounted on the sleeve 56 between the plates 58 and comprises a contact surface 63 which comes to rest against the stop 60 790 85 56 -5- 21035 / CV If the plate 62 is pivoted forward in a clockwise direction with respect to Figure 6.

Een opening 64 bevindt zich in de bodem van de drager 26,zodat de platen 58 en 62 zich naar boven door deze opening kunnen uitstrekken 5 (fig.l), Een dubbelwerkende hydromotor of verstelcilinder 66 is met behulp van een vasthoudorgaan 68 aan de drager 26 aangesloten. Door het gevorkte einde van de cilinderstang van de hydromotor 66 en door een boring 70 aan het boveneinde van de plaat 62êtrekt zich voor de aansluiting van de hydromotor 66 een bout uit. Een verdere boring 72 onder de boring 70 10 dient voor het opnemen van een verdere bout,die voor het aansluiten van een stangeninrichting 74 dient. Een spanbout 78 is in een huls 76 van de stangeninrichting 74 ingeschroefd. Een deel van de bout en de spanbout 78 evenals de plaat 62 zijn centrisch met betrekking tot de bus 56 (fig.5) tussen de platen 58 uitgericht,welke verhinderen,dat de bout uit de span-15 schroef 78 en de boring 72 valt. Een vergrendelschroef 80 is op de span-schroef 78 geschroefd en ligt tegen de huls 76 aan om een verstelling van de spanschroef te verhinderen. Het buiteneinde van de spanschroef 78 van de stangeninrichting 74 is zwenkbaar opgenoraen met behulp van een bout 82 van een vasthoudorgaan 84,welke is gevormd uit twee evenwijdig aan elkaar 20 verlopende platen,die aan weerszijden van de draagarm 30 bevestigd en gemeenschappelijk met de draagarm 30 om de scharnierbout 28 zwenkbaar zijn.An opening 64 is located in the bottom of the carrier 26 so that the plates 58 and 62 can extend upward through this opening 5 (Fig. 1). A double-acting hydraulic motor or adjusting cylinder 66 is attached to the carrier by means of a holding member 68 26 connected. Through the forked end of the cylinder rod of the hydraulic motor 66 and through a bore 70 at the top end of the plate 62, a bolt extends for the connection of the hydraulic motor 66. A further bore 72 below the bore 70 serves to receive a further bolt which serves to connect a rod device 74. A clamping bolt 78 is screwed into a sleeve 76 of the rod arrangement 74. A portion of the bolt and the tensioning bolt 78 as well as the plate 62 are centered with respect to the sleeve 56 (Fig. 5) between the plates 58 which prevent the bolt from falling out of the tensioning screw 78 and the bore 72 . A locking screw 80 is screwed onto the tension screw 78 and abuts the sleeve 76 to prevent adjustment of the tension screw. The outer end of the turnbuckle 78 of the rod assembly 74 is pivotally incorporated by a bolt 82 of a retaining member 84, which is formed of two plates running parallel to each other, mounted on either side of the support arm 30 and in common with the support arm 30 be pivotable about the hinge bolt 28.

De hydromotor 66 bewerkstelligd in zijn uitgeschoven stand dat de draagplaat 62 met zijn voorste oppervlak tegen de aanslag 60 aanligt en daardoor de platen 58 en de draagarm 40 in de richting van de wijzers van 25 de klok verstelt,zodat de steunwielen 48 naar beneden worden bewogen totdat de hydromotor 66 geheel is uitgeschoven. Een verstelling van de plaat 62 in de richting van de wijzers van de klok bewerkstelligt eveneens een verschuiving van de stangeninrichting 74 naar voren,zodat het vasthoudorgaan 84 en de draagarm 30 in tegengestelde draairichting ver-30 zwenkt worden voor het naar beneden bewegen van het voorwiel 36,waardoor de drager 26 van het hoofdgestel 10 geheven wordt. De verstelling van de stangeninrichting 74 bewerkstellig*1 een verzwenken van de draagarm 40 om de scharnierbout 42 overeen overeenkomstig groter bedrag dan de drager 30 welke om de scharnierbout 28 zwenkt. De steunwielen 48 worden zodoende 35 over een groter bedrag geheven resp. naar beneden bewogen dan het voorwiel· 36. Zoals in het bijzader uit fig.l en 5 blijkt zijn de verstelelementen 790 85 56 w· * -6- 21035/CV/tl van de stangeninrichting 74,de draagarm 40,de platen 58 en 62,het vast-houdorgaan 84 en de hydromotor 66 ongeveer in een vlak aangebracht,zodat buigmomenten resp. buigkrachten kunnen worden uitgeschakeld.The hydraulic motor 66, in its extended position, causes the support plate 62 with its front surface to abut the stop 60 and thereby adjust the plates 58 and the support arm 40 clockwise so that the support wheels 48 are moved downward until the hydromotor 66 is fully extended. Clockwise adjustment of the plate 62 also causes the rod arrangement 74 to move forward, so that the retaining member 84 and the carrying arm 30 are pivoted in the opposite direction of rotation to lower the front wheel. 36, whereby the carrier 26 of the main frame 10 is lifted. The adjustment of the rod arrangement 74 accomplishes a pivoting of the support arm 40 about the hinge bolt 42 by a corresponding amount greater than the support 30 which pivots about the hinge bolt 28. The support wheels 48 are thus raised or raised over a larger amount. moved downwards than the front wheel · 36. As can be seen in the accompanying figure from fig. 1 and 5, the adjusting elements 790 85 56 w * -6- 21035 / CV / tl of the rod arrangement 74, the support arm 40, the plates 58 and 62, the retaining member 84 and the hydromotor 66 are arranged approximately in one plane, so that bending moments resp. bending forces can be switched off.

Door het ineen schuiven van de hydromotor 66 wordt de draagplaat 5 62 tegen de wijzers van de klok in gedraaid en het gewicht van het ploeg-lichaam 20 en het wielsamenstel 38 dringt de arm 40 en de platen 58 in een richting tegen de wijzers van de klok in,zodat de aanslag 60 tegen de contactvlakken 63 blijft liggen totdat de steunwielen 48 de stand innemen waarin kan worden geploegd. Indien de plaat 62 tegen de wijzers van de 10 klok in verdraaid wordt wordt de stangeninrichting 74 naar achteren verschoven waardoor het mogelijk wordt,dat het vasthoudorgaan 84 en de draagarm 30 in de richting van de wijzers van de klok verzwenken,zodat het voorwiel 36 omhoog wordt bewogen,echter met een geringere snelheid dan de steunwielen 48,daar de stangeninrichting 74 resp. de draagarmen 30 resp.By sliding together the hydraulic motor 66, the support plate 62 is rotated counterclockwise and the weight of the plow body 20 and the wheel assembly 38 urges the arm 40 and the plates 58 in a counterclockwise direction. clockwise, so that the stop 60 remains in contact with the contact surfaces 63 until the support wheels 48 assume the plowing position. When the plate 62 is rotated counterclockwise, the rod device 74 is shifted backward allowing the retainer 84 and the carrying arm 30 to pivot clockwise so that the front wheel 36 is raised is moved, however, at a slower speed than the support wheels 48, since the linkage device 74 resp. the support arms 30 and.

15 40 daartoe op geeigende wijze met elkaar verbonden zijn resp.een dienovereenkomstige lengte bezitten, /angezien de steunwielen 48 sneller omhoog worden bewogen dan het voorwiel 36 kantelt het voorste deel van de drager 26 naar onderen onder het achterste deel van het hoofdgestel 10,zodat het hoofdgestel in de richting van de wijzers van de klok rolt of kantelt in 20 de richting van de steunwielen 48 zoals aangeduid met de pijl in fig.l.For this purpose, 40 are appropriately connected to each other or have a corresponding length, since the support wheels 48 are moved upwards faster than the front wheel 36, the front part of the carrier 26 tilts down under the rear part of the main frame 10, so that the main frame rolls or tilts clockwise in the direction of the support wheels 48 as indicated by the arrow in Fig. 1.

De ploegscharen 20 kantelen met het hoofdgestel 10,zodat de punten 22 van de ploegscharen naar voren geneigd worden (fig.3) om in het bodemopper-vlak in te duiken voordat een groter deel van de ploegschaar 20 in de bodem indringt. De scharnierverbinding tussen de aatthanginrichting en de 25 trekstang 40 maakt het mogelijk,dat het vooreinde van de aanhanginrich- ting 12 naar beneden beweegt indien het hoofdgestel 10 in de richting de volgens/m fig.l weergegeven pijl kantelt resp. zich draait.The plowshares 20 tilt with the main frame 10, so that the tips 22 of the plowshares are inclined forward (fig. 3) to plunge into the bottom surface before a larger part of the plowshares 20 penetrates into the bottom. The pivotal connection between the hanger rod and the tie rod 40 allows the front end of the trailer 12 to move downward if the main frame 10 tilts in the direction of the arrow shown in FIG. turns.

Een in hoogterichting instelbare aanslag 88 voor de hoogteregeling is aangebracht aan de drager 26 en ligt tegen een plaat 90 op de draagarip 30 40 om de zwenkbeweging van de draagarm 40 in een richting tegen de wijzers van de klok in te begrenzen ten einde daardoor de werkdiepte van de ploeg-lichamen 20 vast te leggen. De aanslag 88 omvat een bout 92,welke zich door een boring van een legeroog 94 ,welke aan het vooreinde van de drager 26 bevestigd is,uitstrekt. Aan het boveneinde van de bout 92 bevindt zich 35 een hefboom resp, hadgreep 96 om een gemakkelijke verstelling van de bout 92 mogelijk te maken. Indien de aanslag 88 komt aan te liggen tegen de 790 8 5 56 -7- 21035/CV/tl plaat 90 op de draagarm 40 (fig.3) wordt een verder verzwenken van de platen 58 om de scharnierbout 42 verhinderd. Bij alle diepteinstellingen, met uitzondering van de maximale diepteinstelling, ligt de draagarm 40 aan tegen de aanslag 88 voordat het achterste voorwiel?zijn werkstand 5 resp. een stand ingenomen heeft,waarin kan worden geploegd. Een verder ineenschuiven van de hydromotor 66 bewerkstelligt,dat de plaat 62 in een richting tegen de wijzers van de klok in van de aanslag 60 wegzwenkt, daar deze vrij zwenkbaar om de bus 56 kan verzwenken. Indien de stangeninrichting naar achteren bewogen wordt neemt het voorwiel 36 zijn eind-10 stand in waarin,zoals afgebeeld in fig.4,kan worden geploegd. Gelijktijdig neemt de drager 26 een horizontale stand in indien het voorwiel 36 en het hoofdgestel 10 in zijn normale ploegstand terug draait,zodat de punt 22 van de schaar niet langer naar beneden is gericht (fig.4).A height-adjustable height adjustment stop 88 is mounted on the support 26 and abuts a plate 90 on the support bar 30 to limit the pivotal movement of the support arm 40 in a counterclockwise direction to thereby reduce the working depth of the plow bodies 20. The stopper 88 includes a bolt 92 which extends through a bore of an eyelet 94 attached to the front end of the carrier 26. At the top end of the bolt 92 there is a lever or had grip 96 to allow easy adjustment of the bolt 92. If the stop 88 comes to abut the 790 8 5 56-7 21035 / CV / tl plate 90 on the support arm 40 (Fig. 3), further pivoting of the plates 58 about the hinge bolt 42 is prevented. With all depth settings, with the exception of the maximum depth setting, the control arm 40 rests against the stop 88 before the rear front wheel reaches its working position 5 resp. has taken a stand in which you can plow. A further collapse of the hydraulic motor 66 causes the plate 62 to pivot away from the stop 60 in a counterclockwise direction, since it can pivot freely about the sleeve 56. When the rod arrangement is moved backward, the front wheel 36 assumes its end-10 position in which, as shown in Fig. 4, it is possible to plow. Simultaneously, the carrier 26 assumes a horizontal position when the front wheel 36 and the main frame 10 rotates back to its normal plow position, so that the tip 22 of the scissors is no longer directed downwards (fig. 4).

De dieptes tand van het voorwiel 36 kan door het losmaken van de ver· 15 grendelbout 80 op de stangeninrichting 74 gewijzigd worden,indien hiertoe de spanschroef 78 uit de huls 76 uitgeschroefd resp.daarin ingeschroefd wordt.The depth tooth of the front wheel 36 can be changed by loosening the locking bolt 80 on the rod arrangement 74, if the tensioning screw 78 is unscrewed or screwed into the sleeve 76 for this purpose.

Om de ploeg uit de werkstand op te lichten wordt onder druk staand medium naar de hydromotor 66 gevoerd,zodat de hydromotor uitcengeschoven 20 wordt om een verzwenking van de plaat 62 in de richting van de wijzers van de klok om de scharnierbout 42 te bewerkstelligen. De stangeninrichting 74 wordt daardoor met behulp van de plaat 62 naar voren bewogen en de draagarm 30 van het voorwiel 36 wordt in een richting tegen de wijzers van de klok in verdraaid om het achtereinde van de ploeg op te lichten. Indien 25 de stuurarm resp. de plaat 62 tegen de aanslag 60 ligt beginnen de platen 58 met de platen 62 om de scharnierbout 42 te draaien,zodat de draagarm 40 en de steunwielen 48 met het voorwiel 36 naar beneden worden bewogen waarbij dan de steunwielen 48 en het voorwiel 36 hun eigenlijke transport-stand innemen (fig.2).To lift the plow out of the working position, pressurized media is fed to the hydromotor 66 so that the hydromotor is extended 20 to pivot the plate 62 clockwise to pivot the hinge bolt 42. The linkage device 74 is thereby moved forward by means of the plate 62 and the support arm 30 of the front wheel 36 is rotated counterclockwise to lift the rear end of the plow. If the steering arm resp. the plate 62 rests against the stop 60, the plates 58 begin to rotate the plates 62 about the hinge bolt 42, so that the support arm 40 and the support wheels 48 are moved down with the front wheel 36, the support wheels 48 and the front wheel 36 then being their actual enter transport position (fig. 2).

30 Om de ploeg resp. de ploeglichamen 20 in de bodem in te brengen wordt het voorste voorwiel 54 omhoog bewogen zodat de voorste ploeglichamen 20 geleidelijk in de bodem indringen. De hydromotor 66 wordt ingeschoven, zodat de stuurarm resp. de plaat 62 en zodoende de draagarm 40 en de Steunwielen 48 met betrekking tot het hoofdgestel worden omhoog bewogen, 35 waarbij het gewicht van de ploeg de hefhandeling ondersteunt. Gelijktijdig worden het vasthoudorgaan 84 en de draagarm 30 gezwenkt,waarbij de stangenin- 790 8 5 56 0 ✓ , -8- 21035/CV/tl richting 74 naar achteren wordt bewogen en het voorwiel 36 omhoog he-weegt,maar met een kleinere snelheid dan de steunwielen 48,zodat dan weer de drager 26 in de richting van de steunwielen 48 kantelt. Het hoofdgestel 10 draait zich daarbij een weinig om zijn lengteas,zodat de schaar-5 punten 22 in de richting van de grond naar onderen wijzen. De aanslag 88 verhindert een verdere draaiing van de draagarm 40 en de platen 58 indien de steunwielen 48 hun gewenste stand hebben ingenomen. Indien bijvoorbeeld de aanslag 88 op een kleinere waarde is ingesteld dan de maximale diepte (fig.4),dah wordt het voorwiel 36 verder omhoog bewogen,daar de 10 stuurarm resp.de draagplaat 62 van de aanslag tussen de arm 58 wordt wegbewogen totdat de hydromotor 66 geheel is samengeschoven. Indien de aanslag 88 op een maximale ploegdiepte is ingesteld bereiken de steunwielen 48 en het achterste voorwiel 36 hun ploegstand nagenoeg tegelijkertijd.30 To the team resp. to insert the plow bodies 20 into the soil, the front front wheel 54 is moved upward so that the front plow bodies 20 gradually penetrate into the soil. The hydraulic motor 66 is retracted so that the control arm resp. the plate 62 and thus the support arm 40 and the Support wheels 48 are raised with respect to the main frame, the weight of the plow supporting the lifting operation. Simultaneously, the retaining member 84 and the carrying arm 30 are pivoted, the rods being moved backward in the direction of 74 and the front wheel 36 weighing upward, but at a slower speed then the support wheels 48, so that the carrier 26 again tilts in the direction of the support wheels 48. The main frame 10 pivots slightly about its longitudinal axis, so that the scissor tips 22 point downwards in the direction of the ground. The stop 88 prevents further rotation of the support arm 40 and the plates 58 when the support wheels 48 have reached their desired position. For example, if the stop 88 is set to a value smaller than the maximum depth (fig. 4), then the front wheel 36 is moved further upwards, since the control arm or support plate 62 is moved away from the stop between the arm 58 until the hydromotor 66 is fully pushed together. When the stop 88 is set to a maximum plowing depth, the support wheels 48 and the rear front wheel 36 reach their plow position almost simultaneously.

Opgemerkt wordt echter,dat onafhankelijk van de diepteinstelling 15 de steunwielen 48 sneller omhoog worden bewogen dan het achterste voorwiel 36. De platen 58,de aanshg 60 en.de vrij zwenkbare stuurarm 62 op de bus 56 vormen een een verloren beweging bezittende verbinding en de lengte van de stangenverbinding laat het toe,dat de steunwielen 48 sneller omhoog worden bewogen dan het voorwiel 36,zodat het hoofdgestel 10 en./of de 20 drager 26 op overeenkomstige wijze kantdt en zodoende de schaarpunten 22 naar beneden kunnen worden gericht. Door het draaien van het hoofdgestel 10 wordt een snellere en betere grondbewerking bereikt dan door het alleen naar beneden bewegen . De spelingsverbinding resp.de een verloren beweging bezittende verbinding en de instelbare aanslag 88 maakt het mogelijk de 25 steunwielen 48 op een overeenkomstige ploegdiepte in te stellen zonder de werking van het achterste voorwiel te beïnvloeden en zonder dat hiertoe een instelling met een instelbare aanslag moet worden aangebracht. De hydromotor 66 is tijdens het rijden in de transportstand geheel uitgeschoven en tijdens het ploegen geheel ineengeschoven.It should be noted, however, that independently of the depth adjustment 15, the support wheels 48 are moved upward faster than the rear front wheel 36. The plates 58, the mounting 60 and the freely pivotable control arm 62 on the bush 56 form a lost motion connection and the The length of the linkage allows the support wheels 48 to be moved upward faster than the front wheel 36, so that the main frame 10 and / or the carrier 26 can tilt correspondingly and thus the scissor tips 22 can be directed downwards. Rotating the main frame 10 achieves faster and better tillage than moving it down alone. The play connection or a lost movement connection and the adjustable stop 88 makes it possible to adjust the support wheels 48 to a corresponding plow depth without influencing the operation of the rear front wheel and without having to make an adjustment with an adjustable stop fitted. The hydraulic motor 66 is fully extended during driving in the transport position and fully collapsed during plowing.

30 De opstelling en plaatsing van de hydromotor 66 en delen van de stangeninrichting en stuurinrichting binnen de drager 26 vermindert het aantal onbeschermde bewegende delen terwijl verder het uiterlijk van de gehele ploeg daardoor wordt verbeterd.The arrangement and placement of the hydromotor 66 and parts of the linkage and steering gear within the carrier 26 reduces the number of unprotected moving parts while further improving the appearance of the entire plow.

35 790 85 5635 790 85 56

Claims (14)

1. Grondbewerkingsinrichting, in het bijzonder ploeg,met een via althans een hydromotor verstelbare instelinrichting voor de gemeenschappelijke verstelling in hoogterichting van althans twee aan een gestel van de grondbewerkingsinrichting verticaal zwenkbaar gelegerde loopwielen, 5 met het kenmerk,dat de loopwielen en de instelinrichting zodanig met elkaar zijn verbonden,dat bij een verstellen van het gestel van een bovenste naar een onderste stand het gestel naar voren kantelt en daarmede ook de daardoor gemakkelijker in de bodem indringende grondbewerkingswerktui-gen.1. Soil furrowing implement, in particular plow, with an adjusting device adjustable via at least a hydraulic motor for the common height adjustment of at least two impellers mounted vertically pivotable on a frame of the soil cultivating implement, characterized in that the impellers and the adjusting device are are connected, that when the frame is adjusted from an upper to a lower position, the frame tilts forward, and with it the soil tillage implements more easily penetrating into the soil. 2. Inrichting volgens conclusie l,met het kenmerk,dat de instelinrichting een beurtelings verstelbare stangeninrichting (74) omvat,welke met een einde aan een draagarm (30) van een voorwiel (36) en met een ander einde via een speling bezittende verbinding met de draagarm (40) van althans een steunwiel (48) is verbonden.Device according to claim 1, characterized in that the adjusting device comprises an alternately adjustable rod device (74), which has one end with a play on a support arm (30) of a front wheel (36) and with a different end via a clearance with the carrying arm (40) of at least one support wheel (48) is connected. 3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk,dat tussen het gestel (drager 26) en de draagarm ( 40) van het steunwiel (48) een aanslag (88) voor het instellen van de onderste werkstand is aangebracht.Device according to claim 1 or 2, characterized in that a stop (88) for setting the lower working position is arranged between the frame (carrier 26) and the support arm (40) of the support wheel (48). 4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat met betrekking tot de rijrichting de loopwielen (voorwiel 36,54,steun- 20 wielen 48) aan weerszijden van het gestel (drager 26) zijn aangebracht, terwijl bij verstelling in de werkstand de voorste loopwielen sneller omhoog bewogen worden dan de achterste loopwielen.Device according to any one of the preceding claims, characterized in that with respect to the direction of travel, the running wheels (front wheel 36, 54, support wheels 48) are arranged on either side of the frame (carrier 26), while when adjusted in the working position the front idlers are raised faster than the rear idlers. 5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat bij het omlaag bewegen van het gestel (drager 26) de punt (schaarpunt 25 22) van het grondbewerkingswerktuig naar beneden is gericht.Device according to any one of the preceding claims, characterized in that when the frame (carrier 26) is lowered, the tip (scissor tip 22) of the soil tillage implement is directed downwards. 6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat bij aanligging van de dragarm (40) van het steunwiel (48) tegen een aanslag (88) de draagarm (30) van het voorwiel (36) nog verder omhoog beweegbaar is.Device according to any one of the preceding claims, characterized in that when the support arm (40) of the support wheel (48) rests against a stop (88), the support arm (30) of the front wheel (36) can be moved even further upwards . 7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de hydromotor (66) binnen het gestel (drager 26) is aangebracht.Device according to any one of the preceding claims, characterized in that the hydraulic motor (66) is arranged within the frame (carrier 26). 8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de een speling omvattende verbinding uit een met de hydromotor (66) verbonden ,aan de draagarm (40) van het steunwiel zwenkbaar gelegerde 35 stuurarm (62) en een een aanslag (60) omvattende,met de draagarqi (40) star verbonden verstelarm (plaat 58) is gevormd,waarbij de aanslag komt 790 85 55 -10- 21035/CV/tl te liggen tegen de stuurarm indien het voorwiel (36) zich niet in een werkstand resp.ploegstand bevindt en niet in aanligging komt,indien het voorwiel zich in zijn ploegstand bevindt resp. in de stand waarin de grondbewerkingswerktuigen hun werkstand hebben ingenomen.Device according to any one of the preceding claims, characterized in that the play comprising a connection of a control arm (62) pivotally mounted on the support arm (40) of the support wheel connected to the hydraulic motor (66) and a stop ( 60) comprising adjusting arm (plate 58) rigidly connected to the support arm (40) is formed, with the stop 790 85 55 -10-21035 / CV / tl resting against the steering arm if the front wheel (36) is not in a working position or plow position and does not come into contact if the front wheel is in its plow position or resp. in the position in which the tillage implements have assumed their working position. 9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de aanslag (88),welke tegen de draagarm (40) komt aan te liggen instelbaar is.Device according to any one of the preceding claims, characterized in that the stop (88) which comes to bear against the support arm (40) is adjustable. 10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het gestel (drager 26) een hol gevormd deel voor opname van de ver- 10 stelmiddelen resp. van de hydromotor (66) omvat.10. Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the frame (carrier 26) has a hollow-shaped part for receiving the adjusting means resp. of the hydraulic motor (66). 11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de draagarm (40) van het steunwiel (48),de verstelmiddelen resp. de hydromotor (66) en de daarbij behorende verbindingselementen met betrekking tot de werkrichting achter ékaar en althans nagenoeg in een vlak 15 zijn aangebracht.A device according to any one of the preceding claims, characterized in that the support arm (40) of the support wheel (48), the adjusting means or. the hydraulic motor (66) and the associated connecting elements are arranged one behind the other and at least substantially in a plane with respect to the working direction. 12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de draagarm (40) met zijn boveneinde aan het hol gevormde deel van het gestel (drager 26) is aangesloten,met behulp van een scharnierbout verti- . caal verzwenkbaar gelegerd is,terwijl zijn instelarm (plaat 58) zich naar 20 boven door een in het hol gevormde deel aangebrachte opening uitstrekt, waarbij deze met de stuurarm (62) in contact te brengen is.Device according to any one of the preceding claims, characterized in that the support arm (40) is connected with its top end to the hollow part of the frame (support 26), using a hinge bolt vertically. is pivotally alloyed, while its adjusting arm (plate 58) extends upwardly through an aperture formed in the hollow formed portion to contact the control arm (62). 13. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat het verstelmiddel is uitgevoerd als spanschroef (stangeninrichting 74) en met een einde boven de legerplaats van de draagarm (40) van het 25 steunwiel (48) op de stuurarm (62) en met het andere einde onder de legerplaats van de draagarm (30) van het voorwiel daarop aangrijpt,terwijl de hydromotor (66) aan een einde aan het gestel (drager 26) en aan het andere einde op de stuurarm (62) aangrijpt,welke in een bepaald gebied ten opzichte van de draagarm van het steunwiel verstelbaar is.Device according to any one of the preceding claims, characterized in that the adjusting means is designed as a turnbuckle (rod arrangement 74) and with an end above the bearing location of the support arm (40) of the support wheel (48) on the steering arm (62). and with the other end below the bearing location of the front wheel wishbone (30) engaging thereon, while the hydraulic motor (66) engages one end of the frame (carrier 26) and the other end on the steering arm (62) is adjustable in a specific area relative to the support arm of the support wheel. 14. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de asafstanden tussen de legerplaats van de draagarm(40) van het steunwiel (48) en de aansluitplaats van de spanbout op deze draagarm kleiner is dan de asafstand van de legerplaats van de draagar, (30) van het voorwiel en de aansluitplaats van de spanbout op deze draagarm. 35 790 85 56Device according to any one of the preceding claims, characterized in that the axial distances between the bearing location of the support arm (40) of the support wheel (48) and the connection location of the tensioning bolt on this support arm are smaller than the center distance of the bearing location of the (30) of the front wheel and the connection point of the tensioning bolt on this suspension arm. 35 790 85 56
NL7908556A 1978-11-27 1979-11-26 GROUND TILLING DEVICE. NL7908556A (en)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US96424378A 1978-11-27 1978-11-27
US96424378 1978-11-27

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7908556A true NL7908556A (en) 1980-05-29

Family

ID=25508306

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7908556A NL7908556A (en) 1978-11-27 1979-11-26 GROUND TILLING DEVICE.

Country Status (14)

Country Link
AR (1) AR224139A1 (en)
AU (1) AU532470B2 (en)
BE (1) BE880247A (en)
CA (1) CA1123255A (en)
DE (1) DE2946883C2 (en)
DK (1) DK501379A (en)
ES (1) ES486330A1 (en)
FR (1) FR2441996A1 (en)
GB (1) GB2035025B (en)
IT (1) IT1120887B (en)
MX (1) MX149819A (en)
NL (1) NL7908556A (en)
YU (1) YU290979A (en)
ZA (1) ZA796388B (en)

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3090449A (en) * 1961-12-26 1963-05-21 Int Harvester Co Lift for agricultural implement
US3209839A (en) * 1964-05-28 1965-10-05 Int Harvester Co Hydraulic controlled gauge and furrow wheel
US3481407A (en) * 1966-09-15 1969-12-02 Deere & Co Plow
US3559745A (en) * 1967-08-31 1971-02-02 Massey Ferguson Inc Multiple bottom plow
US3851710A (en) * 1973-09-19 1974-12-03 Int Harvester Co Hydraulic beaming control system for plow implements
US4043403A (en) * 1976-03-23 1977-08-23 Chromalloy American Corporation Agricultural implement frame elevating mechanism

Also Published As

Publication number Publication date
IT7950891A0 (en) 1979-11-23
GB2035025B (en) 1982-09-15
BE880247A (en) 1980-03-17
FR2441996A1 (en) 1980-06-20
ES486330A1 (en) 1980-06-16
MX149819A (en) 1983-12-27
IT1120887B (en) 1986-03-26
CA1123255A (en) 1982-05-11
DK501379A (en) 1980-05-28
AU532470B2 (en) 1983-09-29
FR2441996B1 (en) 1983-12-23
DE2946883A1 (en) 1980-05-29
YU290979A (en) 1983-01-21
AR224139A1 (en) 1981-10-30
AU5244179A (en) 1980-05-29
GB2035025A (en) 1980-06-18
DE2946883C2 (en) 1985-08-14
ZA796388B (en) 1981-06-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3583494A (en) Weight transfer hitch for plows
US4945997A (en) Folding agricultural implement
US4317489A (en) Ground-working implement and lift linkage therefor
US4181181A (en) Tractor implement hitch with rubbing surfaces to limit sway
US4655296A (en) Farming implement with wheel depth control
US5409069A (en) Tillage implement with gauge wheel linked to wing lifting and self-leveling mechanism
US4406329A (en) Agricultural tool cart for minimum tillage and seed planting
HUE027540T2 (en) Integrated soil-tilling apparatus for rotary ploughs
BE1004662A5 (en) Agriculture vehicle.
US2968356A (en) Telescopic beaming device
CA2498677C (en) Tillage apparatus having flexible frame and weight distribution system
NL1034636C2 (en) Trailed agricultural machine.
US4253528A (en) Pivoting dual land wheel for a plow
FR2566988A1 (en) PLOW WITH ADJUSTABLE MOUNTAINS.
NL7908556A (en) GROUND TILLING DEVICE.
NL8101017A (en) SOIL TILLER.
CA1096685A (en) Tandem disc cultivators
NL8001263A (en) AGRICULTURAL EQUIPMENT, IN PARTICULAR GROUND TILLER.
NL8203892A (en) DEVICE FOR SUPPORTING AN AGRICULTURAL MACHINE.
NL8602289A (en) MOWER.
NL8500976A (en) Front mounted harrow for agricultural tractor - has hydraulically movable pivot arm with rotary harrow head with parallelogram hinge allowing height adjustment
US3477516A (en) Adjustable stabilizing disc assembly for disc cultivators and the like
US3039539A (en) Implement hitch vertically adjustable
NL192594C (en) Combination of a tillage machine and a further machine to be coupled to it.
US3326301A (en) Front-mounted plow

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed